Instituut voor Interdisciplinaire...

67
1 Jaarverslag2016-2017&Jaarplan2017-2018 Instituut voor Interdisciplinaire Studies Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica 09 maart 2018

Transcript of Instituut voor Interdisciplinaire...

1

Jaarverslag 2016 - 2017 & Jaarplan 2017 - 2018 Instituut voor Interdisciplinaire Studies Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica 09 maart 2018

2

INHOUDSOPGAVE

1. MANAGEMENTINFORMATIE ................................................................................................................... 3

MANAGEMENTSAMENVATTING ..................................................................................................................... 3 1.1. INLEIDING VERSLAG JAAR 2016-2017 & DOELEN 2017-2018 ........................................................................... 5 1.2.

2. BACHELOR BÈTA-GAMMA ....................................................................................................................... 6 KWANTITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCHE JAAR 2016-2017 ................................................. 7 2.1. KWALITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCH JAAR 2016-2017................................................... 11 2.2. REFLECTIE STAND VAN ZAKEN BELANGRIJKE THEMA’S UIT ONDERWIJSVISIE ........................................................... 13 2.3. JAARPLAN BÈTA-GAMMA ACADEMISCH JAAR 2017-2018 ............................................................................... 15 2.4.

3. BACHELOR FUTURE PLANET STUDIES ..................................................................................................... 16 KWANTITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCHE JAAR 2016-2017 ............................................... 17 3.1. KWALITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCH JAAR 2016-2017................................................... 22 3.2. REFLECTIE STAND VAN ZAKEN BELANGRIJKE THEMA’S UIT ONDERWIJSVISIE ........................................................... 24 3.3. JAARPLAN FUTURE PLANET STUDIES ACADEMISCH JAAR 2017-2018 ................................................................. 30 3.4.

4. RESEARCH MASTER BRAIN AND COGNITIVE SCIENCES .......................................................................... 31 KWANTITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCHE JAAR 2016-2017 ............................................... 32 4.1. KWALITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCH JAAR 2016-2017................................................... 35 4.2. REFLECTIE STAND VAN ZAKEN BELANGRIJKE THEMA’S UIT ONDERWIJSVISIE ........................................................... 36 4.3. JAARPLAN MASTER BRAIN AND COGNITIVE SCIENCES ACADEMISCH JAAR 2017-2018 ........................................... 38 4.4.

5. MASTER FORENSIC SCIENCE .................................................................................................................. 40 KWANTITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCHE JAAR 2016-2017 ............................................... 41 5.1. KWALITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCH JAAR 2016-2017................................................... 44 5.2. REFLECTIE STAND VAN ZAKEN BELANGRIJKE THEMA’S UIT ONDERWIJSVISIE ........................................................... 45 5.3. JAARPLAN FORENSIC SCIENCE ACADEMISCH JAAR 2017-2018 .......................................................................... 47 5.4.

6. INTERDISCIPLINAIR KEUZE- EN HONOURSONDERWIJS .......................................................................... 52 KWANTITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCHE JAAR 2016-2017 ............................................... 53 6.1. KWALITATIEVE REFLECTIE OP ONTWIKKELINGEN ACADEMISCH JAAR 2016-2017................................................... 56 6.2. REFLECTIE STAND VAN ZAKEN BELANGRIJKE THEMA’S UIT ONDERWIJSVISIE ........................................................... 58 6.3. JAARPLAN KEUZE- EN HOUNOURSONDERWIJS 2017-2018 .............................................................................. 60 6.4.

7. HET ONDERWIJSLAB .............................................................................................................................. 63

3

1. MANAGEMENTINFORMATIE

Managementsamenvatting 1.1.

De opleidingen en het keuze- en honoursonderwijs laten een stabiele instroom zien van studenten. De uitval in het eerste jaar in de bacheloropleidingen is hoger dan vorig jaar maar inclusief switchers blijven de aantallen laag [BG 17,6%| FPS 23,1%]. De rendementen laten een gevarieerd beeld zien. Het rendement van de bachelor FPS is verder verbeterd [van 72% naar 74%]. Het rendement van de bachelor Bèta-gamma daalt dit jaar naar een historisch dieptepunt van 46,6%. Studenten halen nog steeds genoeg studiepunten (na vier jaar gemiddeld meer dan 180 studiepunten) maar studeren niet binnen vier jaar af. We willen de effecten van de invoering van de BSA en het leenstelsel afwachten voordat we andere maatregelen gaan overwegen. Het rendement van de masteropleidingen is gedaald na een stijging in het afgelopen jaar (MBCS 74 - 69%|FS 89 - 63%). Groeien naar een stabiel rendement in de master blijft lastig omdat het om relatief kleine aantallen gaat. Persoonlijke omstandigheden en het onderzoeksproject zijn de meest genoemde redenen tot uitloop. Er zijn een aantal interventies gedaan om het proces van het onderzoeksproject strakker te laten verlopen. De studenttevredenheid laat een overwegend positief beeld zien: Het is iets gestegen bij BG [78,4 - 81,1%] en FPS [61,1 - 62,3%], sterk toegenomen voor MFS [47 - 65%] en iets gedaald bij MBCS [79 - 76%]. Voor FPS is de verwachting dat de invoering van FPS 2.0 een blijvende positieve invloed zal hebben op de tevredenheid. De beoordeling van de keuze- en honoursvakken is onverminderd hoog. Voor keuzevakken gemiddeld 7,4 eerste semester, 7,9 tweede semester. Voor honours 7,8 eerste semester, 8,6 tweede semester. Afgelopen jaar zijn zowel de bachelor FPS als de master FS voor heraccreditatie opgegaan. Beide opleidingen werden als voldoende beoordeeld door de commissie. De commissie was zeer positief over de vooruitgang en de plannen. FS werd de vorige keer als zeer zwak beoordeeld en heeft een enorme sprong voorwaarts gemaakt die een volgende keer zeker met een goed zal worden beloond volgens de commissie. Ook over FPS 2.0 was de commissie zeer te spreken en de invoering ervan als zeer positief voor een nog positievere beoordeling. Het Onderwijslab is doorgegaan op de ingeslagen weg en heeft de projecten van de strategische agenda verder uitgewerkt. Voor het project ‘Anders Toetsen’ zijn beurzen uitgezet (zes in totaal) en er ligt een startnotitie klaar voor een nieuwe bacheloropleiding Future Society Studies (werktitel). Coach @Work is gestart met 21 alumni die een training krijgen en zittende studenten gaan coachen. De Pressure Cookers blijven onverminderd populair. De UvA-brede Create a Course Challenge is voor het tweede jaar gehouden en was weer succesvol (meer dan 50 inzendingen, 800 stemmers). De winnaar is het vak “van dorpsgek tot ervaringsdeskundige: naar een vakoverschrijdend begrip van waanzin.” Er zijn nog steeds uitdagingen. De werkdruk blijft onverminderd hoog en het gebouw is vol. Roostering is een huzarenstukje. We zien we dat in toenemende mate doceerbaarheid van het curriculum om aandacht vraagt. De roostering is studentvriendelijk maar niet altijd docentvriendelijk en de

4

piekbelasting kan bij een volledige docentaanstelling onvoldoende opgevangen worden. Daarnaast geeft het beperkte loopbaanperspectief ook spanningen. We zijn intern met docenten in gesprek over werkdruk en in samenwerking met HR de mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling aan het onderzoeken. Wat zijn de plannen? In 2019 organiseren we de conferentie van de Association for Interdisciplinary Studies (AIS) in Amsterdam. Het is de eerste keer dat de conferentie in Europa wordt gehouden en we zijn trots dat wij het mogen hosten. We zijn zeer tevreden over de afname van de boeken. Het vaardigheden boek is het meest succesvol. Een herziende versie van het boek komt dit voorjaar uit. Wicked Philosophy is een nieuwe publicatie waarin een wetenschapsfilosofisch perspectief op interdisciplinariteit wordt gegeven door Coyan Tromp. Dit boek zal in februari uitgebracht worden. In november is de Strategische Agenda aangepast en verlengd tot 2020. De vijf projecten zijn nog volop bezig (Interdisciplinaire Project Vaardigheden, Anders Toetsen, Coach @work, Vertical Interdisciplinarity) waarvan het project Design your own programme de vorm heeft gekregen van een aanvraag voor een nieuwe opleiding Future Society Studies (werktitel). De startnotitie ligt voor bij het College van Bestuur. Er is een extra project toegevoegd aan de agenda waarin we de toekomst van interdisciplinair onderwijs verder willen uitwerken, in het kader van de nieuwe UvA-onderwijsvisie 2020 en onze eigen agenda na 2020.

5

Inleiding verslag jaar 2016-2017 & doelen 2017-2018 1.2.

Onderwijs en organisatie van het onderwijs Het Instituut voor Interdisciplinaire Studies is verantwoordelijk voor: - de bacheloropleidingen Bèta-gamma, Future Planet Studies. - de research Master Brain and Cognitive Sciences en de Master Forensic Science - interdisciplinair keuzeonderwijs: IIS colleges, minoren en honoursonderwijs. Daarnaast heeft het instituut een onderwijsinnovatieopdracht. Deze is ondergebracht in Het Onderwijslab.

Het instituut heeft een externe Adviesraad met leden vanuit het werkveld. De leden van de Adviesraad zijn: - Dr. S. Noorda: Voormalig voorzitter VSNU en College van Bestuur van de UvA (voorzitter) - Mw. Dr. C. Nevejan, Chief Science Officer Gemeente Amsterdam - Mw. Dr. J. de Hoog, senior onderzoeker en projectcoördinator bij de WRR - Prof. dr. G. C. Molenkamp: Sustainability Advisory Board KPMG - Prof. dr. V. Icke: Hoogleraar Theoretische sterrenkunde Universiteit Leiden - Laura Boekel MSc: Alumnus master Brain and Cognitive Sciences - Sandra van der Hel MSc: Alumnus Future Planet Studies - Jaco de Swart MSc: Alumnus Bèta-gamma Hoofdstukindeling In de hoofdstukken 2 t/m 5 treft u een overzicht aan van de activiteiten en resultaten van het onderwijs van het IIS in het afgelopen academische jaar. Per onderwijsonderdeel wordt ingegaan op: - de ontwikkelingen en resultaten van 2015-2016, middels een verslag - voorbereiding en uitgangspunten voor het jaarplan 2016-2017, onderverdeeld in:

Kansen en bedreigingen Evaluaties van opleidingen en verslagen OC en EC Resultaten van audits, visitatie en accreditatie

- Attentiepunten vanuit College van Bestuur en faculteit - doelen jaarplan 2016-2017

Naast de hoofdstukken over het onderwijs wordt er in hoofdstuk 7 ingegaan op het Onderwijslab.

6

2. BACHELOR BÈTA-GAMMA

In het jaar 2016-2017 stroomden 121 studenten in bij Bèta-gamma. Daarmee bleef de instroom stabiel (2015-2016: 122). Dit bevestigt onze gedachte dat de instroom zou stabiliseren na de afschaffing van de basisbeurs. Ons streven voor de komende jaren blijft een instroom van 120-150 studenten. Dit is een aantal waarbij het mogelijk blijft om voor een relatief grote groep kleinschalig onderwijs aan te bieden en voor de gehele groep een community-gevoel te realiseren. Het jaar stond in het teken van een aantal wijzigingen en aandachtspunten. In het basisprogramma in het eerste jaar is het vak “Inleiding Programmeren” (3 EC) opgenomen. Studenten leren hier een basis in programmeren in Python. We hadden al langer de wens om hier ruimte voor te creëren, omdat we programmeren als e en basisvaardigheid zien voor alle studenten. Sommige studenten zullen in en na hun opleiding nog veel met programmeren blijven doen, voor andere studenten is het heel belangrijk dat zij begrijpen wat er mogelijk is met programmeren, bijvoorbeeld in een interdisciplinaire samenwerking. Hierdoor is het vak “Logica” komen te vervallen als onderdeel van het basisprogramma. Omdat we “Logica” wel een waardevol vak vinden voor studenten van Bèta-gamma bieden we dit vak voortaan extra-curriculair aan. In het eerste jaar dat we dit vak op deze manier hebben aangeboden heeft de helft van de studenten Logica succesvol afgerond. Daarnaast hebben we de academische basisvaardigheden deels in bestaande vakken ondergebracht (zoals presenteren en interviewen). Het onderdeel schrijven is als een zelfstandig vak blijven bestaan (3 EC i.p.v. 6 EC). Dit zorgt voor een betere verankering van de vaardigheden in de inhoud van de opleiding. Bovendien gag het ons de mogelijkheid om de vrijgekomen 3 EC naar het eerste (theoretische) deel van het vak “Thema I: De Handelende Mens” te verplaatsen. Dit vak had een te hoge belasting ten opzichte van het aantal studiepunten. De rendementen (het aantal studenten dat de opleiding binnen 4 jaar afrondt) blijft een aandachtspunt. Studenten studeren hard, maar ronden de opleiding niet allemaal tijdig af. Aan de ene kant past dit bij de aard van onze studenten, die veel interesses hebben en dus ook veel punten willen halen. Aan de andere kant verwachten we nog een verbetering van de rendementen in de toekomst door de introductie van het bindend studieadvies.

7

Kwantitatieve reflectie op ontwikkelingen academische jaar 2016-2017 2.1.

Doel Instroomaantallen bachelor Bèta-gamma, 2003-2017

Wat was het doel voor ‘16-’17 Het doel is om de instroom stabiel te houden tussen de 120 en 150 studenten.

Wat hebben we daarvoor gedaan

Realistische voorlichting om ervoor te zorgen dat de juiste student op de juiste plek zit.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

Studiejaar (cohort) Definitief begonnen Herinschr. Jaar 2

2012-2013 (10) 84 69

2013-2014 (11) 133 115

2014-2015 (12) 147 132

2015-2016 (13) 116 95

2016-2017 (14) 119 99

2017-2018 (15) 111 nnb

NB Cijfers uit eerdere jaren (2011 en eerder) komen niet altijd overeen met UvA Data i.v.m. inschrijven van FPS-studenten onder de Bèta-gamma Croho-code. nnb = nog niet bekend.

Toelichting Bij de recente cijfers is de officiële definitie: “Voltijd, volgt 1 opleiding in dat studiejaar, vooropleiding vwo gebruikt.” De daadwerkelijke instroom ligt iets hoger (bijv. 142 in 2013-2014, 164 in 2014-2015, 122 in 2015-2016, 121 in 2016-2017 en 117 in 2017-2018). Het aantal eerstejaars in 2017-2018 ligt iets onder het wenselijk aantal. Het is lastig in te schatten waar dat aan ligt. We beraden ons op eventuele extra inzet op werving en het aanspreken van nieuwe doelgroepen.

KPI Uitval (m.u.v. switch) in het eerste jaar

Wat was het doel voor ‘16-’17 17% in 2016 (Format Kernafspraken op basis van het Instellingsplan 2015‐2020 tussen College van Bestuur en FNWI)

Wat hebben we daarvoor gedaan

Realistische voorlichting en matching en inzetten op de juiste student op de juiste plek.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

Studiejaar (cohort) % uitval 1e studiejaar

2011-2012 (9) 19,2% (excl. UvA switchers: 7,8%)

2012-2013 (10) 14,3 % (excl. UvA switchers: 3,6%)

2013-2014 (11) 12,7% (excl. UvA switchers: 5,6%)

2014-2015 (12) 8,8% (excl. UvA switchers: 7,5%)

2015-2016 (13) 4,3% (excl. UvA switchers: 13,8%)

2016-2017 (14) 9,2% (excl. UvA switchers: 8,4%)

Toelichting De uitval is omhooggegaan, maar er zijn minder switchers binnen de UvA ten opzichte van vorig jaar. Het totaal aantal stoppers zit op een vergelijkbaar percentage met voorgaande jaren en is al jaren stabiel.

KPI Het 4-jaars bachelorrendement van de herinschrijvers in het tweede jaar

8

Wat was het doel voor ‘16-’17

72% in 2016 (74% in 2017, 80% in 2021)

Cijfers: Afstudeerrendement

Afstudeerrendementen in percentages van herinschrijvers 2e jaar

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Diploma 4jr 64,8% 61,9% 56% 56,8% 53,3% 65,1% 46,6%

Diploma>4jr 87,8% 84%% 85,4% 86,6% 90,4% 84,3% nnb

Streefrende-ment dipl. 4jr

60% 62% 65% 70% 70% 70% 74%

Cijfers: Behaald aantal EC Behaald aantal EC

Studiejaar (cohort) 1e jaar 2 e jaar 3 e jaar

2007-2008 (5) 55 53 54

2008-2009 (6) 57 47 53

2009-2010 (7) 54 50 59

2010-2011 (8) 55 51 53

2011-2012 (9) 56 48 49

2012-2013 (10) 57 53 53

2013-2014 (11) 56 45 48

2014-2015 (12) 57 50 49

2015-2016 (13) 57 51

2016-2017 (14) 56

Wat hebben we daarvoor gedaan

Voortzetting BSA, actieve monitoring ouderejaarsstudenten, inzet op voorlichting over mogelijkheden na de Bachelor.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

De rendementscijfers zijn in vergelijking met het jaar ervoor omlaag gegaan. In 2015-2016 is een analyse gedaan van de afstudeerrendementen. De invoering van het BSA en afschaffing van de studiefinanciering hebben vanaf cohort 2014 en 2015 pas invloed en zullen waarschijnlijk de rendementscijfers positief beïnvloeden.

Toelichting 2013 was een cohort met veel aanmeldingen, maar ook veel uitvallers (ook in hogere jaren – dit was vóór de invoering van het BSA). Van de studenten die nog staan ingeschreven, heeft een aanzienlijk deel al een scriptie geschreven en genoeg EC om af te studeren.

KPI Internationalisering: % graden met buitenlandervaring

Wat was het doel voor ‘16-’17 5% in 2016, 10% in 2017 (Doelstelling uit instellingsplan FNWI; 25%-30% in 2020)

Wat hebben we daarvoor gedaan

Studenten actief wijzen op de mogelijkheden bij studeren in het buitenland. Bij de derdejaars kick-off en mastermarkt voorbeelden laten zien van internationaliseringsmogelijkheden.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

22% van de studenten die in 2016-2017 een bachelorsdiploma hebben aangevraagd, geeft aan een periode in het buitenland te hebben doorgebracht voor studiedoeleinden – het gaat hierbij om uitwisselingen, summer schools van meerdere weken, stages of onderzoek voor het bachelorproject.

Toelichting We zijn tevreden met het huidig percentage studenten dat een deel van de studie internationaal invult. Extra inzet lijkt hier op korte termijn niet noodzakelijk.

9

KPI NSE % tevredenheid over studie-inhoud (BC)

Wat was het doel voor ‘16-’17 Minstens het landelijk gemiddelde

Wat hebben we daarvoor gedaan

We hebben studenten actief aangemoedigd de NSE in te vullen. We organiseren rondetafelgesprekken met de eerstejaars om met hen te bespreken wat er speelt en snel in te kunnen spelen op dingen die eventueel minder soepel lopen. Evaluaties van vakken worden met docenten en de OC besproken en op basis daarvan worden vakken jaarlijks verbeterd. Dit wordt ook teruggekoppeld naar de studenten.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

Het percentage studenten dat aangeeft tevreden of zeer tevreden te zijn over de studie-inhoud, is in 2017 81,1%. (vorig jaar was dit 78,4%).

Toelichting Dit percentage schommelt al jaren rond de 80%.

Doel % Deelname Honours- en excellentieprogramma’s (Bachelor)

Wat was het doel voor ‘16-’17 10% van de studenten neemt deel aan het honoursprogramma

Wat hebben we daarvoor gedaan

Goede studenten worden in semester 1 al 2 actief uitgenodigd om aan het honoursprogramma deel te nemen en wordt er minimaal één keer per jaar een bijeenkomst georganiseerd voor zittende honoursstudenten.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

In 2016-2017 is 20,7% van de eerstejaarsstudenten begonnen aan het honoursprogramma.

Toelichting Het aantal studenten dat jaarlijks start met een honoursprogramma ligt vrij hoog. Het aantal studenten dat dit ook afmaakt, ligt aanzienlijk lager, onder de 5% van het hele cohort.

Reflectie op kwantitatieve prestaties school/college Afstudeerrendement: Het afstudeerrendement blijft moeilijk te sturen. Studenten die na vier jaar nog staan ingeschreven hebben na vier jaar gemiddeld meer dan 180 behaald. Een aanzienlijk deel van de studenten volgt extra-curriculaire vakken, waaronder minoren of een uitwisselingssemester in het buitenland. Van cohort 2013 blijkt na 5 jaar bijna 85% afgestudeerd te zijn. Omdat de invloed van het BSA en het wegvallen van studiefinanciering op het afstudeerrendement pas in de latere cohorten terug te zien is, zijn we vooralsnog niet van plan om op korte termijn in te zetten op extra maatregelen. Het is wel goed dit te blijven monitoren. Instroomcijfers: De instroom is iets gedaald ten opzichte van afgelopen jaren. Voor het eerst in een aantal jaren komt het aantal eerstejaarsstudenten dit jaar onder de 120. Deze daling is wat ons betreft niet wenselijk en we hopen dat deze trend zich niet voortzet. Tussen de 120 en 150 studenten is een ideaal aantal qua instroom. We zullen een plan maken voor de werving van studenten voor 2017-2018 waarin aandacht gegeven wordt aan evt. nieuwe doelgroepen/ meer diversiteit in de instroom.

Reflectie op uitkomsten NSE en andere (student)evaluaties De NSE-scores laten een stabiel beeld zien die geen aanleiding geven om op deelaspecten beleid te formuleren.

10

De Nationale alumni enquête is op het moment van schrijven niet beschikbaar in UvA data.

Alle vakken worden geëvalueerd in UvAQ en besproken door de OC en de docententeams. Regelmatig doet de OC-aanbevelingen op basis van deze evaluaties. Deze aanbevelingen gaan naar de opleidingsdirecteur en de hoofddocent die deze aanbeveling meenemen in de bespreking van de aanpassing van het vak voor het volgend studiejaar. Dit heeft bijvoorbeeld bij de volgende vakken geleid tot een aantal aanpassing. Het vak programmeren werd voor het eerst gedaan door studenten. Op basis van het bovengenoemde evaluatieproces is ervoor gekozen om in 2017-2018 meer colleges aan te bieden voor het toelichten van de theoretische basis, studenten meer te wijzen op de frustratie die soms bij programmeren hoort (verwachtingsmanagement) en studentassistenten wat meer didactische handvatten te geven bij het begeleiden. Bij het vak Wetenschapsfilosofie werden vooral de colleges niet goed beoordeeld. Omdat er al lang geworsteld wordt binnen dit vak om dit aspect te verbeteren is er nu voor gekozen om de nadruk veel meer op de (wel goed lopende) werkgroepen te leggen en alleen een paar hoorcolleges met casussen aan te bieden. Het vak thema III (het interdisciplinaire eindproject) kampt ook met wisselende evaluaties, die deels te verklaren vallen vanuit de frustratie die studenten ervaren als onderzoek vanuit verschillende disciplines niet goed bij elkaar komt. Maar waar ook verbetering te verwachten valt is het creëren van meer duidelijkheid voor studenten over wat er bereikt moet worden binnen het vak. Daarom zal er in 2017-2018 gewerkt worden aan een rubric om interdisciplinariteit te toetsen. Deze rubric moet handvatten geven voor docenten bij de beoordeling, maar ook de koppeling tussen leerdoelen en toetsing voor studenten inzichtelijker maken.

11

Kwalitatieve reflectie op ontwikkelingen academisch jaar 2016-2017 2.2.

Resultaten van audits, visitatie en accreditatie Op dit moment werken wij toe naar een volgende heraccreditatie, de visitatie zal plaatsvinden in het voorjaar 2019. Naast de vereiste documentatie in de vorm van een zelfstudie willen we extra aandacht besteden aan eenvormige en controleerbare toetsing (middels docenthandleiding en complete vakdossiers op datanose). We willen in 2018-2019 met betrekking tot het curriculum nog kijken naar de werkbaarheid voor docenten, meer eenvormigheid in de thema II vakken en de invoering van Academic English voor alle studenten. We hebben recent ook een externe adviesraad opgericht met als doel vanuit het werkveld te reflecteren op de opleiding en te adviseren over de toekomstige koers van de opleiding. We zullen deze adviesraad ook vragen de stukken voor de accreditatie te becommentariëren.

Functioneren OC’s en EC’s Opleidingscommissie In de negen bijeenkomsten zijn in totaal 23 vak-evaluaties besproken waarbij een advies is uitgebracht over de vakken genoemd in punt 2.3. Ook is een advies gegeven over de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2017-2018. In dit jaar zijn ook de totstandkoming OC besproken waarin is overlegd over de nieuwe wet versterking bestuurskracht en hoe deze moet worden toegepast. Daarnaast is gekeken wat het effect zou zijn voor de opleiding Bèta-gamma van de plannen omtrent de samenwerking tussen de UvA en de VU. Komend jaar wil de OC meer betrokken zijn bij het effect dat de adviezen hebben op het onderwijs. Hiervoor willen zij aanwezig zijn bij start-up gesprekken van de vakken waarover een advies is uitgedragen. Daarnaast willen zij de interdisciplinaire leerlijn in het tweede en derde jaar en de vakken die daarin gegeven worden onder de loep nemen. Verder wil de OC duidelijker krijgen hoe de nieuwe wetten en regelingen rondom de advies- en medezeggenschapsrechten invloed gaan hebben. De OC krijgt wettelijk een andere rol komend jaar – meer inspraak op o.a. OER en evaluaties. Examencommissie De examencommissie heeft afgelopen jaar een zelfevaluatie gehouden en op een aantal dossiers (o.a. fraude en plagiaat, aanwijzen examinator, interne consistentie) een verbeterslag gemaakt. Besproken aandachtspunten voor het komende studiejaar: • Verdere implementatie toetsevaluatiecyclus; toezicht op uitvoering door opleidingen en evaluatie van kwaliteitsborging door de commissie middels de toetsdossiers; • Organisatie Toetsdag voor beide opleidingen, waarbij een aantal vakken uitgebreid beoordeeld wordt wat betreft toetsing; • Verdere uitvoering van controle afstudeerwerken, o.a. gericht op projecten die extern (en bijv. via een bedrijfsstage) zijn uitgevoerd;

12

• Uitwerking i.s.m. opleidingsdirecteuren van een eigen archivering en meer stelselmatige controle van de afstudeerwerken (die in diverse externe majoren afgerond worden).

Betrekken van alumni en werkveld IANA is een goed draaiende alumnivereniging die 2-3 keer per jaar activiteiten organiseert voor de alumni van de opleidingen Future Planet Studies en Bèta-gamma. Daarnaast hebben we alumni ingezet bij diverse evenementen uit de What’s Next Leerlijn. Ook hebben we een aantal verhalen verzameld van alumni als voorlichtingsmateriaal van onze zittende studenten. Dit is gebruikt bij de derdejaars kick-off die in 2016-2017 voor het eerst is georganiseerd. Minimaal een alumnus zal ook gevraagd worden zitting te nemen in de in oprichting zijnde externe adviesraad. In 2017-2018 zal er bovendien een pilot worden gedraaid “Coach @Work”. Hierin gaan alumni een aantal derdejaars studenten coachen op het gebied van (studie)loopbaan. In ruil krijgen de alumni een training in coachvaardigheden aangeboden.

13

Reflectie stand van zaken belangrijke thema’s uit onderwijsvisie 2.3.

Ambitie 1: de UvA richt zich op de ontwikkeling van gemotiveerde en ambitieuze studenten door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig en innovatief onderwijs. - Kernbegrippen:

- Studiesucces Komend studiejaar wordt er een studiesuccesscan gedaan om te bekijken waar we staan op dit moment.

- Activerend onderwijs/Blended learning Het curriculum van Bèta-gamma kent veel verschillende activerende leervormen. Er is een IIS-memo over Activerend Leren geschreven, die door alle opleidingen gedragen wordt. We zijn in gesprek met de faculteit over het piloten van nieuwe blended vormen.

- Innovatie - Differentiatie (o.a. honours, schakelonderwijs) - Er is een memo over activerend leren geschreven in 2017 waarin een gedeelde visie op

Activerend Leren wordt gegeven van de opleidingen binnen het IIS Ambitie 2: De UvA is een brede onderzoeksintensieve universiteit die studenten opleidt om met kennis en kunde te floreren in een steeds complexere wereld. - Kernbegrippen:

- Onderzoeksintensief onderwijs We zijn momenteel de onderzoeksleerlijn aan het expliciteren. Vanaf jaar 1 komen studenten op diverse manieren in aanraking met onderzoek, o.a. via primaire bronnen, gepromoveerde docenten en het doen van eigen onderzoek. Naar jaar 3 wordt er ook toenemend aandacht besteed aan het doen van interdisciplinair onderzoek.

- Invulling keuze- of minorruimte (mobility window o.a. minor, stage, exchange) Vanwege de opzet van de opleiding met verschillende majorprogramma’s, is het afhankelijk van de majoren of en hoe veel ruimte er voor studenten overblijft om keuzeruimte in te vullen binnen de 180 EC.

- Academische vorming/21st century skills - Disciplinair en discipline overstijgend onderwijs

Ambitie 3: De UvA streeft ernaar een open en diverse gemeenschap te zijn waarin alle studenten zich thuis voelen en gelijke kansen krijgen. - Kernbegrippen:

- Toegankelijkheid (selectie bachelor en master) De opleiding Bèta-gamma is niet selectief. We werken wel met een strikt profiel voor toelating (NT).

- Taalbeleid (curriculumkeuzes en geboden taalondersteuning) Vanaf 2017 wordt voor een deel van de studenten Academic English aangeboden binnen een tweedejaars Engelstalig vak. Het is de bedoeling vanaf 2018 dit voor alle tweedejaarsstudenten aan te bieden en ook het afsluitende interdisciplinaire onderzoeksproject in het Engels te laten schrijven.

- International classroom Er is op dit moment vanwege het Nederlandstalige curriculum geen sprake van een

14

international classroom. - Studiebegeleiding - Diversiteit en inclusiviteit

Ambitie 4: De UvA belegt de verantwoordelijkheid van het onderwijs zo dicht mogelijk bij docenten, met veel aandacht voor ondersteuning, kennisdeling en docentprofessionaliteit. - Kernbegrippen:

- Docentprofessionaliteit Al onze docenten ontvangen 2 x per jaar een didactische training waarin verschillende didactische thema’s aan de orde komen. Daarnaast doorlopen ze een pre-BKO traject, waarbij ze eerst van elkaar leren, vervolgens individueel gecoacht worden en ze ten slotte worden aangemoedigd een BKO te behalen.

- Kennisdeling Via het Onderwijslab wordt veel ingezet op kennisdeling, zowel binnen het IIS als de rest van de UvA. Er worden tweejaarlijks docentdagen georganiseerd voor alle docenten van Bèta-gamma. Tussen de opleidingen van het IIS vindt op managementniveau kennisdeling plaats via het intercollegiaal consult (ICC). Hier komen belangrijke onderwerpen als blended learning, toetsing, internationalisering, studiesucces, diversiteit, etc. voorbij.

15

Jaarplan Bèta-gamma academisch jaar 2017-2018 2.4.

Ambitie academisch jaar 2017-2018

Uitgewerkte leerlijnen (academische vaardigheden, onderzoeksvaardigheden en interdisciplinariteit)

Rubric interdisciplinariteit

Plan maken Academic English/Engelse taal in de opleiding

Scan research intensief onderwijs

Scan Studiesucces

Duidelijker profilering Thema II

Analyse curriculum op werkbaarheid voor docenten

Oprichten externe adviesraad

Toetsbeleid verder invoeren

Start maken heraccreditatie 2019

Kansen en verbeterpunten academisch jaar 2017-2018 Aandachtspunten:

Leerlijnen uitwerken

Werkbaarheid curriculum voor docenten

Profilering Thema II

Heraccreditatie Kansen:

Heraccreditatie geeft kansen om dingen aan te scherpen Actiepunten 2017-2018

Vakdossiers compleet i.v.m. toetsing

Academic English in 2018-2019 voor alle studenten in curriculum

Externe adviesraad 2 x gesproken

Start kritische zelfreflectie en concrete planning heraccreditatie

Uitgewerkte leerlijnen

Rubric interdisciplinarieit klaar

Thema II nieuwe vorm in 2018-2019

16

3. BACHELOR FUTURE PLANET STUDIES

Academisch jaar 2016-2017 stond voor Future Planet Studies (FPS) primair in het teken van de eerste heraccreditatie door de NVAO sinds de Toets Nieuwe Opleiding in 2012. De assessment vond plaats in een gezamenlijk cluster met zusteropleiding Aarde & Economie (Vrije Universiteit) waarmee gezamenlijk een domeinspecifiek referentiekader is opgesteld. Vervolgens is de kritische zelfreflectie opgesteld waarna op 28 maart 2017 de site visit plaatsvond door de externe beoordelingscommissie onder leiding van prof. dr. Jacqueline Cramer. De commissie heeft FPS als voldoende beoordeeld op alle standaarden en een positief advies uitgebracht aan de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). Als onderdeel van haar advies heeft de externe beoordelingscommissie zich ook expliciet en zeer positief uitgelaten over de geplande curriculumherziening van FPS onder de werktitel FPS 2.0. De voorbereidingen van de curriculumherziening vormden een tweede belangrijk punt in 2016-2017. Zowel de werkgroep die zich met het ontwikkelen van de nieuwe brede bètamajor als de werkgroep die zich met het ontwikkelen van de nieuwe brede gammamajor bezighouden hebben in de zomer van 2017 de kaderstellende fase afgerond. Vervolgens is voor beide een start gemaakt met het concreet invullen van het programma van de major. De volledige implementatie van de nieuwe majoren is nog steeds voorzien voor de start van academisch jaar 2018-2019, wat inhoudt dat de eerste studenten de nieuwe majoren zullen gaan volgen in september 2019. Tenslotte was een belangrijke mijlpaal in 2016-2017 de implementatie van de nieuwe docenthandleiding toetsing tijdens de volledig aan dit thema gewijde docentenmiddag op 14 februari 2017. De docenthandleiding markeert een belangrijke stap in de verder professionalisering en uniformering van de toetscyclus binnen FPS.

17

Kwantitatieve reflectie op ontwikkelingen academische jaar 2016-2017 3.1.

Doel Instroomaantallen Future Planet Studies

Wat was het doel voor ‘16-’17 Monitoring. Streefgetal maximaal 200.

Wat hebben we daarvoor gedaan Realistische voorlichting (bachelordagen, scholenvoorlichting, meeloopdagen, proefstuderen, website, folder).

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 o.b.v. cohortendatabase

Studiejaar (cohort)

Definitief begonnen (peildatum 1-10)

2009-2010 (2) 63

2010-2011 (3) 63

2011-2012 (4) 76

2012-2013 (5) 68

2013-2014 (6) 156

2014-2015 (7) 191

2015-2016 (8) 152

2016-2017 (9) 175

2017-2018 (10) 181

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 o.b.v. UvA Data (hierin alleen studenten die voldoen aan de definitie: voltijd inschrijving, volgt 1 opleiding in dat studiejaar, vooropleiding VWO)

Studiejaar (cohort)

Definitief begonnen (peildatum 1-10)

2008-2012 (1-4) In 2008-2012 viel Future Planet Studies nog onder Bèta-gamma en zijn er daarom geen aparte UvA Data cijfers voor Future Planet Studies

2012-2013 (5) 56

2013-2014 (6) 133

2014-2015 (7) 172

2015-2016 (8) 131

2016-2017 (9) 152

2017-2018 (10) nnb

Toelichting Met het oog op de voorgenomen curriculumoptimalisatie is het prettig dat de instroom weer iets stijgt, omdat hiervoor een voldoende grote basis aan ingeschreven studenten nodig is om met name het aanbieden van voldoende keuzeonderwijs financieel haalbaar te maken.

Uitval (m.u.v. switch) in het eerste jaar

Wat was het doel voor ‘16-’17 17% in 2016 (Format Kernafspraken op basis van het Instellingsplan 2015‐2020 tussen College van Bestuur en FNWI)

Wat hebben we daarvoor gedaan Matching, studentbegeleiding en BSA beleid.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

(o.b.v. UvA Data, enkel studenten met een inschrijving bij één

Cohort Uitval (m.u.v switch)

Switch naar andere UvA opleidingen

Totaal uitval

18

opleiding) 2012-2013 (6) 12.1% 1.5% 13.6%

2013-2014 (7) 9.5% 2% 11.5%

2014-2015 (8) 13.2% 5.3% 18.5%

2015-2016 (9) 11.3% 10.0% 21.1%

2016-2017 (10) 17.6% 5.5% 23.1%

Toelichting De uitval bij Future Planet Studies stijgt. De stijging is ingezet in het eerste jaar met Bindend Studieadvies (2014-2015). We hebben geen verklaring voor deze stijging, het programma is deze jaren ongewijzigd. De studieadviseurs houden de stopredenen bij en deze worden door het Managementteam van de opleiding besproken. In deze stopredenen hebben we tot op heden nog geen rode draad ontdekt die reden geeft tot wijzigingen in voorlichting, matching of programma.

KPI/ doel Het 4-jaars bachelorrendement van de herinschrijvers in het tweede jaar

Wat was het doel voor ‘16-’17

72% in 2016 (74% in 2017, 80% in 2021)

Wat hebben we daarvoor gedaan

Diverse mails over afstuderen door de studieadviseurs

In voorlichtingen benadrukken dat veel masters onder andere naar studietempo kijken in hun selectie van studenten

Alternatieve studieprogramma’s worden door de examencommissie alleen goedgekeurd wanneer ze in vier jaar kunnen worden afgerond

Wat hebben we bereikt

o.b.v. cohortendatabase (deze jaren geen informatie in UvA data omdat FPS toen track binnen Bèta-gamma was)

Cohort Aantal diploma’s <4 jaar

N Percentage

2009-2010 (2) 31 60,8%

2010-2011 (3) 35 67,3%

2011-2012 (4) 42 64,6%

2012-2013 (5) 41 72%

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

(o.b.v. UvA Data)

2013-2014 (6) 101 74.3%

Toelichting We zijn tevreden dat we deze KPI halen.

19

KPI/doel Internationalisering: % graden met buitenlandervaring

Wat was het doel voor ‘16-’17

5% in 2016 (10% in 2017, 25-30% in 2021) (Uit Memo over kpi's in het instellingsplan 2015-2021)

Wat hebben we daarvoor gedaan

Voorlichting door de studieadviseurs

Begeleiding door studieadviseurs en International Offices

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 (o.b.v. eigen bron: alumni database)

Collegejaar

Totaal aantal diploma’s college jaar

NB: sommige diploma’s bevatten meerdere varianten

Totaal diploma's met buitenland ervaring

Semester buitenland

Summer school

Bsc these

Stage

N % N % N % N % N %

2015-2016

92 34 37,0%

26 28,3%

3 3,3% 7 7,6% 1 1,1%

2016-2017

86 18 20,9%

10 11,6%

2 2,3% 5 5,8% 0 0%

Toelichting We zijn tevreden met de huidige score op dit onderwerp, hoewel het natuurlijk jammer is dat we de score van 2015-2016 niet hebben gecontinueerd. In het huidige curriculum is binnen een nominale studieduur een semester studeren in het buitenland helaas binnen de meeste majoren niet mogelijk. Dit komt doordat de majorprogramma’s vol zitten met verplichte vakken om zo MSc-toegankelijkheid te garanderen. We noemen daarom ook steeds Summerschools expliciet als mogelijkheid om in het buitenland te studeren. Bij het nadenken over het nieuwe curriculum is een vrij semester om te studeren in het buitenland een belangrijke ontwerpeis.

KPI/ doel NSE % tevredenheid over studie-inhoud

Wat was het doel voor ‘16-’17 In elk geval landelijk gemiddelde

Wat hebben we daarvoor gedaan

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 (zeer) tevredenheidspercentage van 62,3%.

Toelichting We hopen dat de voorgenomen curriculumwijzigingen het aantal (zeer) tevreden studenten zal verhogen.

Doel % Deelname honours- en excellentieprogram ma’s (bachelor)

Wat was het doel voor ‘16-’17 Blijvend onder de aandacht brengen van het honoursprogramma.

Wat hebben we daarvoor gedaan Voorlichting

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 Aantal studenten gestart met honours: 8

Aantal afgestudeerden met honourscertificaat: 2

20

Toelichting Afgelopen jaar stond in het teken van de heraccreditatie van de opleiding. Tijd voor extra aandacht voor het verhogen van de in- en doorstroom van studenten in het honoursprogramma was er daardoor niet. Met het oog op de curriculumherziening voor studenten die in september 2018 aan de opleiding gaan starten zal het honoursprogramma in 2017-2018 niet worden gewijzigd. Wanneer het nieuwe curriculum bekend is zal gekeken worden of er wijzigingen aan het honoursprogramma mogelijk zijn die het programma beter doen aansluiten bij het curriculum.

Reflectie op kwantitatieve prestaties school/college Zoals ook in de toelichting bij de tabel aangegeven, zijn we enigszins verrast door de licht verhoogde uitval in het eerste jaar in academisch jaar 2016/2017. Onze inschatting is vooralsnog dat het om een incidentele fluctuatie gaat en niet om een structurele verschuiving. Omdat er geen duidelijk oorzaak is aan te wijzen en de uitval ondanks de stijging relatief laag blijft, zien we geen noodzaak tot een directe interventie. In plaats daarvan zullen we de uitval alsmede opgegeven stopredenen goed blijven monitoren. Wat internationalisering betreft zijn we ons bewust van de wens van studenten om meer mogelijkheden te hebben tot studieverblijf in het buitenland. Dit is ook een belangrijk aandachtspunt geweest binnen de kritische zelfevaluatie t.b.v. de heraccreditatie van de opleiding dit jaar. Het bieden van substantiëlere mogelijkheden tot buitenlands studieverblijf is daarom een belangrijke pijler onder de curriculumwijziging (FPS2.0). Streven is daarbij het mogelijk te maken in allebei de toekomstige majoren een volledig semester in het buitenland te studeren binnen een nominaal studieprogramma. Zoals aangegeven in de toelichting bij de tabel zijn er geen stappen genomen om deelname aan het honoursprogramma te verhogen. Dit was een strategische keuze die gemaakt is vanwege de substantiële tijdsinvestering die gevergd werd door het heraccreditatietraject dit academisch jaar enerzijds, en de aanstaande curriculumwijziging anderzijds. Een belangrijk struikelblok voor succesvolle afronding van het honoursprogramma op dit moment is studieuitloop o.a. door vertraging vanwege studeren in het buitenland. Door in FPS2.0 te faciliteren dat dat laatste mogelijk wordt in combinatie met nominaal studeren, verwachten we dit knelpunt in de toekomst op te lossen (zie ook de vorige alinea). Reflectie op uitkomsten NSE en andere (student)evaluaties De Nationale Studentenenquête geeft al enige jaren consequent een negatiever beeld dan we op basis van het regelmatige contact met studenten via rondetafelbijeenkomsten e.d. verwachten. We nodigen studenten actief uit om de enquête in te vullen en vragen hen zich daarbij te focussen op het FPS onderwijs en niet op hun major. Opvallend is dat met de bachelor Bèta-gamma gedeelde voorzieningen, zoals studieadviseurs, bij FPS negatiever worden geëvalueerd. We vermoeden daarom dat er in de negatieve reacties op de verschillende NSE onderdelen een algehele ontevredenheid, voortkomend uit onder andere veel avondonderwijs en roosterproblemen door het majorsysteem met aanschuifonderwijs, doorspeelt. Die ontevredenheid hopen we door de voorgenomen curriculumwijzigingen te keren.

21

In het kader van de heraccreditatie is dit jaar een alumni-enquête uitgevoerd. Alumni beoordelen de opleiding met een 7.3 en zijn positief over het interdisciplinaire karakter van de opleiding. 69% van de alumni zou weer voor FPS kiezen. Ook deze cijfers stroken niet met de negatieve resultaten van de Nationale Studentenenquête.

22

Kwalitatieve reflectie op ontwikkelingen academisch jaar 2016-2017 3.2.

Resultaten van audits, visitatie en accreditatie Naar aanleiding van de kritische zelfreflectie en de bezoekdag op 28 maart 2017 heeft FPS van het beoordelingspanel een voldoende beoordeling ontvangen. Dat maakt ook een voldoende als eindadvies aan de NVAO. Het advies van het panel is in september 2017 aan de NVAO verstuurd. In november 2017 heeft de NVAO aangegeven het advies van het panel over te nemen. De volgende aandachtspunten kwamen naar voren uit het evaluatierapport van het panel n.a.v. het bezoek aan de opleiding in maart 2017:

De doelstellingen van de opleiding nader toespitsen, bijvoorbeeld door de opleiding sterker te richten op de reeds benoemde thema’s klimaat en energie, kwaliteit van leven, voedselvoorziening en waterhuishouding, deze thema’s duidelijker te formuleren en deze duidelijker tot leidraad van de opleiding te nemen, ook voor een betere samenhang tussen het disciplinaire en het interdisciplinaire deel van de opleiding.

Het onderscheid tussen de interdisciplinaire en monodisciplinaire eindkwalificaties duidelijker markeren en deze beter van elkaar onderscheiden.

De instroom tot de huidige omvang beperken en niet verder laten toenemen om de opleiding beheersbaar te houden.

Aankomende studenten met E&M-profiel of een C&M-profiel aanvullende cursussen in de exacte vakken aanbieden, cursussen te geven in de zomer voorafgaande aan het eerste jaar om hen voor te bereiden op het sterk natuurwetenschappelijk gerichte eerste deel van het curriculum.

De majoren clusteren, bijvoorbeeld biologie/aardwetenschappen, sociale geografie/planologie en bestuurskunde/politicologie en deze in eigen beheer te nemen waardoor de bestaande knelpunten rond afstemming en roostering tussen het interdisciplinaire deel en de majoren voorkomen worden.

De studenten beter voorlichten over de inhoud van de vakken en over de majoren.

Een minor Ondernemerschap overwegen.

Op meer structurele basis, dat wil zeggen in alle majorspecialisaties, ruimte bieden voor een verblijf in het buitenland.

Veldwerk of praktisch werk op een meer structurele wijze in het curriculum opnemen.

Komen tot een goed herkenbaar kernteam van docenten dat als gezicht van de opleiding kan fungeren.

De bevoegdheden van de examencommissie van deze opleiding inzake het toezicht op de toetsing en beoordeling binnen de majoren verruimen.

De verhouding tussen multiple-choicetentamens en groepsopdrachten aan de ene kant en tentamens met open vragen en individuele opdrachten aan de andere kant herzien, omdat relatief veel van de eerste vormen afgenomen worden.

We zijn erg blij met de sterke en expliciete steun van het panel aan de ingezette curriculumherziening en zullen de door de commissie gegeven aanbevelingen integraal laten meewegen in de inrichting ervan.

23

Functioneren OC’s en EC’s De opleidingscommissie (OC) functioneert prima. Belangrijke ontwikkeling is de versteviging van de juridische positie van de OC per academisch jaar 2017/2018 in het kader van de Wet Versterking Bestuurskracht. Wat de relatie tussen het managementteam van FPS en de OC betreft zagen wij de OC al als primair medezeggenschapsorgaan en klankbord voor de opleiding. Deze relaties is nu verder geformaliseerd. In academisch jaar 2016/2017 heeft de OC wederom een cruciale rol gespeeld in het kritisch evalueren van de verschillende vakken van de opleiding en het geven van richting voor noodzakelijk geachte verbeteringen. Daarnaast heeft de OC op een aantal vakoverschrijdende dossiers belangrijke gevraagde en ongevraagde adviezen geleverd. Bijvoorbeeld op de vraag of de opleiding haar vakken al dan niet open moet stellen voor bijvakstudenten. Ook in de voorziene curriculumherziening speelt de OC een belangrijke rol. Ook de examencommissie (EC) functioneert naar behoren, zoals ook bevestigd is door het onafhankelijke panel in het kader van de heraccreditatie van de opleiding. Het jaarverslag van de EC was op het moment van schrijven van dit verslag nog niet beschikbaar.

Betrekken van alumni en werkveld De opleiding onderhoudt actief contact met alumnivereniging IANA en moedigt afstudeerders expliciet aan hier lid van te worden. Daarnaast heeft FPS een actieve externe adviescommissie waarin zowel alumni als vertegenwoordigers van het werkveld zitting hebben. De commissie komt eenmaal per jaar samen met het managementteam bijeen om over inrichting van het onderwijs en aansluiting bij werkveld en maatschappij in het algemeen te praten. De meest recente bijeenkomst was op 10 juli 2017. Tijdens deze bijeenkomst is onder meer van gedachten gewisseld over de aansluiting van FPS op het werkveld. Ook zijn de aanbevelingen van het heraccreditatiepanel besproken. De externe adviescommissie geeft aan de waarde van zaken zoals gastlezingen en stages in het kader van beroepsoriëntatie te erkennen. Tegelijkertijd werd duidelijk dat het structureel aanbieden van stageplaatsen voor de grote groep FPS studenten een knelpunt is. Met name bij kleinere partijen zoals NGO’s en innovatieve startups is de mogelijkheid hiervoor zeer beperkt, terwijl de resultaten van de in het kader van de heraccreditatie uitgevoerde alumni enquête wel aangeven dat dit belangrijke werkgevers voor FPS alumni zijn. Tenslotte, komen FPS alumni geregeld terug in de opleiding in de rol van docent 4 alsmede als betrokkene bij individuele vakken, zoals bijvoorbeeld Interdisciplinary Project.

24

Reflectie stand van zaken belangrijke thema’s uit onderwijsvisie 3.3.

Een uitgebreide en expliciete reflectie op onderstaande ambities heeft plaatsgevonden in de kritische zelfreflectie 2017 die is uitgevoerd in het kader van de aanvraag tot heraccreditatie van FPS in 2017. Onderstaande teksten zijn uitsneden uit genoemde kritische zelfreflectie. Voor een uitgebreider overzicht wordt de lezer naar genoemd rapport verwezen.

Ambitie 1: de UvA richt zich op de ontwikkeling van gemotiveerde en ambitieuze studenten door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig en innovatief onderwijs. - Kernbegrippen:

- Studiesucces - Activerend onderwijs/Blended learning - Innovatie - Differentiatie (o.a. honours, schakelonderwijs)

In het FPS-onderwijs staat activerend leren centraal, aangezien dit een voorwaarde is voor het bevorderen van het leerproces van de student en om studenten met de benodigde vaardigheden en attitudes toe te rusten voor toekomstige uitdagingen en een flexibele arbeidsmarkt. Binnen FPS zijn werkboeken voor docenten en studenten ontwikkeld met lesopzetten met activerende werkvormen. Een andere manier waarop binnen FPS activerend leren wordt bevorderd is door initiatieven vanuit studenten zelf te stimuleren en waar mogelijk te faciliteren. Blended learning Blended learning is een verdiepingsstrategie om optimaal gebruik te maken van de uiteenlopende mogelijkheden die er offline en online bestaan om het contact tussen studenten en docenten vorm te geven. Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht lagere cognitieve leertaken deels online aan te bieden om zo tijdens contacttijd meer tijd over te houden om aan hogere cognitieve vermogens te werken. Learning by doing Het ‘leren door doen’ en ‘leren door zelfstandig na te doen’ is cruciaal om bijvoorbeeld effectief gebruik te leren maken van software. Studenten maken zich het systeemdenken en conceptueel modelleren eigen door hands-on ervaring op te doen met computerprogramma’s tijdens werkgroepen waar zij hun eigen laptops meenemen. Wetenschappelijke vaardigheden, zoals wetenschappelijk argumenteren, worden veelvuldig getraind door oefening in de vorm van debatten of papers. Ook laboratoriumpractica en veldonderzoek zoals dat in verschillende majoren, waaronder Aardwetenschappen, plaatsvindt is een voorbeeld van learning by doing. In het eerste studiejaar zijn gemiddeld 15,3 contacturen per week opgenomen voor studenten met een gammaprofiel en 15,8 voor studenten met een bètaprofiel. Aanwezigheid bij het contactonderwijs van het kerncurriculum en de profielcurricula is verplicht met uitzondering van de hoorcolleges. Studiesucces Studenten stromen met diverse voorkennis de opleiding in. Enerzijds geeft het de opleiding direct een interdisciplinair karakter, anderzijds is het een uitdaging om zowel studenten met VWO-voorkennis van

25

bepaalde bètavakken als studenten zonder die voorkennis een interessant en studeerbaar vak aan te kunnen bieden. De opleiding ondervangt dit door zelfstudiewijzers voor Chemie en Natuurkunde aan te bieden, en in de vakken ‘Toekomstperspectief voor de Aarde’ en ‘Klimaatverandering en Zeespiegelstijging’ extra werkgroepen te organiseren voor studenten met het VWO-profiel Economie en Maatschappij en/of Cultuur en Maatschappij. De studeerbaarheid van de majorspecialisaties is een aandachtspunt. Doordat in een aantal majoren ingangseisen en volgorde-eisen gelden, kan het voorkomen dat studenten 36 EC in een semester volgen in plaats van 30 EC. Studenten worden vanaf de voorlichting gewezen op de steile leercurve. De haalbaarheid van de programma’s van de majoren wordt gecontroleerd door regelmatig majorevaluaties te houden, zowel digitaal als via rondetafelgesprekken (verslagen van rondetafelgesprekken en evaluaties ter inzage tijdens visitatiebezoek). In sommige majors is ervoor gekozen tweedejaars FPS-vakken door te schuiven naar het derde jaar om zo de studeerbaarheid te verbeteren. Bindend studieadvies In 2015-2016 is het bindend studieadvies (BSA) als sluitstuk van het studiesuccesbeleid van de UvA ingesteld. De BSA-norm is 48 EC, waardoor studenten die een minder goede start kennen in het eerste blok, zich kunnen herpakken. Eerstejaarsstudenten worden regelmatig geïnformeerd over hun studievoortgang. Bij tegenvallende resultaten worden zij opgeroepen door de studieadviseurs. Mentoren (meestal junior-docenten) voeren met alle studenten een persoonlijk gesprek in het eerste en in het tweede semester waarin ook het BSA ter sprake komt (BSA-regeling ter inzage tijdens visitatiebezoek). Excellentie Excellente studenten hebben de mogelijkheid gelijktijdig zowel het bèta- als het gammaprofiel te volgen. Daarnaast kunnen zij deelnemen aan het honoursprogramma dat disciplinaire en interdisciplinaire onderdelen omvat die studenten gedeeltelijk zelf kiezen. In beide gevallen betekent dit een verzwaring van de studielast met (ten minste) 30 EC. Naast deze mogelijkheden leert de ervaring dat excellente FPS studenten vaak zelf extra uitdaging zoeken in extracurriculaire activiteiten rondom het thema duurzaamheid, waarbij ze de binnen de opleiding opgedane kennis al tijdens de studie kunnen toepassen.

Ambitie 2: De UvA is een brede onderzoeksintensieve universiteit die studenten opleidt om met kennis en kunde te floreren in een steeds complexere wereld. - Kernbegrippen:

- Onderzoeksintensief onderwijs - Invulling keuze- of minorruimte (mobility window o.a. minor, stage, exchange) - Academische vorming/21st century skills - Disciplinair en discipline overstijgend onderwijs

26

Methodologische en onderzoeksvaardigheden Methodologie wordt binnen FPS pluralistisch benaderd. Het systeemdenken is een belangrijke leidraad en is ingeweven in het hele curriculum. Om de impact van het menselijk handelen in (fysieke en sociale) systemen te benadrukken, maar ook het veranderingspotentieel dat in dat handelen besloten ligt, wordt daarnaast het actorperspectief belicht. Door de perspectieven te combineren is het mogelijk te bestuderen hoe, gegeven de systemische grenzen, verschillende actoren met uiteenlopende belangen tot duurzame oplossingen kunnen komen. Studenten worden in het kern- en profielcurriculum bekwaamd in de belangrijkste onderzoeksmethoden en –vaardigheden uit zowel het natuurwetenschappelijke als het sociaal- wetenschappelijke domein. Basismethoden waarin alle studenten worden getraind zijn literatuurstudie; conceptueel modelleren en systeemsimulaties; wetenschappelijke papers en essays schrijven; Google Earth methodes; interviewen; stakeholderdebatvoering; disciplinaire en interdisciplinaire onderzoeksvoorstellen schrijven; en disciplinaire en interdisciplinaire onderzoeksprojecten uitvoeren. Ook is er training in toekomstgerichte methoden, zoals scenario- en visieontwikkeling. In het programma van de majorspecialisatie worden aanvullende disciplinespecifieke methoden en vaardigheden aangeboden. Academische vaardigheden en 21st century skills Naast de gangbare academische vaardigheden worden FPS-studenten in het kernprogramma getraind in de 21st century skills. Waar mogelijk wordt voor problem, scenario of project based learning gekozen om het oplossingsvermogen, omgaan met complexiteit en de flexibele, sensitivieve, creativieve, kritische en reflexieve houding die daarbij nodig is te trainen. Middels real life opdrachten die gaandeweg steeds complexer worden, leren studenten de opgedane kennis en methoden uiteindelijk niet enkel te combineren (multidisciplinariteit), maar ook daadwerkelijk te integreren (interdisciplinariteit) om zo tot de benodigde diepgang te komen. Disciplinair en disciplineoverstijgend onderwijs Future Planet Studies heeft als missie op de toekomst voorbereide wetenschappers, leiders, innovators, transitiemanagers, beleidsmakers en kennismakelaars af te leveren die gedegen inzicht hebben in de complexe vraagstukken waar wij voor staan op het snijvlak van mens en aarde, en die in staat zijn daarvoor duurzame oplossingen te helpen genereren en implementeren. Om dit te bereiken, wordt de meest actuele kennis uit verschillende relevante disciplines uit zowel de natuurwetenschappen als de sociale wetenschappen aangereikt en met elkaar verbonden. Daarnaast ontwikkelen de studenten vaardigheid in een scala aan wetenschappelijke en toekomstgerichte onderzoeksmethoden en worden zij toegerust met essentiële academische vaardigheden en 21st century skills en attitudes. Zo leveren wij afgestudeerden af die zowel de benodigde inhoudelijke kennis als het bijbehorende actieve leervermogen hebben om ook na hun bacheloropleiding, in de masterfase en op de arbeidsmarkt, nieuw verworven inzichten te kunnen integreren in hun aanwezige kennis. Minor en keuzeruimte Zoals eerder aangegeven is de keuzeruimte cq. mogelijkheid tot het volgen van een volledige minor in het huidige FPS curriculum beperkt en afhankelijk van de zwaarte van het gekozen majorprogramma. In FPS2.0 is het uitgangspunt in lijn met UvA beleid het vijfde semester vrij te houden voor invulling middels een minor.

27

Ambitie 3: De UvA streeft ernaar een open en diverse gemeenschap te zijn waarin alle studenten zich thuis voelen en gelijke kansen krijgen. - Kernbegrippen:

- Toegankelijkheid (selectie bachelor en master) - Taalbeleid (curriculumkeuzes en geboden taalondersteuning) - International classroom - Studiebegeleiding - Diversiteit en inclusiviteit

Toegankelijkheid Als ingangseis voor de opleiding geldt zonder verdere restricties een VWO-diploma met het profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid. Het profiel Economie en Maatschappij is toelaatbaar met als aanvullende eis dat eindexamen in minimaal één van de volgende vier vakken gedaan is: Aardrijkskunde, Biologie, Natuurkunde, Scheikunde. Het profiel Cultuur en Maatschappij is toelaatbaar met als aanvullende eis dat ten minste eindexamen gedaan is in Wiskunde A of B en daarnaast in twee van de volgende vijf vakken: Economie, Aardrijkskunde, Biologie, Natuurkunde, Scheikunde. Tenslotte is een HBO-propedeuse toelaatbaar mits daarnaast deelcertificaten op VWO-niveau behaald zijn in dezelfde vakken als gespecificeerd voor toelating met het VWO-profiel Cultuur en Maatschappij. Voor twee majorspecialisaties gelden aanvullende ingangseisen. Major Biologie: Biologie op VWO-niveau en FPS bètaprofiel; Major Duurzame Chemie: Natuurkunde en Wiskunde B op VWO-niveau en FPS bètaprofiel. Middels de website, tijdens voorlichtingsmomenten aan studiekiezers en in geval van majorspecialisatie ook gedurende de opleiding, worden studenten geïnformeerd over de ingangseisen. Tijdens de verplichte studiekeuzecheck UvA Matching maken aankomende studenten kennis met de opleiding via een onderwijsdag en een toetsdag. Deelnemers volgen twee colleges en een werkgroep, en voeren een intakegesprek met een medewerker of alumnus van de opleiding. Het cijfer voor de toets bepaalt het (niet bindende) matchingsadvies dat de student krijgt thuisgestuurd. International classroom FPS heeft nadrukkelijk een internationale oriëntatie, blijkend uit de focus op mondiale thema’s, gastdocenten uit internationale organisaties en excursies naar het buitenland. De vakken van FPS en de major Aardwetenschappen worden vanaf het tweede jaar in het Engels aangeboden. In het eerste semester van het tweede jaar volgen alle studenten Academic English als onderdeel van de vakken Food Production en Future of Food / Digital Earth. Deze opzet biedt enerzijds een optimale aansluiting op het hoofdzakelijk Nederlandstalige VWO, gecombineerd met een uitstekende voorbereiding op een Engelstalige afstudeerscriptie en/of studie(periode) in het buitenland, alsmede op een aansluitende Engelstalige vervolgmaster of internationale werkomgeving. Ook zorgt dit ervoor dat internationale studenten FPS-vakken uit jaar 2 en 3 kunnen volgen. De opleiding moedigt studenten aan een periode in het buitenland te studeren. Studenten kunnen een heel semester in het buitenland studeren of een kortere buitenlandervaring opdoen (summer school, onderzoek). 38% van de diploma’s die in 2015-2016 werden uitgegeven bevatten studieonderdelen die in het buitenland werden gevolgd. De alumni-enquête bevestigt dat het voor studenten waardevol is: het heeft geholpen om toegelaten te worden tot een master en alumni hebben hiervan profijt gehad bij het vinden van een baan. Door de complexe programmering van de opleiding is het alleen voor

28

studenten met een major Aardwetenschappen mogelijk een volledig semester in het buitenland te combineren met nominaal studeren. In de eerder genoemde verkenning naar het ontwikkeling van eigen, brede majoren wordt nagedacht over manieren om de majorstructuur zo aan te passen, dat nominaal studeren en een semester studeren in het buitenland in principe voor alle FPS’ers mogelijk wordt. Studiebegeleiding Studentbegeleiding is zeer belangrijk bij de studie Future Planet Studies. Tijdens het eerste jaar worden studenten intensief begeleid, onder andere bij het maken van keuzes, in latere jaren worden zij gecoacht richting meer zelfredzaamheid. Studenten worden tijdens hun studie gemonitord om zo de voortgang van hun studie te bewaken. Als er zich problemen voordoen tijdens de studie, worden studenten opgeroepen door de studieadviseurs. Bij vragen of problemen kunnen studenten ook zelf contact opnemen met de studieadviseurs door middel van email, (telefonische) spreekuren of door het maken van een afspraak. Daarnaast zijn er verschillende voorlichtingsmomenten om studenten te informeren. Het IIS heeft een aparte visie op studentbegeleiding opgesteld waarin wordt beschreven hoe studentbegeleiding binnen het IIS er precies uit ziet. De studentbegeleiding, zowel structureel als incidenteel, is in een tijdslijn gevisualiseerd. Voor nadere informatie wordt naar dit visiedocument verwezen. Studenten met studieproblemen worden door de studieadviseurs gewezen op de trainingen van de studentendecanen (www.uva.nl/succesvolstuderen) of doorverwezen naar een studentpsycholoog. Jaarlijks worden 8 tot 10 rondetafelgesprekken georganiseerd met eerstejaarsstudenten. Tweede- en derdejaarsstudenten worden minimaal een keer uitgenodigd voor een rondetafelgesprek over hun major. Tijdens de rondetafelgesprekken reageren studenten op stellingen en is er ruimte om eigen onderwerpen in te brengen. Daarnaast wordt aan het einde van elk vak een geanonimiseerde vakevaluatie afgenomen onder de studenten die het vak gevolgd hebben. Een overzicht van de belangrijkste punten uit de vakevaluatie van het voorgaande jaar, alsmede de reactie daarop van de vakcoördinator wordt opgenomen in de uniforme studiehandleiding per vak die de opleiding hanteert. Deze wordt voorafgaand aan elk vak beschikbaar gesteld voor de studenten.

Ambitie 4: De UvA belegt de verantwoordelijkheid van het onderwijs zo dicht mogelijk bij docenten, met veel aandacht voor ondersteuning, kennisdeling en docentprofessionaliteit. - Kernbegrippen:

- Docentprofessionaliteit - Kennisdeling

Docentprofessionaliteit Vakdocenten binnen de kern- en profielvakken van FPS zijn universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren aangesteld bij verschillende faculteiten en instituten - binnen en buiten de UvA - alwaar zij een onderzoeksaanstelling hebben. Docenten zijn bijvoorbeeld verbonden aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics, Swammerdam Institute for Life Sciences), Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (Amsterdam Institute for Social Science Research, Centre for Sustainable

29

Development Studies, Faculteit der Rechtsgeleerdheid (Amsterdam Centre for Environmental Law and Sustainability) en Faculteit der Geesteswetenschappen (Media Studies). Ook worden docenten/onderzoekers van de Vrije Universiteit en Wageningen University & Research Centre ingezet bij de ontwikkeling en verzorging van het onderwijs.. Alle vakken van FPS worden gecoördineerd door een vakdocent die de eindverantwoordelijkheid van het vak draagt en het bij het vak betrokken team van vakdocenten en junior-docenten aanstuurt. Dit zijn jonge, deels gepromoveerde docenten, die werkgroeponderwijs geven en studenten begeleiden bij het leren van academische vaardigheden. Voor junior-docenten is een didactisch ontwikkelingstraject opgesteld. Jaarlijks krijgen zij een tweedaagse training aangeboden, waarin aandacht is voor het ontwikkeling van didactische kwaliteiten. Daarnaast nemen zij in hun eerste aanstellingsjaar deel aan intervisie en worden zij gecoacht door een senior-medewerker. Vanaf het tweede aanstellingsjaar kunnen junior-docenten hun Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) halen. Voor de junior-docenten in vaste dienst is het behalen van een BKO een vereiste. Daarnaast stelt het IIS een vast budget per junior-docent beschikbaar voor een loopbaanontwikkelingstraject. Twee coördinerende junior-docenten dragen zorg voor de begeleiding van junior-docenten en vormen de brug tussen vakdocenten en junior-docenten. De vakdocenten zijn voornamelijk hoogleraren en universitair (hoofd)docenten met ruime ervaring in het ontwikkelen, coördineren, geven en evalueren van onderwijs. 87% van de docenten heeft een Basis Kwalificatie Onderwijs. Momenteel is een aantal docenten bezig met het BKO-traject. Daarnaast hebben twee docenten een Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) behaald en is een derde docent daar momenteel mee bezig. Kennisdeling Per vak is er een docententeam dat doorgaans bestaat uit een vakdocent die als vakcoördinator optreedt, eventueel aangevuld met enkele collega vakdocenten en een aantal junior-docenten. De vakcoördinator bewaakt de samenhang binnen het betreffende vak. Daarnaast is voor zowel het bèta- als het gammaprofiel een profielcommissie ingesteld die toeziet op de samenhang en actualiteit van de profielvakken. Momenteel zijn zij druk bezig de aansluiting tussen de FPS kern- en profielvakken en de vakken uit de majorspecialisaties verder te optimaliseren. De samenhang van het gehele onderwijsprogramma wordt bewaakt door de curriculumontwikkelaar en opleidingscoördinator, onder eindverantwoordelijkheid van de opleidingsdirecteur. De curriculumontwikkelaar is tevens voorzitter van de gamma-profielcommissie. De oud-opleidingsdirecteur van FPS, nu nog steeds kerndocent, is voorzitter van de bèta- profielcommissie. Daarnaast worden gesprekken met vakcoördinatoren en junior-docenten, vakevaluaties, rondetafelgesprekken met studenten, en adviezen van de opleidingscommissie gebruikt om de samenhang te bewaken. Tot slot worden gedurende het jaar één of twee docentendagen georganiseerd voor alle FPS-docenten. Onderwerpen die aan bod komen zijn bijvoorbeeld curriculumontwikkeling of het toetsbeleid.

30

Jaarplan Future Planet Studies academisch jaar 2017-2018 3.4.

Ambitie academisch jaar 2017-2018 In 2017-2018 bereiden we ons voor op de voorgenomen curriculumwijziging. Dit nieuwe curriculum zal ingaan voor studenten die op 1 september 2018 starten met de opleiding. Dit collegejaar geven we dus de nieuwe voorlichting vorm. In twee werkgroepen werken we aan de concrete invulling van de nieuwe brede gamma en bèta major. Kansen en verbeterpunten academisch jaar 2017-2018 De curriculumwijziging geeft ons de kans om diverse aandachtpunten uit de NSE aan te pakken, zoals internationalisering, studeerbaarheid, en coherentie in het programma. Hierbij geven we ook expliciet aandacht aan de inzet van docenten. We streven naar stabiele docentaanstellingen met zo min mogelijk piekbelasting. Actiepunten 2017-2018 Doel Curriculumoptimalisatie FPS 2.0

Wat is het doel voor ‘17-’18 Invulling brede bèta en brede gamma major met start 1 september 2019. Hierin adviezen van de accreditatiepanel meenemen.

Financiële en praktische randvoorwaarden concretiseren.

Wat gaan we daarvoor doen Concretisering majoren in werkgroepen. Opgesteld plan volgen

Doel Aandacht voor docentaanstellingen

Wat is het doel voor ‘17-’18 Inventarisatie van problemen in aanstellingen van docenten 4 bij de opleiding. In elk geval aandacht voor de sterk wisselende uren per blok en de piekbelasting.

Doel Opvolgen aanbevelingen heraccreditatiepanel

Wat is het doel voor ‘17-’18 Zie advies aan NVAO

31

4. RESEARCH MASTER BRAIN AND COGNITIVE SCIENCES

De onderzoeksmaster Brain and Cognitive Sciences verkeert in goede staat. Ambitieuze, goede studenten worden aangetrokken tot de excellente onderzoeksomgeving en docenten die Amsterdam Brain and Cognition Center (ABC) biedt en tot de interdisciplinaire benadering van brein en cognitie die het ABC en IIS hebben gekozen. Vakken worden op de studentevaluaties goed gewaardeerd en alumni vinden hun weg in ruime meerderheid naar promotietrajecten (70%), wat indiceert dat de opleiding erin slaagt om studenten succesvol op te leiden tot jonge onderzoekers. De gemeenschap van studenten is onverminderd sterk. Hoewel er drie verschillende instromen in de opleiding zijn voelen studenten zich gezamenlijk een groep, dankzij een sterke studievereniging die zich op zowel vakinhoudelijke als sociale activiteiten richt, gemeenschappelijke vakken en een actief opleidingsteam. Sinds twee jaar is er ook een formele gemeenschap van alumni, via het Alumni Network Brain and Cognitive Sciences dat is aangesloten bij de Amsterdamse Universiteitsvereniging (AUV). Dit alumninetwerk organiseert lezingen, symposia en bijzondere sociale activiteiten, met als missie om studenten en alumni met elkaar te (blijven) verbinden. Dit alles wil niet zeggen dat er geen uitdagingen voor het programma zijn. De aanmeldingen van biologisch georiënteerde studenten voor de instroom Behavioral Neuroscience is gering, terwijl zij wel noodzakelijk zijn om interdisciplinariteit in de opleiding te garanderen. Hoewel docenten zich betrokken voelen bij het programma, is het moeilijk om hen langdurig te binden. Verder benadrukt de onderwijsfilosofie van het programma ervaring in de onderzoekspraktijk, maar zouden studenten soms juist voorbereidend onderwijs willen in bijvoorbeeld statistiek of programmeren. Tenslotte is het ook nog zaak om het eerder geformuleerd toetsbeleid effectief te implementeren binnen de modules van het programma.

32

Kwantitatieve reflectie op ontwikkelingen academische jaar 2016-2017 4.1.

Instroom Met 179 aanmeldingen was het dit jaar mogelijk om de instroom Cognitive Science en Cognitive Neuroscience volledig te vullen. Voor Behavioral Neuroscience waren de aanmeldingen gering (~25) en uiteindelijk werden slechts 12 studenten van deze groep geschikt bevonden voor het programma, waarvan er na uitval uiteindelijk 9 zijn gestart. Dit probleem is niet beperkt tot MBCS (de track Basic and Applied Neuroscience van de master Biomedical Sciences zag ook een tegenvallende hoeveelheid aanmeldingen).

Doel / KPI Instroom master-studenten MBCS

Wat was het doel voor ‘16-’17 Instroom: 20 per richting en 40% internationale instroom.

Wat hebben we daarvoor gedaan

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

Start Studie jaar

Aanmel-dingen

Definitief begonnen

% int. studenten

CS CNS BNS

2009 94 56 34% 19 22 15

2010 96 45 ( excl. 2 exchange)

46% 17 20 10

2011 93 42 36% 17 20 5

2012 94 40 32% 15 20 5

2013 107 50 30% 17 20 13

2014 108 49 37% 13 20 16

2015 161 53 40% 19 20 14

2016 210 51 35% 16 19 16

2017 179 49 45% 20 20 9

Toelichting Het percentage internationale studenten ligt dit jaar hoger dan normaal. Dit is geen effect van andere selectie; die vindt onafhankelijk van de herkomst van de student plaats.

Studierendement Het studierendement is in lijn met het gestelde doel, maar omdat dit rendement al jaren rond de 70% ligt verwacht de opleiding dat het zeer moeilijk zal zijn om in 2020 een rendement van 90% te behalen. Vooral de onderzoeksprojecten lopen met regelmaat uit en verlagen het rendement na 2 jaar. Als dit niet door lage studeerbaarheid wordt ingegeven, maar doordat studenten langer op hun stageplek willen doorwerken (bijvoorbeeld om het experiment te vergroten of het verslag in te zetten voor publicatie) is dit geen probleem. Echter, studenten geven ook aan dat problemen met begeleiding of organisatie van de werkomgeving debet kunnen zijn aan de vertraging.

Doel / KPI Rendement master: % C+1 rendement

Wat was het doel voor ‘16-’17

70% in 2016, 90% in 2020 (Format Kernafspraken op basis van het Instellingsplan 2015‐2020 tussen College van Bestuur en FNWI)

33

Wat hebben we daarvoor gedaan

Onderzoeksvoorstellen worden verplicht bij aanvang van stage gekeurd door de opleiding en er is een midterm review ingevoerd zodat de begeleider en student gericht blijven sturen op tijdige afronding van stage. Verder is er een langstudeerdersbeleid, waarbij studenten vanaf hun derde jaar studie met hogere regelmaat benaderd worden door de studieadviseur. Dit is er, in combinatie met het beleid studentbegeleiding van het IIS (ref?), om studievertraging in het algemeen te bestrijden.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

Start studie jaar

N 2 jaar 3 jaar >3 jaar Nog bezig

2009 56 23 41% 46 82% 49 88% 0

2010 45 16 36% 31 69% 40 89% 0

2011 42 10 23% 29 69% 38 90% 0

2012 40 3 7.5% 28 70% 31 78% 1 (3%)

2013 50 16 32% 37 74% 43 86% 3 (6%)

2014 49 17 34% 34 69% 5 (10%)

2015 53 22 36% 30 (57%)

2016 51 50 (98%)

Toelichting Geactualiseerde data afkomstig van Datanose

Tevredenheid De Nationale Studenten-enquête (NSE) laat een hoge tevredenheid over de studie-inhoud zien. UvA-breed was 65.3% in 2016 en 69.1% in 2017 (zeer) tevreden, terwijl deze cijfers voor MBCS respectievelijk 78.8% en 76.2% bedroegen. Hierbij valt op dat studenten de opleiding van hoog niveau vinden (87.1% (zeer) tevreden), de inhoud stimulerend vinden (80.6% (zeer) tevreden), en de studiematerialen hoog waarderen (80.3% (zeer) tevreden). Wat minder goed wordt gewaardeerd is de samenhang van het programma (64.5% (zeer) tevreden) en de aansluiting bij de vooropleiding (69.4% (zeer) tevreden).

Doel / KPI % tevredenheid over studie-inhoud (NSE)

Wat was het doel voor ‘16-’17 Minstens het landelijk gemiddelde

Wat hebben we daarvoor gedaan

We hebben een eigen vak neurofilosofie ontwikkeld en hebben ingangseisen van onze vakken versoepeld zodat studenten alle ingangen ze kunnen volgen.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

76% (zeer) tevreden over studie-inhoud

Toelichting Afgaand op de NSE zijn de aandachtspunten coherentie en aansluiting bij vooropleiding.

Internationalisering MBCS is een internationale opleiding dankzij de hoge instroom van buitenlandse studenten en de mogelijkheid om buitenlandstages te volgen. We sturen niet actief op ervaring in het buitenland, maar zien wel dat onderzoeksprojecten door 40% van de studenten in het buitenland worden uitgevoerd.

Doel / KPI Internationalisering: % graden met buitenlandervaring

Wat was het doel voor ‘16-’17 -geen-

34

Wat hebben we daarvoor gedaan Geen beleid op gemaakt

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 40% van de NL studenten heeft buitenlandervaring opgedaan tijdens het programma

Toelichting

Reflectie op kwantitatieve prestaties school/college De terugloop BNS baart de opleiding zorgen. De oorsprong van het probleem is lastig, want studenten in BNS zijn tevreden over het programma en de populariteit van de bachelor psychobiologie laat zien dat er interesse is in de combinatie fysiologie en cognitie. Het is belangrijk om in de voorlichting duidelijk te zijn over de mogelijkheden die het programma biedt voor studenten met een Psychobiologie of Biomedische vooropleiding. De interventies om het rendement te verhogen hebben geen zichtbare effecten op de cijfers gehad. Het is daarom belangrijk om de monitoring en begeleiding van studenten te intensiveren en om meer inzicht te krijgen in de oorzaken van studievertraging, of dit nu tijdens de onderzoeksprojecten of daarbuiten is. Ook is het goed om bij naburige opleidingen te kijken of er interventies zijn die bij hen effectief zijn gebleken, maar bij ons nog niet zijn ingevoerd. De tevredenheid over de studie-inhoud past goed bij ons eigen beeld van de opleiding. De grote hoeveelheid vrijheidsgraden bij zowel instroom als studiepaden kunnen wellicht de lage scores op de NSE qua coherentie en aansluiting op de vooropleiding verklaren. Echter, de master Logic heeft nog meer vrijheid en daarbij wordt op de NSE juist grote tevredenheid over de coherentie aangegeven (90.9%). De relatief lage scores bij MBCS zijn voor ons extra redenen om tijdens voorlichting en selectie duidelijke verwachtingen te scheppen over de aard van het programma. Ook zijn er punten waarop we zelf de coherentie menen te kunnen verbeteren (o.a. bij de introductiecursussen en in het tweede jaar).

Reflectie op uitkomsten NSE en andere (student)evaluaties De NSE laat zien dat 75.6% van de studenten (zeer) tevreden is over de stage-ervaring, maar over stage en opleiding is slechts 50.6% (zeer) tevreden. Zowel stagebegeleiding als voorbereiding op de stage scoren laag. Dit is opmerkelijk: de opleiding organiseert drie bijeenkomsten over stages, handhaaft een online database met stageplekken, zoekt actief mee naar begeleiders als dat nodig is en medieert bij problemen op de stageplek. Het kan echter zijn dat studenten bij ‘voorbereiding op de stage’ denken aan de beperkte cursorische ruimte waarin theoretische of vaardighedentraining plaatsvindt. Het is bij studieadviseur en programmacoördinator bekend dat studenten zich hierover zorgen maken, al geven de resultaten van de studenten hier geen aanleiding toe.

35

Kwalitatieve reflectie op ontwikkelingen academisch jaar 2016-2017 4.2.

Resultaten van audits, visitatie en accreditatie In 2016 is uit accreditatie het advies gekomen om:

De toetsing van eindwerken (research projects) te harmoniseren

Begeleiding bij deze eindwerken in handen van senior wetenschappers te leggen

Toetsbeleid volledig te implementeren

Structureel vakdossiers te laten beoordelen door examencommissie

Toelating tot de master door een apart toelatingscommissie te laten afhandelen Wat hiervoor is gedaan: - Beoordelingsformulieren voor research projects worden grading rubrics, maar deze rubrics zijn

nog niet opgesteld - Nieuwe regels jaar plaatsen nu meer verantwoordelijkheid voor projecten bij senior

wetenschappers - Het toetsbeleid wordt langzaamaan ingevoerd; docenten worden tijdens cursus geholpen met

opbouw vakdossiers door toetscoördinator - Examencommissie heeft checklist en planning voor beoordeling vakdossiers, maar heeft wel

moeite met beoordelen incomplete dossiers - De curriculumcoördinatoren nemen beoordeling masteraanmeldingen voor rekening met

behulp van een aangepast beoordelingsmodel

Functioneren OC’s en EC’s De relatie met de OC en EC is goed. In de afgelopen jaren is het mandaat van de EC helderder geworden en zijn de taken toegespitst op het waarborgen van de kwaliteit van toetsing. Ook de OC functioneert goed en bestaat uit actieve docenten en studenten. Wel is het zo dat animo voor deelname vanuit de studenten beperkt is. De opleiding experimenteert met constructies waarin OC-leden ook actief betrokken worden bij het oplossen van problemen (zo is bijvoorbeeld een OC-lid betrokken bij de coördinatie van een slecht beoordeeld vak).

Betrekken van alumni en werkveld Dit jaar start in samenwerking met het IIS Onderwijslab de pilot Coach @Work waarin alumni uit programma studenten coachen in professionele en persoonlijke ontwikkeling. Hiervoor is veel animo: er zijn 12 alumni die in januari een training in coachingvaardigheden zullen krijgen en die gedurende het tweede semester een student uit de opleiding zullen begeleiden.

36

Reflectie stand van zaken belangrijke thema’s uit onderwijsvisie 4.3.

Ambitie 1: de UvA richt zich op de ontwikkeling van gemotiveerde en ambitieuze studenten door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig en innovatief onderwijs.

- Kernbegrippen: - Studiesucces - Activerend onderwijs/Blended learning - Innovatie - Differentiatie (o.a. honours, schakelonderwijs)

Dankzij de selectie aan de poort kan MBCS zich elk jaar verheugen op gemotiveerde, ambitieuze studenten. Door de modulaire opbouw en brede keuzeruimte in het programma zijn er veel mogelijkheden voor individuele ontwikkeling en dat versterkt de kwaliteit van het programma als geheel. Diezelfde vrijheidsgraden verlagen echter de grip die de opleiding heeft op de leeromgeving. Zo wordt studiesucces vooral bedreigd tijdens de onderzoeksprojecten, die extern plaatsvinden en waar ondersteuning (en leerrendement) soms niet naar wens zijn. De opleiding kan wel beter monitoren om problemen tijdig te constateren en bij te sturen. De vakken in het programma zijn in de regel wel op orde, met hoge rendementen en positieve evaluaties. Vakken die minder goed beoordeeld worden (Special Topic in Cognitive Science en Neurophysiology) zijn bij opleidingscommissie, examencommissie en opleiding goed in beeld en worden verbeterd. Het onderwijs binnen de opleiding bestaat m.n. uit practica en discussiegroepen, op kleine schaal (veelal 20, soms 30 studenten), waardoor de gebruikte werkvormen actieve inzet door de studenten aanmoedigen. De werkvormen zijn niet blended, omdat zelfs de hoorcolleges niet op ‘zenden’ zijn gericht, maar altijd op interactie met de studenten. Hiervoor kunnen theoretisch digitale middelen ingezet worden, maar docenten en opleiding zien weinig reden om dat te doen. Wel is het zo dat vaardighedenonderwijs waarvoor geen curriculaire positie gevonden is (bijvoorbeeld statistiek- of programmeeronderwijs) via blended learning alsnog gegeven kan worden. Die mogelijkheden zijn vorig jaar verkend, maar er zijn op dit moment geen concrete plannen om blended learning in te voeren.

Ambitie 2: De UvA is een brede onderzoeksintensieve universiteit die studenten opleidt om met kennis en kunde te floreren in een steeds complexere wereld.

- Kernbegrippen: - Onderzoeksintensief onderwijs - Invulling keuze- of minorruimte (mobility window o.a. minor, stage, exchange) - Academische vorming/21st century skills - Disciplinair en discipline overstijgend onderwijs

Alle vakken zijn gericht op onderzoek, gebruiken actuele literatuur en worden gedoceerd door inhoudelijke experts. Opdrachten hebben de vorm van onderzoeksvoorstellen, artikelen, data-analyse en andere vormen die ecologisch valide zijn in een onderzoeksomgeving. Daarnaast bestaan de drie

37

capstones (gezamenlijk 80 EC) uit individueel literatuuronderzoek of onderzoeksstages. Voor minoren is in het programma geen ruimte vrijgemaakt, al is er een constructie waarbij de Teslaminor met slechts een half jaar uitloop gedaan kan worden. De Teslaminor wordt als nuttige toevoeging gezien omdat de opleiding in beginsel tot academisch onderzoeker opleidt, maar sommige studenten hun onderzoeksvaardigheden in andere domeinen willen inzetten, waarop de Teslaminor ze voorbereidt. Ambitie 3: De UvA streeft ernaar een open en diverse gemeenschap te zijn waarin alle studenten zich thuis voelen en gelijke kansen krijgen.

- Kernbegrippen: - Toegankelijkheid (selectie bachelor en master) - Taalbeleid (curriculumkeuzes en geboden taalondersteuning) - International classroom - Studiebegeleiding - Diversiteit en inclusiviteit

De opleiding is alleen toegankelijk voor excellente studenten die worden toegelaten door een toelatingscommissie. Die commissie bestaat uit actieve onderzoekers binnen de deeldomeinen van het veld (behavioral neuroscience, cognitive neuroscience en cognitive science) en hun keuzes zijn gebaseerd op de aansluiting tussen student en inhoud van het programma. Deze randvoorwaarden staan diversiteit niet in de weg, doordat de opleiding zichtbaar is bij verschillende vooropleidingen en in verschillende landen. Het gevolg is een international classroom, waar een diverse studentengroep tot bloei komt. Ook zijn centrale vakken (MPP, STICS, Summer School) gericht op uitwisseling tussen studenten, met een rol voor iedereen. Een kanttekening hierbij is dat de studentgemeenschap zelf een sterke Nederlandse signatuur heeft. Dat is belangrijk om te behouden, maar tegelijkertijd moet de gemeenschap ook verwelkomend blijven tegenover studenten die zich minder thuisvoelen in de Nederlandse studentencultuur, waarin ontspanning en alcoholgebruik hand in hand gaan. Om deze reden werkt de opleiding actief mee aan het ontwikkelen van studentinitiatieven die op andere manieren de gemeenschap versterken, zoals de TED-achtige CogniTalks in Pakhuis de Zwijger en het tijdschrift ABC Journal.

Ambitie 4: De UvA belegt de verantwoordelijkheid van het onderwijs zo dicht mogelijk bij docenten, met veel aandacht voor ondersteuning, kennisdeling en docentprofessionaliteit.

- Kernbegrippen: - Docentprofessionaliteit - Kennisdeling

Op een jaarlijkse docentendag worden onderwijsideeën uitgewisseld. Daarnaast wordt expertise uitgewisseld tussen de instroomcoördinatoren die enkele malen per jaar overleg hebben, spreekt de programmacoördinator zowel voor als na de gedoceerde vakken met de vakcoördinatoren en is er een toetsdeskundige vanuit het IIS om te helpen bij het professionaliseren van toetsing.

38

Jaarplan Master Brain and Cognitive Sciences academisch jaar 2017-2018 4.4.

Het jaarplan blikt vooruit op het academische jaar 2017-2018. Daarin geeft u aan wat uw ambities zijn voor het komende academische jaar en hoe u zich daarop voorbereidt. Beargumenteer daarbij ook welke doelen prioriteit verdienen om uw opleidingen verder te verbeteren en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen/beleid. Het jaarplan is een belangrijk aanknopingspunt voor het voortgangsoverleg tussen u en de decaan.

Ambitie academisch jaar 2017-2018 In 2017-2018 wil de MBCS de studenten in onderzoeksprojecten actief monitoren om problemen met studievertraging te voorkomen. Daarnaast zal niet alleen het toetsbeleid volledig geïmplementeerd worden (dus: alle vakken een toetsdossier dat planmatig wordt geëvalueerd), maar zal ook interdisciplinair denken getoetst worden in zowel het eerste (STICS) als het tweede jaar (pilot literatuurthese) om de coherentie van het programma te versterken. Kansen en verbeterpunten academisch jaar 2017-2018 De continuïteit van docenten blijft een punt van zorg: met FMG en ILLC zijn er momenteel goede afspraken, maar de ondersteuning vanuit neurobiologie is tot dusver afhankelijk van NIN. Qua onderzoeksomgeving is dat een zeer goede partner, maar onderwijskundig gezien is het beter als we UvA-personeel vanuit SILS kunnen inzetten. De opleiding moet aantrekkelijker worden voor mensen uit de neurobiologie/fysiologische neurowetenschap, om de entree van Behavioral Neuroscience te kunnen vullen met goede studenten. Ook ligt er nu een toetsbeleid klaar om geïmplementeerd te worden en kan er gewerkt worden aan het verbeteren van de monitoring en beoordeling van de onderzoeksprojecten.

Actiepunten 2017-2018

Studentbegeleiding:

Invoering mentorprogramma om studenten de hele studie lang elke twee maanden te monitoren. Hiermee starten we in cohort 2017 en we verwachten dat de studievertraging in deze cohort lager zal liggen dan in de voorgaande twee jaar.

coach@work wordt als project gepilot om alumni studenten te laten coachen in professionele en persoonlijke vaardigheden

Van studenten die langer dan 2.5 jaar in ons programma zitten wordt individueel vastgesteld wat hun redenen voor vertraging zijn.

Er wordt bij naburige opleidingen (Research master psychologie, Biomedical Sciences) nagevraagd welke maatregelen qua studentbegeleiding zij hebben om het rendement te optimaliseren

39

Docentencontinuïteit:

Het vak Cell to Behavior heeft een coördinator nodig die vanuit de UvA opereert, dus we zetten in om hier een SILS-medewerker voor te vinden, eventueel in samenwerking met de externe coördinator

Het vak Neurophysiology heeft ook ondersteuning vanuit FNWI-SILS nodig, voor zowel coördinatie als colleges. Daarnaast willen we vanuit FMG ondersteuning voor dit vak, zodat het een interdisciplinaire joint effort van FNWI-SILS en FMG-B&C is.

Curriculumvernieuwing:

Er start een pilot waarbij studenten kunnen opteren om hun Literature Thesis te schrijven als een 10 EC scriptie, met een interdisciplinaire toelichting van 2 EC.

Er komt voor de tweedejaars een terugkomdag waarop ze hun eindonderzoek kunnen presenteren, ter versterking van de studentengemeenschap

We hopen samen met FMG-PML een statistiekvak op te kunnen zetten

Toetsbeleid:

Alle vakken die bij ons georganiseerd worden hebben aan het einde van dit jaar een standaardsyllabus en een volledig vakdossier

Voorlichting/werving:

Aan de BNS-studenten zal worden gevraagd welke alternatieve opties ze overwogen, om te achterhalen waarom de populariteit van deze instroom laag is

BNS helder profileren bij relevante vooropleidingen

40

5. MASTER FORENSIC SCIENCE

Het academisch jaar 2016-2017 stond in het teken van de visitatie. In maart 2017 is de Master Forensic Science (MFS) bezocht door het visitatiepanel en positief beoordeeld voor heraccreditatie (zie 5.2). MFS is trots op de sterke verwevenheid van de opleiding met forensisch onderzoek in Nederland en de forensisch hoogleraren aan de UvA door de samenwerking met het Co van Ledden Hulsebosch Centrum (CLHC). De Frontiers of Forensic Science lezingenmiddagen (georganiseerd door MFS en CLHC samen) worden zonder uitzondering goed bezocht. Daarnaast is MFS trots op de blijvende sterke binding met het forensisch werkveld (via docententeam, alumni , de adviesraad en overig netwerk), het hoge percentage studenten die de master afmaakt en de actieve studievereniging “Verum”. Verder zagen we een toename in studententevredenheid over studie-inhoud in de NSE van 47% naar 65% (zie 5.1). Deze positieve trend hopen we uiteraard door te zetten. Een aandachtspunt blijft de diversiteit van de studentengroep. Het cohort 2017-2018 heeft een iets grotere diversiteit in achtergronden, maar life sciences blijft onveranderd het grootste deel (zie 5.1). Achtergronden in computer science blijven duidelijk achter met maar één student in dit cohort. Wat betreft de inhoud van het curriculum blijft verdieping in het eerste jaar een thema (zie 5.3, ambitie 1) en richten we ons op de invoering en evaluatie van meer forensic data science en digital forensics. Een ander aandachtspunt is de beperkte mogelijkheden voor alumni op de forensische arbeidsmarkt. Speerpunt voor het komende jaar wordt het uitwerken van een meerjarenplan, waarin we uiteenzetten hoe we de master naar een nog hoger niveau willen tillen en hoe we de adviezen van het accreditatiepanel gaan aanpakken. Onderdelen hierin zullen zijn een communicatieplan om een diversere groep studenten aan te spreken, meer verdieping in het eerste jaar door een versterking van het activerend leren en gebruik van de mogelijkheden van blended learning, en vanuit MFS ons actief inzetten om banenmogelijkheden in het forensisch werkveld voor alumni te vergroten.

41

Kwantitatieve reflectie op ontwikkelingen academische jaar 2016-2017 5.1.

Doel / KPI Instroom masterstudenten eindejaarscohort

Wat was het doel voor ‘16-’17 Ca. 35 en meer diversiteit in disciplines aantrekken

Wat hebben we daarvoor gedaan

- Voortzetten beleid: Selectie van gemotiveerde studenten met een natuurwetenschappelijke achtergrond en daarnaast zorgvuldige afweging tussen de volgende factoren: - Hoge kwaliteit studenten. - Kwalitatief hoogwaardig curriculum (resultaten: alumni PhD). - Financieel gezonde opleiding.

- Website verbeterd: d.m.v. inzage geven in mogelijkheden binnen de forensische wetenschap voor verschillende disciplines (geschreven door één van onze alumni).

- Voorlichting: moordspel met interdisciplinaire teams

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17

MFS 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

#students 31 30 28 24 39 32 29

Internatio-naal

26% 43% 29% 25% 38% 44% 31%

bachelor's discipline 2013 2014 2015 2016 2017

Life science 71% 58% 59% 56% 42%

Biochemistry/-technology 7% 13% 8% 19% 10%

Chemistry 4% 17% 8% 6% 7%

IT 11% 4% 5% 3% 3%

Mathematics 4% 3%

Physics 14%

Forensic science (applied sciences)

4% 10% 9% 10%

Other* 7% 8% 6% 14%

*bijvoorbeeld Engineering, Pharmaceutical science, Human movement sciences

Toelichting Toegelaten 23 INT & 26 NL studenten waarvan 20 studenten zich hebben afgemeld. Er zijn 29 studenten gestart per september 2017.

Doel / KPI Rendement master: % C+1 rendement

Wat was het doel voor ‘16-’17 70% in 2016, 90% in 2020 (Format Kernafspraken op basis van het Instellingsplan 2015‐2020 tussen College van Bestuur en FNWI)

Wat hebben we daarvoor gedaan - Voortzetten beleid: monitoren studievoortgang, keuzevoorlichting en persoonlijke studiebegeleiding.

- Onderzoek naar redenen langer dan 3 jaar studeren (memo).

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Totaal instroom

41 31 30 28 24 39 32

% diploma na 2 jr.

48% 58% 47% 36% 42% 36% x

% diploma na 3 jr.

75% 71% 67%

89% 63% x x

42

% diploma na 4 jr.

85% 81% 80% 96% x x x

% uitval nu 13% 16% 17% 4% 17% 15% 3%

Toelichting - Onderzoek studievertraging: Het is lastig te achterhalen of er een verschil is in redenen voor vertraging tussen studenten die binnen 3 jaar afstuderen of die er langer dan 3 jaar over doen, omdat curriculumevaluaties hier geen onderscheid tussen maken. De meest genoemde redenen voor studievertraging zijn de thesis, persoonlijke omstandigheden, werk naast de studie, extra curriculaire activiteiten en het volgen van extra vakken/master.

- Persoonlijke begeleiding, het bieden van maatwerk en de checkpunten ingebouwd in het research project (proposal en mid-term) zorgen wel voor het hoge percentage studenten die de master afmaakt.

- Voor MFS spelen de kleine aantallen een rol. Als maar 3 of 4 studenten stoppen met de opleiding, is dat gelijk 10% van een cohort (op een totaal van ca. 35 studenten).

- Maximaal haalbaar voor cohort 2014 is 83%.

Doel / KPI % tevredenheid over studie-inhoud (NSE)

Wat was het doel voor ‘16-’17 Verhogen studententevredenheid

Wat hebben we daarvoor gedaan - Verder onderzocht mogelijkheden lab skills - Verder gewerkt met docententeam aan verdieping binnen onze

eigen vakken

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 NSE is gestegen van 47% naar 65% (=studenten tevreden tot zeer tevreden met de studie-inhoud.)

Toelichting - Zie hieronder “reflectie uitkomsten op NSE en andere (student)evaluaties”

Doel / KPI Internationalisering: % graden met buitenlandervaring

Wat was het doel voor ‘16-’17 Geen doel (aangezien dit nog geen KPI was)

Wat hebben we daarvoor gedaan

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 - 24% van de Research Projects werden in het buitenland gedaan.

Toelichting

Reflectie op kwantitatieve prestaties school/college Geen toelichting.

Reflectie op uitkomsten NSE en andere (student)evaluaties De NSE laat een toename zien van 48,9% (gemiddelde periode 2010-2016) naar 65% van studenten die tevreden t/m zeer tevreden zijn over de studie-inhoud. We denken met name dat dit komt doordat er in het academisch jaar 2016-2017 twee vakken zijn omgewisseld (naar aanleiding van feedback van

43

studenten) en omdat we veel tijd hebben gestoken in de afstemming tussen vakken en de uitleg aan de studenten over de samenhang van het curriculum. Zo is in de NSE bijvoorbeeld een toename te zien naar 75,8% in tevredenheid over de “samenhang tussen de verschillende onderdelen” t.o.v. een gemiddelde van 54,2% (periode 2010-2016). Criteria die opvallend hoog scoren (90% of hoger) zijn de algemene sfeer, de groepsgrootte, het samenwerken met anderen en de inhoudelijke deskundigheid van docenten. Criteria die opvallend laag scoren (30% of lager) zijn de aansluiting tussen ECTS en studielast, het tijdig bekendmaken van resultaten en beoordelingen, en de beschikbaarheid van werkplekken. Het moment van afname van de NSE blijft een probleem. De meerderheid van onze studenten voert in de periode januari t/m juni hun stage (= Research Project) uit. Dat is na de afname van de NSE. De NSE laat logischerwijs lage of geen scores zien voor het doen van zelfstandig onderzoek, stage en opleiding, en stage-ervaring. Wat betreft vakevaluaties scoren de meeste vakken prima of goed en zijn daar weinig grote problemen te herkennen. De laatste curriculum evaluatie (afgestudeerd in 2015-2016) scoorde het hoogste tot nu toe op verschillende academische leerdoelen. “Writing skills, factual knowledge, fundamental principles and theories, current academic theories and developments, analysing and assessing arguments, using sources to answer questions, and development of research skills” scoorden allemaal tussen de 4 en 5 (op een 5-puntsschaal). In dezelfde categorie vielen “Development of collaborative skills and contribution to personal growth”.

44

Kwalitatieve reflectie op ontwikkelingen academisch jaar 2016-2017 5.2.

Resultaten van audits, visitatie en accreditatie Op dinsdag 14 maart is MFS bezocht door een visitatiepanel bestaande uit prof. dr. Peter de Knijff (Leiden University Medical Center, voorzitter), Gaille MacKinnon (Alecto Forensic Services, UK), dr. Alex Biedermann (University of Lausanne) en Rolf Wink (student-lid). Het panel heeft de master op alle beoordelings-standaarden - en daarmee ook overall - beoordeeld als voldoende. Het panel was onder de indruk van de vooruitgang van de master vergeleken met de vorige accreditatie. Als positieve punten werd onder andere genoemd de opzet van het curriculum, connectie met het forensische werkveld, het niveau van onze studenten, de frontiers lezingenserie, en de ronde tafel gesprekken. In de samenvatting wordt ook een typische IIS-filosofie genoemd, namelijk: "the panel especially welcomes the fostering of the active participation of students and the formation of groups in which students learn to work in an interdisciplinary way". Een overzicht van de adviezen van het accreditatiepanel, de feedback van onze adviesraad hierover en onze plannen met betrekking tot deze adviezen is te vinden is in tabel 1, onderaan het verslag van deze opleiding. Functioneren OC’s en EC’s OC en EC functioneren allebei zeer goed, beide hebben gestructureerde aanpak en hun activiteiten zijn ingebed in het proces van de kwaliteitszorg. Het instellen van instemmingsrecht voor de OC heeft nog weinig gevolgen gehad, omdat bijvoorbeeld het selectieproces van nieuwe studentleden al grotendeels aansluit op de nieuwe situatie. EC heeft vakdossiers ondertussen goed opgepakt en is haar taken beter aan het afbakenen volgens de officiële regels. Dat zorgt wel voor extra werkdruk voor de organisatie van MFS (m.b.t. het aanmeldingsproces en op termijn goedkeuringen van Research Projects), omdat we dit waarschijnlijk moeten invullen met minder mensen. Betrekken van alumni en werkveld Alumni worden op de volgende wijze betrokken bij de opleiding: - worden uitgenodigd voor Frontiers of Forensic Science lezingen. - geven onderwijs en worden betrokken bij voorlichting. - maken deel uit van de adviesraad. De adviesraad heeft deelgenomen aan accreditatie als vertegenwoordigers van het werkveld. In juni is er met adviesraad een bijeenkomst gehouden, waarbij o.a. adviezen van het accreditatiepanel zijn besproken (zie tabel 1). Daarnaast hebben we advies gevraagd over de kansen en knelpunten m.b.t. het versterken van onze relatie met het werkveld (ketenpartners: politie, NFI, rechtspraak) en het creëren van meer banenmogelijkheden voor alumni. In het werkveld van Forensic Science en in wetenschappelijk onderzoek wordt steeds meer aandacht besteed aan activiteitenniveau (bronniveau = van wie is het spoor?; activiteitenniveau = hoe is het spoor daar gekomen?). De adviesraad deed de suggestie om de kansen te bekijken voor meer onderwerpen op activiteitenniveau bij de Literature thesis en Research projects.

45

Reflectie stand van zaken belangrijke thema’s uit onderwijsvisie 5.3.

Ambitie 1: de UvA richt zich op de ontwikkeling van gemotiveerde en ambitieuze studenten door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig en innovatief onderwijs. Forensic Science is een complex, interdisciplinair veld en MFS heeft als doel studenten op te leiden tot wetenschappers die een bijdrage aan dit veld kunnen leveren. Wij vragen een proactieve en open-minded houding van onze studenten. Actieve participatie is erg belangrijk en daarom geven we les in kleine groepen en met een variatie aan activerende werkvormen (groepsdiscussies, individuele presentaties, schrijven van essays/artikelen etc.). Deze opdrachten worden vaak in kleine interdisciplinaire groepen uitgevoerd. Specifiek voor MFS is het werken aan forensische casestudies en/of realistische representaties van de forensische praktijk, zoals in onze Mock Crime Scene, Moot Court en Mock Shooting Incident Scene. In curriculumevaluaties geven studenten twee onderwerpen aan die verbeterd zouden kunnen worden, namelijk praktische vaardigheden en meer verdieping in het eerste jaar. Uit eigen onderzoek blijkt weinig draagkracht bij docenten voor een eigen lab, bovendien heeft het accreditatie-panel ons geadviseerd om hier niet meer op in te zetten. Meer data science en digital forensics biedt een mogelijkheid om meer hands-on ervaring te bieden. Daarnaast moeten we ons verwachtingsmanagement goed blijven volhouden. We zien meer kansen wat betreft verdieping, waarvoor we de volgende acties ondernamen in 2016-2017:

De coördinator is in januari 2017 gestart met het geven van een toelichting in de eerste les van de vakken op de connectie tussen verschillende vakken en de rode draad door het curriculum heen aan de hand van de leerlijnen en ons visuele beeld. Studenten lieten weten dit prettig te vinden.

Samen met docenten de leerdoelen van alle vakken op juiste (vaak hoger) leerniveau omschreven; d.w.z. expliciet gemaakt wat we van studenten verwachten.

Het thema verdieping heeft al langer onze aandacht en blijft een uitdaging met een studentengroep met verschillende BSc achtergronden. Blended learning kan een mogelijkheid bieden om studenten te activeren om voor te bereiden en eerder studenten op hetzelfde niveau te krijgen.

Ambitie 2: De UvA is een brede onderzoeksintensieve universiteit die studenten opleidt om met kennis en kunde te floreren in een steeds complexere wereld. MFS is een onderzoeksintensieve master. In het eerste jaar ontwikkelen onze studenten een brede blik (Seeing the big picture) en bestuderen ze de fundamenten van forensic science (met focus op forensische statistiek, criminalistiek, kritisch denken) in grotendeels verplichte vakken. In het tweede jaar vullen studenten zelf hun programma in met specialisatievakken in de richting van hun bachelorachtergrond, een literatuurstudie en een stage (=Research Project) van 6 maanden (Sharp eye for detail). Deze laatste twee individuele projecten combineren het eigen interessegebied met vraagstukken met forensische relevantie. We besteden in het eerste jaar veel aandacht aan academische vorming en professionele vaardigheden in onze professional development lijn, met name aan communicatievaardigheden, reflectievaardigheden (o.a. op persoonlijke, korte-termijn en lange-termijn doelen), ontwikkelen van de eigen professionele identiteit en teamwork.

46

De opzet van het programma biedt de mogelijkheid aan studenten om zich zowel op het forensische vlak te specialiseren alsook in hun disciplinaire bachelorachtergrond. Wij zijn er trots op dat onze alumni hun academische carrière kunnen vervolgen met forensische PhDs en ook met disciplinaire PhDs. Dat laat zien dat onze studenten zich goed kunnen specialiseren. Er ligt nog een kans om de kwaliteit van het Research Project te verbeteren door meer strikte criteria voor het eindverslag in te voeren (zoals het accreditatiepanel heeft aangeraden).

Ambitie 3: De UvA streeft ernaar een open en diverse gemeenschap te zijn waarin alle studenten zich thuis voelen en gelijke kansen krijgen. MFS is een selectieve, Engelstalige en internationale master. Wij selecteren studenten met een oprechte interesse in Forensic Science en een duidelijke motivatie om forensic science te studeren vanuit een interdisciplinair perspectief. Gemiddeld is 33% van onze studenten internationaal. Onze studiebegeleiding is persoonlijk, goed georganiseerd en studenten weten waar ze terecht kunnen. Omdat onze studenten veel groepswerk doen in de master, besteden we veel aandacht aan het groepsgevoel en teambuilding d.m.v. het organiseren van een introductiedag, studiereis, teamtraining workshop (vak professional development). Verder hebben wij een actieve studievereniging (Verum) die inhoudelijke en sociale groepsactiviteiten organiseert. In onze laatste curriculumevaluatie scoren we 4,8 (op een 5-puntschaal) op de stelling “Students were respected within the degree programme, irrespective of their gender, sexual orientation, physical appearance, origin, religious or political beliefs, etc.” Wat betreft de inzet van experts vanuit het Nederlands forensisch werkveld is de opleiding voornamelijk NL georiënteerd, tegelijkertijd zorgen we ervoor dat we de internationale context expliciet meenemen (internationaal recht, gebruik van internationale casussen en internationale sprekers bij de frontiers lezingen).

Ambitie 4: De UvA belegt de verantwoordelijkheid van het onderwijs zo dicht mogelijk bij docenten, met veel aandacht voor ondersteuning, kennisdeling en docentprofessionaliteit. MFS heeft naast een kernteam van UvA docenten ook veel externe docenten van buiten de FNWI en ook van buiten de UvA. UvA docenten volgen BKO en eventueel SKO voor professionalisering. Omdat wij ook veel externe docenten hebben, investeert MFS extra in het docententeam door drie keer per jaar docentenvergaderingen te organiseren, waar we aandacht besteden aan kennisdeling en het samen vormgeven/verbeteren van het curriculum. Verder biedt MFS de externe docenten de mogelijkheid om professionaliseringsmodules te volgen, zoals BKO.

47

Jaarplan Forensic Science academisch jaar 2017-2018 5.4.

Ambitie academisch jaar 2017-2018 Op de langere termijn wil de Master Forensic Science (MFS) tot de internationale top van forensische opleidingen behoren en we streven daarom bij de volgende accreditatie naar een “goed” beoordeling met op onderdelen excellent. Zodra MFS definitief een nieuwe opleidingsdirecteur heeft, zal worden gestart met het uitwerken van een meerjarenplan. Voor het jaar 2017-2018 richt MFS zich op: Ambities KPI’s 2017-2018:

Instroom masterstudenten eindejaarscohort - Ca. 35 en meer diversiteit in disciplines aantrekken (onveranderd)

Rendement master: - % C+1 rendement: 70% in 2016, 90% in 2020 (Format Kernafspraken op basis van het

Instellingsplan 2015‐2020 tussen College van Bestuur en FNWI) (onveranderd)

% tevredenheid over studie-inhoud (NSE): - Verhogen studententevredenheid naar minstens het landelijk gemiddelde.

Internationalisering: % graden met buitenlandervaring - Stapsgewijs verhogen tot 25-30% in 2020

Overige ambities:

Studiesucces: meer verdieping in eerste jaar

Onderzoeksintensief onderwijs: meer strikte criteria voor het eindverslag in te voeren.

Gemiddeld komt 1/3 van onze studenten in het forensisch werkveld terecht (forensische praktijk en forensische PhD’s. Onze ambitie is dat dit in de komende jaren te versterken.

Het alumninetwerk versterken. Kansen en verbeterpunten academisch jaar 2017-2018 De belangrijkste kansen en verbeterpunten waar MFS zich in het komend jaar op wil richten zijn:

Meer diversiteit in de achtergronden van studenten past beter bij de opzet van het curriculum, het interdisciplinaire programma en de behoeften van de arbeidsmarkt.

MFS maakt gebruik van active learning werkvormen en studenten werken veelal in kleine interdisciplinaire groepen. Een aantal vakken hebben een specifieke problem based teaching opzet. Blended learning zou een mogelijkheid kunnen zijn om onze vakken meer te verdiepen en MFS als geheel naar een hoger niveau te tillen.

Er is een grote behoefte in het forensisch werkveld aan meer computer science specialisten. Meer data science en digital forensics in het curriculum maakt het tegelijkertijd mogelijk om studenten meer praktijk/hands-on ervaring te geven.

Het accreditatiepanel onderschreef de verbeteringen in het research project, zoals het eindverslag als wetenschappelijk artikel te laten schrijven, maar vond de variatie in kwaliteit van verschillende verslagen nog te groot.

Het forensisch werkveld heeft geen grote arbeidsmarkt, daarom is het voor MFS belangrijk om een actieve lobby op te zetten en de relaties met het werkveld verder te versterken.

MFS heeft een goede binding met en overzicht over alumni, enerzijds door onze persoonlijk benadering en anderzijds doordat we regelmatig onze alumnidatabase updaten. Echter, het

48

beleid en alumni-activiteiten zijn niet structureel en niet geformaliseerd. MFS heeft bijvoorbeeld geen alumnivereniging.

Actiepunten 2017-2018 Actiepunten KPIs:

Instroom masterstudenten eindejaarscohort: mbt diversiteit - Evalueren murder game: trekt de murder game studenten met achtergronden in physics,

chemistry, computer science en mathematics en hoeveel studenten daarvan melden zich aan voor MFS? (de murdergame is een spel dat voor de 2e keer wordt georganiseerd, waarvoor we via studieverenigingen van bèta bachelors binnen en buiten de UvA studenten voor uitnodigen om zo de bekendheid van MFS te vergroten)

- Navraag onder physics, chemistry, computer science en mathematics alumni doen: hoe kunnen we deze achtergronden beter aantrekken?

- Communicatieplan opstellen: o.a. datascience + digital forensics zichtbaarder maken - Een Frontiers of Forensic Science op het gebied van data science en digital forensics

Rendement master: % C+1 rendement: - Blijven monitoren en persoonlijke begeleiding bieden

% tevredenheid over studie-inhoud (NSE) - Zie actiepunten hieronder bij verdieping

Internationalisering: % graden met buitenlandervaring - geen

Overige actiepunten: Verdieping: - In het curriculum 2017-2018 wordt de herhaalde uitleg over de basis van baysiaanse statistiek en

likelihood ratios in verschillende vakken uit het curriculum geschrapt om zo dieper op de stof in te kunnen gaan.

- Organiseren van een speciale docentenvergadering voor docenten, studenten en alumni met als thema wat motiveert het studeren en hoe kunnen we meer verdieping in het curriculum brengen?

- Onderzoeken waar de kansen voor blended learning liggen, d.w.z. wanneer heeft blended learning een toegevoegde waarde? (o.a. op basis van de speciale docentenvergadering)

Onderzoeksintensief onderwijs: - Kwaliteit Research Project verbeteren door meer strikte criteria voor het eindverslag, d.w.z. we

gaan een eigen “MFS” journal met eigen author guidelines maken. Dat maakt het tegelijkertijd voor de examencommisie makkelijker om de verslagen onderling beter te vergelijken.

- Monitoren hoeveel stages en eindverslagen uiteindelijk ook leiden tot wetenschappelijke publicaties met student als eerste auteur of co-auteur.

49

Werkveld: - Op advies van de adviesraad komt er in 2017-2018 meer data science en digital forensics in het

curriculum. Dit gaan we monitoren en evalueren. - Relatie met werkveld nog verder versterken o.a. door bekendheid van de master te vergroten. Alumni: - Onderzoek naar het opzetten van een alumnikring (bijvoorbeeld als afstudeercadeau een UvA

alumnikring-lidmaatschap van bv 1 jaar kunnen sponsoren.) - Ambitie om van onze alumni LinkedIn groep een actief internationaal netwerk te maken, bv

aankondigen banen.

50

Table 1: Overview recommendations of the accreditation panel, the opinion of the Advisory Board and the MFS plans.

Recommendation Opinion advisory Board MFS plans

1 “To include the data science and digital forensics fields in the programme, adding these fields to the subjects already studied and not replacing any of these subjects.”

Plans are already in motion. Evaluate next year and keep improving the curriculum.

We are already implementing this. We are not going to add subjects on top of the current programme, but we made room for forensic data science by removing overlap in the forensic statistics.

2&3 “To strengthen the practical work in the curriculum, as practical, hands-on skills are very important for students in the forensic science field, and to try and increase the practical work both in the first year and the second year of the curriculum.” “To try and find opportunities in the outside world for students to participate in practical work and to gain practical experience in the forensic science field.”

Have students help PhD students at CLHC with their research (e.g. during summer). Try to facilitate students with a specific request in terms of customisation (maatwerk)

Ad-hoc excursions (as suggested by the accreditation panel) are too difficult to organise. If students come forward with requests we will try to help them by finding the contacts and providing maatwerk. In addition, we could try to find options for hands-on activities in the curriculum not requiring lab facilities (e.g. data science, portable analysis). This is not our first priority. We will look into it from January 2018.

4 “To monitor the involvement in the programme of lecturers who may primarily be employed at other centres and institutes, as this may strengthen the programme own character.”

The question is how one interprets ‘to monitor involvement’. Advice: interpret it as: to observe/check/keep record of the involvement of guest lecturers and write this down in a report.

We will follow this advice and make a plan on what to monitor and how. We will then monitor this in the coming years, so we can present (an even better) overview of guest lectures and how their connections with the working field are.

51

Table 1: continued

Recommendation Opinion advisory Board MFS plans

5 Research Project: “To require supervisors to complete the written comments on the assessment forms for students to learn explicitly about the supervisor’s feedback.”

Believes this is a good idea. We will implement this starting January 2018. (At the moment it is required to fill in when a student has a 7 or higher.) Teachers comment: we always give feedback, but it’s not always on paper.

6 “To introduce more strict criteria for the Research Project to enforce these projects to be written in a scientific journal article format, as is the intention of programme management.”

Agrees that this is a good idea We will ask teachers in September which journals they recommend to use (3-4 titles). We will discuss these with the Board of Examiners and from January 2018 we will start using the new format.

7 “To strengthen the relationships with the professional field in order to secure more positions for graduates of the programme.”

We held a brainstorm session together with the Advisory Board, because we hear students they find it difficult to find a job in the forensic field. How can we improve this?

This is our priority and will be a point of focus for the next year. We will visit the OM (contact forensic officers / work towards pilot), police (transfertafel 2.0 / HBO minor / ECFO) and NFI (human-resources / department heads). MFS is working on this project at the moment with the goal to increase opportunities for our students.

Pagina 52

6. INTERDISCIPLINAIR KEUZE- EN HONOURSONDERWIJS

Het Instituut voor Interdisciplinaire Studies biedt naast bachelor- en masteropleidingen ook interdisciplinaire keuzevakken (IIS Colleges) en -honoursvakken aan. We programmeren een gevarieerd aanbod met tweejaarlijks wisselende modules zodat we kunnen inspringen op actuele kwesties en vernieuwingen in het onderwijs. We geven inzicht en verdieping in complexe kwesties in wetenschap en samenleving, met vakken als Farming of the Future, Rusland, Ethische dilemma’s in de praktijk en The Next Big Thing. Daarnaast ontwikkelen we ook nieuwe, innovatieve vormen van onderwijs met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en dwarsverbanden tussen kunst en wetenschap, zoals bij het honoursvak Staging Science het geval was. De interdisciplinaire minoren Privacy en Intelligence Studies die het IIS in 2016/2017 nog onder haar hoede had, zijn met succes overgeplaatst naar respectievelijk de FGw en de faculteit Governance and Global Affairs Universiteit Leiden met ingang van september 2017.

Pagina 53

Kwantitatieve reflectie op ontwikkelingen academische jaar 2016-2017 6.1.

Keuzeonderwijs Per semester bieden we in ieder geval vijf grote interdisciplinaire keuzevakken (IIS Colleges) aan voor studenten van de UvA waarvan minimaal een Engelstalig. In 2016/2017 werden ook veel minorvakken aangeboden. Een deel van de IIS Colleges is ook toegankelijk voor niet-reguliere studenten onder wie UvA medewerkers en contractstudenten met specifieke interesse in het onderwerp. Negen van de aangeboden keuzevakken is in dit jaar nieuw ontwikkeld.

Aantal modules*

Jaar Aantal cursussen Semester 1 Semester 2

2016-2017 26 (168ec) 11 (69ec) 15 (99ec)

2015-2016 27 (174ec) 12 (75ec) 15 (99ec)

2014-2015 24 (150ec) 10 (66ec) 14 (84ec)

2013-2014 29 (180ec) 13 (84ec) 16 (96ec)

2012-2013 23 (153ec) 10 (66ec) 13 (87ec)

2011-2012 16 (142ec) 5 (42ec) 11 (100ec)

*Inclusief de modules van de minor Inlichtingenstudies (9 modules) en de minor Privacy (6 modules)

Instroom*

Jaar Aantal inschrijvingen Semester 1 Semester 2

2016-2017 1864 866 998

2015-2016 1875 839 982

2014-2015 2477 1087 1390

2013-2014 2109 861 1248

2012-2013 2043 957 1086

2011-2012 1160 540 620

*Inclusief de instroom bij de minor Inlichtingenstudies (1024 inschrijvingen op modules, 380 individuele studenten) en de minor Privacy (146 inschrijvingen op modules, 65 individuele studenten)

Resultaat keuzeonderwijs

Doel / KPI % tevredenheid over inhoud onderwijs

Wat was het doel voor ‘16-’17 De student-tevredenheid stabiliseren op 7,5 Wat hebben we gedaan We hebben vakken aangepast na evaluatierapporten en

evaluatiegesprekken met docenten om de kwaliteit indien nodig te verbeteren.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 De studenttevredenheid is nu 7.4 gemiddeld in het eerste semester en 7.9 gemiddeld in het tweede semester.

Toelichting

Doel / KPI Internationalisering (instroom)

Wat was het doel voor ‘16-’17 Instroom van internationale studenten bestendigen en uitbreiden

Wat hebben we gedaan We hebben per semester minimaal een Engelstalige module aangeboden en dit bekend gemaakt bij de international offices van de UvA

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 We hebben 2 grote Engelstalige keuzevakken aangeboden en alle minoren waren ook Engelstalig waarmee we de instroom van internationale studenten trachten te verhogen.

Toelichting 83 internationale studenten volgden keuzevakken

Pagina 54

Honoursmodules De VU, AUC en UvA (IIS) hebben sinds 2009 een samenwerking op het gebied van het honoursonderwijs. Er vindt uitwisseling van honoursstudenten plaats tussen de instellingen; studenten van VU en AUC kunnen deelnemen aan de interdisciplinaire modules van het IIS. De inschrijving voor de bovenfacultaire modules van de VU- en de IIS-modules is gezamenlijk georganiseerd en het aanbod wordt afgestemd. Het IIS neemt deel aan de in 2013 opgerichte VU-UvA honourscommissie die als taak heeft de CvBs van VU en UvA te adviseren over de honoursprogramma’s van beide universiteiten.In de samenwerking is afgesproken dat we minimaal 200 plaatsen per semester bieden in honoursmodules. Die plaatsen bieden we, maar omdat niet alle vakken vol zitten, pakt het totaal studenten per semester soms iets lager uit. Sinds 2015/2016 is de keus gemaakt om het aantal deelnemende studenten per module te verkleinen. Er zijn daarom meer honoursvakken aangeboden sinds dat jaar om toch aan het aantal plaatsen te kunnen voldoen. We hebben in 2016/2017 acht nieuwe honoursmodules aangeboden.

Aantal honoursmodules

Jaar Aantal modules Semester 1 Semester 2

2016-2017 20 (130ec) 10 (64ec) 10 (66ec)

2015-2016 21 (138ec) 11 (70ec) 10 (68ec)

2014-2015 16 (120ec) 7 (54ec) 9 (66ec)

2013-2014 14 (102ec) 6 (48ec) 8 (54ec)

2012-2013 14 (96ec) 7 (48ec) 7 (48ec)

2011-2012 14 (84ec) 7 (42ec) 7 (42ec)

Instroom

Jaar Aantal studenten Semester 1 Semester 2

2016-2017 395 199 196

2015-2016 341 166 175

2014-2015 382 164 218

2013-2014 384 170 214

2012-2013 331 158 173

2011-2012 336 145 188

Resultaat honoursonderwijs

Doel / KPI % tevredenheid over inhoud onderwijs

Wat was het doel voor ‘16-’17 De student-tevredenheid stabiliseren op 7,5 Wat hebben we gedaan We hebben vakken aangepast na evaluatierapporten en

evaluatiegesprekken met docenten gevoerd om de kwaliteit indien nodig te verbeteren.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 De studenttevredenheid was een 7.8 gemiddeld in het eerste semester en 8.6 gemiddeld in het tweede semester.

Toelichting

Reflectie op kwantitatieve prestaties

Vakevaluaties keuzeonderwijs De studenttevredenheid komt over het hele jaar genomen boven de 7.5 uit die we onszelf als doel stellen. Studenten geven in evaluaties en in gesprekken aan de onderwerpen erg

Pagina 55

interessant te vinden. Het bewaken van de rode draad in de modules met veel gastsprekers blijft een punt van aandacht. Ook zien studenten graag meer feedback en interactie.

Vakevaluaties honoursonderwijs De studenttevredenheid van het honoursonderwijs is hoog. De studenten waardeerden bijvoorbeeld het vak Flourishing The Science of Happiness met een 9,6. Met name de aandacht voor persoonlijke ontwikkeling waardeerden ze enorm. Meerdere studenten schreven in de evaluatie dat het het leukste vak was dat ze ooit hadden gevolgd aan de universiteit. Ook de andere honoursvakken worden zeer positief gewaardeerd. De vrijheid die studenten binnen de vakken hebben om hun eigen interesse te volgen komt vaak terug in de evaluaties als pluspunt. Aantal modules Om genoeg aandacht te kunnen besteden aan de kwaliteit van het keuzeonderwijs is het nodig het aantal modules omlaag te brengen. Dit is gelukt aangezien de twee minoren succesvol een andere plek hebben gevonden. Dit academisch jaar 2017-2018 staan er 14 modules geprogrammeerd in plaats van de 26 van 2016-2017. Dit gaat wel zijn weerslag hebben in het aantal studenten dat deelneemt aan het keuzeonderwijs. De schatting is dat we zo’n 800 studenten bedienen in het keuzeonderwijs.

Er is nationaal een onderzoek gedaan naar de meerwaarde van honoursprogramma’s voor honoursalumni. Acht Nederlandse universiteiten (Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Leiden, Universiteit Utrecht, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Universiteit Maastricht en Rijksuniversiteit Groningen hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat UvA alumni het honoursprogamma gemiddeld een 7,3 toekennen. Een grote meerderheid van 87,5% van de respondenten stelt dat zij in retrospect hetzelfde honoursprogramma opnieuw zou kiezen. Ook de interdisciplinariteit van het honoursprogramma scoort hoog bij de UvA alumni. Bijna 77% zegt tevreden tot zeer tevreden te zijn over de mate van interdisciplinariteit van het honoursprogramma. Uit dit onderzoek bleek ook dat honoursstudenten aan de UvA gemiddeld lager scoren op de vraag of de competenties opgedaan binnen het honoursprogramma een goede basis vormen binnen hun baan. Het blijkt dat bijna 29% van de alumni zegt dat zij binnen hun werkzaamheden in sterke mate profijt gehad hebben van de vaardigheden. Een even zo grote groep stelt dat honourscompetenties helemaal niet als basis hebben gediend. Dit is lager dan bij andere universiteiten. Dit heeft niet alleen betrekking op het aanbod van het IIS, maar ook op die van de honoursopleidingen van de disciplines zelf. Wel is dit een aspect waar we op in kunnen springen. We onderzoeken momenteel of we een honoursprogramma voor masterstudenten kunnen aanbieden, waarin we hier expliciet aandacht aan besteden.

Pagina 56

Kwalitatieve reflectie op ontwikkelingen academisch jaar 2016-2017 6.2.

Keuzeonderwijs Doel / KPI Onderwijscommissie

Wat was het doel voor ‘16-’17 Er is een functionerende onderwijscommissie waarin evaluaties van het keuzeonderwijs worden besproken.

Wat hebben we gedaan We hebben een onderwijscommissie opgezet met een voorzitter, een docent en twee studentleden.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 De commissie komt regelmatig bijeen en koppelt de hoofdpunten uit evaluaties terug. Ze geven ook gevraagd en ongevraagd advies.

Toelichting De suggesties en aanbevelingen van de commissie zijn van meerwaarde.

Doel / KPI Experiment met flipped classroom en blended learning

Wat was het doel voor ‘16-’17 Onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om een module op te zetten en gebruik te maken van een kwalitatief hoogwaardige MOOC of ander online materiaal.

Wat hebben we gedaan De opzet van de module Big History is bekeken. De module heeft een parallelle MOOC.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 Big History heeft gedraaid met een MOOC als voorbereiding op de hoorcolleges.

Toelichting De docent doet in 2017/18 mee met een pilot met Canvas waar ze de mogelijkheden verder onderzoekt.

Honoursonderwijs Doel / KPI Toetsing creativiteit/persoonlijke ontwikkeling

Wat was het doel voor ‘16-’17 Manieren in kaart brengen om creativiteit/persoonlijke ontwikkeling te toetsen.

Wat hebben we gedaan We zijn aangehaakt bij Anders Toetsen, dat in 2016-17 begonnen is met het inventariseren van mogelijkheden om persoonlijke ontwikkeling en creativiteit te toetsen.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 Bij het vak honoursvak Flourishing hebben we extra aandacht besteed aan de toetsing met peer reviewer in bezit van SKO.

Toelichting We willen dit de komende jaren verder ontwikkelen door een vak aan te bieden dat studenten expliciet laat nadenken over hun eigen rol in hun leerproces.

Doel / KPI Teaching Philosophy

Wat was het doel voor ‘16-’17 De Teaching Philosophy bij honoursonderwijs expliciteren.

Wat hebben we gedaan De Teaching Philosophy is vastgesteld met input van de Examencommissie en het MT. De Teaching Philosophy wordt nu naar nieuwe docenten gestuurd.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 De Teaching Philosophy is hiermee niet alleen impliciet, maar ook expliciet geformuleerd met input van de EC en het MT.

Toelichting De Teaching Philosophy wordt in 17/18 met alle docenten besproken (tijdens HP lunch) en zal op de website gepubliceerd worden.

Doel / KPI Samenwerking honours UvA

Wat was het doel voor ‘16-’17 Intensiveren samenwerking UvA honourscoördinatoren.

Wat hebben we gedaan Afgelopen jaar zijn er op regelmatige basis bijeenkomsten geweest waar bedreigingen en kansen zijn besproken.

Wat hebben we bereikt in ‘16-’17 De samenwerking is door deze bijeenkomsten geïntensiveerd.

Toelichting De bijeenkomsten worden door verschillende coördinatoren inhoudelijk voorbereid.

Pagina 57

Functioneren OC’s en EC’s Afgelopen jaar is er een Evaluatiecommissie Keuzeonderwijs (EvKe) opgericht die de vakevaluaties van het keuzeonderwijs bekijkt en gevraagd en ongevraagd advies geeft. Daarmee heeft de EvKe een rol die enigszins vergelijkbaar is met een OC. Dit eerste jaar met de EvKe is goed verlopen. Het jaarverslag van de Examencommissie hebben we op het moment van schrijven nog niet ontvangen. De VU-UvA honourscommissie heeft op verzoek vakevaluaties bekeken en advies gegeven voor verbeteringen.

Werkveld en alumni Het keuze- en honoursonderwijs is niet verbonden aan een opleiding en heeft daarom geen aanwijsbaar werkveld. Er is nationaal wel een onderzoek gedaan naar de meerwaarde van honoursprogramma’s voor honoursalumni (zie pagina 55). Vakinhoudelijk leveren we een bijdrage aan de oriëntatie op het werkveld in de University Masterclasses voor bijna afgestudeerden onder leiding van o.a. prof Rinnooy Kan.

De studievereniging voor honoursstudenten, Extensus, heeft actieve alumni.

Pagina 58

Reflectie stand van zaken belangrijke thema’s uit onderwijsvisie 6.3.

Ambitie 1: de UvA richt zich op de ontwikkeling van gemotiveerde en ambitieuze studenten door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig en innovatief onderwijs. In het keuzeonderwijs bieden we alle UvA studenten de mogelijkheid om kennis te maken met interdisciplinariteit en met complexe, maatschappelijk en wetenschappelijk relevante onderwerpen als Big History, Farming of the Future, The Next Big Thing en Complexity. Studenten zijn erg geïnteresseerd in de keuzevakken die we aanbieden, maar ze komen vaak bovenop hun reguliere studie en in tijden van grote drukte lijken dit ook de eerste vakken te zijn die afvallen. We proberen de instrumenten uit de literatuur over studiesucces in te zetten om die uitval terug te dringen. Zo zetten we in op activerend onderwijs onder andere door bij een aantal colleges studenten de gastdocenten te laten interviewen op het podium en door continuous assessment te gebruiken. In februari 2018 gaan een aantal vakken al gebruik maken van Canvas en zijn docenten bezig om in dit proces ook blended learning in te zetten. Het IIS betrekt de student nog actiever bij het onderwijs door hen de mogelijkheid te bieden een eigen vak te ontwikkelen. In 2016/2017 is voor het eerst de Create a Course Challenge ingezet. Hierin worden ambitieuze en gemotiveerde studenten uitgedaagd om hun eigen onderwijs vorm te geven door een idee in te leveren voor een interdisciplinair keuzevak. Dit najaar 2017 loopt het eerste Create a Course vak ‘Contextualizing Refugees’. Dit jaar is de Challenge weer gestart met vooralsnog 35 inzendingen in de eerste ronde. Met het organisatiebrede interdisciplinaire honoursonderwijs bieden we uitdagend en vernieuwend onderwijs aan talentvolle, nieuwsgierige en gemotiveerde studenten die de grenzen van hun eigen discipline willen kijken. We zetten in op de persoonlijke ontwikkeling van studenten door innovatieve vakken als ‘Staging Science’ en ‘Flourishing, the Science of Happiness’ aan te bieden. We zien het IIS honoursonderwijs als een proeftuin voor innovatie waar ook ruimte is voor reflectie, op persoonlijk en academisch vlak. We zoeken de verbinding op met de samenleving en bieden met regelmaat vakken aan in samenwerking met partners buiten de universiteit. Op dit moment wordt er in de masterfase nog geen honoursonderwijs aangeboden. We zien hier een kans om innovatief honoursonderwijs te ontwikkelen voor de masterfase.

Ambitie 2: De UvA is een brede onderzoeksintensieve universiteit die studenten opleidt om met kennis en kunde te floreren in een steeds complexere wereld. Het keuze- en honoursonderwijs dat we aanbieden is divers in aanbod. Sommige vakken richten zich op de laatste onderzoeksresultaten, maar reflectie op onderzoek en wetenschap speelt wel bij veel vakken een grote rol. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van primaire bronnen. In het keuzeonderwijs ligt de focus vooral op het openen van wetenschapsgebieden voor geïnteresseerden. In het afgelopen jaar aangeboden vak ‘The Next Big Thing’ ging die ambitie verder en konden studenten van alle disciplines kennismaken met de ‘hot topics’ in onderzoek. In brede zin is het vak ‘Complexiteit’ dat afgelopen jaar ook debuteerde bedoeld om studenten grip te laten krijgen op de steeds complexere wereld. Naast vakken die de actuele stand van onderzoek laten zien, bieden we vakken aan waar 21century skills en daaraan gekoppeld persoonlijke vaardigheden centraal staan. De vakken die we aanbieden zijn interdisciplinair en toegankelijk voor alle studenten van de UvA. De diverse achtergrond van de studenten zorgt voor verschillende invalshoeken en kennis van

Pagina 59

verschillende vakgebieden. Op die manier bieden wij niet alleen interdisciplinaire vakken aan, maar zorgen de studenten zelf ook voor integratie van meerdere disciplines op de thema’s die binnen een vak spelen.

Ambitie 3: De UvA streeft ernaar een open en diverse gemeenschap te zijn waarin alle studenten zich thuis voelen en gelijke kansen krijgen. Het gros van het keuze- en honoursonderwijs is toegankelijk voor alle disciplines. Dit blijft een punt van aandacht omdat studenten soms wat harder moeten studeren dan anderen om de leerdoelen te behalen. Dit kan ook gelden voor eerste-generatie studenten en internationale studenten. We bieden ten minste een Engelstalig keuzevak per semester aan. Verder hebben we twee keuzevakken geprogrammeerd in 2017/2018 die thematisch aansluiten bij het diversiteitsvraagstuk op de universiteit, te weten ‘Side-Wings of Slavery and Colonialism’ en ‘Diversity’. In het honoursaanbod is ‘Intersections’ opgenomen als honoursvak. Er ligt voor ons nog een kans om, wellicht via blended learning, studenten met weinig voorkennis extra ondersteuning te geven bij vakken die ver afliggen van hun eigen discipline.

Ambitie 4: De UvA belegt de verantwoordelijkheid van het onderwijs zo dicht mogelijk bij docenten, met veel aandacht voor ondersteuning, kennisdeling en docentprofessionaliteit. Zowel in het keuze- als honoursonderwijs komen de docenten uit verschillende faculteiten of zijn ze extern. De docenten zijn daarom aangewezen op onze ondersteuning en kennisdeling. We leveren om die reden maatwerk en proberen docenten te ontlasten. Onze honoursdocenten en de UvA honourscoördinatoren worden twee keer per jaar uitgenodigd voor een lunch voor kennisdeling. Het is mogelijk de docenten van buiten het IIS nog meer te betrekken bij het IIS door ze uit te nodigen voor Brown Bag lunches, IIS workshops een andere kennisdelingsactiviteiten van het onderwijslab. We helpen de docenten zich te professionaliseren door hen indien nodig te helpen bij het ontwerpen van leerdoelen, leeractiviteiten en toetsing en door ze de publicaties van het IIS te geven.

Pagina 60

Jaarplan Keuze- en Hounoursonderwijs 2017-2018 6.4.

Ambitie academisch jaar 2017-2018 Het is onze ambitie het hoge niveau van onderwijs te blijven voortzetten. Het gevarieerde karakter van het onderwijsaanbod blijft ook gehandhaafd, om op die manier te kunnen blijven inspringen op urgente, maatschappelijk relevante thema’s. De vakken die we aanbieden bieden ruimte voor experiment aan studenten en docenten en besteden naast academische verdieping en reflectie ook aandacht aan persoonlijke vorming van de studenten. Daarnaast streven wij er naar met relevante partners uit de maatschappij samen te werken, voor een verbinding met de samenleving, maar ook om studenten bewust te maken van hun sociale verantwoordelijkheid. Kansen en verbeterpunten academisch jaar 2017-2018 Het IIS heeft een inventarisatie gemaakt van de kansen en bedreigingen van het honours- en keuzeonderwijs. Wij zien kansen om ook honoursonderwijs voor masterstudenten te ontwikkelen. Het is opvallend dat alleen de UvA en de VU geen honoursonderwijs op masterniveau hebben, de andere Nederlandse universiteiten hebben dit wel. Wij willen dit plan in 17-18 verder concretiseren en op zoek gaan naar draagvlak binnen de faculteiten door een variant van de Pressure Cooker aan te bieden aan een aantal leden van de Universitaire Commissie Onderwijs. Wat betreft het keuzeonderwijs willen wij in 17/18 het strategisch beleid vaststellen. Wij willen daarvoor duidelijk in kaart hebben wat de wensen zijn van studenten. Wij willen inzetten op een leven lang leren, waarbij wij scholieren en werkenden ook kennis laten maken met interdisciplinair onderwijs. Deze nieuwe doelgroepen van mensen van buiten de universiteit zien wij als een meerwaarde voor de studenten omdat het extra perspectieven. De levenservaring van werkenden en het enthousiasme van scholieren kan zorgen voor een rijkere leerervaring van de studenten en meer bekendheid met interdisciplinair onderzoek en onderwijs buiten de universiteit. Momenteel hebben we een samenwerking met NRC en de Groene Amsterdammer waar lezers zich kunnen inschrijven voor onze keuzevakken. Daarnaast organiseren we in samenwerking met SPUI25 de lezingenreeks Blikwisselingen waar complexe thema’s centraal staan. Voor het keuze- en honoursonderwijs werken wij actief samen met organisaties buiten de universiteit en willen dat blijven doen. Een voorbeeld hiervan is het honoursvak ‘The Arab World, Shifting Perspectives’ dat we samen met IDFA organiseren. In het keuzeonderwijs is het vak ‘Placemaking: Estafette voor Stadmakers’ een voorbeeld waar studenten voor externe opdrachtgevers actief aan de slag gaan met het thema gebiedsontwikkeling. Vaardigheden als samenwerken, het ontwikkelen van interventies en het omgaan met een grote groep stakeholders zijn hier van groot belang. Dit jaar voeren wij ook gesprekken met andere samenwerkingspartners als Stichting Doen om meer mogelijk te maken in ons onderwijs zoals een samenwerking met kunstenaars bekostigd door Stichting Doen. Naast deze kansen zien wij ook bedreigingen het keuze- en honoursonderwijs. Door toenemende druk op studenten en het ingevoerde leenstelsel is het mogelijk dat zij minder snel keuzevakken zullen volgen om studievertraging te voorkomen. Het percentage studenten dat met een vak start maar uitvalt, stijgt. Wij zullen dit risico niet alleen met onze evaluatiecommissie voor het keuzeonderwijs bespreken, maar ook onderzoeken wat de wensen van de (aankomende) studenten zijn om de vakken aan te kunnen passen op de wensen van de studenten. Bij honoursstudenten is het mogelijk dat de toch al niet zo diverse populatie nog homogener wordt doordat alleen studenten die zonder bijbaan kunnen studeren het zich nog kunnen permitteren ’s avonds honoursvakken te volgen.

Pagina 61

Verder studeren er steeds meer internationale studenten aan de UvA. Bij vakken waar persoonlijke vorming een rol speelt, is de kwaliteit van het onderwijs soms in het geding als het vak Engelstalig wordt.

Kansen en bedreigingen

Kansen CCHP Wat moet er gebeuren om die te benutten?

Het ontwikkelen van honours in de master (HP)

Draagvlak onderzoeken bij faculteiten

Aanboren nieuwe doelgroepen (leven lang leren) en partners (CC)

Samenwerking met externe partners voortzetten en waar mogelijk intensiveren

UvA zet in op internationalisering (instroom) (CC en HP)

Engelstalige vakken aanbieden

Aandacht binnen de UvA voor Blended Learning

De invoering van Canvas aangrijpen om docenten te laten experimenteren

Samenwerking met IAS Gesprekken over concrete samenwerking voeren

Bedreigingen CCHP Wat moet er gebeuren om die te reduceren?

Leenstelsel/nominaal studeren dus minder interesse in en tijd voor CCHP

Inventarisatie waar de student behoefte aan heeft en aanbod daarop aanpassen.

Engelstalig onderwijs bij persoonlijke vorming

Weloverwogen keuze maken voor Nederlands/Engels voor vakken waarin persoonlijke vorming centraal staat

Heterogeniteit honoursstudenten gaat achteruit door gestegen percentage werkende studenten

Alternatieve mogelijkheden voor vakken bij het honoursprogramma aanbieden (buiten de avonduren, blended varianten)

Alfa- en gammastudenten kiezen weinig voor bèta-keuzeonderwijs

Actuele ontwikkelingen in het bèta-domein met directe en aanwijsbare implicaties voor de humaniora scherper indiceren en daar een programma op maken speciaal gericht op niet-bèta’s

Pagina 62

Actiepunten 2017-2018

Hieronder formuleren wij een aantal doelen voor het honours- en keuzeonderwijs. Die doelen haken in op vaststellen van het strategisch beleid van het keuzeonderwijs en het aanwenden van andere doelgroepen dan studenten alleen. Voor het honoursonderwijs willen wij een evaluatiecommissie oprichten om meer zicht te hebben op de wensen van de studenten. Daarnaast onderzoeken wij de mogelijkheden voor honours in de master.

Keuze-onderwijs Doel / KPI Strategisch beleid keuzeonderwijs

Wat is het doel voor ‘17-’18 Strategisch beleid keuzeonderwijs vaststellen

Wat gaan we daarvoor doen o.a. onderzoeken waar de behoeften van (ex) studenten liggen. Is er behoefte aan modules voor alumni (leven lang leren). Zijn er doelgroepen die we beter kunnen bereiken of nog niet op het vizier hebben?

Doel / KPI Internationalisering (instroom)

Wat is het doel voor ‘17-’18 Instroom van internationale studenten bestendigen en uitbreiden

Wat gaan we daarvoor doen Per semester minimaal een Engelstalige module aanbieden en dit bekend maken bij de International Offices aan de UvA.

Doel / KPI % tevredenheid over inhoud onderwijs

Wat is het doel voor ‘17-’18 De student-tevredenheid stabiliseren op 7.5

Wat gaan we daarvoor doen Evalueren met docenten, evaluatie door de evaluatiecommissie en gesprekken met docenten

Honoursonderwijs Doel / KPI Honours in de Master

Wat is het doel voor ‘17-’18 Onderzoeken of honours in de Master wenselijk is bij faculteiten

Wat gaan we daarvoor doen Inventarisatie opleidingen / faculteiten

Doel / KPI Teaching Philosophy implementeren

Wat is het doel voor ‘17-’18 De teaching philosophy implementeren in het honoursonderwijs

Wat gaan we daarvoor doen Onderwijsvisie laten vertalen en de visie kenbaar maken aan nieuwe en bekende honoursdocenten en studenten?

Doel / KPI Kwaliteitszorg versterken met een honours OC

Wat is het doel voor ‘17-’18 Meer input van honoursstudenten krijgen op vak- en aanbodniveau

Wat gaan we daarvoor doen Een evaluatiecommissie voor het IIS honoursonderwijs opzetten.

Doel / KPI % tevredenheid over inhoud onderwijs

Wat is het doel voor ‘17-’18 De student-tevredenheid stabiliseren op 7,5 Wat gaan we daarvoor doen Evalueren met docenten en gesprekken met docenten

Pagina 63

7. HET ONDERWIJSLAB

In het vijfde bestaansjaar van het Onderwijslab is het aantal lopende projecten sterk toegenomen. Doel was om de projecten uit de Strategische Innovatieagenda van het IIS concrete invulling te geven, de boekenserie Perspectives on Interdisciplinarity met twee publicaties per jaar voort te zetten, de reikwijdte van de kennisdelingsactiviteiten te vergroten en de samenwerking met de faculteiten te versterken. Bij elk van deze doelen is vooruitgang geboekt - het aantal lopende projecten dat door het Onderwijslab gecoördineerd wordt is hoger dan ooit. Dit brengt ook uitdagingen met zich mee wat betreft de aanstellingen en tijdsplanning. Desalniettemin is het tot dusver gelukt om alle projecten van voldoende bemensing te voorzien. Uitvoering Strategische Innovatieagenda In het academisch jaar 2016-2017 is de uitvoering van de projecten op basis Strategische Innovatieagenda van het IIS via het Onderwijslab verder voortgezet. In 2016 zijn projectteams aan de slag gegaan met de drie belangrijkste thema’s uit deze agenda: flexibilisering van hoger onderwijs, integratie van vaardigheden en het versterken van de verbinding tussen wetenschap en maatschappij. Deze onderwerpen zijn vervolgens uitgewerkt tot vijf concrete projecten die het meest kansrijk zijn bevonden: (1) Anders Toetsen, (2) Placemaking, (3) een nieuwe bacheloropleiding, (4) Coach @Work en (5) Vaardighedenonderwijs. Vanaf februari 2017 zijn de nieuwe projectteams gestart met de uitvoering van deze pilotprojecten. Belangrijk uitgangspunt is dat de uitwerking van de innovatiethema’s gezamenlijk met de faculteiten wordt opgepakt. Om ook de kennisdeling over deze projecten binnen de UvA vanaf de ontwikkelingsfase kracht bij te zetten worden tweemaandelijkse bijeenkomsten georganiseerd, getiteld With Educators. Anders Toetsen De behoefte aan alternatieve toetsvormen is groot, maar er is vaak geen tijd om hier goed mee te kunnen experimenteren. Het IIS heeft geld beschikbaar gesteld via de IIS-Beurs ‘Anders Toetsen’ en docenten opgeroepen om een voorstel in te dienen. In 2017 zijn de eerste beurzen toegekend aan voorstellen vanuit de FGw, FNWI en FMG voor het toetsen van creativiteit, het gebruik van portfolio’s, peer review en learning journals door studenten. Voor het tweede semester (2018) stelt het IIS opnieuw zes beurzen beschikbaar via een call for proposals. Placemaking: Estafette voor Stadsontwikkeling In semester van studiejaar 2017-2018 startte een pilotcursus waar studenten in een netwerk van wetenschappers, bewoners, overheid en andere organisaties kunnen bijdragen aan gebiedsontwikkeling in Amsterdam. Ieder semester zal een nieuwe groep studenten voortbouwen op resultaten van de vorige lichting. Dit eerste jaar zal het gaan om de gebiedsontwikkeling van het Science Park, maar na de pilot gaat het vak zich ook richten op o.a. de nieuwe eilanden van IJburg 2. Het vak is in december 2017 voor het eerst succesvol afgerond door veertien studenten en er staan inmiddels vierentwintig studenten ingeschreven om het in het tweede semester te volgen. Er is naast deze ingeschreven studenten zelfs een wachtlijst ontstaan, waardoor het aannemelijk is dat het vak in de toekomst verder kan doorgroeien. Vaardighedensonderwijs Hoewel binnen veel opleidingen al gewerkt wordt met trainingen en leermethoden die zich richten op academische vaardigheden is deze kennis vaak moeilijk te vinden of lastig toepasbaar bij een andere opleiding of faculteit. Het doel van het project Vaardighedenonderwijs is daarom het samenbrengen van deze kennis en het makkelijk deelbaar te maken met anderen. Deze kennisdeling wordt op twee manieren vormgeven. Zo wordt een online platvorm opgezet waar docenten en opleidingscoördinatoren inspiratie kunnen opdoen voor het opzetten van projectonderwijs,

Pagina 64

handleidingen voor praktische werkvormen kunnen inzien en voorbeelden van opdrachten, lesvormen en rubrics kunnen downloaden. Op dit moment wordt gewerkt met het platform Sessionslab.com, maar als de initiatieven om op de UvA-website een kennisdelingsplatform te lanceren tot uitvoering worden gebracht, kunnen deze materialen gemakkelijk overgeplaatst worden. Projectonderwijs was ook een van de onderwerpen van het kennisdelingsplatform With Educators. Daarnaast levert het IIS advies op maat aan UvA-opleidingen die een vorm van project- en vaardighedenonderwijs willen implementeren door tijdens de ontwikkelingsfase aan te schuiven en mee te denken. Coach @Work Voor het project Coach@Work worden alumni ingezet bij het coachen van bachelor- en masterstudenten van de opleidingen Bèta-gamma, FPS en de MBCS. In ruil voor hun inzet krijgen de alumni coachings-trainingen waar ze ook in hun verdere professionele leven profijt van hebben. De interesse van alumni voor dit project was boven verwachting; vijfentwintig alumni meldden zich tijdens deze pilot al aan, waarvan eenentwintig uiteindelijk de training hebben gevolgd en zijn begonnen met coachen. Nieuwe bacheloropleiding Het IIS wil met een nieuwe driejarige bacheloropleiding Future Society Studies (werktitel) bijdragen aan de ontwikkeling studenten die willen werken op het snijvlak van de mens-technologie interactie, welke steeds ingrijpendere gevolgen heeft voor het individu, de economie, de samenleving en de fysieke wereld. In deze steeds sneller veranderende en complexe wereld zijn academici en professionals nodig die kunnen reflecteren op die wereld en inzichten uit verschillende disciplines met elkaar kunnen vergelijken, verbinden en integreren. Naast interdisciplinaire academische kennis en vaardigheden biedt de opleiding ook ruimte om meer professionele vaardigheden aan te leren. Dit krijgt onder andere vorm door de focus op sociaal ondernemerschap en action research. Gezien de internationale thematiek is het de wens om de opleiding in het Engels aan te bieden. Er is nu geen aanleiding om de opleiding selectief te maken. Het doel is de eerste studenten Future Society Studies in september 2019 te laten instromen. Ontwikkeld en overgedragen Pressure Cookers Met veel succes is de Pressure Cooker ook dit studiejaar bij een tiental bachelor- en masteropleidingen aan de UvA uitgevoerd door het IIS. De Pressure Cooker is een tweeënhalve dag durende intensieve onderwijsvorm, waarbij studenten vraagstukken van externe opdrachtgevers analyseren en een oplossingsrichting ontwikkelen. Zo hebben studenten van de Bachelor Politicologie gewerkt aan de vraag van Stadsdeel Oost over hoe zij effectief meisjes kunnen ondersteunen die vatbaar zijn voor radicalisering. Masterstudenten van Informatiekunde hebben bijgedragen aan een vraagstuk van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over hoe de organisatie Nederland aantrekkelijker kan maken voor hoogopgeleiden van buiten de EU. Nieuwe interdisciplinaire collegereeksen Het afgelopen jaar zijn er meerdere open collegereeksen ontwikkeld: The Next Big Thing, Complexity, Gevaarlijke Gekken, Farming of the Future, Side Wings of Slavery & Colonialism en Heel de Mens. Vooral de collegereeks Complexity trok een diverse groep studenten en werd net zo succesvol afgerond door zowel alfa- en gammastudenten als bèta-studenten.

Pagina 65

Create a Course Challenge Bij de Create a Course Challenge werden UvA-studenten uitgedaagd om hun idee voor een interdisciplinair vak in te zenden en dit samen met curriculumontwikkelaars van het IIS uit te werken. Eind 2016 won Linda van Exter met het vak Contextualising Refugees, dat in het eerste semester van 2017-2018 heeft gelopen. Gezien het succes van de eerste editie is tijdens dit semester ook weer een nieuwe challenge uitgeschreven (meer dan vijftig inzendingen, achthonderd stemmers), deze keer gewonnen door Lottie Bakker (Klinische Psychologie en Dramaturgie) en Katty Gerez (Algemene Cultuurwetenschappen en Comparative Literature) met hun vak Van dorpsgek tot ervaringsdeskundige: naar een vakoverschrijdend begrip van waanzin. Naast de uitvoering van deze IIS-projecten heeft het Onderwijslab het afgelopen jaar op veel verschillende plekken binnen de UvA een bijdrage geleverd aan onderwijsvernieuwing en het concretiseren van de wens om interdisciplinariteit in te bedden in een opleiding of vak. Nieuwe en actuele onderwerpen omvormen tot onderwijs is belangrijk en uitdagend, en we willen de expertise die we hebben opgebouwd nog meer delen. Het IIS geeft daarom bij verschillende faculteiten en (nieuwe) opleidingen aan de UvA advies over onderwijsvernieuwing. Zo is er meegedacht bij het ontwikkelingen van een minor Sustainability binnen de opleiding Algemene Sociale Wetenschappen, en helpt het IIS de FGw bij de nieuwe bachelor Cognition, Language and Communication, waar integratie van meerdere disciplines moet worden ingebed in het curriculum. Ook bij andere onderwijsvernieuwingsplannen binnen de FGw en FdR wordt het IIS betrokken. Hiernaast lopen er binnen de UvA ook een aantal opleidingen/tracks die de afgelopen jaren mede door het IIS zijn ontwikkeld. In september 2017 start voor de vierde keer de succesvolle Bachelor Politics, Psychology, Law and Economics (PPLE, FdR) en draait de track Amsterdam Data Science bij Informatiewetenschappen (FNWI) steady state. Ook zijn een aantal eerder ontwikkelde onderwijsmodules naar onze tevredenheid geadopteerd door de faculteiten. De minor Privacy is overgedragen aan de FGw, de minor Tesla wordt inmiddels uitgevoerd door de FNWI, het experimentele vak Staging Science is overgenomen door de FGw en de minor Veiligheidsstudies is overgedragen aan de Universiteit Leiden.

Kennisdeling

National Interdisciplinary Education Conference 2017 Op 2 februari 2017 vond de eerste editie van het uitverkochte interdisciplinair onderwijscongres plaats. Robert Erdmann, senior wetenschapper van het Rijksmuseum en UvA, gaf een keynote over zijn ervaringen met een interdisciplinaire aanpak om cultureel erfgoed te behouden en te begrijpen. Alle universiteiten uit Nederland waren vertegenwoordigd, zowel als bezoeker als in het programma. Ook vanuit de UvA was een grote delegatie aanwezig om kennis uit te wisselen en best practises te ontdekken op het gebied van toetsing, werkvormen, interprofessionele samenwerking en het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en samenleving. In 2018 zullen de vier technische universiteiten van Nederland (4TU) het congres organiseren. With Educators Tijdens een reeks bijeenkomsten getiteld With Educators wordt de voortgang van bovenstaande projecten en de daaraan gekoppelde strategische thema’s besproken. Voor deze bijeenkomsten worden docenten, onderwijsontwikkelaars, tutoren en andere trainers van de UvA uitgenodigd om met elkaar hierover in gesprek te gaan en hun eigen ervaringen en kennis te delen. Het onderwijslab heeft als doel om elke twee maanden een With Educators bijeenkomst te organiseren. De eerste

Pagina 66

twee bijeenkomsten zijn inmiddels gepland: Projectonderwijs op 6 december 2017 (14 aanmeldingen) en Anders Toetsen op 14 februari 2018 (35 aanmeldingen). Daarnaast heeft het IIS het afgelopen jaar verschillende workshops georganiseerd, bijvoorbeeld over het organiseren van Pressure Cookers, het ontwerpen van interdisciplinair onderwijs nav. het boek Designing Interdisciplinary Education, en blijven de interne Brown Bag Lunchlezingen goed bezocht.

Publicaties

De door het IIS uitgegeven publicaties over interdisciplinair onderwijs worden bij steeds meer opleidingen ingezet, zowel binnen als buiten de UvA. Van de tot nu toe verschenen boeken in de reeks Perspectives on Interdiscipinarity zijn inmiddels zesduizend exemplaren verkocht (Academische vaardigheden: 3689, Academic Skills: 450, An Introduction to Interdisciplinary Research: 1597, Designing Interdisciplinary Education: 242). Dit tot tevredenheid van de uitgever Amsterdam University Press.

Daarnaast zijn er in 2017 twee nieuwe publicaties toegevoegd aan de serie: Designing Interdisciplinary Studies en Interdisciplinary Learning Activities.

Interdisciplinary Learning Activities bevat voorbeelden van werkvormen die studenten helpen een interdisciplinaire mentaliteit en de daarbij behorende vaardigheid te ontwikkelen. Het geeft suggesties voor activiteiten die in werkgroepen toegepast kunnen worden en opdrachten die studenten helpen om zich tot interdisciplinaire academici te ontwikkelen. Alle tweeëndertig werkvormen zijn gebaseerd op lesmethoden die bij het IIS al geruime tijd worden toegepast in het onderwijs.

Desiging Interdisciplinary Education is bedoeld voor onderwijsontwikkelaars en biedt hen houvast bij het opstarten van interdisciplinaire Masters, Bachelors, minoren, vakken of extra-curriculaire activiteiten. Het biedt praktische begeleiding voor docenten en curriculumontwikkelaars die interdisciplinariteit willen integreren in hun onderwijs. Bij het schrijven van dit boek is gekozen voor een praktische benadering bij het adresseren van de belangrijkste onderwerpen, zoals het formuleren en toetsen van interdisciplinaire leerdoelen, integratie van interdisciplinariteit in een onderwijsprogramma, de benodigde kwaliteiten van een interdisciplinair docent en didactische methoden die interdisciplinair denken bevorderen. Het handboek behandelt veel praktijkvoorbeelden, case studies, adviezen, oefeningen en interdisciplinaire onderwijsprogramma’s uit diverse landen. De ideeën die in dit boek uiteengezet worden zijn gebaseerd op de theorieën en onderwijsvormen die gebruik worden door het IIS

Verbeterpunten Binding met andere faculteiten van de UvA De verbinding met opleidingen en medewerkers van de verschillende faculteiten moet een constante prioriteit zijn omdat deze connectie bij elk project weer opnieuw gezocht en verstevigt moet worden. Elk nieuw initiatief vraagt om nieuwe betrokkenen, wat (nog steeds) niet vanzelfsprekend is. De kennisdelingsbijeenkomsten en congressen spelen hierin een belangrijke rol en worden goed bezocht, maar er zijn ook nog veel UvA-medewerkers die nog niet (volledig) op de hoogte zijn van wat het IIS te bieden heeft en waar samenwerking mogelijk is.

Pagina 67

Realistische personeels- en tijdsplanning Veel van de lopende projecten worden gekenmerkt door ambitieuze plannen en doelstellingen. Dit sluit aan bij de ambities van het IIS, maar vergt ook veel uren en inzet van de projectleiders. De exacte hoeveelheid werk dat in een project gestoken moet worden om het te laten slagen is van tevoren niet altijd even nauwkeurig te bepalen waardoor de hoeveelheid uren en mankracht een constante puzzel blijft. Dit maakt de uitvoer geenszins onmogelijk, maar vraagt wel om voortdurende alertheid en bijsturing waar nodig. Bij elke ambitie moet een realistisch plan gemaakt worden en niet alle goede ideeën kunnen parallel uitgevoerd worden. Duidelijke prioritering en een flexibele organisatie zijn daarom van groot belang.

Doelen

Voortzetting projecten

De doelen van het Onderwijslab voor 2017-2018 bestaan voor een groot gedeelte uit het voortzetten van de projecten uit de strategische agenda die het afgelopen jaar in gang zijn gezet. Waar een groot gedeelte van vorig jaar nog besteed werd het vertalen van de thema’s uit deze agenda naar projecten, zal dit jaar de concrete uitvoering centraal staan.

Voor het project Anders Toetsen zullen gedurende het jaar wederom twee calls for proposals uitgezet worden zodat het aantal initiatieven met alternatieve toetsvormen binnen de UvA tot een totaal van twaalf zal komen.

Coach @Work zal komend jaar draaien en de bevindingen en effecten van zowel de alumni als de gecoachte studenten zullen geëvalueerd worden.

Het estafette-vak Placemaking zal voortgezet worden met een editie per semester, waarbij de beoogde meerwaarde van het doorgeven van eerdere resultaten naar een nieuwe lichting studenten zich in praktijk zal moeten bewijzen. Behalve de doorlopende studentenprojecten over de gebiedsinrichting van het Science Park is de ambitie om studenten ook aan de ontwikkeling van de nieuwe eilanden van IJburg 2 te laten werken.

De nieuwe bacheloropleiding Future Society Studies (werktitel) zal dit jaar tot een uiteindelijke vorm uitontwikkeld kunnen worden zodra het een GO heeft gekregen van de decanen. Dan zal begonnen worden met het samenstellen van het curriculumteam en het zoeken naar geschikte docenten. Streven is om in 2019 met de bachelor te starten waardoor in 2018 al begonnen moet worden met de wervingscampagne.

Begin 2018 zullen de eerste werkvormen die verzeld ? zijn binnen het project Vaardighedenonderwijs online beschikbaar worden gemaakt en gedurende het jaar verder worden aangevuld. Daarnaast wordt de adviesrol van het IIS bij andere faculteiten via dit project voortgezet.

Ook zal in 2018 gestart worden met de organisatie van het AIS (Association of Interdisciplinary Studies)-congres dat voor het eerst buiten De Verenigde Staten gehouden zal worden. Hoewel dit evenement pas in het najaar van 2019 in Amsterdam zal plaatsvinden moeten er eerste stappen gemaakt worden wat betreft het reserveren van een locatie, de keynote speakers, het aansluiten bij relevante netwerken en de communicatie, zodat deze aansluit bij de editie 2018 in Detroit. Hiervoor is inmiddels een eerste projectteam samengesteld.

Tenslotte zal het IIS wederom twee publicaties uitbrengen. Voor komend jaar zijn dit Wicked Philosophy en een vernieuwde versie van Academische Vaardigheden, waarvoor op dit moment feedback van docenten binnen en buitende UvA die dit boek gebruiken voor hun onderwijs, verzameld wordt.