Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers...

82
N.29 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE SESSION EXTRAORDINAIRE 1991-1992 (") 5 OCTOBRE 1992 Questions et Réponses QUESTIONS ET RÉPONSES - CHAMBRE DES REPRÉS. DE BELGIQUE VRAGEN EN ANTWOORDEN - BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERT. (SE) 1991-1992 (BZ) (.) Première session de la 48 èm ' législature. 1941 BELGISCHE KAMER· VAN VOLKSVERTEGENWOIORDIGERS BUITENGEWONE ZfITlNG 199:1-1992 (.) 5 OKTOBER 1992 Vragen en Antwoorden (.) Eerste zitting van de 48' zittingsperiode. 251

Transcript of Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers...

Page 1: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

N.29

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTSDE BELGIQUE

SESSION EXTRAORDINAIRE 1991-1992 (")

5 OCTOBRE 1992

Questionset

Réponses

QUESTIONS ET RÉPONSES - CHAMBRE DES REPRÉS. DE BELGIQUEVRAGEN EN ANTWOORDEN - BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERT.

(SE) 1991-1992 (BZ)(.) Première session de la 48èm' législature.

1941

BELGISCHE KAMER·VAN VOLKSVERTEGENWOIORDIGERS

BUITENGEWONE ZfITlNG 199:1-1992 (.)

5 OKTOBER 1992

Vragenen

Antwoorden

(.) Eerste zitting van de 48' zittingsperiode.

251

Page 2: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1942 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

SOMMAIREPremier Ministre

Vice-Premier Ministreet Ministre des Communications etdes Entreprises publiques

Vice-Premier Ministreet Ministre des Affaires étrangères

Vice-Premier Ministreet Ministre de la Justiceet des Affaires économiques

Ministre des Finances

Ministre des Affaires sociales

Ministre de la Politique scientifique

Ministre du Commerce extérieuret des Affaires européennes,adjoint au Ministre des Affaires étrangères

Ministre des Pensions

Ministre de l'Intérieur et de la Fonction publique

Ministre de l'Emploi et du Travail,chargé de la politique d'égalité des chancesentre hommes et femmes

Ministre des Petites et Moyennes Entrepriseset de l'Agriculture

Ministre de la Défense nationale

Ministre pour l'Intégration sociale, la Santé publiqueet l'Environnement

Ministre du Budget

Secrétaire d'Etat à la Coopération au Développement,adjoint au Ministre des Affaires étrangères

Questions posées aux ministres-membresdu Conseil des ministres européen via le comité d'avischargé de questions européennes

- (29)-

PagesBlz.

1947

1953

1954

19581964

1974

1978

1980

19831985

2015

Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

INHOUDEerste Minister

Vice-Eerste Ministeren Minister van Verkeerswezenen Overheidsbedrijven

Vice-Eersre Ministeren Minister van Buitenlandse Zaken

Vice-Eerste Ministeren Minister van Justitieen Economische Zaken

Minister van Financiên

Minister van Sociale Zaken

Minister van Wetenschapsbeleid

Minister van Buitenlandse Handelen Europese Zaken,toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Minister van Pensioenen

Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken

Minister van Tewerkstelling en Arbeid,belast met het beleid van gelijke kansenvoor mannen en vrouwen

Minister voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingenen Landbouw

Minister van Landsverdediging

Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheiden Leefmilieu

Minister van Begroting

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Vragen gesteld aan de ministers-ledenvan de Europese Raad van ministers via het adviescomitévoor Europese aangelegenheden

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin. In fine van het Bulletin is een summiere opgaveper onderwerp afgedrukt.

Page 3: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentantsde Belgique- (29)- BelgischeKamervan Volksvertegenwoœrdigers 1943Questionset Réponses(SE1991-1992) Vragenen Antwoorden(BZ 1991-19}92)

Questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le Règlement,à partir de la session extraordinaire 1991-1992. *

Vragen waarop niet geantwoord is binnen de door het Reglement bepaalde terrnijn,vanaf de buitengewone zitting 1991-1992. *

Date Question n" Auteur Page Date Question n° Auteuir PageDatum Vraagnr. Blz, Datum Vraagnr. B)z.

Vice-Premier Ministre 10- 4-1992 43 Eerdekensi 532et Ministre des Communications 28- 4-1992 51 Perdieu 636

et des Entreprises publiques 4- 5-1992 54 Mw. Vogels 68114- 5-1992 65 Vande Lanotte 752

Vice-Eerste Minister 15- 5-1992 67 Bertouille 853en Minister van Verkeerswezen 18- 5-1992 69 Duquesne: 854

en Overheidsbedrijven 18- 5-1992 70 Bertouille: 85518- 5-1992 71 Marsoul 856

22- 4-1992 50 Kub)a 587 20- 5-1992 75 Caudron 85729- 4-1992 55 Vautmans 634 20- 5-1992 77 Mw. Dillen 85818- 5-1992 75 Bertouille 847 20- 5-1992 79 Caudron 85821- 5-1992 81 Saulmont 850 20- 5-1992 80 Caudron 859

1- 6-1992 92 Marsoul 1046 20- 5-1992 81 Caudron 8594- 6-1992 97 Eerdekens 1049 20- 5-1992 82 Caudron 859

24- 6-1992 109 Van Nieuwenhuysen 1340 20- 5-1992 83 Caudron 86025- 6-1992 115 Marsoul 1341 20- 5-1992 84 Caudron 86025- 6-1992 116 Marsoul 1341 21- 5-1992 86 Saulrnont: 86125- 6-1992 119 Marsoul 1343 2- 6-1992 89 Annemams 105125- 6-1992 120 Marsoul 1343 3- 6-1992 90 Caudron 105216- 7-1992 148 Marsoul 1610 4- 6-1992 91 Annemams 1052

4- 6-1992 92 Caudron 105211- 6-1992 97 de Clippele 105511- 6-1992 98 de Clippele 1056

Vice-Premier Ministre 11- 6-1992 99 Van Eetvelt 1056et Ministre des Affaires étrangères 12- 6-1992 100 Van den Eyode 1175

16- 6-1992 101 Bertrand 1175Vice-Eerste Minister 19- 6-1992 103 Vande Lanorte 1344

en Minister van Buitenlandse Zaken 22- 6-1992 104 Van Overmeire 134422- 6-1992 105 Ylieff 1345

14- 5-1992 18 Mw. Dillen 750 23- 6-1992 109 De Mol 134625- 6"1992 110 Dewael 134625- 6-1992 111 Breyne 134730- 6-1992 116 Annemams 1426

Vice-Premier Ministre 01- 7-1992 118 Annemams 1427et Ministre de la Justice 03- 7-1992 120 Van Vaeeenbergh 1533

et des Affaires économiques 07- 7-1992 124 Van Diemderen 1534

Vice-Eerste Minister 09- 7-1992 127 Dewinten 153713- 7-1992 129 Duquesme 1613en Minister van justitie 16- 7-1992 130 de Clippeele 1614

en Economische Zaken 17- 7-1992 131 Poncelet 161417- 7-1992 132 De Mol 1614

Justice - justirie

16- 3-1992 1 de Clippele 220 Affaires économiques - Econoimische Zaken16- 3-1992 3 Taelman 22116- 3-1992 4 Barbé 222 18- 3-1992 7 Mw. Lewsen 23023- 3-1992 16 Clerfayt 300 14- 5-1992 19 Morael 75225- 3-1992 20 Tant 301 26- 5-1992 27 Knoops 86327- 3-1992 25 Van Dienderen 412 26- 6-1992 34 Biefnot 14272- 4-1992 32 de Clippele 414 6- 7-1992 40 Standaerrt 15372- 4-1992 35 Van Dienderen 4158- 4-1992 37 Annemans 4808- 4-1992 38 Annemans 480

.• Liste clôturée le 5 octobre 1992

.• Lijst afgesloten op 5 oktober 1992

Page 4: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions
Page 5: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

ChambredesReprésentantsdeBelgique - (29)-BelgischeKamervanVolksvertegenwoœrdigers1945QuestionsetRéponses(SE1991-1992) VragenenAntwoorden(BZ1991-1~92)

Date Question n° Auteur Page Date Question n° Auteulr PageDatum Vraagnr. Blz. Datum Vraag nr, Blz.

29- 5-1992 85 Van Dienderen 1079 Ministre pour l'Intégratiom sociale,29- 5-1992 86 Van Dienderen 1079 la Santé publique et l'Envinonnement29- 5-1992 87 Van Dienderen 107929- 5-1992 88 Van Dienderen 1079 Minister voor Maatschappelijke Integratie,29- 5-1992 89 Van Dienderen 1079 Volksgezondheid en Leeffmilieu29- 5-1992 90 Van Dienderen 108029- 5-1992 91 Van Dienderen 1080 30- 3-1992 11 Van Vaereenbergh 42429- 5-1992 92 Van Dienderen 1080 21- 4-1992 17 Annemams 59729- 5-1992 93 Van Dienderen 1080 14- 5-1992 33 Van Diemderen 76529- 5-1992 94 Van Dienderen 1081 25- 6-1992 51 Dewael 135829- 5-1992 95 Van Dienderen 108129- 5-1992 96 Van Dienderen 108129- 5-1992 97 Van Dienderen 108129- 5-1992 98 Van Dienderen 108129- 5-1992 99 Van Dienderen 108229- 5-1992 100 Van Dienderen 108229- 5-1992 101 Van Dienderen 108229- 5-1992 102 Van Dienderen 108229- 5-1992 103 Van Dienderen 108329- 5-1992 104 Van Dienderen 108329- 5-1992 105 Van Dienderen 108329- 5-1992 106 Van Dienderen 108329- 5-1992 107 Van Dienderen 108329- 5-1992 108 Van Dienderen 108429- 5-1992 109 Van Dienderen 108429- 5-1992 110 Van Dienderen 108429- 5-1992 111 VanDienderen 108419- 6-1992 123 Demeulenaere 1356

Page 6: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions
Page 7: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)-

Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 1947

Questions posées par les membres de la Chambre des Représentants et réponses données par les Ministres.

Vragen van de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en antwoorden van de Ministers.

Premier Ministre

Da 919281093

Question n" 19 de M. Leo Peeters du 21 août 1992(N.) :

Services de contrôle et d'inspection.1. Quelles tâches d'inspection et de contrôle relè-

vent de votre compétence?2. Quelles sont les missions actuelles des services

compétents pour ces tâches?3. Quelles sont les options et priorités stratégiques

de ces services, et qui les détermine?4. Comment ces services sont-ils structurés?5. Combien de membres du personnel l'organi-

gramme prévoit-il et combien y travaillent effective-ment?

6. Combien de contrôles ces services effectuent-ilsannuellement?

7. Combien d'infractions ont été constatées à cetteoccasion?

8. Combien de procès-verbaux ont été dressés?

9. Quelle suite y a été réservée?

10. Dans quelle mesure les contrôles, la constata-tion d'infractions, les procès-verbaux dressés ainsique les mesures et sanctions proposées contribuent-ilsà la réalisation des options stratégiques des servicesen question?

Réponse:1. Parmi les Services du premier ministre, il en est

deux qui ont des tâches d'inspection et de contrôle,à savoir:a) l'administration du Comité supérieur de contrôle

et;b) Ie personnel de la commission de contrôle de la

représentativité des organisations syndicales dansle secteur public et de la commission de contrôledes primes syndicales.

L'honorable membre voudra bien trouver ci-aprèsla r~ponse aux points 2 à 10 pour chacun de cesservices.

A. L'administration du Comité supérieur de con-trôle.

Eerste Minister

DO 919281093

Vraag nr. 19 van de heer Leo Peetrers van 21 augus-tus 1992 (N.) :

Controle- en inspectiediensten.1. Welke inspectie - en controleetaken ressorteren

onder uw bevoegdheid?2. Wat zijn de huidige opdrachteen van de diensten

die bevoegd zijn voor deze taken?3. Wat zijn de strategische opriess en de prioriteiten

van deze diensten en door wie wordlen ze vastgelegd?4. Hoe zijn die diensten gestruc.tureerd?5. Hoeveel personeelsleden telt: de personeelsfor-

matie en hoeveel werken er effectiief? '

6. Hoeveel controles voeren dez:e diensten jaarlijksuit?

7. Hoeveel overtredingen werdIen hierbij vastge-steld?

8. Hoeveel processen-verbaal wrerden hierbij opge-steld?

9. Welke gevolgen werden aan (deze processen-ver-baal gegeven?

10. In welke mate dragen de comtroles, de vaststel-ling van de overtredingen, de 'opjgestelde processen-verbaal en de voorgestelde maatrregelen en sanctiesbij tot de realisatie van de strategissche opties van dezediensten?

Antwoord:1. Bij de Diensten van de eersste mirnster zijn er

twee die inspectie- en controletakeen uitvoeren, narne-lijk:a) het bestuur van het Hoog comitté van toezicht en;

h) het personeel van de controleecommissie voor derepresentativiteit van de vakkorganisaties in deoverheidssector en van de cormmissie voor de con-trole van de vakbondspremiess,

Het geacht lid gelieve hierna ;antwoord te willenvinden op de punten 2 tot 10 voor elk van dezediensten.

A. Het bestuur van het Hoog ccornité van toezicht.

Page 8: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1948 _ (29) _ Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

2. En vertu de l'arrêté royal du 29 juillet 1970portant règlement organique du Comité supérieur decontrôle, celui-ci se compose d'un collège et d'uneadministration (article 1er) et cette dernière comprendun service administratif et un service d'enquêtes (arti-cle 34). C'est à celui-ci qu'incombent les missionsd'enquête confiées à l'institution. L'article 35, § 2, del'arrêté royal cité, combiné avec l'article 13, § 4, dela loi spéciale du 8 août 1980, définit les missionsadministratives d'enquête incombant à ce service,comme suit:

1° rechercher les fraudes ou infractions commises soitpar les préposés de l'administration, soit par destiers, dans les locaux occupés par les services del'Etat, des Communautés, des Régions et des orga-nismes visés par la loi du 16 mars 1954 relativeau contrôle de certains organismes d'intérêtpublic, dans les conditions fixées par cette loi;

2° effectuer des contrôles à l'occasion de l'exécutiondes marchés de travaux, de fournitures et de ser-vices, soit conclus par ces mêmes administrations,soit subventionnés directement ou indirectement,par l'Etat, les Communautés ou les Régions;

3° procéder aux vérifications prévues par l'arrêtéroyal du 26 avril 1968 réglant l'organisation et lacoordination des contrôles de l'octroi et de l'em-ploi des subventions.

De plus, en qualité d'officiers de police judiciaireauxiliaires du procureur du Roi et de l'auditeur mili-taire, les agents du service d'enquêtes sont, en vertude la loi du 26 avril 1962 conférant des attributionsde police judiciaire à certains agents du Comité supé-rieur de contrôle, compétents concuremment avec lesautres officiers de police judiciaire pour rechercherles infractions commises, soit· par les préposés del'administration, soit par des tiers, à l'occasion dufonctionnement des services publics gérés par l'Etat,les Communautés, les Régions, les provinces, les com-munes et les organismes d'intérêt public visés par laloi du 16 mars 1954 précitée, et pour constater cesinfractions par des procès-verbaux faisant foi jusqu'àpreuve du contraire.

Enfin, ces agents sont aussi compétents pourrechercher et constater des infractions:- en matière d'approvisionnement du pays et de

prix (arrêté-loi du 22 janvier 1945 sur la régle-mentation économique et les prix, modifié entreautres par la loi du 30 juillet 1971, notammentl'article 6);

- en matière fiscale ou douanière (Code des impôtssur les revenus, articles 238, 239 et 242; Codedes taxes assimilées aux impôts sur les revenus,articles 39, 58 et 87, et arrêté royal du 8 juillet1970 portant règlement général des taxes assimi-lées aux impôts sur les revenus, article 14; Code

2. Krachtens het koninklijk besluit van 29 juli1970 houdende organiek reglement van het Hoogcomité van toezicht, bestaat dit laatste uit een collegeen een bestuur (artikel 1) en omvat dit bestuur eenadministratieve dienst en een dienst enquêtes (arti-kel 34). Het is aan deze laatste dienst dat deonderzoekstaken te beurt vallen die aan de instellingworden toevertrouwd. Het artikel 35, § 2, van hetvoormelde besluit, gecombineerd met het artikel 13,§ 4, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980,omschrijft de onderzoeksopdrachten die aan dezedienst toekomen als volgt:1° het opsporen van bedrog of inbreuken die worden

begaan hetzij door aangestelden van het bestuur,hetzij door derden, in de lokalen die wordengebruikt door de diensten van de Staat, van deGemeenschappen, van de Gewesten en van deinstellingen die worden bedoeld in de wet van16 maart 1954 betreffende de controle op som-mige instellingen van openbaar nut, onder devoorwaarden die door deze wet worden gesteld;

2° het uitoefenen van toezicht bij de uitvoering vande overeenkomsten voor werken, leveringen endiensten, die ofwel door diezelfde besturenworden afgesloten, ofwel rechtstreeks of onrecht-streeks door de Staat, de Gemeenschappen of deGewesten worden betoelaagd;

3° het uitvoeren van de verificaties waarin is voorziendoor het koninklijk besluit van 26 april 1968 totinrichting en coördinatie van de controles op detoekenning en op de aanwending van de toelagen.

Daarenboven zijn de personeelsleden van de dienstenquêtes, met hun hoedanigheid van officier vangerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur desKonings en van de krijgsauditeur, in toepassing vande wet van 26 april 1962 tot verlening van debevoegdheden van de gerechtelijke politie aansommige personeelsleden van het Hoog comité vantoezicht, bevoegd om in samenloop met de andereofficieren van gerechtelijke politie de inbreuken op tesporen die worden begaan door hetzij de aangesteldenvan het bestuur, hetzij derden, naar aanleiding vande werking van de openbare diensten beheerd doorde Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de pro-vincies, de gemeenten en de instellingen van openbaarnut bedoeld door de voormelde wet van 16 maart1954, en om deze inbreuken vast te stellen aan dehand van processen-verbaal die bewijskrachtig zijntot bewijs van het tegendeel.

Ten slotte zijn deze personeelsleden ook nogbevoegd om inbreuken op te sporen en vast te stellen:

inzake de bevoorrading van het land en de prijzen(besluitwet van 22 januari 1945 betreffende deeconomische reglementering en de prijzen, ondermeer gewijzigd door de wet van 30 juli 1971,meer bepaald artikel 6);inzake belastingen en douane (Wetboek van deinkomstenbelastingen, artikel 238, 239 en 242;Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijk-gestelde belastingen, artikelen 39, 58 en 87, enkoninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende dealgemene verordening betreffende de met de

Page 9: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991·1992)

de la TVA, article 62; loi générale sur les douaneset accises coordonnée le 18 juillet 1977, arti-cles 209 et 267 à 272);

en matière de transports (loi du 1er août 1960relative au transport rémunéré de choses par véhi-cules automobiles, article 11, et arrêté royal du9 septembre 1967 portant règlement général rela-tif à ce transport, article 77; loi du 9 juillet 1875sur les tramways, article 11; loi du 24 juin 1885sur les chemins de fer vicinaux, article 8; arrêté-loidu 30 décembre 1946 portant révision et coordi-nation de la législation relative au transport rému-néré de personnes par véhicules automobiles, arti-cle 31; arrêté royal du 15 septembre 1976 portantrèglement sur la police des transports de person-nes par tram, pré-métro, métro, autobus et auto-car, article 41, et arrêté royal du 2 août 1977relatif aux dispositions de sécurité et à la signali-sation des passages à niveau sur les voies ferréesainsi qu'à la circulation sur les voies ferrées etleurs dépendances, article 29).

3. La politique d'enquête relève de l'autorité nonpartagée du président du Comité supérieur de contrô-le, haut magistrat de la Cour de cassation ou d'unecour d'appel, en vertu de l'article I." de l'arrêté royalprécité. Le titulaire actuel de la fonction s'efforced'assurer un exercice effectif des pouvoirs de contrôleconférés au service d'enquêtes en matière de marchéspublics, nonobstant le grand nombre et la portéesouvent importante des devoirs judiciaires d'enquêtedemandés au service d'enquêtes par les autorités judi-ciaires compétentes.

4. En vertu de l'article 34 de l'arrêté royal précité,l'ordre interne des services relève du fonctionnairedirigeant de l'administration du Comité supérieur decontrôle, qui est revêtu du grade d'administrateurgénéral et de la qualité d'officier de police judiciaire.L'organisation actuelle du service d'enquêtes est fixéepar une instruction du 14 août 1992 de l'administra-teur général de la manière suivante.

Le service d'enquêtes est composé d'une divisionfrancophone, formée d'enquêteurs du rôle français,et d'une division néerlandophone, formée d'enquê-teurs du rôle néerlandais, entre lesquelles les enquêtessont réparties selon ce que prescrit la législation surl'emploi des langues en matière administrative ou enmatière judiciaire, et ayant chacune à sa tête un com-missaire en chef (rang 15), effectif ou intérimaire.

De l'accord de l'administrateur général, le commis-saire en chef répartit les enquêteurs de sa division ensections ou cellules en tenant compte à la fois de lanature des enquêtes à effectuer et de la disponibilitéd'agents ayant les aptitudes et capacités requises pourorganiser et superviser le travail d'une équipe d'en-

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 1949- (29) - VragenenAntwoorden(BZ1991-1992)

inkomstenbelastingen gelijkges.telde belastingen,artikel 14; BTW-wetboek, artükel 62; algemenewet op de douane en de accijnzen, gecoördineerdop 18 juli 1977, artikelen 209 en 267 tot 272);inzake vervoer (wet van 1 auguistus 1960 betref-fende het vervoer van zaken me-t motorvoertuigentegen vergoeding, artikel 11; eru koninklijk besluitvan 9 september 1967 houdencde algemeen regle-ment betreffende het vervoerr van zaken metmotorvoertuigen tegen vergoediing, artikel 77; wetvan 9 juli 1875 op de tramwegœn, artikel 11; wetvan 24 juni 1885 op de buurtsjpoorwegen, artikel8; besluitwet van 30 decernber 1946 houdendeherziening en coördinatie van dœ wetgeving betref-fende het bezoldigd vervoer vran personen doormiddel van automobielen, artilkel 31; koninklijkbesluit van 15 september 19716 houdende regle-ment op de politie van personemvervoer per tram,pre-metro, metro, autobus en aurtocar, artikel 41,en koninklijk besluit van 2 augtustus 1977 betref-fende de veiligheidsinrichtingem en de signalisatievan overwegen en betreffendie het verkeer opspoorwegen en aanhorigheden., artikel 29).

3. Het beleid inzake de onderzœeken hangt af vanhet ondeelbare gezag van de voorzrirter van het Hoogcomité van toezicht, een hoge nnagistraat van hetHof van cassatie of van een hof vam beroep, krachtenshet artikel 1 van het voormelde .koninklijk besluit.De huidige titularis van de functiœ spant zich in omeen daadwerkelijke uitoefening te verzekeren van decontrolebevoegdheden die aan die dienst enquêteswerden toevertrouwd inzake ovcerheidsopdrachten,niettegenstaande het grote aantal een de vaak belang-rijke draagwijdte van de gerechteliijke onderzoeksop-drachten die aan de dienst enquêtes worden gegevendoor de bevoegde gerechtelijke ov-erheden.

4. Krachtens het artikel 34 v.an het voormeldekoninklijk besluit behoort de intœrne inrichting vande diensten tot de bevoegdheid vam de leidende amb-tenaar van het bestuur van het Hoog comité vantoezicht, die bekleed is met de gra.ad van administra-teur-generaal en met de hoedanighœid van officier vangerechtelijke politie. De huidige inrichting van dedienst enquêtes werd door een onderrichting van14 augustus 1992 van de administtrateur-generaal alsvolgt vastgelegd.

De dienst enquêtes bestaat uit eeen Nederlandstaligeafdeling, die samengesteld is uit enquêteurs van deNederlandse taalrol, en uit een Firanstalige afdeling,die samengesteld is uit enquêteurs van de Franse taal-rol, waartussen de enquêtes wordeen verdeeld volgenshetgeen wordt voorgeschreven doeor de wetgeving ophet gebruik van de talen in adminiistratieve of gerech-telijke aangelegenheden, en aan lhet hoofd waarvaneen vastbenoemd of plaatsvervanggend hoofdcommis-saris (rang 15) staat.

Mits het akkoord van de admiinistrateur-generaaldeelt de hoofdcommissaris de ernquêteurs van zijnafdeling in secties of cellen in, rekcening houdend metzowel de aard van de onderzoekem die dienen te wor-den uitgevoerd, als met de beschiklbaarheid van perso-neelsleden die over de vereiste ~ geschiktheden en

252

Page 10: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1950 ChambredesReprésentantsdeBelgiqueQuestionsetRéponses(SE 1991-1992) - (29)-

BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigersVragenenAntwoorden(BZ1991-1992)

quêteurs tout en participant à l'exécution de devoirsd'enquête.

Chaque division comporte au moins une cellulecentrale. Aux deux cellules centrales, travaillant deconcert chaque fois qu'il y a lieu, reviennent par prio-rité l'analyse des demandes d'enquête, plaintes etdénonciations.

Sous la supervision du commissaire en chef, assistéde ses commissaires principaux de 1ère classe, chaquesection ou cellule est dirigée par un chef de sectionou de cellule, désigné par l'administrateur général surla proposition du commissaire en chef et qui en règlel'organisation et le fonctionnement internes.

Lorsque les nécessités du service le requièrent, descellules d'enquêtes relevant directement de l'adminis-trateur général peuvent être instituées.

5. L'arrêté royal du 14 juin 1991 portant fixationdu cadre organique du personnel de l'administrationdu Comité supérieur de contrôle détermine que lecorps d'enquêteurs est composé de 112 membres.

Après avoir été reconnu comme service continu(arrêté royal du 9 mars 1990, 21 décembre 1990 et9 décembre 1991, l'effectif minimum du corps a étéfixé à 102 membres du personnel, répartis d'unemanière égale entre les deux groupes linguistiques(soit 51 enquêteurs néerlandophones et 51 franco-phones).

Actuellement, le corps se compose de 46 enquêteursnéerlandophones et 48 francophones.

6. Environ 400 dossiers d'enquête en moyennesont ouverts annuellement. En 1991, le nombre desnouvelles enquêtes s'élevait à 382. Dans le courantde l'année 1992 (jusqu'au 15 août indus), 189enquêtes ont été entamées.

7. La plupart des tâches des membres du personneldu service enquêtes se situent sur le plan policier etse font sur réquisition des procureurs du Roi et desjuges d'instruction.

8. Dans le cadre des missions décrites ci-dessus, leservice d'enquêtes dresse chaque année entre 3.500et 4.500 procès-verbaux.

Pour les années 1990 et 1991, ce nombre s'élevaitrespectivement à 3.900 et 4.366.

Dans le courant de l'année 1992 (jusqu'au 15 aoûtindus) 3.415 procès-verbaux ont été dressés.

9. Les procès-verbaux dressés d'office ou dans lecadre d'enquêtes judiciaires ou de recherche par lesmembres du personnel du service d'enquêtes sontenvoyés aux autorités judiciaires compétentes.

10. Le grand nombre et la portée importante desmissions judiciaires d'enquête demandées au serviced'enquêtes rend actuellement problématique, comptetenu de la limitation de l'effectif disponible d'enquê-

bekwaamheden beschikken om het werk van eenploeg van enquêteurs te organiseren en te superviserenterwijl ze zelf ook nog kunnen blijven deelnemen aande uitvoering van onderzoekstaken.

Elke afdeling omvat minstens een centrale cel. Aande twee centrale cellen, die samenwerken telkens eraanleiding toe bestaat, valt in een eerste instantie hetgrondig onderzoek van de vragen tot onderzoek envan de klachten en aangiften te beurt.

Onder het toezicht van de hoofdcommissaris, bijge-staan door zijn eerstaanwezende commissarissen 1steklasse (rang 13), wordt elke sectie of cel geleid dooreen sectiechef of een celchef, die door de administra-teur-generaal op voordracht van de hoofdcornmissa-ris wordt aangeduid en die de interne inrichting enwerking regelt.

Indien de noodwendigheden van de dienst zulksvereisen, kunnen onderzoekscellen worden opgerichtdie rechtstreeks van de adrninistrateur-generaalafhangen.

5. Het koninklijk besluit van 14 juni 1991 hou-dende vaststelling van de personeelsformatie van hetbestuur van het Hoog comité van toezicht bepaalt dat112 personeelsleden deel uitmaken van het korps vande enquêteurs.

Het minimum effectief van het korps werd, inge-volge zijn erkenning als continu-dienst (koninklijkebesluiten van 9 maart 1990, 21 december 1990 en9 december 1991), vastgesteld op 102 personeels-leden, gelijkmatig verdeeld over de twee taalgroepen(hetzij 51 Nederlandstalige en 51 Franstalige enquê-teurs).

Momenteel bestaat het korps uit 46 Nederlands-talige en 48 Franstalige enquêteurs.

6. Jaarlijks worden gemiddeld een 400-tal onder-zoeksdossiers geopend. In 1991 bedroeg het aantalnieuwe onderzoeken 382. In de loop van 1992 (toten met 15 augustus) werden 189 onderzoeken gestart.

7. Het merendeel van de taken van de personeels-leden van de dienst enquêtes situeert zich op het poli-tionele vlak en gebeurt in opdracht van de procureursdes Konings en van de onderzoeksrechters.

8. In het kader van de hierboven beschrevenopdrachten worden jaarlijks door de dienst enquêtestussen de 3.500 en de 4.500 processen-verbaal op-gesteld.

Voor de jaren 1990 en 1991 bedroeg dit aantalrespectievelijk 3.900 en 4.366.

In de loop van 1992 (tot en met 15 augustus)werden 3.415 processen-verbaal opgesteld.

9. De processen-verbaal die door de personeels-leden van de dienst enquêtes, ambtshalve of in hetkader van opsporings- en gerechtelijke onderzoekenworden opgesteld, worden toegestuurd aan debevoegde gerechtelijke overheden.

10. Het grote aantal en de belangrijke draagwijdtevan de gerechtelijke onderzoeksopdrachten die aande dienst enquêtes worden gevraagd, maakt dat hetthans moeilijk is, gelet op de beperking van het

Page 11: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

teurs, le plein exercice des compétences de contrôlede ce service en matière de marchés publics et desubventions publiques. Sous cet angle, les options etpriorités stratégiques arrêtées par le président duComité supérieur de contrôle ne peuvent être consi-dérées comme suffisamment réalisées à l'heure actuel-le.

B. La commission de contrôle de la représentativitédes organisations syndicales dans le secteur public etla commission de contrôle des primes syndicales.

2. La commission de contrôle de la représentativitédes organisations syndicales dans le secteur public apour mission de vérifier, tous les six ans, si les orga-nisations syndicales qui siègent ou qui demandent àpouvoir siéger dans les comités de négociation oudans les comités de gestion des services sociaux satis-font aux critères relatifs au nombre des affiliés coti-sants (loi du 19 décembre 1974 - article 14, § 1er

).

La co.m~ission de contrôle des primes syndicales apour miSSIOn :I" de vérifier si les conditions d'octroi sont réunies;

2° de fixer, par organisme de paiement, le nombrede primes syndicales payées;

3U de vérifier si les primes syndicales ont été effecti-vement payées;

4° de contrôles les organismes de paiement;

5° de donner son avis au ministre à propos de ladétermination forfaitaire des frais administratifsde fonctionnement.

D'autre part, des missions particulières de contrôlepeuvent être confiées à la commission par le premierministre soit de sa propre initiative soit sur avis dela commission (arrêté royal du 30 septembre 1980,article 21).

3. Les missions des deux commissions de contrôlesont fixées par le Roi.

Les options et les priorités sont déterminées par lescommissions suivant les nécessités du service.

Les deux commissions, en période de contrôle dela représentativité, exercent leurs missions parallèle-ment. Toutefois, les opérations de contrôle de lareprésentativité devant, de par la loi, se terminerendéans un délai de six mois, une priorité de fait dela mission de cette commission sur l'autre s'impose,en cas de nécessité.

Cette décision de priante est prise à l'unanimitépar les magistrats de la commission.

4. Les deux commissions de contrôle sont compo-sées chacune de trois mêmes membres, magistrats del'ordre judiciaire, nommés par le Roi.

Le premier ministre met à la disposition des com-missions le personnel nécessaire à celles-ci pour l'ac-complissement de leurs missions.

- (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 1951

beschikbaar effectief aan enquêteuirs, om de controle-bevoegdheden van deze dienst ten volle uit te oefeneninzake overheidsopdrachten en overheidstoelagen.Vanuit dit oogpunt beschouwd, knmnen de opties ende strategische prioriteiten, die doœr de voorzitter vanhet Hoog comité van toezicht werrden vastgelegd, opheden niet worden beschouwd als in voldoende mategerealiseerd.

B. De controlecommissie voor de representativiteitvan de vakorganisaties in de overheidssector en decommissie voor de controle van de vakbondspremies.

2. De controlecommissie voor de representativiteitvan de vakorganisaties in de overlneidssector heeft alstaak, om de zes jaar, te onderzoelken of de vakorga-nisaties die zitting hebben of vr.agen om zitting temogen hebben in de onderhandelimgscomités of in debeheerscomités van de sociale diœnsten voldoen aande criteria inzake het aantal bijdlrageplichtige leden(wet van 19 december 1974 - artiikel 14, § 1).

De comrnissie voor de controlee van de vakbonds-premies heeft tot taak :1U controle uit te oefenen op hret voldoen aan de

toekenningsvoorwaarden;2° per uitbetalingsinstelling vast: te stellen hoeveel

vakbondspremies uitbetaald ziijn;3° na te gaan of de vakbondsprœrnies werkelijk uit-

betaald .zijn; .4U controle uit te oefenen op de uiitbetalingsinstellin-

gen;SU de eerste minister van advies te dienen met betrek-

king tot de forfaitaire bepaling van de administra-tieve werkingskosten.

Anderzijds kunnen bijzondere controleopdrachtendoor de eerste minister aan de commissie wordentoevertrouwd, op eigen initiatief, of op advies van decommissie (koninklijk besluit van 30 september 1980,artikel 21).

3.' De Koning bepaalt de opdrrachten van de tweecontrolecommissies.

De opties en prioriteiten wordlen bepaald door decommissies overeenkomstig de no-odwendigheden vande dienst.

De twee commissies voeren, in de periode vanrepresentativiteitscontrole hun opdrachten gelijk-lopend uit. Het is alleszins zo dan de controleverrich-tingen voor de representativiteit: die bij wet binneneen terrnijn van zes maanden mœeten beëindigd zijn,een feitelijke voorrang genieten cop de opdracht vande andere commissie indien dit alnsoluut noodzakelijkIS.

Deze beslissing van voorrang wordt eenparig ge-nomen door de magistraten van de commissie.

4. De twee controlecornmissiess bestaan elk uit driedezelfde leden, magistraten van t de rechterlijke orde,benoemd door de Koning.

De eerste minister stelt het rnodige personeel terbeschikking van deze cornmissiess voor de uitvoeringvan hun opdrachten.

Page 12: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1952 - (29)-Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

5. L'effectif, tous status confondus, et pour lesdeux commissions de contrôle se compose actuelle-ment de 10personnes au total.

6. Normalement, le contrôle de la commission desprimes syndicales devrait porter annuellement surapproximativement 400.000 pièces.

Le nombre de contrôles réels est communiqué aupremier ministre dans un rapport annuel.

En ce qui concerne la commission de contrôle dela représentativité des organisations syndicales, lescontrôles portent, d'une part, sur l'ensemble des effec-tifs de la Fonction publique (ministères, parastataux,ALR), d'autre part sur l'appartenance à une organisa-tion syndicale et cela sur la base des documents pré-sentés par celle-ci.

7, 8, 9 et 10. Les commissions ne sont pas habili-tées par la loi à dresser des procès-verbaux. Chaqueannée, la commission des primes syndicales établit, àl'intention du premier ministre, un rapport écrit etdétaillé sur l'accomplissement des missions qui luisont confiées.

Ce rapport mentionne les primes syndicales quisont indûment payées et détermine à qui en incombela responsabilité. Les sanctions éventuelles à savoir leremboursement des sommes perçues indûment sontdu ressort des services financiers de la chancellerie dupremier ministre. Le nombre d'anomalies se retrouvedonc mentionné dans ce rapport.

La commission de la représentativité quant à ellene doit remettre aucun rapport. Ses décisions concer-nant la représentativité des organisations syndicalessont publiées sous forme d'avis au Moniteur belgepar le ministre de l'Intérieur et de la Fonction publi-que.

Elle n'est de par la législation soumise à aucuncontrôle hormis en cas de recours devant le Conseild'Etat.

DO 919281357

Question n? 26 de M. Van den Eynde du 23 septem-bre 1992 (N.) :

Conférences internationales. - Paiement des frais.

Il me revient, par un hebdomadaire francophone,qu'à l'occasion de la Conférence de Rio, notre minis-tre de l'Intégration sociale, de la Santé publique et del'Environnement s'est rendue avec toute sa familledans la capitale brésilienne. De plus, elle n'aurait querarement assisté aux travaux de la conférence etaurait même été complètement introuvable aumoment où elle aurait dû participer à la conférencedes ministres de l'Environnement des pays francopho-nes, de sorte qu'il a fallu la faire rechercher.

1. Ces informations sont-elles exactes?

5. Het personeelsbestand, alle statuten samen, envoor de twee controlecommissies telt op dit ogenblikin totaal lOpersonen.

6. Normaal gezien zouden door de commissie voorde vakbondspremies jaarlijks bij benadering 400.000stukken worden gecontroleerd.

Het aantal werkelijke controles wordt aan de eersteminister meegedeeld in een jaarlijks verslag.

Wat de controlecommissie voor de representativi-teit van de vakorganisaties betreft, slaan de controlesenerzijds op het geheel van de ambtenaren (ministe-ries, parastatalen, LRB en anderzijds op het behorentot een vakorganisatie op grond van door deze laatsteaangeboden documenten.

7, 8,9 en la. De commissies zijn door de wet nietgerechtigd processen-verbaal op te stellen. Elk jaarstelt de commissie voor de vakbondspremies tenbehoeve van de eerste minister een schriftelijk en uit-voerig verslag op over de uitvoering van de haar toe-vertrouwde opdrachten.

Dit verslag vermeldt de vakbondspremies dieonrechtmatig werden betaald en bepaalt wie daar ver-antwoordelijk voor is. De eventuele sancties, te wetende terugbetaling van de onrechtmatig ontvangenbedragen behoren tot de bevoegdheid van de finan-ciële diensten van de kanselarij van de eerste minister.Het aantalonregelmatigheden staat dus vermeld indit verslag.

De commissie voor de representativiteit van haarkant dient geen enkel verslag in te dienen. De beslis-singen betreffende de representativiteit van de vak-organisaties worden in de vorm van een bericht inhet Belgisch Staatsblad gepubliceerd door de ministervan Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken.

Zij is volgens de wetgeving aan geen enkele con-trole onderworpen, uitgezonderd in geval van beroepbij de Raad van State.

DO 919281357

Vraag nr. 26 van de heer Van den Eynde van 23 sep-tember 1992 (N.) :

Internationale conferenties. - Betaling van dekosten.Uit een Franstalig weekblad verneem ik dat de

minister van Maatschappelijke Integratie, Volksge-zondheid en Leefmilieu zich tijdens de Conferentievan Rio door haar hele gezin naar de Braziliaansehoofdstad had laten begeleiden. Zij zou daarenbovenmeestal op de conferentiewerkzaamheden afweziggebleven zijn en was helemaal zoek op het ogenblikdat zij had moeten deelnemen aan de conferentie vande milieuministers van de Franstalige landen, zodatmen haar heeft moeten laten opsporen.

1. Is deze informatie juist?

Page 13: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

2. Par qui les frais de déplacement et de séjour dela famille du ministre ont-ils été payés?

3. Quels montants ont été engagés par les diffé-rents départements ayant participé à la Conférencede Rio?

Réponse: Conformément à la tradition, je préfèreque la réponse aux questions 1 et 2 soit donnée parle membre du gouvernement directement compétenten la matière, à savoir le ministre de l'Intégrationsociale, de la Santé publique et de l'Environnement(question n° 98, du 2 octobre 1992).

En ce qui concerne la troisième question, je meréfère à la réponse donnée par le ministre des Affairesétrangères à la question n° 31 posée par M. Marsoulle 4 juin 1992 et publiée au bulletin des Questionset Réponses du 29 juin 1992, Chambre, n? 16,pages 901-903.

Vice-Premier Ministreet Ministre des Communications

et des Entreprises publiques

DO 919281095

Question n'' 164 de M. Schellens du 7 août 1992(N.) :

SNCB. - Ligne Landen-Bruxelles. - Retards.

Les voyageurs qui prennent régulièrement le trainIC à Landen en direction de Bruxelles se plaignentdes retards fréquents sur cette ligne. Aux heures depointe, le matin comme le soir, on note des retardsde dix minutes ou plus. Ces retards ne sont pas dusà des travaux en cours sur la ligne mais se produisentquotidiennement et ont pour conséquence que lesvoyageurs manquent leur correspondance.

1. Comment ces retards s'expliquent-ils?2. A-t-on pris des mesures afin d'y remédier?

Réponse:1. Les causes principales des retards sont:

les zones de ralentissements imposés par mesurede sécurité pour cause de travaux dans les 2 voiesentre Louvain et Schaerbeek du 2 juin au 26 juin;avaries au matériel et à l'infrastructure;actes de vandalisme, accidents mortels et autresincidents provoqués par des tiers, pour lesquels laresponsabilité de la SNCB ne peut être engagée;

priorité aux trains internationaux qui arriventavec retard des réseaux voisins;

_ (29) - BelgischeKamer van Volksvenegenwoordigers 1953Vragen en Antwoorden (BZ 1991-11992)

2. Wie heeft de reis- en verblijfloosten van het gezinvan de minister betaald?

3. Hoeveel bedroegen de keste-n van de verschil-lende departementen die aan de Cionferentie van Riodeelnamen?

Antwoord: Traditiegetrouw vrerkies ik dat hetantwoord op de vragen 1 en 2 wordt verstrekt doorhet rechtstreeks bevoegde regerimgslid, te weten deminister van Maatschappelijke Integratie, Volks-gezondheid en Leefmilieu (vraag nr. 98, van 2 oktober1992).

Wat de derde vraag betreft, veerwijs ik naar hetantwoord gegeven door de rninister van BuitenlandseZaken op vraag nr. 31 gesteld doœr de heer Marsoulop 4 juni 1992 en dat in her builletin van Vragenen Antwoorden van 29 juni 19912, Kamer, nr. 16,blz. 901-903 werd gepubliceerd.

Vice-Eerste Miniisteren Minister van Verkœerswezen

en Overheidsbedrijven

DO 919281095

Vraag nr, 164 van de heer Schelkens van 7 augustus1992 (N.) :

NMBS. - Verbinding Landen-Brussel. - Vertragin-gen.De reizigers die regelmatig de IC-trein te Landen

nemen in de richting van Brussel, hebben klachtenover de veelvuldige vertragingen cap deze lijn. Zowelgedurende de spitsuren 's morgems als 's avonds wor-den vertragingen van tien minutem en meer genoteerd.Deze' vertraging is niet afhankellijk van werken inuitvoering op deze lijn, maar wordlen dagelijks vastge-steld, met als gevolg dat andere aaansluitingen wordengemist.

1. Wat zijn de redenen van dezze vertragingen?2. Werden reeds maatregelen getroffen om deze

toestand te verhelpen?Antwoord:1. De voornaamste oorzaken wan de vertragingen

zijn:vertragingszones opgelegd orm veiligheidsredenenwegens werken aan de beide sjporen tussen Leuvenen Schaarbeek van 2 juni tot 26 juni;problemen met het materieel em de infrastructuur;kwaadwillige daden, dodeliijke ongevallen enandere incidenten veroorzaaktt door derden waar-voor de NMBS niet aanspraakelijk kan wordengesteld;voorrang aan de internatioruale treinen die metvertraging toekomen van de aaangrenzende netten;

Page 14: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1954 - (29)- BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigersVragenenAntwoorden(BZ1991-1992)

ChambredesReprésentantsdeBelgiqueQuestionsetRéponses(SE 1991-1992)

raisons impérieuses d'exploitation sur le tronçonà voie unique Landen-Hasselt (succession detrains, croisements).

2. Hors la surveillance permanente de la régularitédu service de train et l'examen des retards, il estenvisagé de prendre en outre les mesures suivantes:

adaptation des roulements des trains internatio-naux lors du nouveau service de train le 23 mai1993;réduction des manœuvres effectuées au train inter-national Paris-Cologne le soir, aux heures depointe (Bruxelles Midi arrivée 16h41, départ16h55);mise à double voie de la bifurcation à Landenentre les lignes 21 (Landen-Hasselt) et 36 (Bruxel-les-Liège) et le tronçon Landen-Saint-Trond-Alken.

Vice-Premier Ministreet Ministre des Affaires étrangères

DO 919280978

Question n" 58 de M. Van Dienderen du 31 août1992 (N.) :

Intégration européenne. - Maîtrise des armements.- Programme d'aide en faveur des pays de l'Est etdu Tiers monde.Le 6 décembre 1989, la Chambre a adopté une

résolution sur l'intégration européenne (Doc. parI.,Chambre, n° 1000/1, 89-90). Le point 5 de cette réso-lution est libellé comme suit: « La Chambre exhortele gouvernement à effecter les moyens libérés grâceaux progrès réalisés dans le domaine de la maîtrisedes armements à un programme d'aide à long termeen faveur des pays de l'Est et du Tiers monde. »

De quelle manière le précédent gouvernement et leprésent gouvernement ont-ils donné suite à cet appelde la Chambre au cours des années budgétaires 1990,1991 et 1992?

Réponse:1. De très importants progrès réalisés en Europe

au cours des dernières années en matière de maîtrisedes armements et de désarmement, ont aussi eu del'influence sur le budget de la Défense nationale.

2. En ce qui concerne l'aide à long terme en faveurdes pays de l'Est de l'Europe, un effort considérableest effectué par notre pays, et ce à différents niveaux:

a) La Commission des Communautés européennesa consacré au programme PHARE d'aide à larestructuration économique en Europe de l'est,un montant de 500 millions d'Ecus en 1990, de

exploitatienoodwendigheden op het enkelsporigbaanvak Landen-Hasselt (opeenvolging der trei-nen, kruisingen).

2. Buiten het bestendig toezicht op de regelmaatvan de treindienst, en onderzoek van de vertragingenworden volgende maatregelen in het vooruitzichtgesteld:

aanpassing van de dienstregeling van de interna-tionale treinen ter gelegenheid van de nieuwetreindienst op 23 mei 1993;in de avondspits, vereenvoudiging van de bewer-kingen aan de internationale trein Parijs-Keulen(Brussel Zuid aankomst 16u41, vertrek 16u55);

op dubbelspoor brengen van de vertakking te Lan-den tussen de lijnen 21 (Landen-Hasselt) en 36(Brussel-Luik) en van het baanvak Landen-Sint-Truiden-Alken.

Vice-Eerste Minister .en Minister van Buitenlandse Zaken

DO 919280978

Vraag nr. 58 van de heer Van Dienderen van31 augustus 1992 (N.) :

Europese integratie. - Wapenbeheersing. - Hulp-programma aan Oost-Europa en Derde wereld.

Op 6 december 1989 heeft de Kamer een resolutieaangenomen over de Europese integratie (ParI. stuk,Kamer, nr. 1000/1, 89-90). Het vijfde punt is hetvolgende: «De Karner roept de regering op om dedoor verdere stappen in de richting van wapenbeheer-sing vrijgekomen middelen aan te wenden voor eenhulpprogramma op lange termijn aan Oost-Europaen de Derde wereld. »

Op welke manier hebben de vorige en deze regeringaan deze oproep van de Kamer in de begrotingsjaren1990, 1991 en 1992 gevolg gegeven?

Antwoord:1. De aanzienlijke vooruitgang die de jongste jaren

in Europa werd geboekt op het vlak van de wapen-beheersing en de ontwapening heeft ook een invloedgehad op de begroting van het ministerie van Lands-verdediging.

2. Wat de hulp op lange termijn ten voordele vande Oosteuropese landen betreft, heeft ons land eenaanzienlijke inspanning geleverd, en dit op verschil-lende niveaus:a) De commissie van de Europese Gemeenschappen

heeft in 1990 een bedrag van 500 miljoen Ecus,in 1991 een som van 785 miljoen Ecus en in 1992zelfs niet minder dan 1 miljard Ecus uitgetrokken

Page 15: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) 1955

785 millions d'Ecus en 1991 et pas moins de 1milliard d'Ecus en 1992. Le financement des pro-jets du programme PHARE est à charge du budgetcommunautaire, auquel la Belgique contribue àhauteur d'environ 3%.

h) La Banque européenne pour la reconstruction etle développement (BERD), ainsi que la Sociétébelge d'investissement international (SBI), contri-buent à la restructuration économique en coursen Europe de l'est et dans l'ex-URSS. Elles le fontpar des prêts et par des prises de participationsdans le capital de sociétés locales. La Belgiquecontribue à raison de cinq versements annuels de615 millions de francs belges chacun. Le premierde ces versements a été effectué en 1991. Le capitalsouscrit par la SBI s'élève à 1,3 milliard de francsbelges. 70% de ce capital est détenu par le secteurpublic. En juillet 1991, l'Etat belge a en outreaccordé à la SBI une dotation de 120 millions defrancs belges afin de co-financer les investisse-ments des entreprises belges dans les pays del'Europe de l'est.

c) Au niveau bilatéral, et en complément des initia-tives de la Communauté européenne, notre pays amis sur pieds son propre programme PHARE.Dans le cadre de ce programme, nous avonsconsacré à différents projets 130 millions de francsbelges en 1990 et 500 millions de francs belges en1991. En outre, nos Communautés et Régionsfinancent leurs propres programmes d'assistance àl'Europe de l'est.

d) D'autre part, la Belgique a consenti, dans le cadredu Club de Paris, des allègements substantiels dela dette publique de différents pays de l'Est.La Belgique a également pris à son compte lagarantie, octroyée par l'intermédiaire de l'Officenational du ducroire, de nombreux crédits etinvestissements en Europe de l'est. Ces initiativesn'ont, à ce jour, pas eu d'incidence budgétaire.

3. Malgré les difficultés d'ordre budgétaire que laBelgique connaît depuis quelques années, le budgetde la Coopération au Développement a pu être portéde 21,5 milliards de francs belges en 1990 à 22,4 mil-liards de francs belges en 1992, en moyens d'ordon-nancements.

En général, cet accroissement budgétaire n'a pasencore permis de lancer des programmes de grandeenvergure.

Notons cependant qu'un crédit de nouvelle pro-grammation de 250 millions de francs belges vientd'être autorisé par le Conseil des ministres pour laSomalie.

Les pays de l'Europe centrale et orientale, exceptionfaite de l'Albanie et de la Yougoslavie, ne sont pasconsidérés comme des pays en voie de développementpar la communauté internationale. C'est pour cetteraison que, jusqu'à présent, l'administration généralede la Coopération au Développement n'a pas été

- (29)-Belgische Kamer van Volksverregenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

voor haar PHARE-hulpprogra:mma ten behoevevan de economische herstrucrurering in Oost-Europa. De financiering van de projekten van hetPHARE-programma zijn ten laste van de commu-nautaire begroting, waarin Bellgië voor ongeveer3% bijdraagt.

h) De Europese bank voor wederœpbouw en ontwik-keling (BERD) evenals de Beigiische maatschappijvoor internationale investering; (BMI) dragen bijtot de economische herstruc.turering in Oost-Europa en in de vroegere Sowjet-Unie. Zij doendat via leningen en participat:ies in het kapitaalvan lokale bedrijven. Het Belgissche quotum wordtovergemaakt via vijf jaarlijkrse stortingen van615 miljoen Belgische frank. De eerste stortingwerd overgemaakt in 1991. lHet onderschrevenkapitaal van de Belgische maatrschappij voor inter-nationale investering bedraagrt 1,3 miljard Bel-gische frank. Hiervan behoor-t 70% toe aan deopenbare sector. Bovendien heeft de BelgischeStaat in juli 1991 de BMI een dlotatie van 120 mil-joen Belgische frank toegekencd, om investeringenvan Belgische bedrijven in Oost-Europa te co-financieren.

c) Op bilateraal niveau en aanviullend bij de initia-tieven van de Europese Cemœenschap, heeft onsland een eigen PHARE-prograrmme op touw gezet.In het kader van dit prograrmma hebben wij in1990 130 miljoen Belgische frank en in 1991500 miljoen Belgische frank aran diverse. projectentoegekend. Bovendien financiœren onze Gemeen-schappen en Gewesten eigenbijstandprgramma'sten voordele van Oost-Europa.

d) Daarenboven heeft België, in het kader van deClub van Parijs, een aanzienlijlke vermindering vande openbare schuld aan verscheidene Oosteuro-pese landen toegekend. België heeft ook de doorde Nationale delcredere dienstt verleende waarborgop zich genomen voor talrijkœ kredieten en inves-teringen in Oost-Europa. Dezee initiatieven hebbentot op heden nog geen biudgettaire weerslaggehad.

3. Ondanks de budgettaire moeilijkheden dieBelgië sedert enkele jaren kent, is de begroting vande Ontwikkelingssamenwerking van 1990 tot 1992aangegroeid van 21,5 tot 22,4 miiljard Belgische frankaan ordonnanceringsmiddelen.

In het algemeen heeft deze budigettaire aangroei hetlanceren van omvangrijke proigrarnma's nog nietmogelijk gemaakt.

Nochtans kunnen wij ook hieer de toezegging ver-melden door de ministerraad wan een nieuw pro-grammakrediet van 250 miljoen Belgische frank voorSomalië.

De landen van Oost- en Centrraal-Europa, met uit-zondering van Albanië en het exc-joegoslavië, wordendoor de internationale gerneenscchap niet beschouwdals ontwikkelingslanden. Dat iis dan ook de redenwaarom het algemeen bestuur van Ontwikkelings-samenwerking tot dusver bij geeen programma's werd

Page 16: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1956 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)-

Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

concernée par des programmes et que, par le passé,ces pays n'ont pas reçu d'aide de la Belgique.

La Belgique en général, et la Coopération au Déve-loppement en particulier, ne peut envisager de lancerseules des programmes ambitieux. Nos moyens sonttrop réduits et nos chances de succès ne pourraientêtre garanties. Aussi, il conviendra à l'avenir d'élabo-rer et d'appliquer des politiques communes avecd'autres pays et organisations donateurs.

Compte tenu de la situation particulière en Albanieet en ex-Yougoslavie, la Coopération au Développe-ment a récemment accordé une aide de 5 millions defrancs belges à l'Albanie, et de 92,9 millions de francsbelges à l'ex-Yougoslavie.

En ce qui concerne l'ex-Yougoslavie et la Somalie,l'acheminement de l'aide humanitaire d'urgence sefera en étroite collaboration avec le ministre de laDéfense nationale et Affaires étrangères.

DO 919281114

Question n" 64 de M. Van den Eynde du 13 août1992 (N.) :

Koweit. - Démocratie.La guerre du Golfe appartient déjà au passé. Notre

pays aussi a participé, fût-ce très modestement, auxopérations. Celles-ci visaient à rétablir l'indépendanceet la démocratie au Koweit.

1. Des élections démocratiques ont-elles déjà eulieu au Koweit depuis?

2. Dans la négative, quelles initiatives notre paysa-t-il prises pour inciter l'émirat à organiser des élec-tions libres ainsi que d'autres activités démocratiques?

Réponse: La Constitution koweitienne de 1962prévoit des élections parlementaires. Les prochainesélections auront lieu le 5 octobre 1992, afin d'élireles membres du nouveau parlement.

L'assemblée du peuple compte cinquante membresélus pour quatre ans.

DO 919281093

Question n" 69 de M. Leo Peeters du 21 août 1992(N.) :

Services de contrôle et d'inspection.1. Quelles tâches d'inspection et de contrôle relè-

vent de votre compétence?2. Quelles sont les missions actuelles des services

compétents pour ces tâches?

betrokken en waarom deze landen in het verledengeen hulp hebben ontvangen van België.

België in het algemeen en het departement van Ont-wikkelingssamenwerking in het bijzonder kan niet opeigen krachten alleen ambitieuze programma'sopstarten. Onze middelen zijn hiervoor te beperkt eneen welslagen zou dus niet kunnen worden gegaran-deerd. In het toekomstig beleid zal er dan ook moetenworden gestreefd naar de opstelling en de uitwerkingvan een gezamenlijk beleid met andere landen endonororganisaties.

Gelet op de bijzondere toestand in Albanië enex-Joegoslavië, heeft de Ontwikkelingssamenwerkingevenwel onlangs een hulpverlening van 5 miljoen Bel-gische frank uitgetrokken voor Albanië en 92,9 mil-joen Belgische frank voor ex-Joegoslavië.

Wat ex-Joegoslavië en Somalië betreft, zal de aan-voer van dringende humanitaire hulp gebeuren innauwe samenwerking tussen het ministerie vanLandsverdediging en Buitenlandse Zaken.

DO 919281114

Vraag nr. 64 van de heer Van den Eynde van13 augustus 1992 (N.) :

Koeweit. - Democratie.De Golfoorlog is nu weer een tijd achter de rug.

Ook ons land nam, zij het op een zeer bescheidenwijze, aan de operaties deel. De bedoeling was hetherstel van de onafhankelijkheid en de democratie inKoeweit.

1. Vonden sindsdien reeds democratische verkie-zingen in Koeweit plaats?

2. Zo nee, welke initiatieven heeft ons land geno-men om het emiraat ertoe aan te zetten vrije verkie-zingen en andere democratische activiteiten te organi-seren?

Antwoord: In de Grondwet van Koeweit van 1962zijn parlementaire verkiezingen ingeschreven. De vol-gende verkiezingen zullen op 5 oktober 1992 plaats-hebben om de leden aan te duiden van het nieuweparlement.

De volksvergadering telt vijftig leden verkozen vooreen termijn van vier jaar.

DO 919281093

Vraag nr. 69 van de heer Leo Peeters van 21 augus-tus 1992 (N.) :

Controle- en inspectiediensten.1. Welke inspectie - en controletaken ressorteren

onder uw bevoegdheid?2. Wat zijn de huidige opdrachten van de diensten

die bevoegd zijn voor deze taken?

Page 17: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)- Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-·1992) 1957

3. Quelles sont les options et priorités stratégiquesde ces services, et qui les détermine?

4. Comment ces services sont-ils structurés?5. Combien de membres du personnel l'organi-

gramme prévoit-il et combien y travaillent effective-ment?

6. Combien de contrôles ces services effectuent-ilsannuellement?

7. Combien d'infractions ont été constatées à cetteoccasion?

8. Combien de procès-verbaux ont été dressés?

9. Quelle suite y a été réservée?

10. Dans quelle mesure les contrôles, la constata-tion d'infractions, les procès-verbaux dressés ainsique les mesures et sanctions proposées contribuent-ilsà la réalisation des options stratégiques des servicesen question?

Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'hono-rable membre qu'il n'existe aucune mission decontrôle relevant de la compétence du ministre desAffaires étrangères.

Dû 919281151

Question n'' 70 de M. Van den Eynde du 25 août1992 (N.) :

Ambassade au Liban. - Octroi de visas.Selon un hebdomadaire français, il serait d'usage

dans notre ambassade à Beyrouth qu'une personnenon habilitée à accomplir ces actes ouvre le courrierdiplomatique et octroie des visas.

1. Pouvez-vous confirmer cette information?2. Dans l'affirmative, ne pensez-vous pas que

l'octroi de visas par une personne non habilitée soitde nature à compromettre notre sécurité, en parti-culier compte tenu de prendre la situation spécifiqued'un pays comme le Liban?

Réponse:1. Pour des raisons qui n'ont aucun rapport avec

les assertions de l'hebdomadaire auquel l'honorablemembre fait allusion, et qui sont bien antérieures àcelle-ci, l'ambassadeur de Belgique à Beyrouth a reçuen juin 1992 instruction formelle de signer personnel-lement les visas délivrés par son ambassade. Cetteinstruction n'est pas spécifique à cette seule ambas-sade.

2. Par ailleurs, je tiens à signaler qu'en tout étatde cause, et indépendamment d'instructions plus par-ticulières telles que celIe précitée, la délivrance de visapar les postes diplomatiques et consulaires belges àl'étranger s'effectue sous la responsabilité du chef deposte.

3. Wat zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden ze vastgelegd?

4. Hoe zijn die diensten gesrruœtureerd?5. Hoeveel personeelsleden telt de personeels-

formatie en hoeveel werken er effectief?

6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit?

7. Hoeveelovertredingen weirden hierbij vast-gesteld?

8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij op-gesteld?

9. Welke gevolgen werden aam deze processen-verbaal gegeven?

10. In welke mate dragen de comtroles, de vaststel-ling van de overtredingen, de op-gestelde processen-verbaal en de voorgestelde maat:regelen en sanctiesbij tot de realisatie van de strategissche opties van dezediensten?

Antwoord: Ik heb de eer aan hœr geacht lid te latenweten, dat er geen enkele controiledienst bestaat dieonder de bevoegdheid valt van de nninister van Buiten-landse Zaken.

Dû 919281151

Vraag nr. 70 van de heer Van den Eynde van25 augustus 1992 (N.) :

Ambassade in Libanon. - Toekennen van visa.Volgens een Franstalig weekbäad zou het in onze

ambassade in Beiroet de gewoonte zijn dat een onbe-voegde persoon de diplornatieke post opent en zelfvisa toekent.

1. Kan u dit bevestigen?2. Zo ja, brengt het toekennem van visa door een

persoon die onbevoegd is, onze weiligheid niet in hetgedrang, vooral wanneer rekenimg gehouden wordtmet de bijzondere situatie waiarin Libanon zichbevindt?

Antwoord:1. Wegens redenen die geen vrerband houden met

de beweringen van het weekblad -waarnaar het geachtlid verwijst en die reeds van liang vóór deze be-weringen dateren, heeft de Belgische ambassadeur teBeiroet in juni 1992 de formelee opdracht gekregenom alle visa door zijn ambassade afgeleverd, persoon-lijk te ondertekenen. Deze instrurctie is trouwens nietspecifiek voor die ambassade alheen.

2. Ik wens overigens te signalerren dat in ieder gevalen onafhankelijk van nadere vooirnoernde instructies,de afgifte van visa door Belgisœhe diplomatieke enconsulaire posten in het buitenl.and steeds onder deverantwoordelijkheid van het pmsthoofd gebeurr.

253

Page 18: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1958 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

Vice-Premier Ministreet Ministre de la Justice

et des Affaires économiques

Justice

DO 919280288

Question n" 45 de M. Eerdekens du 10 avril 1992(Fr.) :

« L'Assaut ». - Extrême droite. - Loi sur les milicesprivées.Le 22 mars 1992 avait lieu à Bruxelles une manifes-

tation nationale destinée à mettre l'accent sur la luttecontre l'exclusion sociale et contre le racisme et laxénophobie. De nombreux manifestants pacifistes ontété agressés près de la gare des Guillemins à Liègepar un groupuscule d'extrême droite appelé « L'As-saut". Devant la violence de cette agression, les forcesde l'ordre sont intervenues et ont procédé à l'arresta-tion de divers auteurs, lesquels ont été déférés par leparquet au juge d'instruction. La presse a fait écho àcet incident et à ce groupuscule qualifié par d'aucunsde néo-nazi, lié au VMO de Bert Eriksson, qui futreconnu en son temps comme étant une milice privée.

1. Indépendamment des poursuites engagéescontre M. Van Laethem et d'autres agresseurs,membres du groupe « L'Assaut ", en raison des faitsde violence commis ce 22 mars 1992, l'intéressé etson groupuscule font-ils l'objet de poursuites sur labase de la loi sur les milices privées?

2. La Sûreté de l'Etat a-t-elle établi les rapportsconcernant ce groupuscule?

3. Ces rapports ont-ils été communiqués au gou-vernement, et dans l'affirmative, à quel ministre?

4. Quelle est la suite administrative qui a été réser-vée à ces faits, et notamment lorsque l'on sait que lechef de groupe paramilitaire serait militaire decarrière, et plus spécialement instructeur?

5. L'intéressé a-t-il fait l'objet de mesures adminis-tratives en vue soit de sa suspension, soit de sa révo-cation d'un service d'Etat?

Réponse:1. Une instruction judiciaire à ce sujet est toujours

en cours actuellement.Il ne m'appartient donc pas de me prononcer

actuellement, mais j'ai demandé à être tenu informéde l'évolution de la procédure.

2. La Sûreté de l'Etat a effectivement établi à partirde 1988 plusieurs rapports sur le mouvement« L'Assaut" et les activités déployées par sesmembres, notamment son chef, Hervé Van Laethern.

_ (29) _ Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Vice-Eerste Ministeren Minister van Justitieen Economische Zaken

Justitie

DO 919280288

Vraag nr, 45 van de heer Eerdekens van 10 april1992(Fr.) :

« L'Assaut ». - Uiterst rechts. - Wet op de privé-milities.Op 22 maart 1992 was er in Brussel een nationale

betoging tegen sociale uitsluiting, racisme en vreem-delingenhaat. In de omgeving van het station « Guil-lemins » in Luik werden vele geweldloze betogersdoor een extreem rechtse splintergroep, « L'Assaut"genaamd, hardhandig aangepakt. De ordestrijd-krachten traden op tegen die gewelddadige agressieen arresteerden diverse daders die door het parketaan de onderzoeksrechter werden overgedragen.De pers heeft gewag gemaakt van dit incident en vande splintergroep die door sommigen als neonazistischwordt bestempeld; de groep zou banden hebben methet VMO van Bert Eriksson, dat indertijd als eenprivé-militie werd beschouwd.

1. Nog afgezien van de vervolgingen die tegen deheer Van Laethern en tegen andere herrieschoppersvan de groep « L'Assaut" naar aanleiding van degeweldplegingen van 22 maart 1992 worden in-gesteld, rijst de vraag of betrokkene en zijn splinter-groep op grond van de wet op de privé-militiesworden vervolgd.

2. Heeft de Staatsveiligheid de activiteiten van diesplintergroep gerapporteerd?

3. Werden die rapporten aan de regering mee-gedeeld, en zo ja, aan welke minister?

4. Gelet op die feiten, en meer in het bijzonder ophet feit dat de leider van die paramilitaire groeperingberoepsmilitair met name instructeur is, welke admi-nistratief gevolg werd aan de zaak gegeven?

5. Welke administratieve maatregelen werdentegen de betrokkene genomen met het oog op zijnschorsing of zijn ontzetting uit een betrekking instaatsdienst?

Antwoord:1. Het gerechtelijk onderzoek in verband met die

aangelegenheid is thans nog steeds aan de gang.Het komt mij dan ook niet toe nu reeds mijn oor-

deel ter zake te geven, maar ik heb gevraagd mij opde hoogte te houden van het verloop van de proce-dure.

2. De Staatsveiligheid heeft inderdaad vanaf 1988verscheidene verslagen opgesteld over de beweging« L'Assaut" en de activiteiten aan de dag gelegddoor haar leden, onder meer door haar leider, HervéVan Laethem.

Page 19: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

3. Le ministre de l'Intérieur et moi-même avonsété informés à plusieurs reprises sur les activités de« L'Assaut" par les services de la Sûreté de l'Etat.Une note complète sur ce mouvement, mettantl'accent sur son idéologie néo-nazie et son caractèredangereux, m'a notamment été adressée le 15 mai1990.

D'autre part, dès 1989, la Sûreté de l'Etat a signaléau Service de renseignements de l'armée les activitésextrémistes du militaire de carrière qu'est HervéVan Laethem.

4 et 5. Pour ce qui est de ces points, je renvoiel'honorable membre à mon collègue de la Défensenationale (question n" 164 du 29 septembre 1992).

DO 919280886

Question n" 119 de M. Cove1iers du 3 juillet 1992(N.) :

Tribunaux du travail. - Elargissement des compé-tences. - Agents supplémentaires.A la suite d'une initiative du ministre de l'Intégra-

tion sociale, de la Santé publique et de l'Environne-ment visant à élargir la compétence des tribunaux dutravail à tous les différends relatifs au minimex et àl'entraide sociale, le ministre de la Justice a, parl'entremise des procureurs généraux, demandé àl'auditeur du travail combien d'agents supplémentai-res cet élargissement de compétences nécessiterait.

Le risque est grand que l'aide d'autres services oùil y a pléthore de personnel ne soit pas sollicitée.

1. Combien d'agents du personnel administratifprès les parquets et les greffes des cours et des tribu-naux de Flandre, de Bruxelles et de Wallonie sontrémunérés par le ministère de la Justice?

2. Combien de personnes ayant réussi les examensadministratifs ne sont pas encore nommées?

Réponse: L'honorable membre voudra bien trou-ver ci-dessous réponses aux questions qu'il a posées.

1. Le nombre du personnel administratif près desparquets et greffes des cours et tribunaux du travailen Flandres, Bruxelles et Wallonie, payé par leministère de la Justice s'élève à 575 (traducteurs,rédacteurs, employés et messagers confondus).

2. Il est techniquement impossible de donner lenombre de personnes qui ont réussi les examens admi-nistratifs et qui ne sont pas encore nommées.

A titre d'information sur les 575 agents en serviceil y a 174 contractuels et 69 places vacantes à pour-vou.

Cependant cette situation est ponctuelle et en évo-lution constante.

_ (29) _ Belgische Kamervan Volksvertegenwœordigers 1959Vragen en Antwoorden (BZ 1991-n992)

3. De minister van Binnenlandse Zaken en ikzelfwerden meermaals door de dienstten van de Staats-veiligheid ingelicht over de activnteiten van « L'As-saut », Meer bepaald werd mij aI» 15 mei 1990 eenvolledige nota bezorgd omtrent deze organisatiewaarin de nadruk werd gelegd aID de nazi-ideologieen het gevaarlijk karakter. .

Anderzijds heeft de Staatsveilighreid vanaf 1989 aande Inlichtingendienst van de strijedkrachten de acti-viteiten meegedeeld van Hervé Wan Laethem, eenberoepsmilitair.

4 en 5. Wat deze punten betrreft, verwijs ik hetgeacht lid naar mijn collega varu Landsverdediging(vraag nr. 164 van 29 september 1992).

Da 919280886

Vraag nr, 119 van de heer Coveliœrs van 3 juli 1992(N.) :

Arbeidsrechtbanken. - Uitbreidiing van bevoegd-heden. - Bijkomende personeeslsleden,Naar aanleiding van een initiat.ief van de minister

van Maatschappelijke Integratie, \Volksgezondheid enLeefmilieu om de bevoegdheid van de arbeidsrecht-banken uit te breiden tot alle geschillen inzakebestaansminimum en sociale hulpwerlening werd doorde minister van Justitie via de {procureurs-generaalaan de arbeidsauditeur de vraag; gesteld welke bij-komende personeelsleden deze b.evoegdheidsuitbrei-ding zou meebrengen.

Het risico dat geen gebruik zal worden gemaaktvan andere diensten die overbemamd zijn, is erg groot.

1. Hoeveel administratieve personeelsleden wordenbetaald door het ministerie van Justitie bij de parket-ten en griffies van de hoven en rechtbanken in Vlaan-deren, Brussel en Wallonië?

2 .. Hoeveel personen zijn geslaiagd voor de admi-nistratieve examens maar nog niœt benoemd?

Antwoord: Het geacht lid geliieve hierna het ant-woord te willen vinden op de door hem gesteldevragen.

1. Het aantal administratieve personeelsleden diebetaald worden door het ministerrie van Justitie bij deparketten en griffies van de arbei.dshoven en arbeids-rechtbanken in Vlaanderen, Brrussel en Walloniëbedraagt 575 (vertalers, opstellerss, beambten, boden).

2. Het is technisch onmogelijlk een cijfer te gevenvan het aantal personen die geslaiagd zijn in de admi-nistratieve examens maar nog niret benoemd zijn.

Ter inlichting op 575 agentem in dienst, zijn er174 contractuelen en 69 vacante: plaatsen.

Toch is deze toestand punctueeel en steeds in voort-durende ontwikkeling.

Page 20: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1960 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)- Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

DO 919280916

Question n" 125 de M. Duquesne du 8 juillet 1992(Fr.) :

Prisons. - Evasions. - Moyens de contrôle.

Une nouvelle évasion vient de se produire à laprison de Lantin le 4 juillet 1992. Les suites furenttragiques, puisqu'il y a eu mort d'homme.

La périculosité de certains détenus justifie-t-elle desmesures de sécurité exceptionnelles? Dans l'affir-mative, pourquoi avez-vous supprimé les quartiers dehaute sécurité?

Par ailleurs, ce drame a une nouvelle fois révéléque des aides sont apportées aux candidats à l'évasionjusqu'à l'intérieur des prisons, puisque les auteursétaient en possession d'une arme.

Pendant la précédente législature, j'avais suggéréau ministre de soumettre tous ceux qui pénètrent dansune prison au contrôle d'un portique comme il estprocédé dans les aéroports sans que personne neconsidère que ce soit attentatoire à sa dignité. Ce typede contrôle existe d'ailleurs pour les visiteurs.Le ministre m'avait répondu que c'était inutile etque par ailleurs une telle pratique se heurterait à desréticences psychologiques.

Compte tenu de l'évolution en matière d'évasionset de leurs conséquences dramatiques, n'estimez-vouspas aujourd'hui qu'une telle pratique s'impose afinde réduire les risques?

Réponse: Les évènements dramatiques qui se sontdéroulés à l'établissement pénitentiaire de Lantin audébut du mois de juillet 1992 ont secoué le mondepénitentiaire et l'opinion publique et posent avecacuité le problème des mesures à prendre envers lesdétenus qui, par leur comportement risquent de com-promettre la sécurité de l'établissement et la sécuritépublique en cas d'évasion.

Je rappelle à l'honorable membre que la section dehaute sécurité de l'établissement pénitentiaire de Lan-tin, le bloc D, a été fermée en 1989 à la suite de ladécision du juge des référés de Liège, décision qui futconfirmée par la Cour d'appel.

J'ai demandé à l'Administration des établissementspénitentiaires de créer un groupe de travail qui exami-nerait le régime de sécurité à appliquer aux détenusdangereux.

Le 22 juin 1992, j'ai marqué mon accord pourl'ouverture de sections à sécurité renforcée dans lesétablissements de Lantin et de Bruges.

Le règlement intérieur propre à ces sections tiendracompte des attendus des décisions judiciaires quiavaient provoqués la fermeture du bloc D de Lantinet de la recommandation R(82)17 adoptée par lecomité des ministres du Conseil de l'Europe relativeà la détention et au traitement des détenus dangereux,définissant notamment :

DO 919280916

Vraag nr. 125 van de heer Duquesne van 8 juli 1992(Fr.) :

Gevangenissen. - Ontsnappingen. - Controle-middelen.Op 4 juli 1992 heeft zich opnieuween ontsnapping

voorgedaan in de gevangenis van Lantin, met zeertragische gevolgen dit keer, want een man is daarbijom het leven gekomen.

Rechtvaardigt de aanwezigheid van gevaarlijkegedetineerden buitengewone veiligheidsmaatregelen?Zo ja, waarom heeft u de zwaar bewaakte afdelingenafgeschaft?

Dat drama heeft eens te meer aangetoond datgevangenen die trachten te ontsnappen, tot binnen degevangenismuren op hulp kunnen rekenen, aangeziende daders in het bezit waren van een wapen.

Tijdens de vorige zittingsperiode heb ik de ministergesuggereerd een controle in te stellen door iedereendie een gevangenis binnengaar, door een controle-poortje te laten lopen. Die controlemethode bestaatal op de luchthavens en wordt door niemand als ver-nederend ervaren. De bezoekers worden trouwens alaan zo'n controle onderworpen. De minister heeft metoen geantwoord dar dit onnodig was en dat diepraktijk overigens op psychologische weerstand zoustuiten.

Meent u niet, gelet op de evolutie van het aantalontsnappingen en de tragische gevolgen ervan, datdie controle nodig is om de risico's te beperken?

Antwoord: De dramatische gebeurtenissen die zichbegin juli 1992 voordeden in de strafinrichting teLantin, hebben de penitentiaire wereld en de publiekeopinie bewogen en stellen zeer scherp het probleemvan de te nemen maatregelen tegenover de gedetineer-den die, door hun gedrag, de veiligheid van de inrich-ting en de openbare veiligheid in het gedrang dreigente brengen in geval van ontvluchting .

Ik herinner het geacht lid eraan dat de afdelinghoge veiligheid van de strafinrichting te Lantin,blok D, gesloten werd in 1989 ingevolge de beslissingvan de rechter in kortgeding te Luik, en die bevestigdwerd door het Hof van beroep.

Ik heb het Bestuur strafinrichtingen verzocht eenwerkgroep samen te stellen met als doel het veilig-heidsregime voor gevaarlijke gedetineerden te 'onder-zoeken.

Op 22 juni 1992, heb ik toestemming verleendvoor de opening van versterkte veiligheidsafdelingenin de inrichtingen van Lantin en Brugge.

Het intern reglement, eigen aan deze afdelingen,zal rekening houden met de overwegingen van degerechtelijke beslissingen die tot de sluiting vanblok D te Lantin hebben geleid en de aanbevelingR(82)17 aangenomen door het ministercomité van deRaad van Europa inzake opsluiting en behandelingvan gevaarlijke gedetineerden, dat inzonderheidbepaalt :

Page 21: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)- Belgische Kamer van Volksvertegenwmordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991- n992) 1961

les critères de placement dans ces sections;la durée du placement: 6 mois renouvelables surbase des rapports psychiatriques ou psychologi-ques, des avis du directeur et du personnel;

l'évaluation régulière des effets médico-psycho-logiques de la mesure d'isolement.

En ce qui concerne le renforcement des mesures decontrôle à l'entrée de l'établissement, il est prévud'installer à Lantin un portique détecteur de métauxsous lequel devront passer tous les visiteurs (famille,visiteurs bénévoles, membres du personnel, avocats,... ) ainsi qu'un appareil à rayons X pour vérifier lecontenu des colis et mallettes.

D'une manière générale, j'envisage de renforcer lesmesures de sécurité imposées à l'entrée dans les éta-blissements pénitentiaires tant en ce qui concerne lesobjets métalliques que les drogues.

Affaires économiques

Da 919280039

Question n? 56 de M. Van den Eynde du 16 mars1992 (N.) :

Naturalisation.Les résultats du dernier recensement indiquent

qu'au cours des dix dernières années, le nombre denon-Belges par rapport à la population totale n'aaugmenté sensiblement que dans la Région de Bruxel-les-capitale. Neuf pour cent de la population seule-ment n'ont pas la nationalité beIge. La presse duIl mars ne précise pas le nombre de naturalisationsaccordées au cours de cette même période (du1er mars 1981 au 1er mars 1991).

1. Combien de ressortissants de la CE ont obtenuau cours de la dernière décennie la naturalisationbelge en Flandre, en Wallonie et dans la Région deBruxelles-capitale?

2. Combien de non-ressortissants de la CE ont éténaturalisés dans chacune des trois Régions?

3. Dans quelle mesure a-t-il été tenu compte, pourcalculer l'accroissement du nombre des ressortissantsétrangers en Belgique, de la baisse relative due auxnaturalisations pendant cette même période?

Réponse: La question de l'honorable membre serapporte me semble-t-il au nombre d'acquisitions dela nationalité belge par des étrangers et non auxnaturalisations au sens strict qui ne sont qu'une desmodalités d'obtention de la nationalité belge.

de plaatsingscriteria in deze afdelingen;de plaatsingsduur : 6 maand hernieuwbaar opbasis van de psychiatrische of psychologische ver-slagen en van de adviezen van .de directeur en hetpersoneel;de regelmatige evaluatie van de rnedico-psycholo-gische gevolgen van de afzondleringsmaatregel.

Wat de versterking van de connrolemaatregelen bijhet betreden van de inrichting betrœft, wordt voorziente Lantin een meraaldetectieportieik te plaatsen waaralle bezoekers (familie, vrijwillige: bezoekers, perso-neelsleden, advokaten, ... ) moeteru doorgaan, evenalseen doorlichtingsapparaat om de iinhoud van pakker-ten en tassen te onderzoeken.

In het algemeen beoog ik de wersterking van deveiligheidsmaatregelen opgelegd biij het betreden vande strafinrichtingen, zowel wat lnetreft rnetaalvoor-werpen als drugs.

Economische Zalken

Da 919280039

Vraag nr. 56 van de heer Vain den Eynde van16 maart 1992 (N.) :

Naturalisatie.Blijkens de jongste volkstelling is het aandeel van

de niet-Belgen in het totaal aanral inwoners de voor-bije tien jaar alleen in het Brusselse hoofdstedelijkGewest noemenswaardig gestegen. Negen procentvan de bevolking heeft niet de Beägische nationaliteit.In de kranteberichten van woensdag Il maart wordtgeen gewag gemaakt van het aamtal naturalisaties indezelfde periode (1 maart 1981 -- 1 maart 1991).

1. Hoeveel EG-onderdanen weerden de jongste tienjaar tot Belg genaturaliseerd, respiectievelijk in Vlaan-deren, Wallonië en het Brussselse hoofdstedelijkGewest?

2. Hoeveel niet EG-onderdanem werden de jongstetien jaar tot Belg genaturaliseerrd, respectievelijk inVlaanderen, Wallonië en het Brussselse hoofdstedelijkGewest?

3. In weIke mate werd bij hœt becijferen van degroei van het aantal vreerndelingçen in ons land reke-ning gehouden met de relatieve dialing van het aantalvreemdelingen in dezelfde pericode door de natu-ralisaties?

Antwoord : De vraag van her t8eacht lid heeft naarmijn mening betrekking op het saantal buitenlandersdie de Belgische nationaliteit heebben verworven enniet op de naturalisatie in enge: zin, die slechts eenvan de mogelijkheden is om de Bselgische nationaliteitte bekomen.

Page 22: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1962 - (29)- BelgischeKamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE1991-1992)

Je ne dispose malheureusement que de renseigne-ments partiels sauf pour les trois dernières années(1989, 1990 et 1991).

Le tableau 1 donne le nombre d'étrangers devenusBelges par Région de 1981 à 1984.

Le tableau 2 reprend le nombre d'étrangers devenusBelges par groupe de nationalités (CE et non-CE)pour les années 1985 à 1988.

Dans le tableau 3, les étrangers devenus Belges sontrépartis par Région et par groupe de nationalités(CE et non-CE).

Les nombres d'étrangers devenus belges sont effec-tivement déduits des chiffres de la population étran-gère et viennent en augmentation de la population denationalité belge.

Spijtig genoeg beschik ik slechts over gedeeltelijkegegevens, behalve voor de laatste drie jaren (1989,1990 en 1991).

Tabel 1 vermeldt per Gewest het aantal buiten-landers die Belg geworden zijn vanaf 1981 tot 1984.

Tabel 2 vermeldt het aantal buitenlanders die Belggeworden zijn per nationaliteitsgroep (EG en niet-EG)voor de jaren 1985 tot 1988.

In tabel 3 zijn de buitenlanders die de Belgischenationaliteit verwierven uitgesplitst per Gewest en pernationaliteitsgroep (EG en niet-EG).

Buitenlanders die de Belgische nationaliteithebbenverkregen, worden uiteraatd niet meer in de cijfersvan de buitenlandse bevolking opgenomen en bij-gevolg toegevoegd aan de cijfers van de bevolkingmet Belgische nationaliteit.

Tableau 1. Nombres d'étrangers devenus Belges par Région. ITabel1. Aantal buitenlanders die Belg geworden zijn per Gewest.

AnnéesRégion Bruxelles-

capitale Région flamande Région wallonne Le Royaume

Brussels hoofd- Vlaams Gewest Waals Gewest HetRijkstedelijk Gewest

1.683 2.572 4.573 8.8281.350 2.563 4.616 8.5291.859 3.012 4.906 9.7771.565 2.775 4.441 8.781

jaren

1981 . .1982 ..._ .1983 . .1984 ..•.............. _ .

Tableau 2. Nombres d'étrangers devenus Belges par groupe de nationalité (CE et non-CE). ITabel 2. Aantal buitenlanders die Belg geworden zijn, per nationaliteitsgroep (EG en niet-EG).

Années CE Non-CE Total

EG Niet-EG Totaal

64.918 18.503 83.421 (1)4.533 5.088 9.6213.853 5.785 9.638

................................ 2.776 5.600 8.376

Jaren

1985 .1986 .1987 .1988 .. .

(1) Le nombre important d'étrangers devenus Belges en 1985 est dû à l'entrée en vigueur de la loi du 28 juin 1984 instituantIe Code de la nationalité belge. I In 1985 zijn vele buitenlanders Belg geworden doordat de wet van 28 juni 1984 houdendeinvoering van het Wetboek van de Belgische nationaliteit van kracht werd.

Page 23: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

_ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 1963Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Tableau 3. Nombres d'étrangers devenus Belges par Région et par groupe de nationalités (CE et non-CE). !Tabel 3. Aanral buitenlanders die de Belgische nationaliteit verwierven per Gewest en per nationaliteitsgroœp (EG en niet-EG).

Région Bruxelles-Années capitale Région flamande Région wallonne Le Royaume

jaren Brussels hoofd- Vlaams Gewest Waals Gewest HetRijkstedelijk Gewest

1989CE.! EG . ............................... 260 734 1.713 2.707Non-CE. ! Niet-EG 2.399 1.885 1.806 6.090

Total. ! Totaal 2.659 2.619 3.519 8.797

1990CE.! EG . 183 525 1.303 2.011Non-CE. / Niet-EG .................................................. 2.621 1.880 2.145 6.646

Total. / Totaal 2.804 2.405 3.448 8.657

1991CE. / EG 188 602 1.119 1.909Non-CE. / Niet-EG 2.146 2.275 2.127 6.548

Total. ! Totaal 2.334 2.877 3.246 8.457

Dû 919281073

Question n" 57 de M. Ylieff du 4 août 1992 (Fr.) :

Pratiques commerciales. - Enseignement libre.Le 27 avril dernier, la société spécialisée en fourni-

tures de bureau, la s.a. Acometal d'Alleur, envoyaitaux directeurs d'établissements d'enseignement libreun courrier par lequel il était fait état d'une offre pro-motionnelle réservée uniquement aux écoles libres,car celles-ci seraient, d'après cette société, les seulesà gérer leur budget fournitures scolaires en « respon-sables soucieux d'économies possibles et souhai-tables »,

1. Cette attitude est-elle contraire aux lois et règle-ments en vigueur en matière commerciale?

2. Dans l'affirmative, quelles mesures prenez-vouspour y mettre fin?

Réponse: En réponse à sa question, j'ai l'honneurde communiquer à l'honorable membre les renseigne-ments suivants.

La loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques ducommerce et sur l'information et la protection duconsommateur réglemente la publicité commercialeet énumère à l'article 23 les cas de publicité commer-ciale interdite.

Elle interdit la publicité qui comporte des compa-raisons trompeuses, dénigrantes ou impliquant sansnécessité la possibilité d'identifier un ou plusieursautres vendeurs (article 23, 7°). L'identification n'estpas interdite lorsqu'elle concerne un ou plusieursautres acheteurs.

DO 919281073

Vraag nr. 57 van de heer YIieff v.an 4 augustus 1992(Fr.) :

Handelspraktijken. - Vrij onderwijs.Op 27 april jongstleden stuurde de in kantoorbeno-

digheden gespecialiseerde firrna n.v. Acometal vanAlleur directeurs van instellingem uit het vrij onder-wijs een brief met betrekking tœt een promotieaan-bieding uitsluitend voorbehoudem aan de vrije scho-len, die, volgens voornoemde firrma, de enige zijn diehun .budget voor schoolbenodiglueden op een verant-woorde wijze beheren en daaronn oog hebben voormogelijke en wenselijke besparirugen., 1. Is die houding in strijd mett de wetten en regle-menten betreffende de handelspraktijken?

2. Zo ja, welke maatregelen meemt u om hieraanpaal en perk te stellen?

Antwoord: Als antwoord op .zijn vraag heb ik deeer het geacht lid het volgende rmee te delen.

De wet van 14 juli 1991 betrreffende de handels-praktijken en de voorlichting en bescherming van deconsument reglementeert de hamdelsreclame en geeftin artikel 23 een opsomming wan de gevallen vanverboden handelsreclame.

Ze verbiedt de reclame die veergelijkingen inhoudtdie bedrieglijk of afbrekend zijin of die het zondernoodzaak mogelijk maken een oif meer andere verko-pers te identificeren (artikel 23" 7°). De identificatieis niet verboden wanneer ze betrrekking heeft op eenof meer andere kopers.

Page 24: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1964 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)- Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Quant à la publicité qui comporte des comparai-sons trompeuses ou dénigranres, elle demeure inter-dite, peu importe qui elle concerne.

La loi sur les pratiques du commerce n'interdit pasde souligner dans une publicité certaines qualitésattribuées uniquement à l'acheteur à qui elle s'adresse,sans pour autant qu'elle aboutisse à une comparaisondénigrante. Une comparaison aura toujours commeobjectif de dégager une inégalité sans pour autant quececi soit forcément dénigrant.

Quant à la comparaison trompeuse en matière depublicité, elle aura comme but d'influencer la décisionde l'acheteur en lui présentant une comparaisonfausse.

En matière de comparaison, la doctrine et la juris-prudence admettent la publicité superlative et destermes du genre « être le seul à ... » sont générale-ment admis, car l'acheteur normalement avisé est àmême de distinguer qu'il s'agit d'une publicitésuperlative.

Par conséquent, il me semble que la publicité viséepar l'honorable membre dans sa question, n'est pascontraire aux dispositions de la loi du 14 juillet 1991en matière de publicité.

Que l'offre promotionnelle s'adresse uniquement àune catégorie déterminée d'acheteurs est l'expressionde la libre volonté des parties sur laquelle se fondele droit contractuel.

Cette réponse est, bien entendu, faite sous réservede l'interprétation souveraine des cours et tribunaux.Par ailleurs, j'ai transmis votre question à l'Inspectiongénérale économique, qui vous tiendra au courantdes résultats de son enquête.

Ministre des Finances

DO 919280855

Question n" 139 de M. Eerdekens du 30 juin 1992(Fr.) :

Agents du ministère des Finances. - Spécialisationen impôts des sociétés.Il y a deux ans, le ministère des Finances avait

procédé à l'engagement de nouveaux agents appelésà suivre une spécialisation en impôts des sociétés.

1. Quel est le nombre d'agents engagés à cette fin?

2. Quelle est la nature de la formation qui leur aété dispensée par le ministère des Finances?

3. Est-il exact que ces agents ainsi formés ont étéà présent répartis dans les provinces, où ils ne s'occu-peraient plus que des dossiers des personnes physi-ques? Dans l'affirmative, pour quelle raison a-t-il étéprocédé de la sorte?

-De reclame die bedrieglijke of afbrekende vergelij-

kingen inhoudt, blijft verboden, ongeacht de persoonwaarop ze betrekking heeft.

De wet betreffende de handelspraktijken verbiedtgeenszins uitdrukking te geven in een reclame vanbepaalde hoedanigheden die zouden toegekend wor-den aan de koper voor wie ze is bestemd, op voor-waarde geen afbrekende vergelijking te maken. Hetmaken van een vergelijking zal altijd gericht zijn ophet blootleggen van een ongelijkheid, Daarbij is dezevergelijking niet noodzakelijk afbrekend.

De bedrieglijke vergelijking inzake reclame heefttot doel de beslissing van de koper te beïnvloedendoor voor hem een valse vergelijking te maken.

Inzake vergelijking stelt men vast dat de rechtsleeren de rechtspraak de superlatieve reclame aanvaardenen termen als « de enige zijn die ... » worden in 'talgemeen aanvaard, want de normale voorzichtigekoper kan weten dat het om een superlatieve reclamegaat.

Bijgevolg ben ik de mening toegedaan dat dereclame die het geacht lid op het oog heeft niet strijdigis met de bepalingen van de wet van 14 juli 1991inzake reclame.

Dat het promotioneel aanbod slechts gericht is aanéén categorie van kopers is de vrije wilsuitdrukkingvan de partijen, waarop het contractueel recht isgevestigd.

Vanzelfsprekend is dit antwoord gemaakt ondervoorbehoud van de souvereine interpretatie van dehoven en rechtbanken. Overigens heb ik uw vraagaan de Algemene economische inspectie overgemaakt,die u op de hoogte zal houden van de bevindingenvan hun onderzoek.

Minister van Financiën

DO 919280855

Vraag nr. 139 van de heer Eerdekens van 30 juni1992 (Fr.) :

Ambtenaren van het ministerie van Financiën. -Specialisatie vennootschapsbelasting.Het rninisterie van Financiën heeft twee jaar ge-

leden nieuwe ambtenaren in dienst genomen, die eenspecialisatie vennootschapsbelasting zouden volgen.

1. Hoeveel ambtenaren werden te dien einde aan-genomen?

2. Welk soort opleiding hebben ze van het ministe-rie van Financiên gekregen?

3. Is het juist dat de aldus opgeleide ambtenarenthans opgesplitst zijn over de verscheidene provincies,waar ze zich enkel nog met dossiers van natuurlijkepersonen bezighouden? Zo ja, hoe komt dat?

Page 25: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

4. Est-il exact qu'il y a une volonté à ne percevoirl'impôt qu'à l'égard des personnes physiques et quel'on ne souhaiterait dès lors pas percevoir l'impôt dûen matière d'impôts des sociétés?

5. Est-il exact qu'il y aurait 20.000 dossiers fiscauxqui seraient bientôt atteints par la prescription?

6. Des dispositions sont-elles prises pour éviter laprescription de ces dossiers, et dans l'affirmative, les-quelles?

Dans la négative, pour quelles raisons ne prend-onpas des mesures pour percevoir l'impôt dû, et qu'encoûtera-t-il au Trésor de ne pas prendre les mesuresadéquates?

Réponse:1. Les agents auxquels fait allusion l'honorable

membre sont vraisemblablement les agents contrac-tuels recrutés dans le cadre de I l'arrêté royal duIl juillet 1991 (Moniteur belge du 27 juillet 1991)en vue de renforcer les services chargés du contrôledes sociétés; leur nombre total est de 474 fonctionnai-res et agents, dont 290 contrôleurs adjoints universi-taires et 184 vérificateurs adjoints.

Ces agents sont tous affectés dans des contrôlessociétés.

2. Dès leur entrée en service, lesdits agents contrac-tuels ont suivi pendant 6 semaines un cours accéléréen matière de contrôle des sociétés, visant à faciliterleur intégration dans les services d'affectation.

Immédiatement après ce cours accéléré, l'adminis-tration a prévu pour les agents en question une forma-tion pratique complémentaire dans lesdits services,sous l'autorité et la surveillance des inspecteurs socié-tés A compétents pour ces services.

Cette action de formation pratique, qui se termi-nera fin février 1993, vise à donner aux agents con-tractuels l'expérience nécessaire en matière devérification de dossiers de taxation de sociétés.

3. Les agents recrutés dans le cadre de l'arrêtéroyal du Il juillet 1991 sont toujours affectés dansdes contrôles sociétés. La confusion provient sansdoute du fait que des fonctionnaires statutaires, enl'occurrence 69 contrôleurs adjoints universitairesrecrutés en 1988 et 1989 ont pu, à l'issue de leurformation d'une durée de 18 mois environ et confor-mément à la réglementation en vigueur, postuler unou plusieurs emplois.

Cependant, pour des raisons de service, ils ont étéprovisoirement détachés dans des services de Bruxel-les notamment dans des contrôles de personnes phy-siques et de sociétés et dans des bureaux de recette.

Au 1er juillet 1992, l'administration a mis fin à leurdétachement; les intéressés ont pu ainsi rejoindre leservice qu'ils avaient postulé antérieurement.

Compte tenu de la préférence de chacun, 24 d'entreeux ont été affectés dans un contrôle de sociétés, et

- (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwœordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-n992) 1965

4. Is het juist dat men blijkbaae enkel belastingenwil innen bij de natuurlijke persoraen en dat men deverschuldigde vennootschapsbelasting verder nietwenst te innen?

5. Is het juist dat zo'n 20.000 belastingdossiersweldra zullen zijn verjaard?

6. Worden maatregelen getroffem om verjaring vandeze dossiers te verhinderen, en ZID ja, welke?

Zo nee, waarom worden geem maatregelen ge-nomen om de verschuldigde belaisring te innen, enwat kost het niet nemen van de adequate maatregelenaan de Schatkist?

Antwoord:1. De personeelsleden waarop het geacht lid zin-

speelt zijn waarschijnlijk de contr-actuele personeels-leden aangeworven in het kadervan het koninklijkbesluit van 11 juli 1991 tBelgisich Staatsblad van27 juli 1991) om de diensten die belast zijn met decontrole van de vennootschappen te versterken; huntotaal aantal bedraagt 474 ambtemaren en beambten,waarvan 290 adjunct-controleuns-universitairen en184 adjunct-vèrificateurs,

Die personeelsleden zijn allen te-werkgesteld in con-troles- vennootscha ppen.

2. Deze contractuele persomeelsleden hebbenonmiddellijk na hun indienstttreding gedurende6 weken een versnelde cursus inzake de controle vanvennootschappen gevolgd teneindle hun integratie inde diensten van tewerkstelling te vergemakkelijken.

De administratie heeft onmiddlellijk na deze ver-snelde cursus voor de betrokken personeelsleden ineen aanvullende praktische opleidiing in de voormeldediensten voorzien onder leiding en toezicht van devoor deze diensten bevoegde inspecteurs A vennoot-schappen.

Deze praktische opleiding, dite tot eind februari1993 zal duren, beoogt de connractuele personeels-leden de nodige ervaring bij te brengen inzake deverificatie van aanslagdossiers vam vennootschappen.

3. De in het kader van het kominklijk besluit van11 juli 1991 aangeworven persorueelsleden zijn steedstewerkgesteld in de controles-vemnootschappen, Deverwarring komt wellicht voort uiit het feit dat statu-taire ambtenaren, namelijk 69 in 1988 en 1989 aan-geworven adjunct-controleurs-mniversitairen, naafloop van hun opleiding van omgeveer 18 maandenen overeenkomstig de van krachtt zijnde reglemente-ring, hebben kunnen solliciteren maar een of verschei-dene betrekkingen.

Om dienstredenen werden zij i evenwel voorlopiggedetacheerd in diensten te Brusseel, met name in con-troles-natuurlijke personen en vemnootschappen en inontvangkantoren.

Op 1 juli 1992 heeft de adnninistratie een eindegesteld aan hun detachering; de lbetrokkenen hebbenzich zo kunnen begeven naar de (dienst die zij vroegerhadden gepostuleerd.

Rekening houdend met de voœrkeur van iedereen,werden er 24 tewerkgesteld im controles-vennoot-

254

Page 26: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1966 - (29)- BelgischeKamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE1991-1992)

les autres, dans des contrôles de personnes physiques,dans des divisions de l'inspection spéciale des impôtsou dans des bureaux de recette.

Les impératifs de bonne gestion de l'administrationdes contributions directes exigent en effet que lesemplois de contrôleur adjoint soient répartis équita-blement dans tous ces services.

4 et 5. Les questions faisant l'objet des points 4et 5 comportent évidemment des réponses négatives.

Je suis d'ailleurs étonné que l'honorable membreait cru utile de poser pareilles questions, auxquellesla réponse ne fait aucun doute.

6. En vue d'éviter la prescription, les services detaxation intéressés doivent, conformément auxinstructions permanentes en vigueur, parcourir lesdivers répertoires des contribuables à la fin de chaquepériode de contrôle.

En ce qui concerne les personnes physiques, lorsde l'enrôlement des cotisations, les inscriptions néces-saires sont, à cette fin, systématiquement portées aurépertoire automatisé des contribuables. Au cours desdeux derniers mois du délai ordinaire d'imposition,les services de taxation font tirer par l'ordinateur laliste des contribuables de leur ressort n'ayant pasdonné lieu à pareilles inscriptions. Cette liste sert demoyen de contrôle de l'enrôlement dans le délai desimpositions restant à établir, ce qui se fait, commetoutes les tâches incombant aux services, sous lasurveillance des supérieurs hiérarchiques.

En ce qui concerne les personnes morales, c'esten partant de listes des impositions établies que lestravaux de fin de période sont accomplis et surveillés.Un système analogue à celui en vigueur pour lespersonnes physiques s'appliquera également pour lespersonnes morales en principe dès l'exercice d'impo-sition 1993.

DO 919281123

Question n" 174 de M. Damseaux du 17 août 1992(Fr.) :

Administration. - Responsabilité.Une entreprise ostendaise vient, vingt et un ans

après la première visite des inspecteurs du fisc,d'obtenir gain de cause de justice. L'addition s'élèveà 400 millions de francs belges en faveur des curateursde la faillite et 287 millions de francs belges pour lespropriétaires de la société! Entre-temps, l'entreprise,avec 799 personnes employées, avait déposé son bilanen 1978, grâce au « zèle » de votre administration.

1. Comment l'administration fiscale peut-elle, entoute impunité, agir avec autant d'acharnement sanscontrôle apparent de la direction?

2. Les fonctionnaires responsables de cette fauteont-ils été sanctionnés et devront-ils indemniser lesvictimes sur leurs biens propres en lieu et place del'Etat, c'est-à-dire du contribuable?

schappen, en de overigen in controles-natuurlijkepersonen, in afdelingen van de bijzondere belasting-inspectie en in ontvangkantoren.

De voorschriften van goed beheer van de admini-stratie der directe belastingen vereisen immers dat debetrekkingen van adjunct-controleur billijk wordenverdeeld over alle diensten.

4 en 5. Het antwoord op de vragen 4 en 5 luidtzeker ontkennend.

Het verwondert mij trouwens dat het geacht lid hetnodig acht dergelijke vragen te stellen waarop hetantwoord overduidelijk is.

6.0m de prescriptie te vermijden, dienen de betrok-ken taxatiediensten, overeenkomstig de bestaandepermanente onderrichtingen naar het einde van elkecontroleperiode de diverse repertoria van de belas-tingplichtigen te overlopen.

Te dien einde, worden inzake natuurlijke personen,bij de inkohiering van de aanslagen systematisch denodige inschrijvingen in het geautomatiseerde reper-torium van de belastingplichtigen aangebracht. Tij-dens de laatste twee maanden van de gewone aanslag-termijn leggen de taxatiediensten met behulp van decomputer de lijst aan van de belastingplichtigen vanhun ambtsgebied voor wie nog geen dergelijkeinschrijvingen zijn aangebracht. Die lijst dient als con-trolemiddel voor de tijdige inkohiering van de nog tevestigen aanslagen hetgeen, zoals alle taken van dediensten, onder toezicht van de hiërarchische chefsgebeurt.

Met betrekking tot de rechtspersonen wordt aande hand van lijsten van de gevestigde aanslagen toe-gezien of de werkzaamheden op het einde van deperiode voltooid zijn. Een analoog systeem als datvan de natuurlijke personen zal in principe vanaf hetaanslagjaar 1993, eveneens voor de rechtspersonenworden toegepast.

DO 919281123

Vraag nr. 174 van de heer Damseaux van 17 augustus1992 (Fr.) :

Administratie. - Verantwoordelijkheid.Een Oostends bedrijf heeft zopas, eenentwintig jaar

na het eerste bezoek van de fiscus-inspecteurs zijnzaak voor de rechtbank gewonnen. De rekeningbedraagt 400 miljoen Belgische frank in het voordeelvan de curatoren van het faillissement en 287 miljoenBelgische frank voor de eigenaars van de onder-neming. Dat bedrijf, dat 799 personen tewerkstelde,had ondertussen dankzij de « ijver » van uw dienstenin 1978 zijn boeken moeten sluiten.

1. Hoe kan de belastingadministratie ongestraftzo verbeten te werk gaan, blijkbaar zonder enigecontrole vanwege de directie?

2. Werden sancties uitgevaardigd tegen de verant-woordelijke ambtenaren? Zullen zij de slachtoffersmet eigen middelen moeten vergoeden, dus niet metoverheidsmiddelen die uiteindelijk die van de burgerzijn?

Page 27: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambredes Représentantsde BelgiqueQuestionset Réponses (SE 1991-1992)

3. Devant de tels abus contre lesquels le citoyen« moyen» ne peut se défendre, ne faudrait-il pas légi-férer pour « responsabiliser» les agents du ministèredes Finances sur leurs biens propres en cas d'imposi-tion manifestement abusive?

Réponse:1 et 2. Tous les fonctionnaires qui sont intervenus

dans l'affaire évoquée par l'honorable membre ontrespecté les directives administratives en vigueur.

En l'espèce c'est donc à l'Etat seul qu'il incombede supporter éventuellement les conséquences du pré-judice subi par les contribuables concernés.

3. Afin qu'ils puissent continuer à remplir en touteobjectivité et en toute sérénité la tâche délicate quileur est conférée, il n'apparaît pas opportun de rendreresponsables, hors les cas de fautes lourdes ou inten-tionnelles, les fonctionnaires qui, dans le cadre deleur mission, agissent, non à titre personnel, mais entant qu'organe de l'Etat.

De plus, il n'existe aucune raison majeure de créer,dans le secteur public, une responsabilité plus grandeque celle instaurée pour le secteur privé par l'arti-cle 18 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contratsde travail.

DO 919281170

Question n" 186 de M. de Clippele du 1er septembre1992 (Fr.) :

Fonds de commerce. - Cession.Un indépendant, âgé de plus de 60 ans, vend son

affaire (prestations de service) pour un montantglobal conforme aux limitations légales. Il accepteque l'acheteur lui règle le prix par tranches mensuellesou trimestrielles, calculées selon un pourcentage surles facturations réalisées par l'acheteur à partir de ladate de cession. Le règlement par tranches prend finle jour où le montant global de la cession a été atteint.

Dans le chef du vendeur, ces paiements par tranchessont-ils taxés de la même manière qu'un paiementglobal, unique, c'est-à-dire, dans le cas d'espèce,à 16,5%?

Réponse: Lorsque le prix de cession est fixé défini-tivement, les modalités de paiement n'ont aucune inci-dence sur le régime d'imposition applicable aux plus-values de cessation. En l'espèce, la plus-value decessation sur immobilisations incorporelles est impo-sable pour l'année au cours de laquelle elle a étéobtenue.

J'attire à toutes fins utiles l'attention de l'honorablemembre sur le fait qu'en vertu des modificationsapportées à l'article 171, 10, du Code des impôtssur les revenus 1992 par l'article 15, la, de la loi du28 juillet 1992, portant des dispositions fiscales etfinancières, le taux normal d'imposition de la quotité

_ (29) _ BelgischeKamervan Volksvertegenwmordigers 1967Vragenen Antwoorden(BZ 1991-n992)

3. Is her niet aangewezen, wanrneer zich dergelijkemisdrijven voordoen waartegen ede modale burgergeen verweer heeft, de ambtenaren van Financiën bijwet op hun eigen bezit f aansprakelijk te maken ingeval van duidelijk ongerechtvaarcdigde taxatie?

Antwoord:1 en 2. AI de ambtenaren die betrokken waren bij

de door het geacht lid bedoelde zaak hebben degeldende administratieve richtlijne-n nageleefd.

In die omstandigheden moet uitsluitend de Staat degevolgen dragen van de door de beetrokken belasting-plichtigen geleden schade.

3. Opdat zij bij voortduur de hen opgedragen deli-cate taak in alle objectiviteit eru sereniteit zoudenkunnen uitoefenen, lijkt her niert aangewezen, be-houdens in de gevallen van zw.are of opzettelijkefouten, de taxatieambtenaren, dite in het kader vanhun opdracht niet in eigen naam nnaar als orgaan vande Staat handelen, aansprakelijk tte stellen.

Bovendien bestaat er geen dw-ingende reden omvoor de openbare sector een groter-e aansprakelijkheidte creëren dan die welke overeemkomstig artikel 18van de wet van 3 juli 1978 betreffe-nde de arbeidsover-eenkomsten, voor de privé-sector is ingesteld.

DO 919281170

Vraag nr. 186 van de heer de Clippele van 1 septem-ber 1992 (Fr.) :

Handelszaak. - Overdracht.Een zelfstandige van meer dan 60 jaar verkoopt

zijn zaak (dienstverlening) voor een totaal bedrag darbeantwoordt aan de wettelijke beperkingen. Hij aan-vaardt dat de koper hem betaaltper maandelijkse ofdriemaandelijkse tranches die beirekend worden aande hand van een percentage op aie factureringen diede koper vanaf de dag van de owerdracht heeft ver-wezenlijkt. De vereffening per rr.anche eindigt op dedag dat het totaal bedrag van die overdracht wordtbereikt.

Zijn die betalingen per tranchees in hoofde van deverkoper belast op dezelfde mani-er als een éénmaligebetaling van het totale bedrag, in œasu tegen 16,5 % ?

Antwoord: Wanneer de overrnarneprijs definitief isbepaald, beïnvloeden de betalingssrnodaliteiten het opdie stopzettingsmeerwaarden roe.passelijke belasting-stelsel niet. In dit geval is de stopnettingsmeerwaardeop immateriële vaste activa integrraal belastbaar voorhet jaar waarin ze is verkregen.

Tot al wat dienen kan vestig il« er de aandacht vanhet geacht lid op dar ingevolge de wijzigingen aan-gebracht in artikel 171, 10, van lhet Wetboek van deinkomstenbelastingen 1992 doorr artikel 15, 10, vande wet van 28 juli 1992 houdendie fiscale en financiëlebepalingen, de normale aanslajgvoet van de stop-

Page 28: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1968 ChambredesReprésentantsdeBelgiqueQuestionsetRéponses(SE 1991-1992)

des plus-values de cessation sur des immobilisationsincorporelles n'excédant pas les bénéfices nets impo-sables afférents à l'activité délaissée réalisés au coursdes quatre années qui précèdent celle de la cessation,s'élève désormais à 33 %. Cette nouvelle dispositionlégale est applicable aux plus-values résultant decessations survenues à partir du 6 avril 1992.

Quant au taux de 16,5 % évoqué in fine de laquestion, il reste notamment applicable, en vertu del'article 15, 2°, de la loi précitée, à certaines plus-values obtenues ou constatées à l'occasion de la ces-sation d'activité à partir de l'âge de 60 ans ou à lasuite du décès, ou à l'occasion d'une «cessationdéfinitive forcée »;

Par cessation définitive forcée, on entend la cessa-tion définitive qui est la conséquence d'un sinistre,d'une expropriation, d'une réquisition en propriétéou d'un autre événement analogue ou encore d'unhandicap grave.

DO 919281176

Question n° 192 de M. de Clippele du 1er septembre1992 (Fr.) :

Immeubles non bâtis. - Plus-values. - Revenusdivers.A titre d'exemple, A, personne physique particuliè-

re, achète le 15 janvier 1989, dans des conditionsnormales de prix (prix global de 4.000.000 de francsbelges) une parcelle de 700 ml comprenant:

un immeuble bâti en parfait état (fonds de300 ml) que A affecte à son habitation privée;

- jardins et cours connexes sur les 400 ml restants.

En 1991, une firme B s'installe à côté de laparcelle A et s'intéresse à celle-ci non pour l'immeublebâti mais pour le terrain de 700 ml qu'elle destineraità usage de parking pour sa clientèle.

Le 15 juin 1992, A vend l'ensemble du bien à Bpour un prix global de 9.000.000 de francs belges.En août et septembre 1992, B démolit la maisond'habitation et aménage un parking de 700 m2 commesusdit.

A n'est pas marchand de biens et a profité d'uneopportunité en bon père de famille.

En l'absence de l'intérêt manifesté par B pour laparcelle de A, celle-ci n'aurait pu être vendue pourun prix aussi élevé (lié au terrain jouxtant B).

On considère:C = la maison d'habitation de A sans le fonds D;

- D = le fonds seul de 300 m2 sur lequel est bâtie C;

_ (29) _ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigersVragenenAntwoorden(BZ1991-1992)

zettingsmeerwaarden op immateriële vaste activa, inzover ze niet meer bedragen dan de belastbare netto-winst die in de vier jaren voorafgaand aan het jaarvan de stopzetting van de werkzaamheid is verkregen,voortaan 33 % bedraagt. Deze nieuwe wettelijkebepaling is van toepassing op de meerwaarden dievoortvloeien uit stopzettingen die plaatshadden vanaf6 april 1992.

Het in fine van de vraag vermelde tarief van 16,5 %blijft krachtens artikel 15, 2°, van de voormelde wetonder meer van toepassing op sommige meerwaar-den, verkregen of vastgesteld naar aanleiding van destopzetting van de werkzaamheid vanaf de leeftijdvan 60 jaar of ingevolge het overlijden of nog naaraanleiding van een « gedwongen definitieve stop-zetting »,

Onder gedwongen definitieve stopzetting wordtverstaan de definitieve stopzetting die voortvloeit uiteen schadegeval, een onteigening, een opeising ineigendom, of een andere gelijkaardige gebeurtenis, ofnog uit een zware handicap.

DO 919281176

Vraag nr. 192 van de heer de Clippele van 1 septem-ber 1992 (Fr.) :

Ongebouwde onroerende goederen. - Meerwaarden.- Diverse inkomsten.Laten wij het voorbeeld nemen van A die als

gewone particulier op 15 januari 1989 onder normaleprijsvoorwaarden (totaalprijs van 4.000.000 Bel-gische frank) een perceel van 700 m2 koopt, bestaandeuit:

een gebouwd onroerend goed in perfecte staat(oppervlakte grond 300 ml) dat A gebruikt alsparticuliere woning;aanpalende tuinen en binnenplaatsen op de reste-rende 400 m2

In 1991 vestigt firma B zich naast perceel A en iser in geïnteresseerd, niet in het gebouwd onroerendgoed maar wel in het terrein van 700 rrr', dat alsparking voor het cliënteel zou kunnen dienen.

Op 15 juni 1992 verkoopt A het hele goed aan Bvoor een totaalprijs van 9.000.000 Belgische frank.In augustus en september 1992 breekt B het woonhuisaf en legt een parking van 700 m2 aan.

A is geen handelaar en heeft als goede huisvadereen gelegenheid te baat genomen.

Indien B geen belangstelling had getoond voor hetperceel van A, was dit perceel nooit voor een dergelijkhoge prijs verkocht geworden (die te maken heeft methet terrein dat aan B grenst).

Als men ervan uitgaat dat:C = het woonhuis van A zonder de grond D;D = enkel de grond van 300 m2 waarop Cgebouwd is;

Page 29: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

E = les jardins et cours de 400 m2;

F = l'ensemble du fonds de 700 m2 sans C;G = C et son fonds D;H = l'ensemble bâti et non bâti;I = ventilation exemplative de la valeur vénale89 selon le contexte « normal» de l'époque;

- J = ventilation exemplative de la valeur vénale92 = I X 2,25 (coefficient d'augmentation 89/924.000.000/9.000.000) ;K = ventilation exemplative de la valeur vénale92 selon l'optique de l'acheteur avec valeur nullepour C (valeur totale portée sur le seul fonds auprorata des m2

);

L = ventilation exemplative de la valeur vénale92 selon l'optique de l'acheteur avec valeurréduite pour C (le reli~uat étant valorisé sur lefonds au prorata des m );frais d'acquisition 15 janvier 1989 supportéspar A : forfait 25%;

- frais d'acquisition 15 juin 1992 supportés par B :20 % justifiés.

On obtient schématiquement ce qui suit:

_ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 1969Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

E = de tuinen en binnenplaarsen van 400 m2;

F = de grond van 700 m2 zomder C;G = C en de grond D;H = het hele gebouwd en ongrebouwd goed;I = voorbeeld van splitsing van de .verkoop-waarde 89 volgens de norrnaile context van hetbetrokken jaar;

- J = voorbeeld van splitsing van de verkoop-waarde 92 = I X 2,25 (verhogingscoëfficiënt89192 4.000.00019.000.000);K = voorbeeld van splitsing van de verkoop-waarde 92 in de optiek v.an de koper metO-waarde voor C (de totale rwaarde heeft enkelbetrekking op de grond, naiargelang het aan-tal m2

);

L = voorbeeld van splitsing van de verkoop-waarde 92 in de optiek van de koper met beperktewaarde voor C (het saldo \Wordt op de grondgevaloriseerd naargelang het saantal m2

);

aankoopkosten op 15 januari -1989 gedragen doorA I : forfait van 25%;aankoopkosten op 15 juni 1'992 gedragen doorB: 20% gerechtvaardigd.

Komt men schematisch tot voljgend resultaat:

J K L J K L

C 3.000.000 6.750.000 a 1.000.000 C. 3.000.000 6.750.000 a 1.000.000D 400.000 900.000 3.857.000 3.429.000 D 400.000 900.000 H157.000 3.429.000E 600.000 1.350.000 5.143.000 4.571.000 E 600.000 1.350.000 5.143.000 4.571.000F 1.000.000 2.250.000 9.000.000 8.000.000 F 1.000.000 2.250.000 9.(000.000 8.000.000G 3.400.000 7.650.000 3.857.000 4.429.000 G 3.400.000 7.650.000 3.1857.000 4.429.000H. 4.000.000 9.000.000 9.000.000 9.000.000 H .... 4.000.000 9.000.000 9,1000.000 9.000.000

Je me pose la question de savoir comment appliquercorrectement à eet exemple les modalités. de l'article67his CIR et des Com. IR 67/24 à 26.

1. Selon le Corn. IR 67/25, 1"', a, il y a lieu:a) d'attribuer une valeur vénale à C et à F. Pareille

valorisation de C s'avère malaisée si pas impos-sible à réaliser adéquatement, comme l'indique parailleurs appel Mons 10 octobre 1978 (BC 589page 2083 et ss).Comment pratiquer?

h) de tenir compte notamment de la profession(et sous-entendu des intentions par exemple démo-lition) de l'acheteur. Cet avis est confirmé parappel Mons ci-avant mais infirmé par Anvers13 juin 1978 (Ree. Gen. Eor. Not. n'' 22, 356).

Comment pratiquer?2.

a) Du Corn. CIR 67/25, 2*, faut-il déduire, à contra-rio, que, si la valeur vénale des constructions estsupérieure à 30% du prix de réalisation del'ensemble, une distinction doit être faite entre lesplus-values se rapportant aux constructions et aufonds?

Ik stel mij de vraag hoe de bepalingen van artikel67his WIB en van het Cam. WIlli 67/24 tot 26 in ditgeval concreet moeten worden tœegepast.

1. Volgens de Cam. WIB 671J2.5, 1*, a, moet:a) een verkoopwaarde worden ttoegekend aan C en

aan F. Het is moeilijk, zelfs ommogelijk een derge-lijke valorisatie correct uit te: voeren, zoals trou-wens wordt gesteld in beroepi Bergen, 10 oktober1978 (BB 589 blz. 2083 en vrolgende).Hoe moet men hier te werk ~gaan?

h) onder andere rekening wordeen gehouden met hetberoep (en dus met de bedoeelingen, bijvoorbeeldafbraak) van de koper. Die: mening wordt be-vestigd door beroep Bergen I supra maar tegen-gesproken door Antwerpen, 13 juni 1978 (Rec,Gen. Eor. Not. nr. 22, 356).Hoe moet men hier te werk [gaan?

2.a) Moet men a contrario uit Céom. WIB 67/25, 2 * ,

afleiden dat wanneer de verrkoopwaarde van degebouwen hoger is dan 30% van de verkoopprijsvan het geheel er een onderrscheid moet wordengemaakt tussen de rneerwararde die betrekkingheeft op de gebouwen en de meerwaarde diebetrekking heeft op de grondl?

Page 30: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1970 - (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

b) Si oui:10 pour le calcul desdites plus-values, D relève-t-il

des plus-values sur constructions (D faisantpartie intégrante de C) ou sur fonds?

, 20 l'article 67bis, § 2, CIR et le Com. CIR 67/26peuvent ils s'appliquer aux valeurs vénalesainsi réparties?

3. On suppose que les montants sous I à L ont étédéterminés conformément aux directives. L'objet dela présente question 3 n'est pas de vérifier ou decritiquer la manière dont ces montants ont été fixés,mais de les intégrer sans plus dans le cadre desquestions a), b) et c) ci-après.a) Quel est le montant de l'éventuelle plus-value

imposable sur immeuble non bâti à déclarer parA en revenus divers année 1992? A distinguerselon chacune des alternatives J, K et L.

b) Quel montant d'amortissement à 100% B peut-ildéduire en charges professionnelles année 1992vu la démolition de C? A distinguer selon chacunedes alternatives J, K et L.

c) Quel montant de frais d'acquisition B peut-ildéduire en charges professionnelles année 1992 etsuivantes? A distinguer selon chacune des alter-natives J, K et L.

4.a) La nécessaire ventilation des valeurs vénales est le

plus souvent basée sur des critères subjectifs sus-ceptibles d'engendrer des difficultés entre lescontribuables et votre administration.Quelles sont les règles techniques applicables à lafixation des valeurs vénales de chaque élément età leur ventilation?Quelles sont les sources d'informations (organis-mes, experts, et cetera) à consulter à cet égard?

b) Pareilles difficultés seraient, en principe, évitéespar l'indication dans l'acte de vente du prixdistinct de chacun des éléments C à H. Ces prixpeuvent-ils être fixés librement par les parties etacceptés comme tels par les services de taxationdu vendeur et de l'acheteur?

Réponse: La profusion et la précision des détailsétayant la question me font penser que l'honorablemembre vise un cas concret.

S'il veut bien me communiquer les noms et adressedes contribuables concernés, je ferai procéder à unexamen dont les conclusions lui seront communiquéesdirectement.

b) Zo ja :10 Heeft D wat de berekening van betrokken

meerwaarden betreft, betrekking op de meer-waarden op de gebouwen (daar D integraaldeel uitmaakt van C) of op de grond?

20 kunnen artikel 67bis, § 2, WIB en Cam.WIB 67/26 worden toegepast op de op dezemanier gesplitste verkoopwaarden?

3. Laten we ervan uitgaan dat de bedragen sub Itot L vastgesteld werden overeenkomstig de richt-lijnen. Deze vraag 3 strekt er niet toe de wijze waaropdeze bedragen vastgesteld werden na te gaan of tebekritiseren maar ze zonder meer te integreren in hetkader van de hierna gestelde vragen a), h) en c).a) Wat is het bedrag van de eventuele belastbare

meerwaarde op een ongebouwd onroerend goeddat A moet aangeven als diverse inkomsten voorhet jaar 1992? Gelieve een onder scheid te makennaargelang de gevallen waarvan sprake in J, Ken L.

b) Welk afschrijvingsbedrag tegen 100% mag Baftrekken als bedrijfslasten 1992, rekening hou-dend met de afbraak van C? Gelieve een onder-scheid te maken naargelang de gevallen waarvansprake in J, K en L.

c) Welke aankoopkosten mag B aftrekken alsbedrijfslasten voor het jaar 1992 en voor de vol-gende jaren? Gelieve een onderscheid te makennaargelang de gevallen waarvan sprake in J, Ken L.

4.a) De noodzakelijke splitsing van de verkoop-

waarden steunt meestalap subjectieve criteria dietot moeilijkheden kunnen leiden tussen de belas-tingplichtigen en uw administratie.Welke technische regels zijn van toepassing bij devaststelling van de verkoopwaarde van elk elementen bij de splitsing ervan?Wat zijn de informatiebronnen (instellingen, des-kundigen, enzovoort) die ter zake moeten wordengeraadpleegd?

b) Dergelijke moeilijkheden kunnen in principeworden voorkomen door in de verkoopakte deafzonderlijke prijs van elk element C tot H tevermelden. Kunnen die prijzen door de partijenvrij worden vastgesteld en als dusdanig wordenaanvaard door de belastingdiensten van de ver-koper en van de koper?

Antwoord: De overvloed en de nauwkeurigeomschrijving van de gegevens in de vraag laten ver-moeden dat het geacht lid een concreet geval beoogt.

Indien mij de namen en het adres van de betrokkenbelastingplichtigen worden meegedeeld, zal ik eenonderzoek doen instellen waarvan de besluiten hemrechtstreeks zullen worden toegezonden.

Page 31: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

DO 919281219

Question n" 203 de M. De Groot du 9 septembre1992 (N.) :

Commissions d'éthique médicale. - Inspection spé-ciale des impôts. - Demande de communication dedonnées.L'Inspection spéciale des impôts (151) s'est récem-

ment adressée aux présidents des différentes commis-sions d'éthique médicale pour, sur la base de l'arti-cle 229 du Code des impôts sur les revenus, exigerla communication de certaines données. L'Inspectionspéciale des impôts demande en effet que lui soientcommuniquées les données suivantes: c une liste detous les médicaments (nouveaux et dérivés de médica-ments existants) ayant fait l'objet d'examens cliniquesau sein du centre médical pour lequel votre commis-sion est compétente, ceci pour les exercices 1989,1990 et 1991 ".

Sont en outre également demandés, pour chaquemédicament, les renseignements suivants:1. l'identité complète (nom, forme juridique, adresse,

pays) de la firme pharmaceutique ayant demandéles tests;

2. l'identité complète des services et de leurs respon-sables ayant effectué ces test;

3. la date à laquelle la demande a été adressée à votrecommission éthique;

4. préciser s'il s'agit de tests effectués en phase I ou II;5. la copie. de l'autorisation délivrée par votre

commission.1. Sans préjudice du droit de l'administration des

impôts à recueillir auprès de l'administration d'insti-tutions qui procèdent à des expériences des renseigne-ments portant sur des données qui pourraient avoirune incidence fiscale, estimez-vous normal et logiqued'adresser de semblables questions à une commissionqui n'a d'autre mission que de contrôler la conformitéd'expériences médicales planifiées à la déontologiemédicale?

Il s'agit en premier lieu de la protection du patientassocié à l'expérience.

2. Quels fondements juridiques s'appliquent, envertu des dispositions de l'article 229 susmentionné,aux commissions dont question, qui, n'étant ni despersonnes juridiques ni des associations de fait,ne sont que des organes consultatifs médico-éthiques?

3. L'ISl a-t-elle un droit de regard sur les dossiersdes commissions d'éthique médicale ainsi que sur lesdossiers se rapportant aux expériences accomplies?

Dans l'affirmative, ne sommes-nous pas en pré-sence d'une violation flagrante du secret médical etdu respect de la vie privée du patient?

Réponse: Le droit de recueillir des renseignementsauprès des tiers que l'article 229 (article 323 nouveau)du Code des impôts sur les revenus (CIR) reconnaîtà l'administration est général et ne dépend pas dustatut juridique de ces tiers ou de la nature de leur

- (29)-Belgische Kamer van Volksvertegenwo.ordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-11992) 1971

DO 919281219

Vraag nr, 203 van de heer De Groœt van 9 september1992 (N.) :

Commissies voor medische etbieile. - Bijzonderebelastinginspectie. - Opeising u/an gegevens.

Onlangs heeft de Bijzondere belastinginspectie(BBl) zich gericht tot de voorzitterrs van de verschil-lende commissies voor medische etthiek om op grondvan artikel229 van het Wetboek vain inkornstenbelas-ting een aantal gegevens op te eisen. Meer bepaaldvraagt de Bijzondere belastinginspœctie « een lijst vanalle geneesmiddelen (nieuwe en drerivaten van reedsbestaande) die het voorwerp warren van klinischeonderzoeken binnen het geneeskumdig centrum waar-voor elke commissie bevoegd is, nnee te delen en ditvoor de jaren 1989, 1990 en 199:1 »,

Voor elk geneesmiddel werden oiok volgende inlich-tingen gevraagd :1. de volledige identiteit (naarn., juridische vorm,

adres, land) van de farmaceuttische firma die detesten heeft aangevraagd;

2. de volledige identiteit van de «liensten en verant-woordelijken ervan die de tests lhebben uitgevoerd;

3. datum waarop de aanvraag aam de ethische corn-missie werd gedaan;

4. aanduiding of het tests binnen fase I of II betreft;5. afschr~ft. van de toelating a fgeleverd door de

comrmssie.1. Ongeacht het recht van de administratie van de

belastingen om bij de adrninistratie van instellingendie experimenten uitvoeren, inlichtingen in te winnenin verband met gegevens die een fiscale weerslagkunnen hebben, vindt u het norrmaal en logisch datmen dergelijke vragen richt aan een commissie diealleen maar tot taak heeft ami te controleren ofgeplande medische experimentem wel in overeen-stemming zijn met de geneeskunclige plichtenleer?

Het gaat in de allereerste plaaits om beschermingvan de patiênt die bij het experiment betrokkenwordt.

2. Op welke rechtsgronden kumnen deze commis-sies, die noch rechtspersonen, nœch feitelijke vereni-gingen zijn maar enkel medisch-eethische adviesorga-nen, ressorteren onder de bepaliing van voornoemdartikel 229?

3. Heeft de BBl het recht (de dossiers van decommissies van medische ethiek en de dossiers betref-fende de uitgevoerde experirnentcen in te zien?

Zo ja, is dit geen flagrante schending van hetberoepsgeheim en van de privacjy van de patiënt?

Antwoord: Het recht om vam derden inlichtingente vorderen dat artikel 229 (artiikel 323 nieuw) vanhet Wetboek van de inkomstenbeelastingen (WIE) aande administratie toekent is algermeen en niet afhanke-lijk van het juridisch statuut vain die derden of van

Page 32: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1972 - (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Anrwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

intervention dans l'activité des personnes dont l'admi-nistration désire contrôler les revenus.

L'exactitude des renseignements fournis peut êtrecontrolée par l'administration sur la base de l'arti-cle 230 CIR (article 324 nouveau).

Afin d'être complet, je renvoie aussi l'honorablemembre à l'article 241 CIR (article 334 nouveau),qui prévoit un régime pour les cas où la personneinterpellée invoque le secret professionnel.

Puisque dans les cas visés par l'honorable membre,il n'est pas demandé de renseignements relatifs auxpatients, des craintes quant à une violation du secretprofessionnel ou du droit au respect de la vie privéene me paraissent pas fondées.

DO 919281257

Question n" 211 de M. Perdieu du Il septembre1992 (Fr.) :

Office de sécurité sociale d'outre-mer.Un belge ayant résidé en Afrique et en Asie pour

y exercer une activité indépendante et, de ce fait,n'ayant pas été imposé en Belgique, s'est constitué, àpartir de ses fonds propres, par versements mensuels,une pension de retraite, auprès de l'Office de sécuritésociale d'outre-mer.

Quel sera le régime fiscal appliqué à l'âge de laretraite de l'intéressé à cette pension si ce dernier sedomicilie en Belgique à cette date?

Réponse: Je me permets de renvoyer l'honorablemembre à la réponse fournie à sa question du 2 août1991, ayant exactement le même objet (voir bulletindes Questions et Réponses, Chambre, session ordi-naire 1990-1991, n? 174, du 24 septembre 1991,pages 14780 et 14781).

Erratum

DO 919280746

Question n" 128 de M. Bertrand du 16 juin 1992(Fr.) :

Impôts non payés. - Huissiers indépendants.Recouvrement.

Veuillez lire le texte de la réponsecomme suit

Réponse: Etant donné le nombre restreint des huis-siers des contributions encore en fonction (7 à cejour), les receveurs de l'Administration des contri-butions directes ont effectivement quasi systématique-ment recours à des huissiers de justice lorsqu'il s'agitde poursuivre le recouvrement d'impôts impayés.

de aard van hun tussenkomst in de activiteit van depersonen van wie de administratie her inkomen wenstte controleren.

De juistheid van de verstrekte inlichtingen kan doorde administratie worden onderzocht op grond vanartikel 230 WIB (artikel 324 nieuw).

Volledigheidshalve verwijs ik het geacht lid ooknaar artikel 241 WIB (artikel 334 nieuw), dat voorzietin een regeling voor de gevallen waarin de onder-vraagde het beroepsgeheim inroept.

Vermits in de gevallen waarover het geacht lid hetheeft geen inlichtingen worden gevraagd over patiën-ten komt enigerlei vrees voor schending van hetberoepsgeheim of van het recht op privacy mijongegrond voor.

DO 919281257

Vraag nr. 211 van de heer Perdieu van 11 september1992 (Fr.) :

Dienst voor de overzeese sociale zekerheid.Een Belg die in Afrika en in Azië heeft gewoond

en daar een activiteit als zelfstandige uitoefende, endie derhalve in België geen belastingen betaalde, heeftmet eigen middelen via maandelijkse betalingen, eenpensioen bij de Dienst voor overzeese sociale zeker-heid opgebouwd.

Welke belastingregeling zal van toepassing zijnwanneer de belanghebbende de pensioengerechtigdeleeftijd bereikt en zich op dat tijdstip in België dorni-cilieert?

Antwoord: Ik verloorloof mij het geacht lid teverwijzen naar het anrwoord op zijn identieke vraagvan 2 augustus 1991 (zie bulletin van Vragen enAntwoorden, Kamer, gewone zitting 1990-1991,nr. 174, van 24 september 1991, blz. 14780 en14781).

Erratum

DO 919280746

Vraag nr, 128 van de heer Bertrand van 16 juni 1992(Fr.) :

Niet-betaalde belastingen. - Zelfstandige deuru/aar-ders. - Invordering.

Gelieve de tekst van het antwoordals volgt te lezen

Antwoord: Rekening houdende met het beperktaanral belastingdeurwaarders die hun functie nogwaarnemen (thans nog 7) doen de ontvangers van dedirecte belastingen bijna uitsluitend een beroep opgerechtsdeurwaarders wanneer het erom gaat deinvordering van onbetaalde belastingen te vervolgen.

Page 33: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambredes Représentantsde BelgiqueQuestionset Réponses(SE1991-1992)

- (29)- BelgischeKamervan VolksvertegenwoordigersVragenen Antwoorden (BZ1991-1992) 1973

Les statistiques tenues en la matière par ('Admi-nistration des contributions directes englobentl'ensemble des actes signifiés à la demande des rece-veurs des contributions directes, quel que soit l'huis-sier instrumentant.

En raison de l'accroissement des tâches nécessitéespar la préparation de la restructuration des bureauxde recette intervenue au 1er janvier 1990, aucunestatistique n'a été établie pour l'année 1989.

1. L'honorable membre trouvera ci-après lesdonnées dont dispose l'administration pour les années] 988 (période du 1er novembre 1987 au 31 octobre1988),1990 et 1991 (du 1er janvier au 31 décembre).

Le nombre de contraintes (demandes de signifi-cation d'un commandement) et autres actes signifiésultérieurement (saisies-exécution mobilières, etcetera) s'élève:

en 1988 à 253.080 francs belges;- en 1990 à 176.204 francs belges;- en 1991 à 238.898 francs belges.

2. L'Administration des contributions directes nepossède aucun renseignement statistique en la matièremais on peut constater que de nombreuses cotisationssont payées à la suite des poursuites effectuées.

3. Les frais de poursuites et de justice perçus parl'Administration des contributions directes au coursdes années budgétaires 1988 à 1991 s'élèvent:

en 1988 à 565.891.830 francs belges;en 1989 à 545.543.285 francs belges;en 1990 à 423.966.189 francs belges;en 1991 à 392.526.893 francs belges.

Ces chiffres ne tiennent pas compte des frais payésdirectement par les receveurs des contributions direc-tes aux huissiers instrumentants et non encore récupé-rés auprès des redevables à l'encontre desquels lespoursuites qui sont à l'origine desdits frais ont étéeffectuées.

La diminution constatée pour les années 1990 et1991 résulte notamment des modifications apportéesà la procédure de poursuites depuis le 1er juin 1990,à savoir l'instauration d'une mission d'exécution uni-que et continue confiée par les receveurs des contri-butions directes aux huissiers de justice, dans le cadrede laquelle les huissiers instrumentants ont été auto-risés à prélever les frais qui leur sont dus sur toutpaiement effectué directement entre leurs mains.

Je peux affirmer par ailleurs à l'honorable membrequ'aucun pourcentage des impôts ainsi récupérés n'estalloué aux huissiers instrumentants à titre d'intéresse-ment.

De ter zake door de Administratie der directe bel as-tinen gehouden statistieken ornvatren het geheel vande akten die op verzoek van de ontvangers van dedirecte belastingen werden betekend, wie ook deoptredende deurwaarder is.

Wegens de toename van de taken ingevolge de her-structurering van de ontvangkantoren op 1 januari1990 werd voor het jaar 1989 g<een statistiek aan-gelegd.

1. Het geacht lid gelieve hierna «le gegevens aan tetreffen waarover de administrattie beschikt voorde jaren 1988 (periode van 1 november 1987 tot31 oktober 1988), 1990 en 1991 (van 1 januari tot31 december).

Het aantal dwangschriften (verzoeken tot het be-tekenen van een dwangbevel) em andere later be-tekende akten (uitgevoerd beslag op roerend goed,enzovoort) bedraagt:

in 1988 : 253.080 Belgische fr:ank;- in 1990 : 176.204 Belgische fr:ank;- in 1991 : 238.898 Belgische fr:ank.

2. De Administratie der diirecte belastingenbeschikt ter zake over geen statistisrche gegevens, maarmen kan vaststellen dar talrijke aanslagen wordenbetaald ingevolge de ingestelde venvolgingen.

3. De vervolgings- en gerechtskcosten die de Admi-nistratie der directe belastingen tijdens de begrotings-jaren 1988 tot 1991 geïnd heeft, lberdagen :.

in 1988 : 565.891.830 Belgische frank;in 1989 : 545.543.285 Belgisclhe frank;in 1990: 423.966.189 Belgisclhe frank;in 1991 : 392.526.893 Belgische frank.

Deze bedragen houden geen rekening met de kostendie rechtstreeks door de ontvangers van de directebelastingen aan de optredende deurwaarders wordenbetaald en nog nier werden gerecupereerd van debelastingschuldigen tegen wie de vervolgingen werdenuitgeoefend die aan de oorspromg van de kostenliggen.

De vermindering vastgesteld voor de jaren 1990 en1991 is onder andere toe te schriijven aan de wijzi-gingen die sedert 1 juni 1990 wrerden aangebrachtaan de vervolgingsprocedure, narmelijk de invoeringvan een enige en doorlopende opdlracht door de ont-vangers van de directe belastingem aan de gerechts-deurwaarders in het kader waarwan de optredendedeurwaarders worden gemachtigcd om de hun ver-schuldigde kosten vooraf te nemern op iedere betalingdie in hun handen wordt gedaan.:

Ik kan het geacht lid trouwens bevestigen dat vande aldus gerecupereerde belastingren geen percentageals winstdeling aan de optredeende deurwaarderswordt toegekend.

255

Page 34: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1974 _ (29) _ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigersVragenenAntwoorden(BZ1991-1992)

ChambredesReprésentantsdeBelgiqueQuestionsetRéponses(SE 1991-1992)

Ministre des Pensions

Da 919281093

Question n" 23 de M. Leo Peeters du 21 août 1992(N.) :

Services de contrôle et d'inspection.1. Quelles tâches d'inspection et de contrôle relè-

vent de votre compétence?2. Quelles sont les missions actuelles des services

compétents pour ces tâches?3. Quelles sont les options et priorités stratégiques

de ces services, et qui les détermine?4. Comment ces services sont-ils structurés?5. Combien de membres du personnel l'organi-

gramme prévoit-il et combien y travaillent effective-ment?

6. Combien de contrôles ces services effectuent-ilsannuellement?

7. Combien d'infractions ont été constatées à cetteoccasion?

8. Combien de procès-verbaux ont été dressés?

9. Quelle suite y a été réservée?

10. Dans quelle mesure les contrôles, la constata-tion d'infractions, les procès-verbaux dressés ainsique les mesures et sanctions proposées contribuent-ilsà la réalisation des options stratégiques des servicesen question?

Réponse:

I. Ministère de la Prévoyance sociale.J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable mem-

bre qu'il n'existe pas de service d'inspection spécifiquedans le cadre de l'Office national des pensions.

Au sein des services centraux, la contrôle annuelde l'activité professionnelle autorisée déclarée parcertains pensionnés est exercé par les sections admi-nistratives des services d'attribution. Ce contrôles'effectue sur la base des attestations des employeursdes pensionnés occupés en qualité de travailleurssalariés, qui seront réclamées aux intéressés une foispar an.

Le contrôle de l'activité professionnelle en qualitéde travailleur indépendant est fait par l'Institut natio-nal d'assurances sociales pour travailleurs indépen-dants.

En cas de dénonciation de pensionnés exerçant uneactivité professionnelle non déclarée, une enquête aévidemment lieu. Les agents de l'Office national despensions n'ont cependant pas le pouvoir de dresserdes procès-verbaux.

En ce qui concerne le contrôle exercé par le Serviceactuariat du département dans le domaine des

Minister van Pensioenen

DO 919281093

Vraag nr. 23 van de heer Leo Peeters van 21 augus-tus 1992 (N.) :

Controle- en inspectiediensten.1. Welke inspectie - en controletaken ressorteren

onder uw bevoegdheid?2. Wat zijn de huidige opdrachten van de diensten

die bevoegd zijn voor deze taken?3. Wat zijn de strategische opties en de prioriteiten

van deze diensten en door wie worden ze vastgelegd?4. Hoe zijn die diensten gestructureerd?5. Hoeveel personeelsleden telt de personeels-

formatie en hoeveel werken er effectief?

6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit?

7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vast-gesteld?

8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij op-gesteld?

9. Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaal gegeven?

10. In welke mate dragen de controles, de vast-stelling van de overtredingen, de opgestelde pro-cessen-verbaal en de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategische optiesvan deze diensten?

Antwoord:

I. Ministerie van Sociale VoorzorgIk heb de eer het geacht lid te laten weten dat in

het kader van de Rijksdienst voor pensioenen geenspecifieke inspectiedienst bestaat.

Binnen de centrale diensten gebeurt de jaarlijksecontrole van de door sommige gepensioneerden aan-gegeven toegelaten beroepsactiviteit door administra-tieve secties van de toekenningsdiensten. Deze con-trole gebeurt op basis van de attesten van de werk-gevers van de als werknemers tewerkgestelde gepen-sioneerden, die eenmaal per jaar aan de betrokkenenworden gevraagd.

De controle van een beroepsbezigheid als zelf-standige gebeurt door het Rijksinstituut voor desociale verzekeringen der zelfstandigen.

Ingeval van klacht in verband met een niet aan-gegeven uitoefening van beroepsarbeid door gepen-sioneerden, vindt vanzelfsprekend een onderzoekplaats. De ambtenaren van de Rijksdienst voorpensioenen hebben evenwel niet de macht processen-verbaal op te stellen.

Wat betreft de controle, die uitgeoefend wordt doorde Dienst actuariaat van het departement op het

Page 35: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)-

Belgische Kamer van VolksvertegenwœordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991- n992) 1975

pensions, je signale à l'honorable membre que ceservice a en vertu de l'article 12 de la loi du 28 mai1971 réalisant l'unification et l'harmonisation desrégimes de capitalisation institués dans le cadre deslois relatives à l'assurance en vue de la vieillesse etdu décès prématuré, la compétence de contrôler l'exé-cution de la législation et de se £aire présenter toutesles pièces justificatives nécessaires à cet effet. L'arrêtéd'exécution du 13 septembre 1971 de cette loi préciseà l'article 17, alinéa 2, que tout changement dans lacomposition des placements requiert l'autorisationpréalable du ministre. Les inspecteurs d'actuariat ontle pouvoir, au nom du ministre, d'accorder cetteautorisation. Dans le régime de pension extra-légale,un même pouvoir est accordé aux inspecteurs d'actua-riat.

Les mISSIOns actuelles de ce service sant les SUl-vantes:1. L'octroi des autorisations exigées dans Je cadre de

la loi citée à J'alinéa précédent.

2. L'examen des comptes annuels des societes quigèrent la capitalisation individuelle (régimeslégaux et extra-légaux) et la collecte des donnéescomptables auprès des institutions concernées envue de la publication des résultats dans le rapportgénéraJ de la sécurité sociale.

3. La réunion des statistiques en relation avec la capi-talisation individuelle (réserves mathématiques,rendement, profit).

4. Le traitement d'un certain nombre de dossiersconcernant des problèmes concrets du régime.

5. L'octroi des autorisations pour la répartition béné-ficiaire proposée.

En ce qui concerne les options stratégiques et lespriorités de ce service, il y a lieu de signaler que lamission de contrôle du Service actuariat n'est pas samission principale. Il est chargé entre autres de l'éta-blissement du rapport général de la sécurité socialeet du projet PRESOC. Ce projet a pour but d'infor-matiser le budget de la sécurité sociale (régimegénéral).

Il y a un projet d'arrêté royal à l'étude pour quele contrôle technique lié à l'arrêté royal du 14 mai1969 soit transféré au Service de contrôle des assu-rances.

Le Service actuariat est structuré pour l'ensembledes missions qui lui sont confiées. Trois inspecteursd'actuariat exercent la mission de contrôle. Le travaillié à cette tâche peut être estimé à 5% des activitésdu service.

Le cadre du Service actuariat comprend 3 inspec-teurs d'actuariat, 2 sous-chef de bureau et 1aide-véri-ficateur. Le service dépend de la Direction généraledes études et de la programmation sociale.

gebied van de pensioenen, wijs ik-Ihet geacht lid eropdat deze dienst, krachtens artikel 12 van de wet van28 mei 1971 tot verwezenlijking 'van de eenmakingen de harmonisering van de kapiitalisatiestelsels in-gericht in het raam van de wettten betreffende deverzekering tegen de geldelijke ge.volgen van ouder-dom en vroegtijdige dood, de bevoegdheid heeft omde uitvoering van de wetgeving te controleren en omzich hiertoe alle verantwoordingsstukken te latenvoorleggen die hij daartoe nood.zakelijk acht. Hetuitvoeringsbesluit van 13 septermber 1971 van diewet bepaalt in artikel 17, tweede lid, dat elke wijzi-ging in de samenstelling van de Ibeleggingen onder-worpen is aan de voorafgaandelijkœ toestemming vande minister. De actuariaatsinspectœurs zijn namens derninister gemachtigd voornoemde ttoestemming te ver-lenen. In het buitenwettelijk pensiœenstelsel wordt eenzelfde machtiging aan de actuariaiatsinspecteurs ver-leend.

De huidige opdrachten van dezœ dienst zijn:

1. Het verlenen van de vereiste to-estemmingen in hetkad,er van de in de vorige alimea geciteerde wet-gevmg.

2. Het nakijken van de jaarrekeniingen van de maat-schappijen die de individuele k.apitalisatie beheren(wettelijk en buitenwettelijk stelsel) en de consoli-datie van die boekhoudkundige gegevens over debetrokken instellingen met het oog op ,de publi-catie van de resultaten ervan im het algerneen ver-slag van de sociale zekerheid.

3. Het verzamelen van statistieken in verband metde individuele kapitalisatie (wiskundige reserves,rendement, winst).

4. Het behandelen van een beperkt aantal dossiersover concrete problemen in het stelsel.

5. De toelating verlenen voor de voorgestelde winst-verdeling.

Wilt de strategische opties en de prioriteiten vandeze dienst betreft, is het aangewrezen erop te wijzendar de ontroleopdracht van de Diienst actuariaat nietzijn hoofdopdracht is. Hij houdtt zich onder anderebezig met het algemeen verslag vran de sociale zeker-heid en met het PRESOC-projec:t. Dit project heeftals doel de begroting van de sociale zekerheid(algemene regeling) te informatisseren.

Er is een ontwerp van koninkllijk besluit in studieom de technische controle verboruden aan het konink-lijk besluit van 14 mei 1969 aam de Controledienstvoor de verzekeringen over te drragen.

De Dienst actuariaat is gesrrrucrureerd voor hetgeheel van de opdrachten die herm zijn toegekend. De3 actuariaatsinspecteurs oefenen «le controleopdrachtuit. Het werk, dat aan die taakc verbonden is, kanglobaal op ongeveer 5% van dee activiteiten van dedienst worden geschat,

Het kader van de Dienst acrtuariaat bestaat uit3 actuariaatsinspecteurs, 2 ornderbureauchefs en1 hulpverificateur. De dienst hamgt af van de Alge-mene directie voor studiën en sociiale programmatie.

Page 36: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1976 ChambredesReprésentantsdeBelgiqueQuestionsetRéponses(SE 1991-1992)

Au niveau 1, le service est complet mais non auniveau 2: il y a un chef de bureau statutaire et unrédacteur temporaire.

Il n'y a pas de contrôles sur place qui sont effectués.Aucune infraction n'a été constatée.Il ne relève pas de la compétence du Service actua-

riat de rédiger des procès-verbaux.En général, on peut dire que l'effet de la mission

de contrôle est très restreint.

II. Institut national d'assurances sociales pourtravailleurs indépendants.

Dans le secteur des indépendants, l'Institut nationald'assurances sociales pour travailleurs indépendantsdispose d'un service d'inspection qui effectue enprincipe toutes les missions d'inspection et de contrôleconcernant l'ensemble du statut social des travailleursindépendants. Elles peuvent aussi bien concerner lesdroits que les obligations des indépendants. Ces servi-ces sont mis sous la tutelle du ministre des Petites etMoyennes Entreprises et de l'Agriculture.

III. Administrations des pensions.Aucun service de contrôle ou d'inspection n'est

attaché à l'Administration des pensions qui par ail-leurs relève au point de vue administratif du ministèredes Finances.

DO 919281016

Question n'' 24 de M. Platteau du 23 juillet 1992(N.) :

Personnel communal. - Pension. -Indemnité d'at-tente.L'article 31 de la loi du 29 juin 1976 modifiant

certaines dispositions de la législation sur le régimede pensions du personnel communal. et assimilé pré-voit que les agents admis à la pension prématuréesont censés avoir exercé leurs fonctions jusqu'à l'âgede 65 ans pour le calcul de leur pension.

Des différends ont surgi pour ce qui est des fonc-tionnaires exerçant un emploi accessoire mis enattente pour cause de cumul avec un emploi principal.L'indemnité d'attente sert de base au calcul de lapension liée aux emplois accessoires. Ainsi, pour lecalcul du traitement moyen des cinq dernières annéesde service à prendre en considération, les indemnitésd'attente seraient préalablement désindexées, de sortequ'elles seraient inférieures au dernier traitement reçupar l'intéressé au cours de sa période d'activité etdonneraient lieu à une réduction non négligeable dela pension.

1. Est-ce exact?2. De quelle manière les droits des intéressés sont-

ils préservés, et comment les pensions sont-elles

_ (29) _ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigersVragenenAntwoorden(BZ1991·1992)

Op niveau 1 is de dienst voltallig maar niet opniveau 2: er is 1 statutaire bestuurschef en 1 tijdelijkeopsteller.

Er worden geen controles ter plaatse uitgevoerd.Geen enkele overtreding werd vastgesteld.Het opstellen van de processen-verbaal behoort niet

tot de bevoegdheid van de Dienst actuariaat.In het algemeen kan worden gesteld dat het effect

van de controleopdracht vrij gering is.

II. Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen derzelfstandigen.

In de sector van de zelfstandigen beschikt het Rijks-instituut voor de sociale verzekeringen der zelf-standigen over een inspectiedienst die in principe alleinspectie- en controleopdrachten uitvoert met betrek-king tot het geheel van het sociaal statuut van dezelfstandigen. Zij kunnen zowel betrekking hebbenop de rechten als op de verplichtingen van de zelf-standigen. Deze diensten staan onder de voogdij vande minister van Kleine en Middelgrote Onder-nemingen en Landbouw.

III. Administratie der pensioenenDe Administratie der pensioenen, die voor het

overige administratief tot het ministerie van Financiënbehoort, beschikt over geen controle- of inspectie-diensten.

DO 919281016

Vraag nr. 24 van de heer Platteau van 23 juli 1992(N.):

Gemeentepersoneel. - Pensioen. - Wachtgeld.

Artikel 31 van de wet van 29 juni 1976 tot wijzi-ging van sommige bepalingen van de wetgeving opde pensioenregeling van het gemeentepersoneel en hetdaarmee gelijkgestelde personeel bepaalt dat ver-vroegd op pensioen gestelde personeelsleden wordengeacht hun arnbt tot de leeftijd van 65 jaar uitge-oefend te hebben, voor de berekening van hun pen-sioen.

Er zijn geschillen gerezen voor ambtenaren met eenbijbetrekking die in wachtstand werd geplaatstwegens cumulatie met een hoofdbetrekking. Hetwachtgeld dient als grondslag voor de berekening vanhet pensioen verbonden aan de bijbetrekkingen. Zozouden, ter berekening van de in aanmerking tenemen gemiddelde wedde van de laatste vijf dienst-jaren, de wachtgelden voorafgaandelijk het voorwerpzijn van de desindexering, zodat ze lager zijn dan delaatst ontvangen activiteitswedde en aanleiding geventot een niet onbelangrijke pensioenvermindering.

1. Is dit inderdaad zo?2. Hoe worden de rechten van betrokkenen gevrij-

waard en op welke wijze worden de pensioenen

Page 37: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)-

Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-·1992) 1977

actuellement calculées si la période de référence decinq ans inclus des périodes avec indemnité d'attente?

Réponse: En réponse à sa question, j'ai l'honneurde communiquer à l'honorable membre que, confor-mément à l'article 21 de la loi du 29 juin 1976 modi-fiant certaines dispositions de la loi communale, duCode rural, de la législation sur le régime de pensionsdu personnel communal et assimilé et réglant cer-taines conséquences des fusions, annexions et rec-tifications des limites des communes réalisées par laloi du 30 décembre 1975, tout agent cumulant unemploi principal avec un ou des emplois accessoiresest mis d'office en position d'attente dans son ou sesemplois accessoires si le Conseil communal n'en a pasdécidé autrement dans les douze mois de son installa-tion. Dans cette position et jusqu'au moment où ilremplit les conditions minimales requises pour solli-citer sa pension de retraite, cet agent bénéficie d'untraitement d'attente égal à son dernier traitementd'activité.

L'article 36 de la même loi prévoit que le traitementqui sert de base au calcul de la pension attachée auxfonctions accessoires visées à l'article 21 est le traite-ment d'attente prévu par cette disposition. Ce traite-ment d'attente est donc égal au dernier traitementd'activité. Son montant est invariable et ne suit pasl'évolution de l'indice des prix à la consommation.Ceci a pour conséquence que la méthode habituelleconsistant à calculer les pensions sur la base d'unemoyenne quinquennale des traitements liés à l'indice-pivot 138,01 est inadaptée au calcul de ces pensions.Le recours à ce mode habituel de calcul aurait pourrésultat que celui qui a été mis en position d'attenteavec un traitement d'attente non indexé obtiendraitle même montant de pension que celui qui a poursuivinormalement sa carrière alors que le traitement de cedernier a encore été indexé par la suite. Cette manièred'agir aurait pour conséquence d'anéantir au niveaude la pension les effets du blocage du dernier traite-ment d'activité. En outre, la pension des agents quiont perçu pendant de nombreuses années un traite-ment d'attente pourrait être supérieure au traitementd'attente. De tels effets sont évidemment contraires àla volonté du législateur.

C'est la raison pour laquelle il convient de considé-rer que le traitement d'attente « gelé» comprend ficti-vement les indexations normales et de calculer parconséquent le traitement servant de base au calcul dela pension en désindexant le traitement réellementperçu par l'intéressé.

Il est par ailleurs évident que la règle générale selonlaquelle c'est le traitement quinquennal moyen quisert de base au calcul de la pension doit toujoursrester d'application. Il en résulte que lorsque l'inté-ressé a été mis en position d'attente plus de cinq ansavant la fin de sa carrière, la désindexation doits'effectuer en tenant compte d'une part de l'indice envigueur le premier jour de la période quinquennalede référence, et d'autre part de celui en vigueur ledernier jour de cette même période.

momenteel berekend indien perio.des met wachtgeldbinnen de vijfjarige referentieperiode vallen?

Antwoord: In antwoord op zijjn vraag heb ik deeer het geacht lid mee te delen dlat overeenkomstigartikel 21 van de wet van 29 juni 1976 tot wijzigingvan sommige bepalingen van de: gemeentewet, hetVeldwetboek, de wetgeving op die pensioenregelingvan het gemeentepersoneel en hett daarmee gelijkge-stelde personeel en tot regeling vam sommige gevolgenvan de samenvoegingen, aanhechrtingen en wijzigin-gen van grenzen van gemeenten verwezenlijkt doorde wet van 30 december 1975, iedœr personeelslid dateen hoofdbetrekking met één of rrneerdere bijbetrek-kingen cumuleert, ambtshalve in wachtstand wordtgeplaatst in zijn bijbetrekking(en) indien de gemeen-teraad niet anders heeft beslist bimnen twaalf maan-den na zijn installatie. In die strand en tot op hetogenblik dat hij de vereiste mimimumvoorwaardenvoor het aanvragen van zijn ru.stpensioen vervult,geniet dat personeelslid in principœ een wachtgeld datgelijk is aan zijn laatste activiteitsswedde.

Artikel 36 van dezelfde wet bejpaalt dat de weddedie tot grondslag dient voor de lberekening van hetpensioen verbonden aan de bijbettrekkingen bedoeldin artikel 21, het in dat artikel lnedoelde wachtgeldis. Dit wachtgeld is dus gelijk aan dle laatste activiteits-wedde. Het bedrag ervan is onvœranderlijk en volgtde evolutie van het indexcijfer derr consump.tieprijzenniet. Dit heeft tot gevolg dat de gelbruikelijke methodedie erin bestaat de pensioenen te berekenen op grondvan een vijfjarig gemiddelde van wedden die aan hetspilindexcijfer 138.01 gekoppeld zijn, ongeschikt isvoor de berekening van deze pensioenen. De toepas-sing van deze normale berekeningswijze zou totgevolg hebben dat diegenen die in wachtstand werdengeplaatst met een niet geïndexeerd wachtgeld, het-zelfde pensioenbedrag zouden belkomen als diegenendie hun loopbaan normaal hebb.en voortgezet daarwaar, de wedde van deze laatsten verder geïndexeerdis geworden. Op die manier ZOUI het effect van hetblokkeren van de laatste activiteitrswedde ten aanzienvan het pensioen teloorgaan. Bovemdien zou voor per-soneelsleden die gedurende vele j.aren een wachtgeldhebben genoten, het pensioen hogrer kunnen zijn danhet wachtgeld. Een en ander is duiidelijk in strijd metde wil van de wetgever.

Men moet daarom aannemen dlat het « bevroren »

wachtgeld fictief de normale inde.xeringen bevat metals gevolg dat de wedde die tot grrondslag dient voorde pensioenberekening, dient te -worden vastgestelddoor de werkelijk door de betrrokkene ontvangenwedde te desindexeren.

Het is overigens evident dat de algemene regelvolgens welke de gemiddelde weedde van de jongstevijf jaar tot grondslag dient voor de berekening vanhet pensioen, steeds van toepasssing moet blijven.Daaruit volgt dat wanneer de be-trokkene meer danvijf jaar voor de ingangsdatum vran zijn pensioen inwachtstand werd geplaatst, de cdesindexering moetgeschieden door rekening te houdeen enerzijds met hetindexcijfer dat van toepassing W2aS op de eerste dagvan de vijfjarige referentieperiodee en anderzijds methet indexcijfer dat van kracht waas op de laatste dagvan diezelfde periode.

Page 38: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1978 Chambre des Représentantsde BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)- BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers

Vragenen Antwoorden (BZ 1991-1992)

Ministre de l'Intérieuret de la Fonction publique

DO 919280260

Question n" 117 de M. Winkel du 6 juillet 1992 (Fr.) :

Droit au minimum de moyens d'existence. - Natio-nalité. - Discriminations.La loi du 20 juillet 1991 portant des dispositions

sociales a, entre autres, modifié la législation relativeaux allocations aux handicapés, aux prestations fami-liales garanties, au revenu garanti aux personnesâgées et au minimum de moyens d'existence. L'exi-gence d'une résidence de 5 ou 10 ans - discrimina-toire pour les non-Belges - a été supprimée par unarrêté royal du 16 octobre 1991.

1. Combien de personnes défavorisées se verraientouvrir le droit au minimum de moyens d'existencedans l'hypothèse de la suppression des conditionsrelatives à la nationalité dans la loi du 7 août 1974instituant le droit à un minimum de moyens d'exis-tence?

2. Quel est le nombre total d'étrangers qui nerépondent pas aux conditions de nationalité de l'arti-cle 1er de l'arrêté royal du 27 mars 1987 étendant lechamp d'application de la loi du 7 août 1974?

3. Quel est par extrapolation le nombre probablede personnes qui seraient de nouveaux bénéficiaires?

4. Pourquoi n'a-t-on pas supprimé cette conditionde nationalité?

Réponse: Le problème soulevé ne relevant pas dema compétence, je renvoie l'honorable membre à laréponse qui lui sera donnée par ma collègue del'Intégration sociale, la Santé publique et l'Environne-ment à qui la même question a été posée (questionn" 15, du 6 juillet 1992).

DO 919281154

Question n" 148 de M. Standaert du 25 août 1992(N.) :

Kontich. - Bourgmestre.La commune de Kontich est pnvee depuis bien

longtemps déjà de bourgmestre. Des rumeurs incon-trôlées évoquant des accords préélectoraux et autresarrangements non respectés entre ténors locaux de lapolitique, avec pour enjeu l'écharpe maïorale, sontrépercutées dans la presse et auprès de la populationlocale.

1. Ce problème a-t-il été porté à votre connais-sance?

2. Dans l'affirmative, quelles sont les causes decette situation?

Minister van Binnenlandse Zakenen Ambtenarenzaken

DO 919280260

Vraag nr, 117 van de heer Winkel van 6 juli 1992(Fr.) :

Recht op het bestaansminimum. - Nationaliteit. -Discriminatie.De wet van 20 juli 1991 houdende sociale bepalin-

gen heeft onder meer de wetgeving betreffende detegemoetkomingen aan gehandicapten, de gewaar-borgde gezinsbijslag, het gewaarborgd inkomen voorbejaarden en het bestaansminimum gewijzigd. De eisvan een verblijf van 5 of 10 jaar - discriminerendvoor niet-Belgen - werd met een koninklijk besluitvan 16 oktober 1991 afgeschaft.

1. Hoeveel minderbedeelden zouden recht krijgenop het bestaansminimum als de voorwaarden metbetrekking tot de nationaliteit in de wet van 7 augus-tus 1974 tot instelling van het recht op een bestaans-minimum werden afgeschaft?

2. Hoeveel vreemdelingen voldoen niet aan denationaliteitsvoorwaarden van artikel 1 van hetkoninklijk besluit van 27 maart 1987 tot uitbreidingvan het toepassingsgebied van de wet van 7 augustus1974?

3. Wat zou extrapolerend het vermoedelijk aantalnieuwe gerechtigden zijn?

4. Waarom werd die nationaliteitsvoorwaarde nietopgeheven?

Antwoord: Aangezien het aangehaalde probleemniet tot mijn bevoegdheid behoort, verwijs ik hetgeacht lid naar het antwoord dat zal worden verstrektdoor mijn collega van Maatschappelijke Integratie,Volksgezondheid en Leefmilieu, tot wie dezelfdevraag werd gericht (vraag nr. 15 van 6 juli 1992).

Dû 919281154

Vraag nr. 148 van de heer Standaert van 25 augustus1992 (N.) :

Kontich. - Burgemeester.Reeds geruime tijd heeft de gemeente Kontich geen

burgemeester. Zowel in de pers als bij de plaatselijkebevolking doen wilde verhalen de ronde over pre-elec-torale en andere niet nageleefde akkoorden tussenlokale politieke tenoren met de burgemeestersjerp alsinzet,

1. Werd dit probleem u al voorgelegd?

2. Zo ja, wat is de oorzaak van deze toestand?

Page 39: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE1991-1992)

3. Quand ce problème sera-t-il réglé?Réponse: M. Joseph Plasmans a été nommé bourg-

mestre de la commune de Kontich par arrêté royaldu 10 septembre 1992.

DO 919280120

Question n" 180 de Mme Ae1voet du 4 mars 1992(N.) :

Gendarmerie. - Trevi. - Officiers de liaison.Un document interne de la gendarmerie belge

concernant les officiers de liaison Trevi définit concrè-tement la mission de ceux-ci. Les officiers de liaisonen poste dans les pays de la CE sont chargés d'échan-ger des informations dans le domaine de la criminalitéet du maintien de l'ordre, et ils contribuent au con-trôle des frontières extérieures, et donc des réfugiésclandestins. Les officiers de liaison en poste dans unpays situé en dehors de la CE sont chargés de recueillirdes informations dans ce pays, dans le prolongementdes instructions menées dans la CE. En outre, ils ontpour tâche d'évaluer la criminalité dans ce pays et defournir à ce sujet des informations à la CE, laquelledéterminera en fonction de ces informations la politi-que qu'elle suivra vis-à-vis de ce pays.

1. Pour quelle raison, dans quelle mesure et à quelniveau les officiers de liaison en paste dans les paysde la CE sont-ils chargés d'échanger des informationsdans le domaine du maintien de l'ordre?

2. A quel niveau, dans quelle mesure, de quellefaçon et par quels moyens les officiers de liaison enposte dans la CE exercent-ils un contrôle sur les fron-tières extérieures de la CE?

3. Pour quelle raison, dans quelle mesure et à quelniveau les officiers de liaison en poste dans les paysde la CE sont-ils chargés d'échanger des informationsconcernant les étrangers clandestins?

4. Dans quelle mesure, suivant quelles procédureset par quels moyens les officiers de liaison en posteen dehors de la CE peuvent-ils, à la requête den'importe quel pays de la CE, recueillir des infor-mations concrètes concernant une instruction ets'inscrivant dans le prolongement de celle-ci?

5. Dans quelle mesure, suivant quelles procédures,sur la base de quels critères et par quels moyens lesofficiers de liaison en poste dans un pays situé endehors de la CE sont-ils chargés d'évaluer la crimina-lité dans ce pays? Donnent-ils des avis à ce pays?Dans quelle mesure et sur la base de quels critèrescela peut-il être déterminant pour la politique suiviepar la CE vis-à-vis de ce pays?

Réponse: J'ai l'honneur de renvoyer l'honorablemembre à la réponse fournie à sa question par leministre de la Justice (question n" 140 du 4 mars1992 - bulletin des Questions et Réponses, Chambre,1991-1992, nO21, page 1464).

- (29)- BelgischeKamervan VolksvertegenwoordigersVragenen Anrwoorden (BZ1991-·1992) 1979

3. Wanneer zal het probleem opgelost zijn?Antwoord: Bij koninklijk besluiit van la september

1992 werd de heer Joseph Plasnnans benoemd totburgemeester van de gemeente Kontich.

DO 919280120

Vraag nr. 180 van mevrouw Aelvoet van 4 maart1992 (N.) :

Rijkswacht. - Trevi. - Verbind!ingsofficieren.Een intern document van de Bselgische rijkswacht

over de Trevi-verbindingsofficierten omschrijft con-creet hun taken. De in de EG-lamden gestationeerdeverbindingsofficieren moeten infœrrnatie uitwisselenover de criminaliteit en de ordeharndhaving en contro-leren mede de buitengrenzen, met andere woorden deillegale vluchtelingen. De verbimdingsofficieren diebuiten de EG gestationeerd worrden, moeten in ditland informatie inwinnen in het werlengde van de inde EG gevoerde gerechtelijke onderzoeken. Daarnaastmoeten ze de criminaliteit in datt land evalueren ende EG hierover informeren, die Ihaar politiek beleidtegenover dit land hierop oriënteert.

1. Om welke reden, in welke mate en op 'welk vlakmoeten de in de EG-landen gestationeerde verbin-dingsofficieren informatie uitwisselen over de orde-handhaving?

2. Op welk vlak, in welke mate, op welke wijzeen met welke middelen oefenen dle in de EG gesratio-neerde verbindingsofficieren controle uit op debuitengrenzen?

3. Om welke reden, in welke rmate en op welk stukmoeten de in de EG-landen gestationeerde ver-bindingsofficieren inforrnatie uirwisselen over illegalevreemdelingen?

4. In welke mate, via welke procedures en metwelke middelen kunnen de buitten de EG gestatio-neerde verbindingsofficieren op' vraag van eenderwelk EG-land in het verlengde van een onderzoekconcreet inforrnatie inwinnen met betrekking tot datonderzoek?

5. In welke mate, via welke IDrocedures, op basisvan welke criteria en met welke imiddelen moeten debuiten de EG gestationeerde verlDindingsofficieren decriminaliteit in het betreffende lamd evalueren? Gevenze hierover advies aan het betrolkken land? In welkemate en op basis van welke criteeria kan dit het EG-beleid tegenover dit land bepalern?

Antwoord: Ik heb de eer het geeacht !id te verwijzennaar het antwoord dat op haar vraag gegeven werddoor de minister van justine ((vraag nr. 140 van4 maart 1992 - bulletin van Yratgen en Antwoorden,Kamer, 1991-1992, nr. 21, BLZ:. 1464).

Page 40: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1980 - (29)- BelgischeKamervan VolksvertegenwoordigersVragenen Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre desReprésentantsde BelgiqueQuestionset Réponses (SE 1991-1992)

Ministre de l'Emploi et du Travail,chargé de la politique d'égalité des chances

entre hommes et femmes

DO 919280914

Question n" 47 de M. Devolder du 7 juillet 1992(N.) :

Chômeurs. - Volontaires auprès des services desecours. - Allocations mensuelles.Un chômeur qui est volontaire auprès des pom-

piers, de la protection civile ou du service 100 estconsidéré comme un travailleur à temps partiel ausens de l'article 29, § 1er, de l'arrêté royal du25 novembre 1991 portant réglementation du chô-mage.

L'arrêté royal du la juin 1992 portant exécutionde la loi-programme sociale précise que pour les tra-vailleurs à temps partiel involontaires, le nombre dejours donnant droit à des allocations est désormaislimité à 13 maximum.

Ces dispositions s'appliquent également aux volon-taires dont question ci-dessus. Pour bon nombred'entre eux, la nouvelle législation entraîne la pertede la moitié de leurs allocations.

Il me revient de source digne de foi que denombreux volontaires envisagent de démissionner desservices de secours mentionnés ci-dessus.

Il me paraît nécessaire, pour des motifs humani-taires, de prévoir une exception à leur intention. Lesmesures prises par le gouvernement pénalisent en effetces personnes pour leur action volontaire et souventdésintéressée.

Quelles mesures ont été prises pour mettre un termeà cette situation absurde?

Réponse: Je prie l'honorable membre de bien vou-loir prendre connaissance de ma réponse donnée à laquestion na 42 du 26 juin 1992 de Mme Tyberghien-Vandenbussche, dont le sujet est le même (bulletindes Questions et Réponses, Sénat, 1991-1992, na 22,page 931).

Da 919281033

Question n" 57 de M. Detienne du 28 juillet 1992(Fr.) :

Fonds pour l'emploi et la formation.Le Fonds pour l'emploi et la formation est souvent

évoqué comme une possibilité de financement à diversusages. D'aucuns soulignent que ce fonds n'est pasutilisé optimalement, qu'il en est fait usage inégale-ment.

1. A combien s'élèvent les réserves du Fonds pourl'emploi et la formation en date du 31 juillet 1992?

Minister van Tewerkstelling en Arbeid,belast met het beleid van gelijke kansen

voor mannen en vrouwen

DO 919280914

Vraag nr. 47 van de heer Devolder van 7 juli 1992(N.) :

Werklozen. - Vrijwilligers van hulpdiensten. -Maandelijkse uitkering.Een werkloze die de activiteit van vrijwillige brand-

weerman, van vrijwilliger bij de civiele beschermingof bij de dienst 100, uitoefent, wordt als een deeltijdsewerknemer beschouwd in de zin van artikel 29, § 1,van het koninklijk besluit van 25 november 1991houdende de werkloosheidsreglementering.

Het koninklijk besluit van la juni 1992 ter uitvoe-ring van de sociale programmawet bepaalt dat hetaantal uitkeringen per maand voor de onvrijwilligedeeltijdse werknemers voortaan wordt beperkt totmaximum 13.

Deze bepalingen gelden eveneens voor de boven-vernoemde vrijwilligers. Vele van die vrijwilligers ziendoor de nieuwe wetgeving de helft van hun uitkeringverloren gaan.

Uit betrouwbare bron verneem ik dat vele vrijwil-ligers van de vermelde hulpdiensten overwegen hunontslag in te dienen.

Om humanitaire redenen lijkt het mij noodzakelijkin een uitzonderingsmaatregel te voorzien voor dezevrijwilligers. Door de reeds van kracht zijnde rege-ringsmaatregelen worden zij voor hun vrijwillige endikwijls onbaatzuchtige inzet gestraft.

Welke initiatieven werden genomen orn tegemoette komen aan deze aberrante situatie?

Antwoord: Het gelieve het geacht lid kennis tewillen nemen van mijn antwoord op vraag nr. 42 vanmevrouw Tyberghien-Vandenbussche, van 26 juni1992, die dezelfde zaak betreft (zie bulletin van Vra-gen en Antwoorden, Senaat, 1991-1992, nr. 22, blz.931).

Da 919281033

Vraag nr. 57 van de heer Detienne van 28 juli 1992(Pr.) :

Fonds voor tewerkstelling en opleiding.Het Fonds voor tewerkstelling en opleiding komt

vaak ter sprake als financieringsorgaan voor allerleidoeleinden. Sommigen beweren dat het fonds nietoptimaal of op ongelijke wijze wordt gebruikt.

1. Hoeveel bedragen de geldreserves van het Fondsvoor tewerkstelling en opleiding met ingang van31 juli 1992?

Page 41: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

- (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991--1992) 1981

2. Le fonds étant géré dans le cadre des différentescommissions paritaires, est-il utilisé dans tous les sec-teurs? Si non, quels sont les secteurs qui n'y ont pasrecours?

3. Est-il exact que ce fonds n'est pas utilisé égale-ment dans le nord et le sud du pays?

Réponse: En réponse à la question posée, j'ail'honneur de communiquer à l'honorable membre cequi suit.

1. Le montant total des ressources du Fonds pourl'emploi alimenté par les cotisations « 0,18 % -0,15% » s'élève au 31 juillet 1992 à 2.061.353.885francs belges.

2. Tous les secteurs peuvent avoir recours auFonds national pour l'emploi à condition:

soit de n'avoir pas été dispensé de cotisation parconvention collective de travail conclue dans lesecteur;soit, s'il y a eu une dispense de cotisation parconvention collective de travail, d'entreprendreune action complémentaire ou supplémentaire àce qui est prévu par cette convention collective detravail du secteur.

3. La répartition des projets qui ont fait l'objetd'une convention d'insertion professionnelle à ce jour,est la suivante:

Flandre : 10;Wallonie: 16;Bruxelles : 9;National: 5.

DO 919280904

Question n° 58 de M. Detremmerie du 7 août 1992(Fr.) :

Travail des enfants. - Dérogations. - Jeunes foot-balleurs.Le projet de loi concernant le travail des enfants

(Doc. parl., Chambre, n° 414/1-1991/1992 sessionextraordinaire) prévoit que des dérogations indivi-duelles à l'interdiction de faire ou de laisser exercerdes activités par des enfants peuvent être accordéespour permettre la participation d'enfants commeacteur, figurant, modèle et que le Roi peut, par arrêtédélibéré en conseil des ministres, étendre l'énumé-ration des cas dans lesquels des dérogations indi-viduelles peuvent être accordées.

Des mesures particulières sont-elles susceptiblesd'être prises à l'égard de jeunes footballeurs?

Réponse: En réponse à sa question, j'ai l'honneurd'informer l'honorable membre que les activités desenfants entrant dans le cadre de leur éducation ou deleur formation ne tombent pas sous l'interdictionprévue au nouvel article 7.1. de la loi du 16 mars1971 sur le travail.

1. Wordt het fonds dat in de kader van de verschei-dene paritaire commissies wordt bieheerd in alle secto-ren gebruikt? Zo nee, welke secttoren doen er geenberoep op?

3. Is het juist dat het fonds niett gelijklopend in hetnoorden en het zuiden van het lamd wordt benut?

Antwoord: In antwoord op de gestelde vraag, hebik de eer het geacht lid het volgemde mee te delen.

1. Het totale bedrag van de iinkornsten van hetTewerkstellingsfonds, gestijfd dœor de « 0,18% -0,25%» bijdragen, bedraagt (oP 31 juli 1992,2.061.353.885 Belgische frank.

2. Alle sectoren kunnen een breroep doen op hetNationaal tewerkstellingsfonds œp voorwaarde datZIJ:

ofwel niet vrijgesteld zijn ge-weest van bijdragekrachtens een in de sector 1gesloten collectievearbeidsovereenkomst;ofwel, wanneer er een vrijstellling van bijdrage isgeweest krachtens een collectiieve arbeidsovereen-komst, een bijkomende of aanvullende actieopzetten in aansluiting bij hetjgeen bij deze collee-tieve arbeidsovereenkomst van de sector isbepaald.

3. De verdeling van de projecten die, tot op heden,het voorwerp zijn geweest van een overeenkomst totberoepsinschakeling, is de volgemde:

Vlaanderen: 20;Wallonië: 16;Brussel: 9;Nationaal: 5.

DO 919280904

Vraag nr. 58 van de heer Detremnnerie van 7 augustus. 1992 (Fr.) :

Kinderarbeid. - Afwijkingen. - Jonge voetballers.

Het wetsontwerp betreffende die kinderarbeid (ParI.stuk, Kamer, nr. 414/1-1991/19912 bijzondere zitting)bepaalt dat individuele afwijkinjgen van het verbodom kinderen bepaalde activiteitcen te doen of latenuitvoeren, kunnen worden toegesstaan voor de mede-werking van kinderen als acteurr, figurant of model,en ook dat de Koning bij een in de ministerraadoverlegd besluit de opsomrnirug van de gevallenwaarin individuele afwijkingen worden toegestaan,kan uitbreiden.

Kunnen bijzondere maarregeleen genomen wordenvoor jonge voetballers?

Antwoord: Ik heb de eer heet geacht lid mee tedelen dat werkzaamheden van Ikinderen binnen hetkader van hun opvoeding of worrning niet vallenonder het verbod vervat in hetr nieuwe artikel 7.1.van de arbeidswet van 16 maartt 1971.

256

Page 42: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1982 - (29)-Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

Par conséquent, il ne faut pas introduire pources activités la procédure de dérogation individuellepréalable, sur la base de l'article 7.2., point 2, parun arrêté royal délibéré en conseil des ministres.

Si ces activités sortaient du cadre de leur éducationou de leur formation, il est possible d'intervenir surla base de l'article 7.1., point 2, qui dispose qu'il estinterdit en tout cas de faire ou de laisser exercer pardes enfants une activité qui peut avoir une influencedésavantageuse sur le développement de l'enfant surle plan pédagogique, intellectuel ou social, mettre endanger son intégrité physique, psychique ou moraleou qui est préjudiciable à tout aspect de son bien-être.En outre, cette problématique pourra aussi être traitéepar le Conseil consultatif relatif au travail des enfantsau Iui être soumise.

DO 919281090

Question n" 65 de M. Vandendriessche du 1 septem-bre 1992 (N.) :

Accidents de travail. - Formation professionnelle.-Chômage. - Admissibilité.Un chômeur non indemnisé suit une formation

professionnelle au «Vlaamse dienst voor arbeids-bemiddeling en beroepsopleiding » (VDAB - Officeflamand de placement et de formation profession-nelle). Au cours de cette formation, il est victime d'unaccident du travaiL L'assureur légal reconnaît l'acci-dent du travail et paie les indemnisations y afférentes.

Conformément à l'article 43 de la loi sur les acci-dents du travail du 10 avril 1971 (modifiée parl'arrêté royal n? 530 du 31 mars 1987), une retenuede 12,07% ONSS est prélevée. Ce pourcentage com-prend une partie destinée à l'assurance chômage.

Après la période. d'incapacité de travail totale,l'intéressé introduit une demande d'obtention d'allo-cations de chômage. L'Office national de l'emploi(ONEm) la lui refuse du fait que l'intéressé, en appli-cation des articles 118 à 120 de l'arrêté royal du20 décembre 1963 relatif à l'emploi et au chômage,ne peut bénéficier des allocations de chômage.

A mon sens, l'intéressé doit bel et bien être admisau bénéfice des allocations de chômage, les retenuesrequises ayant été effectuées également pour labranche chômage.

Souscrivez-vous à ce point de vue?

Réponse: J'ai l'honneur d'informer l'honorablemembre que sa question concernant les accidents detravail, la formation professionnelle, le chômage etl'admissibilité, enregistrée le rr septembre 1992 sousle numéro 65 est identique à sa question du 26 juin1992, enregistrée sous le numéro 40.

La réponse à cette dernière question a été publiéedans le bulletin des Questions et Réponses, Chambre,n° 21, page 1495.

Voor deze activiteiten dient men bijgevolg de pro-cedure van voorafgaande individuele afwijkingen nietin te voeren, op grond van artikel 7.1., punt 2, bij inministerraad overlegd koninklijk besluit.

Indien deze activiteiten buiten het kader van hunopvoeding of vorming zouden vallen, zou tussen-gekomen worden op grond van artikel 7.1., punt 2,dat stelt dat het in ieder geval verboden is kinderenenige werkzaamheden te doen of laten uitvoeren dieeen nadelige invloed kan hebben op de ontwikkelingvan het kind op pedagogisch, intellectueel of sociaalvlak, zijn fysieke, psychische of morele integriteit ingevaar brengt of die schadelijk is voor enig aspectvan zijn welzijn. Bovendien zal deze problematiekalgemeen ook kunnen worden behandeld door ofkunnen worden voorgelegd aan de Adviesraad voorkinderarbeid.

DO 919281090

Vraag nr. 65 van de heer Vandendriessche van1 september 1992 (N.) :

Arbeidsongeval. - Beroepsopleiding. - Werkloos-heid. - Toelaatbaarheid.Een niet uitkeringsgerechtigde werkloze volgt een

beroepsopleiding bij de Vlaamse dienst voor arbeids-bemiddeling en beroepsopleiding (VDAB). Tijdens deberoepsopleiding wordt betrokkene slachtoffer vaneen arbeidsongeval. De wetsverzekeraar erkent hetarbeidsongeval van betrokkene en betaalt de daaraanverbonden vergoedingen.

Overeenkomstig artikel 43 van de arbeidsongeval-lenwet van la april 1971 (gewijzigd door het konink-lijk besluit nr. 530 van 31 maart 1987) wordt 12,07%RSZ ingehouden. Dit percentage bevat een gedeeltebestemd voor de werkloosheidsverzekering.

Na de periode van volledige arbeidsongeschiktheiddoet betrokkene een steunaanvraag om werkloos-heidsvergoedingen, maar dit wordt door de Rijks-dienst voor arbeidsvoorziening (RVA) geweigerd,aangezien betrokkene niet toelaatbaar is tot de werk-loosheid in toepassing van de artikelen 118 tot 120van het koninklijk besluit van 20 december 1963betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid.

Naar rnijn oordeel moet betrokkene wel degelijkworden toegelaten tot de werkloosheid, gezien ookvoor de tak werkloosheid de vereiste inhoudingenwerden verricht.

Kan u die zienswijze bijtreden?

Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee tedelen dat zijn vraag betreffende arbeidsongevallen,beroepsopleiding, werkloosheid en toelaarbaarheid,geregistreerd op 1 september 1992 onder het nummer65, identiek is aan zijn vraag, geregistreerd op 26 juni1992 onder het nummer 40.

Het anrwoord op de voornoemde vraag werd gepu-bliceerd in het bulletin van Vragen en Antwoorden,Kamer, nr. 21, blz. 1495.

Page 43: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

- (29)- Belgische Kamer van VolksvertegemwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 19911-1992) 1983

Ministre des Petiteset Moyennes Entreprises

et de l'Agriculture

Petites et Moyennes Entreprises

Dû 919281064

Question n" 24 de M. Damseaux du 3 août 1992(Fr.) :

Travailleur indépendant. - Cotisations sociales.L'article 42 de l'arrêté royal n? 38 du 27 juillet

1967 organisant le statut social des travailleurs indé-pendants, ainsi que modifié par l'arrêté royal du14 décembre 1988, établit la règle selon laquelle lacotisation doit être payée au plus tard le dernier jourdu trimestre auquel elle se rapporte.

L'arrêté royal du 5 décembre 1989 (article I'"), a,quant à lui, précisé ce qu'il fallait entendre par datede paiement, dans les termes suivants: « Cette coti-sation est censée avoir été payée le jour où le montanten a été porté au crédit du compte, soit de la caissed'assurances sociales, soit de l'avocat ou de l'huissierde justice mandaté par cette caisse d'assurancessociales.

Par dérogation à l'alinéa précédent, est considéréecomme date du paiement:

pour les paiements en espèces au guichet de lacaisse d'assurances sociales: le jour où le paie-ment en espèces est effectué au guichet de la caissed'assurances sociales;pour les versements dans un bureau des postes:le jour où le versement est effectué dans le bureaudes postes;pour les paiements en espèces à l'avocat ou àl'huissier de justice mandaté par la caisse d'assu-rances sociales : le jour où le paiement entre lesmains de l'avocat ou de l'huissier de justice esteffectué. »

Cette dernière disposition entraîne deux anoma-lies:1. Elle encourage les transferts de fonds en espèces,

contrairement à toutes les règles de sécurité actuel-lement conseillées. En effet, il suffit que l'assujettiretire l'argent liquide nécessaire et le verse sousune des trois possibilités précitées pour être enrègle de cotisations.

2. Elle établit une discrimination entre le secteurpublic (la Poste) et le secteur privé (certains orga-nismes financiers). Il s'agit du cas où la caissed'assurances sociales n'est créditée du paiement dela cotisation qu'avec retard, alors que l'assujettiapporte la preuve que son compte, auprès d'un

Minister voor de Kleineen Middelgrote Ondernemingen

en Landbouiw

Kleine en Middelgrote Omdernemingen

DO 919281064

Vraag nr. 24 van de heer Dams.eaux van 3 augustus1992 (Fr.) :

Zelfstandigen. - Sociale bijdragen,Artikel 42 van het koninklijlk besluit nr. 38 van

27 juli 1967 houdende inrichtinjg van het sociaal sta-tuut der zelfstandigen zoals gewiijzigd bij het konink-lijk besluit van 14 december 19~88, stelt als regel darde bijdrage betaald dient te wœrden uiterlijk op delaatste dag van het kwartaal w/aarvoor de bijdrageverschuldigd is.

In het koninkrijk besluit vam 5 december 1989(artikel 1) wordt nader bepaald «lat onder datum vanbetaling het volgende dient tee worden verstaan :« Deze bijdrage wordt geacht b-etaald te zijn de dagwaarop het bedrag ervan op het: krediet van de reke-ning van her sociaal verzekeringssfonds of "an de doordit fonds aangestelde advoka.at of gerechtsdeur-waarder werd gebracht.

In afwijking van voornoemd lid gelden eveneensals datum van betaling:

voor de betalingen in speciên aan het loket vanhet sociaal verzekeringsfonds : de dag waarop debetaling in speciën aan het Iloket van het sociaalverzekeringsfonds werd verriicht;voor de stortingen in een piostkantoor : de dagwaarop de storting in het pœstkantoor werd ver-richt;voor de betalingen in speciëm aan de advokaat ofde gerechtsdeurwaarder asangesteld door hetsociaal verzekeringsfonds: de dag waarop debetaling in handen van die advokaat of degerechtsdeurwaarder werd veerricht, »

Laatstgenoemde bepaling houidt echter twee ano-malieën in :1. Geldovermaking in speciën \Wordt aangemoedigd,

wat geheel in strijd is met dde tegenwoordig aan-bevolen veiligheidsregels. De -verzekeringsplichrigedient immers enkel de nodilige contanten op tevragen en door te storten vmlgens één van voor-noemde mogelijkheden om aaan zijn verplichtingeninzake de betaling van de bijjdragen te voldoen.

2. Die bepaling leidt tot een disscriminatie tussen departiculiere sector (sornmigge financiële instel-lingen) en de openbare sector : (de Post). Dat is metname het geval wanneer dde rekening van hetsociaal verzekeringsfonds nieet tijdig met de bij-drage werd gecrediteerd, tervwijl de verzekerings-

Page 44: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1984 Chambre desReprésentantsde BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

organisme financier, a été débité avant la fin dutrimestre.

Admettez-vous que la cotisation a été versée entemps utile lors que l'assujetti apporte la preuve queson compte a été débité avant la fin du trimestreauprès de n'importe quel organisme financier, privéou public?

Réponse: Il me faut préciser à l'honorable membreque la règle établie par l'article 42 de l'arrêté royaldu 19 décembre 1967 portant règlement général enexécution de l'arrêté royal n° 38 du 27 juillet 1967organisant le statut social des travailleurs indé-pendants ne privilégie nullement les versements enespèces: le principe - virement au compte de lacaisse, de l'avocat ou de l'huissier de justice - estrepris à l'alinéa 2 et les exceptions - paiements enespèces - sont reprises à l'alinéa 3.

Le législateur s'est inspiré de la jurisprudence admi-nistrative et de l'article 186 de l'arrêté royal du4 mars 1965 d'exécution du Code des impôts sur lesrevenus pour la rédaction de l'arrêté royal du5 décembre 1989.

Il est normal de faire la différence entre les verse-ments dans un bureau des postes et les versements auguichet d'un organisme bancaire. Dans le premiercas, la somme est directement à la disposition del'Etat alors que dans le second cas, elle doit d'abordfaire l'objet de la compensation entre organismesbancaires.

Il faut noter aussi que la majorité de la doctrine etde la jurisprudence préconise comme date de paie-ment celle où le montant est porté au crédit du comptedu créancier.

Je ne puis donc admettre que le moyen que vousproposez serve de preuve du paiement de la cotisationen temps utile.n appartient au travailleur indépendant de se ren-

seigner auprès de son institution financière afin quelui soit communiqué le délai dans lequel ses créanciersseront payés.

Agriculture

DO 919281261

Question n" 29 de M. Hazette du 11 septembre 1992(Fr.) :

Agriculteurs. - Inquisition fiscale.n est porté à ma connaissance que des centres admi-

nistratifs du contrôle des contributions adressent auxagriculteurs qui ont opté pour la taxation forfaitairedes «demandes de renseignements» extrêmementdétaillées.

_ (29) _ BelgischeKamervan VolksvertegenwoordigersVragenen Antwoorden (BZ1991-1992)

pli ch tige wel kan bewijzen dat zijn rekening bijeen financiële instelling voor het einde van hetkwartaal werd gedebiteerd.

Is het zo dat de bijdrage wel tijdig gestort iswanneer de bijdrageplichtige het bewijs kan leverendat zijn rekening bij om het even welke openbare ofparticuliere financiële instelling voor het einde vanhet kwartaal gedebiteerd wordt?

Antwoord: Ik wil het geacht lid erop wijzen datde regel die vastgesteld is in artikel 42 van het konink-lijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeenreglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van hetsociaal statuut der zelfstandigen, geenszins de stortin-gen in speciën bevoordeelt: het principe - over-schrijving op de rekening van het fonds, de advokaatof de gerechtsdeurwaarder - wordt vermeld in hettweede lid en de uitzonderingen - betalingen in spe-ciën - worden vermeld in het derde lid.

De wetgever heeft zich bij het opstellen van hetkoninklijk besluit van 5 december 1989 geïnspireerdop de administratieve rechtspraak en op artikel 186van het koninklijk besluit van 4 maart 1965 ter uit-voering van het Wetboek van inkomstenbelastingen.

Het is normaal dat een onderscheid gemaakt wordttussen de stortingen in een postkantoor en de stortin-gen aan het loket van een bankinstelling. In het eerstegeval is de geldsom rechtstreeks ter beschikking vande Staat terwijl deze som in het tweede geval eersthet voorwerp moet uitmaken van een verrekeningtussen bankinstellingen.

Men dient ook op te merken dat de meerderheidvan de rechtsleer en de rechtspraak de dag waarophet bedrag op het krediet van de rekening van deschuldeiser wordt gebracht als datum van betalingbeschouwt.

Ik kan dus niet toelaten dat het door u voorgesteldemiddel als bewijs van een tijdige betaling van de bij-drage zou dienen.

Het is de taak van de zelfstandige zich bij zijnfinanciële instelling te informeren opdat de termijnwaarbinnen zijn schuldeisers betaald zullen wordenhem zou meegedeeld worden.

Landbouw

Dû 919281261

Vraag nr. 29 van de heer Hazette van 11 september1992 (Fr.) :

Landbouwers. - Fiscale inquisitie.Sommige controlediensten van de belastingen rich-

ten naar verluidt gedetailleerde vragenlijsten aan delandbouwers die voor de forfaitaire belastingregelinghebben gekozen.

Page 45: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

- (29)-Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 1985

Le questionnaire impose le relevé de toutes les ven-tes opérées au départ de la ferme, constituant lesrevenus de 1989/1990; de surcroît, le relevé des inves-tissements utilisés et des transactions immobilièreseffectuées pendant ces années doit être fourni, commeaussi, par exemple, les rentrées enregistrées au titred'allocations familiales ou d'études, les indemnités,rentes, héritages, dons reçus, intérêts perçus ou loyersencaissés.

L'interrogatoire va même plus loin encore: l'agri-culteur doit révéler, pour les années de référence, sonargent liquide, l'état de ses stocks, les créances à courtterme, les montants inscrits sur ses comptes financierstant professionnels que privés, les mêmes comptes deson conjoint et de ses enfants, l'état de ses carnetsde dépôt, livrets d'épargne, bons de caisse, titres,et cetera.

1. Cette investigation est-elle compatible avec lataxation forfaitaire?

2. A quelles sanctions les agriculteurs qui refuse-ront de se soumettre à cette inquisition fiscale s'expo-sent-ils?

3. Quelles suites seront données aux réponses don-nées à ce questionnaire?

4. Le ministre des Finances a-t-il informé son col-lègue, le ministre de l'Agriculture, avant de lancerpareilles enquêtes?

Réponse: Les questions, posées par l'honorablemembre, relèvent de la compétence du ministre desFinances, qui ne m'a pas informé de ces enquêtes(voir question n" 245 du 2 octobre 1992).

Ministre de la Défense nationale

Da 919280585

Question n'' 59 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.) :

Programme d'équipement « Soutien ATK ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

Zo moet de landbouwer een liijst opgeven van alleverkoopoperaties vanuit de boeirderij die de inkom-sten van 1989/1990 vormen, de gebruikte investerin-gen, vastgoedoperaties, kinderge-ld of studietoelagen,vergoedingen, renten, erfenissem, ontvangen giften,interesten of huurgeld.

De landbouwer moet voor de rreferentiejaren voortsnog de volgende inlichtingen ge-ven : de hoeveelheidbaar geld waarover hij beschiktt, de stand van zijnvoorraden, de schuldvorderingem op korte termijn, debedragen die op zowel professioinele als persoonlijkefinanciële rekeningen staan, diezœlfde bedragen op derekeningen van de echtgenote œn zijn kinderen, destand van zijn depositorekeningœn, spaarrekeningen,kasbons, effecten, enzovoort.

1. Is een dergelijke investigatiie verenigbaar met deforfaitaire taxatie?

2. Welke sancties riskeren lamdbouwers die weige-ren zich aan die fiscale inquisitiee te onderwerpen?

3. Welk gebruik wordt gerna.akt van de antwoor-den op die vragenlijst?

4. Heeft de minister van Financiën overleggepleegd met zijn collega van Landbouwalvorensdergelijkeenquêtes in te voeren ê

Antwoord: De vragen, gesteld door het geacht lid,behoren tot de bevoegdheid van de minister vanFinanciën die mij niet op de hoogte van deze onder-zoeken heeft gebracht (zie vraag; nr. 245 van 2 okto-ber 1992).

Minister van Landsvrerdediging

Da 919280585

Vraag nr, 59 van de heer Van D>ienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « ATK stteun ».

1. Waarover gaat het progralmma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de .huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang een de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in lhet verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geeven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar owerlappen.

2. Wat is de stand van realisartie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiêlee zin?

Page 46: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1986 - (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

3. Quelles parries du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. La préfiguration du Plan à moyen terme (PMT)a été établie sur la base de la nouvelle stratégie del'Otan adoptée en 1991.

Le CMCES en a pris connaissance en date du21 juin 1991.

Les programmes ont été répartis par objectif àatteindre.

Le programme de la force terrestre « Autonomiedu combattant» vise à permettre au combattant, con-fronté à un environnement défavorable, de survivreet de pouvoir remplir sa tâche dans des conditionsoptimales.

Etant donné la répartition par objectif, la dupli-cation de programmes est exclue.

2. La préfiguration du PMT est un instrument deplanification.

Les données suivantes étaient prévues dans ce docu-ment:

Année

Ordonnancements(en millions de francs belges)

Engagement(en millionsde francs ------------Po-s-tbelges) 1992 1993 1994 1995 1995

1992199319941995

193222

90150

72 121111 111

17 73150

Il est avéré impossible, vu les restrictions imposéesau budget de la Défense nationale pour 1992, deprogrammer l'engagement total prévu dans la préfi-guration du PMT 1992-1995.

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiêle zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma be-trokken, op welke manier en voor welke opdrachten?Tot welke regio behoren deze bedrijven en welkecommunautaire sleutel werd toegepast? Welke corn-pensatieregeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De prefiguratie van het Plan op middellange ter-mijn (PMT) werd opgesteld op basis van de nieuwestrategie aanvaard door de Navo in 1991.

Het MCESC heeft er op datum van 21 juni 1991kennis van genomen.

De programma's werden gerangschikt volgens hette bereiken objectief.

Het programma van de landmacht « Autonomievan de strijder » moet de strijder toelaten in een rnoei-lijke omgeving te kunnen overleven en in de bestmogelijke omstandigheden zijn taak te vervullen.

Door de verdeling per objectief is overlapping uit-gesloten.

2. De prefiguratie van het PMT is een planningsin-strument.

Volgende gegevens werden in dit document voor-zien :

Jaar

Vastlegging Ordonnanceringen(in miljoenen (in miljoenen Belgische frank)

Belgische Postfrank) 1992 1993 1994 1995

1995

193 72 121222 111 11190 17 73

150 150

1992199319941995

Gezien de aan her budget 1992 van Landsver-dediging opgelegde beperkingen bleek het onmogelijkde totale vastlegging, voorzien in de prefiguratie vanhet PMT 1992-1995, te programmeren.

Page 47: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

ChambredesReprésentantsdeBelgiqueQuestionsetRéponses(SE 1991-1992)

3.a) Une date précise de réalisation prévue ou possible

n'est pas disponible.Toutefois, il est évident que, lorsqu'un programmeest prévu au budget, il est soumis à la réglementa-tion en vigueur au sujet des marchés publics.

Cette réglementation impose un appel à la concur-rence.

h) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4. Lorsqu'un programme est retenu, un appeld'offres est lancé.

Le choix du fournisseur est basé sur les offres reçueset analysées selon la réglementation des marchéspublics.

5. Jusqu'à ce jour aucun engagement ni ordonnan-cement à charge du budget 1992 n'a été réalisé.

6. Aucune comparaison ne peut être établie entrele PMT 1989-1992 et la préfiguration du PMT 1992-1995, comme il s'agit de deux documents de plani-fication développés dans des contextes organisa-tionnels (plans Charlier I et II), opérationnels (straté-gies de l'Otan) et budgétaires différents.

7. Le programme repris en 1992 sous le titre del'objectif cité a été prévu dans le budget administratifde la Défense nationale en 1992 pour un montant de119,4 millions de francs belges au lieu de 193 millionsde francs belges.

Da 919280581

Question n" SS de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.):

Programme d'équipement « Valorisation AA »,

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

- (29)- BelgischeKamervanVolksvertegemwoordigersVragen enAnrwoorden (BZ 19911-1992) 1987

3.a) Een juiste datum voor de voœrziene of mogelijke

verwezenlijking is niet beschilkbaar.Het is echter vanzelfsprekemd dat wanneer eenprogramma in het budget votorzien is, het onder-worpen wordt aan de in voeg;e zijnde reglemente-ring voor de overheidsopdrachten.Deze reglementering verplichtt een breed beroep tedoen op de concurrentie.

h) De verwezenlijking in de toeekomst van de pro-gramma's voorzien in de prefijguratie van het PMT1992-1995 dient herzien teworden in het lichtvan de herstructurering van het leger aangekon-digd in mijn algemene beleidsmota van 3 juli 1992.

4. Wanneer een programma im aanmerking komt,wordt een offerteaanvraag gelanrceerd,

De keuze van de leverancier ~ebeurt op basis vande ontvangen offertes die volgems de reglementeringvoor de overheidsopdrachten omtleend worden.

5. Tot op heden werd geen enlkele vastlegging nochordonnancering ten laste van de begroting 1992gerealiseerd.

6. De vergelijking tussen het PMT 1989-1992 ende prefiguratie van het PMT 19'92-1995 is onmoge-lijk, daar deze twee planningsdoa:umenten in verschil-lende structurele (plannen Charliier I en II), operatio-nele (Navo strategieën) en budge-ttaire contexten ont-wikkeld werden.

7. Het programma met betre.kking tot genoemdeobjectief werd in de administrattieve begroting 1992van landsverdediging voorzien nnet een vastleggings-bedrag van 119,4 miljoen Belgiische frank in plaatsvan 193 rniljoen Belgische frank.

DO 919280581

Vraag nr. SS van de heer Van Dïienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Yalorissatie AA »,

1. Waarover gaat het prograrmma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de .1 huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang een de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in lhet verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geeven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar owerlappen.

2. Wat is de stand van realisaitie sinds de aanvang,en wel in rnateriële en financiëlee zin?

3. Wat moet nog worden ggerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en o~p welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij heu programma betrok-ken, op welke manier en voor weelke opdrachten ? Totwelke regio behoren deze bedrijwen en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast?? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

Page 48: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1988 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE1991-1992) - (29)- BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers

Vragenen Antwoorden (BZ 1991-1992)

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. La préfiguration du Plan à moyen terme (PMT)a été établie sur la base de la nouvelle stratégie del'Otan adoptée en 1991.

Le CMCES en a pris connaissance en date du21 juin 1991.

Les programmes ont été répartis par objectif àatteindre.

Le programme de la force terrestre «Conceptdéfense européenne - Valorisation anti-aérienne"s'inscrit dans le cadre de l'intégration de nos troupesdans un environnement international, notamment parune participation aux trois structures multinationalespossibles:a) une « Force de réaction multinationale ", compo-

sée d'une force de réaction immédiate relativementpetite et d'une force de réaction rapide;

h) les forces essentiellement défensives (corps multi-nationaux à différents niveaux de préparation);

c) les forces de renforcement (unités nationales deprovenance américaine ou européenne).

Afin d'être à même de mettre en œuvre un telconcept, il est indispensable d'associer à la défenseantiaérienne nécessaire dans le cadre internationalfutur, des organes de coordination entre les différen-tes entités nationales et les centres de commandementet de contrôle des systèmes d'armes.

Etant donné la répartition par objectif, la duplica-tion de programmes est exclue.

2. La préfiguration du PMT est un instrument deplanification.

Les données suivantes étaient prévues dans ce docu-ment:

Année

Ordonnancements(en millions de francs belges)

Engagement(en millionsde francs ------------P-o-stbelges) 1992 1993 1994 1995 1995

19921995

2143.269

187 273.269

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De prefiguratie van het Plan op middellange ter-mijn (PMT) werd opgesteld op basis van de nieuwestrategie aanvaard door de Navo in 1991.

Het MCESC heeft er op datum van 21 juni 1991kennis van genomen.

De programma's werden gerangschikt volgens hette bereiken objectief.

Het programma van de landmacht «Conceptdefensie Europa - Valorisatie AA » kadert in de inte-gratie van onze troepen in een internationaal kadermet voornamelijk drie mogelijke groepen:

a) een « Multinationale reactie strijdkracht » onder-verdeeld in een relatief kleine onmiddellijke reactiestrijdkracht en een snelle reactie strijdkracht;

h) de eigenlijke defensieve strijdkrachten (multi-nationale corpsen op verschillend paraatheids-niveau);

c) de strijdkrachten in versterking (nationale een-heden van Europese of Amerikaanse afkomst).

Om dit nieuw concept te verwezenlijken is hetonontbeerlijk in het nieuwe internationale kader decoördinatie tussen verschillende nationale entiteitenen de commando- en controlecentra van de verschil-lende wapensystemen te verzekeren.

Door de verdeling per objectief is overlapping uit-gesloten.

2. De prefiguratie van het PMT is een plannings-instrument.. Volgende gegevens werden in dit document voor-

zien :

Jaar

Ordonnanceringen(in miljoenen Belgischefrank)

Vastlegging(in miljoenen

Belgische ------------P-o-stfrank) 1992 1993 1994 1995 1995

19921995

2143.269

187 273.269

Page 49: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambredes Représentantsde BelgiqueQuestionset Réponses(SE1991-1992) - (29)- BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers

Vragenen Antwoorden (BZ1991-1992) 1989

Il s'est avéré impossible, vu les restrictions imposéesau budget de la Défense nationale pour1992, deprogrammer l'engagement prévu dans la préfi-guration du PMT 1992-1995.

3.a) Une date précise de réalisation prévue ou possible

n'est pas disponible.Toutefois, il est évident que, lorsqu'un programmeest prévu au budget, il est soumis à la réglementa-tion en vigueur au sujet des marchés publics.

Cette réglementation impose un appel à la concur-rence.

b) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4. Lorsqu'un programme est retenu, un appeld'offres est lancé.

Le choix du fournisseur est basé sur les offres reçueset analysées selon la réglementation des marchéspublics.

5. Jusqu'à ce jour aucun engagement ni ordonnan-cement à charge du budget 1992 n'a été réalisé.

6. Aucune comparaison ne peut être établie entrele PMT 1989-1992 et la préfiguration du PMT 1992-1995, comme il s'agit de deux documents de plani-fication développés dans des contextes organisa-tionnels (plans Charlier I et II), opérationnels (straté-gies de l'Otan) et budgétaires différents.

7. Aucun programme repris sous le titre de l'objec-tif cité a été prévu dans le budget administratif de laDéfense nationale en 1992.

DO 919280583

Question n° 57 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.):

Programme d'équipement « Mobilité de base ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel gue financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-

Gezien de aan het budget 1992 van Landsver-dediging opgelegde beperkingen b.leek het onmogelijkde totale vastlegging voorzien in de prefiguratie vanhet PMT 1992-1995, te prograrrurneren.

3.a) Een juiste datum voor de vooirziene of mogelijke

verwezenlijking is niet beschikcbaar. I

Het is echter vanzelfsprekenrd dat wanneer eenprogramma in her budget voœrzien is, het onder-worpen wordt aan de in voegœ zijnde reglemente-ring. voor de overheidsopdraclhten.Deze reglementering verplicht een breed beroep tedoen op de concurrentie.

b) De verwezenlijking in de toe-kornst van de pro-gramrna's voorzien in de prefijguratie van het PMT1992-1995 dient herzien te xworden in het lichtvan de herstructurering van lhet leger aangekon-digd in mijn algemene beleidsmota van 3 juli 1992.

4. Wanneer een programma im aanmerking kornt,wordt een offerteaanvraag gelanœeerd,

De keuze van de leverancier g(ebeurt op basis vande ontvangen offertes die volgems de reglementeringvoor de overheidsopdrachten onttleend worden.

5. Tot op heden werd geen enkcele vastlegging nochordonnancering ten laste van de begroting 1992gerealiseerd.

6. De vergelijking tussen het lPMT 198.9-1992 ende prefiguratie van het PMT 19~92-1995 is onmoge-lijk, daar deze twee planningsdocumenten in verschil-lende structurele (plannen Charliier I en 1I), operario-nele (Navo strategieën) en budgertaire contexten ont-wikkeld werden.

7. Geen enkel programma met betrekking totvoornoemd objectief werd in de administratievebegroting 1992 van landsverdediiging voorzien.

DO 919280583

Vraag nr. 57 van de heer Van Diienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Basismeobiliteit ».

1. Waarover gaat het prograirnma en voor welkemacht is her bestemd? Wat zijn .de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de lhuidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang een de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in Hier verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geeven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar owerlappen.

2. Wat is de stand van realisaitie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiëlee zin?

3. Wat moet nog worden gçerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en opp welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij hert programma betrok-ken, op welke manier en voor weelke opdrachten? Tot

257

Page 50: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1990 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE1991-1992) - (29)-

BelgischeKamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. La préfiguration du Plan à moyen terme (PMT)a été établie sur la base de la nouvelle stratégie del'Otan adoptée en 1991.

Le CMCES en a pris connaissance en date du21 juin 1991.

Les programmes ont été répartis par objectif àatteindre.

Le programme de la force terrestre «Conceptdéfense européenne - Mobilité de base» s'inscrit dansle cadre de l'intégration de nos troupes dans un envi-ronnement international notamment par une parti-cipation aux trois structures multinationales possi-bles:a) une « Force de réaction multinationale ", compo-

sée d'une force de réaction immédiate relativementpetite et d'une force de réaction rapide;

h) les forces essentiellement défensives (corps multi-nationaux à différents niveaux de préparation);

c) les forces de renforcement (unités nationales deprovenance américaine ou européenne).

Afin d'être à même de mettre en œuvre un telconcept les forces doivent être capables d'intervenirrapidement et partout. En dehors des composantesdes forces aériennes et navales, elles doivent pouvoirse déplacer rapidement et en nombre important et ce,par la route. Cela ne peut être concevable que si ondispose d'un parc à véhicules ayant une capacité detransport importante.

Etant donné la répartition par objectif, la duplica-tion de programmes est exclue.

2. La préfiguration du PMT est un instrument deplanification.

Les données suivantes étaient prévues dans ce docu-ment:

welke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De prefiguratie van het Plan op middellange ter-mijn (PMT) werd opgesteld op basis van de nieuwestrategie aanvaard door de Navo in 1991.

Het MCESC heeft er op datum van 21 juni 1991kennis van genomen.

De programma's werden gerangschikt volgens hette bereiken objectief.

Het programma van de landmacht « Conceptdefensie Europa - Basisrnobiliteit » kadert in de inte-gratie van onze troepen in een internationaal kadermet voornamelijk drie mogelijke groepen:

a) een « Multinationale reactie strijdkracht » onder-verdeeld in een relatief kleine onmiddellijke reactiestrijdkracht en een snelle reactie strijdkracht;

h) de eigenlijke defensieve strijdkrachten (multi-nationale corpsen op verschillend paraatheids-niveau);

c) de strijdkrachten in versterking (nationale een-heden van Europese of Amerikaanse afkomst).

Om dit nieuw concept te verwezenlijken moeten destrijdkrachten snel en overal kunnen tussenkomen.Buiten de lucht- en zeemachtcomponenten moeten zeook bereid zijn om zich snel en in grote groepeneenheden te verplaatsen langs de baan, wat kan ver-wezenlijkt worden door een goed voertuigenpark metgrote transportcapaciteit.

Door de verdeling per objectief is overlapping uit-gesloten.

2. De prefiguratie van het PMT is een planningsin-strument.

. Volgende gegevens werden in dit document voor-zren :

Page 51: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre desReprésentantsde BelgiqueQuestions et Réponses(SE1991-1992) - (29)- BelgischeKamervan Volksvertegemwoordigers

Vragenen Antwoorden(BZ 19911-1992) 1991

Engagement Ordonnancements Vastlegging Orclonnanceringen(en millions (en millions de francs belges)

Jaar (in miljoenen (in miljoeenenBelgischefrank)de francs Post Belgische Postbelges) 1992 1993 1994 1995

1995 frank) 1992 1993 1994 1995 1995

8.493 206 682 1.839 1.918 3.848 1992 8.493 206 682~ 1.839 1.918 3.8483.857 90 3.767 1994 . 3.857 90 3.767

364 364 1995 364 364

Année

199219941995

Il s'est avéré impossible, vu les restrictions imposéesau budget de la Défense nationale pour 1992, deprogrammer l'engagement total prévu dans la préfi-guration du PMT 1992-1995.

3.a) Une date précise de réalisation prévue ou possible

n'est pas disponible.Toutefois, il est évident que, lorsqu'un programmeest prévu au budget, il est soumis à la réglementa-tion en vigueur au sujet des marchés publics.

Cette réglementation impose un appel à la concur-rence.

b) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4. Lorsqu'un programme est retenu, un appeld'offres est lancé.

Le choix du fournisseur est basé sur les offres reçueset analysées selon la réglementation des marchéspublics.

5. Jusqu'à ce jour aucun engagement ni ordonnan-cement à charge du budget 1992 n'a été réalisé.

6. Aucune comparaison ne peut être établie entrele PMT 1989-1992 et la préfiguration du PMT 1992-1995, comme il s'agit de deux documents de plani-fication développés dans des contextes organisa-tionnels (plans Charlier I et II), opérationnels (straté-gies de l'Otan) et budgétaires différents.

7. Le programme repris en 1992 sous le titre del'objectif cité a été prévu dans le budget administratifde la Défense nationale en 1992 pour un montantde 1.328,1 millions de francs belges au lieu de8.493 millions de francs belges.

DO 919280585

Question n° 59 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.):

Programme d'équipement «Soutien ATK ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitique

Gezien de aan het budget n992 van Landsver-dediging opgelegde beperkingen Ibleek het onmogelijkde totale vastlegging, voorzien im de prefiguratie vanhet PMT 1992-1995, te progrannmeren.

3.a) Een juiste datum voor de voiorziene of mogelijke

verwezenlijking is niet beschiikbaar.Het is echter vanzelfsprekemd dat wanneer eenprogramma in het budget voiorzien is, het onder-worpen wordt aan de in voejge zijnde reglemente-ring voor de overheidsopdratchten.Deze reglementering verplichtt een breed beroep tedoen op de concurrentie.

b) De verwezenlijking in de torekornst van de pro-gramma's voorzien in de prefiiguratie van het PMT1992-1995 dient herzien te worden in het lichtvan de herstructurering van het leger aangekon-digd in mijn algemene beleidsmota van.3 juli 1992.

4. Wanneer een programma ün aanmerking komt,wordt een offerteaanvraag gelarnceerd.

De keuze van de leverancier gebeurt op basis vande ontvangen offertes die volgens de reglementeringvoor de overheidsopdrachten ontleend worden.

5. Tot op heden werd geen enkele vastlegging nochordonnancering ten laste van de begroting 1992gerealiseerd.

6. De vergelijking tussen het PMT 1989-1992 ende prefiguratie van het PMT 1<»92-1995 is onmoge-lijk, daar deze twee planningsdorcumenten in verschil-lende structurele (plannen Charllier I en II), operatio-nele (Navo strategieën) en budgeertaire contexten ont-wikkeld werden.

7. Het programma met betrelkking tot voornoemdobjectief werd in de administrattieve begroting 1992van landsverdediging voorzien rmet een vastleggings-bedrag van 1.328,1 miljoen Beljgische frank in plaatsvan 8.493 miljoen Belgische fraink,

Dû 919280585

Vraag nr, 59 van de heer Van IDienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « ATK siteun ».

1. Waarover gaat het prograamma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huidige geopolitieke

Page 52: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1992 - (29)- BelgischeKamervan VolksvertegenwoordigersVragenen Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambredes Représentantsde BelgiqueQuestionset Réponses(SE 1991-1992)

actuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. La préfiguration du Plan à moyen terme (PMT)a été établie sur la base de la nouvelle stratégie del'Otan adoptée en 1991.

Le CMCES en a pris connaissance en date du21 juin 1991.

Les programmes ont été répartis par objectif àatteindre.

Le programme de la force terrestre «Conceptdéfense européenne - Soutien ATK " s'inscrit dans lecadre de l'intégration de nos troupes dans un environ-nement international notamment par une participa-tion aux trois structures multinationales possibles:a) une « Force de réaction multinationale ", compo-

sée d'une force de réaction immédiate relativementpetite et d'une force de réaction rapide;

b) les forces essentiellement défensives (corps multi-nationaux à différents niveaux de préparation);

c) les forces de renforcement (unités nationales deprovenance américaine ou européenne).

Afin d'être à même de mettre en œuvre un telconcept, les troupes devront disposer de plus d'appuifeu anti-char. Les techniques de blindage modernes

context, de kosten, de omvang en de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar overlappen.

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre sternt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten ?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De prefiguratie van het Plan op middellange ter-rnijn (PMT) werd opgesteld op basis van de nieuwestrategie aanvaard door de Navo in 1991.

Het MCESC heeft er op datum van 21 juni 1991kennis van genomen.

De programma's werden gerangschikt volgens hette bereiken objectief.

Het programma van de landmacht «Conceptdefensie Europa - ATK steun » kadert in de integratievan onze troepen in een internationaal kader metvoornamelijk drie mogelijke groepen:

a) een « Multinationale reactie strijdkracht » onder-verdeeld in een relatief kleine onmiddellijke reactiestrijdkracht en een snelle reactie strijdkracht;

b) de eigenlijke defensieve strijdkrachten (multi-nationale korpsen op verschillend paraatheids-niveau);

c) de strijdkrachten in versterking (nationale een-heden van Europese of Amerikaanse afkomst).

Om dit nieuw concept te verwezenlijken dienen detroepen over meer anritank vuurkracht te beschikken.De huidige moderne bepantsering van de tanks nood-

Page 53: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

nécessitent l'utilisation d'une arme anti-char de latroisième génération.

Etant donné la répartition par objectif, la duplica-tion de programmes est exclue.

2. La préfiguration du Plvl'Txesr un instrument deplanification.

Les données suivantes étaient prévues dans ce docu-ment:

_ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenw.oordigers 1993Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

zaakt het gebruik van een antit.ankwapen van dederde generatie.

Door de verdeling per objectief is overlapping uit-gesloten.

2. De prefiguratie van het PMT is een planningsin-strument.

Volgende gegevens werden in dit document voor-• I

zren :

Engagement Ordonnancements Vastlegging Ordonnanceringen

Année (en millions (en millions de francs belges)Jaar

(in miljoenen (in miljoenen Belgische frank)de francs Post Belgische Postbelges) 1992 1993 1994 1995 1995 frank) 1992 1993 1994 1995 1995

1995 6.020 153 5.867 1992 6.020 153 5.867

Il est à noter que des engagements sont prévus dansce document à partir de 1995.

3.a) Une date précise de réalisation prévue ou possible

n'est pas disponible.Toutefois, il est évident que, lorsqu'un programmeest prévu au budget, il est soumis à la réglementa-tion en vigueur au sujet des marchés publics.

Cette réglementation impose un appel à la concur-rence.

h) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4. Lorsqu'un programme est retenu, un appeld'offres est lancé.

Le choix du fournisseur est basé sur les offres reçueset analysées selon la réglementation des marchéspublics.

5. Jusqu'à ce jour, aucun engagement ni ordonnan-cement à charge du budget 1992 n'a été réalisé.

6. Aucune comparaison ne peut être établie entrele PMT 1989-1992 et la préfiguration du PMT 1992-1995, comme il s'agit de deux documents de plani-fication développés dans des contextes organisa-tionnels (plans Charlier I et II), opérationnels (straté-gies de l'Otan) et budgétaires différents.

7. Aucun programme repris sous le titre de l'objec-tif cité n'a été prévu dans le budget administratif dela Défense nationale en 1992.

DO 919280586

Question n" 60 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.) :

Programme d'équipement « Soutien feu ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelle

Er dient te worden opgemerkt dat de vastleggingenin dit document vanaf 1995 voorzien worden.

3.a) Een juiste datum voor de voorziene of mogelijke

verwezenlijking is niet beschiklbaar.Het is echter vanzelfsprekend dat wanneer eenprogramma in het budget voorrzien is, het onder-worpen wordt aan de in voege zijnde reglemente-ring voor de overheidsopdrachiten.Deze reglementering verplicht esen breed beroep tedoen op de concurrentie.

h) De verwezenlijking in de toekomst van de pro-grarnma's voorzien in de prefiguratie van het PMT1992-1995 dient te worden herzien in het lichtvan de herstructurering van het leger aangekon-digd in mijn algemene beleidsnota van 3 juli 1992.

4. Wanneer een programma in aanmerking komt,wordt een offerteaanvraag gelanceerd.

De keuze van de leverancier gelbeurt op basis vande ontvangen offertes die volgens de reglementeringvoor de overheidsopdrachten wortden ontleend.

5. Tot op heden werd geen enkelIe vastlegging nochordonnancering ten laste van d.e begroting 1992gerealiseerd.

6. De vergelijking tussen het P1MT 1989-1992 ende prefiguratie van het PMT 19922-1995 is onmoge-lijk, daar deze twee planningsdocurmenten in verschil-lende strucrurele (plannen Charlierr I en II), operatio-nele (Navo strategieën) en budgettsaire contexten ont-wikkeld werden.

7. Geen enkel programma rmet betrekking totvoornoemd objectief werd in die administratievebegroting 1992 van landsverdedigiing voorzien.

DO 919280586

Vraag nr, 60 van de heer Van Diemderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Vuursteum ».

1. Waarover gaat het prograrrnrna en voor welke

Page 54: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1994 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

- (29)-Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

force est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte--nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. La préfiguration du Plan à moyen terme (PMT)a été établie sur la base de la nouvelle stratégie del'Otan adoptée en 1991.

Le CMCES en a pris connaissance en date du21 juin 1991.

Les programmes ont été répartis par objectif àatteindre.

Le programme de la force terrestre « Conceptdéfense européenne - Soutien feu » s'inscrit dans lecadre de l'intégration de nos troupes dans un environ-nement international, notamment par une parti-cipation aux trois structures multinationales possi-bles:a) une « Force de réaction multinationale », compo-

sée d'une force de réaction immédiate relativementpetite et d'une force de réaction rapide;

h) les forces essentiellement défensives (corps multi-nationaux à différents niveaux de préparation);

c) les forces de renforcement (unités nationales deprovenance américaine ou européenne).

macht is het besteind? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang en de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar overlappen.

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De prefiguratie van het Plan op middellange ter-mijn (PMT) werd opgesteld op basis van de nieuwestrategie aanvaard door de Navo in 1991.

Het MCESC heeft er op datum van 21 juni 1991kennis van genomen.

De programma's werden gerangschikt volgens hette bereiken objectief.

Het programma van de landmacht « Conceptdefensie Europa - Vuursteun » kadert in de integratievan onze troepen in een internationaal kader metvoornamelijk drie mogelijke structuren:

a) een « Multinationale reactie strijdkracht » onder-verdeeld in een relatief kleine onmiddellijke reactiestrijdkracht en een snelle reactie strijdkracht;

h) de eigenlijke defensieve strijdkrachten (multi-nationale korpsen op verschillend paraatheids-niveau);

c) de strijdkrachten in versterking (nationale een-heden van Europese of Amerikaanse afkomst).

Page 55: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE1991-1992) - (29)- Belgische Kamer van Volksverregenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 1995

Afin d'être à même de mettre en œuvre un telconcept, l'appui feu rapproché et en profondeur doitêtre prévu en permanence pour les forces se déplaçantrapidement.

Etant donné la répartition par objectif, la duplica-tion de programmes est exclue.

2. La préfiguration du PMT est un instrument deplanification.

Les données suivantes étaient prévues dans ce docu-ment:

Om dit nieuw concept te verwezenlijken moet inde vuursteun in de diepte zowel ab nabij te allen tijdeworden voorzien voor de zich snel verplaatsendestrijdkrachten.

Door de verdeling per objectief is overlapping uit-gesloten.

2. De prefiguratie van het PMT is een planningsin-strument.

. Volgende gegevens werden in <dit document voor-zien :

Engagement Ordonnancements Vastlegging Ordcmnanceringen

Année (en millions (en millions de francs belges)Jaar

(in miljoenen (in miljoemen Belgische frank)de francs Post Belgische Postbelges) 1993 1994 1995 1995 frank) 1993 19'94 1995 1995

1993 3.451 106 503 849 1.993 1993 3.451 106 5m3 849 1.9931994 772 113 659 1994 772 113 6591995 8.829 194 8.635 1995 8.829 194 8.635

Il est à noter que les engagements sont prévus dansce document à partir de 1993.

3.a) Une date précise de réalisation prévue ou possible

n'est pas disponible.Toutefois, il est évident que, lorsqu'un programmeest prévu au budget, il est soumis à la réglementa-tion en vigueur au sujet des marchés publics.

Cette réglementation impose un appel à la concur-rence.

h) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4. Lorsqu'un programme est retenu, un appeld'offres est lancé.

Le choix du fournisseur est basé sur les offres reçueset analysées selon la réglementation des marchéspublics.

5. Jusqu'à ce jour, aucun engagement ni ordonnan-cement à charge du budget 1992 n'a été réalisé.

6. Aucune comparaison ne peut être établie entrele PMT 1989·1992 et la préfiguration du PMT 1992-1995, comme il s'agit de deux documents de plani-fication développés dans des contextes organisa-tionnels (plans Charlier I et II), opérationnels (straté-gies de l'Otan) et budgétaires différents.

7. Aucun programme repris sous le titre de l'objec-tif cité n'a été prévu dans le budget administratif dela Défense nationale en 1992.

Er dient te worden opgemerkt «lat de vastleggingenin dit document vanaf 1993 worrden voorzien.

3.a) Een juiste datum voor de voœrziene of mogelijke

verwezenlijking is niet beschilkbaar.Het is echter vanzelfsprekemd dat wanneer eenprogramma in het budget voœrzien is, het onder-worpen wordt aan de in voegœ zijnde réglemente-ring voor de overheidsopdraclhten.Deze reglementering verplicht een breed beroep tedoen op de concurrentie.

h) De verwezenlijking in de toekomst van de pro-gramma's voorzien in de prefiguratie van het PMT1992-1995 dient te worden herzien in het lichtvan de herstructurering van lhet leger aangekon-digd in mijn algemene beleidsruota van 3 juli 1992.

4. Wanneer een programma im aanmerking komt,wordt een offerteaanvraag gelancceerd.

De keuze van de leverancier gçebeurt op basis vande ontvangen offertes die volgems de reglementeringvoor de overheidsopdrachten woirden ontleend.

5. Tot op heden werd geen enkcele vastlegging nochordonnancering ten laste van I de begroting 1992gerealiseerd.

6. De vergelijking tussen het lPMT 1989-1992 ende prefiguratie van het PMT 19~92-1995 is onmoge-lijk, daar deze twee planningsdoccumenren in verschil-lende structurele (plannen Charluer I en Il), operatio-nele (Navo-strategieën) en budgeettaire contexten ont-wikkeld werden.

7. Geen enkel programma rrnet betrekking totvoornoemd objectief werd in de administratievebegroting 1992 van Landsverdediiging voorzien.

Page 56: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1996 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

DO 919280587

Question n" 61 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.) :

Programme d'équipement « Mobilité tactique ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. La préfiguration du Plan à moyen terme (PMT)a été établie sur la base de la nouvelle stratégie del'Otan adoptée en 1991.

Le CMCES en a pris connaissance en date du21 juin 1991.

Les programmes ont été répartis par objectif àatteindre.

Le programme de la force terrestre «Conceptdéfense européenne - Mobilité tactique» s'inscritdans le cadre de l'intégration de nos troupes dans unenvironnement international, notamment par uneparticipation aux trois structures multinationales pos-sibles :a) une « Force de réaction multinationale », compo-

sée d'une foree de réaction immédiate relativementpetite et d'une force de réaction rapide;

_ (29) _ Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

DO 919280587

Vraag nr. 61 van de heer Van Dienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Tactische mobiliteit ».

1. Waarover gaat het programma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang en de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar overlappen.

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke cornpensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnance rings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De prefiguratie van het Plan op middellange ter-mijn (PMT) werd opgesteld op basis van de nieuwestrategie aanvaard door de Navo in 1991.

Het MCESC heeft er op datum van 21 juni 1991kennis van genomen.

De programma's werden gerangschikt volgens hette bereiken objectief.

Het programma van de landmacht «Conceptdefensie Europa - Tactische mobiliteit » kadert in deintegratie van onze troepen in een internationaalkader met voornamelijk drie mogelijke structuren:

a) een o; Multinationale reactie strijdkracht » onder-verdeeld in een relatief kleine onmiddellijke reactiestrijdkracht en een snelle reactie strijdkracht;

Page 57: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

h) les forces essentiellement défensives (corps multi-nationaux à différents niveaux de préparation);

c) les forces de renforcement (unités nationales deprovenance américaine ou européenne).

Afin d'être à même de mettre en œuvre un telconcept les forces doivent pouvoir se déplacer surtous les terrains (minés, parsemés d'obstacles, ... ) etce dans les délais les plus courts.

Des véhicules de génie et des moyens de déminageefficaces pourraient apporter une solution adéquateau problème.

Etant donné la répartition par objectif, la duplica-tion de programmes est exclue.

2. La préfiguration du PMT est un instrument deplanification.

Les données suivantes étaient prévues dans ce docu-ment:

Engagement Ordonnancements

Année(en millions (en millions de francs belges)

de francs Postbelges) 1993 1994 1995 1995

1993 311 2091994 403 403

Il est à noter, que dans ce document, les engage-ments ne sont prévus qu'à partir de 1993.

3.a) Une date précise de réalisation prévue ou possible

n'est pas disponible.Toutefois, il est évident que, lorsqu'un programmeest prévu au budget, il est soumis à la réglementa-tion en vigueur au sujet des marchés publics.

Cette réglementation impose un appel à la concur-rence.

b) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4. Lorsqu'un programme est retenu, un appeld'offres est lancé.

Le choix du fournisseur est basé sur les offres reçueset analysées selon la réglementation des marchéspublics.

5. Jusqu'à ce jour aucun engagement ni ordonnan-cement à charge du budget 1992 n'a été réalisé.

6. Aucune comparaison ne peut être établie entrele PMT 1989-1992 et la préfiguration du PMT 1992-1995, comme il s'agit de deux documents de plani-fication développés dans des contextes organisa-tionnels (plans Charlier I et II), opérationnels (straté-gies de l'Otan) et budgétaires différents.

7. Aucun programme repris sous le titre de l'objec-tif cité n'a été prévu dans le budget administratif dela Défense nationale en 1992.

- (29)- Belgische Kamer van Volksvertegenw.oordigersVragenen Antwoorden (BZ 1991-·1992) 1997

h) de eigenlijke defensieve strijjdkrachten (multi-nationale korpsen op verschiillend paraatheids-niveau);

c) de strijdkrachten in versterkirig (nationale een-heden van Europese of Amerikaanse afkornst).

Om dit nieuw concept te verwezenlijken moetende gevechtstroepen zich in om het even welk terrein(gemijnd, met hindernissen, ... ) kunnen verplaatsenen dit in de kortst mogelijke termijnen.

Daarvoor kunnen genietuigen en efficiënte ont-mijningssystemen een gepaste oplossing brengen.

Door de verdeling per objectief is overlapping uit-gesloten.

2. De prefiguratie van het PMT is een planningsin-strument .

. Volgende gegevens werden in dit document voor-zien :

Vastlegging Ordœnnanceringen

Jaar(in rniljoenen (in miljoemen Belgische frank)

Belgische Postfrank) 1993 19~94 1995 1995

1993 311 20)91994 403 403

Er dient opgemerkt dat de vastleggingen -in ditdocument vanaf 1993 worden vœorzien.

3.a) Een juiste datum voor de voorziene of mogelijke

verwezenlijking is niet beschikbaar,Het is echter vanzelfsprekend dat wanneer eenprogramma in het budget voœrzien is, het onder-worpen wordt aan de in voegœ zijnde reglemente-ring voor de overheidsopdradhten.Deze reglementering verplicht een breed beroep tedoen op de concurrentie.

h) De verwezenlijking in de toe.kornst van de pro-gramma's voorzien in de prefigruratie van het PMT1992-1995 dient herzien te vwor'den in het lichtvan de herstructurering van lhet leger aangekon-digd in mijn algemene beleidsruota van 3 juli 1992.

4. Wanneer een programma im aanmerking komt,wordt een offerteaanvraag gelancceerd.

De keuze van de leverancier gcebeurt op basis vande ontvangen offertes die volgerus de reglementeringvoor de overheidsopdrachten geamalyseerd worden.

5. Tot op heden werd geen enkrele vastlegging nochordonnancering ten laste van ede begroting 1992gerealiseerd.

6. De vergelijking tussen het IPMT 1989-1992 ende prefiguratie van het PMT 19592-1995 is onrnoge-lijk, daar deze twee planningsdoceurnenten in verschil-lende structurele (plannen Charliéer I en 11), operatio-nele (Navo-strategieên) en budgetttaire contexten ont-wikkeld werden.

7. Het programma met betrekl:king tot voornoemdobjectiet werd in de administrati:ieve begroting 1992van landsverdediging voorzien.

258

Page 58: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

1998 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

- (29)-Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

DO 919280590

Question n" 64 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.) :

Programme d'équipement «Modernisation Léo-pard I ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conteenus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. La préfiguration du Plan à moyen terme (PMT)a été établie sur la base de la nouvelle stratégie del'Otan adoptée en 1991.

Le CMCES en a pris connaissance en date du21 juin 1991. Les programmes ont été répartis parobjectif à atteindre.

Le programme « Modernisation du Léopard I»vise à doter les chars d'une capacité de combat denuit et par visibilité limitée. En outre, des travaux derévision et de modernisation sont nécessaires pour unchar acquis en 1970 et que l'on veut utiliserjusqu'après l'an 2000.

Da 919280590

Vraag nr. 64 van de heer Van Dienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Modernisering Leopard I».

1. Waarover gaat het programma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang en de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar overlappen.

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te willen vinden op de door hem gesteldevragen.

1. De prefiguratie van het Plan op middellangetermijn (PMT) werd opgesteld op basis van de nieuwestrategie aanvaard door de Navo in 1991.

Het MCESC heeft er op datum van 21 juni 1991kennis van genomen. De programrna's werdengerangschikt volgens het te bereiken objectief.

Het programma « Modernisering Leopard I»beoogt de tanks uit te rusten met een capaciteit voorhet nachtgevecht en het gevecht bij beperkte zicht-baarheid. Bovendien zijn voor een in 1970 verworventank revisie- en modernisatiewerken nodig indien menwenst deze tanks te gebruiken tot na het jaar 2000.

Page 59: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

Etant donnée la répartition par objectif, la duplica-tion de programmes est exclue.

2. Dans la préfiguration du PMT 1992-1995 quiest un instrument de planification, les donnéessuivantes étaient prévues:

_ (29) _ Belgische Kamervan Volksvertegemwoordigers 1999Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Door de verdeling per objectief is overlapping uit-gesloten.

2. In de prefiguratie van het PMT 1992-1995 dateen planningsinstrument is, werden volgende gege-vens voorzien :

Engagement Ordonnancements Vastlegging Ordœnnanceringen

Année (en millions (en millions de francs belges)Jaar

(in miljoenen (in miljoemen Belgische frank)de francs Post Belgische Postbelges) 1992 1993 1994 1995 1995 frank) 1992 1993 1994 1995 1995

1992 3.243 258 275 807 1.090 813 1992 3.243 258 275 807 1.090 8131993 268 158 110 1993 268 158 1101994 2.579 2.579 1994 2.579 2.579

Il s'est avéré impossible, vu les restrictions imposéesau budget de la Défense nationale pour 1992, deprogrammer la totalité de l'engagement prévu dansla préfiguration du PMT 1992-1995.

3.a) Une date précise de réalisation prévue ou possible

n'est pas disponible. Toutefois, il est évident que,lorsqu'un programme est prévu au budget, il estsoumis à la réglementation en vigueur au sujet desmarchés publics. Cette réglementation impose unlarge appel à la concurrence.

h) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4.a) Avant 1992, ce programme a fait l'objet de diffé-

rents contrats pour un montant de 2.520,7 mil-lions de francs belges.Ces contrats ont été attribués aux firmes suivan-tes:

s.a. Pegard ProductieAvenue G. Truffaut, 495220 Andenne;s.a. OIP InstrubelWesterring, 219700 Audenarde;s.a. Rhijn-Schelde Mondia4020 Liège;s.a. CMIAvenue A. Greiner4100 Seraing;s.a, SABCAChaussée de Haecht, 14701130 Bruxelles.

Les clauses économiques contractuelles ont étéétablies par le ministre des Affaires économiquesqui est d'autre part chargé du contrôle de celle-ci.

Cette question devrait être adressée au ministèredes Affaires économiques.

Gezien de aan het budget 1992 van Landsver-dediging opgelegde beperkingen blleek het onmogelijkde totale vastlegging voorzien in de prefiguratie vanhet PMT 1992-1995, te programimeren.

3.a) Een juiste datum voor de vooirziene of mogelijke

verwezenlijking is niet beschikebaar. Het is echtervanzelfsprekend dat wanneer een programma inhet budget voorzien is, het omderworpen wordtaan de in voege zijnde regleimentering voor deoverheidsopdrachten. Deze rreglementering ver-plicht een beroep te doen op «le concurrentie.

h) De verwezenlijking in de toelkornst van de pro-gramma's voorzien in de prefigturatie van het PMT1992-1995 dient te worden lherzien in het lichtvan de restructuratie van het lieger aangekondigdin mijn algemene beleidsnota 'van 3 juli 1992.

4.a) Voor 1992 is het programm21 het voorwerp ge-

weest van verschillende overeenkornsten voor eenbedrag van 2.520,7 miljoen Bœlgische frank.Deze contracten werden aam volgende firma'sgegund :

n.v. Pegard ProductieAvenue G. Truffaut, 495220 Andenne;n.v, OIP InstrubelWesterring, 219700 Oudenaarde;n. v. Rhijn-Schelde Mondial4020 Luik;n.v. CMIAvenue A. Greiner4100 Seraing;n.v. SABCAChaussée de Haecht, 1470>1130 Brussel.

De economische clausules wercden door het minis-terie van Economische Zaken opgesteld dat trou-wens belast is met de controle over de uitvoeringervan.Deze vraag dient aan mijn co111ega van Economi-sche Zaken te worden gericht.:.

Page 60: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2000 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

- (29)-Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

b) Pour ces contrats, un montant de 2.520,7 millionsde francs belges a été engagé et les ordonnance-ments ont été et seront réalisés de la façon suivan-te:

1985 : 81 millions de francs belges;1986 : 26,5 millions de francs belges;1989 : 375,3 millions de francs belges;1990 : 230,3 millions de francs belges;1991 : 330,3 millions de francs belges;1992 : 246,4 millions de francs belges;1993 : 671,6 millions de francs belges;1994 : 442,3 millions de francs belges;1995 : 117 millions de francs belges.

Ces montants correspondent à ceux inscrits dansles différents budgets administratifs.

c) Lorsqu'un programme est retenu, un appel d'of-fres est lancé. Le choix du fournisseur est basé surles offres reçues et analysées selon la réglementa-tion des marchés publics.

5. Jusqu'à ce jour, seul un engagement de 1.020millions de francs belges à charge du budget 1992 aété réalisé.

6. Aucune comparaison ne peut être établie entrele PMT 1989-1992 et la préfiguration du PMT 1992-1995, comme il s'agit de deux documents de planifi-cation développés dans des contextes organisationnels(plans Charlier I et II), opérationnels (stratégies del'Otan) et budgétaires différents.

7. Le programme repris en 1992 sous le titre del'objectif cité a été prévu dans le budget administratifde la Défense nationale en 1992 pour un montant enengagement de 3.098,3 millions de francs belges aulieu de 3.243 millions de francs belges.

DO 919280591

Question n° 65 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.) :

Programme d'équipement o; Harmonisation brigadevéhicules ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-

b) Voor deze contracten werd een bedrag van2.520,7 miljoen Belgische frank vastgelegd en deordonnanceringen werden of zullen worden gerea-liseerd zoals volgt :

1985 : 81 miljoen Belgische frank;1986 : 26,5 miljoen Belgische frank;1989 : 375,3 miljoen Belgische frank;1990 : 230,3 miljoen Belgische frank;1991 : 330,3 miljoen Belgische frank;1992 : 246,4 miljoen Belgische frank;1993 : 671,6 miljoen Belgische frank;1994: 442,3 miljoen Belgische frank;1995: 117 miljoen Belgische frank.

Deze bedragen stemmen overeen met deze inge-schreven in de verschillende administratievebegrotingen.

c) Wanneer een programma weerhouden is, wordteen offerteaanvraag gelanceerd. De keuze van deleverancier gebeurt op basis van de ontvangenoffertes die volgens de reglementering voor deoverheidsopdrachten worden geanalyseerd.

5. Tot op heden is slechts een vastlegging van1.020 miljoen Belgische frank ten laste van de begro-ting 1992 gerealiseerd.

6. De vergelijking tussen het PMT 1989-1992 ende prefiguratie van het PMT 1992-1995, is onmoge-lijk, daar deze twee planningsdocumenten in verschil-lende strucrurele (plannen Charlier I en II), operatio-nele (Navo-strategieën) en budgettaire contexten wer-den ontwikkeld.

7. Het programma met betrekking tot hetgenoemde objectief werd in de administratieve begro-ting 1992 van Landsverdediging voorzien met eenvastleggingsbedrag van 3.098,3 miljoen Belgischefrank in plaats van 3.243 miljoen Belgische frank.

DO 919280591

Vraag nr. 65 van de heer Van Dienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Harmonisatie brigade voer-tuigen ».

1. Waarover gaat het programma en voor welkernacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang en de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar overlappen.

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiêle en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Tot

Page 61: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre desReprésentantsdeBelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

\,-1\.•

les missions? À quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. Le programme « Harmonisation brigade véhi-cules » est un concept issu du Plan à moyen terme(PMT) 1989-1992 comprenant l'acquisition de systè-mes de chargement et de transport pour les véhiculesblindés de combat d'infanterie et le remplacement desAMX de la réserve par des camionnettes 1,5 T.

2. Lors de la préfiguration du PMT 1992-1995,l'acqusition des camionnettes 1,5 T a été inscrite sousla rubrique « Concept défense européenne - Mobilitéde base ». Cette rubrique a été traitée à la questionna 63 de l'honorable membre.

3. Les systèmes de transport ont fait l'objet en1989 d'un contrat avec la firme «SEFA» pourl'acquisition de 40 systèmes de chargement et detransport ainsi que 80 plateaux de chargement desti-nés aux 40 dépanneuses et aux 40 remorques.

4. Ce contrat a été attribué à la firme:n.v. SEFAPolostraat 592660 Hoboken.

Les clauses économiques ont été établies par leministère des Affaires économiques qui est d'ailleurschargé du contrôle de celles-ci. Cette question devraitêtre adressée à mon collègue des Affaires économi-ques.

5. Pour ce contrat un montant de 105 millions defrancs belges a été engagé et les ordonnancements ontété et seront réalisés de la façon suivante:

1991: 2,1 millions de francs belges;1992: 6,7 millions de francs belges;1993 : 96,2 millions de francs belges.

Ces montants correspondent à ceux inscrits dansles différents budgets administratifs.

6. Etant donné que l'engagement a été effectué en1989 ce programme n'a plus été repris dans la préfigu-

_ (29) _ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 2001Vragenen Antwoorden (BZ1991··1992)

welke regio behoren deze bedrijvem en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? \Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programmal, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskrediœten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskre-dieten worden be-komen? In hoeverre stemt dezeinformarie overeenmet bedragen van defensie - in œasu de administra-tieve begroting - die ieder jaar im november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- em ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de: uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-·1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindssdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor diit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde: kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid geli.eve hierna het ant-woord te vinden op de door herru gestelde vragen.

1. Het programma « Harmoniisatie brigade voer-tuigen » is een begrip uit het PLan op middellangetermijn (PMT) 1989-1992 met bettrekking tot de aan-schaffing van laad- en transports.ysternen voor lichtgepantserde rupsvoertuigen en de vervanging van deAMX van de reserve door bestelwagens 1,5 T.

2. In de prefiguratie van het PMT 1992-1995,werd de aanschaffing van de bestellwagens 1,5 T inge-schreven onder de rubriek « Concept defensie Europa- Basisrnobiliteit » behandelt in die vraag nr. 63 vanhet geacht lid.

3. De transportsystemen hebbem in 1989 het voor-werp uitgemaakt van een overeenlkomst met de firma« SEFA » voor de aanschaf van 40llaad- en transport-systemen alsmede 80 laadplateauis voor 40 vracht-wagens en 40 aanhangwagens.

4. Het kontrakt werd aan volgemde firma gegund:n.v. SEFAPolostraat 592660 Hoboken.

De economische clausules werdien door het minis-terie van Economische Zaken opgçesteld die trouwensbelast is met de controle over dee uitvoering ervan.Deze vraag dient aan mijn collegaa van EconomischeZaken gericht te worden.

5. Voor dit kontrakt werd een bedrag van105 miljoen Belgische frank vastgzelegd en de ordon-nanceringen werden of zullen geerealiseerd wordenzoals volgt:

1991: 2,1 miljoen Belgische: frank;- 1992: 6,7 miljoen Belgische' frank;- 1993 : 96,2 miljoen Belgische' frank.

Deze bedragen stemmen overreen met deze in-geschreven in de verschillende adrministratieve begro-tingen.

6. Aangezien de vastlegging IÎn 1989 genomenwerd, is het programma niet meeer hernomen in de

Page 62: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2002 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

ration du PMT 1992-1995; cependant les montantsrestant à ordonnancer figuraient dans la dette.

7. Les montants annuels nécessaires à l'apurementde la dette contractuelle sont inscrits dans les budgetsannuels.

DO 919280580

Question n" 67 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.) :

Programme d'équipement « Aéromobilité systèmes demissiles »;

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. Le programme de la force terrestre « Aéromobi-lité systèmes antichars» est une partie du programme« Aéromobilité I» traitée à la question n" 68 deM. Van Dienderen (page 2003 de ce bulletin).

_ (29) _ Belgische Kamervan VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991·1992)

prefiguratie van het PMT 1992-1995; de te ordon-nanceren bedragen werden evenwel in de schuld op-genomen.

7. De jaarlijks nodige bedragen tot delging van decontractuele schuld worden in de jaarlijkse begrotin-gen ingeschreven.

DO 919280580

Vraag nr. 67 van de heer Van Dienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Raketsystemen aeromobili-teit ».

1. Waarover gaat het programma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang en de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar overlappen.

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre sternt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te willen vinden op de door hem gestelde vra-gen.

1. Het programma «Aeromobiliteit raketsyste-men » maakt deel uit van het programma « Aeromo-biliteit I » behandeld in de vraag nr. 68 van de heerVan Dienderen (blz, 2003 van dit bulletin).

Page 63: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

ChambredesReprésentantsde BelgiqueQuestionset Réponses (SE 1991-1992)

Le fait que les programmes soient répartis parobjectif à atteindre, exclut la duplication.

2.a) Etant donné que l'engagement a été effectué en

1988 ce programme n'a pas été repris dans lePMT 1989-1992 ni dans la préfiguration du PMT1992-1995, cependant les montants restant àordonner figuraient dans la dette.

b) Les montant annuels nécessaires à l'apurement dela dette contractuelle ont été inscrits dans les bud-gets annuels.

3. Sans objet.4. Ce programme a fait l'objet en 1988 d'un con-

trat pour un montant de 3.800 millions de francsbelges.

Ce contrat a été attribué à la firme suivante: SaabInstruments AB, Box 1017, S-55lll ]onkoping.

Les clauses économiques contractuelles ont étéétablies par le ministre des Affaires économiques quiest d'autre part chargé du contrôle de celles-ci. Cettequestion devrait être adressée au ministère des Affai-res économiques.

5. Les ordonnancements liés à ce contrat ont étéet seront réalisés de la façon suivante:

1988 : 900 millions de francs belges;1989 : 710,7 millions de francs belges;1991 : 800,9 millions de francs belges;1992 : 100 millions de francs belges;1993 : 719 millions de francs belges;1994 : 168,1 millions de francs belges.

Ces montants correspondent à ceux inscrits dansles différents budgets administratifs.

6. Sans objet.7. Aucun programme repris sous le titre de l'objec-

tif cité n'a été prévu dans le budget administratif dela Défense nationale en 1992.

Da 919280594

Question n'' 68 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.):

Programme d'équipement « Aéromobilité I ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

_ (29) _ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 2003Vragenen Antwoorden (BZ19911-1992)

De programma's worden geramgschikt volgens hette bereiken objectief, hetgeen het œverlappen uitsluit.

2.a) Aangezien de vastlegging in 11988 werd genomen,

is het programma niet in hœt PMT 1989-1992noch in de prefiguratie van hlet PMT 1992-1995hernomen; de bedragen te ordionnanceren werdenevenwel in de schuld opgenorrnen.

b) De jaarlijkse nodige bedragem tot delging van decontractuele schuld werden iru de jaarlijkse begro-ting ingeschreven.

3. Zonder gevolg.4. Het programma heeft het vroorwerp uitgemaakt

in 1988 van een overeenkomst woor een bedrag van3.800 miljoen Belgische frank.

Het contract werd aan de volgœnde firma gegund :Saab Instruments AB, Box 1017,5-55111 ]onkoping.

De contractuele economischœ clausules werdendoor het ministerie van Economis.che Zaken opgestelddat trouwens belast is met de corutrole over de uitvoe-ring ervan. Deze vraag dient aam het ministerie vanEconomische Zaken te worden gericht.

5. De ordonnanceringen verbionden aan dit con-tract werden of zullen wordem gerealiseerd zoalsvolgt:

1988 : 900 miljoen Belgische frank;1989 :710,7 miljoen Belgisclhe frank.1991 : 800,9 miljoen Belgisclhe frank;1992 : 100 miljoen Belgische frank;1993 : 719 miljoen Belgische frank;1994 : 168,1 miljoen Belgisclhe frank.

Deze bedragen stemmen overeen met deze inge-schreven in de verschillende admiinistratieve begrotin-gen.

6. Zonder gevolg.7. Geen enkel programma imet betrekking tot

voornoemd objectief werd in de administratievebegroting 1992 van Landsverdecdiging voorzien.

Da 919280594

Vraag nr. 68 van de heer Van Dïienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Aeromwbiliteit I »,

1. Waarover gaat het prograirnma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de Ihuidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang een de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in Hiet verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geeven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar owerlappen.

2. Wat is de stand van realisattie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiëlee zin?

Page 64: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2004 ChambredesReprésentantsdeBelgiqueQuestionsetRéponses(SE1991-1992)

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. Le programme de la force terrestre « Aérornobi-lité I » consiste à remplacer partiellement les hélicop-tères « Alouette II » et à augmenter la capacité anti-chars de la force terrestre. Ce programme a été engagédepuis 1988.

L'acquisition de matériels connexes au programmeprincipal a été prévue dans le PMT 1989-1992 etdans la préfiguration du PMT 1992-1995.

Le fait que les programmes soient répartis parobjectif à atteindre, exclut la duplication.

2. Dans la préfiguration du PMT 1992-1995 quiest un instrument de planification, basée sur la straté-gie de l'Otan et dont le CMCES a pris connaissanceen date du 21 juin 1991, les données suivantes pourdes matériels connexes étaient prévues:

Année

Ordonnancements(enmillionsde francs belges)

Engagement(enmillionsde francs ------------P-os-tbelges) 1992 1993 1994 1995 1995

1992 ....1993

162196

84 7857 139

Il s'est avéré impossible, vu les restrictions imposéesau budget de la Défense nationale pour 1992, deprogrammer l'engagement prévu dans la préfigura-tion du PMT 1992-1995.

3.a) Une date prévue ou possible de la réalisation des

_ (29) _ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigersVragenenAntwoorden(BZ1991-1992)

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange terrnijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten ?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te willen vinden op de door hem gesteldevragen.

1. Het programma «Aeromobiliteit I» beoogtde gedeeltelijke vervanging van de helikopters« Alouette Il » alsmede de verhoging van de antitank-capaciteit van de landmacht. Dit programma werdvastgelegd vanaf 1988.

De aanschaffing van aan het hoofdprogramma ver-wante materiëlen werd voorzien in het PMT 1989-1992 en in de prefiguratie van het PMT 1992-1995.

De programma's worden gerangschikt volgens hette bereiken objectief, en hierdoor is het overlappenuitgesloten.

2. In de prefiguratie van het PMT 1992-1995, dateen planningsinstrument is, gebaseerd op de Navostrategie en waarvan het MCESC op datum van21 juni 1991 kennis genomen heeft, werden volgendegegevens voor de aanverwante materiëlen voorzien:

Jaar

Ordonnanceringen(inmiljoenenBelgischefrank)

Vastlegging(inmiljoenen

Belgische ------------P-os-tfrank) 1992 1993 1994 1995 1995

19921993

84162196

7857 139

Gezien de aan het budget 1992 van Landsver-dediging opgelegde beperkingen bleek het onmogelijkde totale vastlegging voorzien in de prefiguratie vanhet PMT 1992-1995, te programmeren.

3.a) Een voorziene of mogelijke datum voo~ de ~erwe-

Page 65: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre desReprésentantsde BelgiqueQuestions et Réponses(SE1991-1992)

programmes cités dans la préfiguration du PMT1992-1995 n'est pas disponible.

Toutefois, il est évident que, lorsqu'un programmeest prévu au budget, il est soumis à la réglementa-tion en vigueur au sujet des marchés publics.

Cette réglementation impose un large appel à laconcurrence.

h) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4. Avant 1992, ce programme a fait l'objet de dif-férents contrats pour un montant de 13.293 millionsde francs belges.

Ces contrats ont été attribués aux firmes suivantes:

Spa AgustaCascina Costa di SamarateI - 21017 Varese;Saab Instruments ABBox 1017S - 55111 Jonkoping;s.a. SiemensChaussée de Charlerloi, 1161060 Bruxelles.

Les clauses économiques contractuelles ont été éta-blies par le ministre des Affaires économiques qui estd'autre part chargé du contrôle de celles-ci.

Cette question devrait être adressée au ministèredes Affaires économiques.

5.a) Les ordonnancements liés à ces contrats ont été

et seront réalisés de la façon suivante:

1988 : 3.200 millions de francs belges;1989 : 956,7 millions de francs belges;1990 : 1.110,1 millions de francs belges;1991 : 822,1 millions de francs belges;1992 : 1.625 millions de francs belges;1993 : 3.362 millions de francs belges;1994 : 889,1 millions de francs belges;1995 : 16,5 millions de francs belges.

Les montants correspondent à ceux inscrits dansles différents budgets administratifs.

h) Jusqu'à ce jour aucun engagement à charge dubudget 1992 n'a été réalisé.

6. Voir ci-devant.7. Aucun programme repris en 1992 sous le titre

de l'objectif cité n'a été prévu dans le budget adminis-tratif de la Défense nationale en 1992.

_ (29) _ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 2005Vragenen Antwoorden(BZ1991-1992)

zenlijking van de prograrnma'ss vermeld.in de pre-figuratie van het PMT 1992-1'995 is niet beschik-baar.Het is echter vanzelfsprekend! dar, wanneer eenprogramma in het budget vooirzien is, het onder-worpen wordt aan de in voegœ zijnde reglemente-ring voor de overheidsopdradhten.Deze reglementering verplicht .een breed beroep tedoen op de concurrentie.

h) De verwezenlijking in de toelkomst van de pro-gramma's voorzien in de prefigruratie van het PMT1992-1995 dient herzien te wvorden in hes lichtvan de herstructurering van lnet leger aangekon-digd in mijn algemene beleidsmota van 3 juli 1992.

4. Vóór 1992 heeft het progralmma het voorwerpuitgemaakt van verschillende ovrereenkornsten vooreen bedrag van 13.293 miljoen Bselgische frank.

Deze contracten werden aan ede volgende firma'sgegund:

Spa AgustaCascina Costa di Samarate1- 21017 Varese;Saab Instruments ABBox 1017S - 55111 Jonkoping;s.a. SiemensChaussée de Charleroi, 1161060 Bruxelles.

De contractuele economische clausules werdendoor het ministerie van Econornistche Zaken opgestelddat trouwens belast is met de comrrole over de uitvoe-nng ervan.

Deze vraag dient aan het ministerie van Economi-sche Zaken te worden gericht.

5.a) De ordonnanceringen verbomden aan deze con-

tracten werden of zullen wordeen gerealiseerd zoalsvolgt :

1988 : 3.200 miljoen Belgzische frank;1989: 956,7 miljoen Belgzische frank;1990 : 1.110,1 miljoen Beelgische frank;1991 : 822,1 miljoen Belgzische frank;1992 : 1.625 miljoen Belgzische frank;1993 : 3.362 miljoen Belgzische frank;1994 : 889,1 miljoen Belgzische frank;1995 : 16,5 miljoen Belgissche frank.

Deze bedragen stemmen overreen met deze inge-schreven in de verschillemde administratievebegrotingen.

h) Tot op heden werd geen enlkele vastlegging tenlaste van de begroting 1992 ggerealiseerd.

6. Zie hiervoren.7. Geen enkel programma rmet betrekking tot

voornoemd objectief werd in de administratievebegroting 1992 van Landsverded:liging voorzien.

259

Page 66: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2006 - (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

Dû 919280595

Question n" 69 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.):

Programme d'équipement « Modernisation artilleriede campagne ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. Le programme de la force terrestre c Moderni-sation de l'artillerie de campagne» a pour butd'augmenter l'efficacité de l'artillerie par l'acquisitiond'équipements permettant une grande rapidité d'in-tervention et une grande précision des tirs.

D'autre part la vétusté du matériel 105 mm ainsique des problèmes d'approvisionnement ont conduitau remplacement de ce matériel par de nouveauxobusiers de 155 mm.

Enfin, une meilleure standardisation a été obtenueen dotant les unités d'artillerie du même matériel pou-vant tirer les mêmes munitions. Ce programme adébuté en 1983. L'acquisition de matériels connexes

Dû 919280595

Vraag nr, 69 van de heer Van Dienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma «Modernisering veldartille-rte ».

1. Waarover gaat het programma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang en de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar overlappen.

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten ?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te willen vinden op de door hem gestelde vra-gen.

1. Het programma « Modernisering van de veld-artillerie» beoogt de verhoging van de efficiëntie vande artillerie door de aanschaffing van uitrustingen dieeen snelle interventie en een grote nauwkeurigheidvan de artillerievuren toelaten.

Anderzijds hebben de ouderdom van het materieel1OS mm en de bevoorradingsproblemen geleid tot devervanging van dit materieel door nieuwe howitsers155 mm.

Ten slotte werd een betere standardisatie bekomendoor de artillerie eenheden uit te rusten met hetzelfdematerieel dat dezelfde munities kan afvuren. Dit pro-gramma werd aangevangen vanaf 1988. De aanschaf-

Page 67: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

au programme principal a été prévue dans le PMT1989-1992 et dans la préfiguration du PMT 1992-1995.

La répartition des programmes par objectif à attein-dre, exclut la duplication.

2. Dans la préfiguration du PMT 1992-1995 quiest un instrument de planification basé sur la stratégiede l'Otan et dont le CMCES a pris connaissance endate du 21 juin 1991, les données suivantes étaientprévues pour des matériels connexes:

_ (29) _ Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers 2007Vragen en Antwoorden (BZ 19911-1992)

fing van aan het hoofdprograrnrna verwante materië-len werd voorzien in het PMTT 11989-1992 en in deprefiguratie van het PMT 1992-1l995.

2. In de prefiguratie van het P1MT 1992-1995, dateen planningsinstrument is, gebarseerd op de Navo-strategie en waarvan kennis wercH genomen door hetMCESC op datum van 21 juni 1991, werden vol-gende gegevens voor de aanverwainte materiëlen voor-zien :

Engagement Ordonnancements Vastlegging Ord.onnanceringen

Année (en millions (en millions de francs belges)Jaar

(in miljoenen (in miljoemen Belgische frank)de francs Post Belgische Postbelges) 1992 1993 1994 1995 ]995 frank) 1992 1993, 1994 1995 1995

1992 . 954 307 212 219 113 103 1992 ...... 954 307 212 219 113 1031994 .. 548 203 255 1994 ... 548 203 255

Il s'est avéré impossible, vu les restrictions imposéesau budget de la Défense nationale pour 1992, deprogrammer l'engagement prévu dans la préfigura-tion du PMT 1992-1995.

3.a) Une date prévue ou possible de réalisation des

programmes cités dans la préfiguration du PMT1992-1995 n'est pas disponible.

Toutefois, il est évident que, lorsqu'un programmeest prévu au budget, il est soumis à la réglementa-tion en vigueur au sujet des marchés publics.

Cette réglementation impose un large appel à laconcurrence.

h) La réalisation dans l'avenir des programmes pré-vus dans la préfiguration du PMT 1992-1995 està revoir dans le contexte de la restructuration del'armée annoncée par ma note de politique géné-rale présentée le 3 juillet 1992.

4. Avant 1992, ce programme a fait l'objet de dif-férents contrats pour un montant de 14.968,7 mil-lions de francs belges.

Ces contrats ont été attribués au firmes suivantes:

General Defence International LTDCity Bank Building Charlotte AmalieSt. Thomas Virgin Island 00801USA;s.p.r.l, McatronixAvenue des Noisetiers4031 Angleur;Asco IndustriesLeuvenbaan, 5201930 Zaventem;s.a. CorneaEuropark Noord, 359100 Sint-Niklaas;s.a. SedimaAvenue Paul Hymans, 1271200 Bruxelles;

Gezien de aan het budget 1992 van Landsverdedi-ging opgelegde beperkingen bleelk het onmogelijk devastlegging voorzien in de prefigiuratie van het PMT1992-1995, te programmeren.

3.a) Een voorziene of mogelijke daitum voor de verwe-

zenlijking van de in de prefigturatie van het PMT1992-1995 voorziene projgramma's is nietbeschikbaar.Het is echter vanzelfsprekend dat, wanneer eenprogramma in het budget voorzien is, het onder-worpen wordt aan de in voege zijnde reglemente-ring voor de overheidsopdrachten.Deze reglementering verplicht een breed beroep tedoen op de concurrentie.

h) De verwezenlijking in de roekornsr van de pro-gramma's voorzien in de prefiiguratie van het PMT1992-1995 dient te worden herzien in het lichtvan de herstructurering van het leger aangekon-digd in mijn algemene beleidsmota van 3 juli 1992.

4. Vóór 1992 heeft het progrramrna het voorwerpuitgemaakt van verschillende ccontracten voor eenbedrag van 14.968,7 miljoen Bellgische frank.

Deze contracten werden aain volgende firrna'sgegund:

General Defense Internationeal LTDCity Bank Building Charlottee AmalieSt. Thomas Virgin Island 00)801USA;b.v.b.a. McatronixAvenue des Noisetiers4031 Angleur;Asco IndustriesLeuvenbaan, 5201930 Zaventem;n.v. ComeaEuropark Noord, 359100 Sint-Niklaas;n.v, SedimaAvenue Paul Hymans, 1271200 Brussel;

Page 68: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2008 - (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

Cockerill Mechanical IndustriesAvenue A. Greiner4100 Seraing;s.a. TrascoSterrebeeklaan, 1721930 Zaventem;s.a. Relli Technology BelgiumGrimbert, 12150 Borsbeek;

- s.a. Eltraco-EuropeBoven Vrijlegem, 421730 Asse-Mollem;

- s.a. Bader JoséRue P. Lecharlier, 524430 Ans;

- s.a. SoremiParc industriel4460 Grace-Hollogne;s.a. ComautoAvenue Winston Churchill, 2381180 Bruxelles;

- s.p.r.l. Forces QuipmentGrand-route, 714500 Tihange;

- BobindusRijksweg, 772870 Puurs;s.a. TemaLangdorpsesteenweg, 1623240 Aarschot;s.a. Engineering Manufacturing GroupKruineikestraat, 993150 Tildonk;

- BMYPO Box 1512Bair SidingPA 17405 York;s.a. PRBAvenue de Tervuren, 1681150 Bruxelles;

- Spa Arturo JunghansGuidecca, 484I - 30123 Venezia;Fratelli BorlettiVia Washington, 70I - 20146 Milano;s.a. Ets, Daniel DoyenRue F. Rops, 391070 Bruxelles;EuracoRue Saint-Laurent, 76538 Manage;s.a. VerswijwerVenusstraat, 7-92000 Anvers;

- TiecoRue Beckman, 771180 Bruxelles;

Cockerill Mechanical IndustriesAvenue A. Greiner4100 Seraing;

- n.v. TrascoSterrebeeklaan, 1721930 Zaventem;n.v, Relli Technology BelgiumGrimbert, 12150 Borsbeek;

- n.v. Eltraco-EuropeBoven Vrijlegem, 421730 Asse-Mollem;n.v. Bader JoséRue P. Lecharlier, 524430 Ans;n.v. SoremiParc industriel4460 Grace-Hollogne;n.v. ComautoAvenue Winston Churchill, 2381180 Brussel;b.v.b.a. Forces QuipmentGrand-route, 714500 Tihange;

- BobindusRijksweg, 772870 Puurs;n.v, TemaLangdorpsesteenweg, 1623240 Aarschot;n.v. Engineering Manufacturing GroupKruineikestraat, 993150 Tildonk;BMYPO Box 1512Bair SidingPA 17405 York;n.v. PRBAvenue de Tervuren, 1681150 Brussel;SPA Arturo JunghansGuidecca, 484I - 30123 Venezia;Fratelli BorlettiVia Washington, 70I - 20146 Milano;n.v. Ets, Daniel DoyenRue F. Rops, 391070 Brussel;EuracoRue Saint-laurent, 76538 Manage;

- n.v. VerswijwerVenusstraat, 7-92000 Antwerpen;TiecoRue Beckman, 771180 Brussel;

Page 69: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

ChambredesReprésentantsdeBelgiqueQuestionsetRéponses(SE 1991-1992)

s.a. RMCOAntwerpsesteenweg, 1062800 Malines;s.a. SWDBrugsesteenweg, 2A8750 Hulste;BrumecaVaartdijkstraat, 78200 Bruges;s.a. ImatechRue Van Soust, 1091070 Bruxelles;PleugerTurnhoutsebaan, 5112210 Wijnegem;s.p.r.l. BodsonRue des Armuriers, 194000 Liège;s.p.r.l. Welding CompanyAntwerpsesteenweg, 572630 Aartselaar;

- s.a. Wittock Van LandeghemGasthuisstraat, 1082690 Temse;Ferranti Defence SystemSilverknowesEH 44AD Edingburgh;s.a. VBOGrote steenweg, 5632600 Anvers.

Les clauses économiques contractuelles ont été éta-blies par le ministre des Affaires économiques qui estd'autre part chargé du contrôle de celles-ci.

Cette question devrait être adressée au ministèredes Affaires économiques.

5.a) Les ordonnancements liés à ces contrats ont été

et seront réalisés de la façon suivante:

1983 : 559,9 millions de francs belges;1984 : 3.342 millions de francs belges;1985 : 6.660,3 millions de francs belges;1986 : 2.946,2 millions de francs belges;1987: 199 millions de francs belges;1988 : 448,5 millions de francs belges;1989 : 358,1 millions de francs belges;1990 : 153,9 millions de francs belges;1991 : 32,2 millions de francs belges;1992 : 86,8 millions de francs belges;1992 : 108 millions de francs belges.

Ces montants correspondent à ceux inscrits dansles différents budgets administratifs.

h) Jusqu'à ce jour aucun engagement à charge dubudget 1992 n'a été réalisé.

6. Voir ci-devant.7. Aucun programme repris en 1992 sous le titre

de l'objectif cité n'a été prévu dans le budget adminis-tratif de a Défense nationale en 1992.

- (29)- BelgischeKamervanVolksvertegemwoordigersVragenenAntwoorden(BZ1991-1992) 2009

n.v. RMCOAntwerpsesteenweg, 1062800 Mechelen;n.v. SWDBrugsesteenweg, 2A8750 Hulste;

- BrumecaVaartdijkstraat, 78200 Brugge;n.v, ImatechRue Van Soust, 1091070 Brussel;PleugerTurnhoutsebaan, 5112210 Wijnegem;b.v.b.a. BodsonRue des Armuriers, 194000 Luik;b.v.b.a, Welding CompanyAntwerpsesteenweg, 572630 Aartselaar;n.v. Wittock Van LandegherruGasthuisstraat, 1082690 Temse;Ferranti Defence SystemSilverknowesEH 44AD Edingburgh;n.v. VboGrote steenweg, 5632600 Antwerpen.

De contractuele econornische: clausules werdendoor het ministerie van Econornische Zaken opgestelddat trouwens belast is met de conjtrole over de uirvoe-rmg ervan.

Deze vraag dient aan het minissterie van Econorni-sche Zaken te worden gericht.

5.a) De ordonnanceringen verbomden aan deze con-

tracten werden of zullen wordeen gerealiseerd zoalsvolgt:

1983 : 559,9 miljoen Belgiische frank;1984 : 3.342 miljoen Belgiische frank;1985 : 6.660,3 miljoen Be-lgische frank;1986: 2.946,2 miljoen Be-lgische frank;1987: 199 miljoen Belgiscche frank;1988 : 448,5 miljoen Belgiische frank;1989: 358,1 miljoen Belgiische frank;1990: 153,9 miljoen Belgiische frank;1991 : 32,2 miljoen Belgissche frank;1992 : 86,8 miljoen Belgissche frank;1992 : 108 miljoen Belgiscche frank.

Deze bedragen stemmen overreen met deze inge-schreven in de verschillerude administratievebegrotingen.

h) Tot op heden werd geen enlkele vastlegging tenlaste van de begroting 1992 ggerealiseerd.

6. Zie hiervoren.7. Geen enkel programma rmet betrekking tot

voornoemd objectief werd in de administratievebegroting 1992 van Landsverdediiging voorzien.

Page 70: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2010 _ (29) _ Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

DO 919280600

Question n° 74 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.) :

Programme d'équipement « Poelkapelle ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. Le programme «Poelkapelle" figure dans lapréfiguration du Plan à moyen terme (PMT) établisur la base de la nouvelle stratégie de l'Otan adoptéeen 1991. Le CMCES en a pris connaissance en datedu 21 juin 1991.

Il s'agit de la construction d'une installation dedémantèlement des munitions toxiques chimiques.

2. L'état d'avancement du programme est le sui-vant :a) Sur le plan financier

En 1989, 15 millions de francs belges ont été enga-gés pour la réalisation d'une étude.Le bureau d'études a estimé le prix de revient à275 millions de francs belges. Sur la base des offres

DO 919280600

Vraag nr, 74 van de heer Van Dienderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « Poelkapelle ».

1. Waarover gaat het programma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang en de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde programma's elkaar overlappen.

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten ?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te willen vinden op de door hem gestelde vra-gen.

1. Het programma Poelkapelle komt voor in deafbeelding van het Plan op middellange termijn(PMT) opgemaakt op basis van de nieuwe strategievan de Navo aanvaard in 1991. Het MCSEC heefthiervan kennis genomen op datum van 21 juni 1991.

Het betreft hier de bouw van een installatie voorde ontmanteling van chemische en toxische munities.

2. De stand van realisatie sinds de aanvang vanhet programma is de volgende :a) Financieel

In 1989 werden 15 miljoen Belgische frank vastge-legd voor de uitvoering van een studie.Het studiebureau raamde de kostprijs op 275 mil-joen Belgische frank. Op basis van de offertes inge-

Page 71: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

qui furent envoyées au cours du mois de septembre1991, ce prix de revient a toutefois atteint 500millions de francs belges.Ce montant considérable m'a amené à rechercherun accord avec le ministère de la Santé publiqueet de l'Environnement au sujet de la répartitiondu prix de revient entre ce dernier et mon dépar-tement.

h) Sur le plan matérielAvant de pouvoir poser la première pierre, le con-trat doit d'abord être adjugé. Ceci ne pourra sefaire qu'après l'approbation d'un dossier par leconseil des ministres.

3. Le plan concernant la réalisation financière duprojet sera repris dans le dossier à l'attention duconseil des ministres. Ce dossier sera rédigé en coor-dination avec la Santé publique et l'Environnement.

4. L'étude a été réalisée par le bureau Coppee-Courtoy. Le contrat concernant la réalisation des tra-vaux n'a pas encore été adjugé.

5. Les crédits d'ordonnancement et d'engagementseront repris dans le dossier à l'attention du conseildes ministres.

6. Dans le plan d'équipement 1989-1992, 15 mil-lions de crédits d'engagement étaient prévus pour laréalisation de l'étude, avec les ordonnancements en1989 et 1990. 135 millions de francs belges furentégalement engagés pour la réalisation des travauxavec des ordonnancements en 1990, 1991 et 1992.

A l'occasion de l'estimation par le bureau d'étudesle crédit d'engagement de 135 millions de francs bel-ges fut adapté à 275 millions de francs belges sur lebudget 1991, avec des ordonnancements pour lesannées 1992 à 1995.

Comme l'offre la plus basse s'élève à 500 millions,le crédit d'engagement de 275 millions devra à nou-veau être adapté, mais cette fois en fonction de larépartition du prix de revient (voir point 2).

7. Si ces crédits sont approuvés par le conseil desministres, les crédits d'engagements se trouveront surle budget 1992.

DO 919280602

Question n° 76 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.) :

Programme d'équipement « BEMILCOM ».

1. Quel est le contenu du programme et à quelleforce est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

_ (29) _ Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers 2011Vragen en Antwoorden (BZ 1991·-1992)

zonden in september f991, is de kostprijs echtergestegen tot 500 miljoen Belgiische frank.

Dat aanzienlijk bedrag heeft mij ertoe gebrachtnaar een akkoord te streven orrntrent de verdelingvan de kostprijs tussen mijn «iepartement en hetministerie van Leefmilieu en Wolksgezondheid.

h) MaterieelVooraleer de eerste steen kan weorden gelegd, moethet contract worden toegewezœn. Dat zal pas kun-nen geschieden na goedkeurimg van een dossierdoor de ministerraad.

3. Het plan betreffende de finamciële realisatie vanhet project zal worden opgenomem in het dossier voorde ministerraad dat in samenwerlking met Leefmilieuzal worden opgesteld.

4. De studie werd uitgevoerd dœor het bureau Cop-pee-Courroy, Het contract voor die uitvoering van dewerken werd nog niet toegewezem.

5. De vastleggings- en ordonmanceringskredietenzullen worden opgenomen in hrer dossier voor deministerraad.

6. Op het uitrustingsplan 19891-1992werden voorde uitvoering van de studie 15 miljjoen Belgische frankvastleggingskredieten voorzien met ordonnanceringenin 1989 en 1990. Tevens werd voœr de uitvoering vande werken 135 miljoen Belgischie frank vastgelegdmet ordonnanceringen in 1990, 11991en 1992.

Naar aanleiding van de raming van het studiebu-reau werd op het budget 1991 het: vastleggingskredietvan 135 miljoen Belgische frank voor de uitvoeringvan de werken aangepast tot 275 miljoen Belgischefrank met ordonnanceringen gedurende de jaren 1992tot 1995.

Aangezien de laagste offerte SOtO miljoen Belgischefrank bedraagt, zal het vastleggimgskrediet van 275miljoen Belgische frank opnieuw onoeten worden aan-gepast maar ditmaal in functie vam de kostprijsverde-ling (zie punt 2).. 7. Indien deze kredieten wordern goedgekeurd doorde ministerraad zullen de vastle-ggingskredieten ophet budget 1992 worden gevondœn.

DO 919280602

Vraag nr. 76 van de heer Van Dieenderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « BEMIUCOM ».

1. Waarover gaat het prograrmma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn die bedoeling, strate-gische en tactische rol in de hiuidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang em de kwaliteiten vanhet programma? Aangezien in heer verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn Œebruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te gewen in welk opzichtbepaalde programma's elkaar oveerlappen.

Page 72: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2012 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE1991-1992) - (29)- BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1. Le programme BEMILCOM figure dans lapréfiguration du Plan à moyen terme (PMT) établisur la base de la nouvelle stratégie de l'Otan en 1991.

Le CMCES en a pris connaissance en date du21 juin 1991.

Au PMT, ce programme est couvert par le vocableéquipement!transmissions et informatique et fait par-tie des programmes communs au profit de toutes lesforces.

Ce programme vise à la réalisation d'un réseau detélécommunications militaires, réalisé en techniquenumérique et reliant les quartiers militaires à un oudeux tandems par des liaisons faisceau hertzien, câbleou fibre optique. Ce réseau est le support des applica-tions BEMILDAT et MMHS.

Le coût total a été estimé à 5.155 millions de francsbelges.

2. Etant d'avancement:a) le programme BEMILCOM est en cours de réali-

sation en belgique;Les premiers engagements ont eu lieu en 1983.

b) engagements réalisés: 5.125,6 millions de francsbelges;

c) ordonnancements réalisés: 3.868,7 millions defrancs belges.

3. Prévisions de réalisation:

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële zin?

3. Wat moet nog worden gerealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op welke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het programma betrok-ken, op welke manier en voor welke opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijven en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? Welke cornpensatie-regeling werd uitgewerkt?

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Het BEMILCOM programma komt voor in devoorafbeelding van het plan op middellange termijn(PMT) opgemaakt op basis van de nieuwe strategievan de Navo aanvaard in 1991.

Het MCSEC heeft hiervan kennis genomen opdaturn van 21 juni 1991.

Op het PMT wordt dit programma vermeld alsuitrusting/transmissie en informatica en het maaktdeel uit van de gemeenschappelijke programma's tenbehoeve van alle machten.

Dit programma voorziet in de realisatie van eenrnilitair telecommunicatienet op basis van digitaletechnieken door de militaire kwartieren aan één oftwee transitschakelaars te verbinden langs hertzkabel,telefoonkabel of optische vezel. Dit net is de dragervan de BEMILDA T en MMHS toepassingen.

De totale kosten worden geraamd op 5.155 miljoenBelgische frank.

2. Stand van zaken:a) het BEMILCOM programma is in zijn realisatie-

faze in België;De eerste vastleggingen dateren van 1983.

b) gerealiseerde vastleggingen: 5.125,6 miljoen Bel-gische frank;

c) gerealiseerde ordonnanceringen : 3.868,7 miljoenBelgische frank.

3. Vooruitzichten tot realisatie:

Page 73: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)-

Belgische Kamer van Volksvertegenwo.ordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 2013

a) Cette année un dernier engagement de 30 millionsde francs belges sera pris afin de couvrir l'exten-sion du programme BEMILCOM jusque dans lazone de Cologne où seront regroupées les unitésmaintenues en Allemagne;

a) la préfiguration du PMT est un instrument de pla-nification.Les données suivantes étaient prévues dans cedocument:

a) Dit jaar zal er een laatste vastle;gging van 30 mil-joen Belgische frank gebeuren œrn de uitbreidingvan BEMILCOM tot de zone rœnde Keulen, waarde eenheden die behouden blijjven in Duitslandworden gegroepeerd, te dekken:;

a) de prefiguratie van het PMT is een planningsin-strument.Volgende gegevens werden in diit document voor-zren :

En millions 1992 1993 1994 1995 Post In miljoenen 1992 1993 1994 1995 Postde francs belges 1995 Belgische frank 1995

Engagements 30 Vastlegging 30Ordonnancements 660 480 147 Ordonnancering 660 480 147

4. Le marché a été attribué à l'association momen-tanée Bell, Alcatel-Bell et SDT dont le siège social està Anvers. Quant à la répartition communautaire ainsiqu'à celui des compensations économiques, ils sontdu ressort du ministre qui a les Affaires économiquesdans ses attributions.

5. Le budget administratif de la Défense nationaleprévoit au profit de ce programme 30 millions defrancs belges de crédits d'engagement et 660 millionsde francs belges de crédits d'ordonnancement.

6. Aucune comparaison ne peut être établie entrele PMT 1989-1992 et la préfiguration du PMT 1992-1995, puisqu'il s'agit de deux documents de planifica-tion développés dans des contextes organisationnels(plan Charlier I et II), opérationnels (stratégie del'Otan) et budgétaires différents.

DO 919280604

Question n° 78 de M. Van Dienderen du 29 mai 1992(N.):

Programme d'équipement « A WACS».1. Quel est le contenu du programme et à quelle

force est-il destiné? Quels en sont l'objectif, les rôlesstratégique et tactique dans le contexte géopolitiqueactuel, le coût, l'importance et les qualités? Etantdonné qu'il a souvent été fait usage, dans le passé,de dénominations qui se recouvrent en partie, il seraitutile d'indiquer le cas échéant dans quelle mesurecertains programmes se chevauchent.

2. Où en est la réalisation du programme, sur leplan tant matériel que financier, depuis son lance-ment?

3. Quelles parties du programme doivent encoreêtre réalisées, sur le plan tant matériel que financier?Comment procédera-t-on?

4. Quelles entreprises sont impliquées dans le pro-gramme? De quelle manière le sont-elles et pour quel-les missions? A quelle Région appartiennent ces entre-prises et quelle clef de répartition communautaire aété appliquée? Quel système de compensation a étéélaboré?

4. De markt werd toegewezen aain de tijdelijke ver-eniging Bell, Alcatel-Bell en SDT nnet sociale zetel teAntwerpen. Wat de cornrnunautaiire verdeelsleutelbetreft, evenals de economische cœrnpensaties, dezevallen onder de bevoegdheid van de' minister van Eco-nomische Zaken.

5. De administratieve begroting 1992 van Lands-verdediging voorziet voor dit progrramma 30 miljoenBelgische frank vastleggingskredieten en 660 miljoenBelgische frank ordonnanceringskreedieten.

6. De vergelijking tussen het PMT 1989-1992 ende prefiguratie van het PMT 1992:-1995 is onrnoge-lijk, daar deze twee planningsdocurmenten in verschil-lende structurele (plannen Charlier I en II), operatio-nele (Navo-strategie) en budgettaiire contexten wer-den ontwikkeld.

DO 919280604

Vraag nr. 78 van de heer Van Diemderen van 29 mei1992 (N.) :

Uitrustingsprogramma « A WACS m.

01. Waarover gaat het programrma en voor welkemacht is het bestemd? Wat zijn de- bedoeling, strate-gische en tactische rol in de huiidige geopolitiekecontext, de kosten, de omvang en <dekwaliteiten vanhet programma? Aangezien in het: verleden dikwijlsoverlappende benamingen zijn gœbruikt, ware hetwenselijk desgevallend aan te geven in welk opzichtbepaalde prograrnrna's elkaar over.lappen,

2. Wat is de stand van realisatie sinds de aanvang,en wel in materiële en financiële ziin?

3. Wat moet nog worden gereealiseerd zowel inmateriële en financiële zin, en op weelke wijze zal ditgebeuren?

4. Welke bedrijven zijn bij het plrogramma betrok-ken, op welke manier en voor weik.e opdrachten? Totwelke regio behoren deze bedrijveru en welke commu-nautaire sleutel werd toegepast? W/elke compensatie-regeling werd uitgewerkt?

260

Page 74: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2014 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)-

Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

5. Pourriez-vous m'indiquer, pour ce programme,sous forme de tableau, les crédits d'engagement et lescrédits d'ordonnancement qui ont déjà été affectés?Dans quelle mesure ces données correspondent-ellesaux montants relatifs à la défense nationale - conte-nus dans le budget administratif - qui sont soumischaque année au mois de novembre au Parlement?

6. Pourriez-vous me donner, pour ce programme,un tableau des crédits d'engagement et d'ordonnance-ment prévus dans les plans d'équipement à moyenterme de 1989-1992 et de 1992-1995 et dans ceuxqui auraient été élaborés depuis?

7. En ce qui concerne ce programme, dans quellemesure les crédits adoptés dans le cadre du budget1992 correspondent-ils à ces documents de plani-fication?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouverci-après la réponse à ses questions.

1.a) Le programme consiste en la modernisation des

équipements de détection, de communication etde protection qui équipent les appareils de la forcede détection lointaine de l'Otan depuis 1982.

Cette modernisation permettra aux radars dedétecter des cibles plus petites, améliorera la pro-tection contre le brouillage électronique.Un accord a été signé en 1990 par les douze paysparticipants au programme initial en vue de fixerl'ampleur du programme de modernisation, soncoût maximum et la répartition de la charge finan-cière entre les pays participants.La Nato airborne early warning and control pro-gramme management agency (NAPMA) a étéchargée de la réalisation du programme.

b) Le coût à financer par les pays participants aété plafonné à $ 600 millions en valeur de 1988.La part de la Belgique est de 3,3871 % soit$ 20.322.600 où 718.536.000 de francs belges(valeur 1988).Le programme devant s'étaler de 1991 à 1997.Un montant total de 960 millions en francs cou-rants a été programmé sur cette période.

2, 5, 6 et 7. Le programme est entièrement gérépar la NAPMA qui s'occupe de l'aspect technique,financier et contractuel sous l'autorité d'un conseildes directeurs comprenant un membre représentantchacun des douze pays contributeurs.

Ci-après le tableau des engagements et ordonnance-ments pour la durée du programme.

5. Kunnen van dit programma, onder tabelvorm,de gerealiseerde vastleggingskredieten en eveneens degerealiseerde ordonnanceringskredieten worden be-komen? In hoeverre stemt deze informatie overeenmet bedragen van defensie - in casu de administra-tieve begroting - die ieder jaar in november aan hetParlement wordt voorgelegd?

6. Kan voor dit programma een tabel wordenbekomen van de vastleggings- en ordonnancerings-kredieten zoals uitgetrokken in de uitrustingsplannenop middellange termijn van 1989-1992 en van 1992-1995, en van eventueel sindsdien ontwikkeldeplannen?

7. In hoeverre stemmen voor dit programma de inde begroting 1992 goedgekeurde kredieten overeenmet die planningsdocumenten?

Antwoord : Het geacht lid gelieve hierna het ant-woord te willen vinden op de door hem gestelde vra-gen.

1.a) Het programma bestaat uit het moderniseren van

de uitrustingen voor detectie, communicatie enbescherming van de toestellen waarmee de Navo-macht voor detectie op lange afstand uitgerust issinds 1982.Deze modernisering zal de radars toelaten kleineredoelen op te sporen en de bescherming tegen deelektronische storingen te verbeteren.Een overeenkomst werd in 1990 door de twaalfdeelnemende landen ondertekend om de omvangvan het moderniseringsprogramma, de maximalekostprijs en de verdeling van de financiële lastonder de deelnemende landen vast te leggen.Het Nato airborne early warning and control pro-gramme management agency (NAPMA) werdbelast met de uitvoering van het programma.

b) De kosten die door de deelnemende landen moetenworden gefinancierd, werden berperkt tot 600miljoen dollar (waarde 1988). Het aandeel vanBelgië is 3,3871 %, dit wil zeggen 20.322.600 dol-lar of 718.536.000 Belgische frank (waarde 1988).Het programma is gespreid over de periode 1991tot 1997. Een globaal bedrag van 960 miljoenBelgische frank courant werd over die periodegeprogrammeerd.

2,5,6 en 7. Het programma wordt door NAPMAbeheerd die zich bezighoudt met de technische, finan-ciële en contractuele aspecten van het programmaonder toezicht van een raad van directeurs die bestaatuit een lid van elk van de twaalf deelnemende landen.

Hieronder een tabel van de vastleggingen en ordon-nanceringen voor de duur van het programma.

Page 75: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE1991-1992) - (29)- Belgische Kamer van Volksverregenw.oordigers

Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 2015

Avant 1990 Après 19901990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997

Voor1990 Na 1990

960Engagements. / Vastleggingen

Ordonnancements. / Ordonnan-ceringen

- Francs courtants. I Courantefranken

- Francs constants 88. / Con-stante franken 88

960

719

L'engagement des 960 millions de francs belges aété pris à l'occasion de la signature de l'accord parla Belgique. Les montants programmés pour 1991 et1992 ont été inscrits dans les budgets des annéescorrespondantes.

Ces ordonnancements correspondent aux montantsannuels qui seront requis par la NAPMA pour payerles coûts du programme au fur et à mesure de saréalisation.

3. Actuellement les études de développementdevant mener à la production industrielle sont encours.

4. La NAPMA s'est jointe au programme demodernisation de la flotte de détection lointaine USdont le maître d'œuvre est la firme Boeing.

Un accord relatif aux retombées industrielles a étésigné entre NAPMA et Boeing et prévoit des retom-bées égales à 100% des contributions versées par lespays européens et le Canada et ce au prorata de leurparticipation dans le programme. Il n'y est pas faitmention d'éventuelles clés communautaires à appli-quer au sein des différents pays.

Jusqu'à ce jour des commandes ont été placéesauprès de la Fabrique nationale d'Herstal pour unmontant de $ 4.142.469 à titre de compensationsindirectes.

Ministre pour l'Intégration sociale,la Santé publique et l'Environnement

DO 919280900

Question n" 70 de M. Maingain du 6 juillet 1992(Fr.) :

Région de Bruxelles-capitale. - Octroi d'allocationspour handicapés.Quelle est, en matière d'octroi d'allocation pour

handicapés, la répartition, pour la Région de Bruxel-les-capitale, selon les catégories I, II, III et IV, dunombre d'allocations octroyées pour les années 1990et 1991?

Parmi ces catégories, toujours pour la mêmeRégion, combien de dossiers mentionnent une cote

60 120 60120 200 :200200

52 3999 157 149 1142 81

De vastlegging van 960 miljo-en Belgische frankwerd genomen ter gelegenheid vam de ondertekeningvan het akkoord door België. De bedragen die voor1991 en 1992 zijn geprogrammeeerd, werden in debudgetten van de overeenstemmemde jaren ingeschre-ven.

Deze ordonnanceringen stemrruen overeen met debedragen die jaarlijks door NAPJMA zullen wordengevraagd om de kosten van de mo-dernisering te beta-len naargelang van zijn uitvoerinjgsstaat.

3. Momenteel zijn de ontwikkellingsstudies die zul-len leiden tot de industriële produicrie aan de gang.

4. NAPMA heeft het modermiseringsprogrammavan de VS-vloot voor detectie op' lange afstand ver-voegd. De firma Boeing is de hoœfdcontractant.

Een akkoord tussen NAPMA em Boeing over indu-striële compensaties voorziet in «iompensaties gelijkaan 100% van de door de Europese landen en Canadabetaalde bijdragen pro rata vanhun aandeel in hetprogramma. Het akkoord maaktt geen melding vaneventuele communautaire verdeelsleutel die in de ver-schillende landen zouden moeten worden toegepast.

Tot nu toe werden bestellinge.n voor een bedragvan 4.142.469 dollar geplaatst bijj de Fabrique natio-nale d'Herstal als onrechrstreeksee cornpensatie,

Minister voor Maatschappedijke Integratie,Volksgezondheid en Il.eefmilieu

DO 919280900

Vraag nr, 70 van de heer Maingaain van 6 juli 1992(Fr.) :

Brusselse hoofstedelijk Gewest. -- Toekenning vantegemoetkomingen voor gehancdicapten,Hoe werd voor het Brusselse hoeofdstedelijk Gewest

het aantal tegemoetkomingen vvoor gehandicaptenverdeeld over de categorieën I, II, IIII en IV, gedurendede jaren 1990 en 1991?

In hoeveel dossiers, nog steedss voor het Brusselsehoofdstedelijk Gewest, wordt bij die categorieën een

Page 76: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2016 - (29)- Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Anrwoorden (BZ 1991-1992)

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

de 1 point ou de 2 points pour la facture « Possibilitéde se déplacer» visée au point 2, I du guide pourl'évaluation du degré d'autonomie annexé à l'arrêtéministériel du 30 juillet 1987 fixant les catégories etle guide pour l'évaluation du degré d'autonomie envue de l'examen du droit à l'allocation d'intégration?

Réponse: J'ai l'honneur d'informer l'honorablemembre qu'en date du 1er janvier 1990, 35.330 per-sonnes pour l'ensemble du royaume bénéficiaientd'une allocation de remplacement de revenus et/oud'une allocation d'intégration. 29.661 d'entre ellespercevaient une allocation d'intégration totale oupartielle répartie comme suit:a) catégorie I: 4.961, soit 14,04% du nombre total

des bénéficiaires d'une allocation de remplacementde revenus et/ou d'une allocation d'intégration;

h) catégorie II : 7.060, soit 19,98 %;c) catégorie III: 8.849, soit 25,04%;d) catégorie IV: 8.791, soit 24,88%.

A la même date, les bénéficiaires desdites allo-cations pour la région de Bruxelles-capitale se répar-tissaient comme suit, d'après les codes postaux:a) 1000: 698;h) 1030:368;c) 1040: 266;d) 1050: 319;e) 1060: 285;f) 1070: 370;g) 1080: 312;h) 1090: 121;i) 1140: 65;j) 1150: 66;k) 1160: 48;1) 1170: 75;m) 1180: 239;n) 1190: 110;0) 1200: 106.

Au 1er janvier 1991, les chiffres étaient les suivants.1. Nombre total de bénéficiaires d'une allocation

de remplacement de: revenus et d'une allocationd'intégration: 52.385.

2. Nombre de handicapés percevant une allocationd'intégration totale ou partielle: 44.389 se répartis-sant comme suit:a) catégorie I : 7.642, soit 14,58 % du nombre total

repris au point 1;h) catégorie II: 11.125, soit 21,23%;c) catégorie III : 13.001, soit 24,81 % ;d) catégorie IV: 12.621, soit 24,09%.

A cette date, les bénéficiaires des mêmes allocationspour la Région de Bruxelles-capitale se répartissaientcomme suit:a) 1000: 1.035;h) 1030: 536;c) 1040: 361;d) 1050: 439;

quotatie van 1 punt of van 2 punten gegeven bij defactuur «Verplaatsingsmogelijkheden » zoals be-doeld in punt 2, I van de handleiding voor de evalua-tie van de graad van zelfredzaamheid, bijlage bij hetministerieel besluit van 30 juli 1987 tot vaststellingvan de categorieën en van de handleiding voor deevaluatie van de graad van zelfredzaamheid met hetoog op het onderzoek naar het recht op de integratie-tegemoetkoming?

Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee tedelen dat op 1 januari 1990 35.330 personen voorhet hele grondgebied een inkomensvervangende tege-moetkoming en/of een integratietegemoetkominggenoten. 29.661 onder hen ontvingen een volledigeof gedeeltelijke integratietegemoetkoming, onder-verdeeld als volgt:a) categorie I: 4.961, hetzij 14,04% van het totaal

aantal genieters van een inkomensvervangendetegemoetkoming en/of integratietegemoetkoming ;

h) categorie II : 7.060, hetzij 19,98 %;c) categorie III: 8.849, hetzij 25,04%;d) categorie IV: 8.791, hetzij 24,88 %.

Op deze daturn zijn de gerechtigden op deze tege-moetkoming voor Brussel-hoofdstad onderverdeeldals volgt volgens de postnummers:a) 1000: 698;h) 1030: 368;c) 1040: 266;d) 1050: 319;e) 1060: 285;f) 1070: 370;g) 1080: 312;h) 1090: 121;i) 1140: 65;j) 1150: 66;k) 1160: 48;I) 1170: 75;m) 1180: 239;n) 1190: 110;0) 1200: 106.

Op 1 januari 1991 waren de cijfers de volgende.1. Totaal aantal genieters van een inkomens-

vervangende tegemoetkoming en/of een integratie-tegemoetkoming: 52.385.

2. Aantal gehandicapten die een volledige ofgedeeltelijke integratietegemoetkoming genieten:44.389. Deze zijn onderverdeeld als volgt:a) categorie I : 7.642, hetzij 14,58 % van het bedrag

vermeld onder punt 1;h) categorie II : 11.125, hetzij 21,23 %;c) categorie III : 13.001, hetzij 24,81 %;d) categorie IV: 12.621, hetzij 24,09 %.

Op deze datum zijn de gerechtigden op deze tege-moetkoming voor Brussel-hoofdstad onderverdeeldals volgt:a) 1000: 1.035;h) 1030: 536;c) 1040: 361;d) 1050: 439;

Page 77: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

e) 1060: 427;f) 1070: 547;g) 1080: 522;h) 1090: 181;i) 1140: 104;j) 1150: 100;k) 1160: 72;I) 1170: 117;m) 1180: 366;n) 1190: 141;0) 1200: 158.

Considérant que les pourcentages par catégoriesont représentatifs, il suffit, pour connaître la réparti-tion des catégories en allocation d'intégration pourla Région de Bruxelles-capitale, d'appliquer ces pour-centages au nombre de bénéficiaires par commune.

En ce qui concerne la seconde partie de la question,l'administration ne dispose d'aucun chiffre statis-tique.

_ (29) _ Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers 2017Vragen en Antwoorden (BZ 1991-11992)

e) 1060: 427;f) 1070: 547;g) 1080: 522;h) 1090: 181;i) 1140: 104;j) 1150: 100;k) 1160: 72;l) 1170: 117;m) 1180: 366;n) 1190: 141;0) 1200: 158.

Aangezien de percentages per cattegorie representa-tief zijn, kan de onderverdeling perr categorie voor deintegratietegemoetkoming voor Brussel-hoofdstadbekomen worden door per gemeentte deze percentagestoe te passen op het aantal genieteers.

Wat het tweede gedeelte van de vraag berreft,beschikt de administratie over geten statistische ge-gevens.

Page 78: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions
Page 79: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)- Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Antwoorden (SZ 1991-11fJ92) 2019

SOMMAIRE PAR OBJET INHOUDSOPGA VE

CA DO DateDatum

Question n°Vraag nr. Auteur

ObjetVoorwerp

PageBlz.

• Question sans réponse • Vraiag zonder antwoord

Premier MinistreEerste Minister

919281093 21- 8-1992 19 Leo Peeters Services de contrôle et d'inspection. 1947Controle- en inspectiediensten.Conférences internationales. - Paiemernt des frais. 1952Internationale conferenties. - Betaling vlan de kosten.

919281357 23- 9-1992 26 Van den Eynde

Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publliquesVice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijvem

1 919281095 7- 8-1992 164 Schellens SNCB. - Ligne Landen-Bruxelles. - Renards. 1953NMBS. - Verbinding Landen-Brussel], - Vertra-

gingen.

Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangèresVice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken

919280978 31- 8-1992 58 Van Dienderen Intégration européenne. - Maîtrise dess armements. 1954- Programme d'aide en faveur des 'pays de l'Estet du Tiers monde.

Europese integratie. - Wapenbeheersimg. - Hulp-programma aan Oost-Europa en Derde wereld.

1 919281114 13- 8-1992 64 Van den Eynde Koweit. - Démocratie. 1956Koeweit. - Democratie.

1 919281093 21- 8-1992 69 LeoPeeters Services de contrôle et d'inspection. 1956Controle- en inspectiediensten.

1 919281151 25- 8-1992 70 Van den Eynde Ambassade au Liban. - Octroi de visass. 1957Ambassade in Libanon. - Toekennen wan visa.

Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiquessVice-Eerste Minister en Minister van justitie en Economische Zaken

Justice - Justitie

1 919280288 10- 4-1992 45 Eerdekens « L'Assaut". - Extrême droite. - Loi sur les 1958milices privées.

« L'Assaut ". - Uiterst rechts. - Wet· op de privé-milities.

Tribunaux du travail. - Elargissementt des compé- 1959tences. - Agents supplémentaires.

Arbeidsrechtbanken. - Uitbreiding vlan bevoegd-heden. - Bijkomende personeelsledem.

Prisons. - Evasions. - Moyens de comtrôle. 1960Gevangenissen. - Ontsnappingen. - Controle-

middelen.

1 919280886 3- 7-1992 119 Coveliers

919280916 8- 7-1992 125 Duquesne

Affaires économiques - Economische Zaken

919280039 16- 3-1992 56 Van den Eynde Naturalisation.Naturalisatie.

1961

Page 80: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

- (29)-Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers

Vragen en Anrwoorden (BZ 1991-1992)2020 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992)

CADate

Datum-Question n"

Vraagnr.DO

• Question sans réponse

1 919281073 4- 8-1992

1 919280855 30- 6-1992 139

1 919281123 17· 8-1992 174

1 919281170 1- 9-1992 186

1 919281176 1- 9-1992 192

1 919281219 9- 9-1992 203

1 919281257 11- 9·1992 211

7 919280746 16- 6-1992 128

1 919281093 21- 8-1992

1 919281016 23- 7-1992

AuteurObjet

VoorwerpPageBlz.

• Vraag zonder antwoord

57 Ylieff 1963Pratiques commerciales. - Enseignement libre.Handelspraktijken. - Vrij onderwijs.

Ministre des FinancesMinister van Financiën

Eerdekens Agents du ministère des Finances. - Spécialisation 1964en impôts des sociétés.

Ambtenaren van het ministerie van Financiën.Specialisatie vennootschapsbelasting.

Administration. - Responsabilité. 1966Administratie. - Verantwoordelijkheid.Fonds de commerce. - Cession. 1967Handelszaak. - Overdracht.Immeubles non bâtis. - Plus values. - Revenus 1968

divers.Ongebouwde onroerende goederen. - Meerwaarden.

- Diverse inkomsten.Commissions d'éthique médicale. - Inspection spé- 1971

ciaIe des impôts. - Demande de communicationde données.

Commissies voor medische ethiek. - Bijzonderebelastinginspectie. - Opeising van gegevens.

Office de sécurité sociale d'outre-mer (OSSOM). 1972Dienst voor de overzeese sociale zekerheid (DOSZ).Impôts non payés. - Huissiers indépendants. - 1972

Recouvrement.Nier-betaalde belastingen. - Zelfstandige deur-

waarders. - Invordering.

Damseaux

deCIippeIe

deClippele

DeGroot

Perdieu

Bertrand

Ministre des PensionsMinister van Pensioenen

23 LeoPeeters Services de cont~ôle et d'inspection. 1974Controle- en inspectiediensren.Personnel communal. - Pension. - Indemnité 1976

d'attente.Gemeentepersoneel. - Pensioen. - Wachtgeld.

24 Platteau

Ministre de l'Intérieur et de la Fonction publiqueMinister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken

1 919280260 6- 7-1992 117

1 919281154 25- 8-1992 148

1 919280120 4- 3-1992 180

Winkel Droit au minimum de moyens d'existence. - Natio- 1978nalité, - Discriminations.

Recht op her bestaansminimum. - Nationaliteit. -Discriminatie.

Kontich. - Bourgmestre. 1978Kontich. - Burgemeester.Gendarmerie. - Trevi. - Officiers de liaison. 1979Rijkswacht. - Trevi. - Verbindingsofficieren.

Standaert

Mw. Aelvoet

Page 81: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

Chambredes Représentantsde BelgiqueQuestionset Réponses(SE 1991-1992) - (29)- BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers

Vragenen Antwoorden (BZ1991-1992) 2021

CA DO DateDatum

Question n"Vraagnr. Auteur

ObjetVoorwerp

PageBlz.

•. Question sans réponse •. Vra.ag zonder antwoord

Ministre de l'Emploi et du Travail,chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes

Minister van Tewerkstelling en Arbeid,belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen

919280914 7- 7-1992 47 Devolder Chômeurs. -'- Volontaires auprès des services de 19secours.- Allocations mensuelles.

Werklozen. - Vrijwilligers van hulpdiensren.Maandelijkse uitkering.

Fonds pour l'emploi et la formation. 1980Fonds voor tewerkstelling en opleiding.Travail des enfants. - Dérogations. - Jeunes foot- 1981

balleurs.Kinderarbeid. - Afwijkingen. - Jonge vcoetballers.Accidents de travail. - Formation professionnelle. - 1982

Chômage. - Admissibilité.Arbeidsongeval. - Beroepsopleiding. - Werkloos-

heid. - Toelaatbaarheid.

1 919281033 28- 7-1992 57 Detienne

919280904 7- 8-1992 58 Detremmerie

919281090 1- 9-1992 65 Vandendriessche

',.Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'Agriculture

Minister voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw

Petites et Moyennes Entreprises - Kleine en Middelgrote Ondernemingen

919281064 3- 8-1992 24 Damseaux Travailleur indépendant. - Cotisations .sociales. 19Zelfsrandigen, - Sociale bijdragen.

Agriculture - Landbouw

6 919281261 11- 9-1992 29 Hazette Agriculteurs. - Inquisition fiscale. 1984Landbouwers. - Fiscale inquisitie.

Ministre de la Défense nationaleMinister van Landsverdediging

919280580 29- 5-1992 54 Van Dienderen Programme d'équipement "Autonomie du combat- 1985tant - Survie sur le terrain »,

Uitrustingsprogramma « Autonomie varu de strijder -Overleving te velde »,

919280581 29- 5-1992 55 Van Dienderen Programme d'équipement" Valorisatiom AA », 1987Uitrustingsprogramma « Valorisatie AA ».

919280583 29- 5-1992 57 Van Dienderen Programme d'équipement « Mobilité de base », 1989Uitrustingsprogramma « Basismobiliteit I».

919280585 29- 5-1992 59 Van Dienderen Programme d'équipement « Soutien ATH<». 1991Uitrustingsprogramma « ATK steun »,

919280586 29- 5-1992 60 Van Dienderen Programme d'équipement « Soutien feu ». 1993Uitrustingsprogramma « Vuursteun »,

1 919280587 29- 5-1992 61 Van Dienderen Programma d'équipement « Mobilité taœtique », 1996Uitrustingsprogramma « Tactische mobilliteit ».

919280590 29- 5-1992 64 Van Dienderen Programme d'équipement « Modemiisation LOO- 1998pard I »,

Uitrustingsprogramma « Modernisering ILeopard I".919280581 29- 5-1992 65 Van Dienderen Programme d'équipement «Harmonisauion brigade 2000

véhicules »,

Uitrustingsprogramma « Harmonisatie Ibrigade voer-tuigen »,

261

Page 82: Questions Vragen Réponses Antwoorden1948 _ (29) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Chambre des Représentants de Belgique Questions

2022 Chambre des Représentants de BelgiqueQuestions et Réponses (SE 1991-1992) - (29)-

Belgische Kamer van VolksvertegenwoordigersVragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

CA DÛDate

DatumQuestion n"Vraagnr. Auteur

ObjetVoorwerp

PageBlz.

• Question sans réponse • Vraag zonder antwoord

1 919280594 29- 5-1992 68 Van Dienderen

Programme d'équipement «Aéromobilité systèmes 2002de missiles ».

Uitrustingsprogramma «Raketsystemen aeromobili-teit ».

Programme d'équipement « Aéromobilité I », 2003Uitrustingsprogramma « Aeromobiliteit I »,

Programme d'équipement «Modernisation artil1erie 2006de campagne ».

Uitrustingsprogramma « Modernisering veldartil-lerie ».

1 919280580 29- 5-1992 67 Van Dienderen

1 919280595 29- 5-1992 69 Van Dienderen

1 919280600 29- 5-1992 74 Van Dienderen Programme d'équipement « Poelkapel1e ». 2010Uitrustingsprogramma « Poelkapel1e ».

1 919280602 29- 5-1992 76 Van Dienderen Programme d'équipement «BEMILCOM ». 2011Uitrustingsprogramma « BEMILCOM »,

1 919280604 29- 5-1992 78 Van Dienderen Programme d'équipement « AWACS », 2013Uitrustingsprogramma « AWACS »,

Ministre pour J'Intégration sociale, la Santé publique et l'EnvironnementMinister voor Maatschappelijke Integratie, VoJksgezondheid en Leefmilieu

1 919280900 6- 7-1992 70 Maingain Région de Bruxelles-capitale, - Octroi d'al1ocations 2015pour handicapés.

Brusselse hoofdstedelijk Gewest, - Toekenning vantegemoetkomingen voor gehandicapten.