EGTS GECT West-Vlaanderen / Flandre-Dunkerque-Côte d’Opale

EGTS GECT West-Vlaanderen / Flandre-Dunkerque-Côte d’Opale

Welke economische positionering voor de grensoverschrijdende regio van de EGTS ?

Quel positionnement économique pour le territoire transfrontalier du GECT ?

Grensoverschrijdend seminarie /Séminaire transfrontalier18-10-2010

Provinciehuis Boeverbos – Brugge


Welkomstwoord door dhr. Paul BREYNE, gouverneur van de provincie West-Vlaanderen

Le mot d’accueil de M. Paul BREYNE, gouverneur de la Province de Flandre occidentale


Inleiding door dhr. Jean-Pierre VARLET, verkozene van de EGTS

Introduction par M. Jean-Pierre VARLET, membre élu du GECT


De kerncijfers van de EGTS: de strategische indicatoren van de economische ontwikkeling door:

Les chiffres clés du territoire du GECT : les indicateurs stratégiques du développement économique par :

1. M. Tapio POTEAU, Chambre de Commerce et d’Industrie de Dunkerque2. Dhr. Lode VANDEN BUSSCHE, Provincie West-Vaanderen

18/10/2010

Service Partenaires – Centre de Ressource Économique CCI Dunkerque

La Côte d’Opale en Chiffres

Un carrefour économique :─ 100 millions d'habitants dans un rayon de 300 km, au cœur d'un triangle d'affaires

(Paris / Bruxelles / Londres),─ 145 km de côtes et 4 100 km² de superficie,─ 438 communes – 27 intercommunalités,─ 5 zones d’emplois : Berck/Montreuil, Boulogne/Mer, Calais, Dunkerque, Saint-Omer.



La population

813 645 habitants (soit 20% de la population régionale),

Concentrés autour de 6 agglomérations : Dunkerque, Calais, St Omer, Boulogne/Mer, Le Touquet et Berck.

Et plus largement sur le littoral.

Une population légèrement plus jeune sur Calais et Dunkerque.



Densité moyenne de 198,4 habitants au km² :− Supérieure à la moyenne

française (105), +3,8% de taux de variation

naturel 1999-2007, -3,4% de taux de variation

migratoire 1999-2007, +0,5% d’accroissement de la

population.

La population



Les emplois 294 403 emplois, Relativement stable, Les femmes occupent 39% de

l’emploi salarié de la Côte d’Opale.

18 % dans le commerce, 25 % dans l’industrie, 16 % dans les services aux entreprises, 9 % dans le BTP,

Un territoire plus industriel qu’en moyenne en France,

Boulogne/Mer est plus présent dans le commerce, Calais dans les services et Dunkerque dans l’industrie.



29 522 chômeurs, Des taux de chômage compris entre

9,6 et 16,7 %, Supérieurs à la moyenne nationale.

Les demandeurs d’emplois



L’accueil des entreprises

20 500 entreprises, Dont 75 % ont moins de 5

salariés, 154 zones d’activités dont :

− 7 zones logistiques,− 17 pépinières/ruches/hôtels/

villages d’entreprises.



4 081 créations d’entreprises, Même si elle a beaucoup augmenté

ces dernières années … … la création est inférieure à la

moyenne régionale et nationale, Le régime de l’auto-entrepreneur a

fortement augmenté les chiffres de la création d’entreprises en 2009.

L’accueil des entreprisesTaux de création d’entreprises dans la région Nord-Pas-de-

Calais



Les secteurs productifs

2 pôles de compétitivité − Pôle Aquimer (Centre leader

européen de transformation, commercialisation et distribution des produits de la Mer),

− Pôle compétitivité Up-Tex : textile innovants, customisation de masse.

5 pôles d’excellence :− Pôle d’excellence rurale sur la

filière lin,− Pôle d’excellence rurale sur la

filière bois,− Pôle d’excellence rurale Faïence,− Pôle d’excellence Tourisme,− Pôle d’excellence sur la maîtrise

et la sécurité des process, industriels.



L’industrie et la construction− 1 085 établissements dans

l’industrie et 1 789 dans le BTP,− 73 000 emplois dont 15% de

femmes,− 87% des établissements comptent

moins de 50 salariés,− 58% de l’emploi industriel

concentré dans les établissements de 200 salariés et plus.

En 2009, les 3 ports de la Côte d’Opale totalisent près de 100 Mt− Le port de Dunkerque pèse 57 %

du trafic global,− Le port de Calais pèse 81 % du

trafic passagers,− Le port de Boulogne/Mer est

dominé par l’activité de pêche (débarquée).

Les secteurs productifs



Le tourisme Une activité de plaisance : 2 000

anneaux sur 5 grands sites (Dunkerque, Gravelines, Calais, Boulogne, Etaples),

De grands équipements touristiques :– 6 Golfs,– 5 Casinos,– Nausica,– Des Palais des Congrès.

Les principaux sites touristiques :– Site des 2 Caps,– Des beffrois,– Des villes fortifiées,– Des espaces naturels protégés,– De grandes étendues de plages.



L’hôtellerie

400 hôtels) dont 127 classés, 60 % sur le territoire de

Boulogne/Mer, 1,2 M d’arrivées chaque année

avec :– 2/3 d’étrangers à Calais,– 2/3 de clientèle affaires à

Dunkerque,– 4/5 de touristes à Berck.

216 campings :– 23 136 emplacements en

hôtellerie de plein-air.



Le commerce et les services aux particuliers

10 757 établissements, 50 151 emplois salariés dont 50% de

femmes, 641 points de vente de 300 m² et plus S’étendant sur 760 000 m².



La formation Près de 200 établissements de

formations en secondaire et supérieur,

86 800 élèves en collèges et lycées,

4 250 apprentis, 17 200 étudiants en formation

supérieure dont 11 300 à l’Université du Littoral Côte d’Opale.



Un territoire, des territoires

Le territoire de la Côte d’Opale compte :– Plus de 800 000 habitants,– Près de 300 000 emplois,– Plus de 20 000 entreprises.

Le territoire Côte d’Opale connaît aussi de fortes disparités :– En terme de structure économique : industrie au

Nord et services au Sud,– En terme de dynamisme économique : chômage

élevé à Calais et en-dessous de la moyenne française à Montreuil.



Remerciements

Brugge 18.10.2010, EGTS W-VL / FL-D-CdO

WEST-VLAANDEREN IN CIJFERS

Technisch seminarie Economie, EGTS West-Vlaanderen/Flandre–Dunkerque–Côte d’OpaleBrugge, 18.10.2010

Lode Vanden BusscheDiensthoofd Economie

Provincie West-Vlaanderen

Kerngegevens centrale ligging tussen

London, Paris, Brussel, Ruhr en Randstad Holland

1.153.837 inwoners 3144 km², 67 km kust 367 inwoners/km² 64 gemeenten, 2

intercommunales Tewerkstellingspolen:

Brugge en Oostende, driehoek Kortrijk-Roeselare-Waregem en kleine steden


West-Vlaanderen in cijfers

Demografie (I)

1.153.837 inwoners (18,7 % van het Vlaamse totaal)

27,4 % van de West-Vlaamse bevolking geconcentreerd in 4 steden: Brugge, Kortrijk, Oostende en Roeselare

Groter aandeel 65-plussers in de kustgemeenten


Totale bevolking, gemeenten van West-Vlaanderen, 1 januari 2009.


Demografie (II)

1988-2007: +4,6 % bevolkingsgroei

Tot 1994: natuurlijk accres belangrijker voor bevolkingstoename dan migratiesaldo

Vanaf 1997: opnieuw stijgend migratiesaldo; natuurlijk accres blijft dalen

Vanaf 2006: weer licht positief natuurlijk accres


Evolutie van het natuurlijk accres en het migratiesaldo per 1.000 inwoners in West-Vlaanderen, 1988-2007.


Bezoldigde tewerkstelling (I)

403.052 loontrekkenden 18,8 % van het Vlaamse totaal 53,3 % mannen

46,7 % vrouwen

Ruim de helft (53 %) van alle werknemers is tewerkgesteld in de arrondissementen Kortrijk en Brugge


Bezoldigde tewerkstelling, gemeenten van West-Vlaanderen, 31 december 2007.



Bezoldigde tewerkstelling in West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest naar sector, 31 december 2007.

Aandeel van bezoldigde tewerkstelling naar sector in de arrondissementen van West-Vlaanderen, 31 december 2007.

Bezoldigde tewerkstelling (II)

Tertiaire en quartaire sector in West-Vlaanderen even groot (beiden 35,7 %)

23,2 % in industrie (tov 19,4 % in het Vlaamse Gewest)

Bouwsector (6,6 %) en primaire sector (0,8 %) het kleinst

Tertiaire sector in arr. Oostende en Brugge sterker aanwezig

Quartaire sector sterker aanwezig in arr. Veurne, Brugge en Oostende

Industrie zeer sterk aanwezig in arr. Tielt



Aandeel van zelfstandigen en helpers in de arrondissementen van West-Vlaanderen naar sector, 31 december 2008.

Zelfstandigen en helpers(excl. zelfstandigen in bijberoep)

104.272 zelfstandigen en helpers 23 % van het Vlaamse totaal 63 % mannen 37

% vrouwen

In West-Vlaanderen: 61 % in tertiaire sector 15 % in primaire sector; 10 % in bouwsector

Primaire sector sterker aanwezig in arr. Diksmuide, Ieper en Tielt

Tertiaire sector sterk aanwezig in arr. Oostende



Werkloosheid

41.057 werklozen (niet-werkende werkzoekenden + oudere werklozen)

16,1 % van het Vlaamse totaal 48,9 % mannen

51,1 % vrouwen

Werkloosheidsdruk: 5,8 % (Vlaams Gewest: 6,6 %)

Werkloosheidsdruk hoogst in arr. Oostende (8,0 %) en laagst in arr. Tielt (4,2 %)

Economische infrastructuur (1)Bedrijventerreinen

Goede spreiding van relatief grotere bedrijventerreinen

Sterke versnippering in driehoek Kortrijk-Roeselare-Waregem


Economische infrastructuur (2)Logistieke zones

Zeehavens Zeebrugge en Oostende

Luchthavens Oostende en Kortrijk

Rivierterminals langs Leie (Wielsbeke) en Schelde (Avelgem)

Spoorterminal langs E17 (LAR)


Economische infrastructuur (3)Bedrijfsonthaalinfrastructuu

r

1) Bestaand 7 bedrijvencentra (BC) 7 doorgangsgebouwen (DG) 4 sociale startcentra 1 stedelijk ondernemerscentrum

te Kortrijk 2 innovatie- en incubatiecentra:

Greenbridge Oostende en IICK Kortrijk


Economische infrastructuur (4)Bedrijfsonthaalinfrastructuu

r

2) Bijkomend (2010-2011) 1 bedrijvencentrum Dikmuide

(BC) 6 doorgangsgebouwen (DG) 4 stedelijke ondernemerscentra

(SOC): Oostende, Ieper, Roeselare en uitbreiding Kortrijk

incubatieruimte voor creatievestarters (*)in: BC Oostende en BC Brugge


DG VEURNE

BC DIKSMUIDE

**

DG WINGENE

DG ROESELARE

DG IZEGEMDG POPERINGE

DG WERVIK

SOC

SOC

SOC

SOC

Economische infrastructuur (5)Compentie- en kennispolen in W-Vlaanderen gesitueerd1) Vlaamse competentiepolen in Kortrijk Flanders InShape: productontwikkelingen en industrieel design Flanders Plastic’Vision2) Andere Vlaamse industriegedreven kenniscentra Vlaams kunststofcentrum (VKC, Kortrijk) In-HAM: assistieve technologie (Gits) Centrum Water (Hogeschool West-Vlaanderen, Kortrijk) Power-Link (Greenbridge incubator, Oostende)3) West-Vlaamse ‘intermediairen’ actief op het gebied van innovatie:

Innovatiecentrum, Agentschap Ondernemen, Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij, POVLT, UNIZO, VOKA, VKW

4) Onderzoekscentra binnen de West-Vlaamse hogescholen HOWEST, KATHO en KHBO





Vestigingen

34.444 vestigingen 22,0 % van het Vlaamse totaal

Relatief meer kleine vestigingen (minder dan 50 werknemers) in West-Vlaanderen (95,7 %) tov Vlaams Gewest (95,1 %)

64,4 % van alle vestigingen in West-Vlaanderen: minder dan 5 werknemers (Vlaanderen: 61,9 %); in deze vestigingen is in West-Vlaanderen 9,7 % van alle werknemers tewerkgesteld (Vlaanderen: 8,1 %)

Verdeling van het aantal vestigingen en de bezoldigde tewerkstelling in West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest naar grootteklasse, 31 december 2007.

Aantal opgerichte ondernemingen in West-Vlaanderen, 1998-2007.


Opgerichte ondernemingen

7.726 oprichtingen in West-Vlaanderen

18,8 % van het Vlaamse totaal

Oprichtingsratio (= oprichtingen tov aantal actieve ondernemingen) in West-Vlaanderen: 7,9 % (9,1 % in Vlaanderen)

Oprichtingsratio (a), gemeenten van West-Vlaanderen, 2007.

1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007

0

1,000

2,000

3,000

4,000

5,000

6,000

7,000

8,000

9,000

Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie),Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen.


Aantal werknemers en vestigingen in de industrie, West-Vlaanderen, 31 december 2007.


Industrie

3.763 vestigingen 93.332 werknemers

69,0 % van alle werknemers in de industrie actief in metaal, textiel & confectie en voeding

Sector Werk-nemers

in % Vesti-gingen

in %

Metaal 33.028 35,4 1.098 29,2Textiel en confectie 16.304 17,5 502 13,3Voeding 15.058 16,1 993 26,4Hout en meubelen 8.772 9,4 372 9,9Chemische, rubber- en kunststofnijverheid

7.377 7,9 166 4,4

Uitgeverijen, drukkerijen 3.737 4,0 261 6,9Andere 9.056 9,7 371 9,9Totaal industrie 93.332 100,0 3.763 100,0

Bron: RSZ, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen.



Detailhandel

16.674 detailhandelszaken in West-Vlaanderen

23,7 % van het Vlaamse totaal

Detailhandelszaken naar branche, West-Vlaanderen, januari 2010.

Bron: Tellingen Spectron online adressenbank (22/01/2010),Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen.


NOORDZEE

Kust : 581 629 bedden

Brugse Ommeland: 5 427 bedden

Leiestreek: 3 665 bedden

Westhoek: 9 849 bedden

Brugge: 9 566 bedden

Overnachtingscapaciteit West-Vlaanderen: 610 136 bedden

Toeristisch aanbod 2008West-Vlaanderen in cijfers

West-Vlaanderen in cijfersToeristisch aanbod 2008

Verblijfsaccomodatie

Þ 622 hotels (12 913 kamers)Kust: 304 hotels (6 995 kamers)Brugge: 112 hotels (3 243 kamers)Andere regio’s: 206 hotels (2 675 kamers)

Þ 116 campings (103 aan de kust)4 765 plaatsen voor toeristen24 000 residentiële plaatsen

Þ 86 033 woningen/appartementen aan de kust

West-Vlaanderen in cijfersToeristisch aanbod 2008

Activiteiten

Þ Pleziervaart: 3 356 ligplaatsen in 4 maritieme jachthavens

(Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge)

Þ 102 attracties/musea (+5 000 bezoekers)Kust: 31Brugge: 25Westhoek: 25 veelal gelieerd aan WO I

NOORDZEE

Kust: 32 185,6

Brugse Ommeland: 244,6

Leiestreek: 325,8

Westhoek: 280,7

Brugge: 1 731,1

Overnachtigen : 35 863,1 nachten (X 1 000)

Toeristische vraag en verblijfstoerisme 2008 (overnachtigen x 1 000)



Toeristische vraag 2008

Þ 6 534 000 bezoekers in 102 attracties/musea (+ 5 000 bezoekers)

Kust: 2 272 000 bezoekersBrugge: 2 376 000 bezoekersWesthoek: 1 375 000 bezoekers

Þ Recreatieve fietsers op de fietsnetwerkenNetwerk Brugse Ommeland: 1 506 000Netwerk Westhoek: 1 108 000Netwerk Leiestreek: 893 000


Opleiding (I)

83.034 leerlingen in het secundair onderwijs

282 vestigingsplaatsen in het secundair onderwijs

ASO (23,9 %), TSO (22,5 %) en BSO (18,1 %) zijn de populairste onderwijsvormen

Laatstejaarsleerlingen (3e graad, 2de leerjaar)

Personenzorg, handel en mechanica-elektriciteit zijn de populairste afstudeerrich-tingen

Verdeling van het aantal West-Vlaamse laatstejaarsleerlingen volgens studierichting, 1 februari 2009.

Bron: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen.

TSO

BSO



Opleiding (II)

32.026 studenten volgen hoger onderwijs

63,9 % hogeschool; 36,1 % universiteit

3 hogescholen, één universiteit

Populairste hogeschool-richtingen: handelswet. en bedrijfskunde (27,8 %), industriële wet. en technol. (19,7 %), onderwijs (15,2 %)

Populairste universiteits-richtingen: rechten (14,9 %), (toeg.) economische wet. (12,5 %), psychologie (11,3 %)

Verdeling van het aantal West-Vlaamse studenten volgens studierichting, academiejaar 2008-2009.

Bron: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming, Verwerking: Dienst Economie, Provincie West-Vlaanderen.

Hogeschool

Universiteit



De grote economische oriëntaties van het grondgebied met:

Les grandes orientations économiques du territoire avec :

- De Vlaamse overheid, Agentschap Ondernemen, mevr. Annelies DEMEURIE- De Provincie West-Vlaanderen, dhr. Lode VANDEN BUSSCHE- Stad Ieper, dhr. Jan GUILLEMONT- Le Secrétariat général aux Affaires régionales, M. Thomas PILLOT - La Région Nord-Pas de Calais, Mme Caroline DUPUIS- La Communauté urbaine de Dunkerque, M. Arnaud SALOME

Vlaanderen in Actie (ViA)Pact 2020Het doel van ViA is om Vlaanderen tegen 2020 naar de top vijf van Europese regio's te leiden.

ViA formuleerde zeven doorbraken:• De open ondernemer• De lerende Vlaming• Innovatiecentrum Vlaanderen• Groen en dynamisch stedengewest• Slimme draaischijf van Europa• Warme samenleving• Slagkrachtige overheid

De doorbraken zijn omgezet in 20 concrete doelstellingen in het Pact 2020. De Vlaamse Regering en de sociale partners ondertekenden het Pact en engageren zich om het uit te voeren.

Internationalisering• Stijging aandeel in de wereldexportmarkt.

Exploratie onbenut potentieel op vlak van internationalisatie.

• Stijging buitenlandse directe investeringen en investeringsbedrag.

• Stijging aantal exporterende bedrijven en verdubbeling aantal exporterende kmo’s.

• Groei uitvoer naar snelgroeiende markten.

Innovatie• Grotere besteding aan O&O. • Verdubbeling omzet uit nieuwe of verbeterde

producten en diensten. Hogere vertegenwoordiging van de speerpuntdomeinen (ICT, gezondheidszorg, logistiek en elektriciteitsnetwerk). Hoger aandeel werkenden in kennisintensieve sectoren.

• Stijging aantal patentaanvragen. Meer en betere verspreiding van innovatie.

• Meer overheidssteun voor eco-innovatie.

Ondernemerschap

• Stijging van het ondernemerschap en het aantal ondernemingen. Aanmoedigen ondernemerschap bij jonge starters, vrouwen en allochtonen en ouderen.

• Meer doorgroei van bestaande ondernemingen. • Een economisch activeringsbeleid om het aantal

effectief bruikbare bedrijventerreinen te verhogen.• Een performante landbouw. Het landbouwareaal

juridisch verankeren.


3 PRIORITEITEN VOOR WEST-VLAAMS ECONOMISCH BELEID

Technisch seminarie Economie, EGTS West-Vlaanderen/Flandre–Dunkerque–Côte d’OpaleBrugge, 18.10.2010

Lode Vanden BusscheDiensthoofd Economie

Provincie West-Vlaanderen

3 PRIORITEITEN VOOR WEST-VLAANDEREN

Prioriteit 1Versterken van het KMO-weefsel door ondersteunen ondernemerschap en starters in het bijzonder 1) Materieel: ruimte om te ondernemen Bijkomende bedrijvencentra, doorgangsgebouwen, stedelijke

ondernemerscentra, coherent netwerk (via Provincie en POM) Op bedrijventerreinen en in havengebieden(via

terreinbeheerders)2) Immaterieel: ondersteuning van ondernemers/starters Startersbegeleiding i.s.m. andere organisaties (AO, Syntra,

Unizo, VOKA) Ondersteuning gemeenten, in de toekomst meer

streekgebonden via stedelijke ondernemerscentra Andere specifieke thema’s en doelgroepen: bv. kleinhandel,

innovatie, internationalisering i.s.m. andere organisaties



Prioriteit 2Stimuleren van kennis, innovatie en duurzaam ondernemen

1) West-Vlaamse kenniscentra versterken Meer toegepast onderzoek en specifieke niches volgens

economische sterktes, thematisch en streekgebonden Netwerk van kenniscentra versterken Meer samenwerking met buitenlandse kenniscentra

2) Meer kennisgedreven en duurzame ontwikkelingen bij ondernemers Relaties tussen kenniscentra en ondernemers versterken met focus

op KMO’s: kennisvalorisatie toepasbaar voor ondernemers In samenwerking en afspraak met heel veel organisaties,

structureel en projectmatig!



Prioriteit 3Sterker ontwikkelen van duurzame logistieke processen en multimodaliteit1) Efficiëntere logistiek voor het industrieel weefsel

(‘industriële logistiek’)2) Uitbouw van West-Vlaamse poorten tot efficiënte logistieke

draaischijven in de logistieke ketens van de verladers (‘distributielogistiek’)

3) Ontwikkeling multimodaliteit met een sterkere samenwerking tussen industrie en poorten: o.a. - bundelen van goederenstromen, ontwikkeling van duurzame transportcorridors, ook grensoverschrijdend- versterken van inlandterminals

Via Logistiek Platform West-Poort (Provincie/POM als coördinatie)


RUIMTE VOOR INDUSTRIE • Industrieterreinen: samenwerking met WVI

• Voldoende ruimte voor uitbreidingen

• Optimalisatie beschikbare gronden

• Parkmanagement

RUIMTE VOOR HANDEL • Voorkeur voor de binnenstad

• Aantrekkelijke winkelstraten

• Parkeerbeleid

• Animatie

COMMUNICATIE • Dienst Lokale Economie

• Overleg: oa Raad Lokale Economie en Centrummanagement

• Informeren

• Promotie


De grote economische oriëntaties van het grondgebied met:

Les grandes orientations économiques du territoire avec :

- Le Secrétariat général aux Affaires régionales, M. Thomas PILLOT

60

• La région et l’économie au cœur du développement des territoires

• Une expérimentation sur 5 ans

• Un objectif de développement équilibré des territoires

Le cadre législatif

61

• Le Schéma Régional de Développement Economique a été voté en novembre 2005

• La Région entend prendre toute ses responsabilités

• Une élaboration menée dans un esprit de concertation et de solidarité

L’esprit du SRDE

62

8 objectifs stratégiques :

1. Accompagner la création et la transmission d’activités

2. Structurer le territoire régional autour de pôles d’excellence économique

3. Placer l’innovation et la valorisation de la recherche au cœur des priorités

4. Aider l’anticipation, clé de la réussite économique

5. Repenser l’action économique du Nord - Pas de Calais à l’international

6. Mobiliser et coordonner les outils financiers au service du développement

économique

7. Faire du Nord - Pas de Calais une région hautement avancée dans les TIC

8. Promouvoir une région solidaire et attentive à l ’équilibre entre les territoires

Le SRDE de la Région

Contexte du PLDE1. À l’échelle régionale…

• Loi de décentralisation du 13 août 2004 : identification de la Région comme « chef de file » du développement économique

• Préparation d’un Schéma Régional de Développement Économique (SRDE) en lien avec les territoires

• 24 novembre 2005 : validation du SRDE par le Conseil Régional ⇛ déclinaison du SRDE au travers des Plans Locaux de

Développement Économique (PLDE)

Contexte du PLDE2. Au niveau local…

• 2007-2008 : élaboration d’une nouvelle phase de la stratégie économique locale (étude KATALYSE)

• Avril 2008 : nouveau mandat communautaire, et début de la préparation du PLDE en lien avec le Projet communautaire (intégrant un volet « développement économique »)

• 19 juin 2009 : présentation en Conférence permanente du SRDE

• 2 juillet 2009 : validation en Conseil de communauté• 23 septembre 2009 : 1er Comité de suivi technique• 20 novembre 2009 : installation du Conseil de gouvernance du

PLDE

La philosophie

« Diversifier et renforcer l’économie locale pour tous »

• En innovant• En entreprenant• En contribuant à l’essor des entreprises du territoire• En investissant sur l’implantation d’activités et

d’entreprises nouvelles

⇛ déclinaison du PLDE en 5 grands objectifs pour le territoire

Les grands objectifs

• Développer une politique de filières ambitieuse dans les secteurs-clés de l’économie et favoriser l’émergence de nouvelles filières

• Développer le potentiel d’innovation du territoire• Favoriser la création d’activités nouvelles et le

développement de la culture entrepreneuriale• Développer l’économie de service et l’attractivité du

territoire• Contribuer à la cohésion sociale et à la dynamique

économique par l’emploi et la solidarité

Organisation des travaux

Constitution de 5 groupes de travail, répondant aux grands objectifs du PLDE :

1. Filières économiques et développement endogène2. Recherche et innovation3. Entrepreneuriat4. Rayonnement et attractivité5. ESS, emploi, insertion et formation⇛ Désignation d’un élu communautaire, animateur et référent

de chacun de ces groupes.+ un observatoire économique partenarial en support des

travaux (s’appuyant sur les ressources des observatoires AGUR, CCI, Maison de l’Emploi…)

Les partenaires



Quel positionnement économique pour le territoire transfrontalier du GECT ?

Grensoverschrijdend seminarie /Séminaire transfrontalier18-10-2010

Provinciehuis Boeverbos – Brugge


Debat / Débat : Hoe kunnen we gezamenlijk voordeel halen uit onze geografische ligging om de duurzame economische ontwikkeling in de hand te werken ?

Comment tirer parti ensemble de notre positionnement géographique pour favoriser le développement économique durable ?


Debat / Débat : Hoe kunnen we ons economisch weefsel versterken (diversificatie, creatie, innovatie, concurrentievermogen van de ondernemingen ….) ?

Comment renforcer ensemble notre tissu économique (diversification, création, innovation, compétitivité des entreprises…) ?


Debat / Débat : Welke middelen en praktijken om samen de economische ontwikkeling van het grondgebied van de EGTS te bevorderen ?

Quels sont les outils et les pratiques à créer ensemble pour favoriser le développement économique du GECT ?


Conclusies en afsluiting door dhr. Patrice BAKEROOT, verkozene van de EGTS

Conclusions et clôture par M. Patrice BAKEROOT, membre élu du GECT


Co-directie/co-direction:

Katarina De Fruyt

[email protected]

Tel + 32 (0)50 36 71 71

Stéphanie Verbèke [email protected]

Tel + 33 (0)3 28 62 71 08

mailto:[email protected]

mailto:[email protected]

EGTS GECT West-Vlaanderen / Flandre-Dunkerque-Côte d’Opale

Documents

Transcript of EGTS GECT West-Vlaanderen / Flandre-Dunkerque-Côte d’Opale