LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN...

200
LRON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK

Transcript of LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN...

Page 1: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LRON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK

Page 2: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 3: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY IN 1906

.Seigneur ]ésus, ayez pitié des pauvres lampes qui se consument devant votre Face douleureuse .. . .. "

LÉON BLOV: "Mon Journai"

Page 4: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 5: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK -

OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN

BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN DER MEER

DE WALCHEREN, VINCENT CLEERDIN, WILLEM

NIEUWENHUIS EN MR. HENRI VAN HAASTERT

„Il y en a qui demandent le bapteme après m'avoir lu. Quelle sanction divine à mes violencesl Ceux qui me condam-nent, se croyant sages, ne comprennent pas que je suis un tern oi n, que ma fonction est de rendre témoignage en un temps de renégats et que c'est pour cela que mes livres atteignent quelques Ames..."

LtoN BLOY : „L'invendable".

A. W. SIJTHOFF'S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ

- LEIDEN -

LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK -

OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN

BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN DER MEER

DE WALCHEREN, VINCENT CLEERDIN, WILLEM

NIEUWENHUIS EN MR. HENRI VAN HAASTERT

.H Y en a qui demandent Ie bapteme après m'avoir lu. QueUe sanction divine à mes violeneesl Ceux qui me eondam· nent, se eroyant sages, ne eomprennent pas que je suis un témoin, que ma fonetion est de rendre témoignage en un temps de renégats et que e'est pour eela que mes livres atteignent quelques àmes ... "

LtON BLOY; .L'invendabl,".

A. W. SIJTHOFF'S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ

- LEIDEN-

Page 6: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 7: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

INLEIDING.

Er is en er wordt veel en fel geschimpt op onzen tijd. Smalend en honend spreekt men van zijn geestelijke zwakheid, zijn hulpeloosheid, zijn besluitelooze houding ten opzichte der boven-natuurlijke wereld.

De tijd van het bedwelmend materialisme is voorbij. Ons geslacht staat in het teeken van het idealisme, van een hartstochtelijk zoeken en dringen „A la recherche de l'absolu", naar de mysteriën der onstoffelijke wereld.

En grimmig heeft men aan onzen tijd van „verlich-ting" gevraagd : Waar is uw levensbeschouwing ? Wat geeft ge mij als hou-vast, waarmee ik mij uit de duistere branding van het leven kan heenworstelen naar de kalme zee der boven-natuurlijke zekerheid ?

Schimp en hoon zijn, dunkt me, hier misplaatst. Het eenige gevoel, dat men voor onzen tijd kan hebben is : medelijden, grenzeloos diep, schreiend medelijden !

Maar wat geeft medelijden zonder daden van hulp. Wat zijn uw tranen waard, als ge uw medemensch in gevaar van verdrinken ziet en ge hem de reddende hand van den veiligen vasten wal af niet toesteekt ?

Een hand ter hulp en redding — dat zou dit boek willen zijn. En het zal 't kunnen wezen, wellicht voor velen, die radeloos zijn en vertwijfeld, dolend en tastend naar zekerheid en steun.

INLEIDING.

Er is en er wordt veel en fel geschimpt op Oll'i,:en tijd. Smalend en honend sprcekt men van zijn geestelijke zwakhcid, zijn hulpeloosheid, zijn besluitelooze houding ten opzichte der boven-natuurlijke wereld.

De tijd van het bedwelmcnd materialisme is voorbij. Ons geslacht staat in het teek en van het idealisme, van een hartstochtelijk zoeken en dringen ,,:1 la recherche de l'absolu", naar de mysteriën der onstoffelijke wereld.

En grimmig heeft men aan onzen tijd van "verlieh­ting" gevraagd : Waar is uw levensbeschouwing? Wat geeft ge mij als hou-vaf't, waarmee ik mij uit de duistere branding van het leven kan heenworstelen naar de kalmc zee der boven-natuurlijke zekerheid?

Schimp en hoon zijn, dunkt me, hier misplaatst. Het cenige gevoel, dat men voor onzen tijd kan hebben is: medelijden, grenzeloos diep, schreiend medelijden!

Maar wat geeft medelijden zonder daden van hulp. Wat zijn uw tranen waard, als ge uw medemenseh in gevaar van verdrinken ziet en ge hem de reddende hand van den veiligen vasten wal af niet toesteekt?

Een hand tcr hulp en redding - dat zou dit boek willen zijn. En het zal 't kunnen wezen, wellicht voor velen, die radeloos zijn en vertwijfeld. dolend en tastend naar zekerheid en steun.

Page 8: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

INLEIDING

Wij wijzen hier op een man : Christen en kunstenaar beide in hoogste voortreffelijkheid, wiens persoonlijkheid dc geïncarneerde kracht is en wiens oeuvre straalt van licht en staalt tot heldhaftigheid.

Léon Bloy staat als een bronzen zuil in dezen wanke-len tijd. Hij staat met beide voeten gegroeid in het Abso-lute en zijn hoofd reikt tot het licht der sterren.

„Bloy — schreef Henry de Groux eens in de „Portraits du prochain siècle" — Bloy n'a qu'une ligne et cette ligne est son contour. Cettc ligne c'est l'ABSOLU.

„L'Absolu dans la pensée, l'Absolu dans la parole, l'Absolu dans les actes.

„Absolu tel, que tout en lui est identique. „Lorsqu'il vomit sur un contemporain, c'est, infini-

ment et exactement, comme s'il chantait la Gloire de Dieu.

„C'est pourquoi la gloire de ce monde lui est refusée". In het Absolute ligt het geheim van Bloy's kracht.

„Nisi Dominus aedificaverit donum ." slechts als ge bouwt op het Absolute, bouwt ge op vasten grond. Al 't andere zakt en zinkt weg, houdt, bij gebreke van steun, nimmer stand.

Bloy leert te leven in het Absolute en het bestaan er op te bouwen, hoog en hecht. En dat is zijn merkwaar-dige en superbe roeping — te getuigen voor het Absolute, ondanks schimp en hoon, ondanks miskenning en ver-werping, ondanks vervolging en dood.

„Il y en a qui demandent le baptême après m'avoir lu. Quelle sanction divine A mes violences ! Ceux qui me condamnent, se croyant sages, ne comprennent pas que je suis un témoin, que ma fonction est de rendre té-moignage en un temps de renégats et que c'est pour cela que mes livres atteignent quelques Ames."

Het aantal dezer zielen te vermeerderen is het innig verhoopte doel van ons werkje. Wij pretendeeren niet Bloy en zijn (euvre volledig en naar volle waarde te

INLEIDING

Wij wijzen hier op een man: Christen en kunstenaar beide in hoogste voortreffelijkheid, wiens persoonlijkheid de geïncarneerde kracht is en wiens cruvre straalt van licht en staalt tot heldhaftigheid.

Léon Bloy staat als ecn bronzen zuil in dezen wanke­len tijd. Hij staat met beide voeten gegroeid in het Abso­lute en zijn hoofd reikt tot het licht der sterren.

"Bloy - schreef Henry dc Groux ecns in de "Portraits du prochain siècle" - Bloy n'a qu'une ligne et cctte ligne est son contour. Cettc ligne c'est l'ABSOLU.

"L' Absolu dans la pensée, l' Absolu dans la parole, l'Absolu dans les actes.

"Absolu tel, que tout en lui est identique. "Lorsqu'il vomit SUl' un contemporain, c'cst, infini­

ment et exactemcnt, commc s'il chantait la Gloirc de Dieu.

"C'est pourquoi la gloire de ce monde lui est refusée". In het Absolute ligt het geheim van Bloy's kracht.

"Nisi Dominus aedificavcrit donum ... " slechts als ge bouwt op het Absolute, bouwt ge op vasten grond. Al 't andere zakt en zinkt weg, houdt, bij gebreke van steun, nimmer stand.

Bloy leert te leven in het Absolute en het bestaan er op te bouwen, hoog en hecht. En dat is zijn merkwaar­dige en superbe roeping - te getuigen voor het Absolute, ondanks schimp en hoon, ondanks miskenning en ver­werping, ondanks vervolging en dood.

,,11 y en a qui demandent Ie baptême après m'avoir lu. QueUe sanction divine à mes violences ! Ceux qui me condamnent, se croyant sages, ne comprennent pas que je suis un témoin, que ma fonction est de rendre té­moignage en un temps de renégats et que c' est pour cela que mes livres atteignent quelques àmes."

Het aantal dezer zielen te vermeerderen is het innig verhoopte doel van ons werkje. Wij pretendeeren niet Bloyen zijn U'uvre volledig en naar volle waarde te

Page 9: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

INLEIDING

doen kennen, maar slechts de lezers er toe te brengen zelf te gaan tot dezen grooten man en zijn verheven werk. Daarom hebben wij hier naast een paar beschou-wingen over Léon Bloy verschillende stukjes in verta-ling uit zijne werken bijeengebracht en aan het slot een uitvoerige bibliografie van zijn tot nu toe gepubli-ceerd ccuvre opgenomen.

MR. H. VAN HAASTERT.

1?otterdam, Febr. 1917.

INLEIDING

doen kennen, maar slechts de lezers er toe te brengen zelf te gaan tot dezen grooten man en zijn verheven werk. Daarom hebben wij hier naast een paar beschou­wingen over Léon Bloy verschillende stukjes in verta­ling uit zijne werken bijeengebracht en aan het slot een uitvoerige bibliografie van zijn tot nu toe gepubli­ceerd ~uvre opgenomen.

MR. H. VAN HAASTERT.

Rotterdam, Febr. 1917.

Page 10: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 11: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

Een van Léon Bloy's vrienden in Holland zond hem indertijd een aantal artikelen en knipsels uit Neder-landsche bladen en tijdschriften, waarin over hem en zijn werk geschreven werd — veelal onwelwillend, ten gevolge van een angstwekkend gemis aan inzicht in Bloy's ongewone roeping als Katholiek schrijver.

Léon Bloy zond daarop als antwoord den brief, die hier — met toestemming van den eigenaar — in fac-similé staat afgedrukt.

Een van Léon Bloy's vrienden in Holland zond hem indertijd een aantal artikelen en knipsels uit N eder­landsche bladen en tijdschriften, waarin over hem en zijn werk geschreven werd - veelal onwelwillend, ten gevolge van een angstwekkend gemis aan inzicht in Bloy's ongewone roeping als Katholiek schrijver.

Léon Bloy zond daarop als antwoord den brief, die hier - met toestemming van den eigenaar - in fac-similé staat afgedrukt.

Page 12: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 13: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

ehe)L gm; , ic (/,‘,., au. „ 0,,t4ls zkicite if qu,' oil 11 egnni,vai. 1,,,, É.trc 41614 gi4c.., cv e; i ,-_-,x/-40-17' ,,e4 de- 1FrdriC 14 " --IX ;_ • 144 0 .4.-- f, A, 4.4--

,i e- J(4-4-i KO ci. de zec,tilazile,,,t,e, charin,

TAL e (1e5v col-goet'itAe ,,t'llottldet-i--j (ego font, et Cet-- ei LILA. e t, 1-1--...)1A0c; 2- g'et,t AO ,

1-C ot P 0 twat--ci tAicieb .javtis doure, truuj 3,,R. jut blip 0,IN aez, ore, -ten c,11-trer en Fl.altce

ii,/, &Atetoeitpte ciptie'Y i'liteffifience,capat4

cie emitptertra Earttelytte rho:h.. Cc/A..1'61-m. 7,e., 7,-0,-4,4-3 c-,:togiele exeinfireJ. lepargitqu'etz ` 11-6ee,th cie 1 e 'ciPtlut ci art ini-poiii"6Pci- L(

Ce.e,t kvi: 4 ',..riti.a..e Ivt,,, . itOillYetit-,7e.,ui4

altereilit• grei.Q ?tt.eernert.r-cia_rtl mdll efenti-

?"-ert-t- p-th1061“ei. Et egrassto e4t - a qatred OM MO decor efLo: c (eriz-,4 pet,t-Riie sex. dez.- ».-:ece ..*“.pér L0 z ii, öt.47 itoto ize,fkit---./141 /kJ cL4,- 7 , , , , LZ.C, ) C-tk , 1A-r, ert C' ti e_ L;eti3c, , itzoi - , Li: effe tioil/3 e6tra.Fie}?

Tor, utoi , I-L‘rio !friL.LoicY pauvref fit/1-ns, .." l' -, ett t" ne4 de rim' 1-tent-ion cie LAIligini, a,: ,it- eté- Cfc cc-a,.ftioll de c-e dich,:Ainentritrit eN,trgorciirtaile de, ei E•mifit;e426:17:i tit, radio- f if.:c. 4 01 C tio-Cea 11-d ti I-3 ?

T) ' Cti, Z:ij_4 tlIt 1- 0 11211-titttx , ii 11 V_ et-p a-J.% LA // e-

-1,etilit- ale lrfe/i nigiie4 ,-7--,,,,- foit-z,f,p4zei,,,hc, i 0. ze kie n6.-iiiir.47,4:3 pa.. _fic7vylile ,i 'en Zen-a-4'4S ,-4i zero &re a_ ti,tire i gce-14-Ja_4- iji 171.2,-3

a 1/17t t-- h,itt-d, JuvItytx, on tie mepar•Jvnilepay

'-a` érze titi fi, 4 '111 141 e a,' 46.-.5,0C, 7, c ieir_cii-cti,ze de ercire aer,o4-0,,ent...) queivertt ext-g-e, cpAid.l'ea 'kit, fiorrt rite 61-, gut' ir ii Vd 17,:x diz. 1/6Lit ie geoutü C' Ely eie, ..1f44e tjett cle4 cIritfio_ 64.t. e4 4e rea rtactz6 , cegt .e., a yriei irrirrlii - 5c: G ec , f ' A; ily,iie,...liie„,,.

Welk een overdrijving ! De man die alle fatsoenlijke rustige burgers de huid vol scheldt en als een bezetene raast en bovendien een taal uitgalmt waarvan wij, die solide hersenen hebben en toch waarachtig niet de eersten de besten zijn, niets begrijpen, — zoo'n zonder-ling een held te noemen ! Waarom doet hij niet gewoon, gewoon ? Waarom niet te handelen en te denken als wij, — als iedereen ? Hij spreekt voortdurend over dingen die wij niet zien en die dus niet bestaan. Het is niet zoo moeilijk om een goed Christen te zijn. Dieu n'en demande pas tant ! — etc. etc."

Mijn beste menschen, er is niets aan te doen. Gij hebt ongelijk. Bloy heeft gelijk.

Bloy is overdreven, zooals een vulkaan overdreven is! In plaats van met machtelooze nijdigheid aan hem te

peuteren, hem te becritiseeren en hem raad te geven, deedt ge beter eens nederig te luisteren naar zijn groote, geweldig schoone stem. Zoo uw hart nog niet ganschelijk bedorven is door het zoetelijk weeë, middelmatigegeschrijf van onzen modernen tijd, dan is deze man in staat, ook wanneer ge sinds altijd Katholiek zijt, u nieuwe verruk-kingen te geven over uwen godsdienst, u onbekende heerlijke horizonten te wijzen. Hij zet al de klokken van onze geestdrift en ons geloof te luiden.

* *

Daar Léon Bloy menschen, die, aan alles vertwijfelend, in de buitenste duisternissen ronddoolden, naar het licht heeft opgevoerd en de Kerk binnengeleid, moesten juist zijn geloofsgenooten hem hooglijk waardeeren en trotsch op hem zijn. Is het zoo moeilijk te begrijpen dat zij in Bloy een zeer sterken medestrijder bezitten, een onverschrokkene die altijd en met al zijn woorden

Welk een overdrijving! De man die alle fatsoenlijke rustige burgers de huid vol scheldt en als een bezetene raast en bovendien een taal uitgalmt waarvan wij, die solide hersenen hebben en toch waarachtig niet de eersten de besten zijn, niets begrijpen, - zoo'n zonder­ling een held te noemen ! Waarom doet hij niet gewoon, gewoon? "Vaarorn niet te handelen en te denken als wij, - als iedereen? Hij spreekt voortdurend over dingen die wij niet zien en die dus niet bestaan. Het is niet zoo moeilijk om een goed Christen te zijn. Dieu n'en demande pas tant! - etc. etc."

Mijn bestc menschen, er is niets aan te doen. Gij hebt ongelijk. Bloy heeft gelijk.

Bloy is overdreven, zooals een vulkaan overdreven is! In plaats van met machtelooze nijdigheid aan hem te

peuteren, hem te becritiseeren en hem raad te geven, deedt ge beter eens nederig te luisteren naar zijn groote, geweldig schoone stem. Zoo uw hart nog niet ganschelijk bedorven is door het zoetelijk weeë, middelmatige geschrijf van onzen modernen tijd, dan is deze man in staat, ook wanneer ge sinds altijd Katholiek zijt, u nieuwe verruk­kingen te geven over uwen godsdienst, u onbekende heerlijke horizonten te wijzen. Hij zet al de klokken van onze gcestdrift en ons geloof tc luiden.

* * * Daar Léon Bloy mensehen, die, aan alles vertwijfelend,

in de buitenste duisternissen ronddoolden, naar het lieht heeft opgevoerd en de Kerk binnengeleid, moesten juist zijn geloofsgenooten hem hooglijk waardeeren en trotsch op hem zijn. Is het zoo moeilijk te begrijpcn dat zij in Bloy een zeer sterken medestrijder bezitten, een onverschrokkene die altijd en met al zijn woorden

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanweziglieid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den grooten weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeelingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitcin, terwijl hij him bevel gaf zich gcreed te maken. Deze kapitein was cen oude dappere, oud-officier dcr marine, een genoeglijk en zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem. en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance transporteeren, om hem later te doen begraven met zooveel plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

„Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle-fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een „dure jongen" uitzag, „de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer linden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt ?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge-ten als de kaarsen : twee waskaarsen van de „Etoile',

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanwezigheid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den groot en weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeclingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitein, terwijl hij hUil bevel gaf zich gereed te maken. Deze kapitein was eelt oude dappere, oud-officier der marine, een genoeglijk ell zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance tratlsporteeren, om hem later te doen begraven met zoovecl plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

"Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle­fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een "dure jongen" uitzag, "de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer vinden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt '?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge­ten als de kaarsen: twee waskaarsen van de "Etoile"

Page 14: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

,/

Joi-4-t7 rptokuie, Jail, derric;re etA cze9s -, tte ea vérire',/i'd ricn d'a&ioett, ti. ,-.21-ee-

i::,:m.Ooygnrê Si-, /7-1441-ti orme,q“c -r- --0,7 ad S., re', Noy, .iditt el' Cment eciti,I'btéj,

ll.4'tsvi arvi deiVeti do-i'i.fe coil otili,N dii. __

.1 Iv éc, e t - 7Y SY e d ,s PegO -finite concv4-

..-V-014-3 exi'tie al f,.-.7 couivi cie vatetif cie

P1124_,Le_ Ju- (' poz-titly,:t ci. trgaidclioni

1,-v6" ciL4 e.. 1- 7(i-diet's “.4: ,ft_it titis cca,,,,Litt‘, j

pi/tin/Le potit ..fgifi ecpi qui ,ide.C-4,4-4C ci'd iit'l Z.

ei, IA iv, dkr(etiti 7LI-4-1 5 doit . 1 linty i./1, 'el 11 Line

L' 1' Ctif In C CiC.- ei -46- JO fit, Ce4-1 C 'OP POWI eeta

qt. 1 it alhz. leitate- ;;.n. iottenterte-- rd/-9,ent-

IctLA-1/4" pZittre cie pzilrei a-i-t- ae-<-‘ ')k- ee-

te71 ei,1 iit'age4-, coMme- eicia- Acta- ttr7

4.0itiire ,71,iiii7e,011- “illriveZytte di' In-6 -

foLeig 177 Oil dCAOttereldln - ,--1-12-ti- Ce-tre acctiStxtirt C.-apt' &lg.; te

-le-tits-zee 141` on. patvzizait---i 'en. retiiit ej,

1,4_ etttae peld li &I ii 1 itctrit-qu'ti4ic ittile.

CieC :I itê41,01-rL, dC Cerre Ottclifleffe, pi-- , ,. ,

vtxta cot ion , ....--/e istt ,C-C4 e

citaitzteitf--- eamprO Tic ccect_ ..-It4..

e rem eivt__, • 1.41,et I, i'," 6 ef c,

e,,,,, ,ii, ,,,,,, „ c,-,„tenteur_z-,,,-,4_8,: ' cab-

vut eva , cri,-pied cie f'cuLter - <9, 7e 77,0,41,qtAc cle 60(td icii_,,c.(de--resri4

itit_titt-L'ere ,,, '4D t',.iciit-iti - If; oft,t- ziaL5011,

je ..1C4i4 6ore ci i en e0ittletiit: .1, e_ 6tnit

-rept 8, tel_ gut.' t'il3 e enter? deaf-, c-otte),',ite

/7 e_ p elis ;i' i e n4.Zci-éPer pou 7. . 171 cAft_tyre___, h/L ih Zinc, ',owl mil Jac/LT ee qice.i. coitpte._,, ii e ruit-ce- Itte r 1 a_td ru0 I) ..11,Jfitaiii_4_, cit:_' _ cp4 ii4,0 el ei cOne3 -;) t441 ihOigetit--

'an Cott

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanweziglieid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den grooten weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeelingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitcin, terwijl hij him bevel gaf zich gcreed te maken. Deze kapitein was cen oude dappere, oud-officier dcr marine, een genoeglijk en zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem. en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance transporteeren, om hem later te doen begraven met zooveel plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

„Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle-fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een „dure jongen" uitzag, „de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer linden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt ?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge-ten als de kaarsen : twee waskaarsen van de „Etoile',

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanwezigheid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den groot en weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeclingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitein, terwijl hij hUil bevel gaf zich gereed te maken. Deze kapitein was eelt oude dappere, oud-officier der marine, een genoeglijk ell zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance tratlsporteeren, om hem later te doen begraven met zoovecl plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

"Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle­fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een "dure jongen" uitzag, "de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer vinden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt '?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge­ten als de kaarsen: twee waskaarsen van de "Etoile"

Page 15: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

3 feL471/ ast cli4,0e14.3 prakquC) fe.,3

en-kg icittcateicluAle di,b5(

ox 6-5 vc/cae,),:c.Ai-cp.A0 cltaiLi.-

,-Oaveilt ire cla ptect`_e4 e/sk vet-a et-tit e,I7- to tt;.e._ 42,'L ea-

t A> a eglia, a I I- ecti6-€2 Je ej

zipe'3 4f:' de- -e el_ t;vrtne Cetie, at, ec fe .5act. ,14.4 ,cutvi-CJ- 1 C)(4-1 c' t-t1 ", clev( Ch0r16 onk.

-rd1-4-/outti In a c .17 1, CA 144,-i- 712% it/1--beC4 CnCel"fleLYPC-ir

cet- 4 veil, clOeft4 aio (.3 efizz-l'e.vi-lc. de3 t e E vorty Fine

lie 9z-44/c r&-iiriarwa.44;:evr.ce lute, le. CIZA,i25

p aAL4./t CIE: /1 Ce3SCILL/Le, 0/7444:Cdfigtle V eta-

3“-Zinæ_i6/14 • C en co té vrai .‘ Vende qu.v A'gee4,cf, venyCluere

• - - Qua- 7-1-01-1 -Lertun onirti6vo_

r14,71 rot:ea-mew iee- et a ciptSki

-4“ ket4_ de nie egrid.9rti rier, ij cle. derrière Ca vatOute'S cie r_

ère echer,,A, it7,5truietrnoi,://a. ne_ f:Evsnyiee. Ceg- cui point-

136iji 'e„(1--e-,i,e1-2 frgdui4gruk;

1V1" cfivit igtviircvt‘Skagetit-- dt-9( r • c'ei4'tvrt.'t;,9ncai/i otr,

Vti Jont cklecWetO • 1? pgrait 14-4-e Mgirt4 koPiondliiie4 agitcoup

KtiliÈrjpoilertgeoria CI-it/M.610 firetx 1:s , ceia me itche twr---ztp,

p avt.terre . re va. 5a itJ elite queje,114,6 accuc,

Clf vageraiwn, ceiruct edi- rave, Da To

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanweziglieid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den grooten weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeelingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitcin, terwijl hij him bevel gaf zich gcreed te maken. Deze kapitein was cen oude dappere, oud-officier dcr marine, een genoeglijk en zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem. en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance transporteeren, om hem later te doen begraven met zooveel plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

„Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle-fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een „dure jongen" uitzag, „de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer linden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt ?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge-ten als de kaarsen : twee waskaarsen van de „Etoile',

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanwezigheid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den groot en weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeclingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitein, terwijl hij hUil bevel gaf zich gereed te maken. Deze kapitein was eelt oude dappere, oud-officier der marine, een genoeglijk ell zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance tratlsporteeren, om hem later te doen begraven met zoovecl plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

"Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle­fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een "dure jongen" uitzag, "de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer vinden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt '?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge­ten als de kaarsen: twee waskaarsen van de "Etoile"

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanweziglieid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den grooten weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeelingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitcin, terwijl hij him bevel gaf zich gcreed te maken. Deze kapitein was cen oude dappere, oud-officier dcr marine, een genoeglijk en zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem. en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance transporteeren, om hem later te doen begraven met zooveel plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

„Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle-fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een „dure jongen" uitzag, „de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer linden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt ?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge-ten als de kaarsen : twee waskaarsen van de „Etoile',

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanwezigheid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den groot en weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeclingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitein, terwijl hij hUil bevel gaf zich gereed te maken. Deze kapitein was eelt oude dappere, oud-officier der marine, een genoeglijk ell zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance tratlsporteeren, om hem later te doen begraven met zoovecl plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

"Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle­fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een "dure jongen" uitzag, "de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer vinden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt '?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge­ten als de kaarsen: twee waskaarsen van de "Etoile"

Page 16: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

(‘L-4 4 !man EiX cics Lityux ca, fc-“te' c/v cp,,c el/diet-at-on cie5t de --01:/te 6e,twel 11 C4 0 ta OEL Neu, E,st, e4titoliiiton., atue pti'ff'rid Hunt_ deifecettic E vault. Ci ri4Eyigè4e

.11tEewx, COM bri_4,,,,r avz c ao&- 5cirte qic rt cJV pt.ts pc.z.pri) cle

e4tat,fle- cto-n-f &_4 de ffortgrrOe.

itrtotio-) 014.

itge tzedit2'etion za.6ef ot'enn,e

S "tt,.,t'ai-elz 72-e lc? de invt5 -

patiiitru4 cf&ctizJ cho'ieJ) Tui re_ eatiittet_cicytrtzel

'7 e ite ilex-e 9v 7 té- rn eltfv:e Z7,:l 14111e:

4,:t 1 c tzttje de 1116- ivz Zelitiofri3 Incle

rattln114 ci5ao 7 Meti t5 fa- (7,

e3 ceeli dri ti erif eati-n Ée6

did-t'cr‘ti, CT tL e Cer,(1 cie Hereatide.

(7 IC petriocit cir-ÆoJi Jaw, 171,

u,ozeJ cles dtrkt7-4 tic,,x4:t- en vain a,..x.71), ac4

(.1'11,?re,11,;(m7? f ittcp..4 11 e "cz' ?I-Jon devuit 'ell liic

,;-1-4:-°a,flit-it- d adcweizt- tr,lticr ti 4,7

C 61'cli Jr-tit /le e'ct; Corrohipttepa, e- D .41-get • _L. t'J flilcortit

taZeni, 77 p6 non piLi te.t,t1L,777,t41

J' t_vero'aq pL4_i.1 LA dfn die/ 1 Cerr4.2_

CIC k Cali- or 1.1 " 4' it- .1í ci4e0e, a<-Ciée-cortV,ife (lei p Leo ›,)

jer,1 tle de:4 rii,re iminoz<quic terf Vcte ee4 (‘'.Feelvij cfccittae>>,,"c __sefro

cat4oCt'cre ../

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanweziglieid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den grooten weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeelingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitcin, terwijl hij him bevel gaf zich gcreed te maken. Deze kapitein was cen oude dappere, oud-officier dcr marine, een genoeglijk en zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem. en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance transporteeren, om hem later te doen begraven met zooveel plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

„Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle-fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een „dure jongen" uitzag, „de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer linden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt ?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge-ten als de kaarsen : twee waskaarsen van de „Etoile',

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanwezigheid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den groot en weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeclingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitein, terwijl hij hUil bevel gaf zich gereed te maken. Deze kapitein was eelt oude dappere, oud-officier der marine, een genoeglijk ell zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance tratlsporteeren, om hem later te doen begraven met zoovecl plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

"Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle­fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een "dure jongen" uitzag, "de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer vinden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt '?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge­ten als de kaarsen: twee waskaarsen van de "Etoile"

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanweziglieid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den grooten weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeelingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitcin, terwijl hij him bevel gaf zich gcreed te maken. Deze kapitein was cen oude dappere, oud-officier dcr marine, een genoeglijk en zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem. en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance transporteeren, om hem later te doen begraven met zooveel plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

„Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle-fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een „dure jongen" uitzag, „de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer linden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt ?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge-ten als de kaarsen : twee waskaarsen van de „Etoile',

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanwezigheid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den groot en weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeclingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitein, terwijl hij hUil bevel gaf zich gereed te maken. Deze kapitein was eelt oude dappere, oud-officier der marine, een genoeglijk ell zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance tratlsporteeren, om hem later te doen begraven met zoovecl plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

"Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle­fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een "dure jongen" uitzag, "de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer vinden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt '?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge­ten als de kaarsen: twee waskaarsen van de "Etoile"

Page 17: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

cvzh e evel-Low de. ex pri,z e ec_5 r . crtt az petit reuvi nr- V4 0,1 ex a At

ettit e cagoakpie, 6e welle 44_13k:lotie_ re de Chica 7c clwoini-L. cuo5i -Ce atiad 3.-t

Cee 1,4> i e_x'adz' - CI-015 ,14 Cri'L 1C"1-1

k‘‘ it‘ t--4 VI e f 1,4 e ta-Ltrel dozyne piloctquiz, Vet_ Sarif elite Itie nuttuttie ,

out! e into? oz.1 --- e4r,Jarti ootri< 7er LI cfv,s ttz me- puz cat JeA.1,1° :e4b,(0,,i, cot p de6 wrria -

6écia cziettge, • Ell .11 PecGvie de:4 eLtiére") cctigok 140

de Heft,. note me uut purre iappAciuts dye, ébri,,e0-471,e, ye.4<ef, ;au:

C..../f-it in till grd Z'avaLi e4ti_cirtl.qu aPpt 1811 I su errej a vai.i epri:4

coimgairze ayfylitu .,014 e-s &foil de ,pa..0626Zziit eta--

eitrs Pea- Ifa qt4dui,.._,- ,cp*- p7.3,11 Cock./ s 11 6- Ori

d ire &J e lute anteaje

e-.4-5ei 71 ei 6earadrrscare.q, de Kt_ e Cowry e,oi3 e S.1 ely‘.

404,1 31112,-,1D,i-ie dicanii,)e itv trt-a-zuite,.

. 0 , cher am rout ce flue IC p eux epolidte tioF'e envoi de rapie,,,,ifyini„-iiewriieuscilee.,

ee cike, ce Quirt ildtt7ifilera pa.4 em-gd_c_Lee-3, e--e3 itt eYp oil- 6 (lei de nezent;,?)-71

L.-24-tem-fiez-a-ncC t; (C77 C.4,111,144 C R Ltta Attl-;4i )e s vows datche pais qUe.J'ainlerAiis )1t-ie'ae )14C-J 5 ot.c.r avec,91.1.ri'el cAoie•

1 a.0 avy-Lg 191414

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanweziglieid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den grooten weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeelingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitcin, terwijl hij him bevel gaf zich gcreed te maken. Deze kapitein was cen oude dappere, oud-officier dcr marine, een genoeglijk en zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem. en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance transporteeren, om hem later te doen begraven met zooveel plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

„Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle-fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een „dure jongen" uitzag, „de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer linden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt ?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge-ten als de kaarsen : twee waskaarsen van de „Etoile',

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanwezigheid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den groot en weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeclingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitein, terwijl hij hUil bevel gaf zich gereed te maken. Deze kapitein was eelt oude dappere, oud-officier der marine, een genoeglijk ell zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance tratlsporteeren, om hem later te doen begraven met zoovecl plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

"Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle­fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een "dure jongen" uitzag, "de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer vinden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt '?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge­ten als de kaarsen: twee waskaarsen van de "Etoile"

dee

dee

Page 18: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 19: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

EENIGE AANTEEKENINGEN OVER LÉON BLOY.

Het heeft mij altijd uiterst bevreemd dat de Katho-lieken Léon Bloy schijnen te schuwen als een zeer gevaarlijk man. In plaats dat zij zich aandachtig te luisteren zetten naar de wonderbare stem van dezen unie-ken dichter en den diepen zin trachten te begrijpen van hetgeen hij op zoo buitengewoon schoone wijze zegt, zwijgen zij hem dood, of naderen hem vol wantrouwen, en na een kort bezoek spoeden zij zich weg ; er zijn te diepe afgronden en te steile toppen in dit onherbergzaam bergland ! — Behouden thuisgekomen, en weer warm-pjes geïnstalleerd in den christelijken leunstoel, waar-schuwen zij in gemoede hun vrienden en genooten, en al de nieuwsgierigen voor het ontzettend gevaar aan een dergelijken tocht verbonden. Degenen wier devies luidt : komen we er vandaag niet, dan komen we er morgen, bauwen gedwee het oordeel na dier onbevoegde critici, die van het geweld dat barnt in de ziel van een Chris-ten als Bloy, niemendal begrepen hebben. Om niet bang te zijn voor den gloed en de hevigheid dier taal en dier gedachten, moet men zelf een levenden geest bezit-ten en niet teren op tot in den treure herkauwde saplooze gemeenplaatsen, welke voor de overgroote meerderheid ler menschen het eigen denken en het eigen voelen al te eer vervangen. Bovendien is Bloy een kunstenaar die de schoonheid

hartstochtelijk liefheeft. Hij weet, — en welk zuiver-voelend Christen moet het niet met hem eens zijn ?

L6on 13loy. 1

EENIGE AANTEEKENINGEN OVER LÉON BLOY.

Het heeft mij altijd uiterst bevreemd dat de Katho­lieken Léon Bloy schijnen te schuwen als een zeer gevaarlijk man. In plaats dat zij zich aandachtig te luisteren zetten naar de wonderbare stem van dezen unie­ken dichter en den diepen zin trachten te begrijpen van hetgeen hij op zoo buitengewoon schoone wijze zegt, zwijgen zij hem dood, of naderen hem vol wantrouwen, en na een kort bezoek spoeden zij zich weg; er zijn te diepe afgronden en te steile toppen in dit onherbergzaam bergland! - Behouden thuisgekomen, en weer warm­pjes geïnstalleerd in den christelijken leunstoel, waar­schuwen zij in gemoede hun vrienden en genooten, en al de nieuwsgierigen voor het ontzettend gevaar aan een dergelijken tocht verbonden. Degenen wier devies luidt: komen we er vandaag niet, dan komen we er morgen, bauwen gedwee het oordeel na dier onbevoegde critici, die van het geweld dat barnt in de ziel van een Chris­ten als Bloy, niemendal begrepen hebben. Om niet bang te zijn voor den gloed en de hevigheid dier taal en dier gedachten, moet men zelf een levenden geest bezit­ten en niet teren op tot in den treure herkauwde saplooze gemeenplaatsen, welke voor de overgroote meerderheid Ier menschen het eigen denken en het eigen voelen al te eer vervangen.

Bovendien is Bloy een kunstenaar die de schoonheid hartstochtelijk liefheeft. Hij weet, - en welk zuiver­voelend Christen moet het niet met hem eens zijn ?

Léon Bloy. 1

Page 20: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

2 LÉON BLOY

dat God volmaakte schoonheid is. Wil men dus op zoo waardig mogelijke wijze over Hem spreken, van Hem verhalen, dan moet dit geschieden met pracht. Alles wat Bloy zegt, heeft het gouden geluid der schoonheid. Ook wanneer hij toornt, wanneer hij zijn. koelbloedig neergeschreven verontwaardiging uit, is zijn taal een kostelijke vreugde. Zijn geeselen van personen en mis-standen, zijn heerlijk schelden, is kunst, diepe kunst. Want zijn toorn, zijn woede tegen de sehenners is, in diepste wezen, de nostalgieke kreet om rechtvaardigheid, blijft immer den zwaren grondtoon houden van liefde voor God.

De kunstenaar, de geestelijk diep-geaarde, heeft de intuïtie dat achter den schoonen schijn van het zichtbare heelal, een wereld verborgen ligt van welke hij slechts een zeer zwakke afstraling in vorm, in muziek, in woor-den te geven vermag. Aldus is de kunst : heimwee naar God, de zang, of de schreeuw van verlangen naar de eeuwige heuvelen, naar het Verloren Paradijs welks beeld de zielen niet vergeten kunnen en dat zij zoeken aan al de gezichteinders van de onafzienbare woestijn des levens.

Van welk een Gods-verlangen, van welk een onstilbare nostalgie moet dan de waarachtige Christelijke kunst bestendig doorgloeid zijn !

* *

Hetgeen S. Hieronymus van zichzelven zegt : Canes latrant pro domino suo, et ego latrare non possum pro Domino meo ? Mori possum, tacere non possum ; kan woordelijk toegepast worden op Léon Bloy. Hij mag de sterke woorden als wapenspreuk voeren, de geteisterde held !

Ik hoor al dadelijk de bedachtzame, den gulden mid-denweg bekuierende lieden uitroepen : „Goede hemel !

2 LÉON BLOY

dat God volmaakte schoonheid is. Wil men dus op zoo waardig mogelijke wijze over Hem spreken, van Hem verhalen, dan moet dit geschieden met pracht. Alles wat Bloy zegt, heeft het gouden geluid der schoonheid. Ook wanneer hij toornt, wanneer hij zijn koelbloedig neergeschreven verontwaardiging uit, is zijn taal een kostelijke vreugde. Zijn geeselen van personen en mis­standen, zijn heerlijk schelden, is kunst, diepe kunst. Want zijn toorn, zijn woede tegen de schenners is, in diepste wezen, de nostalgieke kreet om rechtvaardigheid, hlijft immer den zwaren grondtoon houden van liefde voor God.

De kunstenaar, de geestelijk diep-geaarde, heeft de intuïtie dat achter den schoonen schijn van het zichtbare heelal, een wereld verborgen ligt van welke hij slechts een zeer zwakke afstraling in vorm, in muziek, in woor­den te geven vermag. Aldus is de kunst: heimwee naar God, de zang, of de schreeuw van verlangen naar de eeuwige heuvelen, naar het Verloren Paradijs welks beeld de zielen niet vergeten kunnen en dat ziJ zoeken aan al de gezichteinders van de onafzienbare woestijn des levens.

Van welk een Gods-verlangen, van welk een onstilbare Ilostalgie moet dan de waarachtige Christelijke kunst bestendig doorgloeid zijn!

* * * Hetgeen S. Hieronymus van zichzelven zegt: Canes

latrant pro domino suo, et ego latrare non possu,m pro Domino meo? Mori possu,m, tacere non possu,m; kan woordelijk toegepast worden op Léon Bloy. Hij mag de sterke woorden als wapenspreuk voeren, de geteisterde held!

Ik hoor al dadelijk de bedachtzame, den gulden mid­denweg bekuierende lieden uitroepen: "Goede hemel!

Page 21: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 3

Welk een overdrijving ! De man die alle fatsoenlijke rustige burgers de huid vol scheldt en als een bezetene raast en bovendien een taal uitgalmt waarvan wij, die solide hersenen hebben en toch waarachtig niet de eersten de besten zijn, niets begrijpen, — zoo'n zonder-ling een held te noemen ! Waarom doet hij niet gewoon, gewoon ? Waarom niet te handelen en te denken als wij, — als iedereen ? Hij spreekt voortdurend over dingen die wij niet zien en die dus niet bestaan. Het is niet zoo moeilijk om een goed Christen te zijn. Dieu n'en demande pas tant ! — etc. etc."

Mijn beste menschen, er is niets aan te doen. Gij hebt ongelijk. Bloy heeft gelijk.

Bloy is overdreven, zooals een vulkaan overdreven is! In plaats van met machtelooze nijdigheid aan hem te

peuteren, hem te becritiseeren en hem raad te geven, deedt ge beter eens nederig te luisteren naar zijn groote, geweldig schoone stem. Zoo uw hart nog niet ganschelijk bedorven is door het zoetelijk weeë, middelmatigegeschrijf van onzen modernen tijd, dan is deze man in staat, ook wanneer ge sinds altijd Katholiek zijt, u nieuwe verruk-kingen te geven over uwen godsdienst, u onbekende heerlijke horizonten te wijzen. Hij zet al de klokken van onze geestdrift en ons geloof te luiden.

* *

Daar Léon Bloy menschen, die, aan alles vertwijfelend, in de buitenste duisternissen ronddoolden, naar het licht heeft opgevoerd en de Kerk binnengeleid, moesten juist zijn geloofsgenooten hem hooglijk waardeeren en trotsch op hem zijn. Is het zoo moeilijk te begrijpen dat zij in Bloy een zeer sterken medestrijder bezitten, een onverschrokkene die altijd en met al zijn woorden naar de Woning wijst waar brood te vinden is voor de hongerenden ? Vele mannen en vrouwen van meest

LÉON BLOY 3

Welk een overdrijving! De man die alle fatsoenlijke rustige burgers de huid vol scheldt en als een bezetene raast en bovendien een taal uitgalmt waarvan wij, die solide hersenen hebben en toch waarachtig niet de eersten de besten zijn, niets begrijpen, - zoo'n zonder­ling een held te noemen ! Waarom doet hij niet gewoon, gewoon? "Vaarorn niet te handelen en te denken als wij, - als iedereen? Hij spreekt voortdurend over dingen die wij niet zien en die dus niet bestaan. Het is niet zoo moeilijk om een goed Christen te zijn. Dieu n'en demande pas tant! - etc. etc."

Mijn bestc menschen, er is niets aan te doen. Gij hebt ongelijk. Bloy heeft gelijk.

Bloy is overdreven, zooals een vulkaan overdreven is! In plaats van met machtelooze nijdigheid aan hem te

peuteren, hem te becritiseeren en hem raad te geven, deedt ge beter eens nederig te luisteren naar zijn groote, geweldig schoone stem. Zoo uw hart nog niet ganschelijk bedorven is door het zoetelijk weeë, middelmatige geschrijf van onzen modernen tijd, dan is deze man in staat, ook wanneer ge sinds altijd Katholiek zijt, u nieuwe verruk­kingen te geven over uwen godsdienst, u onbekende heerlijke horizonten te wijzen. Hij zet al de klokken van onze gcestdrift en ons geloof tc luiden.

* * * Daar Léon Bloy mensehen, die, aan alles vertwijfelend,

in de buitenste duisternissen ronddoolden, naar het lieht heeft opgevoerd en de Kerk binnengeleid, moesten juist zijn geloofsgenooten hem hooglijk waardeeren en trotsch op hem zijn. Is het zoo moeilijk te begrijpcn dat zij in Bloy een zeer sterken medestrijder bezitten, een onverschrokkene die altijd en met al zijn woorden naar de Woning wijst waar brood te vinden is voor de hongerenden? Vele mannen en vrouwen van meest

Page 22: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

4 LÉON BLOY

uiteenloopenden aanleg en temperament zijn katholiek geworden door het lezen van zijn boeken. Menig onver-schillig Christen of lauw praktiseerende heeft door hem begrepen dat het Christendom een zéér ernstige zaak is. Zijn dergelijke feiten niet overtuigend genoeg voor de groote waarde van Bloy? Komt het dan te pas dat katho-lieken hem veroordeelen ?

Bloy's werk is als een gestadige commentaar op den subliemen kreet uit het Zaterdagoehtend-officie der Heilige Week : Felix Culpa ! — Het begrip der schuld en dus van het lijden, en het begrip van het nameloos geluk om Christus' liefde.

* *

Bloy is een kamplustige Galliër. Hij mint de klaar-heid. Hij houdt van enorme grappen, evenals de Middel-eeuwers. Als geen ander, doorvoelt hij de tragedie van de geschiedenis der menschheid. Hij is een hemelbestor-mer van oneindige teederheid. Hij kent de ijsvelden der contemplatie, en hij hanteert de ironie op ongeëven-aarde wijze. Elke gedachte, elk verlangen, elken harts-tocht, elk mensch, elk woord beschouwt hij sub specie aeternitatis. Ilij is een buitengewone exegeet van het leven. Want hij zoekt immer het Gelaat van Christus. En hij ziet, vol toorn en vol wilde deernis, met een hart dat bloedt van liefde, met oogen die stralen van de tranen, hoe dit goddelijk gelaat altijd nog bespogen wordt als bij de Passie, hoe het lichaam van den Heiland altijd nog gegeeseld wordt zoowel door de zwakke lauwe vrienden als door de vijanden, hoe met steeds wreeder geweld de Doornen van de Kroon dieper in het heerlijk Hoofd boren, hoe Zijn Handen en Zijn

4 LÉON BLOY ---_. __ ... _ .. _--

uiteenloopenden aanleg en temperament zijn katholiek geworden door het lezen van zijn boeken. Menig onver­schillig Christen of lauw praktiseerende heeft door hem begrepen dat het Christendom een zéér ernstige zaak is. Zijn dergelijke feiten niet overtuigend genoeg voor de groote waarde van Bloy? Komt het dan te pas dat katho­lieken hem veroordeelen? -

* * * Bloy's werk is als een gestadige commentaar op den

subliem en kreet uit het Zaterdagochtend-officie der Heilige Week: Feli!1J Culpa! - Het begrip der schuld en dus van het lijden, en het begrip van het nameloos geluk om Christus' liefde.

* * * Bloy is een kamplustige Galliër. Hij mint de klaar­

heid. Hij houdt van enorme grappen, evenals de Middel­eeuwers. Als geen ander, doorvoelt hij de tragedie van de geschiedenis der menschheid. Hij is een hemelbestor­mer van oneindige teederheid. Hij kent de ijsvelden der contemplatie, en hij hanteert de ironie op ongel~ven­aarde wijze. Elke gedachte, elk verlangen, eIken harts­tocht, elk menseh, elk woord beschouwt hij sub specie aeternitatis. Hij is cen buitengewone cxegeet van het leven. Want hij zoekt immer het Gelaat van Christus. En hij ziet, vol toorn en vol wilde deernis, met een hart dat bloedt van liefde, met oogen die stralen van de tranen, hoe dit goddelijk gelaat altijd nog bespogen wordt als bij de Passie, hoe het lichaam van den Heiland altijd nog gegeeseld wordt zoowel door de zwakke lauwe vrienden als door de vijanden, hoe met steeds wreed cr geweld de Doornen van de Kroon dieper in het heerlijk Hoofd boren, hoe Zijn Handen en Zijn

Page 23: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY 5

Voeten, de Voeten en de Handen van God's Eenigst geborene, — ach ! hoe kunnen de woorden den omvang duiden ? — altijd opnieuw vastgenageld worden met de schrikwekkende spijkers aan het Kruis.

En biddende zit hij gebogen over den Bijbel en spelt dit Boek. Hij is een wonderbare exegeet van heilige teksten.

* *

In dezen tijd waar alles ineen schijnt te storten behalve de Kerk, ken ik geen dichter in wiens boeken zoo hevig en zoo schoon en zoo vol diepen zin de macht der liefde en het Katholieke geloof en het vlammend verlangen naar God laait, als in die van Léon Bloy.

PIETER VAN DER MEER DE WALCHEREN.

Dominica Palmarum, 1914.

LÉON BLOY 5 ----------------------------

Voeten, de Voeten en de Handen van God's Eenigst geborene, - ach! hoe kunnen de woorden den omvang duiden? - altijd opnieuw vastgenageld worden met de schrikwekkende spijkers aan het Kruis.

En biddende zit hij gebogen over den Bijbel en spelt dit Boek. Hij is een wonderbare exegeet van heilige teksten.

* * * In dezen tijd waar alles ineen schijnt te storten behalve

de Kerk, ken ik geen dichter in wiens boeken zoo hevig en zoo schoon en zoo vol diepen zin de macht der liefde en het Katholieke geloof en het vlammend verlangen naar God laait, als in die van Léon Bloy.

PIETER VAN DER MEER DE WALCHEREN.

Dominica Palmarum, 1914.

Page 24: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 25: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE MIS DER „DURE JONGENS".

Vertelling uit: Sueur de Sang (1870-1871) — 2ième édition Collection „Les Proses" Georges Crès et Cie, Paris.

DE MIS DER "DURE JONGENS".

Vertelling uit: Bueur de Bang (1870-1871) - 2ième édition Collection "Les Proses" Georges Crès et Cie, Paris.

Page 26: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 27: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE MIS DER „DURE JONGENS".

„Waarom ziit gii bedroefd, mijne ziel, en waarom ver-ontrust gii mij ?"

Op hetzelfde oogenblik, dat de aalmoezenier deze woorden, waarmee iedere Mis begint, uitsprak, nam een kanonskogel zijn hoofd mee, dat men nooit meer heeft teruggevonden.

Het witte kazuifel van het „Gemeenschappeliike der Maagden", liturgisch verplichtend op dien 21sten Novem-ber, feestdag van Maria Presentatie, veranderde onmid-dellijk in het roode kazuifel der Martelaren.

De romp van 's priesters lichaam bleef nog één oogen-blik onbewogen staan, verloor dan het evenwicht in het vreeselijke gebaar der armen, die werktuiglijk zich naar boven uiteenspreidden naar de weg-ijlende ziel en rolde dan tusschen de voorste rijen der jonge vrij-willigers, die zich gereedmaakten het H. Misoffer aandachtig te volgen in kleine missaaltjes van de uit-geversfirma Marne, goud op snee en in rood marokijn gebonden.

Het scheen of een breed penseel vol loodwit over al die geestdriftige jongensgezichten was komen strijken. Een van hen, een aardige jongen van negentien jaar, die de Mis zou dienen en door het bloed van den priester overgolfd werd, viel in zwijm.

Het waren krijgers zonder ervaring, die nooit zoo iets

DE MIS DER "DURE JONGENS".

"Waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel, en waarom ver­ontrust gij mij?"

Op hetzelfde oogenblik, dat de aalmoezenier deze woorden, waarmee iedere Mis begint, uitsprak, nam een kanonskogel zijn hoofd mee, dat men nooit meer heeft teruggevonden.

Het witte kazuifel van het "Gemeenschappelijke der Maagden", liturgisch verplichtend op dicn 21sten N ovem­ber, feestdag van Maria Presentatie, veranderde onmid­dellijk in het roode kazuifel der Martelaren.

De romp van 's priesters lichaam bleef nog één oogen­blik onbewogen staan, verloor dan het evenwicht in het vreeselijke gebaar der armen, die werktuiglijk zich naar boven uiteenspreidden naar de weg-ijlende ziel en rolde dan tusschen de voorste rijen der jonge vrij­willigers, die zich gereedmaakten het H. Misoffer aandachtig te volgen in kleine missaaltjes van de uit­geversfirma Marne, goud op snee en in rood marokijn gebonden.

Het scheen of een breed penseel vol loodwit over al die geestdriftige jongensgezichten was komen strijken. Een van hen, een aardige jongen van negentien jaar, die de Mis zou dienen en door het bloed van den priester overgolfd werd, viel in zwijm.

Het waren krijgers zonder ervaring, die nooit zoo iets

Page 28: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

10 LÉON BLOY

bij moeder thuis hadden meegemaakt. In hun hevige geestdrift hadden zij een maand geleden van ganscher harte dienst genomen onder leiding van een jongen man, wiens beroemde Naam al de heldendaden der Vendée in den geest opriep en zij hadden, dappere jon-gens als ze waren, beloofd de wapenen niet eerder neer te leggen, vóór de wettige koning zijn troon had bestegen.

Het kon onmogelijk falen ! De goede paters hadden hun z66veel formeele en omstandige profetieën laten lezen, die betrekking hadden op dien Grooten Monarch en dien I3ewonderenswaardigen Opperpriester, die te zamen over hcel de wereld zouden heerschen, dat het werkelijk onnoozel zou geweest zijn, ze niet te herkennen in de dubbele grootschheid van Pius IX en den Graaf van Chambord.

Op dit punt waren de getuigenissen eenstemmig, van bisschop Amadeus en den eerbiedwaardigen Theolo-phrus af, die omstreeks de 13e eeuw leefden, tot aan den Kluizenaar van Orval en den venerabelen commentator Holzhauser toe, in hunne verklaringen gesteund door de jongste geïnspireerden.

Zoo waren zij dan uit verschillende provincies van het Westen gekomen, terwij1 zij beslissende dingen zongen, zooals dit brok van een lofzang, dat ik van de vergetel-heid heb weten te redden :

't Verluidt, dat twee verheven mannen, Den heil'gen diadeem op 't hoofd, Verschijnen zullen in het Westen, In dit uur van der tijden nacht. De een, van heiligheid verheven, Moet in het nieuwe Solyme, De waarheid heffen in de glorie ; En door zijn moed en wijze leiding Zal d'ander op den Franschen troon De gansche menschheid hoog verbazen.

10 LÉON BLOY

bij moeder thuis hadden meegemaakt. In hun hevige geestdrift hadden zij een maand geleden van ganscher harte dienst genomen onder leiding van een jongen man, wiens beroemde Naam al de heldendaden der Vendée in den geest opriep en zij hadden, dappere jon­gens als ze waren, beloofd de wapenen niet eerder neer te leggen, vóór de wettige koning zijn troon had bestegen.

Het kon onmogelijk falen! De goede paters hadden hun zóóveel formeele en omstandige profetieën laten lezen, die betrekking hadden op dien Grooten Monarch en dien Bewonderenswaardigen Opperpriester, die te zamen over heel de wereld zouden heersehen, dat het werkelijk onnoozcJ zou geweest zijn, ze niet te herkennen in de dubbele grootsehheid van Pius IX en den Graaf van Chambord.

Op dit punt waren de getuigenissen eenstemmig, van bisschop Amadeus en den eerbiedwaardigen Theolo­phrus af, die omstreeks de l3e eeuw leefden, tot aan den Kluizenaar van Orval en den venerabeIen commentator Holzhauser toe, in hunne verklaringen gesteund door de jongste geïnspireerden.

Zoo waren zij dan uit verschillende provincies van het Westen gekomen, terwijl zij beslissende dingen zongen, zooals dit brok van een lofzang, dat ik van de vergetel­heid heb weten te redden:

't Verluidt, dat twee verheven mannen, Den heiI'gen diadeem op 't hoofd, Verschijnen zullen in het Westen, In dit uur van der tijden nacht. De een, van heiligheid verheven, Moet in het nieuwe Solyme, De waarheid heffen in de glorie; En door zijn moed en wijze leiding Zal d'ander op den Fransehen troon De gansehe menschheid hoog verbazen.

Page 29: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY

Aldus, zeker van de toekomst en meerendeels voorzien van tamelijk stevige geldsommen, overbluften zij met hunne meeningen en hunne extra's hunne meer beza-digde of minder rijke kameradcn, wier uniform zij hadden aangenomen : een kleinen zwarten hoed met zwarte veer op zij, een donkerblauwe broek met lichtblauw afgezet, een buis van dezelfde kleur, en een blauwen gordel in dezeltde tint als het afzetsel.

Daar de Pruisen moesten worden verpletterd als ongedierte, even zeker achterna gezeten als hazen en daar de oorlog toch voortaan niets anders meer zijn kon dan een amusante klopjacht met rustpunten in alle kasteelen, begrijpt men wat de moederlijke bezorgdheid of de weidsche smaak van een ieder hadden durven doen, om deze bescheiden krijgsuitrusting op te tooien. Vooral de hoed bood gelegenheid voor de meest onvind-bare en meest glorieuze pluimen.

Er zullen zoo ongeveer zestig van die jongens bijeen gewecst zijn in het bataljon, waarvoor, op gezag van een paar vlegels, reeds den eersten dag den besten de naam „dure jongens" werd uitgevaardigd.

* *

Toen het eerste oogenblik van schrik en ontzetting voorbij was, grepen zij wit van woede naar hunne wape-nen. Men had ze denzelfden morgen wel gezegd, dat de vijand in de buurt was en juist omdat ze een gevecht verwachttcn, hadden zij van te voren deze Mis verlangd, in navolging van de klassieke helden, aangevoerd door Sobieski. Maar zij hadden op meer tijd gerekend en daar zij tot dan toe van den oorlog niets anders gezien had-den dan den warboel der aanwerving en der mobilisatie in de provincie, deed het binnenvallen van dit moordda-dig projectiel, dat daarenboven van een vrij hevig geweer-vuur vergezeld ging, hun hart hevig bonzen.

LÉON BLOY 11

Aldus, zeker van de toekomst en meerendecls voorzien van tamelijk stevige geldsommen, overbluften zij met hunne meeningen en hunne extra's hunne meer beza­digde of minder rijke kameraden, wier uniform zij hadden aangenomen: een kleinen zwarten hoed met zwarte veer op zij, een donkerblauwe broek met lichtblauw afgezet, een buis van dezelfde kleur, en een blauwen gordel in dezelfde tint als het afzetsel.

Daar de Pruisen moesten worden verpletterd als ongedierte, even zeker achterna gezeten als hazen cn daar de oorlog toch voortaan niets anders meer zijn kon dan ecn amusante klopjacht met rustpunten in alle kasteel en, begrijpt men wat de moederlijke bezorgdheid of de weidsche smaak van een ieder hadden durven doen, om deze bescheiden krijgsuitrusting op te tooien. Vooral de hoed bood gelegenheid voor de meest onvind­bare en meest glorieuze pluimen.

Er zullen zoo ongeveer zestig van die jongens bijeen geweest zijn in het bataljon, waarvoor, op gezag van een paar vlegels, reeds den eersten dag den besten de naam "dure jongens" werd uitgevaardigd.

* * * Toen het eerste oogenblik van sehrik en ontzetting

voorbij was, grepen zij wit van woede naar hunne wape­nen. Men had ze denzelfden morgen wel gezegd, dat de vijand in de buurt was en juist omdat ze een gevecht verwachtten, hadden zij van te voren deze Mis verlangd, in navolging van dc klassieke helden, aangevoerd door Sobieski. Maar zij hadden op meer tijd gerekend en daar zij tot dan toe van den oorlog niets anders gezien had­den dan den warboel der aanwerving en der mobilisatie in de provincie, deed het binnenvallen van dit moordda­dig projectiel, dat daarenboven van een vrij hevig geweer­vuur vergezeld ging, hun hart hevig bonzen.

Page 30: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

12 LtoN BLOY

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanweziglieid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den grooten weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeelingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitcin, terwijl hij him bevel gaf zich gcreed te maken. Deze kapitein was cen oude dappere, oud-officier dcr marine, een genoeglijk en zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem. en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance transporteeren, om hem later te doen begraven met zooveel plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

„Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle-fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een „dure jongen" uitzag, „de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer linden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt ?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge-ten als de kaarsen : twee waskaarsen van de „Etoile',

12 LÉON BLOY

Men mocht overigens aannemen, dat deze kanonskogel eigenlijk niet voor hen bestemd was, daar er voor de Pruisen geen enkele reden was, om hunne aanwezigheid te vermoeden diep in dit woud, waar zij sedert twee dagen gekampeerd lagen en het gevecht was, naar alle waarschijnlijkheid, op drie of vier kilometer vandaar op den groot en weg naar Pithiviers aan den gang. Er moesten ginds bepaald eenige flinke troepen-afdeclingen zijn, die in staat waren weerstand te bieden.

Dit vertelde hun de kapitein, terwijl hij hUil bevel gaf zich gereed te maken. Deze kapitein was eelt oude dappere, oud-officier der marine, een genoeglijk ell zeer vriendelijk man, die met groot genoegen het bevel had aanvaard over zulke wel-opgevoede jongelui.

De dood van den aalmoezenier had hem zelf zeer ontroerd. Hij was nog eenigszins familie van hem en weenend wikkelde hij hem met eigen handen in een tent-doek en liet hem naar de ambulance tratlsporteeren, om hem later te doen begraven met zoovecl plechtigheid als de omstandigheden zouden veroorloven.

"Kapitein," zei toen met een bewonderenswaardige vastberadenheid de jonge markies Enguerrand de Belle­fontaine, een pracht-jongen van twee en twintig jaar, die er geenszins als een "dure jongen" uitzag, "de dood van onzen aalmoezenier is schuld, dat wij nu geen Mis kunnen hooren. Mijn kameraden en ik hebben ons leven veil en wij zullen als edellieden oprukken, zoodra men ons zal bevelen op te marcheeren. Maar wanneer wij nog langer werkeloos moeten blijven, al is het maar één uur, zoudt ge het dan ook niet jammer vinden, dat wij dit alles tevergeefs gereed hebben gemaakt '?"

Hij wees naar het veldaltaar, opgebouwd uit schragen van de kantine, waarover een prachtig stuk linnengoed was gespreid.

De symbolieke altaartrappen had men evenmin verge­ten als de kaarsen: twee waskaarsen van de "Etoile"

Page 31: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 13

en de „Phénix", rechts en links in geweerloopen geplant.

Een groot Kruis, dat in den grond gestoken was en uit twee steigerbalken bestond, beheerschte het geheel.

Een dikke massa takken eindelijk verbond baldakijns-gewijze de in het rond staande boomen, de grond was er overal mee bezaaid en al die half-doode herfst-kleurige bladeren maakten zelfs een prachtig effect als oud tapisserie-werk.

* *

De verzoeker kreeg verlof om op eigen risico, in de richting, waaruit het geweervuur kwam, den parochie-geestelijke van het naastbijzijnde dorp te halen en in een toevallig gevonden karretje toog hij onmiddellijk op weg.

De spoed, waarmee hij te werk ging, moet buitenge-woon geweest zijn, want er was nog geen half uur ver-loopen of men zag hem in driedubbelen galop terugkomen, vergezeld van den geestelijke. Deze was, God zij dank, een jong priester, in staat zijn Mis v66r den veldslag snel en zonder si,otteren te lezen.

Kalm had hij het verhaal aangehoord van het ongeval, dat hem, dien hij moest vervangen, overkomen was.

„Mijn beste jongen," antwoordde hij eenvoudig den boodschapper, „of men in vredes- of in oorlogstijd zij, de Mis wordt toch altijd gelezen in tegenwoordigheid van den vijand."

Gestadig hoorde men het gerucht van den strijd, dat hoorbaar nader kwam. De Mis, die snel begonnen was, werd onverstoord voortgezet.

Op 't oogenblik dat de celebrant, die met luider stem-me de gebeden zegde, de woorden van de Offerande uit-sprak : „Ne cadant in obscurum" kreeg een dcr toehoor-ders in de eerste rij een geweerkogel in het been en viel

LÉON BLOY 13

en de "Phénix", rechts en links in geweerloopen geplant.

Een groot Kruis, dat in den grond gestoken was en uit twee steigerbalken bestond, beheerschte het geheel.

Een dikke massa takken eindelijk verbond baldakijns­gewijze de in het rond staande boomen, de grond was er overal mee bezaaid en al die half-doode herfst-kleurige bladeren maakten zelfs een prachtig effect als oud tapisserie-werk.

* * * De verzoeker kreeg verlof om op eigen rISICO, in de

richting, waaruit het geweervuur kwam, den parochie­geestelijke van het naastbijzijnde dorp te halen en in een toevallig gevonden karretje toog hij onmiddellijk op weg.

De spoed, waarmee hij te werk ging, moet buitenge­woon geweest zijn, want er was nog geen half uur ver­loopen of men zag hem in driedubbelen galop terugkomen, vergezeld van den geestelijke. Deze was, God zij dank, een jong priester, in staat zijn Mis vóór den veldslag snel en zonder stotteren te lezen.

Kalm had hij het verhaal aangehoord van het ongeval, dat hem, dien hij moest vervangen, overkomen was.

"Mijn beste jongen," antwoordde hij eenvoudig den boodschapper, "of men in vredes- of in oorlogstijd zij, de Mis wordt toch altijd gelezen in tegenwoordigheid van den vijand."

Gestadig hoorde men het gerucht van den strijd, dat hoorbaar nader kwam. De Mis, die snel begonnen was, werd onverstoord voortgezet.

Op 't oogenblik dat de celebrant, die met luider stem­me de gebeden zegde, de woorden van de Offerande uit­sprak: "Ne cadant in obscurum" kreeg een der toehoor­ders in de eerste rij een geweerkogel in het been en viel

Page 32: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

14 LtoN BLOY

met „liturgische" juistheid tegen den grond, zonder de ingetogenheid zijner kameraden door een kreet tc storen.

Alsof deze eerste val het signaal ware, verscheen op 't zelfde oogenblik de commandant met getrokken sabel.

„Jonge vrienden," riep hij, „ik zou liever de plcchtig-heid niet hebben willen storen, maar God zal 't mij niet kwalijk nemen, dat ik mijn plicht doe. Kapitein, snel in tirailleurslinie en de vleugelman links ! De Pruisen worden teruggedrongen in de richting van ons kamp en zij pogen nu het bosch binnen te trekken."

Een vreeselijk geknetter onderstreepte de laatste woorden. Al de andere compagnieën waren al op hun post, in gevecht. De vijand, dic zeer talrijk was, scheen van alle kanten tegelijk het boseh binnen te rukkcn.

Men had zonder onvoorzichtig tc zijn gemeend tot het laatste oogenblik de jongelui te kunnen reserveeren, die in werkelijkheid de achterhoede vormden, zoolang men niet overvleugeld was. Dit nu was zooeven gebeurd en daarom zou juist tegen hen deze verspreide aanval gericht zijn.

In tirailleurs-linie ? 0, die goeie kerel van een coalman-dant !

Deze nieuwelingen behoefden werkelijk den dood niet te zoeken. Zij hadden nog geen dertig stappen gedaan of een enorme aanstormende massa, die den luchtdruk scheen te verplaatsen, dwong hen zich op hun kampplaats terug te trekken, waar zij instinctmatig een cirkel-segment vormden, waarvan het altaar 't meetkundig middel-punt was.

De priester vervolgde zijn Mis met de kalmte van cen heilige. Men weet, dat van een bepaald oogenblik af de celebrant het Officie onder geen enkel voorwendsel meer mag onderbreken. Theologisch gezegd bestaat er geen „overmacht" — tenzij van den kant van God ! -- die hem kan ontheffen van de oneindige noodzakelijk-heid, de onzegbare handeling te voltrekken.

14 LÉON BLOY

met "liturgische" juistheid tegen den grond, zonder de ingetogenheid zijner kameraden door een kreet te storen.

Alsof deze eerste val hct signaal ware, verscheen op 't zelfde oogcnblik de commandant met getrokken sabel.

"Jonge vrienden," riep hij, "ik zou liever de plechtig­heid niet hebben willen storen, maar God zal 't mij niet kwalijk nemen, dat ik mijn plicht doe. Kapitein, snel in tirailleurslinie en de vleugelman links! De Pruisen worden teruggedrongen in de richting van ons kamp en zij pogen nu het boseh binnen te trekken."

Een vreeselijk geknetter onderstreepte de laatste woorden. Al de andere compagnieën waren al op hun post, in gevecht. De vijand, die zeer talrijk was, scheen van alle kanten tegelijk het boseh binnen te rukken.

Men had zonder onvoorzichtig te zijn gemeend tot het laatste oogenblik de jongelui te kunnen reserveeren, die in werkelijkheid de achterhoede vormden, wolang men niet overvleugeld was. Dit nu was zooeven gebeurd en daarom zou juist tegen hen deze verspreide aanval gericht zijn.

In tirailleurs-linie? 0, die goeie kerel van een comman­dant!

Deze nieuwelingen behoefden werkelijk den dood niet te zoeken. Zij hadden nog geen dertig stappen gedaan of een enorme aanstormende massa, die den luchtdruk seheen te verplaatsen, dwong hen zich op hun kampplaats terug te trekken, waar zij instinctmatig een cirkel-segment vormden, waarvan het altaar 't meetkundig middel­punt was.

De priester vervolgde zijn Mis met de kalmte van een heilige. Men weet, dat van een bepaald oogcnblik af de celebrant het Officie onder geen enkel voorwendsel meer mag onderbreken. Theologisch gezegd bestaat er geen "overmacht" - tenzij van den kant van God!­die hem kan ontheffen van de oneindige noodzakelijk­heid, de onzegbare handeling te voltrekken.

Page 33: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 15

De flinke jongens wisten dat, en zij namen, zonder er verder over te spreken, het besluit zich te laten dood-schieten, niet voor Frankrijk, niet voor den Koning, zelfs niet voor de Engelen en Heiligen in den hemel, maar doodeenvoudig enkel en alleen, OPDAT DEZE MIS

ZOU KUNNEN WORDEN BEËINDIGD.

* *

Er gebeurde nu iets verschrikkelijks en schoons. Zij lieten zich inderdaad allen neerschieten op de plaats zelf en in de tijdsruimte, die noodig was om de vuile ketters te verhinderen het Waarachtige Offer te onder-breken.

, Deze slachting werd overigens niet cadeau gedaan. De Pruisen moesten ze duur koopen, want de jongelui vochten, alsof ze iets meer dan menschen waren en men vertelt, dat zelfs de afgrijselijke hertog van Mecklenburg een snik van ontroering niet kon onderdrukken, toen hij hoorde, wat de „dure jongens" hadden volbracht.

Zij hadden, heel ingetogen, de Mis willen volgen zooals vroeger bij de goede Paters, om zich voor te bereiden op den dood, die „komt, zonder dat hij verwacht wordt."

Zij volgden ze met nog meer vroomheid en aandacht, terwijl zij de rustverstoorders der „Heilige Plaats" neer-schoten en zelf door dezen werden neergeschoten.

De mooie, zwarte missaaltjes zullen zeer zeker van kleur veranderd zijn, evenals de kostbare omslagdoeken en de veeren van gieren of tropikvogels, waarmee hunne hoedjes zoo glorieus versierd waren.

En toen de priester zich bij het einde der Mis omkeerde, om de toehoorders te „laten heengaan" terwijl hij ze zegende, zag hij niets anders v66r zich dan de bleeke gezichten der overwinnaars, wier weg tot op de hoogte der oogen versperd werd door een heuvel van stervenden en dooden.

ertaling van MR. H. v. HAASTERT.

LÉON BLOY 15

De flinke jongens wisten dat, en zij namen, zonder er verder over te spreken, het besluit zieh te laten dood­schieten, nict voor Frankrijk, niet voor den Koning, zelfs niet voor de Engelen en Heiligen in den hemel, maar doodeenvoudig enkel en alleen, OPDAT DEZE KIS

ZOU KUNNEN WORDEN BEËINDIGD.

* * * Er gebeurde nu iets verschrikkelijks en schoons. Zij

lieten zich inderdaad allen neerschieten op de plaats zelf en in de tijdsruimte, die noodig was om de vuile ketters te verhinderen het Waarachtige Offer te onder­breken .

. Deze slachting werd overigens niet cadeau gedaan. De Pruisen moesten ze duur koopen, want de jongelui vochten, alsof ze iets meer dan mensehen waren en men vertelt, dat zelfs de afgrijselijke hertog van Mecklenburg een snik van ontroering niet kon onderdrukken, toen hij hoorde, wat de "dure jongens" hadden volbracht.

Zij hadden, heel ingetogen, de Mis willen volgen zooalsvroeger bij de goede Paters, om zich voorte bereiden op den dood, die "komt, zonder dat hij verwacht wordt."

Zij volgden ze met nog meer vroomheid en aandacht, terwijl zij de rustverstoorders der "Heilige Plaats" neer­schoten en zelf door dezen werden neergeschoten.

De mooie, zwarte missaaltjes zullen zeer zeker van kleur veranderd zijn, evenals de kostbare omslagdoeken en de veeren van gieren of tropikvogels, waarmee hunne hoedjes zoo glorieus versierd waren.

En toen de priester zich bij het einde der Mis omkeerde, om de toehoorders te "laten heengaan" terwijl hij ze zegende, zag hij niets anders vóór zich dan de bleeke gezichten der overwinnaars, wier weg tot op de hoogte der oogen versperd werd door een heuvel van stervenden en dooden.

Vertaling van MR. H. v. HAASTERT.

Page 34: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 35: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

HIJ DIE NIETS WETEN WILDE.

Vertelling uit : „Smur de Sang" (1870-1871) — 2ième édition Collection „Les Proses" Georges Crs et Cie, Paris.

Léon Bloy 2

HIJ DIE NIETS WETEN WILDE.

Léon Bloy

Vertelling uit: "SUfur de Bang" (1870-1871) - 2ième édition Colketion "Les Proscs" Georges Crès et Cic, Paris.

Page 36: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 37: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

HIJ DIE NIETS WETEN WILDE.

Ik heb een dapperen kerel gekend, die geen enkelen keer nuchter is geweest gcdurende den oorlog, d. w. z. van Augustus tot Januari, en die in een van de laatste gevechtcn gesneuveld is zonder zijn evenwicht te hebben kunnen herwinnen.

Hij heette zooiets van Latour of Dufour, maar men noemde hem nooit anders dan bij zijn v66rnaam Ber-trand, als zijnde meer gcschikt om hem toe te schreeuwen, terwijl de oude zonderling zich steeds ge-baarde het niet te hooren.

Hij was voor de traditie, hoor ! Niemand zou hem het idee uit 't hoofd hebben kunnen praten, dat de dorstig-heid de gezellin is van den soldaat en dat er in de matig-heidsvereenigingen geen goed liniesoldaat te vinden is. Gedurende de dertig jaren, dat hij over alle paden van den oorlog slierde, — want hij was de vijftig voorbij en had zoo al overal meegevochten — had hij altijd een middel weten te vinden om zijn dorst te lesschen in steden en in woestijnen.

Tot alle vermetele daden in staat, zoodra het er om ging „zijn mond te spoelen" had hij fameuze dingen gedaan, heldendaden van een legendarisehen vrijbuiter, enkel en alleen om zijn dronkemans-lust te vieren.

Dan vocht hij op den tast, met een woede, die des te grooter was, omdat hij altijd drie vijanden voor één zag en hij zich ten gevolge van dat gezichtsbedrog dus moest vermenigvuldigen. Hij zou voor een heele divisie niet bang zijn geweest, wanneer deze als een hinderpaal

HIJ DIE NIETS WETEN WILDE.

Ik heb een dapperen kerel gekend, die geen enkelen keer nuchter is geweest gedurende den oorlog, d. w. z. van Augustus tot Januari, en die in een van de laatste gevechten gesneuveld is zonder zijn evenwicht te hebben kunnen herwinnen.

Hij heette zooi ets van Latour of Dufour, maar men noemde hem nooit anders dan bij zijn vóórnaam Bcr­trand, als zijnde meer geschikt om hem toe te schreeuwen, terwijl de oude zonderling zich steeds ge­baarde het niet te hooren.

Hij was voor de traditie, hoor! Niemand zou hem het idee uit 't hoofd hebben kunnen praten, dat de dorstig­heid de gezellin is van den soldaat en dat er in de matig­heidsvereenigingen geen goed liniesoldaat te vinden is. Gedurende de dertig jaren, dat hij over alle paden van den oorlog slierde,- want hij was de vijftig voorbij en had zoo al overal meegevochten - had hij altijd een middel weten te vinden om zijn dorst te lesschen in steden en in woestijnen,

Tot alle vermetele daden in staat, zood ra het er om ging "zijn mond te spoelen" had hij fameuze dingen gedaan, heldendaden van een legendarischen vrijbuiter, enkel en alleen om zijn dronkemans-lust te vieren.

Dan voeht hij op den tast, met een woede, die des te grooter was, omdat hij altijd drie vijanden voor één zag en hij zich ten gevolge van dat gezichtsbedrog dus moest vermenigvuldigen. Hij zou voor een heele divisie niet bang zijn geweest, wanneer deze als een hinderpaal

Page 38: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

20 LÉON BLOY

tusschen zijn droge keel en de een of andere flesch had gestaan en hij zou getracht hebben ze in de pan te hakken.

Men kan zelfs zeggen, dat de bevelhebbers in meer dan één omstandigheid op bijgeloovige wiize misbruik hadden gemaakt van dicn wonderbaren dronkenlap, dic sedert een kwart eeuw aan 't struikelen was zonder neer te kunnen tuimelen, dien de kogels niet konden raken en die alles v66r hem kort en klein sloeg.

MC11. behoefde slechts zijn stelregel aan te moedigen. „Ik knok alleen goed," zei hij altijd, „als ik bezopen

ben." Meer dan eens, in de Krim, in Italië, in Mexico, was

hij voorgedragen voor het militaire kruis. Maar hoe moest men de „Ster van Eer" overeenbrengen met dien held van de politiekamer, wiens niet te noemen vergrij-pen ontelbaar waren en die met naarstige snelheid achter slot en grendel moest gezet worden, zoodra men had opgehouden te vechten. Nog veel minder kon er sprake zijn van bevordering.

Dat alles liet hem overigens volkomen koud. — „Zoolang ik een gat onder de neus heb," zei hij, „kan. de rest voor nnijn part naar den bliksem loopen." Het was 't meest volmaakte type van hem, die niets weten wilde.

's Morgens na den slag van Solferino had men 't gewaagd dat buitengewone beest aan den Keizer voor te stellen, want hij had den vorigen dag een half dozijn flessehen brandewijn meegebracht, zorgvuldig gewik-keld in de plooien van een vaandel, dat hij van 't een of ander Donau-regiment had geleend.

Napoleon III, dien mcn erover ingclicht had, dat er geen sprake van kon zijn een dronkaard van zijn soort te decoreeren, had hcm toch willen \Tragen of hij niets noodig had.

„Een tweeden muil," antwoordde de met bloed over-stroomde man, „on' beter op je gezondheid te kunnen drinken, mijn Keizer."

20 l.ÉUN llLOY

tussehen zijn droge keel en de een of andere fles eh had gestaan en hij zou getracht hebben ze in de pan te hakken.

Men kan zelfs zeggen, dat de bevelhebbers in meer dan één omstandigheid op bijgeloovige wijze misbruik hadden gemaakt van dien wonderbaren dronkenlap, die sedert een kwart eeuw aan 't struikelen was zonder neer te kunnen tuimelen, dien de kogels niet konden raken en die alles vóór hem kort en klein sloeg.

Men behoefde slechts zijn stelregel aan te moedigen. "Ik knok alleen goed," zei hij altijd, "als ik bezopen

ben." Meer dan eens, in de Krim, in Italië, in Mexieo, was

hij voorgedragen voor het militaire kruis. Maar hoe moest men de "Ster van Eer" overeenbrengen met dien held van de politiekamer, wiens niet te noemen vergrij­pen ontelbaar waren en die met naarstige snelheid achter slot en grendel moest gezet worden, zoodra men had opgehouden te vechten. Nog veel minder kon er sprake zijn van bevordering.

Dat alles liet hem overigens volkomen koud. -~ "Zoolang ik een gat onder de neus heb," zei hij, "kan de rest voor mijn part naar den bliksem looplOn. " Het was 't meest volmaakte type van hem, die niets wt'fn~ wilde.

's Morgens na den slag van Solferino had men 't gewaagd dat buitengewone beest aan den Keizer voor te stellen, want hij had den vorigen dag een half dozijn flessehen brandewijn meegebracht, zorgvuldig gewik­keld in de plooien van een vaandel, dat hij van 't een of ander Donau-regiment had geleend.

Napoleon III, dien men erover ingelicht had, dat cr geen sprake van kon zijn een dronkaard van zijn soort te decoreeren, had hem toeh willen vragen of hij niets noodig had.

"Een tweeden mnil," antwoordde de met bloed over­stroomde man, "om beter op je gezondheid te kunnen drinken, mijn Keizer."

Page 39: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY

21.

Toch zou het verkeerd zijn te meenen, dat hij geen goed inzicht had of geen sluwheid bezat. Al waggelde hij dan ook voortdurend tusschen twee nevels van alco-hol, al was hij dan ook zoo goed als altijd stomdronken — het kon inééns prachtig helder in hem worden, zoo gauw er zich een hoop moeilijkheden voordeden, die schijn-baar onoverkomelijk waren.

Men kende ongelukkigerwijs te weinig het kostelijk poëem van zijn ontvluchting uit Mainz, onmiddellijk daags nadat hij er heen was gebracht met twee- of drieduizend kameraden uit Metz. De paar episoden, die hij ervan vertelde, deden naar meer verlangen.

Men vermoedde, dat hij door de heele Rijnprovincie was getrokken als door een tuin van kroegen, even weinig in evenwicht als elders.

Waarmee had hij zich in dien staat van gelukzaligheid weten te houden, die man zonder eenig middel, die geen stom woord Duitsch kende en die zich door elk gebaar had moeten vcrraden ? Dat zal zeker eens opgehelderd worden op den dag, dat alle verborgen dingen duidelijk worden.

Wat vast en zeker was, is, dat hij op een goeden dag te Luik aankwam, meer dronken en helderder bij z'n verstand dan ooit, met zijn zakken vol goud en Duitsche kostbaarheden, want hij had, zei hij, op een paar Ger-maanschc villas ingebroken en de eigenaars ervan gewurgd of verbrand. En spottend met 't heele leger van Friedrich-Karl, was hij eindelijk in de buurt van Orleans weer bij ons aangeland, na in een onafgebroken. reeks dagen een stuk in den kraag te hebben gehad.

* *

Die Bertrand scheen altijd naast zichzelf te loopen. Hij praatte half-luid in zich-zelf, moedigde zieh met de uiterste teederheid tot volharding aan, terwijl hij zich

LÉON BLOY 21

Toch zou hct verkeerd zijn te meenen, dat hij geen goed inzicht had of geen sluwheid bezat. Al waggelde hij dan ook voortdurend tusschen twee nevels van alco­hol, al was hij dan ook zoo goed als altijd stomdronken­het kon inééns prachtig helder in hem worden, zoo gauw er zich een hoop moeilijkheden voordeden, die schijn­baar onoverkomelijk waren.

Men kende ongelukkigerwijs te weinig het kostelijk poëem van zijn ontvluchting uit Mainz, onmiddellijk daags nadat hij er heen was gebracht met twee- of drieduizend kameraden uit Metz. De paar episoden, die hij ervan vertelde, deden naar meer verlangen.

Men vermoedde, dat hij door de hcele Rijnprovincie was getrokken als door ecn tuin van kroegen, even weinig in evenwicht als elders.

Waarmee had hij zich in dien staat van gelukzaligheid weten te houden, die man zondcr eenig middel, die geen stom woord Duitseh kende en die zich door elk gebaar had moeten verraden? Dat zal zeker eens opgehelderd worden op den dag, dat alle verborgen dingen duidelijk worden.

Wat vast en zeker was, is, dat hij op een goeden dag te Luik aankwam, meer dronken en helderder bij z'n verstand dan ooit, met zijn zakken vol goud en Duitsche kostbaarheden, want hij had, zei hij, op een paar Ger­maansehe villas ingebroken en de eigenaars ervan gewurgd of verbrand. En spottend met 't heele leger van Friedrich-Karl, was hij eindelijk in de buurt van Orleans weer bij ons aangeland, na in een onafgebroken reeks dagen een stuk in den kraag te hebben gehad.

* * * Die Bertrand scheen altijd naast zichzelf tc loopen.

Hij praatte half-luid in zich-zelf, moedigde zieh met de uitcrste teederheid tot volharding aan, terwijl hij zich

Page 40: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

22 LtoN BLOY

toesprak met „m'n biggetje" en met „arm oudje", terwij1 hij de meest overvloedige zegcwenschen over zich uitstortte en zieh onophoudelijk „rondjes" voor de naaste toekomst beloofde.

Men had schik in hem, maar toch met mate. Als bij instinct voeldc men in hem den „boozen soldaat", verhard van ziel, op wiens lijdzaamheid en goedaardig-heid men niet rekencn moest. Als de grappigheden wat ver gingen, kon hij u mct zijn altijd waterige oogen op een kalme manier aankijken, die u onmiddellijk deed zwijgen.

Trouwens, de commandant, ook zoo'n taaie, die hem al uit Mexico kende, wilde volstrekt niet, dat men hem lastig viel.

„In 't belang van je huid, bad hij gezegd, raad ik je aan hem niet te hinderen. Als ik maar duizend van die zatlappen als hij had, zou ik aannemen Parijs te provian-decren met het krengenvleesch van de Pruisen."

Men liet hem dan met rust en hij deed zoo goed als wat hij wilde. Vrij van allen geregelden dienst; was hij soms dagen ang nergens te zien. Het schijnt zelfs — en dat deed ons een onbegrensden eerbied gevoelen, — dat hij bij de Duitschers in de buurt ging wandelen cn van zijn meer dan stoutmoedige bezocken juiste aanwij-zingen meebracht, die ons meer clan eens 't leven redden.

Had hij dan het talent der vermomming en der spion-neering, dat schoelje, schijnbaar zoo weinig soepel, waarvan men zou zeggen, dat hij geen vier passen voor zich uit kon zien ?

Wij twijfelden niet langer daaraan, toen op dicn gedenk-waardigen December-nacht onze bereden verkenners in het woud van Orleans een Beiersch artillerist mee terug brachten. die volmaakt dronken was, en zich gemoedelijk had laten vangcn en niemand anders was dan hij, terwijl hij onzen commandant op de hoogte stelde van de terugtrekkende beweging van ons leger

22 LÉON BLOY

toesprak met "m'n biggetje" en met "arm oudje", terwijl hij de meest overvloedige zegewensehen over zich uitstortte en zich onophoudelijk "rondjes" voor de naaste toekomst beloofde.

Men had schik in hem, maar toch met mate. Als bij instinct voelde men in hem den "boozen soldaat", verhard van ziel, op wiells lijdzaamheid en goedaardig­heid men niet rekenen moest. Als de grappigheden wat \'Cr gingen, kon hij u met zijn altijd waterige oogen op een kalme manier aankijken, die u onmiddellijk deed zwijgen.

Trouwens. de commandant, ookzoo'n taaie, die hem al uit Mexico kende, wilde volstrekt niet, dat men hem lastig viel.

"In 't belang van je huid, had hij gezegd, raad ik je aan hem niet te hinderen. Als ik maar duizend van die zatlappen als hij had, zou ik aannemen Parijs te provian­deeren met het krengenvleeseh van de Pruisen."

Men liet hem dan met rust en hij deed zoo goed als wat hij wilde. Vrij van allen geregelden dienst was hij soms dagen l~l.Ilg nergens te zien. lIet schijnt zelfs -en dat deed ons een onbegrensd en eerbied gevoelen, -dat hij bij de Duitsehers in de buurt ging wandelen en van zijn meer dan stoutmoedige bezoeken juiste aanwij­zingen meebracht, die ons meer dan eens 't leven redden.

Had hij dan het talent der vermomming en der spion­neering, dat schoelje, schijnbaar zoo weinig soepel, waarvan men zou zeggen, dat hij geen vier passen voor zich uit kon zien ?

Wij twijfelden niet langer daaraan, toen op dien gedenk­waardigen December-nacht onze bereden verkenners in het woud van Orleans een Beierseh artillerist mee terug brachten. die volmaakt dronken was, en zich gemoedelijk had laten vangen en niemand anders was dan hij, terwijl hij onzen commandant op de hoogte stelde van de terugtrekkende beweging van ons leger

Page 41: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 23

en den stoutmoedigen opmarsch van Friedrich-Karl naar Orleans, op de hielen van het 15e legerkorps.

Ah ! hij wist er alles van, de oude jakhals, die niets weten wilde, en de officieren weenden van woede, toen ze hem aanhoorden.

Hij had wel getracht Martin des Pallières achterna te gaan, maar hij had vleugels moeten hebben om hem in te halen, dien stommiteiten-generaal, die nu alweer, evenals bij Beaune-la-Rolande, 20 of 30 Kilometer ver van het punt stond, waar zijn aanwezigheid voor den vijand noodlottig had kunnen zijn.

Nog nooit was er zoo'n mooie gelegenheid geweest. Vijf-en-veertig-duizend man op den eenigen weg, die van Pithiviers naar Orleans loopt, te midden van dicht-begroeide bosschen, zonder de kans te hebben zich te ontplooien, 't zij naar rechts, 't zij naar links. De Fran-sche troepen, grootendeels samengesteld uit reserve-soldaten, die in 't open veld weinig waard waren, kon-den toch, wanneer ze gesteund en meegesleept werden door hunne officieren, goed stand houden en zelfs een krachtig offensief nemen in het hout en achter de hinder-nissen, die het woud bood. De lange troepen-colonne der Pruisen, zou, wanneer ze krachtig in de flank werd aangevallen, aangehouden en van voren aangegrepen, zeker niet in zulk een nauwte hebben kunnen stand hou-den. De stoutmoedige vorst zou tot den terugtocht gedwongen zijn geworden, terwijl hij tal van manschap-pen verloor en ons geheel ongerepte leger had front kunnen maken tegen dien gemeenen hond van Mecklen-burg, die dan gemakkelijk te verpletteren ware geweest.

Maar nu stonden we daar met vijf- of zeshonderd volkomen geisoleerde vrijwilligers, nutteloos als 't haar van varkensooren. Er stond ons niets anders te doen dan, zonder een kwartier te verliezen, in de richting van Sully af te druipen, wanneer we door dat gespuis niet afgesneden wilden worden.

LÉON BLOY 23

en den stoutmoedigen opmarsch van Friedrich-Karl naar Orleans, op de hielen van het 15e legerkorps.

Ah! hij wist er alles van, de oude jakhals, die niets weten wilde, en de officieren weenden van woede, toen ze hem aanhoorden.

Hij had wel getracht Martin des Pallières achterna te gaan, maar hij had vleugels moeten hebben om hem in te halen, dien stommiteiten-generaal, die nu alweer, evenals bij Beaune-Ia-Rolande, 20 of 30 Kilometer ver van het punt stond, waar zijn aanwezigheid voor den vijand noodlottig had kunnen zijn.

Nog nooit was er zoo'n mooie gelegenheid geweest. Vijf-en-veertig-duizend man op den eenigen weg, die van Pithiviers naar Orleans loopt, te midden van dicht­begroeide bosschen, zonder de kans te hebben zich te ontplooien, 't zij naar rechts, 't zij naar links. De Fran­sehe troepen, grootendeels samengesteld uit reserve­soldaten, die in 't open veld weinig waard waren, kon­den toch, wanneer ze gesteund en meegesleept werden door hunne officieren, goed stand houden en zelfs een krachtig offensief nemen in het hout en achter de hinder­nissen, die het woud bood. De lange troepen-colonne der Pruisen, zou, wanneer ze krachtig in de flank werd aangevallen, aangehouden en van voren aangegrepen, zeker niet in zulk een nauwte hebben kunnen stand hou­den. De stoutmoedige vorst zou tot den terugtocht gedwongen zijn geworden, terwijl hij tal van manschap­pen verloor en ons geheel ongerepte leger had front kunnen maken tegen dien gemeenen hond van Mecklen­burg, die dan gemakkelijk te verpletteren ware geweest.

Maar nu stonden we daar met vijf- of zeshonderd volkomen geïsoleerde vrijwilligers, nutteloos als 't haar van varkensooren. Er stond ons niets anders te doen dan, zonder een kwartier te verliezen, in de richting van Sully af te druipen, wanneer we door dat gespuis niet afgesneden wilden worden.

Page 42: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

24 LÉON BLOY

Na dit maar al te duidelijk rapport op de duidelijkste wijze uitgebracht en 't iet of wat bloederige Beiersche plunje ergens op een vuilnishoop gesmeten te hebben, werd de man onmiddellijk weer 't ons allen welbekende kostbare beest en slikten we — vierhonderd Kilometer in acht dagen tijds . . .

* *

Ik zal me 't verhaal besparen van dien even stommen als gruwelijken terugtocht, toen het Loire-leger, bevro-ren, uitgehongerd, afgrijselijk onttakeld, met dc stalschop werd opgeraapt in drie of vier departementen ; toen men hoofdofficieren de paarden van de stukken der artillerie of van de ambulance-wagens zag afspannen om sneller te kunnen vluchten . . . .

Maar wat er ook van was, al crepeerden er zestig-duizend menschen van ellende, de oude Bertrand bleef heen en weer zwaaien. Tegen het einde van die ver-schrikkelijke maand kwam hij met ons bij het leger van Chanzy en begonnen de reeds genoemde grappen opnieuw.

Daar ik mij vooral tot taak heb gesteld om een lofrede te schrijven op dit zonderling dier, vertel ik hier, om hem te doen kennen, nog een paar merkwaardige anecdoten.

Op een keer liet hij in 't Sarthe-departement, in de buurt van La Ferté-Bernard, zooals 't meer gebeurde, onze colonne vooruitgaan en bleef bij den een of anderen boerenkinkel achter om een glaasje te wippen. Trouwens ik moet zeggen, hij betaalde vaker dan men onder onze kameraden geloofde. Dat glaasje vermenigvuldigde zich natuurlijk en toen de kruik brandewijn leeg was, zei de held tot onbeschrijfelijken schrik van zijn gastheer, die op vurige kolen scheen te loopen, dat hij van plan was een paar uurtjes te gaan dutten in de aangren-zende schuur, waarvan het versche stroo hem bekoorde.

24 LÉON BLOY

Na dit maar al te duidelijk rapport op de duidelijkste wijze uitgebracht en 't iet of wat bloederige Beiersche plunje ergens op een vuilnishoop gesmeten te hebben, werd de man onmiddellijk weer 't ons allen welbekende kostbare beest en slikten we - vierhonderd Kilometer in acht dagen tijds ...

* * * Ik zal me 't verhaal besparen van dien even stommen

als gruwelijken terugtoeht, toen het Loire-Ieger, bevro­ren, uitgehongerd, afgrijselijk onttakeld, met de stalschop werd opgeraapt in drie of vier departementen; toen men hoofdofficieren de paarden van de stukken der artillerie of van de ambulance-wagens zag afspannen om sneller te kunnen vluchten! ....

Maar wat er ook van was, al crepeerden er zestig­duizend mensehen van ellende, de oude Bertrand bleef heen en weer zwaaien. Tegen het einde van die ver­schrikkelijke maand kwam hij met ons bij het leger van Chanzy en begonnen de reeds genoemde grappen opnieuw.

Daar ik mij vooral tot taak heb gesteld om een lofrede te schrijven op dit zonderling dier, vertel ik hier, om hem te doen kennen, nog een paar merkwaardige aneedoten.

Op een keer liet hij in 't Sarthe-departement, in de buurt van La .Ferté-Bernard, zooals 't meer gebeurde, onze colonne vooruitgaan en bleef bij den een of anderen boerenkinkel achter om een glaasje te wippen. Trouwens ik moet zeggen, hij betaalde vaker dan men onder onze kameraden geloofde. Dat glaasje vermenigvuldigde zich natuurlijk en toen de kruik brandewijn leeg was, zei de held tot onbeschrijfelijken schrik van zijn gastheer, die op vurige kolen scheen te loop en, dat hij van plan was een paar uurtjes te gaan dutten in de aangren­zende schuur, waarvan het versehe stroo hem bekoorde.

Page 43: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 25

Op de luide tegenwerpingen van den boer, die hem de waarschijnlijke komst van de Uhlanen voorhield, ant-woordde hij eenvoudig : „Hoepel op of ik haal je de darmen uit je lijf" en ging zich in 't stroo nestelen.

Vijf minuten later ronkte hij als een vulkaan en stegen twee Pruisische ruiters aan de deur af.

Een. even eenvoudig als kostelijk avontuur volgde. Terwijl een der zooeven aangekomenen op heerschzuch-tigen toon met den huiseigenaar onderhandelde, ging de andere de schuur bezichtigen voor de stalling der paarden en hoorde, terwijl hij binnenkwam, het gesnurk.

Bertrand, op manshoogte liggend op het stroo, was geheel onzichtbaar, weggezakt als hij was in den kuil, dien zijn gewicht gemaakt had. De Pruis stak onnoozel zijn hoofd naar voren. Op hetzelfde oogenblik had hij de twee pootige handen van den slaper rond zijn hals.

„Kom dan, mijn schatje, kom wat maffen bij papa !" zei hij, terwijl hij hem hartstochtelijk de hals-wervels kraakte.

De rekening met den tweeden pelgrim werd onmid-dellijk daarna vereffend met een schitterenden bajonet-stoot midden in zijn buik.

De andere anecdote is werkelijk episch. In een, overi-gens ongelukkig afgeloopen, gevecht, waarin wij een vrij groot aantal kameraden verloren, werd onzen avonturier, die een kwartier lang schietschijf van de Duitsche jagers was, bij deze gelegenheid den meest bloedigen smaad aangedaan.

Een vijandelijke kogel doorboorde zijn veldflesch z66, dat de inhoud tot den laatsten druppel toe op den grond stroomde. Onmogelijk zich onmiddellijk te wreken, daar de Pruisen buiten bereik waren. Maar denzelfden avond verdween hij.

Twee dagen later deed de commandant ons te midder-nacht opstaan. Wat 'n wandeling ! Een uur lang stak

LÉON BLOY 25

Op de luide tegenwerpingen van den boer, die hem de waarschijnlijke komst van de Uhlanen voorhield, ant­woordde hij eenvoudig: "Hoepel op of ik haal je de darmen uit je lijf" en ging zich in 't stroo nestelen.

Vijf minuten later ronkte hij als een vulkaan en stegen twee Pruisische ruiters aan de deur af.

Een even eenvoudig als kostelijk avontuur volgde. Terwijl een der zooeven aangekomcnen op heerschzuch­tigen toon met den huiseigenaar onderhandelde, ging de andere de schuur bezichtigen voor de stalling der paarden en hoorde, terwijl hij binnenkwam, het gesnurk.

Bertrand, op manshoogte liggend op het stroo, was geheel onzichtbaar, weggezakt als hij was in den kuil, dien zijn gewicht gemaakt had. De Pruis stak onnoozel zijn hoofd naar voren. Op hetzelfde oogenblik had hij de twee pootige handen van den slaper rond zijn hals.

"Kom dan, mijn schatje, kom wat maffen bij papa!" zei hij, terwijl hij hem hartstochtelijk de hals­wervels kraakte.

De rekening met den tweeden pelgrim werd onmid­dellijk daarna vereffend met een schitterenden bajonet­stoot midden in zijn buik.

De andere anecdote is werkelijk episch. In een, overi­gens ongelukkig afgcloopcn, gevecht, waarin wij een vrij groot aantal kameraden verloren, werd onzen avonturier, die een kwartier lang schietschijf van de Duitsche jagers was, bij deze gelegenheid den meest bloedigen ömaad aangedaan.

Een vijandelijke kogel doorboorde zijn veldflesch zóó, dat de inhoud tot den laatsten druppel toe op den grond stroomde. Onmogelijk zich onmiddellijk te wreken, daar de Pruisen buiten bereik waren. Maar denzelfden avond verdween hij.

Twee dagen later deed de commandant ons te midder­nacht opstaan. Wat 'n wandeling! Een uur lang stak

Page 44: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

26 LÉON BLOY

de Noordenwind als naalden in onze huid. Maar we wisten, dat er iets gaande was . . .

Daar de bevelen beslist waren, werd er geen enkel geweer geveld, toen een menschelijk wezen, dat op een klomp schaduw geleek, laveerend naar ons toe kwam, terwijl hij de hand omhoog stak. Het was Bertrand, die op ons wachtte.

„Geen lawaai," fluisterde hij den commandant toe, „en. laat al je mannen de mouwen opstroopen. Wij hebben ze prachtig."

Het zou kinderachtig zijn nog te vragen wat er toen gebeurde. Het voornaamste is, dat we er dien nacht heel wat van kant maakten. Wat de bijzonderheden aangaat, zoo heb ik alleen dit eene onthouden, dat nooit uit mijn herinnering zal gaan.

'roen de schildwachten snel en stil uit den weg geruimd waren, kwamen we met z'n twintigen voor de deur van 't eerste huis van het dorp, dat tot militairen post was ingericht. Acht A, tien Duitschers waren er in volkomen veiligheid aan 't kaarten en 't eerste wat Bertrand, die ons den weg wees en met zijn wonderlijke dronkemans-handigheid als een bom midden tusschen hen in viel, deed, was zijn bajonct te planten midden in 't vuile kaartspel dat de korporaal juist liet coupeeren.

Ik ben geen psycholoog genoeg om nauwkeurig te zeggen wat er in de ziel der toeschouwers omging, maar ik verzeker u, dat er weinig tijd was voor een analy s c, want de bajonet, nu versierd met ruitenkoning, harten-vrouw en heel den sleep van machten, die doen sterven, boorde met een bliksemsnelheid in de borsten en, ofschoon we in onze bewondering slechts een zeer kort oogenblik werkeloos bleven, durf ik u verzekeren, dat er voor ons maar een kleinigheid overbleef.

* * *

26 LÉON BLOY

de Noordenwind als naalden in onze huid. Maar we wisten, dat er iets gaande was ...

Daar de bevelen beslist waren, werd er geen enkel geweer geveld, toen een mensehelijk wezen, dat op een klomp schaduw geleek, laveerend naar ons toe kwam, terwijl hij de hand omhoog stak. Het was Bertrand, die op ons wachtte.

"Geen lawaai," fluisterde hij den commandant toe, "cn laat al je manncn de mouwcnopstroopen. Wij hebben ze prachtig."

Het zou kinderachtig zijn nog te vragen wat er toen gebeurde. Het voornaamste is, dat we er dien nacht heel wat van kant maakten. Wat de bijzonderheden aangaat, zoo heb ik alleen dit eene onthouden, dat nooit uit mijn herinnering zal gaan.

Toen de schild wachten snel en stil uit den weg geruimd waren, kwamen we met z'n twintigen voor de· deur van 't eerste huis van het dorp, dat tot militairen post was ingericht. Acht à tien Duitsehers waren er in volkomen veiligheid aan 't kaarten en 't eerste wat Bertrand, die ons den weg wees en met zijn wonderlijke dronkemans­handigheid als een bom midden tussehen hen in viel, deed, was zijn bajonet te planten midden in 't vuile kaartspel dat de korporaal juist liet coupeeren.

Ik ben geen psycholoog genoeg om nauwkeurig te zeggen wat cr in de ziel der toeschouwers omging, maar ik verzeker u, dat er weinig tijd was voor een a n a 1 y s e, want dé bajonet, nu versierd met ruitenkoning, harten­vrouwen heel den sleep van machten, dic doen sterven, boorde met een bliksemsnelheid in de borsten en, ofschoon we in onze bewondering slechts een zeer kort oogenblik werkeloos bleven, durf ik u verzekeren, dat er voor ons maar een kleinigheid overbleef.

* * *

Page 45: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 27

De dood van zulk een volmaakt schoelje mocht met zijn leven niet in tegenspraak staan. De Normen, die de Harmonic van 't heelal leiden, zouden verontwaardigd zijn geweest over een vulgair overlijden.

Het was 't eind van alles en de oude Bertrand werd nog steeds niet nuchter. Zelfs de veldslag van Le Mans, gedurende welken hij vijftien uren lang in de Duitsche linies liep te dwalen, terwijl hij, zooals hij zich in zijn wreed spionnentaaltje uitdrukte, „den sleutel van de plee" zocht — die ongelukkig uitgevallen dubbele inzet van de eer van Frankrijk, in den loop waarvan men een oogenblik gedwongen was op dien dronkaard te rckenen, om den Groothertog van 't spoor te bren-gen, veranderde zijn toestand niet in 't minst. Hij pochte erop uit de veldfleseh van den Dood te hebben gedronken

Den 14en Januari waren ze op weg naar Laval, in den uitersten Wcst-hoek van dat beklagenswaardige depar-tement van de Sarthe, wiens zeshonderd-duizend bun-der de laatste stuiptrekkingen der lands-verdediging moesten dragen.

Driehonderd man ongeveer namen werktuiglijk ik weet niet wat voor gevechts-posities in aan den ingang van 't woud van Charnie, eertijds de Kluis van de Maine, vlak v66r een verlaten gehucht.

Deze mannen waren z66 rampzalig, dat de aanwezig-heid van dien onwondbaren en eeuwigdurenden dronk-aard hen bemoedigde. Men was hem ten slotte iets boven-natuurlijks gaan toekennen.

Toch scheen hij ook te beginnen den moed te laten zakken. Men zag, dat hij er genoeg van kreeg en ontzag zich niet de generaals openlijk te hoonen.

De officier, die 't bevel voerde over die rampspoedige overlevenden uit de nederlaag had juist de volgende toespraak tot hen gehouden :

„Terwijl ik een beroep doe op uw vaderlandsliefde,

LÉON BLOY 27

De dood van zulk een volmaakt schoelje mocht met zijn leven niet in tegenspraak staan. De Normen, die de Harmonie van 't heelal leiden, zouden verontwaardigd zijn geweest over een vulgair overlijden.

Het was 't eind van alles en de oude Bertrand werd nog steeds niet nuchter. Zelfs de veldslag van Le Mans, gedurende welken hij vijftien uren lang in de Duitsche linies liep te dwalen, terwijl hij, zooals hij zich in zijn wreed spionnentaaltje uitdrukte, "den sleutel van de plee" zoeht - die ongelukkig uitgevallen dubbele inzet van de eer van Frankrijk, in den loop waarvan men een oogenblik gedwongen was op dien dronkaard te rekenen, om den Groothertog van 't spoor te bren­gen, veranderde zijn toestand niet in 't minst. Hij pochte erop uit de veldfleseh van den Dood te hebben gedronken .....

Den 14en Januari waren ze op weg naar Laval, in den uitersten West-hoek van dat beklagenswaardige depar­tement van de Sarthe, wiens zeshonderd-duizend bun­der de laatste stuiptrekkingen der lands-verdediging moesten dragen.

Driehonderd man ongeveer namen werktuiglijk ik weet niet wat voor geveehts-posities in aan den ingang van 't woud van Charnie, eertijds de Kluis van de Maine, vlak vóór een verlaten gehucht.

Deze mannen waren zóó rampzalig, dat de aanwezig­heid van dien onwondbaren en eeuwigdurend en dronk­aard hen bemoedigde. Men was hem ten slotte iets boven­natuurlijks gaan toekennen.

Toch scheen hij ook te beginnen den moed te laten zakken. Men zag, dat hij er genoeg van kreeg en ontzag zieh niet de generaals openlijk te hoonen.

De officier, die 't bevel voerde over die rampspoedige overlevenden uit de nederlaag had juist de volgende toespraak tot hen gehouden:

"Terwijl ik een beroep doe op uw vaderlandsliefde,

Page 46: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

28 LÉON BLOY

mag ik u, vrienden, hct gevaar niet verbergen . . . . Gij hebt tot taak den aftocht te dekken en de laatste konvooien van het leger te redden . . . Achtcr ons is er niets meer . . . dan de vijand."

Zijn woorden waren nog niet koud of er steeg een vuurpijl op in Oostelijke richting, een in 't Zuid-Oosten en een derdc heelemaal in 't Zuiden en tegelijkertijd hoorde men de vreeselijke honden der Pruisen blaffen, welke die barbaren, tegen het einde van den veldtocht, op de overwonnenca binnen in de bosschen pleegden af te j agen.

Er ging een rilling van wanhoop door de mannen. Uitgeput door een langdurig vasten, gebroken van vermoeienis en tot in 't merg bevroren, konden ze nict meer loopen en zelfs hun geweer niet meer vasthouden, terwijl ze zich bliksemsnel in het departement der Mayenne hadden moeten werpen, want de vijand poogde blijkbaar de zwakke afdecling van den kant van Loué en Brulon te omsingelen.

Het eenige wat er op zat was zich op de plaats zelf te laten afmaken zoo eervol mogelijk en geen cen van die zieltogenden sprak van overgeven . . .

Vier uren later, tegen zonsondergang, bleef er nog maar één over, de onverwoestbare Bertrand, die geen schram had opgeloopen en, in een half verwoeste schuur ver-schanst, de aanvallers uitmoordde.

Die wijndrinker hijgde van dorst, terwijl hij de bier-drinkers neerschoot. Hij had zulk een verschrikkelijken dorst, dat hij zich verlaagde tot het drinkenvan water, een restantje vuil water, dat in een varkenstrog stond te bederven.

Toen gaf hij plotseling niets meer om het leven. Meer dan ooit wilde hij niets weten en terwijl hij uit zijn hol te voorschijn sprong, werd de verschrikkelijke bastaard der vroegere uitgehongerde Leeuwen neergeschoten — als een contrefort van een vesting — door het eerste

28 L:f:ON BLOY

mag ik u, vrienden, het gevaar niet verbergen .... Gij hebt tot taak den aftocht te dekken en de laatste konvooien van het leger te redden ... Achter ons is er niets meer ... dan de vijand."

Zijn woorden waren nog niet koud of er steeg een vuurpijl op in Oostelijke richting, een in 't Zuid-Oosten en een derde heelemaal in 't Zuiden en tegelijkertijd hoorde men de vreeselijke honden der Pruisen blaffen, welke die barbaren, tegen het einde van den veldtocht, op de overwonnenen binnen in de bosschen pleegden af te jagen.

Er ging een rilling van wanhoop door de mannen. Uitgeput door een langdurig vasten, gebroken van vermoeienis en tot in 't merg bevroren, konden ze niet meer loop en en zelfs hun geweer niet meer vasthouden, terwijl ze zich bliksemsnel in het departement der Mayenne hadden moeten werpen, want de vijand poogde blijkbaar de zwakke afdeeling van den kant van Loué en Brulon te omsingelen.

Het ecnige wat er op zat was zich op de plaats zelf te laten afmaken zoo eervol mogelijk en geen een van die zieltogend en sprak van overgeven ...

Vier uren later, tegen zonsondergang, bleef er nog maar één over, de onverwoestbare Bertrand, die geen schram had opgeloopen en, in een half verwoeste schuur ver­schanst, de aanvallers uitmoordde.

Die wijndrinker hijgde van dorst, terwijl hij de bier­drinkers neerschoot. Hij had zulk een verschrikkclijken dorst, dat hij zich verlaagde tot het drinken van water, een restantje vuil water, dat in een varkenstrog stond te bederven.

Toen gaf hij plotseling niets meer om het leven. Meer dan ooit wilde hij niets weten en terwijl hij uit zijn hol te voorschijn sprong, werd de verschrikkelijke bastaard der vroegere uitgehongerde Leeuwen neergeschoten -als een contrefort van een vesting - door het. eerste

Page 47: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 29

schot uit een kanon van groot kaliber, dat de Pruisische commandanten hadden doen aanrukken, om voor goed een eind te maken aan dien laatsten vertegenwoordiger van den buitengewonen dronkemanstroep der Gallo-- Romeinen.

Vertaling van MR. H. V. HAASTERT.

LÉON BLOY 29

schot uit een kanon van groot kaliber, dat de Pruisische commandanten hadden doen aanrukken, om voor goed een eind te maken aan dien laatsten vertegenwoordiger van den buitengewonen dronkeumnstroep der Gallo·· Romeinen.

Vertaling van MR. H. V. HAASTERT.

Page 48: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 49: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE VELDSLAG.

Het 4e hoofdstuk uit Bloy's epos in proza „L' Ame de Napolion" — Paris,

Alercure de France.

DE VELDSLAG.

Het 4e hoofdstuk uit Bloy's epos in proza "L' Ame de Napoléon" - Pa.ria, ~lercure de Franco.

Page 50: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 51: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE VELDSLAG.

Een bleeke dag breekt aan boven de droeve vlakten van Polen. Het schetteren der klaroenen werd beantwoord door het hinniken van veertig duizend paarden. De koude en zwarte nacht heeft zwaar gedrukt op het leger, wiens slaap gestoord werd, hoevele malen ! door het steunen, ver af of nabij, van de gewonden der vorige dagen. Deze klagende klanken drongen in de herinneringen of de droomen van den cen of den ander, want ieder dezer krijgers heeft een ziel, die waarschijnlijk in enkele uren van zijn lichaam scheiden zal. Het is een onmetelijke kudde van zielen, het is het vee der Eeuwigheid.

Verscheidenen, velen zonder twijfel, hebben op deze wijze hunne gezinnen teruggezien, hunne velden, hunne dorpen, in Bourgogne, in Périgord, in Normandië, in Bretagne, anderen in Holland, in Duitschland, in Italië en zelfs in Spanje, want de legers van den Keizer worden alom gerecruteerd, behalve in Rusland en Engeland.

Men strijdt sinds tien jaren, men zal zeker nog tien jaren strijden en niemand zou kunnen zeggen, wanneer, n6ch hoe dat eindigen zal, Napoleon minder dan iemand. De meest onversaagde aanvoerders morren steeds. Men gevoelt zeer goed, dat men geheel Europa tegen zich heeft, eenvoudig omdat men Frankrijk is Frankrijk, de levende ziel van alle volkeren, en omdat 't een wet is voor het menschelijk beest, om krijg te voeren tegen zijne ziel.

Léon Bloy. 3

DE VELDSLAG.

Een bleeke dag breekt aan boven de droeve vlakten van Polen. Het schetteren der klaroenen werd beantwoord door het hinniken van veertig duizend paarden. De koude en zwarte naeht heeft zwaar gedrukt op het leger, wiens slaap gestoord werd, hoevele malen! door het steunen, ver af of nabij, van de gewonden der vorige dagen. Deze klagende klanken drongen in de herinneringen of de droomen van den een of den ander, want ieder dezer krijgers heeft een ziel, die waarschijnlijk in enkele uren van zijn lichaam scheiden zal. Het is een onmetelijke kudde van zielen, het is het vee der Eeuwigheid.

Verseheidenen, velen zonder twijfel, hebben op deze wijze hunne gezinnen teruggezien, hunne velden, hunne dorpen, in Bourgogne, in ?érigord, in Normandië, in Bretagne, anderen in Holland, in Duitsehland, in Italit' en zelfs in Spanje, want de legers van den Keizer wordell alom gereeruteerd, behalve in Rusland en Engeland.

Men strijdt sinds tien jaren, men zal zeker nog tien jaren strijden en niemand zou kunnen zeggen, wanneer, noch hoe dat eindigen zal, Napoleon minder dan iemand. De meest onversaagde aanvoerders morren steeds. Men gevoelt zeer goed, dat men geheel Europa tegen zich heeft, eenvoudig omdat men Frankrijk is - Frankrijk, de levende ziel van alle volkeren, en omdat 't een wet is voor het menschelijk heest, om krijg te voeren tegen zijne ziel.

Léon Bloy. :-3

Page 52: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

34 LÉON BLOY

Voor de simpele soldaten is deze ziel zichtbaar in Napoleon, z66 zichtbaar, dat, indien hij sterven zoude, dit het einde zou wezen van Frankrijk en het einde der wereld. Is er iets tragischer, zoo vraag ik, dan de tranen van dien armen grenadier, weenende aan de Berezina omdat hij hem te voet had zien gaan te midden der schimmen van zijne oude garde ? „Waarlijk, ik weet niet of ik slaap dan wel wakende ben. Ik ween, omdat ik onzen keizer te voet heb zien loopen, met een stok in. de hand, hij die zoo groot is, hij die ons zoo trotsch maakt !"

Doch dit oogenblik is nog niet gekomen. De vernedering der volkeren is nog niet voldoende bevrucht en er zullen nog o zooveel andere overwinningen noodig zijn om de rampen te baren.

Intusschen begint het voorbereidend gerucht der artil-lerie, de grootsche stem der kanonnen. Het Groote Leger rekt zich uit, strekt de machtige leden, geeuwende tot den dood. Om het Leger geheel te doen ontwaken, werpt de wind het pakken sneeuw in het gelaat. Het Leger staat overeind, rillende en sidderende, in de valleien, op de heuvelen, op de bevroren meren, te midden der bosschen.

Op het schaakbord van den Onfeilbare staan hier en daar de vreeswekkende wilde dieren, waarover hij beschikt : Davout ; Augereau ; Ney, die noch vermoeid-heid kent noch vrees ; Murat, de vilder der bataljons, de Achilles van alle gevechten ; de sublieme Lannes ; de schrikwekkende kurassier Hautpoul ; de epische generalen Saint-Hilaire, Friant, Gudin, Morand, en vijftig anderen. Snel en nauwkeurig als engelen van den oorlog, voeren zij de minste bevelen van hun meester uit en de slachting begint.

Er moeten van avond minstens twintig duizend dooden en dertig duizend gewonden zijn en er is geen tijd te verliezen; want God maakt den Dag des Menschen,

34 LÉON BLOY

Voor de simpele soldaten is deze ziel zichtbaar in Napoleon, zóó zichtbaar, dat, indien hij sterven zoude, dit het einde zou wezen van Frankrijk en het einde der wereld. Is er iets tragischer, zoo vraag ik, dan de tranen van dien armen grenadier, weenende aan de Berezina omdat hij hem te voet had zien gaan te midden der schimmen van zijne oude garde? "Waarlijk, ik weet niet of ik slaap dan wel wakende ben. Ik ween, omdat ik onzen keizer te voet heb zien loopen, met een stok in de hand, hij die zoo groot is, hij die ons zoo trotsch maakt !"

Doch dit oogenblik is nog niet gekomen. De vernedering der volkeren is nog niet voldoende bevrucht en er zullen nog 0 zooveel andere overwinningen noodig zijn om de rampen te baren.

Intusschen begint het voorbereidend gerucht der artil­lerie, de grootsche stem der kanonnen. Het Groote Leger rekt zich uit, strekt de machtige leden, geeuwende tot den dood. Om het Leger geheel te doen ontwaken, werpt de wind het pakken sneeuw in het gelaat. Het Leger staat overeind, rillende en sidderende, in de valleien, op de heuvelen, op dc bevroren meren, te midden der bosschen.

Op het schaakbord van den Onfeilbare staan hier en daar de vreeswekkende wilde dieren, waarover hij beschikt: Davout ; Augereau; Ney, die noch vermoeid­heid kent noch vrees; Murat, de vilder der bataljons, de Achilles van alle gevechten; de sublieme Lannes; de sehrikwekkende kurassier Hautpoul; de epische generalen Saint-Hilaire, Friant, Gudin, Morand, en vijftig anderen. Snel en nauwkeurig als engelen van den oorlog, voeren zij de minste bevelen van hun meester uit en de slachting begint.

Er moeten van avond minstens twintig duizend dooden en dertig duizend gewonden zijn en cr is geen tijd te verliezen; want God maakt den Dag des Menschen,

Page 53: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 35

opdat hij dien vulle met zijn goede of slechte werken en een dag in Februari telt geen acht uren in een streek z66 dicht bij de Pool.

Men moet noodzakelijk getuige zijn geweest van een dezer conflicten van menigten om te weten, hoezeer het leven een droom is. Hier wordt een heele divisie wegge-maaid door het schroot. Wat doet 't er toe en wie zou tijd hebben om te weenen ? Dertig escadrons, door de Furiën opgezweept, treden haar met voeten om een weinig verder de kanonniers en infanteristen neer te sabelen, alvorens zelve te vallen in den lichtenden nacht der dooden. Dan zwelt de slag aanhoudend in ebbe en vloed, als samentrekking en uitzetting van het hart der worstelende legers. Een met groote krachtsinspanning genomen stelling wordt verloren en weer heroverd, hoevele malen wel ! Een heldhaftige charge, die beslis-send mocht worden geacht, wordt tot staan gebracht door een wervelstorm van vuur ; de tot op de helft vernietigde ruiters worden teruggevoerd naar de infan-terie, die hen beschermen zal zoo goed zij kan, terwijl zij zelve somtijds geweldig behoefte heeft om beschermd te worden. Doch de laag van dooden rijst hooger en de zielen, uitgegaan uit het graf der lichamen, de arme zielen te voren nog in duisternis, eindelijk wetende, waarom en voor wie zij zoo wild gestreden hebben, zijn onzicht-baar neergestreken op den keizerlijken heuvel, rondom den zichtbaren Meester, die ze met de hand afweert als hinderlijke gedachten . . .

Want hij heeft de overwinning nog niet behaald en hij heeft de ovcrwinning noodig. De overwinning is zijn Requiem, de rust zijner eigene ziel, in deze duistere wereld. Zij is zijn brood en zijn wijn, zij is zijne woning en zij is zijne lamp. Is hij dan geschapen voor iets anders dan voor de overwinning ? Wanneer een zijner leger-korpsen wijkt, gevoelt hij zich als lichamelijk terugge-drongen door de achterdeelen der paarden, door het

LÉON BLOY 35

opdat hij dien vuIle met zijn goede of slechte werken en een dag in Februari telt geen acht uren in een streek zóó dicht bij de Pool.

Men moet noodzakelijk getuige zijn geweest van een dezer conflicten van menigten om te weten, hoezeer het leven een droom is. Hier wordt een heele divisie wegge­maaid door het schroot. Wat doet 't er toe en wie zou tijd hebben om te ween en ? Dertig escadrons, door de Furiën opgezweept, treden haar met voeten om een weinig verder de kanonniers en infanteristen neer te sabelen, alvorens zelve te vallen in den lichtenden nacht der dooden. Dan zwelt de slag aanhoudend in ebbe en vloed, als samentrekking en uitzetting van het hart der worstelende legers. Een met groote krachtsinspanning genomen stelling wordt verloren cn wcer heroverd, hoevele malen wel! Een heldhaftige charge, die beslis­send mocht worden geacht, wordt tot staan gebracht door een wervelstorm van vuur; de tot op de helft vernietigde ruiters worden teruggevoerd naar de infan­terie, die hen beschermen zal zoo goed zij kan, terwijl zij zelve somtijds geweldig behoefte heeft om beschermd te worden. Doch dc laag van dood en rijst hooger en de zielen, uitgegaan uit het graf der lichamen, de arme zielen te voren nog in duisternis, eindelijk wetende, waarom en voor wie zij zoo wild gestreden hebben, zijn onzicht­baar neergestreken op den keizerlijken heuvel, rondom den zichtbaren Meester, die ze met de hand afweert als hinderlijke gedachten ...

Want hij heeft de overwinning nog niet behaald en hij heeft de overwinning noodig. De overwinning is zijn Requiern, de rust zijner eigene ziel, in deze duistere wereld. Zij is zijn brood en zijn wijn, zij is zijne woning en zij is zijne lamp. Is hij dan geschapen voor iets anders dan voor de overwinning? Wanneer een zijner leger­korpsen wijkt, gevoelt hij zich als lichamelijk terugge­drongen door de aehterdeelen der paarden, door het

Page 54: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

36 LÉON BLOY

opdringen der menigten. Doch zijn gelaat, onbeweeglijk als brons, laat niets bespeuren van zijne kwelling. Mis-schien lijdt hij zelfs niet, z66 sterk is zijn hart, zCI6 groot is de onverschrokkenheid van zijn genie ! Hij zal later lijden, zonder eenigen twijfel. Op dit oogenblik schijnt hij gelukkig, hij gevoelt zijne kracht. Hij weet zich voogd over de misgeboorten der Fortuin, hij heeft triomfbogen voor de Onzekerheid en zelfs voor mogelijk komende rampen, volstrekt zeker, altijd in het diepst van zichzelven het een of ander onvoorzien en opflitsend middel te vinden, dat hem machtiger zal maker).

Dan beziet hij, nog eenmaal, zijn slagveld en, rustig „doet hij drie passen, als de Goden". Uit al zijne diep-zinnige berekeningen, die tot nu toe haar uitwerking misten, schittert plotseling een Manoeuvre op, die denken doet aan Hercules als kind heel den heuvel bespattend met de melk van Jupiters gemalin. Murat raast voorbij als een bergstroom, heel Europa in een half uur verplet-terend, op vier vierkante kilometers, en Napoleon heeft nog slechts enkele marschen zijner soldaten noo-dig om de Keizer van het Westen te worden.

„Het lot van een veldslag," zeide hij te Sint-Helena, „is het resultaat van één oogenblik, van ééne gedachte. Men nadert elkander met verschillende berekeningen, men wordt handgerneen, men strijdt gedurende eenigen tijd ; dan komt het beslissende oogenblik, cene ntoreele vonk tintelt op, en de kleinste reserve geeft den doorslag."

Hij heeft bekend, dat hij zeer diep ontroerd werd bij het schouwspel der slagvelden van Eylau, zoo rood van bloed, dat de sneeuw er mede gekleurd bleef tot het einde van den winter. Het is niet mogelijk deze ontroe-ring in twijfel te trekken, wanneer men Napoleon bestu-deerd heeft. Hij is meer mensch dan de aridere menschen wegens zijn grenzelooze superioriteit. Doch deze supe-rioriteit zelve „hecht hem vast aan den ()ever" eerier onbewogenheid, noodzakelijk voor zijn prestige. ,Een

36 LÉON HLOY

opdringen der menigten. Doch zijn gelaat, onbeweeglijk als brons, laat niets bespeuren van zijne kwelling. Mis­schien lijdt hij zelfs niet, zó6 sterk is zijn hart, zóó groot is de onverschrokkenheid van zijn genie! Hij zal later lijden, zonder eenigen twijfel. Op dit oügenblik schijnt hij gelukkig, hij gevoelt zijne kracht. Hij weet zieh voogd over de misgeboorten der Fortuin, hij heeft triomfbogen voor de Onzekerheid en zelfs voor mogelijk komende rampen, volstrekt zeker, altijd in het diepst van zichzelven het een of ander onvoorzien en op flitsend middel te vinden, dat hem machtiger zal makell.

Dan beziet hij, nog eenmaal, zijn slagveld en, rustig "doet hij drie passen, als de Goden". Uit al zijne diep­zinnige berekeningen, die tot nu toe haar uitwerking misten, schittert plotseling een Manoeuvre op, die denken doet aan Hercules als kind heel den heuvel bespattend met de melk van Jupiters gemalin. Murat raast voorbij als een bergstroom, heel Europa in een half uur verplet­terend, op vier vierkante kilometers, en Napoleon heeft nog slechts enkelc marsehen zijner soldaten noo­dig om dc Keizer van het Westen te wordcn.

"Het lot van een veldslag," zeide hij te Sint-Helena, "is het resultaat van één oog en blik, van ééne gedachte. Men nadert elkander met verschillende berekeningen, men wordt handgemeen, men strijdt gedurende eenigen tijd; dan komt het beslissende oogenblik, eene mareele van!c tintelt op, en de kleinste reserve geeft den doorslag."

Hij heeft bekend, dat hij zeer diep ontroerd werd bij het schouwspel der slagvelden van Eylau, zoo rood van bloed, dat de sneeuw er mede gekleurd bleef tot het einde van den winter. Het is niet mogelijk deze ontroe­ring in twijfel te trekken, wanneer men Napoleon bestu­deerd heeft. Hij is meer menseh dan de andere mensehen wegens zijn grenzelooze superioriteit. Doch deze supe­rioriteit zelve "hecht hem vast aan den oever" eener onbewogenheid, noodzakelijk voor zijn prestige. "Een

Page 55: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 37

bijzonderheid," zegt Thiers, „trof een ieder. Of wel om terug te keeren tot de dingen van het verleden, of ook wellicht uit zuinigheid, had men aan de troepen de witte uniform terug willen geven. I3ij enkele regi-menten had men er de proef mede genomen, doch het zien van het bloed op deze witte uniformen besliste over het vraagstuk. Napoleon, vol walging en afgrijzen, verklaarde, dat hij slechts blauwe uniformen wilde, hoeveel 't ook kosten zoude." Hij kon niet nalaten, ondanks alles, bij deze gelegenheid de ontsteltenis van zijn hart te verraden in een van die als in steen gehouwen en profetische Dagorders, waarmede hij de wereld in beroering bracht.

Voor hcm, die in het Absolute schouwt, heeft de oorlog slechts beteekenis, indien hij verdelgend is, en de zeer nabije toekomst zal 't ons toonen. Het is dwaasheid of huichelarij krijgsgevangenen te maken. Napoleon was voorzeker n6ch een dwaas n6ch een huichelaar, doch hij, dien men voor een beul aanzag, was een overgevoelige, altijd geneigd tot vergeven, een grootmoedige, ondanks alles geloovende in de grootmoedigheid der anderen, en men weet, waarop deze onbegrijpelijke illusie hem te staan kwam.

Te Austerlitz laat hij de vrijheid aan Alexander, dien hij tot zijn gevangene had kunnen maken ; na Jena laat hij den troon aan het tegen den grond geslagen huis van Pruisen ; na Wagram verzuimt hij de Oostenrijk-sche monarchic in stukken te snijden enz. Te Rochefort ten slotte vertrouwt hij zich toe aan de edelmoedigheid van Engeland ! Hij kende de verschrikkingen der gevan-genissehepen ; het ware hem gemakkelijk geweest ver-geldingsmaatregelen te nemen door — niet arme matro-zen of soldaten — doch geheel de bloem der Engelsche samenleving na het verbreken van den vrede van Amiens naar de galeien te zenden, een verschrikkelijk middel en dat waarschijnlijk meer afdoende zou zijn geweest

LItON nI.OY 87

bijzonderheid," zegt Thiers, "trof een ieder. Of wel om terug te kecren tot de dingen van het verleden, of ook wellicht uit zuinigheid, had men aan de troepen de witte uniform terug willen geven. Bij enkele regi­menten had men er de proef mede genomen, doch het zien van het bloed op deze witte uniformen besliste over het vraagstuk. Napoleon, vol walging en afgrijzen, verklaarde, dat hij slechts blauwe uniformen wilde, hoeveel 't ook kosten zoude." Hij kon niet nalaten, ondanks alles, bij deze gelegenheid de ontsteltenis van zijn hart te verraden in een van die als in steen gehouwen en profetische Dagorders, waarmede hij de wereld in beroering bracht.

Voor hem, die in het Absolute schouwt, heeft de oorlog slechts beteekenis, indien hij verdelgend is, en de zeer nabije toekomst zal 't ons toonen. Het is dwaasheid of huichelarij krijgsgevangenen te maken. Napoleon was voorzeker noch een dwaas noch een huichelaar, doch hij, dien men voor een beul aanzag, was een overgevoelige, altijd geneigd tot vergeven, een grootmoedige, ondanks alles geloovende in de grootmoedigheid der anderen, en men weet, waarop deze onbegrijpelijke illusie hem te staan kwam.

Te Austerlitz laat hij de vrijheid aan Alexander, dien hij tot zijn gevangene had kunnen maken; na Jena laat hij den troon aan het tegen den grond geslagen huis van Pruisen; na Wagram verzuimt hij de Oostenrijk­sche monarchie in stukken te snijden enz. Te Roehefort ten slotte vertrouwt hij zich toe aan de edelmoedigheid van Engeland! Hij kende de verschrikkingen der gevan­genissehepen; het ware hem gemakkelijk geweest ver­geldingsmaatregelen te nemen door - niet arme matro­zen of soldaten - doch geheel de bloem der Engelsehe samenleving na het verbreken van den vrede van Amiens naar de galeien te zenden, een verschrikkelijk middel en dat waarschijnlijk meer afdoende zou zijn geweest

Page 56: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

38 LÉON BI.OY

dan de Continentale Blokkade. Hij verweet zich later het niet te hebben gedaan en aldus te weinig karakter te hebben getoond.

Hij was dus niet het monster, dat noodig ware geweest voor den integralen, den apoealyptischen oorlog, met al zijne gevolgen, den afgrond van oorlog aangeroepen door den afgrond van verdorvenheid en klaarblijkelijk is hij niet van dezen demon de voorlooper geweest."

Vertaling van 17V NIEUWENHUIS.

Parijs, Mei 1914.

38 LÉON BLOY

dan de Continentale Blokkade. Hij verweet zieh later het niet te hebben gedaan en aldus te weinig karakter te hebben getoond.

Hij was dus niet het monster, dat noodig ware geweest voor den integralen, den apoealyptisehen oorlog, met al zijne gevolgen, den afgrond van oorlog aangeroepen door den afgrond van verdorvenheid en klaarblijkelijk is hij niet van dezen demon de voorlooper geweest."

Vertaling van W. NIEUWENIIUIS.

ParUs, Mei 1914.

Page 57: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE PELGRIM VAN HET ABSOLUTE. DE PELGRIM VAN HET ABSOLUTE.

Page 58: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 59: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE PELGRIM VAN HET ABSOLUTE.

. . . . je chemine en. avant de mes pensées en exil dans une grande colonne de Silence.

(LhoN BLOY : Belluaires et Porchers).

Het October-nummer 1912 van „Les Marches de Provence," geheel gewijd aan Léon Bloy ter gelegenheid van het verschijnen van „L'Ame dc Napoléon", publi-ccerde als „hors-texte" eene teekening van Marcel _Arnaud met het opschrift : „La conspiration du silence".

V66r een groot kruisbeeld, waaronder de Mater Dolo-rosa te weenen staat en een Arme in diep-neerslachtige houding zit neergehurkt, rijst de wilde figuur van ',Con Bloy. Zijn haren waaien in den wind, uit zijn wijd-open mond gulpen als lavabrokken de woorden zijner ver-ontwaardiging. De rechterhand aan den vèr-uitgerekten arm wijst naar de Kruisgroep, de linker is tot vuist gekrampt : alle spieren van zijn lijf staan tot springens toe gespannen. Hij is als een Donar, die met vonkende mokerslagen zijn toorn door dc luchten slaat. Hij is meer nog als ecn Mozes die dalend van den I3erg der Wetgeving zijn volk het Gouden Kalf ziet vereeren en nu daverend uitvaart tegen de afgodsaanbidders. Léon Bloy stort de brandende woorden zijner welsprekend-heid neer op de menigte, die vóór hem staat.

DE PELGRIM VAN HET ABSOLUTE.

I.

.... je chemine en avant de mes penséoR en exil dans uno grande colonne de Silence.

(LÉON BLOY: Belluair~.8 et Porchers).

Het October-nummer 1912 van "Les Marches tie Provence," geheel gewijd aan Léon Bloy ter gelegenheid van het verschijnen van "L'Ame de Napoléon", publi­ceerde als "hors-texte" eene teekening van Marcel Arnaud met het opschrift: "La conspiration du silence".

Vóór een groot kruisbeeld, waaronder de Mater Dolo­rosa te weenen staat en een Arme in diep-neerslachtige houding zit neergehurkt, rijst de wilde figuur van Léon Bloy. Zijn haren waaien in den wind, uit zijn wijd-open mond gulpen als lavabrokken de woorden zijner ver­ontwaardiging. De rechterhand aan den vèr-uitgerekten arm wijst naar de Kruisgroep, de linker is tot vuist gekrampt : alle spieren van zijn lijf staan tot springens toe gespannen. Hij is als een Donar, die met vonkende mokerslagen zijn toorn door de luchten slaat. Hij is meer nog als een Mozes die dalend van den Berg der Wetgeving zijn volk het Gouden Kalf ziet vereer en en nu daverend uitvaart tegen de afgodsaanbidders. Léon Bloy stort de brandende woorden zijner welsprekend­heid neer op de menigte, die vóór hem staat.

Page 60: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

42 LkoN BLOY

De twee figuren op den voorgrond verbeelden de tijdgenooten, tot wie hij zich wendt. Het zijn een paar typen van het weerzinwekkend ras der „arrivisten", menschen zonder schaduw van karakter, zonder schijn van hooger intellect, zonder de minste diepere, warmere ziele-roering.

De linker figuur, met den rug naar Bloy gekeerd, houdt met de cene hand eene zwaar-gevulde tasch effecten koesterend onder den arm, terwijl de andere hand den wijsvinger tegen de lippen drukt : . . . sst ! . sst ! . . . sst ! . . .

De rechtsche gestalte, met de tronie van een zwaar-levenden woekeraar, maakt hetzelfde gebaar tot zwijgen, terwij1 hij zich in vertrouwelijke verstandhouding naar den effectenbezitter vooroverbuigt.

De tcekening verbeeldt op drastische wijze de samen-zwering tot doodzwijgen, die tegen het gewelddadig genie Léon Bloy beraamd blijkt door al degenen, wier van geld, genot en roem beneveld gewcten hij met zijn stormend woord en zijn evangelisch leven opschrikt. Hem antwoorden op het verpletterend requisitoir van de schanddaden, de huilende ongerechtigheden, de gruwe-lijk-zwarte huichelarij, dat Bloy hun als Ambtenaar van Gods Openbaar Ministerie in 't gelaat slingert, kunnen en durven zij niet, de impotente lafaards ! Hun eenigst en zeker meest eenvoudig en afdoend mid-del tot verdediging is : het zwijgen, het dood zwijgen, het zich gebaren, of er geen toornend aanklager bestond en het leven leven, alsof er geen stem hun toekreet, dat de Rechter niet langer talmen kan den Hamer van het Doodvonnis over hen te laten neerdreunen.

„Ah ! tu as voulu dire quelque chose, toi ! Tu as pris au sérieux les Paroles et les Promesses divines et tu as bafoué les hommes oubliant qu'ils sont, eux-mêmes, devenus des Dieux. Tu as cherché la Force, la Justice, la Splendeur ! Tu as cherché l'Amour !

42 LÉON BLOY

De twee figuren op den voorgrond verbeelden de tijdgenooten, tot wie hij zieh wendt. Het zijn een paar typen van het weerzinwekkend ras der "arrivisten", menschen zonder schaduw van karakter, zonder schijn van hooger intellect, zonder de minste diepere, warmere ziele-roering.

De linker figuur, met den rug naar Bloy gekeerd, houdt met de cene hand eene zwaar-gevulde tasch effecten koesterend onder den arm, terwijl de andere hand den wijsvinger tegen de lippen drukt: ... sst! .. sst! ... sst! ...

De rechtsche gestalte, met de tronie van een zwaar­levenden woekeraar, maakt hetzelfde gebaar tot zwijgen, terwijl hij zieh in vertrouwelijke verstandhouding naar den effectenbezitter vooroverbuigt.

De teekening verbeeldt op drastische wijze de samen­zwering tot doodzwijgen, die tegen het gewelddadig genie Léon Bloy beraamd blijkt door al degenen, wier van geld, genot en roem beneveld geweten hij met zijn stormend woord en zijn evangelisch leven opschrikt. Hem antwoorden op het verpletterend requisitoir van de schanddaden, de huilende ongerechtigheden, de gruwe­lijk-zwarte huichelarij, dat Bloy hun als Ambtenaar van Gods Openbaar Ministerie in 't gelaat slingert, kunnen en durven zij niet, de impotente lafaards! Hun eenigst en zeker meest eenvoudig en afdoend mid­del tot verdediging is: het zwijgen, het dood zwijgen, het zich gebaren, of er geen toornend aanklager bestond en het leven leven, alsof er geen stem hun toekreet, dat de Rechter niet langer talmen kan den Hamer van het Doodvonnis over hen te laten neerdreunen.

"Ah! tu as voulu dire quelque chose, toi! Tu as pris au sérieux les Paroles et les Promesses divines et tu as bafoué les hommes oubliant qu'ils sont, eux-mêmes, devenus des Dieux. Tu as eherché la Force, la Justice, la Splendeur! Tu as cherché I' Amour!

Page 61: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY 43

Eh bien ! voici le gouffre, voici ton gouffre. Il se nomme le Silence ! (Léon 13loy : „Le mendiant ingrat", p. 436).

Dat deze laffe samenzwering op buitengewone wijze geslaagd moet heeten en tegelijk, dat dit gelukken bijna wonderbaarlijk schijnt, wordt volstrekt onbegrijpelijk, wanneer men eenmaal Bloy heeft leeren kennen en zijn alles-vooruitstormend genie u tot een paroxysme van bewondering heeft gevoerd.

Kent ge „Le Désespéré", dat hevig smartelijke boek, waarin Bloy het begin van zijn kunstenaarsleven teekent, zijn haat en zijn liefde, zijn heldenmoed en zijn zonden, zijn offerdaden en zijn ontembaarheid ; kent ge „La femme pauvre", kent ge zijn dagboeken ? Laast ge „Le salut par les Juifs", „Le sang du pauvre", „Celle qui pleure", „Belluaires et Porchers", „Les dernières colon-nes de l'Eglise", „La chevalière de la mort", „Le fils de Louis XVI", „L'Ame de Napoléon" ? Kent ge de beide reeksen „Exégèse des Lieux-Communs", die onnavolgbare zedelijke en wijsgeerige studie van den „bourgeois" die in 300 spreekwoorden zijn heele menta-liteit bloot spreidt, een werk z66 geniaal van ironie en uitbijtend sarcasme, z66 aanbiddellijk-oorspronkelijk en lichtend van geest, zoo op-ende-op Fransch, en daarbij in zijn diepsten grond z66 droevig en smartelijk en tra-gisch, dat het zijn weêrga in geen enkele letterkunde vindt ?

Wanneer ge begint Bloy te lezen, wordt ge met één slag geworpen buiten de baan der alledaagsche gedach-ten in een wereld van licht. Ge weet u dan plotseling staan te midden van vlammen der opperste Godsverruk-king, der innigste menschenminne, van den schrikke-lijksten haat uit liefde. Ge voelt een hitte van geest-drift u verzengen, ge wordt ingebouwd in een koepel van licht, dat nog slechts is een „crépuscule divin, nous frémissons d'amour."

In den jongsten tijd heeft Léon Bloy, die in. een toren

LÉON BI~OY 43

Eh bien ! voici Ie gouffre, voici ton gouffre. Il se nomme Ie Silence! (Léon Bloy: "Le mendiant ingrat", p. 436).

Dat deze laffe samenzwering op buitengewone wijze geslaagd moet hecten en tegelijk, dat dit gelukken bijna wonderbaarlijk schijnt, wordt volstrekt onbegrijpelijk, wanneer men eenmaal Bloy heeft leeren kennen en zijn alles-vooruitstormend genie u tot een paroxysme van bewondering heeft gevoerd.

Kent ge "Le Désespéré", dat hevig smartelijke boek, waarin Bloy het begin van zijn kunstenaarsleven teekent, zijn haat en zijn liefde, zijn heldenmoed en zijn zonden, zijn offerdaden en zijn ontembaarheid; kent ge "La femme pauvre", kcnt ge zijn dagboeken? Laast ge "Le salut par les Juifs", "Lc sang du pauvre", "CelIe qui pleure", "Belluaires et Porchers", "Les dernières colon­nes de l'Eglise", "La chevalière de la mort", "Le fils de Louis XVI", "L'Ame de Napoléon"? Kent ge de beide reeksen "Exégèse des Lieux-Communs", die onnavolgbare zedelijke en wijsgeerige studie van den "bourgeois" die in 300 spreekwoorden zijn heele menta­liteit bloot spreidt, een werk zóó geniaal van ironie en uitbijtend sarcasme, zóó aanbiddellijk-oorspronkelijk en lichtend van gcest, zoo op-ende-op Fransch, en daarbij in zijn diepstcn grond zóó droevig en smartelijk en tra­gisch, dat het zijn weêrga in geen cnkele letterkunde vindt?

Wanncer ge begint Bloy te lezen, wordt ge met één slag geworpen buiten de baan der alledaagsche gedach­ten in cen wereld van licht. Ge wcet u dan plotseling staan te midden van vlammen der opperste Godsverruk­king, der innigste menschenminne, van den schrikke­lijkstcn haat uit liefde. Ge voelt een hitte van geest­drift u verzengen, gc wordt ingebouwd in een koepel van licht, dat nog slechts is een "crépuscule divin, ou nous frémissons d'amour."

In den jongsten tijd heeft Léon Bloy, die in cen toren

Page 62: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

44 LP,ON 13 LOY

van stilte was opgesloten, een aantal voor zijn vijanden onrustbarende bressen gebeukt in den muur en zijne vrienden, die buiten stonden, hebben die gaten, waaruit zijn glorie naar buiten begint te stralen, naar krachten verwijd. Ook ik wil hier opnicuw mijn bescheiden ,cata-pulta" in dienst stellen van waarheid en recht en met mijne vrienden en medestrijders den stormloop wagen tegen dc Goddank ! reeds wankele wallen.

* *

Bij het hooren luiden van den naam Léon Bloy ziet mcn gewoonlijk de meeste menschen al op de vlucht slaan, v66rop de dappere helden, die nooit, één regel van dezen Geweldige onder de oogen hebben gehad en hoogstens van hooren-zeggen weten, dat Bloy een oud-communard is, vier jaar „captivité Cochons-sur-Marne" achter den rug heeft, gemeene pamfletten schrijft, een bedelaar en nog wel een „ondankbare bedelaar" is, zich — o lof der zotheid ! -- daarop nog- beroemt : kortom de incarnatie is van alles wat maar min en laag en onfatsoenlijk en verwerpelijk is.

En alwie zich met dit abjecte individu inlaat, compro-mitteert zich, natuurlijk ! — en noo- wei onvoorwaar-delijk cn onherroepelijk. Hij kan de straatkcien, waarmee iedere mensehenziel geplaveid is en waarmee zoo spor-fief en handig, soms van achter anonieme boomen of stiekume straathoeken, gesmeten wordt, onuitwijkbaar op zijn schuldigen schedel verwachten.

Ondanks het gevaar, dat ik dus loop, mij onsterfelijk te compromitteeren, of licver — juist, om dat gevaar, noem ik mij, dankbaar en fier, den vriend van mon-stre", in wiens „hol" ik twee maanden leven mocht in den schoonen zomcr van 1913. Van dien tijd af ben ik zijn vriend en discipel en ik wil het blijven voor altijd. Want wanneer de „nieuwe wijn" van mijn geestdrift-

L~:(JN BLO"

van stilte was opgesloten, een aantal voor zijn vijanden onrustbarende bressen gebeukt in den muur en zijne vrienden, die buiten stonden, hebben die gaten, waaruit zijn glorie naar buiten begint te stralen, naar krachten verwijd. Ook ik wil hier opnieuw mijn bescheiden "eata­pulta" in dienst stellen van waarheid en reeht en met mijne vrienden en medestrijders den stormloop wagen tegen de Goddank! reeds wankele wallell.

* * * Bij het hooren luiden van den naam Léoll Bloy ziet

men gewoonlijk de meeste menschen al op de vlucht slaan, vóórop de dappere helJell, die nooit één regel van dezen Geweldige onder de oogen hebben gehad en hoogstens van hooren-zeggen weten, dat Bloy een oud­communard is, vier jaar "captivit{~ à Cochon,,-sur­Marne" achter den rug heeft, gemeene pamfletten sehrij ft, een bedelaar en nog wel eCIl "ondankbare bedelaar" is, zieh - 0 lof der zotheid! ---- daarop nog beroemt: kortom de incarnatie is van alles wat maar min en laag en onfatsoenlijk en verwerpelijk is.

En alwie zich met dit abjecte individu inlaat, compro­mitteert zich, natuurlijk! -- en nog wel onvoorwaar­delijk en onherroepelijk. Hij kan de straatkeien, waarmee iedere menschenûcl geplaveid is en waarmee zoo spor­tief en handig, soms van achter anonieme bO()JJl('Il of stiekume straathoeken, gesmeten wordt, onuitwijkbaar op zijn schuldigen schedel verwachten.

Ondanks het gevaar, dat ik dus loop, mij onsterfelijk te compromitteeren, of liever - juist om dat gevaar, noem ik mij, dankbaar en fier, den vriend van "Ie 1l101l­

stre" , in wiens "hol" ik twee maanden leven mocht in den schoonen zomer vall 1913. Van dien tijd af ben ik zijn vriend en discipel en ik wil het blijven voor altijd. Want wanneer de "nieuwe wijn" van mijn geestdrift-

Page 63: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 45

voor-Bloy, die in die onvergetelijke dagen „tot de spon uitgebarsten" is, tot bezinking zal gekomen zijn, wanneer over 50 jaren — als God mij het leven laat ! — bij mij

hot bloet in (cle d'aderen verkoelt het hair besneeuwt

zal zijn, dan zal men in mij een nog even fel-over-tuigde „Bloyiaan" vinden als heden in mijn jeugd. Ik zeg dit niet in dollen overmoed of dwaze pralerij of domme zucht naar literaire uitmiddelpuntigheid — ik zeg dit in den heiligstcn ernst, omdat Léon Bloy voor mij een levensbeschouwing is, een levensprogram betee-kent, waaraan ik mijn heelc ziel heb gegeven. En ik eisch het recht op iedcrcen tc verbieden de eerlijkheid daarvan in twijfel te trekken.

Ik beschouw de figuur van Bloy nu eens eenziidig — ja, heusch ! eenziidig. Men bedenke dit wel en neme zich in acht : mcn zij behoedzaam, voorzichtig, omzichtig, sceptisch, kritisch, wantrouwend, ongeloovig a priori en a posteriori. Ik weet zelfs nog iets beters, vreesachtige lezer — laat mijn heele stuk ongelezen, lezer, wees dus geen lezer, maar zie 't voorbij, zooals ge wel eens een bedelaar voorbijziet, hoe schamel hij ook is en hoe smee-kend en verwachtend hij u ook aankijkt.

Sla dit stuk over, want ook ik kom bedelend tot u, bedelend een beetje liefde, die u geestelijk zoo rijk zal maken.

Zonder liefde kan men Léon Bloy niet naderen, zon-der liefde kan men „überhaupt" niets kennen of door-voelen. Zonder liefde is men nict in staat in zijn ziel de trillingen op te vangen, die uitgaan van het van Godsminne en menschenliefde boordevolle „oeuvre" van Bloy. En hebt ge hem niet lief, haat hem dan ten minste met een gezonden krachtigen haat, maar blijf niet laf-onverschillig, blijf niet „neutraal", want dan hoort ge thuis bij de idioten of imbecielen.

Léon Bloy is een man van de oerkracht, hij is een

LÉON BLOY 45

voor-Bloy, die in die onvergetelijke dagen "tot de spon uitgebarsten" is, tot bezinking zal gekomen zijn, wanneer over 50 jaren - als God mij het leven laat! - bij mij

hot blo~t in p.e d'aderen verkoelt he~ halr besneeuwt

zal zijn, dan zal men in mij een nog even fel-over­tuigde "Bloyiaan" vinden als heden in mijn jeugd. Ik zcg dit nict in dollcn overmocd of dwazc pralerij of domme zucht naar literairc uitmiddelpuntigheid - ik zeg dit in den heiligsten ernst, omdat Léon Bloy voor mij een levensbeschouwing is, ecn levensprogram betee­kent, waaraan ik mijn heele ziel heb gegeven. En ik eisch het recht op iedereen tc verbieden dc eerlijkheid daarvan in twijfel tc trckken.

Ik beschouw dc figuur van Bloy nu eens eenzijdig --. ja, hcusch! eenzijdig. Men bcdenkc dit wel en neme zich in acht: mcn zij behocdzaam, voorzichtig, omzichtig, sceptisch, kritisch, wantrouwend, ongeloovig a priori en a posteriori. Ik weet zelfs nog iets beters, vreesachtige lczer - laat mijn heele stuk ongelezen, lezer, wees dus geen lezer, maar zie 't voorbij, zooals ge wel eens een bedelaar voorbijziet, hoc schamel hij ook is en hoc smee­kend en verwachtend hij u ook aankijkt.

Sla dit stuk over, want ook ik kom bedelend tot u, bedelend een beetje liefde, die u geestelijk zoo rijk zal maken.

Zonder licfdc kan mcn Léon Bloy ni ct naderen, zon­der liefdc kan mcn "übcrhaupt" niets kennen of door­voelen. Zonder licfdc is men nict in staat in zijn ziel de trillingcn op te vangcn, dic uitgaan van het van Godsminne cn mensehenliefdc boordevolle "oeuvre" van Bloy. En hebt ge hem niet lief, haat hcm dan ten minstc mct een gczondcn krachtigen haat, maar blijf niet laf-onverschillig, blijf niet " neutraal" , want dan hoort ge thuis bij de idioten of imbecielen.

Léon Bloy is een man van de oerkracht, hij is een

Page 64: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

46 LÉON BLOY

geestelijk natuurmensch, zijn leven en zijn persoon missen allen zoogenaamden mondainen zwier, alle salon-soepelheid. Hij is arm en wel arm uit vrijen sou-vereinen wil, hetgeen in de oogen van de moderne samen-leving — ondanks haar kwijlerige bewondering voor de Franciscus-figuur — het teeken van een kwade uitverkorenheid, van een bedenkelijke voorbestemming is. En daarbij komt nog het persoonlijk nadeel, dat hij het openhartige, onnoozel-bloote woord, het eerlijke gebaar der naïvelingen bezit.

Reeds alleen om de ontzaglijke en onverwachte mate van naïveteit zou men de oprechtheid van zijn werk moeten aanvaarden als volstrekt onbetwistbaar. Hij is altijd, overal en in alles bedot en bedrogen geworden en nu hij een man van meer dan 70 jaar is geworden, is hij nog steeds dezelfde ongeneeslijke naïveling als een halve eeuw geleden. Bloy zou dus reeds daarom recht op ons vertrouwen, op ons geloof mogen hebben. Maar ook dit

zooals trouwens alle recht, is hcm geweigerd. Men heeft Bloy uitgescholden als een nijdas, als een boos-aardigen keeshond, die uit spijt, dat hij niet „arriveeren" kon, al zijn tijdgenooten, die wel „arriveeren" tot de beroemdheid en 't „habit vert", aanbast en ze, waar en wanneer hij kan, bijt en knauwt.

En de judassen, die zoo denken en spreken, vergeten, dat Bloy niet „arriveeren" wil, dat zijn leven bestemd is om in maatschappelijken zin te mislukken, evengoed als Jezus' leven in dien zin mislukt is, omdat hij als een publiek misdadiger door den kruisdood „onschadelijk" gemaakt moest worden. En hoeveel profeten van 't Oude Verbond, hoeveel Apostelen zijn er „ maatschappe-lijk gearriveerd" ?

Bloy beschouwt het „arriveeren" als de grootste persoonlijke ramp en het algemeen succes als den ondergang van zijn schrijversgenie. Wanneer de groote massa iemand toejuicht, reikt ze hem in negen-en-

46 LÉON BLOY

geestelijk natuurmensch, zijn leven en zijn persoon missen allen zoogenaamden mondainen zwier, alle salon-soepelheid. Hij is arm en wel arm uit vrijen sou­vereinen wil, hetgeen in de oogen van de moderne samen­leving - ondanks haar kwijlerige bewondering voor de Franciscus-figuur - het teeken van een kwade uitverkorenheid, van een bedenkelijke voorbestemming is. En daarbij komt nog het persoonlijk nadeel, dat hij het openhartige, onnoozel-bloote woord, het eerlijke gebaar der naïvelingen bezit.

Reeds alleen om de ontzaglijke en onverwachte mate van naïveteit zou men de oprechtheid. van zijn werk moeten aanvaarden als volstrekt onbetwistbaar. Hij is altijd, overal en in alles bedot en bedrogen geworden en nu hij een man van meer dan 70 jaar is geworden, is h~i nog steeds dezelfde ongeneeslijke naïveling als een halve eeuw geleden. Bloy zou dus reeds daarom recht op ons vertrouwen, op ons geloof mogen hebben. Maar ook dit - zooals trouwens alle recht, is hem geweigerd. Men heeft Bloy uitgescholden als een nijdas, als een boos­aardigen keeshond, die uit spijt, dat hij niet "arriveeren" kon, al zijn tijdgenooten, die wel "arriveeren" tot de beroemdheid en 't "habit vert", aanbast en ze, waar en wanneer hij kan, bijt en knauwt.

En de judassen, die zoo denken en spreken, vergeten, dat Bloy niet "arriveeren" wil, dat zijn leven bestemd is om in maatschappelijken zin te mislukken, evengoed als Jezus' leven in dien zin mislukt is, omdat hij als een publiek misdadiger door den kruisdood "onschadelijk" gemaakt moest worden. En hoeveel profeten van 't Oude Verbond, hoeveel Apostelen zijn er " maatschappe­lijk gearriveerd"?

Bloy beschouwt het "arriveeren" als de grootste persoonlijke ramp en het algemeen succes als den ondergang van zijn schrijversgenie. Wanneer de groote massa iemand toejuicht, reikt ze hem in negen-en-

Page 65: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 47

negentig van de honderd gevallen tegelijkertijd een brevet van mediocriteit uit. Men herinnert zich het geestige en juiste woord van den Griekschen rhetor, die, toen zijne redevoering plotseling door luid geest-driftig handgeklap van het verzamelde volk werd onder-broken, zich ongerust tot zijn nabijstaanden vriend keerde en vroeg : „Welke stommiteit heb ik dan toch wel gezegd ?"

De majoriteit is de mediocriteit. En de mediocriteit is uit den booze. Men leze er Hello's „L'homme medio-cre" over na. Bloy is het tegendeel van alles wat rela-tief, van alles wat middelmatig is. Hij is een man van uitersten. Hij „overdrijft" in alles, omdat zijn wonder-lijk-intuïtieve geest — één van de kenmerken der genialiteit — tot op den diepsten grond der dingen daalt, zijn peillood drijft tot op den bodem, omdat hij steeds de uiterste consequenties, die het leven niet gemakkelijk, maar uiterst verheven maken, kiest als iets van-zelf-sprekends.

Bloy is de kampioen der overdrijving . . . . „Over-dreven" is een der — vooral in zake godsdienst en vroomheid — meest misbruikte woorden uit het woor-denboek, een woord dat altijd gereed ligt op de lippen van lauwe, laffe, geestdriftlooze menschen, die geen iota begrijpen van een diep woord, zooals William Blake er eenmaal een schreef : „You never know what is enough unless you know what is more than enough."

Wanneer God ordonneert : gij zult geen afgoden aanbidden en vereeren — dan is ieder, die, op welke wijze en in welke mate ook, afgodendienst bedrijft, gevloekt. En wanneer Hij zegt : gij zult geen overspel plegen en wanneer gij een vrouw aanziet om haar te bezitten, hebt ge reeds overspel gepleegd — dan is iedere overspelige gevloekt.

Men kan het — „salva reverentia" — met God niet op een accoordje gooien.

LÉON BLOY 47

negentig van de honderd gevallen tegelijkertijd een brevet van mediocriteit uit. Men herinnert zich het geestige en juiste woord van den Griekschen rhetor, die, toen zijne redevoering plotseling door luid geest­driftig handgeklap van het verzamelde volk werd onder­broken, zich ongerust tot zijn nabijstaanden vriend keerde en vroeg: "Welke stommiteit heb ik dan toch wel gezegd ?"

De majoriteit is de mediocriteit. En de mediocriteit is uit den booze. Men leze er Hello's "L'homme medio­cre" over na. Bloy is het tegendeel van alles wat rela­tief, van alles wat middelmatig is. Hij is een man van uitersten. Hij "overdrijft" in alles, omdat zijn wonder­lijk-intuïtieve geest - één van de kenmerken der genialiteit - tot op den diepst en grond der dingen daalt, zijn peillood drijft tot op den bodem, omdat hij steeds de uiterste consequenties, die het leven niet gemakkelijk, maar uiterst verheven maken, kiest als iets van-zelf-sprekends.

Bloy is de kampioen der overdrijving .... "Over­dreven" is een der - vooral in zake godsdienst en vroomheid - meest misbruikte woorden uit het woor­denboek, een woord dat altijd gereed ligt op de lippen van lauwe, laffe, geestdriftlooze menschen, die geen iota begrijpen van een diep woord, zooals William Blake er eenmaal een schreef: "Y ou never know what is enough unless you know what is more than enough."

Wanneer God ordonneert: gij zult geen afgoden aanbidden en vereeren - dan is ieder, die, op welke wijze en in welke mate ook, afgodendienst bedrijft, gevloekt. En wanneer Hij zegt: gij zult geen overspel plegen en wanneer gij een vrouw aanziet om haar te bezitten, hebt gc reeds overspel gepleegd - dan is iedere overspelige gevloekt.

Men kan het - "salva reverentia" - met God niet op een accoordje gooien.

Page 66: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

48 LP,ON BLOY

En wanneer de H. Geest door de pen van Sint Paulus aan de Ephesiërs (V, 5) schrijft : „geen hoereerder of onkuische of hebzuchtige, wat afgoderij is, heeft een erfdeel in het Rijk van Christus en God" — dan geldt dat absoluut en integraal en hoeft geen der genoemde zondaars — zoolang ze zondaars blijven — op dcn hemel te rekenen. God is daarin onverdraagzaam en intransigent.

En wanneer Christus dreigt bij Mattheus (XIX, 24) : „Het is gemakkelijker voor cen kameel door 't oog van een naald te gaan dan voor een rijkaard binncn te treden in het rijk der hemelen" dan is dit woord absoluut waar en kan gecn enkele spitsburgerlijke interpretatie de schrikkelijke bedreiging vcrzachten. Geen enkele rijke zal den hemel binnengaan, zegt Jezus in ecn hyper-bool, die ontstellend van duidelijkheid is. En rijk is ieder bezitter van aardsche goederen, die zich niet beschouwt als de knecht en de rentmeester van de armen. Rijk is dus iedereen, die zich niet met de armen werkelijk en onvoorwaardelijk gelijk stelt.

Is dit alles logisch of is 't dat niet ? En waarom schreeu-wen dan alle aanbidders der Relativiteit, alle acrobaten van de Tantum-quantum-elastiek-methode moord en brand, wanneer Léon 13loy een bock schrijft als „Le Sang du Pauvre", dat niets anders is dan een parafrase van het schriftuurlijke „Vae divitibus" ? Staan die twee schrikkelijke woorden in het 24e vers van 't 6e hoofd-stuk van 't Lucas-evangelie of staan ze er niet ? Of staat cr misschien ,Gloria divitibus in excelsis ?" Waar haalt men dan den even treurigen als onnoozelen moed vandaan te beweren, — zooals beweerd is — dat Leon Bloy van den Christenmensch meer eischt dan het Evangelic zelf ?

Om het „oeuvre" van Bloy met geestelijk voordeel te lezen, om hem te verstaan, zijn streven te begrijpen, zijn bedoelingen te kunnen navoelen, ()in zijn wonderlijk

48 LltON BLOY

En wanneer de H. Geest door de pen van Sint Paulus aan de Ephesiërs (V, 5) sehrijft: "geen hoereerder of onkuisehe of hebzuchtige, wat afgoderij is, heeft een erfdeel in het Rijk van Christus en God" - dan geldt dat absoluut en integraal en hoeft geen der genoemde zondaars -- zoolang ze zondaars blijven - op den hemel te rekenen. God is daarin onverdraagzaam en intransigent.

En wanneer Christus dreigt bij Mattheus (XIX, 24) : "lIet is gemakkelijker voor een kameel door 't oog van een naald te gaan dan voor een rijkaard binnen te treden in het rijk der hemelen" -- dan is dit woord absoluut waar en kan geen enkele spitsburgerlijke interpretatie de schrikkelijke bedreiging verzachten. Gcen enkele rijke zal den hemel binnengaan, zegt Jezus in een hyper­bool, die ontstellend van duidelijkheid is. En rijk is ieder bezitter van aardsehe goederen, die zich niet beschouwt als de knecht en de rentmeester van de armen. Rijk is dus iedereen, die zich niet met de armen werkelijk en onvoorwaardelijk gelijk stelt.

Is dit alles logisch of is 't dat niet? En waarom schreeu­wen dan alle aanbidders der Relativiteit, alle acrobaten van dc Tantum-quantum-elastiek:-methodc moord en brand, wanneer Léon Bloy cen boek schrijft als "Le Sang du Pauvrc", dat niets anders is dan een parafrase van het schriftuurlijke "Vae divitibus"? Staan die twee schrikkelijke woorden in het 24e vers van 't 6c hoofd­stuk van 't Lucas-evangelie of staan ze er niet 'lOf staat er misschien "Gloria divitibus in excelsis?" Waar haalt men dan den even treurigen als onnoozelen moed vandaan te beweren, - zoo als bewccrd is-­dat l,éon Bloy van den Christenmenseh meer eischt dan het Evangelie zelf?

Om het "reuvre" van Bloy met geestelijk voordeel te lezen, om hem te verstaan, zijn strevcn te begrijpen, zijn bedoelingen te kunnen navoelen, om zijn wonderlijk

Page 67: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 49

geschapen wezen in de platte omgeving van onzen tijd - in 't juiste licht te zien, om zijn schijnbare liefde-loosheden, zijn scherpe persoonlijke aanvallen, zijn harde en menige eigenliefde diep-wondende waarheden te kunnen waardeeren is 't véér alles noodig in de roeping van Léon 13loy te gelooven.

Ik -voor mij kan hem niet anders zien dan als een profeet. In mijn oog is hij de man, die de weinig ver-k wikkelijke roeping heeft om ons, die meenen, dat alles toch zoo goed gaat, dat we zoo echt braaf zijn en Gode welbehaaglijk, in de doove ooren te schreeuwen, dat alles niet gocd gaat, dat er nooit zulke afsehuwelijke zondaars bestaan hebben dan wij, dat wij voor God schuldig staan. voor het daverende bederf onzer eeuw, dat wii God moesten smeeken, den hemel moesten bestormen om ons te doen boeten voor den onmetelijken zondenlast der moderne menschheid, waarmee wij in bovennatuur-lijken zin strafrechtelijk solidair verbonden zijn.

Léon Bloy heeft de roeping ons wakker te schoppen uit de vreeselijke Gods-geduld-uitputtende lethargie onzer bekrompen zielige zelfgenoegzaamheid.

En wat doen wij tegen dezen man, die de plicht zijner roeping doet met onverstoorbaren moed en onverwoest-baar Godsvertrouwen ? Wat doen wij ? Hoe beantwoor-den wij zijn maankreten ?

Wij vinden geen keien genoeg om dien „schreeuw-leelijk" te steenigen, geen drek genoeg om er hem in te doen stikken. Wij honen hem en zijn roeping, wij trachten hem te wurgen met de strikken van onzen spot, of wij pogen zijn stem te versmoren in het lucht-ledige onzer „eonspiration du silence".

Wij gelooven niet aan zijn roeping en wij willen er niet aan gelooven, omdat hij de dingen, zooals ze zijn in Gods bestuur en volgens Gods wil, absoluut recht zet en ons z66 het leven zoo zwaar maakt, gesproken in den geest der moderne levensbeschouvt,ing.

Léon Bloy. 4

LÉON BLOY 49

geschapen wezen in de platte omgeving van onzen tijd. in 't juiste licht te zien, om zijn schijnbare liefde­loosheden, zijn scherpe persoonlijke aanvallen, zijn harde en menige eigenliefde diep-wondende waarheden te kunnen waardeeren is 't vóór alles noodig in de roeping van Léon Bloy te gelooven.

Ik voor mij kan hem niet anders zien dan als een profeet. In mijn oog is hij de man, die de weinig ver­kwikkelijke roeping heeft om ons, die meenen, dat alles toch zoo goed gaat, dat we zoo eeht braaf zijn en Gode welbehaaglijk, in de doove ooren te schreeuwen, dat alles niet goed gaat, dat er nooit zulke afschuwelijke wndaars bestaan hebben dan wij, dat wij voor God schuldig staan voor het daverende bederf onzer eeuw, dat wij God moesten smeeken, den hemel moesten bestormen om ons te doen boeten voor den onmetelijken zondenlast der moderne mensehheid, waarmee wij in bovennatuur­lijken zin strafrechtelijk solidair verbonden zijn.

Léon Bloy heeft de roeping ons wakker te schoppen uit de vreeselijke Gods-geduld-uitputtende lethargie onzer bekrompen zielige zelfgenoegzaamheid.

En wat doen wij tegen dezen man, die de plicht zijner roeping doet met onverstoorbaren moed en onverwoest­baar Godsvertrouwen? Wat doen wij? Hoe beantwoor­den wij zijn maankreten ?

Wij vinden geen keien genoeg om dien "sehreeuw­leelijk" te steenigen, geen drek genoeg om er hem in te doen stikken. Wij honen hem en zijn roeping, wij traehten hem te wurgen met de strikken van onzen spot, of wij pogen zijn stem te versmoren in het lucht­ledige onzer "eonspiration du silenee".

Wij gelooven niet aan zijn roeping en wij willen er niet aan gelooven, omdat hij de dingen, zooals ze zijn in Gods bestuur en volgens Gods wil, absoluut recht zet en ons zóó het leven zoo zwaar maakt, gesproken In

den geest der moderne levensbeschouwing. Leon Bloy.

Page 68: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

50 LÉON BLOY

Had men den Zaligen Pastoor van Ars toegeschreeuwd: „Jean-Baptiste Vianney, ge zijt een groot zondaar, ver-neder u diep voor God in g,froot berouw en denk nict, dat ge Hem welgevallig zijt !" -- de nederige Patroon der Fransche geestelijkheid zou zijn beschuldiger te voet gevallen zijn, hem vurig gedankt hebben voor zijn woorden van vcrmaan en snikkend zijn (rroote schuldigheid voor God hebben erkend.

Maar wij achten ons beter dan de Zalige Pastt).)r van Ars, wij zieden van toorn, als men onze braafheid aan-valt, als men onze zonden van de daad en van verzuim de wereld rondroept.

Bloy's oeuvre is het angstwekkende resultaat van de verbinding zijner aardschc vertwijfeling-en met zijne verwachtingen in het hiernamaals. Deze prachtige bepaling, is van Rachilde, de vreesclijke vrouw, die een reeks satanisch-gemeene romans op haar debet 'weft, maar die Leon Bloy vereert als ecn onaantastbaar heilige en een verheven profeet en als een kind gesellreid heeft, toen zij in een doorwaakten naelit het sublieme „Vie de Melanie" las.

En ik wil hier naschriiven wat diezelfde sehrijfster in den „Mercure de France" schreef', toen er no rneer dan ecn kwart ecuw o schande ! -- eindelijk Cell

herdruk van „Le desespéré" verschenen was : „Rapportant tout A, ses idées, intransig-eant jusqu'à

la fureur, jusqu'au sadisme du style, Leon Bloy fut une espèce de prophete comme il y en eut clans quite religieuse ; il crie „Malheur it Jerusalmi... puis „Malheur moi-même". . . . „et comme disai echt, une pierre se détacha des remparts .". Hélas ! Tons les remparts du journalisme d'alors lui ont croulé sur tes épaules. Il fut enterre. De sa tombe, il agita le spAl-re de Cain Marchenoir, le heros du Désespéré. Mak ies spectres a les étoiles mortes mettent si longtemps å nous faire parvenir leurs phosphoreseenet-; ! . . Il

50 L:É:ON BLOY

Had men den Zaligen Pastoor van Ars toeges(~hrecuwd: "Jean-Baptiste Vianney, ge zijt een groot zondaar. ver­neder u diep voor God in groot berouwen denk niet. dat ge Hem welgevallig zijt!" -- de nederige Patroon der Fransehe geestelijkheid zou zijn beschuldiger te voet gevallen zijn, heIn vurig gedankt hebben voor zijn woorden van vermaan en snikkend :t.ijn grootc schuldigheid voor God hebben erkend.

Maar wij achten ons beter dan de Zalige PastIlor \'an Ars. wij zieden van toorn, als men onze braafheid aan­valt, als men onze zonden van de daad en van H'l'zuim de wereld rondroept.

Bloy's ccuvre is het angstwekkende resulbar van de verbinding zijner aardsehe vertwijfelingen mei zijne verwachtingen in het hiernamaals. Deze pra('htige bepaling is van Raehilde, de vreesclijke vrouw, die een reeks sataniseh-gemeene romans op haar debet heeft, maar die Léon Bloy vereert als een onaantastbaar heilige en een verheven profeet en als een kind geschreid heeft, toen :tij in een doorwaakten nacht h<'1 ,slIbli"!lw "Vic de Mélanie" las.

En ik wil hier nasehrijven wat diezelfde sc!Jrij fster in den "Mereure de Franee" sehreef, toell er 11:1 meer dan een kwart eeuw - 0 schande! -- eindelijk een herdruk van "Le désespéré" versehenen was:

"Rapportant tout à ses idées, intransigcant jusq\l'à la fureur, jusqu'au sadisme du styIe, Lé-on BIn)' fut une espèee de prophètc eomme il y en cut dan'; r:lllti­quité rcligieuse; il eric "Malheur :'t .Jl'ruS:1.1~'J}J·" puis "Malheur:\ JIloi-même" .... "ct eomme il disail (,l'!a. lllle picrre sc détaeha des remparts ... ". Hélas! Tous !es rernparts du journalisme d'alors lui ont eroulé sm !es épaules. 11 fut enterrc". De sa t.ombe, il agita Ie spc·(·tre de Caïn Marehenoir, Ie héros du JJéscspó-f. l\1ai·: les speet.res et les doilcs mortes mettenl si IOllgkmps à 1101lS faire parvenir Icurs phosphorcscen('(', ! .. IJ

Page 69: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY

51

sont cependant quelqucs fant6mes par siècle qui domi-nent le chaos et c'est surtout par la noblesse de leur attitude qu'ils demeurent.

Léon Bloy est un très grand écrivain, il le sait, et en trouve trop souvent la preuve dans la petitesse de ses adversaires. Sa phrase puisée aux sources latines a toute l'amertume des eaux-mères. Elle est souvent tourmentée par des tempêtes intérieures, mais rien ne peut l'obs-curcir. Des larmes la font plus douleureuse encore que fielleuse

„Je regrette cependant son apparente ingratiturie vis-à-vis de ceux qui, malgré leur indignité, tentèrent de lui faire lc moins de mal possible ; mais les porteurs de feu ont pour mission de semer l'incendie cn mèrne temps que la lumière. Ils forcent les portes par la fumée nauséabonde avant de dresser dcvant la foule effarée la flamme purificatrice. Que la paix soit accordée ect homme de bonne volonte, cut-il l'air de l'ange externii-nateur, ecrivant de la pointe de son glaive sur les murs du Temple les noms des marchants, ennemis de l'Absolu."

Un trait caractéristique du bourgeois est la peur de toute détermination héroïque chez les autres aussi bien que chez

(LtoN BLOY : Quatre ans de captivité Cochons-sur-Marne.)

„Mon cher Bloy, zei Jules I3arbey d'Aurevilly eens tot zijn vriend, vous n'aurez dans votre vie que deux sortes d'ennemis les imbéciles et les laches." Moet men uit het feit, dat bijna heel de literaire en quasi-literaire

LÉON BLOY 31

sont cependant quelques fant6mes par siècle qui domi­nent Ic chaos et c'est surtout par la noblesse de leur attitude qu'ils demeurent.

Léon Bloy est un très grand éerivain, il Ie sait, ct en trouve trop sou vent la preuve dans la petitesse de ses adversaires. Sa phrase puisée aux sourees latines a toute l'amertume des eaux-mères. Ellc est souvent tourmentée par des tempêtes intérieures, mais rien ne peut l'obs­cureir. Des larrnes la font plus douleureuse cneore qu<: fielleuse .....

"J e regrette eependant son apparente ingratituck vis-à-vis de ceux qui, malgré leur indignité, tentèrent de lui faire Ie moins de mal possible ; mais les porteurs de feu ont pour mission de semer l'ineendie en même temps que la lumière. lIs foreent les portes par la fumée nauséabonde avant de dresser devant la foule effarée la flamme purificatriee. Que la paix soit aceordée ~t eet homme de bonne volonté, eut-il I'air de l'ange extermi­nateur, éerivant de la pointe de son glaive SUl' les murs du Temple les noms des rnarehants, ennemis de l' Absolu."

II.

Un trait caractéristique du bourgeois est la peur de toute détormination héroïque chez les autres aussi bien quo chez lui-même.

(LÉON BLOY: Quatre ans de captwité à Gochons'8ur·Marne.)

"Mon eher Bloy, zei Jules Barbey d'Aurevillyeens tot zijn vriend, vous n'aurez dans votre vie que deux sortes d'ennemis -les imbéeiles ct les làehes." Moet men uit het feit, dat bijna heel de literaire en quasi-literaire

Page 70: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

52 LÉON BLOY

wereld Bloy vijandig is, de conclusie trekken, dat deze dus ook bijna geheel uit imbecilen of lafaards bestaat ?

Men concludeere zelf Bloy ziet alle personen en dingen onder het stralende

licht der bovennatuurlijke orde, der eeuwige en eenige bestemming. Hij is dus intransigent als geen. Hij is absoluut in het Absolute en een andere levenslijn kent hij niet.

Niemand en niets kan hem bewegen af te dalen van den bergtop, uit het Empyreum van Gods Verhevenheid, waar de glans van het Absolute hem doorlicht en alles wat het gevolg is van het verblijf op die ongewone. eenzame maar verheven hoogte der hemelsferen neemt hij aan uit de Hoogste Hand : miskenning, verlatenheid, hoon en honger.

De ontzaglijke vlucht, die zijne ziel genomen hceft naar de hoogste regionen van het Absolute, dus het Goddelijke, heeft over hem gebracht de stage spanning van geheel zijn wezen. En telkens breekt deze los in verheven geweld en Bloy wordt dan als een wervelwind van den Septenarius, de verliefde van den God der Vurige Tongen, die in een samoem van kracht en glocd stormt door zijn boeken. Bloy's ziel is als een vlam, niet wanke-lend en weifelend als van een outer-kaars, Maar sterk-stralend, vuur-gloeiend als een steekvlam, onwankel-baar-recht, zoo recht als een middelecuwsch ridderzwaard.

13loy heeft zich den Nessusmantel der Godsminne om de schouders geworpen en daar iedere liefde cn in het hoogste geweld de al-verterende licfde tot God onafge-broken kwelt en het offer van geheel het eigen bestaan vraagt, z66 brandt en schroeit deze verschrikkelijke mantel zijn ziel en z66 drijft hem die liefde tot zijne allerhevigste toornvlagen, tot zijne meest geweldige pamfletten.

Alwie Bloy's werken leest en zich zonder vooroordeel tracht te doordringen van den geest, die hem bij het

52 LÉON llLOY

wereld Bloy vijandig is, de conclusie trekken, dat deze dus ook bijna geheel uit imbecilen of lafaards bestaat?

Men concludeere zelf! Bloy ziet alle personen en dingen onder het stralende

licht der bovennatuurlijke orde, der eeuwige en eenige bestemming. Hij is dus intransigent als geen. Hij is absoluut in het Absolute en een andere levenslijn kent hij niet.

Niemand en niets kan hem bewegen af te dalen van den bergtop, uit het Empyreum van Gods Verhevenheid, waar de glans van het Absolute hem doorlicht en alles wat het gevolg is van het verblijf op die ongewone, eenzame maar verheven hoogte der hemelsferen neemt hij aan uit de Hoogste Hand: miskenning, verlatenheid, hoon en honger.

De ontzaglijke vlueht, die zijne ziel genomen heeft naar de hoogste regionen van het Absolute, dus het Goddelijke, heeft over hem gebraeht de stage spanning van geheel zijn wezen. En telkens breekt deze los in verheven geweld en Bloy wordt dan als een wervelwind van den Septenarius, de verliefde van den God der Vurige Tongen, die in een samoem van kracht en gloed stormt door zijn boeken. Bloy's ziel is als een vlam, niet wanke­lend en weifelend als van een outer-kaars, maar sterk­stralend, vuur-gloeiend als een steekvlam, onwankel­baar-recht, zoo recht als een middeleeuwsehridderzwaard.

Bloy heeft zich den Nessusmantel der Godsmillne om de schouders geworpen en daar iedere liefde en in het hoogste geweld de al-verterende liefde tot God onafge­broken kwelt en het offer van geheel het eigen bestaan vraagt, zóó brandt en sehroeit deze verschrikkelijke mantel zijn ziel en zóó drijft hem die liefde tot zijne allerhevigste toornvlagen, tot zijne meest geweldige pamfletten.

Alwic Bloy's werken leest en zieh zonder vooroordeel tracht te doordringen van den geest, die hem bij het.

Page 71: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LkON BLOY 53

schrijven ervan bezielde, gevoelt dan ook, dat zelfs in zijne hevigste vervloekingen geen menschelijke motieven hem drijven. Zijn toorn is geen gewone toorn, zijn haat geen gewone haat, want zij hebben eene bovennatuur-lijke bron.

„Vous dites, schrijft Léon Bloy aan Louis Gatumeau, que je suis parmi les „Rageurs". Mot inexact. J'écris les choses les plus véhémentes avec un grand calme. La rage est impuissante et convient aux révoltés. Or, je suis un justicier obéissant". (Léon Bloy, „L'Invendable", p. 31).

13loy is altijd absoluut, staat altijd eerlijk in het uiter-ste, wil van geen overgave of wijken weten : „Je suis un catholique du Syllabus et de I3oniface VIII", zegt hij en. schaart zich aldus op de zijde van twee der edelste uitingen van verheven intransigentie uit de kerkgeschie-d enis.

Bloy beweegt zich nooit buiten het Absolute — en dat is de groote geheime reden, waarom men zich met zoo felle hartstochtelijkheid tegen hem en zijne levensleer keert. In „Le bon conseil", de voorrede van „Belluaires et Porchers" zegt hij 't zelf : „Je n'aurais jamais atta-qué personne, que l'exécration dont m'honorent les contemporains serait identique. N'eussé-je en moi que la plus infinitésimale portioncule de cet Absolu détesté dont le seul pressentiment désagrègerait jus-qu'aux pilastrcs des cieux — tout est dit, et je n'ai plus qu'à décarnper avec précipitation dans les intérieurs du désert, du très affable désert, subsiste encore la progéniture de ces bons eorbeaux nourriciers, qui déjou-aient les complots des affameurs de prophètes" (Léon Bloy, „I3elluaires et Porchers", p. X.)

De meeste menschen zijn in den grond van hun wezen lafaards, zij durven in hun daden en gcdachtcn niet ab-soluut zijn, d. i. tot het uiterste gaan, tcrwijl zij alles beschouwen zouden in het eenige ware licht : het boven-

LÉON BLOY 58

schrijven ervan bezielde, gevoelt dan ook, dat zelfs in zijne hevigi>te vervloekingen geen menschelijke motieven hem drijven. Zijn toorn is geen gewone toorn, zijn haat geen gewone haat, want zij hebben eene bovennatuur­lijke bron.

"Vous dites, schrijft Léon Bloy aan Louis Gaturneau, que je suis parmi les "Ragcurs". Mot inexact. J'écris les choses les plus véhémentes avee un grand cairne. La rage est impuissallte ct con vi ent aux révoltés. Or, je suis un justicier obéissant". (Léon Bloy, "L'Invendable", p. 31).

Bloy is altijd absoluut, staat altijd eerlijk in het uiter­ste, wil van geen overgave of wijken weten: "Je suis un eatholique du Syllabus et de Boniface VIII", zegt hij en sehaart zich aldus op de zijde van twee der edelste uitingen van verheven intransigentie uit de kerkgeschie­denis.

Bloy beweegt zieh nooit buiten het Absolute - en dat is de groote geheime reden, waarom men zich met zoo felle hartstochtelijkheid tegen hem en zijne levensleer keert. In "Le bon eonseil", de voorrede van "Belluaires et Porehers" zegt hij 't zelf: "Je n'aurais jamais atta­qué personne, que l'exéeration dont m'honorent les contemporains serait identique. N'eussé-je en moi que la plus infinitésimale portioneulc de cet Absolu détesté dont Ie seul pressentiment désagrègerait jus­qu'aux pilastres des cieux - tout est dit, et je n'ai plus qU'~'t déearnper ayee préeipitation dans les intérieurs du désert, du tn\s affable désert, Oll subsiste encore la progéniture de ces bons corbeaux nourriciers, qui déjou­aient les complots dcs affamcurs de prophètcs" (Léon Bloy, "Belluaires et Porehers", p. X.)

De meeste mellsehen zijn in den grond van hun wezen lafaards, zij durven in hun daden en gedachten niet ab­soluut zijn, cl. i. tot het uiterste gaan, terwijl zij alles beschouwen zouden in het cenige ware licht: het boven-

Page 72: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

54 LikoN BLOY

natuurlijke, alles wegen zouden met het eenige waar-achtige gewicht — „le poids du ciel". De meeste men-schen houden meer van relativiteit, van „zich aanpassen aan de omstandigheden", van „te huilen met de wolven in het bosch", zij willen altijd „de geit en de kool sparen" omdat „een mensch nu eenmaal een mensch is", zi.j hebben er zichzelf van overtuigd en willen er ook u van over-tuigen, dat „men geen vliegen met azijn vangt", dat „men op zijn tijd wat water in zijn wijn. moet doen" en in 't, algemeen, dat „Dieu n'en demande pas tant".

Bloy trekt apostolisch ten krijg tegen al die relativi-teits-wellustelingen, tegen die schipperaars en toegevers.

Zoo geraakt 13loy in helle woede, wanneer hij naam-katholicken ziet, die, Christus kennend en zijn onbena-derbaar-heiligen Naam dragend, Hem feitelijk slechts als „quantité négligeable" behandelen, als iets, dat eerst komt na de zaken en na de genoegens, die er een Zondagsehristendom o-p na houden, cm zoogenaamd godsdienstig minimum als levensstelsel exploiteeren.

En hoe zou een van Godsminne ontbrande zicl als die van Bloy geen orkaan van toorn worden !

Want als men, klappertandend van schroom en eer-bied, tracht te benaderen de Oneindigheden -van Gods Verhevenheid, die Zich-Zelve later stencil zal tot eeuwig-duurzaani. loon voor de „goede dienstknechtcn" --- dan kleurt zieh. de gedachte, dat men zieh. met een gods-dienstig minimum zou kunnen vergenoegen, 0 Ill dien God der Opperste Volmaaktheid in de eeuwen der ecuwen te bezitten cn to genieten., tot eene onuitgesproken gods-lasted ng.

De incarnatic van de relativiteit bij uitnemendheid is de „bourgeois". Op dit menschensoort ranselt Bloy dan oak zo() onafgebroken en zoo raak met de beste zwepcn van zijn woord, dat men uit de huid van den „bourgeois" zelfs geen docdelzak meer maken kan.

Wat de „bourgeois" nu eigenlijk is, valt rnocielijk onder

54 LÉON BLOY

natuurlijke, alles wegen zouden met het eenige waar­achtige gewicht - "le poids du ciel". De meeste men­schen houden meer van relativiteit, van "zich aanpassen aan de omstandigheden", van" te huilen met de wolven in het bosch", zij willen altijd "de geit en de kool sparen" omdat "een menseh nu eenmaal een menseh is", zij hebben er zichzelf van overtuigd en willen cr ook u van over­tuigen, dat "men geen vliegen met azijn vangt", dat "men op zijn tijd wat water in zijn wijn moet doen" en in 't algemeen, dat "Dieu n'en demande pas tant".

Bloy trekt apostolisch ten krijg tegen al die relativi­teits-wellustelingen, tegen die sehipperaars en toegevers.

Zoo geraakt Bloy in helle woede, wanneer hij naam­katholieken ziet., die, Christus kennend en zijn onbena­derbaar-heiligcn Naam dragend, Hem feitelijk slechts als "quantitó négligeablc" behandelen, als iets, dat eerst komt na de zaken en na de genoegells, die er een Zondagschristendom op na houden, eeTl zoogellaamd godsdienstig minimum als levensstclsel exploiteeren.

En hoe zou een van Godsminne olltbrande ziel als die van Bloy geen orkaan van toorn worden!

Want als men, klappertandend vall schroom en eer­bied, traeht te benaderen de Oneindigheden van Gods Verhevenheid, die Zich-Zelve later stellen zal tot ecu wig­duur7.a:tJn loon voor de "goede dienstknechten" --~ dan kleurt zieh de gedachte, dat men zieh met een gods­dienstig millimum zou kunnen vergenoegen, om dien God der Opperste Volmaakthcid in cIe eeuwen der ceuwen te bezitten ,'IJ tG genieten, tot cene onnitgcsprokcn gods­lastering.

Ik incarnatie van de relativiteit bij uitncmendheid is cIc "bourgeois". Op dit mensehcnsoort ranselt Bloy dan ook :lOO onafgebroken en zoo raak met de llPste zwepen van zijn woord, dat men uit de huid yall den .,bourgeois" zelfs geen doedclzak meer maken kan.

Wat de" honrgcois" nu eigcnlijk is, valt moeicIijk onder

Page 73: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 55

woorden te brengen, daar zijn psychologie zoo vlottend is, dat ze aan elken greep-in-eens ontsnapt.

13loy zelf heeft in een zijner dagboeken deze begrips-bepaling gegeven : „Qu'est-ce qu'un bourgeois ? C'est un cochon qui veut mourir de vieillesse !" Dit typeert wel juist, maar zal voor velen, die de 13loyaansche speelsch-heid van geest niet kennen, onvoldoende duidelijk zijn.

In zijn beide series der „Exégèse des Lieux-Communs" ontleedt hij den „bourgeois" zedelijk en wijsgeerig, door hem in ongeveer 300 gemeenplaatsen — door Bloy achtereenvolgens geïnterpreteerd — te doen optreden.

hct lezen dezer 300 interpretaties dringt zich onwillekeurig de vergelijking vart Bloy met Samson en van (le Philistijnen met de „bourgeois" op. Het boek dcr llechters (XV, 3 v. v.) verhaalt : „Doch Samson antwoordde hem : Van heden af, zal ik geene schuld hebben tegenover de Philistijnen ; want ik zal ulieden kwaad doen. En hij ging heen en ving driehonderd vossen en hij bond ze staart aan staart en fakkels bond hij in het midden vast, die hij aanstak ; en hij liet ze los, zoo-dat zij in verschillende riehtingen uiteenliepen. En zij liepen aanstonds in de korenvelden dcr Philistijnen. En toen daarin brand ontstond, verbrandden zoowel de reeds saamgebrachte graanvruchten als die nog op de halmen stonden ; en zelfs vernielde de vlam ook de wingerden en olijfgaarden".

Dezelfde strafoefcning houdt 13loy in zijne „Exégèse" : hij ook vangt driehonderd vossen in den vorm van drie-honderd gemeenplaatsen uit het vocabularium van den „bourgeois", hij bindt aan hunne staarten de fakkels zijner exegetische bijschriften en jaagt ze dan de zelf-genoegzame korenvelden van het „bourgeois"-volk in. En ook hier spaart het vuur niets, ook hier brengt het schrik en angst onder de „bourgeois", zoodat zij als de Philistijnen „stupentes suram femori imponerent — van ontzetting. de kuit over de dij wierpen."

LÉON BLOY 55

woorden te brengen, daar zijn psychologie zoo vlottend is, dat ze aan eIken greep-in-eens ontsnapt.

Bloy zelf heeft in een zijner dagboeken deze begrips­bepaling gegeven: "Qu'est-ee qu'un bourgeois? C'est un eoehon qui veut mourir de vieillesse!" Dit typeert wel juist, maar zal voor velen, die de Bloyaansehe speelseh­heid van geest niet kennen, onvoldoende duidelijk zijn.

In zijn beide series der "Exégèse des Lieux-Communs" ontleedt hij den "bourgeois" zedelijk en wijsgeerig, door hem in ongeveer 300 gemeenplaatsen - door Bloy achtereenvolgens geïnterpreteerd - te doen optreden.

Bij het lezen dezer 300 interpretaties dringt zich onwillekeurig de vergelijking van Bloy met Samson en van de Philistijnen met de "bourgeois" op. Het boek der Heehters (XV, 3 v. v.) verhaalt: "Doch Samson antwoordde hem: Van heden af, zal ik geene schuld hebbm tegenover de Philistijnen; want ik zal ulieden kwaad doen. En hij ging heen en ving driehonderd vossen en hij bond 7.e staart aan staart en fakkels bond hij in het midden vast, die hij aanstak; en hij liet ze los, zoo­dat zij in verschillende richtingen uiteenliepen. En zij liepen aanstonds in de korenvelden der Philistijnen. En toen daarin brand ontstond, verbrandden zoo wel de reeds saamgebraehte graan vruchten als die nog op de halmen stonden; en zelfs vernielde de vlam ook de wingerden en olijfgaarden".

De7.elfde strafoefening houdt Bloy in zijne "Exégèse" : hij ook vangt driehonderd vossen in den vorm van drie­honderd gemeenplaatsen uit het vocabularium van den "bourgeois", hij bindt aan hunne staarten de fakkels zjjner exegetische bijschriften en jaagt ze dan de zelf­genoegzame korenvelden van het "bourgeois"-volk in. En ook hier spaart het vuur niets, ook hier brengt het schrik en angst onder de "bourgeois", zoodat zij als de Philistijnen "stupentes suram femori imponerent - van ontzetting- de kuit over de dij wierpen."

Page 74: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

56 "lox BLOY

De vlottende karakteristiek van den „bourgeois" vertoont de volgende of eenige der volgende eigenschap-pen.

De „bourgeois" kenmerkt zich door eene slaafsch-kruipende onderworpenheid aan de conventie, hij staart zich blind op het uiterlijke der dingen en heeft zelfs geen vaag vermoeden, dat achter den vorm, achter het uiter-lijke pas „des Pudels Kern" schuilt.

Een hooger gebruik van zijn denkvermogen maakt hij nooit, hij leeft of schijnt te leven zonder ook maar één oogenblik gedreven te worden door de behoefte, om iets — wat het dan ook zij — dieper, intenser te begrijpen. Hij heeft zich tot levensdoel gesteld „de faire argent de tout". De horizontale lijn, die zich nooit van de vlakheid verheft, verbeeldt den gang van zijn geestes-leven. Wat godsdienst betreft, vergenoegt hij zich in 't gunstigste geval met het godsdienstig minimum. Den arme veracht hij geluidloos, maar des te hartgrondiger en alleen uit vrees, pralerij of baatzucht deelt hij aal-moezen uit, terwijl de rechterhand drommels goeci weet wat de linker doet.

De „bourgeois" is de trismegist der onbeduidendste oppervlakkigheid, viert zijn leven lang in blanke arge-loosheid hersenvacantie, lijdt op onrustbarende wijze aan moreele platvoeten en zijn ziel o die lantaarn van Diogenes ! is ranzig van onwerkzaamheid als een uit den zondvloed gespaard gebleven vat domme olie.

De „bourgeois" behoort onder de „nati quasi non nati" van het boek Ecclesiasticus (XLIV, 9) en zijn hersenen zijn een publiek wandeloord, waar de algemeen aangeno-men begrippen en meeningen deftig en gewichtig elkan-der ontmoeten en de hand drukken.

Alles wat buitensporig is, wordt door den „bourgeois" veroordeeld, geminacht, gehaat en in stilte vervloekt. Hij haalt medelijdend de schouders op voor de heldhaf-tigheid van oude en moderne martelaren : Sint Maarten

56 LÉON BLOY

De vlottende karakteristiek van den "bourgeois" vertoont de volgende of eenige der volgende eigenschap­pen.

De "bourgeois" kenmerkt zich door eene slaafseh­kruipende onderworpenheid aan de conventie, hij staart zich blind op het uiterlijke der dingen en heeft zelfs geen vaag vermoeden, dat achter den vorm, achter het uiter­lijke pas "des Pudels Kern" schuilt.

Een hooger gebruik van zijn denkvermogen maakt hij nooit, hij leeft of schijnt te leven zonder ook maar één oogenblik gedreven te worden door de behoefte, om iets - wat het dan ook zij - dieper, intenser te begrijpen. Hij heeft zich tot levensdoel gesteld "dc faire argent de tout". De horizontale lijn, die zieh nooit van de vlakheid verheft, verbeeldt den gang van zijn geestes­leven. Wat godsdienst betreft, vergenoegt hij zich in 't gunstigste geval met het godsdienstig minimulll. Oen arme veracht hij geluidloos, maar des te hartgrondiger en alleen uit vrees, pralerij of baatzucht deelt hij aal­moezen uit, terwijl de rechterhand drommels goed weet wat de linker doet.

De "bourgeois" is de trismegist der onbeduidendste oppervlakkigheid, viert zijn leven lang in blanke arge­loosheid hersenvaeantie, lijdt op onrustbarende wijze aan moreele platvoeten en zijn ziel --- 0 die lantaarll van Diogenes! - is ranzig van onwerkzaamheid aL; een uit den zondvloed gespaard gebleven vat dOIlUIlC olie.

De "bourgeois" behoort onder de "nati quasi non nati" van het boek Ecclesiasticus (XLIV, 9) en zijn hersenen zijn een publiek wandeloord, waar de algemeen aangeno­men begrippen en meeningen deftig en gewichtig elkan­der ontmoeten en de hand drukken.

Alles wat buitensporig is, wordt door den "bourgeois" veroordeeld, geminacht, gehaat en in stilte vervloekt. Hij haalt medelijdend de schouders op voor de heldhaf­tigheid van oude en moderne martelaren: Sint Maarten

Page 75: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 57

vindt hij een dwaas, omdat hij zijn mantel niet zelf aanhield in plaats van er een armen schooier mee te begiftigen, Sint Franciscus met zijn sybaritismc der armoede is in het oog van den „bourgeois" een gevaar-lijke krankzinnige, die tijdens zijn leven half Italië met zijn zielekwaal besmette en wiens excessen nog steeds nawerken.

Ja, als hij redeneeren kon, en logisch tot het uiterste redeneeren durfde, zou hij — langs de lijn der logica voortschrijdend — noodzakelijk tot de conclusie moeten komen, dat niemand minder dan onze Gezegende Heer Jezus Christus zich aan bedenkelijke cxcessen hecft schuldig gemaakt.

Waarom toch is hij als een doodarm Kindje van dood-arme, aan de herbergén van Bethlehem afgewezen, ouders op de wercld gekomen ; waarom heeft Hij zich niet doen geboren worden als cen burgerzoon, wiens ouders er warmpjes bijzaten, een goed-beklante kruidenierszaak dreven en 'n stevig spaarpotje hadden gekweekt ? Waar-om heeft Hij dertig jaren lang als een timmermanskneeht geleefd, etend van den pooveren arbeid zijner handen, waarom eindelijk heeft Hij hcel den kelk van oneindige bitterheden tot op den diepsten bodem leeggedronken, terwijl toch het honderdduizendste deel van den kleinst denkbaren druppel meer dan voldoende geweest ware, om den mensch met God te verzoenen ? Ziet, dit alles durft de „bourgeois" zich zelf niet bckennen, maar toch is dit het onvermijdelijke einde van den kaarsrech-ten weg der redeneering.

Nog een andere, zeer kenmerkende eigenschap van den „bourgeois" is, dat hij, die zelf de ideale incarnatie der afgrijselijkste mediocriteit is, nict duldt, dat een ander zich boven de middelmaat verheft : de vlakheid van zijn eigen geest is de norm en wat boven die absolute vlakheid uitgaat, is een schuldige abnormaliteit, die op zijn minachting en hoon kan rekenen.

LÉON BLOY 57

vindt hij een dwaas, omdat hij zijn mantel niet zelf aanhield in plaats van cr een armen schooier mee te begiftigen, Sint l,'raneiseus met zijn sybaritisme der armoede is in het oog van den "bourgeois" een gevaar­lijke krankzinnige, die tijdens zijn leven half Italië met zijn zielekwaal besmette en wiens excessen nog steeds nawerken.

Ja, als hij redenecren kon, en logisch tot het uiterste redeneeren durfde, zou hij - langs de lijn der logica voortschrijdend - noodzakelijk tot de conclusie moeten komen, dat niemand minder dan onze Gezegende Heer Jezus Christus zich aan bedenkelijke excessen heeft schuldig gemaakt.

Waarom toch is hij als een doodarm Kindje van dood­arme, aan de herberg<:,n van Bcthlehem afgewezen, ouders op de wereld gekomen; waarom heeft Hij zich niet doen geboren worden als een burgerzoon, wiens ouders er warmpjes bijzaten, een goed-beklante kruidenierszaak dreven en 'n stevig spaarpotje hadden gekweekt? Waar­om heeft Hij dertig jaren lang als een timmermansknecht geleefd, etend van den pooveren arbeid zijner handen, waarom eindelijk heeft Hij heel den kelk van oneindige bitterheden tot op den diepsten bodem leeggedronken, terwijl toch het honderdduizendste deel van den kleinst denkbaren druppel meer dan voldoende geweest ware, om den menseh met God te verzoenen? Ziet, dit alles durft de "bourgeois" zich zelf niet bekennen, maar toch is dit het onvermijdelijke einde van den kaarsrech­ten weg der redeneering.

Nog een andere, zeer kenmerkende eigenschap van den "bourgeois" is, dat hij, die zelf de ideale incarnatie der afgrijselijkste mediocriteit is, niet duldt, dat een ander zich boven de middelmaat verheft: de vlakheid van zijn eigen geest is de norm en wat boven die absolute vlakheid uitgaat, is een schuldige abnormaliteit, die op zijn minachting en hoon kan rekenen.

Page 76: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

58 LÉON BLOY

Tegen deze tegenvoeters, deze „bourgeois", hct laffe gepeupel der relativisten woedt Bloy's woord en daarom ook wordt hij omringd door de stilte der samenzweerders, daarom wordt hij gevaarlijk geacht, want hij „appelle un chat un chat et Rollet un fripon".

Want ondanks al hun afgestomptheid -yodel' de rela-tivisten, dat het hun misschien wel eens zou kunnen overkomen bij het luisteren naar Bloy's woord door een plotselingen banjir van geestdrift en edelmoedigheid te worden opgenomen, meegeslcurd en neergeworpen in de bovennatuurlijke dwaasheid van het Christelijk heroïsme, dat een binnenzee is van Gods al-omvattende liefde. En dat vindt de „bourgeois" CC11. ontzettend benauwencl gevaar, zoo iets mag hem nooit of nimmer overkomen. Die „terrible ami dc Dieu" bedreigt dus wezenlijk en voortdurend de loome rust en den dood-slaap van het „bourgeois"-ras en zoo ontstond als vanzelf zonder dat, cr een uitdrukkelijke afspraak noodig was — het nobele wachtwoord : „doodzwijgen.".

Bloy is geworpen in den eindeloos-diepen put der stilte ! est tombé, le blasphemateur de la Racaille,

jamais, sans doute. On ose lc croirc. Qui sait, pourtant ? Les profondeurs ont, quelquefois,

d'étranges surprises. Qui sait, vraiment, parmi la Racaille, la satisfaite et

ribotante Racaille, si ce PAUVRE ne reparaitra pas, quelque jour, 11 la surface des ténèbres, tenant la main une magnifique fleur mysterieuse, — la fleur du Silence, la fleur du Gouffre ?" (Léon 13loy, „Le mendiant ingrat" p. 437).

Léon 13loy is een aartsdom mensch, hij weet zijn eigen belang in 't gehecl niet te bevorderen. En dat verwondert niemand, die weet, dat deze onpractische man ook zoo letterlijk, zoo „absoluut" aanvaardt, wat er in de H. Schriftuur geschreven staat.

58 LÉON BLOY

Tegen deze tegenvoeters, deze "bourgeois", het laffe gepeupel der relativisten woedt Bloy's woord en daarom ook wordt hij omringd door de stilte der samem':weerders, daarom wordt hij gevaarlijk geacht, want hij "appelIc un chat un chat et Rollet un fripon".

Want ondanks al hun afgestomptheid voelen de rela­tivisten, dat het hUil misschien wel eens zou kunnen overkomen bij het luisteren naar Bloy's woord door een plotselingen banjir van geestdrift en edelmoedigheid te worden opgenomen, meegesleurd en neergeworpen in dc bovennatuurlijke dwaasheid van het Christelijk heroïsme, dat een binnenzee is van Gods al-omvattende liefde.J1~n dat vindt de "bourgeois" een ontzettend benauwend gevaar, zoo iets mag hem nooit of nimmer overkomen. Die "terrible ami de Dieu" bedreigt dus wezenlijk en voortdurend de loome rust en den dood­slaap van het "hourgeois" -ras en zoo ontstond als vanzelf --- zonder dat cr een uitdrukkelijke afspraak noodig was - het nobele wachtwoord: "doodzwijgen".

Bloy is geworpen in den eindeloos-diepen put der stilte! "I! est tombe', Ie blasphémateur de la Racaille, à

jamais, sans dOlltC. On ose Ic eroire. Qui sait, pourtant Y Les profondeurs ont, quelqucfois,

d'étranges surprises. Qui sait, vraimcnt, parmi la Racaille, la satisfaite et

ribotante Raeaille, si cc IJ A UVRE ne rcparaÎt.ra pas, quelque jour, à la surfaee des ténèbres, tenant à la main une magnifique fleur mystérieusc, -- la fleur du Silcnce, la fleur du Gouffre?" (Léon Bloy, "Le mendiant ingrat", p. 437).

Léon Bloy is een aartsdom mcnsch, hij weet zijn eigen belang in 't geheel niet te bevorderen. En dat verwondert niemand, die weet, dat deze onpractischc man ook zoo letterlijk, zoo "absoluut" aanvaardt, wat er in de H. Schriftuur geschreven staat.

Page 77: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 59

„Ideo dilexi mandata tua super aurum et topazion" — ik heb uwe geboden lief meer dan goud en topaas.

Wat een dwaze, onverstandige en onpractische levens-regel, nietwaar ?

Welk „verstandig" mensch tracht nu niet eerst het goud en topaas machtig te worden — en dan kunnen we immers nog wel zien in hoeverre we Gods geboden kun-nen naleven ! !

Nu immers wordt het pas duidelijk hoe dom en ver-derfelijk Bloy's absolute levenshouding is !

Wanneer toch iemand als Bloy, begenadigd met zoo zeldzaam-kostbare kunstenaarsgaven : zulk een weelde van gloed-stralende gedachten, zulk een verbluffend scherp wapen van ironie, zulk eene haast onovertref-bare soepelheid van taal en glanzing van stijl, zich wilde voegen naar de in Parijs gcboren en bijna despotisch heerschende mode en zich ging neerzetten tot het schrij-ven van boeken, niet langer met Paradijs-inkt, zooals hij tot nu toe gebruikte, maar met drek — dan zou nie-mand, zelfs niet zijn felste, zijn meest verwoede vijand, er een ondeelbaar oogenblik aan twijfelen of de aller-eerste, allerberoemdste, allergevierdste schrijver van *het hedendaagsehe Europa zou heeten Léon Bloy. De uitgevers zouden tegen elkaar opbieden, om tot waan-zinnig hooge prijzen de werken van den „cher maitre" machtig te worden. De Weelde zou zijn levensbruid zijn. De poorten der Académie zouden openwaaien op den storm-wind van zijn roem. De tetrarchen der hedendaagsche beeldende kunstenaars zoudcn hem op al hun knieën smeeken zijn beeltenis te mogen maken. Zijne salons zouden volstroomcn met jonge „artitsers", die tot hem het „salem-aleikum" hunner slaafsche bewondering zou-den spreken en zieh onder het branden van den wierook hunner hulde zijne leerlingen cn volgers zouden noemen.

En nu ? Nu lijdt Bloy honger !

LÉON BLOY 59

"Ideo dilexi mandata tua super aurum ct topazion" - ik heb uwe geboden lief meer dan goud en topaas.

W at een dwaze, onverstandige en onpractische levens­regel, nietwaar '?

Welk "verstandig" menseh tracht nu niet eerst het goud en topaas machtig te worden - en dan kunnen we immers nog wel zien in hoeverre we Gods geboden kun­nen nal~ven ! !

Nu immers wordt het pas duidelijk hoe dom en ver­derfelijk Bloy's absolute levenshouding is!

Wanneer toch iemand als Bloy, begenadigd met zoo zeldzaam-kostbare kunstenaarsgaven : zulk een weelde van gloed-stralende gedachten, zulk een verbluffend scherp wapen van ironie, zulk eene haast onovertref­bare soepelheid van taal en glanzing van stijl, zich wilde voegen naar de in Parijs geboren en bijna despotisch heers eh ende mode en zich ging neerzetten tot het schrij­ven van boeken, nict langer met Paradijs-inkt, zooals hij tot nu toe gebruikte, maar mct drek - dan zou nie­mand, zelfs niet zijn felste, zijn meest verwoede vijand, er ecn ondeelbaar oogenblik aan twijfelen of de allcr­eerste, allerberoemdste, allergevierdste schrijver van ·het hedendaagsehc Europa zou hecten: Léon Bloy. De uitgevers zóuden tegen elkaar opbieden, om tot waan­zinnig hooge prijzen de werken van den "eher maître" machtig te wordcn. De Weelde zou zijn levensbruid zijn. De poorten der Aeadémie zouden openwaaien op den storm­wind van zijn roem. De tetrarchen der hedendaagsehe beeldende kunstcnaars zouden hem op al hun knieën smeeken zijn beeltenis te mogen maken. Zijne salons zouden volstroomen met jonge "artitsers", die tot hem het "salem-aleikum" hunner slaafsehe bewondering zou­den spreken en zich onder het branden van den wierook hunner hulde zijne leerlingen en volgers zouden noemen.

En nu? Nu lijdt Bloy honger!

Page 78: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

60 BLOY

Het woord van den onlangs gesneuvelden Charles Péguy is ook voor 13loy vvaarheid gebleken : „Ecrire chré-tien en ce siècle, ce n'est pas prendre un brevet de pau-vreté, c'est prendre un brevet de misère".

„Nihil fame improbius" meent de ras-„bourgeois", die dit Latijnsch adagium slechts tot zoover kent. Maur „nihil fame improbius et sacrius" luidt het volledig, voor wie verder te zien weet dan de materie.

Bloy, doordesemd met dc pedagogic van het Absolute, heeft den honger geaccepteerd als ecn heilige gave van den Hongerige-naar-zielen. Hij heat den bitteren elixer van haat en hoon gedronken met de oogen gericht op den Stervens-benauwde, dic den lijdensbeker aanvaardde onder de olijfboomen van Gethsemani.

Armer dan Job op zijn mesthoop, heeft hij geheel zijn smartclijk leven lang bestaan van aalmoczen. Hij heeft zijn onderhoud en dat van zijn heerlijk gezin steeds bijeen moeten, bijeen willen bedelen en hij beroemt zich daarop.

„Malheur à, celui qui n'a pas mendie ! Il n'y a rien de plus grand que de mendier. Dieu mendie. Les Anges mendient. Les Rois, les Pro-

phètes et les Saints mendient. Les Morts mendient. Tout cc qui est dans la Gloire et clans la Lumière

mendie. Pourquoi voudrait-on que j e nc m'honorasse pas d'avoir

été un mendiant, et, surtout, „un mendiant ingTat" ?"

„Dilexi mandata tua super aurum et topazion- — Wie kan Léon Bloy dat fiere woord nazeggen ?

Hij heeft, meer dan wie ook, de keuze gehad, die beang-stigt. Wierook en goud, weelde, rocm en bewondering lagen voor hem gereed, mits hij meedoogcnloos en onher-roepelijk zijn ideaal wilde vermoorden.

Of wel hij mocht deze door God gegeven kostbaarheid hoog boven zich uitdragen in de gestrekte armen zijner

60 LÉ.ON BLOY

Het woord van den onlangs gesneuH'lden Charles Péguy is ook voor Bloy waarheid gebleken: "Eerire ehré­tien en ee sièele, ee n'est pas prendre un brevet de pau­vreté, e'est prendre un brevet de misère".

"Nihil rame improbius" meent de ras-"bourgeois", die dit Latijnseh adagium sleehts tot zoover kent. Maar "nihil fame improbius et sacrius" luidt het volledig, voor wie verder te zien weet dan de materie.

Bloy, doordesemd met de pedagogie van het Absolute, heeft den honger geaeeepteerd als een heilige gaye van den Hongerige-naar-zielen. Hij heeft den bitteren elixer van haat en hoon gedronken met de oogen gericht op den Stervens-benauwde, die den lijdensbeker aanvaardde onder de olijfboomen van Gethsemani.

Armer dan Job op zijn mesthoop, heeft hij geheel zijn smartelijk leven lang bestaan van aalmoezen. Hij heeft zijn onderhoud en dat van zijn heerlijk gezin steeds bijeen moeten, bijeen willen bedelen en hij beroemt zieh daarop.

"Malheur à eelui qui n'a pas mendié! Il n'y a ricn de plus grand que de mendier. Dieu mendie. Les Anges mendient. Les Rois, les Pro­

phètes et les Saints mendient. Les Morts mendient. Tout ee qui est dans la Gloire et dans Ia Lumière

mendie. Pourquoi voudrait-on que je ne m'honorasse pas d'avoir

été un mendiant, et, surtout, "un mendiant ingrat" ?"

"Dilexi mandata tua super aurum et topazion" - Wie kan Léon Bloy dat fiere woord nazeggen ?

Hij heeft, meer dan wie ook, de keuze gehad, die beang­stigt. Wierook en goud, weelde, roem en bewondering lagen voor hem gereed, mits hij meedoogenloos en onher­roepelijk zijn ideaal wilde vermoorden.

Of wel hij moeht deze door God gegeven kostbaarheid hoog boven zieh uitdragen in de gestrekte armen zijner

Page 79: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 61

liefde, als een purperen Labarum — maar moest dan ook aanvaarden de gruwzame martelingen van honger en haat en ellende voor zich en de zijnen, miskenning en bespotting zijner edelste moeiten, zijner zwaarste offers, zijner bitterste tranen.

En zijn keuze werd sinds lang gemaakt en heeft hem moedig en onverzettelijk alle noodzakelijke — o hoe wreede ! — gevolgen daarvan doen dragen.

Nooit heeft Léon Bloy zich laten neerdrukken tot een Pilatus, dien lafaard van Gabbatha, dien protagonist in den wedren der bukkers-voor-menschelijk-opzicht naar het Procustusbed der openbare mecning, om zich zonder protest cen stuk van hunnc ziel te laten afsnijden.

Wijst mij één man aan in onzen tijd, dic met meer moed, meer onverzettelijkheid en meer Godsvertrouwen de gevolgen van zijn beginselen, zijn levensbeschouwing heeft gedragen ! Daarin ligt dan ook voor een deel zijn „abnormaliteit", zijn ongewoonheid. Eischt dan ook niet van hem, dat hij een „gewoon" — maar al te dik-wijls synoniem van middelmatig — mcnsch zij : ge kunt evengoed van hem eischen, dat hij zich vcrandere in een dromedaris, een jaguar of zelfs een diplodocus !

Nooit is Bloy aangrijpender en verhevener dan wan-neer hij over de armen spreekt, nooit striemt zijn taal feller dan wanneer hij de rijken hekelt, die hun weelde vergaderen, hun brood eten „in sudore vultus alieni".

Daarom ook is „Le Sang du Pauvre" een van zijn wel-sprekendste boeken. Hier slaat zijn hartstochtelijke liefde voor de armen om in een orkanischen toorn tegen de rijken, die zich voeden met het bloed der armen, want „tous les sophismes des démons ne changeront rien it ce mystère que la joie du riche a pour substance la Douleur du pauvre. Quand on ne comprend pas cela, on est un sot pour le temps et pour l'éternité. Un sot pour l'éternité !"

LÉON BLOY 61

liefde, als een purperen Labarum - maar moest dan ook aanvaarden de gruwzame martelingen van honger en haat en ellende voor zieh en de zijnen, miskenning en bespotting zijner edelste moeiten, zijner zwaarste offers, zijner bitterste tranen.

En zijn keuze werd sinds lang gemaakt en heeft hem moedig en onverzettelijk alle noodzakelijke - 0 hoe wreede! - gevolgen daarvan doen dragen.

Nooit heeft Léon Bloy zich laten neerdrukken tot een Pilatus, dien lafaard van Gabbatha, dien protagonist in den wedren der bukkers-voor-mensehelijk-opzieht naar het Proeustusbed der openbare meening, om zich zonder protest een stuk van hunne ziel te laten afsnijden.

Wijst mij één man aan in onzen tijd, die met meer moed, meer onverzettelijkheid en meer Godsvertrouwen de gevolgen van zijn beginselen, zijn levensbeschouwing heeft gedragen! Daarin ligt dan ook voor een deel zijn "abnormaliteit", zijn ongewoonheid. Eiseht dan ook niet van hem, dat hij een "gewoon" - maar al te dik­wijls synoniem van middelmatig - mensch zij: ge kunt evengoed van hem eischen, dat hij zich verandere in een dromedaris, een jaguar of zelfs een diplodoeus!

Nooit is Bloy aangrijpender en verhevener dan wan­neer hij over de armen spreekt, nooit striemt zijn taal feller dan wanneer hij de rijken hekelt, die hun weelde vergaderen, hun brood eten "in sudore vultus alieni".

Daarom ook is "Le Sang du Pauvre" een van zijn wel­sprekendste boeken. Hier slaat zijn hartstoehtelijke liefde voor de armen om in een orkanisehen toorn tegen de rijken, die zieh voeden met het bloed der armen, want "tous les sophismes des démons ne ehangeront ri en à ee mystère que la joie du riehe a pour sub stance la Douleur du pauvre. Quand on ne eomprend pas eela, on est un sot pour Ie temps et pour l'éternité. - Un sot pour I' éternité !"

Page 80: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

62 LÉON BLOY

In drie-en-twintig opstellen verzamelt Bloy de wan-hoopskreten van al die lijdende zielen, van al die bedroef-de en bedrukte kinderen van God, van al die kleinen, die worden doodgedrukt en geen stem vinden tot hun beklag. In een verschrikkelijk „Miserere" vat hij hier de smarten en nooden van al die bewoners van het sombere huis dcr Ellende samen. IVie beter dan hij zou deze kreten kunnen ver-talen in eene voor alle menschen verstaan-bare taal, hij, die zelf cen arme onder de armen hunne droeve en angstige levens kent en de schreeuwende ongerechtigheden weet der ziels-harde weeldebezitters. „Wanneer ik dcnk aan deze menigte, grijpt een hand mij bij de haren en draagt mij, over de relatieve eischen van eene maatschappelijke orde heen, naar het absolute van een vizioen van ongerechtigheid, in staat Mil zelfs den hoogmoed der philosophicën te doen snikkeit van jammer".

Hetgeen Bloy omtrent rijkdom en armoede houdt, heeft hij volledig neergeschreven in dit kernwoord, dat ieder waarachtig Christen zich in het hart moest ctsen : ,Iedere rijke, die zich niet beschouwt als de ENT-MEESTER en de DIENAAR van den Arme is de schandelijkste van allc dieven cn de la fste van alle broedermoordenaars. Dit is de geest van het Christen-dom en de letterlijke zin van. het Evangelic : een natuur-lijke klaarblijkelijkheid, die, zoo noodig, de sanctie van het Christelijk bovennatuurlijk.2 kan missen."

62 LÉON BLOY

In drie-en-twintig opstellen verzamelt Bloy de wan­hoopskreten van al die lijdende zielen, van al die bedroef­de en bedrukte kinderen van God, van al die kleinen, die worden doodgedrukt en geen stem vinden tot hun beklag. In een verschrikkelijk "Miserere" vat hij hier de smarten en nooden van al die bewoners van het sombere huis der Ellenclc samen. Wie beter dan hij zon dC7:e kreten kunnen ver-talen in eene voor alle mellsel!en verstaan­bare taal, hij, die zelf een arme onder de armen hunne droeve en angstige levens kent en de schreeuwende ongerechtigheden weet der ziels-harde wecldebezitters. "Wanneer ik denk aan deze menigte, grijpt een hand mij bij de haren en draagt mij, over de relatieve eisehen van eene maatschappelijke orde heen, naar het absolute van een vizioen van ongerechtigheid, in staat om zelfs den hoogmoed der philosophice:n te doen snikken van jammer".

Hetgeen Bloy omtrent rijkdom en armoede houdt, heeft hij volledig neergesehreven in dit kernwoord, dat ieder waaraehtig Christen :t.ieh in het hart moest cts('n ; ,.Iedere rijke, die zieh niet beschouwt als de BENT­MEESTF~l{ en de DIENAAR van den Arme is de sehandelijkste van alle dieven en de larste van alle broedermoordenaars. Dit is de geest van het Christen­dom en de letterlijke zin van het Evangelie; een natuur­lijke klaarblijkelijkheid, die, 7:00 noodig, de salletie van het Christelijk bovennatuurlijk;' kan missen."

Page 81: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 63

PAMPHLATAIRE ! . . . Ah ! je suis Aare chose pourtant . . . . mais si je suis pamphiétaire, moi, je le suis par indig-nation et par amour ; et mes cris, je les pousse, dans mon désespoir morne sur mon Idéal saccagé.

(LkoN BLOY : Belluaires et Porchers.)

Het grootste afzetgebied van alle legenden, die over Léon Bloy in den handel worden gebracht, heeft wel de legende van den verbitterden, niets-sparenden pam-flettist. Men doct het voorkomen als ware I3loy een andere Henri Rochefort, wel is waar iet of wat recht-zinniger dan deze beruchte „Sagittaire", maar toch . . .

Bloy pamflettist ! Ja, maar dan toch een pamflet-tenschrijver, die een „krijgvocrend proza" zonder weergA, schrijft : hevige aanval-schriften, waarin hij alleen streeft naar het allerhoogste, alleen zweept en striemt uit liefde en met de overtuiging, dat de slagen verdiend zijn. Wie weet pamfletten aan te wijzen in de wereld-literatuur, die in kracht van taal, in gloed van overtui-ging, in vurigheid van moed kunnen staan naast de vier nummers van Le Pal, naast gedeelten uit de Propos d'un entrepreneur de démolitions, naast Je m'accuse, naast Léon Bloy devant les cochons !

Bloy pamflettist ! Ja, maar niet uitsluitend schrijver van pamfletten. Men wil met onedele bedoelingen de legende versprciden, dat Bloy nicts anders dan een platte nijdas is, die, uit spijt over zijn onbckendheid en zijn stoffelijke ellende, als een dolle keeshond zijn tijd-genooten aanvalt en als razend rond zich hecn bijt. En dit is de allergrootste onrechtvaardigheid tegenover hem, want hoe groot hij ook is als pamflettist, grooter nog is hij als denker en als woordkunstenaar.

LÉON BLOY 68

lIl.

PAMPHLÉTAIRE ! ... Ah! je suis autre choso pourtant .... maïs si je BuiB pamphlétairo, moi, je Ie suis par indig­nation et par amour; et mes cris, je 108 pousse, dans mon désespoir mome sur mon ldéal saccagé.

(LÉON BLOY: Relluaires et PorcMrs.)

Het grootste afzetgebied van alle legenden, die over Léon Bloy in den handel worden gebraeht, heeft wel de legende van den verbitterden, niets-sparenden pam­flettist. Men doet het voorkomen als ware Bloy een andere Henri Roehefort, wel is waar iet of wat reeht­zinniger dan deze beruchte "Sagittaire", maar toeh ...

Bloy pamflettist! Ja, maar dan toch een pamflet­tenschrijver, die een "krijgvoerend proza" zonder weerga schrijft: hevige aanval-schriften, waarin hij alleen streeft naar het allerhoogste, alleen zweept en striemt uit liefde en met de overtuiging, dat de slagen verdiend zijn. Wie weet pamfletten aan te wijzen in de wereld­literatuur, die in kraeht van taal, in gloed van overtui­ging, in vurigheid van moed kunnen staan naast de vier nummers van Le Pal, naast gedeelten uit de Propos d'un entrepreneur de démolitions, naast Je m'accuse, naast Léon Bloy devant les cochons !

Bloy pamflettist! Ja, maar niet uitsluitend schrijwr van pamfletten. Men wil met onedele bedoelingen ck legende verspreiden, dat Bloy niets anders dan een platte nijdas is, die, uit spijt over zijn onbekendheid en zijn stoffelijke ellende, als een dolle keeshond zijn tijd­genoot en aanvalt en als razend rond zich heen bijt. En dit is de allergrootste onrechtvaardigheid tegenover hem, want hoe groot hij ook is als pamflettist, grooter nog is hij als denker en als woordkunstenaar.

Page 82: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

64 LÉON BLOY

Om zich daarvan te overtuigen zou men slechts wille-keurig zijn „ceuvre" ergens behoeven op te slaan : overal schittert u de gedachte tegen in een wonderschoo-nen taalvorm.

Denkcr is Bloy : de diepe levensvragen peilt hij en brengt er de essentie van als een klare kristal aan het licht. Hij is de gouddelver in hct onuitputtelijk Califor-nië der Liturgic. Hij is de parelvisscher in de magische meren der H. Schriften. Hij is mystieker van nature en uit noodzaak, vereerder en heraut van Angela da Folig-no, van Maria d'Agreda en vooral van Anna Catharina Emmerich, de wonderbare kloostervrouw uit Dulmen.

Bloy is denker ! Leest de hoofdstukken 34 en 35 van „Le désespéré", 1), waar hij onder bovennatuurlijke belichting de heele wereldgeschiedenis „en raccourci" schrijft in nog geen 20 bladzijden ! Leest in hoofdstuk 30 van datzelfde hoog-sublieme boek Bloy's duizeling-wekkende verklaring van het dogma der Gemeenschap der Heiligen, dat in de wijsbegeerte den naam Reversi-biliteit draagt !

Vooral ook in ,Le salut par les Juifs" komt de hooge kracht van Bloy's gedachte klaar aan het licht. Het is geen werk van wetenschappelijke vcrklaring der H. Schrift en van de geschiedenis van het volk van Israël, maar het is een boek z66 overweldigend van intuïtieve exegese, met z66 hooggaande tekst-belichtingen en verrassende tekst-combinaties, z66 bovenmenschelijk-stoute en toch zoo sterke hypothcsen, van z66 duizeling-wekkende gedachte-diepten, z66 vol fonkelend-flitsende openbaringen, dat men zich bij de lezing als 't ware voelt stijgen en stijgen en ademloos wordt en ten slotte verstart in een paroxysme van verbazing en bewondering.

1) In de oude uitgave van Soirat. De nieuwe — zoowel die van Crès, als die van den Mercure de France heeft een nieuwe ver-deeling in 5 hoofdstukken.

64 Lf:ON RLOY

Om zich daarvan te overtuigen zou men slechts wille­keurig zijn "ceuvre" ergens· behoeven op te slaan: overal schittert u de gedachte tegen in een wonderschoo­nen taalvorm.

Denker is Bloy: de diepe levensvragen peilt hij en brengt cr de essentie van als een klare kristal aan het licht. Hij is de gouddelver in het onuitputtelijk Califor­nië der Liturgie. Hij is de parelvisseher in de magische meren der H. Schriften. Hij is mystieker van nature en uit noodzaak, vereerder en heraut van Angela da Folig­no, van Maria d' Agreda en vooral van Anna Catharina Emmerich, de wonderbare kloostervrouw uit DuImen.

Bloy is denker! -- Leest de hoofdstukken 34. en 35 van "Le désespéré", I), waar hij onder bovennatuurlijke belichting de hede wereldgeschiedenis "en raeeourei" schrijft in nog geen 20 bladzijden! Leest in hoofdstuk 30 van datzelfde hoog-sublieme bock Bloy's duizeling­wekkende verklaring van het dogma der Gemeenschap der Heiligen, dat in de wijsbegeerte den naam Reversi­biliteit draagt!

Vooral ook in "Le salut par les Juifs" komt de hooge kracht van Bloy's gedachte klaar aan het licht. Hct is geen werk van wetenschappelijke verklaring der H. Schrift en van de geschiedenis van het volk van Israël, maar het is een boek zóó overweldigend van intuïtieve exegese, met zóó hooggaande tekst-belichtingen en verrassende tekst-combinaties, zóó bovenmensehelijk­stoute en toeh zoo sterke hypothesen, van zóó duizeling­wekkende gedachte-diepten, zóó vol fonkelend-flitsende openbaringen, dat men zich bij de lezing als 't ware voelt stijgen en stijgen en ademloos wordt en ten slotte verstart in een paroxysme van verbazing en bewondering.

1) In de oude uitgave van Soirat. De nieuwe - zoowel die van Crè8, als dio van den Mercure de Franco heeft een nieuwe vcr· deeling in 5 hoofdstukken.

Page 83: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 65

Bloy's exegese der geschiedenis is al even diepzinnig en verrassend : het schijnt, dat deze merkwaardige man alle gaven in hoogste kracht ontvangen heeft en op alle zijden der menschelijke gedachte nieuwe lichten te werpen weet.

Steeds beschouwt hij zijne geschiedschrijving uit den ooghoek van het bovennatuurlijke.

Had graaf Roselly de Lorgues, later postulator in het proces tot Beatificatie van Christophorus Columbus voor de H. Congregatie der Riten, in 1856 het toen ter tijde — van profaan-historisch standpunt — defini-tieve werk gcschreven : „L'Histoire, la Vie et les Voya-ges de Christophe Colomb" — in 1884 geeft Léon Bloy het hoogere complement daartoe met „Le Révélateur du Globe" 1), een exegese van het boek van graaf de Lorgues.

Het grootsch-tragische tijdperk der Fransche Revo-lutie moest een man als Léon Bloy wel bijzonder aantrekken. Hij heeft dan ook twee werken geschre-v en, die er mede in verband staan. Marie-Antoinette is „La Chevalière de la Mort". Charles-Guillaume Naundorff, die 10 Aug. 1845 te Delft stierf en daar zijn graftombe heeft — maar zonder kruis ! — is ,Le Fils de Louis XVI". Want Léon Bloy is over-tuigd Naundorffist. Dit laatstgenoemde werk is weer een aanvulling en samenvatting van de beste lite-ratuur, die over de Naundorff-zaak bestaat — met name „Un crime politique" van Otto Friedrichs en „Le dernier Roi légitime de France" van Henri Provins.

Hier is een fragment uit „Le Fils de Louis XVI" — van het eerste hoofdstuk, getiteld „Le Roi Fants5me" met het sprekende motto : „. • .turbati sunt dicentes :

1) Préface de J. Barbey d'Aurevilly. Mon Bloy. 5

dON BLOY 65

Bloy's exegese der geschiedenis is al even diepzinnig en verrassend: het schijnt, dat deze merkwaardige man alle gaven in hoogste kracht ontvangen heeft en op alle zijden der mensehelijke gedachte nieuwe lichtcn te werpen weet.

Steeds beschouwt hij zijne geschiedschrijving uit den ooghock van het bovennatuurlijke.

Had graaf Roselly de Lorgues, later postulator in het proces tot Beatificatie van Christophorus Columbus voor de H. Congregatie der Riten, in 1856 het toen ter tijde - van profaan-historisch standpunt - defini­tieve werk geschreven: "L'Histoire, la Vie ct les Voya­ges de Christophe Colomb" - in 1884 geeft. Léon Bloy het hoogere complement daartoe met "Le Révélateur du Globe" 1), een exegese van het boek van graaf de Lorgues.

Het grootseh-tragische tijdperk der Fransehe Revo­lutie moest een man als Léon Bloy wel bijzonder aantrekken. Hij heeft dan ook twee werken geschre­ven, die cr mede in verband staan. Marie-Antoinette is "La Chevalière de la Mort". Charles-Guillaume Naundorff, die 10 Aug. 1845 te Delft stierf en daar zijn graftombe heeft - maar zonder kruis! - is "Le FiIs de Louis XVI". Want Léon Bloy is over­tuigd Naundorffist. Dit laatstgenoemde werk is weer een aanvulling en samenvatting van de beste lite­ratuur, die ovcr de Naundorff-zaak bestaat - met name "Un crime politique" van Otto Friedriehs en "Le dernier Roi légitime de Franec" van Henri Provins.

Hier is een fragment uit "Le Fils de Louis XVI" -van het eerste hoofdstuk, getiteld "Le Roi Fantóme" met het sprekende motto: " .... turbati sunt dicentes:

I) Préface de J. Barbey d' Aurevilly. Léon Bloy.

Page 84: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

66 LÉON BLOY

Quia phantasma est. Et prae timore clamaverunt" uit het Evangelic van Sint Matthaeus : 1)

„Toch heeft hij geheerscht, Lodewijk XVII ! Men kan zelfs zeggen, dat er nooit een verschrikkelijkcr regeering bestond. Zoolang zij duurde, hield de angst dc machtig-ste mannen omklemd. Napoleon, die ervoor beefde, deed de rillende Koningen den oorlog aan, om zijne ontzet-ting te verbergen. Toen deze kolossus, die in zieh de vrees van heel de wereld hield opgeslorpt, zooals een hemelput den bliksem opslurpt, viel, scheen de angst nog te stijgen. Men wist niet meer, waar Frankrijk was gebleven, dat eveneens een schim van een volk ANUS

geworden en waarover een onzichtbaar vorst regeerde, een koning zonder troon en zonder kroon, een koning zonder gclaat, zonder tong en zonder handen . . . .

„Gij zult geen koning zijn", had tot het kind der konin-gen de Tooverkol van '92 gezegd, terwijl zij lag gebogen over haar afgrijselijk kooksel van bloed. „Gij zult geen koning zijn" had op zijn beurt dat verschrikkelijk incre-ment dezer Circe gezegd, de Napoleon van den donder, dien de Paus was komen zalven in de Notre-Dame, als een echten koning en die toen het meest profetische af-beeldsel was van Hem, die alles aan zich moet onder-werpen aan het eindc der einden. „Gij zult geen koning zijn", herhaalden de monden van alle slaven, die zatcn te rillen op de tronen van het Westen.

Ah ! men wist niet wat men wilde, maar mcn wist zeer zeker wat men niet wilde. Tot geen prijs wildc men dezen vorst, omdat h ij was de VORST DER LELIEN, en alle ploerten waren goed genoeg, on' hem te verdringen. Alles, 't kwam er Diet op aan wat, verkoos men boven hem. Er was een algemeene razernij, een demonische

1) Ik denk hier eit eiclor-; wel aan „Traduttore, traditore" maar verontschuldig mij met de verklaring, dat mijn verraad eon kind van mijn liefde is.

66 LÉON BLOY

Quia phantasma est. Et prae timore clamaverunt" uit het Evangelie van Sint Matthaeus: j)

"Toch hecft hij geheerscht, Lodewijk XVII ! Men kan zelfs zeggen, dat er nooit een verschrikkelijker rcgeering bestond. Zoolang zij duurde, hield de angst de machtig­ste mannen omklemd. Napoleon, die ervoor beefde, deed de rillende Koningen den oorlog aan, om ûjne ontzet­ting te verbergen. Toen deze kolossus, die in zich dl' vrees van heel de wereld hield opgeslorpt, zooals een hcmelput den bliksem opslurpt, viel, seheen de angst nog te stijgen. Men wist niet meer, waar Frankrijk was gebleven, dat eveneens een schim van een volk was geworden cn waarover een onzichtbaar vorst regeerde, cen koning zonder troon en zonder krooll, cen koning zonder gelaat, zonder tong cn zonder handen ....

"Gij ,mlt geen koning ûjn", had tot het kind der konin­gen de Tooverkol van '92 gezegd, terwijl zij lag gehogen over haar afgrijselijk kooksel van bloed. "Gij zult geen koning zijn" had op zijn beurt dat verschrikkelijk inere­ment dezer Circe gezegd, de Napoleon van den donder, dien de Paus was komen zalven in de Notre-Dame, als een eehten koning en die toen het meest profetische af­beeldsel was van Hem, die alles aan zieh moet onder­werpen aan het einde der einden. "Gij zult geen koning zijn", herhaalden de monden van alle slaven, die zaten te rillen op de tronen van het Westen.

Ah! men wist niet wat men wilde, maar men wist zeer zeker wat men niet wilde. Tot geen prijs wilde Illen dezen vorst, omdat hij was de VORST DER LELIËN, en alle ploerten waren goed genoeg, Olll hem te verdringen. Alles, '1, kwam er niet op aan wat, verkoos men boven hem. Er was een algemeene razernij, een demonische

I) Ik denk hier en eldur" wel aan "Traduttore, traditore" maar verontschuldig mij met de verklaring, dat mijn verraad eon kind van mijn liefde is.

Page 85: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 67

drang om de Voorzienigheid te doen ketsen, om met alle mogelijke middelcn uit te wisschen en weg te vagen de geheimvolle en diepe hoop der menschen, sinds z66veel geslachten gewend het Beeld van Onzen Heer Jezus-Christus te zoeken in de blauwe oogen van het Fransche Koningschap".

Het op één na jongste geschiedkundig werk van Léon Bloy is „L'Ame de Napoléon". Van zijn jeugd af heeft Bloy de visie van „L'Empereur" gehad als van een zeer bijzonder en verbazing-wekkend werktuig van Gods Hand, waarmee Hij in één kort deccnnium geheel Europa van aanschijn heeft doen wisselen. Wanneer de geschie-denis van Frankrijk geen andere gebeurtenissen had aan te wijzcn dan de verschijning van Jeanne d'Arc in dc XVe cn die van NapoMon in de XIXe eeuw, dan alleen reeds zou het voor altijd het merkwaardigste deel der aarde moeten heeten, omdat, afgezien van het stichtingswonder van het Christendom, nergens duidelijker dan dåår de geweldige Arm van God uit dc wolken der tij den te voorschijn is gekomen, om den hamer van Zijn wereldbestuur tusschen de verschrikte volkeren te doen neerdreunen.

Hoog verheerlijkt heeft men Bloy's werk over de Ziel van Napoleon — en terecht — maar ook diep ge-hoond en fel gesmaad is het geworden. Er zijn ook nu weer menschen geweest, die de nijdige nagels hunner jaloersche critick hebben stuk gekrabt op een of ander, in hun oog, onzuiver détail en gcen ruimte in hun poover eng zieltje hadden voor den genialen stormenden adem, die er waait door dit vizionaire boek.

Bloy is en blijft Bloy — hij is nog dezelfde hoog-wor-stelende, onstuimig-gebarende geest nu hij de 70 jaren nadert, als toen hij weleer „Lc Désespéré" schreef. Wraakt dan, geestelijke dwergen, eene boute uitdrukking, noemt vrij dit apocalyptische werk wartaal van een waanzinnigc gij stelt daarmee uw eigen geestes-

LÉON BLOY 67

drang om de Voorzienigheid te doen ketsen, om met alle mogelijke middelen uit te wisschen en weg te vagen dc geheimvolle en diepe hoop der menschen, sinds zóóveel geslachtcn gewcnd het Beeld van Onzen Heer Jezus­Christus te zoeken in de blauwe oogen van het Franschc Koningschap" .

Het op één na jongste geschiedkundig werk van Léon Bloy is "L'Amc de Napoléon". Van zijn jeugd af heeft Bloy de visie van "L'Empereur" gehad als van een ze cr bijzonder cn verbazing-wekkcnd werktuig van Gods Hand, waarmee Hij in één kort deccnnium geheel Europa van aanschijn heeft doen wisselen. Wanneer de geschie­denis van Frankrijk geen andere gebeurtenissen had aan te wijzen dan de verschijning van Jeanne cl'Are in de XVe en dic van Napoléon in de XIXe eeuw, dan alleen reeds zou het voor altijd hct merkwaardigste deel dcr aardc mocten heeten, omdat, afgezien van het stiehtingswonder van het Christendom, nergens duidelijkcr dan dáár de geweldigc Arm van God uit de wolken der tijden te voorschijn is gekomen, om den hamer van Zijn wercldbestuur tussehen de verschrikte volkeren te doen neerdreunen.

Hoog verheerlijkt heeft men Bloy's werk over de Ziel van Napoleon - en terecht - maar ook diep ge­hoond en fel gesmaad is het geworden. Er zijn ook nu weer mensehen geweest, die de nijdige nagels hunner jaloersehe eritiek hebben stuk gekrabt op een of ander, in hun oog, onzuiver détail en geen ruimte in hun poover eng zieltje hadden voor den genialen stormenden adem, die er waait door dit vizionaire boek.

Bloy is en blijft Bloy - hij is nog dezelfde hoog-wor­stelende, onstuimig-gebarende geest nu hij de 70 jaren nadert, als toen hij weleer "Lc Déscspéré" schreef. Wraakt dan, geestelijke dwergen, eene boute Uitdrukking, noemt vrij dit apocalyptische werk wartaal van een waanzinnige - gij stelt daarmee uw eigen geestes-

Page 86: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

68 Lk) BLOY

armoede ten pronk en er zullen nog altijd geesten overeind staan— al zijn die wellicht weinig in aantal, — die rillen van ontzag en schreien van liefde en schoonheidsont-roering, wanneer de titanische hand van Léon Bloy haar runen van historische exegese schrijft.

Bloy is kunstenaar ! Is er één schrijver in Frankrijk, wiens taalvorm dien van Bloy evenaart, die zijn stem-mingen weet te verklanken in woordsymphonieën, aan de zijne gelijk, die beelden als bergketens weet te schep-pen als hij ? Bekend is, wat een kunstenaar als Camille Lemonnier van Bloy getuigde : „L'hyperbolique et grandiose Léon Bloy, le génie le plus classiquement latin des lettres frainaises depuis trois siècles, je le proclame !"

De schoonheid van stijl is bij Bloy geen bijkomstig-heid, geen versiering van den inhoud. „Il est indispen-sable que la Vérité soit dans la Gloire. La splendeur style n'est pas un luxe, c'est une nécessité" 1).

Ziet zijn still stralen van schoonheid in de lyrische artikelen van „Le Mendiant Ingrat" : „La Vigne aban-donnée" (p. 204), „Le Cortège de la Fiancée" (p. 231) ; in zijne vertellingen uit den oorlog van 1870,verzame1d in „Sueur de Sang" ; zijne prozagedichten : „Les douze Filles d'Eugène Grasset" 2) ; in het artikel met den zeld-zaam-ironischen titel „L'Archiconfrérie de la Bonne Mort" 3) ; in zijne romans — épisodes contemporaines" noemt hij ze — „Le Désespéré" en „La Femme Pauvre". Overal zal men den meester in taal en den schatdelver der gedachte hervinden en bewonderen en onovertroffen zal men hem noemen als „goaillier de la malédiction".

') Le Mendiant Ingrat, p. 257. 2) Opgenomen zonder de gekleurde teekeningen van den schilder

Grasset in „Quatre ans de captivit6 Cochons-sur-Marne" p. 20 en volgende.

3) Opgenomen in „Le Mendiant Ingrat" p. 117 en volgende.

68 L};OX IlLOV

armoede ten pronk en er zullen nog altijd geesten overeind staan -- al zijn die wellicht wcinig in aantal, - die rillen van ontzag en schreien van liefde en schoonhcidsont­roering, wanneer de titanische hand van Léon Bloy haar runen van historische exegesc schrijft.

Bloy is kunstenaar! Is er één schrijver in Frankrijk, wiens taalvorm dien van Bloy evenaart, die zijn stem­mingen weet te verklanken in woordsymphonieën, aan de zijne gelijk, die beelden als bergketens weet te schep­pen als hij? Bekend is, wat een kunstenaar als Camille Lemonnier van Bloy getuigde: "L'hyperbolique et grandiose Léon Bloy, Ie génie Ic plus classiqucment latin des lettres françaises depuis trois sièeles, je Ic proclame !"

De schoonhcid van stijl is bij Bloy geen bij komstig­heid, geen versiering van den inhoud. "Il est indispen­sabie quc la Vérité soit dans la Gloire. La splendeur du style n'est pas un luxe, e'est uue néeessité" 1).

Ziet zijn stijl stralen van schoonheid in de Iyrisehe artikelen van "Le Mendiant Ingrat" : "La Vignc aban­donnée" (p. 204), "Le Cortège de la Fianeée" (p. 231) ; in zijne vertellingen uit den oorlog van 1870,verzameld in "Sueur de Sang" ; in zijne prozagediehten : "Les douze Filles d'Eugène Grasset" 2); in het artikel met den zeld­zaam-ironischen titel "L'Arehiconfréric de la Bonne Mort" 3); in zijne romans - épisodes eontemporaines" noemt hij ze - "Lc Désespéré" en "La Femme Pauvre". Overal zal mcn den meestcr in taal en den schatdelvcr der gedachte hervinden en bewonderen en onovertroffen zal men hem noemen als "goaillier de la malédiction".

I) Le Mendiant Ingrat, p. 257. ') Opgenomen zonder de gekleurde teekeningen van den schilder

Gra!set in "Quatre ans de captivité à Cochons·sur-Marne" p. 20 en volgende_

3) Opgenomen in "Le Mendiant Ingra~" p. 117 en volgende.

Page 87: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

Lf.oN BLoY 69

1V.

On peut tout contre moi, excepté me décevoir. Avec ou sans mérite, je suis trop établi dans la vie sur-naturelle pour que le démon de l'Il-lusion puisse avoir sur mon Am° un pouvoir quelconque. On me répondra, il est vrai, quo cela encore est une illusion.

(Lftcni BLOY : L' Invendable).

Moet het smartelijk woord, dat Léon Bloy in zijn dag-bock heeft neergeschreven : „On ne veut pas d'un per-sonnage qui profère l'Absolu, fut-ce dans un clairon d'or" waarheid blijven ?

Helaas ! het schijnt zoo. De menschen van onzen tijd zijn te klein voor dezen groote. Er zou een nicuwe Pinksterdag noodig zijn, om aan zooveel „détracteurs" van Lé,on Bloy te doen begrijpen, dat hun imbecilliteit er een is van vier afmetingen en dat zij een den duivel verheugend werk doen door te trachten zijn geluid te verstikken.

„Om schrijvers als Bloy — zoo schreef mij eens een Bloy-vriend, student van cen groot-seminarie — met vrucht te kunnen lezen, moeten we bcginnen met de erkening aan ons-zelve, dat er menschen zijn van groo-ter hoedanigheden dan wij-zelf, dat er zijn met meer genade-gaven van God, met helderder doorzicht in geestelijke en goddelijke waarhedcn. Zclfs ondanks onze geleerdheid, onze studies en onzen ijver.

„We moeten beginnen met onzen hoogmoed opzij te zetten. We moeten nederig willen zijn.

„Pastoor van Ars zou, wanneer hij de verwijten van 13loy aan priesters en Christenen las, zich zelven beschul-

Lf~ON llLOY 69

IV.

On peut tout contre moi, excepté me décevoir. Avec ou sans mérite, je suis trop étabJi dans la vie SUT­

naturelle pour que Ie démon de 1'11-lusion puisse avoir sur mon ame un pouvoir quelconque. On me répondra. il est vrai, que cela encore est une ilIusion.

(LtON BLOY : L' I nvendable).

Moet het smartelijk woord, dat Léoll Bloy in zijn dag­boek heeft neergeschreven: "On ne veut pas d'un per­sonnage qui profère l'Absolu, fut-ce dans un clairon d'or" waarheid blijven 't

Helaas! het schijnt zoo. De mensehen van onzen tijd zijn te klein voor dezen groote. Er zou een nieuwe Pinksterdag noodig zijn, om aan zooveel "détraeteurs" van Léon Bloy te doen begrijpen, dat hun imbeeilliteit er een is van vier afmetingen en dat zij een den duivel verheugend werk doen door te trachten zijn geluid te verstikken.

"Om schrijvers als Bloy - zoo schreef mij eens een Bloy-vriend, student van een groot-seminarie -met vrucht te kunnen lezen, moeten we beginnen met de erkening aan ons-zelve, dat er mensehen zijn van groo­ter hoedanigheden dan wij-zelf, dat er zijn met meer genade-gaven van God, met helderder doorzicht in geestelijke en goddelijke waarheden. Zelfs ondanks onze geleerdheid, on7.C studies en onzen ijver.

" We moeten beginnen mct onzen hoogmoed opzij te zetten. We moeten nederig willen zijn.

"Pastoor van Ars zou, wanneer hij de verwijten van Bloy aan priesters en Christenen las, zich zelven besehul-

Page 88: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

70 110N MAW

digd en alles gedaan hebben, om voortaan de ergernis, die hij gaf, te vermijden. En hij zou in dankbaarheid bidden voor den vriend, die hem op zijne „prevaricatio" wees. Wij achten ons beter dan de pastoor van Ars en verontwaardigen ons over de brutale aanranding van onze onschuld . . . .

„Bloy geeft vaak zijn oordeel op een gevoelsindruk. Menschen nu, die in hun oordeel alléén rekening houden met letter en formule, zullen hem daarvan een verwijt maken. Het zou inderdaad verkeerd wezen, als hij ons dwong dat oordeel als objectief te aanvaarden : wat hij doen kon met het gezicht van een filosoof en den over-tuigingsdwang van een sluitrede — wat hij niet doet, zoolang hij zich geeft, zooals hij is : als kunstenaar.

„Ach ! konden de menschen maar eerst eens lezen ! „13loy is een kunstenaar ! En een kind ondanks zijn

70 jaren. „Dit voelen zijn betwetende beoordeelaars niet :

wijl zij zelve geen van beiden zijn en . . . 66k hun oordeel subjectief geven.

„Bloy blijft altijd kind, omdat hij kunstenaar is. Zooals alle ras-echte kunstenaars heel hun leven kin-deren blijven. Gelukkigen ! : „talium est cnim regnum ecelorum".

„Vandaar zijn kwetsende vrijmoedigheid, zijn onge-breidelde voortvarendheid, in gedachte en woord. Hij heeft nict geleerd op dit punt zich-zelven te beheerschen. Dat ware voor hem geweest zijn talent begraven, zijn natuur verkrachten. Hij heeft zich vrij en ongebonden laten gaan. op de vlucht van zijn subliemen geest en de verleidelijke stoutheid van zijn woorden.

„Hij oordeelt over den H. Franciscus van Sales even vrijmoedig als over den ploert Léo Taxil. Hij kent niet de voorzichtigheid in termen, is geen diplomaat met het afschuwelijke en huichelachtige „naar-mijn-bescheiden-meening". Omdat hij al te goed van eigen feilbaarheid

70 LÉON BLOY

digd en alles gedaan hebben, om voortaan de ergernis, die hij gaf, te vermijden. En hij zou in dankbaarheid bidden voor den vriend, die hem op zijne "prevaricatio" wees. Wij achten ons beter dan de pastoor van Ars en verontwaardigen ons over de brutale aanranding van onze onschuld ....

"Bloy geeft vaak zijn oordeel op een gevoelsindruk. Menschen nu, die in hun oordeel alléén rekening houden met letter en formule, zullen hem daarvan een verwijt maken. Het zou inderdaad verkeerd wezen, als hij ons dwong dat oordeel als objectief te aanvaarden: wat hij doen kon met het gezicht van een filosoof en den over­tuigingsdwang van een sluitrede - wat hij niet doet, zoolang hij zich geeft, zooals hij is: als kunstenaar.

"Ach! konden de menschen maar eerst eens Ze,zen! "Bloy is een kunstenaar! En een kind ondanks zijn

70 jaren. "Dit voelen zijn betwetende beoordedaars niet:

wijl zij zelve geen van beiden zijn en ... (,ók hun oordeel subjectief geven.

"Bloy blijft altijd kind, omdat hij kunstenaar is. Zooals alle ras-echte kunstenaars heel hun leven kin­deren blijven. Gelukkigen! : "talium est enim regnum crelorum" .

"Vandaar zijn kwetsende vrijmoedigheid, zijn onge­breidelde voortvarendheid, in gedachte en woord. Hij heeft niet geleerd op dit punt zieh-zelven te beheerschen. Dat ware voor hem geweest zijn talent begraven, zijn natuur verkrachten. Hij heeft zich vrij en ongebonden laten gaan op de vlucht van zijn sublicmen geest en de verleidelijke stoutheid van zijn woorden.

"Hij oordeelt over den H. Franeiscus van Sales even vrijmoedig als over den ploert Léo Taxil. Hij kent niet de voorzichtigheid in termen, is geen diplomaat met het afschuwelijke en huichelachtige "naar-mijn-bescheiden­meening". Omdat hij al te goed van eigen feilbaarheid

Page 89: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 71

overtuigd is en niet vreest, dat anderen daaraan twijfe-len zullen. Zoo vreest hij ook niet zich te compromitee-ren, omdat het zijn zorg niet is voor het publiek te po-seeren als een heilige. Vandaar die naïve openhartigheid, die hem in zijn dagboek doet aanteekenen zijn heel per-soonlijke moeielijkheden, zijn lichamelijke pijnen, kleine ongesteldheden ; — die hem een besluit doet neer-schrijven, als van niet meer te rooken, dat hij toch niet vasthoudt.

„Hij is „ingénu" en argeloos. Ook in zijn „schelden". Ook daarin kinderlijk. Zooals een kind de waarheid zegt, hard, maar zonder wreedheid. En alwie woord bij woord van hem urgeert, zal hem nooit begrijpen. Hij bedoelt ze niet als een Evangelie.

„Overigens : zijn „crapule", „crétin", „cuistre", „maquereau", zijn „bourgeois", „huissier", „charogne", „goujat" . . . kennen den haat niet van het „race uit het Evangelie ; — zoomin als Paulus' heftigheid : „videte canes, videte malos operarios, videte concisio-nem". Het is zijn bittere liefde, die hem zulke kreten ontwringt, zijn huilende liefdespijt, dat de menschen hun eigen geluk versmijten.

„En waar hij oordeelt, beoordeelt hij het objectieve kwaad, niet het subjectieve ; ik bedoel het materieele, niet het formeele ; de verkeerdheid, niet de schuldigheid.

„En als men dat uit zijn heftige woorden niet lezen kan, dan moest men dit toch weten, omdat men „aliunde" zijn nederig geloof kennen kan . . . ."

Ik geloof niet, dat Bloy, die aan de grens staat van zijn heroïsch leven, nog v66r zijn dood de algemeene miskenning van zijn levensideaal en zijn persoon zal zien vallen. En wel juist om zijn ongewone grootheid. Want er leeft in onzen karakterloozen tijd geen karakter-voller mensch dan hiej, in onze kunst-decadente eeuw geen geweldiger woordkunstenaar dan hij, in onzen opper-

LÉON BLOY 71

overtuigd is en niet vreest, dat anderen daaraan twijfe­len zullen. Zoo vreest hij ook niet zich te compromitee­ren, omdat het zijn zorg niet is voor het publiek te po­se eren als een heilige. Vandaar die naïve openhartigheid, die hem in zijn dagboek doet aanteekenen zijn heel per­soonlijke moeielijkheden, zijn lichamelijke pijnen, kleine ongesteldheden; - die hem een besluit doet neer­schrijven, als van niet meer te rooken, dat hij toch niet vasthoudt.

"Hij is "ingénu" en argeloos. Ook in zijn "schelden". Ook daarin kinderlijk. Zooals een kind de waarheid zegt, hard, maar zonder wreedheid. En alwie woord bij woord van hem urgeert, zal hem nooit begrijpen. Hij bedoelt ze niet als een Evangelie.

"Overigens: zijn "crapule", "erétin", "cuistre", "maquereau", zijn "bourgeois", "huissier" , "charogne", "goujat" ... kennen den haat niet van het "raea" uit het Evangelie; - zoom in als Paulus' heftigheid: "videte canes, videte malos operarios, videte eoncisio­nem". Het is zijn bittere liefde, die hem zulke kreten ontwringt, zijn huilende liefdespijt, dat de menschen hun eigen geluk versmijten.

"En waar hij oordeelt, beoordeelt hij het objectieve kwaad, niet het subjectieve; ik bedoel het materieele, niet het formeele ; de verkeerdheid, niet de schuldigheid.

"En als men dat uit zijn heftige woorden niet lezen kan, dan moest men dit toch weten, omdat men "aliunde" zijn nederig geloof kennen kan .... "

Ik geloof niet, dat Bloy, die aan de grens staat van zijn heroïsch leven, nog vóór zijn dood de algemeene miskenning van zijn levensideaal en zijn persoon zal zien vallen. En wel juist om zijn ongewone grootheid. Want cr leeft in onzen karakterloozen tijd geen karakter­volIer mensch dan hij, in onze kunst-decadente eeuw geen geweldiger woordkunstenaar dan hij, in onzen opper-

Page 90: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

72 LiION BLOY

vlakkigen tijd geen denker, die dieper denkt dan hij, omdat hij hooger schouwt.

Bloy's geheele leven is één wonder voor wie het zien wil. Een wonder is het, dat hij niet is omgekomen van honger en ellende, want hem den hongerdood te laten sterven en op die manier van dien „rageur" bevrijd te worden, was de uitgesproken of niet uitgesproken toeleg van de tetrarchen der herodiaansche Fransche journa-listiek. Een wonder is het, dat 13loy's werkcn een uit-gever hebben kunnen vinden, want hij is imtners, „l'in-vendable". Een wonder nog, dat Bloy trots alles staande is gebleven op de eenzame hoogte van zijn genie, dat zijn hart kinderlijk-aanhankelijk gebleven is aan zijn God, die niet opgehouden heeft hem te slaan, maar er niet aan dacht hem ook te zalven, dat zijn vertrouwen in Gods Voorzienigheid en Goedheid ongeschokt is blifven staan als een rotsrif in de stormende, beukende zee.

„Je suis celui qu'il faut lAcher" schreef Léon Bloy eens aan een jongen vriend en deze is de eenige raad, die men trouw van hem heeft aangenomen en opgevolgd. Men heeft hem „laten schieten", dien bedelaar, ce mendiant, qui a du tout mendier, qui a daigne tout mendier -- sauf la Gloire". Men speelt liever het „cher maitre" tot andere, rneer „lucratieve" patroons. En toch, ik ben er zeker van, dat, wanneer al het getrompetter rondom een paar roemzuchtigheden zooals Anatole France, Paul I3ourget, Maurice I3arres, Rostand e. a. zal uitgeklonken zijn, men

misschien vol ontzetting -- tot het „ceuvre" van Bloy zal gaan. Zijn werk tart den tijd. Hct is ontzaglijk en on-verwoestbaar, omdat het gebouwd staat op het Absolute.

Rotterdam, Jan. 1915. MR. H. VAN HAASTERT.

72 LÉON BLOY

vlakkigen tijd geen denker, die dieper denkt dan hi.i, omdat hij hoog er sehouwt.

Bloy's gehecle leven is één wonder voor wie het zien wil. Een wonder is het, dat hij niet is omgekomen van honger en ellende, want hem den hongerdood te laten sterven en op die manier van dien "rageur" bevrijd te worden, was de uitgesproken of niet uitgesproken toeleg van de tetrarchen der herodiaansehe Fransehe journa­listiek. Een wonder is het, dat Bloy's werken een uit­gever hebben kunnen vinden, want hij is immers, "l'in­vendabIe" . Een wonder nog, dat Bloy trots alles staande is gebleven op de eenzame hoogte vaIl zijn genie, dat zijn hart kinderlijk-aanhankelijk gebleven is aan zijn God, die niet opgehouden heeft hem te slaan, maar er niet aan dacht hem ook te zalven, dat :r,ijn vertrouwen in Gods Voorzienigheid en Goedheid ongesehokt is blijven staan als een rotsrifin de stormende, beukende zee.

"Je suis eelui qu'il faut làeher" sehreef Léon Bloy eens aan een jongen vriend en deze is de eenige raad, die men trouw van hem heeft aangenomen en opgevolgd. Men heeft hem "laten schieten", dien bedelaar, ee JIlcndiant, qui a du tout mendier, qui a daigné tout mendier - sauf la Gloire". Men speelt lievcr het "eher maître" tot andere, meer "lueratieve" patroons. En toeh, ik ben cr zeker van, dat, wanneer al het getrompetter rondom een pa.ar Toemzuehtigheden zooals Anatole Franec, Paul Bourget, Mauriee Barres, Hostand e. a. zal uitgeklonken zijn, men - missehien vol ontzetting- tot het "cruvre" van Bloy

zal gaan. Zijn werk tart den tijd. Het is ontzaglijk eIl on­verwoestbaar, omdat het gebouwd staat op het Absolute.

Rotterdam, Jan. 1915. MR. H. VAN HAASTEHT.

Page 91: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

HET HUWELIJK IS EEN LOTERIJ.

„‘A. LA GUERRE COMME A LA GUERRE".

IK SPUW NIET OP HET GELD.

Drie stukken uit: Exégèse des Lieux Communs (2 series). — Paris, Mercure de France.

HET HUWELIJK IS EEN LOTERIJ. ,

"A LA GUERRE COMME A LA GUERRE".

IK SPUW NIET OP HET GELD.

Drie stukken uit: Ezégèse de.9 Lieux Oommuna (2 series). Pari.. Morcure do Fra-Dce.

Page 92: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 93: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

HET HUWELIJK IS EEN LOTERIJ.

Men heeft langen tijd gemeend, dat het een sacrament was. Sedert de instelling van de echtscheiding weten we, dat het een loterij is, gelukkig hernieuwbaar. Wanneer men den hoofdprijs niet trekt, heeft men toch altijd nog kans een goed nummer te winnen en 't leven verliest dan zijn somberheid. Wanneer uw gestel de emoties van de loterij niet verdragen kan, dan moet ge eenvoudig van 't huwelijk afzien.

Bemerkt ge niet de buitengemeene schoonheid van dezen nieuwen staat van zaken ? Vroeger was 't huwelijk een geweldig iets. Men moest beminnen en bemind wor-den, men moest iemand meer of minder lang het hof maken, een aantal vervelende formaliteiten vervullen, dwaze plechtigheden meemaken. Ten slotte, en dit was 't ergste, men moest zich onverbreekbaar verbinden voor den duur van 't heele leven. Tegenwoordig neemt ge maar een lot en ge wacht kalm den dag der trekking af.

Wanneer gij een van de winners zijt, ziet ge een meer of minder kostbaar vrouwtje naar u toe komen, die ge, zoo ge wilt, terstond naar 't stadhuis kunt brengen, waar de ambtenaar van den Burgerlijken stand u zonder dralen zal samen-koppelen. Wanneer ge niet tevreden zijt met uw prijs, dan kunt ge, een tijdje later, van echt-genoote verwisselen door een nieuw lot te nemen. De wet staat het u toe, moedigt u er toe aan en de loterij is altijd open. Wanneer er kinderen gekomen zijn, dan zorgt het openbaar armbestuur er wel voor, om hun

HET HUWELIJK IS EEN LOTERIJ.

Men heeft langen tijd gemeend, dat het een sacrament was. Sedert de instelling van de echtscheiding weten we, dat het een loterij is, gelukkig hernieuwbaar. Wanneer men den hoofdprijs niet trekt, heeft men toch altijd nog kans een goed nummer te winnen en 't leven verliest dan zijn somberheid. Wanneer uw gestel de emoties van de loterij niet verdragen kan, dan moet ge eenvoudig van 't huwelijk afzien.

Bemerkt ge niet de buitengemeene schoonheid van dezen nieuwen staat van zaken? Vroeger was 't huwelijk een geweldig iets. Men moest beminnen en bemind wor­den, men moest iemand meer of minder lang het hof maken, een aantal vervelende formaliteiten vervullen, dwaze plechtigheden meemaken. Ten slotte, en dit was 't ergste, men moest zich onverbreekbaar verbinden voor den duur van 't heele leven. Tegenwoordig neemt ge maar een lot en ge wacht kalm den dag der trekking af.

'Vanneer gij een van de winners zijt, ziet ge een meer of minder kostbaar vrouwtje naar u toe komen, die ge, zoo ge wilt, terstond naar 't stadhuis kunt brengen, waar de ambtenaar van den Burgerlijken stand u zonder dralen zal samen-koppelen. Wanneer ge niet tevreden zijt met uw prijs, dan kunt ge, een tijdje later, van echt­genoote verwisselen door een nieuw lot te nemen. De wet staat het u toe, moedigt u er toe aan en de loterij is altijd open. Wanneer er kinderen gekomen zijn, dan zorgt het openbaar armbestuur er wel voor, om hun

Page 94: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

76 oN BLOY

geluk te verzekeren. Dezelfde voordeclen gelden voor de vrouw, die verschillende uitkomende nummers kan hebben en ze op Cén en denzelfden dag kan realiseeren, hetgeen uw kans op nakomelingschap vergroot. Het leven is dan als een paradijs.

LA GUERRE COMME A. LA GUE RR E.'"

Ik werd gewekt door iemand, die weende in de don-kerte. Het was zeker over middernacht. De twee horens der afnemende maan zeilden vooruit boven mijn hoofd, juist in 't diepste van den zwarten koepel en de sterren, zoo blinkcnd in den rijzenden morgen, flikkerden nog flauw op de franjes van den Melkweg.

Eerst voelde ik me alleen erg ontstemd. Men wordt niet zoo gauw verteederd, wanneer men half' bevroren is, wanneer men sinds lang niets meer gegeten heeft en een vloek was niet ver meer van mijn lippen, toen ik, door het schreien heen, — om 't nooit te vergeten — dit centrale vers uit den „MAGNIFICAT" hoorde : Et misericordia ejus a progenie in progenies timentibus eum.

Dat was, in den zwarten nacht en de wijde pool-stilte, z66 vreemd, dat ik iets meende te hooren, dat niet van deze aarde was.

Wij lager' in de nabijheid der dooden en wij waren er niet zeker van nog onder de levenden te behooren. We hadden den vorigcn dag, juist op deze plaats, moeten vechten en eenigen van ons, de gelukkigsten misschien, waren in de andere wereld gaan soupeeren. Drie of vier kermenden waren door de hospitaalsoldaten, die schim-men geleken, weggedragen en de overlevenden van onze armzalige compagnie waren op den grond gaan liggen, met een leege maag, wachtend op 't gevecht, dat voor den volgenden dag was aangekondigd. Nog anderen

76 L};ON BLOY

geluk te vcrzckcren. Dezelfde voordeelen gelden voor de vrouw, die verschillcnde uitkomende nummers kan hebben en ze op één en denzelfden dag kan realiseeren, hetgeen uw kans op nakomelingsehap vergroot. Het leven is dan als een paradijs.

"A LA GUERRE COMME À I .. A GU}<~RR K"

Ik werd gewekt door iemand, die weende in de don­kerte. Het was zeker over middernaeht. De twee horens der afnemende maan zeilden vooruit boven mijn hoofd, juist in 't diepste van den zwarten koepel en de sterren, zoo blinkend in den rijzenden morgen, flikkerden !log flauw op de franjes van den Melkweg.

Eerst voelde ik me alleen crg ontstcmd. Men wordt niet zoo gauw vcrteedcrd, wanneer men half bevroren is, wannecr men sinds lang niets mcer gegeten heeft en een vloek was ni ct vcr mcer van mijn lippen, toen ik, door hct schreicn hcen, -- om 't nooit te vergeten -dit centrale vers uit den "MAGNIFICAT" hoorde: Et misericordia ejus a progenie in progenies timentibus cum.

Dat was, in den zwarten nacht en de wijde pool-stiltc, zóó vrecmd, dat ik iets mecnde te hooren, dat niet van deze aarde was.

Wij lagen in de nabijheid der dooden en wij warcn er ni ct zeker van nog ondcr de levenden te behoorcn. We hadden den vorigen dag, juist op deze plaat.~, moeten vechten en cenigen van ons, de gelukkigsten misschicn, waren in de andere wcreld gaan soupeerell. Dric of vicr kermendell waren door de hospitaalsoldatcn, die schim­men geleken, weggedragen en de overlevenden van om:e armzalige compagnie waren op dcn grond gaan liggen, met een leege maag, wachtend op 't gcveeht, dat voor den volgenden dag was aangekondigd. Nog anderen

Page 95: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LkON BLOY 77

met mij hadden zich, v66r we onze oogen sloten, zeker afgevraagd, wat wel de ware naam mocht zijn van den slaap, dien we gingen doen. Er waren er, die niet meer wakker werden . . . .

Timentibus eum . . . Die laatste twee woorden wer-den driemaal uitgesproken, bij regelmatige tusschen-poozen, als van een fantastische klok met een gearticu-leerd slagwerk, dat 3 uur sloeg, maar met telkens zwak-ker geluid. Daarna niets meer . . . Men heeft het soms over koud zweet, wanneer men wil uitdrukken de licha-melijke sensatie van een grooten ziele-angst . . .

Het was mijn plicht op te staan, te gaan naar dien stervenden kameraad, wiens laatste gedachte was geweest voor Haar, die v66r de heuvelen was voortgebracht. Niet zonder moeite vond ik hem. Timentibus eum. De erbarming Gods voor hen, die hem vreezen. Waar zijn deze ? En waar was hij, die zulk een woord sprak, vooraleer hij stierf ? Ik herkende hem eindelijk. Het was een jong seminarist, heel dapper, die niet wilde, dat de Pruisische ketters heerschers werden in Frank-rijk. Hij had, zonder klagen, een leelijken duw gekregen en er was niets meer aan te doen. „A la guerre comme la guerre" mompelde hij, toen hij me zag, en stierf.

Wanneer ik een bourgeois op vacantie dat armzalige woord hoor zeggen om het een of ander ongemak of om een lekkcrnij, die hij moet derven, moet ik me met alle geweld verzetten tegen de bekoring om hem oogen-blikkelijk te wurgen.

IK SPUW NIET OP HET GELD.

Is het dan moeilijker te spuwen op het geld dan te spuwen op het Gelaat van den Zoon van God ? Men zou het bijna zeggen. De in-den-geest-verrukten hebben dit Gelaat zien druipen van het afgrijselijk spuugsel van het

LÉON BLOY 77

met mij hadden zich, vóór we onze oogen sloten, zeker afgevraagd, wat wel de ware naam mocht zijn van den slaap, dien we gingen doen. Er waren er, die niet meer wakker werden ....

Timentibus eum... Die laatste twee woorden wer­den driemaal uitgesproken, bij regelmatige tussehen­poozen, als van een fantastische klok met een gearticu­leerd slagwerk, dat 3 uur sloeg, maar met telkens zwak­ker geluid. Daarna niets meer. .. Men heeft het soms over koud zweet, wanneer men wil uitdrukken de licha­melijke sensatie van een grooten ziele-angst ...

Het was mijn plicht op te staan, te gaan naar dien stervenden kameraad, wiens laatste gedachte was geweest voor Haar, die vóór de heuvelen was voortgebracht. Niet zonder moeite vond ik hem. Timentibus eum. De erbarming Gods voor hen, die hem vreezen. Waar zijn deze? En waar was hij, die zulk een woord sprak, vooraleer hij stierf? Ik herkende hem eindelijk. Het was een jong seminarist, heel dapper, die niet wilde, dat de Pruisische ketters heerschers werden in Frank­rijk. Hij had, zonder klagen, een leelijken duw gekregen en er was niets meer aan te doen. "A la guerre eomme à la guerre" mompelde hij, toen hij me zag, en stierf.

Wanneer ik een bourgeois op vacantie dat armzalige woord hoor zeggen om het een of ander ongemak of om een lekkernij, die hij moet derven, moet ik me met alle geweld verzetten tegen de bekoring om hem oogen­blikkelijk te wurgen.

IK SPUW NIET OP HET GELD.

Is het dan moeilijker te spuwen op het geld dan te spuwen op het Gelaat van den Zoon van God? Men zou het bijna zeggen. De in-den-geest-verrukten hebben dit Gelaat zien druipen van het afgrijselijk spuugsel van het

Page 96: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

78 LÉON BLOY

gespuis van Jerusalem. De aanbidders van het geld hebben nooit spuugsel gezien op een guldenstuk. Wan-neer zoo'n muntstuk in den drek viel, zouden ze het eerbiedig er uit oprapen en het kuischcn met vereering. Misschien zouden ze het met eenige kussen parfumeeren.

Ik heb eens gelezen, dat een voornaam heerschap uit de XVIIIe eeuw zulke rijk-gestoffeerde vertrekken had in zijn kasteel, dat er geen mogelijkheid was ergens anders uit te spuwen dan op het gelaat van den eigenaar. En hetzelfde is 't geval met het vleesch-geworden Woord. Hij heeft het heelal z66 schoon gemaakt, dat er niets te bespuwen overblijft dan zijn smartelijk Gelaat. Waardoor zou men zich dan laten weerhouden ? Alles wat hem om-geeft heeft een onschatbare waarde. De mesthoop zelfs doet de aardappelen groeien, die geld waard zijn en die heel wat bcter kunnen dienen om varkcns vet te mesten dan de Verlossing. Zou dan de keuze eén oogenblik twijfelachtig kunnen zijn ?

Er wordt verteld, dat er eertijds zonderlinge menschen bestonden, die beweerden de rijkdommen te verachten, ze beschouwend als slijk en die er zich van ontdeden, zooals men zich van ongedierte bevrijdt. Men zegt dat er van dezulken nog bestaan. Wat zal ik u zcggen ? Het eenige wat men doen kan, is ze op dezelfde manicr te bespuwen als Hem, waarvan zij de leerlingen zeggen te zijn en waarvan zij de navolgers beweren tc wezen. Zij kunnen dan, zooveel 't hun lust, prat gaan op hut) lompen en droomen van hun Paradijs.

V ertaling van MR. H. VAN HAASTERT.

78 LÉON BLOY

gespuis van Jerusalem. De aanbidders van het geld hebben nooit spuugsel gezien op een guldenstuk. Wan­neer zoo'n muntstuk in den drek viel, zouden ze het eerbiedig er uit oprapen en het kuisehen met vereering. Misschien zouden ze het met eenige kussen parfumeeren.

Ik heb eens gelezen, dat een voornaam heerschap uit de XVIIIe eeuw zulke rijk-gestoffeerde vertrekken had in zijn kasteel, dat er geen mogelijkheid was ergens anders uit te spuwen dan op het gelaat van den eigenaar. En hetzelfde is 't geval met het vlees eh-geworden Woord. Hij heeft het heelal zóó schoon gemaakt, dat er niets te bespuwen overblijft dan zijn smartelijk Gelaat. Waardoor zou men zich dan laten weerhouden '1 Alles wat hem om­geeft heeft een onschatbare waarde. De mesthoop zelfs doet de aardappelen groeien, die geld waard zijn en die heel wat beter kunnen dienen om varkens vet te mesten dan de Verlossing. Zou dan de keuze één oogenblik twijfelachtig kunnen zijn?

Er wordt verteld, dat er eertijds zonderlinge menschen bestonden, die beweerden de rijkdommen te verachten, ze beschouwend als slijk en die er zich van ontdeden, zooals men zich van ongedierte bevrijdt. Men zegt dat er van dezulken nog bestaan. Wat 7-al ik u zeggen? Het eenige wat men doen kan, is ze op dezelfde manier te bespuwen als Hem, waarvan zij de leerlingen zeggen te zijn en waarvan zij de navolgers beweren te we7-cn. Zij kunnen dan, zooveel 't hun lust, prat gaan op hUil

lompen en droomen van hun Paradijs.

Vertaling van MR. H. VAN HAASTERT.

Page 97: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

„LE SANG DU PAUVRE”.

(Fragmenten).

"LE SANG DU PAUVRE".

(Fragmenten).

Page 98: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 99: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

HET BLOED VAN DEN ARME.

Het Bloed van den Arme, dat is het Geld. Men leeft en sterft ervan sinds eeuwen. Het houdt op treffende wijze alle lijden in zich bevat. Het is de Glorie, het is de Macht. Het is de Gerechtigheid en de Ongerechtigheid. Het is de Foltering en de Wellust. Het is vloekwaardig en aanbiddelijk, een brandend en luisterrijk symbool van Christus den Verlosser, in quo omnia constant.

Het bloed van den rijkaard is als stinkende etter, afgescheiden door de zweren van Cain. De rijkaard is een slechte arme, een zeer kwalijk riekende havelooze, waar de sterren bang van zijn.

Dc Openbaring leert ons, dat God alleen arm is en dat zijn Ecnige Zoon de eenige bedelaar is. „Solus tan-tummodo Christus est qui in omnium pauperum versitate mendicet", zei Salvianus. Zijn Bloed is dat van den Arme, waarmee de menschen zijn „vrijgekocht tegen hoogen prijs". Zijn kostbaar Bloed, oneindig rood cn zuiver, dat alles betalen kan.

't Kon dan ook wel niet anders of het geld moest hem verzinnebeelden : het geld, dat men geeft, dat men leent, dat men verkoopt, dat men wint of dat men steelt ; het geld, dat dood of levend maakt als het Woord, het geld, dat men aanbidt, het eucharistische geld, dat men drinkt en dat men eet. Alle aspecten, waaronder het geld zich vertoont, zijn de aspecten ook van den Zoon Gods, zwectende het Bloed, dat alle schuld op zich neemt.

Een boek te schrijven, alleen om dat alles te zeggen, is een onderneming, die misschien dwaas schijnt. Dat staat gelijk met zijn gelaat voor kaakslagen aan te bieden

Léon Bloy. 6

HET BLOED VAN DEN ARME.

Het Bloed van den Arme, dat is het Geld. Men leeft en sterft ervan sinds eeuwen. Het houdt op treffende wijze alle lijden in zich bevat. Het is de Glorie, het is de Macht. Het is de Gerechtigheid en de Ongerechtigheid. Het is de Foltering en de Wellust. Het is vloekwaardig en aanbiddelijk, een brandend en luisterrijk symbool van Christus den Verlosser, in quo omnia constant.

Het bloed van den rijkaard is als stinkende etter, afgescheiden door de zweren van Caïn. De rijkaard is een slechte arme, een zeer kwalijk riekende havelooze, waar de sterren bang van zijn.

De Openbaring leert ons, dat God alleen arm is en dat zijn Eenige Zoon de eenige bedelaar is. "Solus tan­tummodo Christus est qui in omnium pauperum uni­versitate mendieet" , zei Salvianus. Zijn Bloed is dat van den Arme, waarmee de menschen zijn "vrijgekocht tegen 110ogen prijs". Zijn kostbaar Bloed, oneindig rood en zuiver, dat alles betalen kan.

't Kon dan ook wel niet anders of het geld moest hem verzinnebeelden: het geld, dat men geeft, dat men leent, dat men verkoopt, dat men wint of dat men steelt; het geld, dat dood of levend maakt als het Woord, het geld, dat men aanbidt, het eucharistische geld, dat men drinkt en dat mcn eet. Alle aspecten, waaronder het geld zich vertoont, zijn de aspceten ook van den Zoon Gods, zweet ende het Bloed, dat alle schuld op zich neemt.

Een boek te schrijven, alleen om dat alles te zeggen, is een onderneming, die misschien dwaas schijnt. Dat staat gelijk met zijn gelaat voor kaakslagen aan te bieden

Léon Bloy. 6

Page 100: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

82 LÉON BLOY

aan alle christen-beulen, die de rijkaards, door Jezus verfoeid en vervloekt, zalig prijzen. Intusschen zijn er wellicht nog levende zielen op dezen ontzaglijken zie-len-mesthoop en voor hen wil ik schrijven.

Gisteren l) had de ramp op Sicilië plaats, voorspel of voorloopster van vele andere, laatste waarschuwing, die de vervulling der bedreigingcn van La Salette voor-afgaat. Men zegt, dat Messina een prachtige stad was, niet ver van Pentapolis. Tweehonderdduizend mensche-lijke wezens hebben er den dood gevonden door een ril-ling der aarde. Heeft er wel iemand aan gedacht, dat hoogstens honderdduizend van hen op slag gedood zijn ? Daar blijven dus honderdduizend doodstrijden over, verdeeld over vijftien of twintig dagen.

Hartstochtelijk minnaar der gerechtigheid als ik ben, neem ik aan, dat de rijkaards, na zooveel andere voor-rechten, ook dit voorrecht genoten hebben en dat deze gelegenheid hun niet misgund geworden is, orn in 't voorportaal der hel de heerlijkheden en de duurzaam heid der rijkdommen te overwegen. Men vertelde van ecne overlevende, die tusschen de puinhoopen vast zat, en wier hand opgevreten was door hare kat, tegelijk met haar begraven. Was het de „rechter" of de „linker", die hand, evenals alle handen, geschapen om te geven ? Terwijl zij de hongerende menschen vergat, had zij wel-licht gediend om alleen dit dier te voeden, dat op deze wijze zijn vertrouwelijkheid voortzette.

Verschrikkelijke lessen, zoo ge wilt, maar toch o zoo van zelf sprekend en hoezeer verloren toch ! Er zullen er nog veel verschrikkelijker noodig zijn en men voelt ze naderen . . . Het Christendom tevergeefs, het woord van God tevergeefs. Zie hier dan de „Zware Arm", wiens komst voorzegd werd, de zichtbare en onver-biddelijke Arm !

1) Dit schreef Bloy op 23 Jan. 1909.

82 LÉON BLOY

aan alle christen-beulen, die de rijkaards, dool' Jezus verfoeid en vervloekt, zalig prijzen. Intusschen zijn cr wellicht nog levende zielen op dezen ontzaglijken zie­len-mesthoop en voor hen wil ik schrijven.

Gisteren I) had de ramp op Sicilië plaats, voorspel of voorloopster van vele andere, laatste waarschuwing, die de vervulling der bedreigingen van La Salette voor­afgaat. Men zegt, dat Messina een prachtige stad was, niet ver van Pentapolis. Tweehonderdduizend mensche­lijke wezens hebben er den dood gevonden door een ril­ling der aarde. Heeft er wel iemand aan gedacht, dat hoogstens honderdduizend van hen op slag gedood zijn? Daar blijven dus honderdduizend doodstrijden over, verdeeld over vijftien of twintig dagen.

Hartstochtelijk minnaar der gerechtigheid als ik ben, neem ik aan, dat de rijkaards, na zoovecl andere voor­rechten, ook dit voorrecht genoten hebben en dat deze gelegenheid hun niet misgund geworden is, om in 't voorportaal der hel de heerlijkheden en de duurzaamheid der rijkdommen te overwegen. Men vertelde van eene overlevende, die tussehen de puinhoopen vast zat, en wier hand opgevreten was door hare kat, tegelijk met haar begraven. Was het de "rechter" of de "linker", die hand, evenals alle handen, geschapen om te geven? Terwijl zij de hongerende menschen vergat, had zij wel­licht gediend om alleen dit dier te voeden, dat op deze wijze zijn vertrouwelijkheid voortzette.

Verschrikkelijke lessen, zoo ge wilt, maar toch 0 zoo van zelf sprekend en hoezeer verloren toch! Er zullen er nog veel verschrikkelijker noodig zijn en men voelt ze naderen ... Het Christendom tevergeefs, het woord van God tevergeefs. Zie hier dan de "Zware Arm", wiens komst voorzegd werd, de zichtbare en onver­biddelijke Arm!

I) Dit schreef Bloy op 23 Jan. 1909.

Page 101: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 83

En 't is tijd ! Het recht op rijkdom, wezenlijk ontkend door het Evangelie, een anthropophagische bespotting van den Verlosser, staat in alle wetboeken. Onmogelijk dezen lintworm uit te rukken zonder de ingewanden te verscheuren en de operatie is dringend noodig. God zal er in voorzien. — Gij hebt het recht niet om te genieten wanneer uw broeder lijdt !, zoo huilt, iederen dag luider en luider, de onmetelijke menigte vertwijfelden.

Dit boek zal de weerklank zijn van dit klagend geroep.

DE VERONTWAARDIGING GODS.

de Verontwaardiging Gods. Le is een verwilderde en hongerige vrouw, voor wie alle deuren gesloten blijven, een echte vrouw der woestenij, die niemand kent. De leeuwen, in wier midden zij gebaard werd, zijn dood, ver-raderlijk vermoord door hongersnood en ongedierte. Men heeft haar handenwringend zien staan op alle drem-pels, smeekend haar te herbergen, en er was niemand, die mededoogen had met de Verontwaardiging Gods.

Toch is zij schoon, maar onverleidbaar en onvermoei-baar, en zij wekt zulk een vrees, dat de aarde beeft, als ze voorbijgaat. De Verontwaardiging Gods gaat gekleed in lompen en ze heeft bijna niets om haar naaktheid te dekken. Zij gaat blootvocts, bloedend aan alle kanten en, sedert drie-en-zestig jaren — dit is ontzettend ! — heeft zij geen tranen meer ! Haar oogcn zijn donkere afgronden en haar mond spreekt niet meer één enkel woord . . . . Zij weet zoo wel, dat voortaan alles nutteloos is ! Ze heeft somwijlen kleine kinderkens in haar armen genomen, ze toereikend aan de wereld en de wereld heeft die schulde-loozen neergeworpen in het vuil, tot haar sprekend :

— Gij zijt te vrijmoedig om mij te behagen. Ik bezit

LÉON BLOY 83

En 't is tijd! Het recht op rijkdom, wezenlijk ontkend door het Evangelie, een anthropophagische bespotting van den Verlosser, staat in alle wetboeken. Onmogelijk dezen lintworm uit te rukken zonder de ingewanden te verscheuren en de operatie is dringend noodig. God zal er in voorzien. - Gij hebt het reeht niet om te genieten wanneer uw broeder lijdt !, zoo huilt, iederen dag luider en luider, de onmetelijke menigte vertwijfelden.

Dit boek zal de weerklank zijn van dit klagend geroep.

* * *

DE VERONTWAARDIGING GODS .

. . . . . . de Verontwaardiging Gods. Ze is een verwilderde en hongerige vrouw, voor wie alle deuren gesloten blijven, een eehte vrouw der woestenij, die niemand kent. De leeuwen, in wier midden zij gebaard werd, zijn dood, ver­raderlijk vermoord door hongersnood en ongedierte. Men heeft haar handenwringend zien staan op alle drem­pels, smeekend haar te herbergen, en er was niemand, die mededoogen had met de Verontwaardiging Gods.

Toeh is zij sehoon, maar onverleidbaar en onvermoei­baar, en zij wekt zulk een vrees, dat de aarde beeft, als ze voorbijgaat. De Verontwaardiging Gods gaat gekleed in lompen en ze heeft bijna niets om haar naaktheid te dekken. Zij gaat blootvoets, bloedend aan alle kanten en, sedert drie-en-zestig iaren - dit is ontzettend! - heeft zij geen tranen meer! Haar oogen zijn donkere afgronden en haar mond spreekt niet meer één enkel woord ... _ Zij weet zoo wel, dat voortaan alles nutteloos is! Ze heeft somwijlen kleine kinderkens in haar armen genomen, ze toereikend aan de wereld en de wereld heeft die schul de­loozen neergeworpen in het vuil, tot haar sprekend:

- Gij zijt te vrijmoedig om mij te behagen. Ik bezit

Page 102: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

84

LP,ON HWY

wetten, politic, deurwaarders, huisbazen ! Ge zult een gehoorzame vrouw worden en ge zult uw termijn betalen.

— Mijn termijn is nabij en ik zal hem tot den laatsten cent betalen, heeft, de Verontwaardiging Gods geant-woord.

DE „CONCLUSION" VAN HET BOEK.

— „Uw boek is niets vcrgeleken mct de werkelijk-heid", zei mij een ongelukkige.

Ik weet het. De ellende van deze wereld heat in de Engelen haar uitgangspunt en kan in geen mensehentaal worden beschreven. De Ongehoorzaamheid als eerste, de Broedermoord als twcedc. Dit is heel de Geschiedenis. Maar wie kent de maat ? Verondersteld zelfs, dat een buitengewoon man, een Mozes of een Ezechiël, vaag h.et onbegrijpelijk wonderbaarlijke had kunnen zicn van : de Vrijheid des menschen zegevierend over den Godde-lijken Wil, dan nog zou hij elk middel missen om deze tragedie tc verhalen.

Alleen het monster Ilebzucht reeds verbijstert, de rede. Hij, die onder de Apostelen op bijzonden, wijze belast werd met de beleering der volkeren, heat gezegd, dat, de hebzucht niets anders dan de Afgodendienst zelf was. De Heilige Geest, die door hem sprak, heat ons laten staan aan den rand van dien afgrond, waar niemand in kan afdalen. De Hebzucht, die den arme vermoordt, is even onverklaarbaar als de Afgodendienst. afgo-dendienst, nu — ik heb 't elders gezegd — is : het Zicht-bare in de plaats stellen van het Onzichtbare, h.et-geen zeer zeker de mecst monsterachtige en onbegrij-pelijke wandaad is.

De moderne vrek, hij zij huiseigenaar, handelsman of fabrikant, aanbidt natuurlijk geen zakken met guldens

84 LJ.:ON BLOY

wetten, politie, deurwaarders, huisbazen! Ge zult een gehoorzame vrouw worden en ge zult uw termijn betalen.

- Mijn termijn is nabij en ik zal hem tot den laatsten ccnt betalen, heeft de Verontwaardiging Gods geant­woord.

* * *

DE "CONCLUSION" VAN HET BOEK.

"Uw boek is niets vergeleken met de werkelijk­heid", zei mij een ongelukkige.

Ik weet het. De ellende van deze wereld hcdt in de Engelen haar uitgangspunt en kan in geen mensdlentaal worden beschreven. De Ongehoorzaamheid als eerste, de Broedermoord als tweede. Dit is heel de Geschiedenis. Maar wie kent de maat? Verondersteld zelfs, dat een buitengewoon man, el'n MOJles of een EJlcehii'l, vaag het onbegrijpelijk wonderbaarlijke had kunnen ûen van: de Vrijheid des mensehen Jlegeviercnd over den Godde­lijken '"Vil, dan nog zou hij elk middel missen om dCJI('

tragedie te verhalen. Alleen het monster Hebzueht reeds vnhijstcrt de

rede. IIij, die onder de Apostelen op bijJlolldcrc wijze belast werd met de beleering der volkeren, hCl{t geJlego, dat de hebzueht niets anders dan de Afgodendicllst zelf was. Dc Heilige Geest, die door hem sprak hcel't on:.; laten staan aan den rand van dien afgrond, waar niemand in kan afdalen. De Hebzucht, die den arme vermoordt, is even onverklaarbaar als de Afgodcndienst. De afgo­dendienst nu --- ik heh 't elders gezegd ~. is : het Zicht­bare in de plaats stellen van het Onzichtbare, het­geen zeer Jleker de meest monsterachtige en onbegrij­pelijke wandaad is.

De moderne vrek, hij zij huiseigenaar, handelsman of fabrikant, aanbidt natuurlijk geen zakken met gulden,;

Page 103: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 85

of pakj es bankbiljetten in een kapelletje en op een al-taartje. Hij buigt zijn knieën niet voor dezen op andere menschen behaalden buit en richt er geen gebeden heen of zingt er lofzangen voor te midden van welriekende wolken uit een wierooksvat. Maar hij roept het rond, dat het geld zijn eenig goed is en geeft er heel zijn ziel aan. 't Is een oprechte eeredienst, zonder huichelarij, onvermoeid, standvastig. Zoo hij, in laagheid van hart en taal, beweert, dat hij het geld liefheeft om de genie-tingen, die het geeft, liegt hij of maakt zich zelf op vree-selijke manier iets wijs, terwijl die bewering gelogenstraft wordt, op 't oogenblik zelf, waarop hij ze uitspreekt, door elke van zijn daden, door den eindeloozen arbeid en de eindelooze kwellingen, waartoe hij zieh van harte veroordeelt, om te verkrijgen of te behouden dit geld, dat het ziehtbare afbeeldsel is van het Bloed van Christus, stroomend door al zijne ledematen.

Wel verre ervan het lief te hebben om de stoffelijke genietingen, waarvan hij zich berooft, aanbidt hij hct in geest en in waarheid, zooals de Heiligen God aanbidden, die de boetvaardigheid hun ten plicht stclt ell den martel-dood ter gloric. Hij aanbidt het voor hen, die 't niet aanbidden, hij lijdt voor hen, die niet willen lijden voor het geld. De vrekken zijn mystieken ! Alles wat zij doen is er op gericht een onzichtbaren God te behagen, wiens zichtbaar en zoo moeizaam nagejaagd afbeeldsel hen overstelpt met folteringen en smaad.

De wissel, het orderbriefje, uitgevonden, naar men zegt, door dc Joden der Middelecuwen, mar waarvan de oorsprong veel ouder is, omdat hij minstens reikt tot aan de „ongedekte schuldbekentenis" van Tobias, ver-beeldt de dubbele smart van den vrek, die jammert als hij hem op dcn vervaltermijn niet kan betalen of gedwongen is door hem te betalen geld af te geven. In het tweede geval kwiteert deze vrome God met God, een tactische handigheid, aanbevolen door de geestelijke raadgevers.

LÉON BLOY 85

of pakjes bankbiljetten in een kapelletje en op een al­taartje. Hij buigt zijn knicé;n niet voor dezen op andere mensehen behaalden buit en richt er geen gebeden heen of zingt er lofzangen voor te midden van welriekende wolken uit een wierooksvat. Maar hij roept het rond, dat het geld zijn eenig goed is en geeft cr heel zijn ziel aan. 't Is een oprechte eeredienst, zonder huichelarij, onvermoeid, standvastig. Zoo hij, in laagheid van hart en taal, beweert, dat hij het geld liefheeft om de genie­tingen, die het geeft, liegt hij of maakt zich zelf op vree­selijke manier iets wijs, terwijl die bewering gelogenstraft wordt, op 't oogenblik zelf, waarop hij ze uitspreekt, door elke van zijn daden, door den eindeloozen arbeid en de eindelooze kwellingen, waartoe hij zich van harte veroordeelt, om te verkrijgen of te behouden dit geld, dat het zichtbare afbeeldsel is van het Bloed van Christus, stroomend door al zijne ledematen.

Wel verre ervan het lief te hebben om de stoffelijke genietingen, waarvan hij zich berooft, aanbidt hij het in geest en in waarheid, zooals de Heiligen God aanbidden, die de boetvaardigheid hun ten plicht stelt en den martel­dood ter glorie. Hij aanbidt het voor hen, die 't niet aanbidden, hij lijdt voor hen, die niet willen lijden voor het geld. De vrekken zijn mystieken! Alles wat zij doen is er op gericht een onziehtbaren God te behagen, wiens zichtbaar en zoo moeizaam nagejaagd afbeeldsel hen overstelpt met folteringen en smaad.

De wissel, het orderbriefje, uitgevonden, naar men zegt, door de Joden der Middeleeuwen, maar waarvan de oorsprong veel ouder is, omdat hij minstens reikt tot aan de "ongedekte schuldbekentenis" van Tobias, ver­beeldt de dubbele smart van den vrek, die jammert als hij hem op den vervaltermijn niet kan betalen of gedwongen is door hem te betalen geld af te geven. In het tweede geval kwiteert deze vrome God met God, een tactische handigheid, aanbevolen door de geestelijke raadgevers.

Page 104: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

86 LÉON BLOY

Ja, 't is waar, ik ben ver beneden mijn taak gebleven. De ellende, veroorzaakt door de hebzucht, is volkomen onuitsprekelijk, menschelijkerwijs ongeneeselijk. Het eenige wat men doen kan, is den vloek van Cain te ver-zwaren door hem het bloed van zijn broeder op 't hoofd te leggen. En 't eenige wat de rijkaard zoo de duivel hem zijn ziel teruggeeft — doen kan, is zich van zijn rijkdommen te ontdoen. Want 't is onuitwijkbaar noodig, dat het Evangelie in vervulling ga en dat het Koninkrijk van den Arme kome. Dit is 't en geen ander, waar in het gebed des Heeren om gevraagd wordt : Adveniat regnum tuum. „Wanneer ge bidden wilt, zult ge aldus bidden", heeft de Heer gezegd. „Verkoopt en geeft, ontdoet u van al wat gij bezit", nauwkeurige en onuitwischbare woorden, die de lafheid der Christenen, ze te helfdhaftig achtend, op heiligschennende wijze poogt op te heffen door middel van de gemeene en huichelachtige onder-scheiding tussehen gebod en raad, ecn onderscheiding, die sinds driehonderd jaren het Evangelie in de modder trapt.

Men heeft dikwijls gevraagd wat toch de Iota uit de Bergrede wel zou wezen, welke iota bestaan en in vervul - ling gaan moet v66r dat hemel en aarde voorbijgaan. Een kind zou op deze vraag weten te antwoordcn. Dat is nu juist het Rijk van den Arme, het koninkrijk der vrijwillige armen, door keuze en uit liefde. Al 't andere is ijdelheid, logen, afgodendienst en verdorvenheid.

En laat nu de godverzakers en de stommelingen mij zooveel zij willen van oproerigheid en anarchie beschul-digen ! Ik heb die onvergelijkelijke eer voorzien en ver-langd om al de knechten van 't zingenot cn alle lafbekken tegen mij te hebben. Het geweldigste tumult van haat en woede zal voor mijne ooren dit vreeselijk gekerm niet overstemmen :

„De hemel is niet gemaakt voor arme menschen als wii." Tot in mijn dood nog zal ik me herinneren dezen snik

86 LÉON BLOY

Ja, 't is waar, ik ben ver beneden mijn taak gebleven. De ellende, veroorzaakt door de hebzucht, is volkomen onuitsprekelijk, menschelijkerwijs ongeneeselijk. Het eenige wat men doen kan, is den vloek van CaÏn te ver­zwaren door hem het bloed van zijn broeder op 't hoofd te leggen. En 't eenige wat de rijkaard - zoo de duivel hem zijn ziel teruggeeft - doen kan, is zich van zijn rijkdommen te ontdoen. Want 't is onuitwijkbaar noodig. dat het Evangelie in vervulling ga en dat het Koninkrijk van den Arme kome. Dit is 't en geen ander, waar in het gebed des Heeren om gevraagd wordt: Adveniat regnum tuum. "Wanneer ge bidden wilt, zult ge aldus bidden", heeft de Heer gezegd. "Verkoopt en geeft, ontdoet u van al wat gij bezit", nauwkeurige en onuitwisehbare woorden, die de lafheid der Christenen, ze te helfdhaftig achtend, op heiligschennende wijze poogt op te heffen door middel van de gemcene en huichelachtige onder­scheiding tusschen gebod en raad, een onderscheiding, die sinds driehonderd jaren het Evangelie in de modder trapt.

Men heeft dikwijls gevraagd wat toch de Iota uit de Bergrede wel zou wezen, welke iota bestaan en in vervuI­ling gaan moet vóór dat hemel en aarde voorbijgaan. Een kind zou op deze vraag weten te antwoorden. Dat is nu juist het Rijk van den Arme, het koninkrijk der vrijwi1lige armen, door keuze en uit liefde. AI 't andere is ijdelheid, logen, afgodendienst en verdorvenheid.

En laat nu de godverzakers en de stommelingen mij zooveel zij willen van oproerigheid en anarchie beschul­digen! Ik heb die onvergelijkelijke eer voorzien en ver­langd om al de knechten van 't zingenot en alle lafbekken tegen mij te hebben. Het geweldigste tumult van haat en woede zal voor mijne ooren dit vreeselijk gekerm niet overstemmen:

"De hemel is niet gemaakt voor arme menschen als wij." Tot in mijn dood nog zal ik me herinneren dezen snik

Page 105: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY 87

gehoord te hebben ! De ellende, het gevoel van ellende kan immers worden vergeleken met den „worm die niet sterft".

— „Ik heb 't recht niet aan 't fortuin van mijn kin-deren te komen," antwoordt de rijkaard.

„Wat zult ge hun dan nalaten, ellendeling, hun, die ge stoutmoedig uw kinderen noemt. De rijkdom, waarvan ge beweert, dat hij van hen is, behoort evenmin u als hun toe en wordt op 't zelfde oogenblik, waarop ge spreekt, in den oven op de proef gesteld. Uw geld van bloed en tranen wordt getoetst door het vuur, dat de kinderen der armen missen, als 't vriest. Alleen Hij, wiens Handen doorboord zijn, heeft 't recht te spreken van zijne kinderen en de macht hun iets te geven na zijn dood. Gij, gij kunt aan uwe zoogenaamde kinderen niets anders nalaten dan de schande van rijk te zijn en den plicht tot restitutie."

Verloren woorden, eens te meer, naar ik vrees, maar woorden toch van lcven en dood. Al ware 't in de woestijn, hij, die met liefde over de armoede spreekt, moet een mensehenmenigte uit den grond kunnen doen oprijzen, om naar hem te luisteren, als de Adem des Heeren, die 't leven hergaf aan de dorre en stoffige beenderen van Ezechiël. Want de Armoede is niet meer of minder dan de Bruid van God's Zoon en als de gouden bruiloft wordt gevierd, zullen van de uithoeken der aarde de Barrevoe-ters en de Hongerlijders komen toeloopen om er getuigen van te zijn.

Gij weet dat, o Joodsche Koningin, Moeder van den Zeer-Armen God, dien de burgermannen van Bethlehem niet wilden opnemen in hun huis en die, op 't stroo der beesten, Uw aanbiddelijk Kind ter wereld bracht. Gij weet, wat alleen reeds de Sluier hem gekost heeft van die heerlijke Bruid, wier lokken van licht twintig eeuwen lang gezweefd hebben over alle graftomben der Heiligen, van 't Oosten tot 't Westen. Beter dan wie

LÉON BLOY 87

gehoord te hebben! De ellende, het gevoel van ellende kan immers worden vergeleken met den "worm die niet sterft".

- "Ik heb 't recht niet aan 't fortuin van mijn kin­deren te komen," antwoordt de rijkaard.

"Wat zult ge hun dan nalaten, ellendeling, hun, die ge stoutmoedig uw kinderen noemt. De rijkdom, waarvan ge beweert, dat hij van hen is, behoort evenmin u als hun toe en wordt op 't zelfde oogenblik, waarop ge spreekt, in den oven op de proef gesteld. Uw geld van bloed en tranen wordt getoetst door het vuur, dat de kinderen der armen missen, als 't vriest. Alleen Hij, wiens Handen doorboord zijn, heeft 't recht te spreken van zijne kinderen en de macht hun iets te geven na zijn dood. Gij, gij kunt aan uwe zoogenaamde kinderen niets anders nalaten dan de schande van rijk te zijn en den plicht tot restitutie."

Verloren woorden, eens te meer, naar ik vrees, maar woorden toch van leven en dood. Al ware 't in de woestijn, hij, die met liefde over de armoede spreekt, moet een mensehenmenigte uit den grond kunnen doen oprijzen, om naar hem te luisteren, als de Adem des Heeren, die 't leven hergaf aan de dorre en stoffige beenderen van Ezechiël. Want de Armoede is niet meer of minder dan dc Bruid van God's Zoon en als de gouden bruiloft wordt gevierd, zullen van de uithoeken der aarde de Barrevoe­ters en de Hongerlijders komen toeloopen om er getuigen van te zijn.

Gij weet dat, 0 Joodsche Koningin, Moeder van den Zeer-Armen God, dien de burgermannen van Bethlehem niet wilden opnemen in hun huis en die, op 't stroo der beesten, Uw aanbiddelijk Kind ter wereld bracht. Gij weet, wat alleen reeds de Sluier hem gekost heeft van die heerlijke Bruid, wier lokken van licht twintig eeuwen lang gezweefd hebben over alle graftomben der Hciligen, van 't Oosten tot 't Westen. Beter dan wie

Page 106: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

88 LÉON BLOY

ook weet gij, dat voor haar alleen Jezus gestorven is. Wat betreft de haat van dit Kind voor de rijkdomn-ien, gij alleen zoudt kunnen zeggen, dat deze even groot is als zijne Goddelijkheid en dat dit in geen enkele taal kan worden vertolkt.

U vertrouw ik dan dit boek toe, dat gesehreven werd door een arme ter eere van de Armoede. Zoo er eenige bitterheid in is, zult gij er Uw Zoetheid onder mengen, en zoo er toorn in is, zult gij het verzachten door Uw Droefheid. Maar, vergeet het niet, ik ben de tijdgenoot van Uwe Verschijning op den Berg der Tranen. Ik werd toen neergelegd aan Uwe Voeten. Op dozen rechtstitel behooren Uwe Verontwaardiging en Uwe Zeven Zwaar-den mij toe. De bronzen ketenen, die men op Uwe Schou-ders heeft gezien, hebt Gij bij uw heengaan voor mij achtergelaten en reeds drie-en-zestig jaren sleep ik ze mee door de wereld. Het gerucht, dat zij maken, hindert de laffen en de slapers. Zoo 't nog mogelijk is, maak er dan een donder van, die hen eindelijk zal wekken ter Boetvaardigheid of ter Verschrikking, — o Morgenster der armen, die „lachen zult ten jongsten dage

ertaling van MR. H. V. HAASTEIZT.

88 LlèON BLOY

ook weet gij, dat voor haar alleen Jezus gestorven is. Wat betreft de haat van dit Kind voor de rijkdommen, gij alleen zoudt kunnen zeggen, dat deze even groot is als zijne Goddelijkheid en dat dit in geen enkele taal kan worden vertolkt.

U vertrouw ik dan dit boek toe, dat geschreven werd door een arme ter eere van de Armoede. Zoo er eenige bitterheid in is, zult gij er Uw Zoetheid onder mengen, en zoo er toorn in is, zult gij het verzachten door Uw Droefheid. Maar, vergeet het niet, ik ben de tijdgenoot van Uwe Verschijning op den Berg der Tranen. Ik werd toen neergelegd aan Uwe Voeten. Op dezen rechtstitel behooren Uwe Verontwaardiging en Uwe Zeven Zwaar­den mij toe. De bronzen ketenen, die men op U we Schou­ders heeft gezien, hebt Gij bij uw heengaan voor mij achtergelaten en reeds drie-en-zestig jaren sleep ik ze mee door de wereld. Het gerucht, dat zij maken, hindert de laffen en de slapers. Zoo 't nog mogelijk is, maak er dan een donder van, die hen eindelijk zal wekken ter Boetvaardigheid of ter Versehrikking, - 0 Morgenster der armen, die "laehen zult ten jongsten dage !,.,

Vertaling van MR. H. v. HAASTEllT.

Page 107: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE APOTHEOSE DER ONZINNIGHEID, OF DE

KONINGEN, DIE EEN KIKVORSCH VRAGEN.

Een artikel uit „Le Vieux de la Mon- tagne". Paris, Mereure Prance.

DE APOTHEOSE DER ONZINNIGHEID, OF DE

KONINGEN, DIE EEN KIKVORSCH VRAGEN.

Een artikel uit "u Vieux de la Man­tarJrr,e". Paris, lIfercure de Franco.

Page 108: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 109: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE APOTHEOSE DER ONZINNIGHEID, OF DE KONINGEN, DIE EEN KIKVORSCH VRAGEN.

In dezen tijd van verkiezingen heb ik met schroom en vreeze het „Handboek voor Kiezers" van Dalloz opge-slagen, dat „zich — aldus het voorwoord — voorstelt iedereen, door een nauwkeurige bekendheid met de wet, de uitoefening van zijne rechten en de vervulling zijner kiezers-plichten te vergemakkelijken."

In mijne tot dan toe volmaakte en zeker zeer schul-dige onwetendheid, heb ik versteld gestaan over de uitgestrektheid mijner rechten. Het leek me toe of ik een vasteland ontdekte. Ik ben te weten gekomen, met een vreugde, die ik weiger te beschrijven, dat 't voldoende is regelmatig ingeschreven te zijn, om een stem te mogen uitbrengen, en dat dit z66zeer voldoende is, dat het stem-bureau zelfs geen vreemdeling zou kunnen uitsluiten, zelfs geen mijnwerker, zelfs geen individu, dat ten gevolge van een gerechtelijk vonnis van zijn kiesrecht beroofd zou wezen.

„Het stembureau (ik haal textueel aan) heeft zelfs 't recht niet zich ervan te overtuigen, of de blijvende of tijdelijke gezondheidstoestand van den kiezer wel van dien aard is, dat het van hem een geldige stem in ont-vangst nemen kan. B. v. hij moet het stembiljet toelaten van een doof-stommen kiezer, die niet kan schrijven. Het staat vast, dat het bureau niet weigeren kan de stem toe te laten van iemand, die niet in 't bezit van ziin geesteliike vermogens is, als hij maar ingeschreven staat. Het bureau

DE APOTHEOSE DER ONZINNIGHEID, OF DE KONINGEN, DIE EEN KIKVORSCH VRAGEN.

In dezen tijd van verkiezingen heb ik met schroom en vreeze het "Handboek voor Kiezers" van Dalloz opge­slagen, dat "zich - aldus het voorwoord - voorstelt iedereen, door een nauwkeurige bekendheid met de wet, de uitoefening van zijne rechten en de vervulling zijner kiezers-plichten te vergemakkelijken."

In mijne tot dan toe volmaakte en zeker zeer schul­dige onwetendheid, heb ik versteld gestaan over de uitgestrektheid mijner rechten. Het leek me toe of ik een vasteland ontdekte. Ik ben te weten gekomen, met een vreugde, die ik weiger te beschrijven, dat 't voldoende is regelmatig ingeschreven te zijn, om een stem te mogen uitbrengen, en dat dit zóózeer voldoende is, dat het stem­bureau zelfs geen vreemdeling zou kunnen uitsluiten, zelfs geen mijnwerker, zelfs geen individu, dat ten gevolge van een gerechtelijk vonnis van zijn kiesrecht beroofd zou wezen.

"Het stembureau (ik haal textueel aan) heeft zelfs 't recht niet zich ervan te overtuigen, of de blijvende of tijdelijke gezondheidstoestand van den kiezer wel van dien aard is, dat het van hem een geldige stem in ont­vangst nemen kan. B. v. hij moet het stembiljet toelaten van een doof-stommen kiezer, die niet kan schrijven. Het staat vast, dat het bureau niet weigeren kan de stem toe te laten van iemand, die niet in 't bezit van zijn geestelijke vermogens is, als hij maar ingeschreven staat. Het bureau

Page 110: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

92 LÉON BLOY

kan, aan den anderen kant, de stem niet weigeren van iemand, die op de kiezerslijst staat, door een beroep op het feit, dat hij, krachtens een dubbele inschrijving, al in een ander district zijn stem hecft uitgebracht."

Hier heeft een listig lezer, die mij voorgegaan is, op den rand als commentaar geschreven : „Wanneer die „verhuisde", zoowel op de eene als op de andere plaats ingeschreven, op den koop toe idioot is, zal hij dus twee-maal stemmen !" Zeker. Toch is „het recht orn deel te n.emen aan de stemming geschorst voor diegenen, die in een openbaar gesticht voor krankzinnigen onder-gebracht zijn". Bij gevolg : „De ontsnapte gek is waar-achtig kiezer en dus verkiesbaar." Van denzelfden com-mentator.

't Is bewonderenswaardig ! De Stembus gaapt voor elk en een ieder, zonder uitzondering. Wees Chinees, apach of Groenlander ; bchoor tot de bevolking der galeien, het ministerie van onderwijs, het „Bureau des Longitudes" of de firma Dufayel ; wees academicien of vliegenier ; wees zelfs „hoorndrager" als ge daar lust in hebt : zijt ge ingeschreven, dan is alles in orde. Het staat u dan. vrij het heil der republiek en het geluk van het menschdom te verzekeren. Want deze beide dingen zullen het noodzakelijk en tastbaar resultaat zijn van uw stem.

Men vat de welsprekendheid van de afbeelding, die ik aanschouwen mocht in een van de jongste nummers der „Illustration." : een oceaan van opgeheven handen en hoeden op wandelstokken met dit bijschrift : „De eed in het park van Treptow. Door 150.000 geheven handen geert 't Berlijnsche volk zijn wil te kennen om 't Alge-meen Kiesrecht te veroveren." Heel Duitschland benijdt ons dit gulden vlies. En er is reden voor.

In het Aardsche Paradijs was heel hct menschelijk geslacht, in éénheid shamgehouden in dcn onuitsprekelijk vruchtbaren persoon van den Eersten Mensch, heilig,

92 LÉON BLOY

kan, aan den anderen kant, de stem niet weigeren van iemand, die op de kiezerslijst staat, door een beroep op het feit, dat hij, krachtens een dubbele inschrijving, al in een ander district zijn stem heeft uitgebracht."

Hier heeft een listig lezer, die mij voorgegaan is, op den rand als commentaar geschreven: "Wanneer die "verhuisde", zoowel op de cene als op de andere plaats ingeschreven, op den koop toe idioot is, zal hij dus twee­maal stemmen!" Zeker. Toch is "het recht om deel te nemen aan de stemming geschorst voor diegenen, die in een openbaar gesticht voor krankzinnigen onder­gebracht zijn". Bij gevolg: "De ontsnapte gek is waar­achtig kiezer en dus verkiesbaar." Van denzelJ'den com­mentator.

't Is bewonderenswaardig! De Stembus gaapt voor elk en een ieder, zonder uitzondering. 'Vees Chinees, apaeh of Groenlander; behoor tot de bevolking der galeien, het ministerie van onderwijs, het "Bureau des Longitudes" of de firma Dufayel; wees acadcrnieien of vliegenier; wees zelfs "hoorndrager" als ge daar lust in hebt: zijt ge ingeschreven, dan is alles in ordc. Het staat u dan vrij het heil der republiek en het geluk van het menschdom te verzekeren. Want deze beide dingen zullen het noodzakelijk en tastbaar resultaat zijn van uw stem.

Men vat de welsprekendheid van de afbeelding, die ik aanschouwen mocht in een van de jongste nummers der "Illustration" : een oceaan van opgeheven handen en hoeden op wandelstokken met dit bijschrift: "De eed in het park van Treptow. Door 150,000 geheven handen geert 't Berlijnsehe volk zijn wil te kennen om 't Alge­meen Kiesrecht te veroveren." Heel Duitschland benijdt ons dit gulden vlies. En er is reden voor.

In het Aardsehe Paradijs was heel het menschelijk geslacht, in éénheid saamgehouden in den onuitsprekelijk vruchtbaren persoon van den Eersten Menseh, heilig,

Page 111: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 93

door de genade en van nature, overstroomd van zali-gend licht, druipend van glorie en schoonheid. Hij was als een zondvloed van vreugd in een zondvloed van heer-lijkheid en ging rond in den Tuin van den Wellust, sham met vriendelijke tijgers, zachtzinnige krokodillen, min-zame nijlpaarden, te midden van goddelijk-schoone gewassen, vvier geur alleen reeds al on ze zieken zou hebben genezen en al onze dooden doen opstaan. Welnu ! Dat alles wordt berkregen door het Algemeen Kiesrecht.

In de tijdperken van. duisternis, toen men. het evenmin als het buskruit en den aardappel kende, stond 't alge-meen en als vanzelf vast, dat een idioot volslagen onbe-kwaam gerekend moest worden tot wat dan ook. Er waren er wel-is-waar eenigen, die vorst of kcrkvoogd werden, en soms zelfs lang niet de geringsten, maar meer door geboorte dan door keuze. Het kiesrecht, toen ter tijde zeer beperkt, kwam niet als iets vanzelf sprekends toe aan stommelingen en waterhoofden. Zooveel mogclijk koos men naar boven toe. Heden ten dagen kiest men naar de laagte toe en dat is nu de overwin.ning van de menschelijke rede, losgewikkeld uit haar oude luiers,

stommerik is voortaan de heer der wereld, einde-lijk ! Hem heeft men noodig, hcm vraagt men. Hij alleen is in staat te representeeren, te legifereeren, te presi-deeren ! De proef is genomen. Als er één ding onmogelijk is, dan is 't wel zich een man te verbeelden, ik zeg niet eens een superieure, maar iemand begaafd met een dood-gewoon verstand, die waardig geacht kan worden wet-ten te maken of eenig openbaar ambt uit te oefenen. De stommiteit is daarvoor ecn onverbiddellijk vereischte.

* *

Ik houd van onbekenden. Hier is iemand, die 't op overweldigende manier is. Hij heet Henri Barbot en verdient zoo goed mogelijk zijn brood met een provincie-krantje. Als men rechtvaardig tegenover hem was,

LÉON HLOY 93

door de genade en van nature, overstroomd van zali­gend licht, druipend van glorie en schoonheid. Hij was als een zondvloed van vreugd in een zondvloed van heer­lijkheid en ging rond in den Tuin van den Wellust, saam met vriendelijke tijgers, zachtzinnige krokodillen, min­zame nijlpaarden, te midden van goddelijk-schoone gewassen, wier geur alleen reeds al onze zieken zou hebben genezen en al onze dooden doen opstaan. Welnu! Dat alles wordt herkregen door het Algemeen Kiesrecht.

In de tijdperken van duisternis, toen men het evenmin als het buskruit en den aardappel kende, stond 't alge­meen en als vanzelf vast, dat een idioot volslagen onbe­kwaam gerekend moest worden tot wat dan ook. Er waren cr wel-is-waar eenigen, die vorst of kerkvoogd werden, en soms zelfs lang niet de geringsten, maar meer door geboorte dan door keuze. Het kiesrecht, toen ter tijde zeer beperkt, kwam niet als iets vanzelf sprekends toe aan stommelingen en waterhoofden. Zoovec1 mogelijk koos men naar boven toe. Heden ten dagen kiest men naar de laagte toe en dat is nu de overwinning van dp menschclijke rede, losgewikkeld uit haar oude luiers

De stommerik is voortaan de heer der wereld, einde­lijk! Hem heeft men noodig, hem vraagt men. Hij alleen is in staat te representeeren, te legifereeren, te presi­deeren ! De proef is genomen. Als er één ding onmogelijk is, dan is 't wel zich een man te verbeelden, ik zeg niet eens een superieure, maar iemand begaafd met een dood­gewoon verstand, die waardig geacht kan worden wet­ten te maken of eenig openbaar ambt uit te oefenen. De stommiteit is daarvoor een onverbiddellijk vereischte.

* * * Ik houd van onbekenden. Hier is iemand, die 't op

overweldigende manier is_ Hij heet Henri Barbot en verdient zoo goed mogelijk zijn brood met een provincie­krantje. Als men rechtvaardig tegenover hem was,

Page 112: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

94 LtoN BLOY

zouden de ficrste bladen van Parijs 't zich tot een eer rekenen hem tot medewerker te hebben of liever zou hij in staat gesteld worden vredig in zijn woning prachtige boeken te schrijven tot verlichting en troost van de weinige edele geesten, die er nog resten. Ik kan rondkijken zooveel ik wil, ik zie niemand van zijn peil onder de philosophische denkers, een wereldje, dat, ofschoon 't allerkleinst geworden is, niet veel moois te aanschouwen geeft en zelfs in geen enkel opzicht aantrekkclijk is.

Ik heb dus Henri Barbot geraadplcegd over de zaak van 't Algemeen Kiesrecht en ziehier, in kern, zijn ant-woord. Ik moet het ontleenen aan een vrij uitvoerige verhandeling, die ik graag in het een of andcr voornaam tijdschrift zag geplaatst.

De moderne Godheid, voor de Christenen even goed als voor de joden en godloochenaars, is de afgod Hoe-veelheid, de god Quantum met zijn meer eischenden, meer onverbiddelijken ceredienst dan dien van het oude Fatum.

Eertijds, lang geleden, toen de menschen hun hoofd nog tusschen de beide schouders droegen, wist men, dat het abstracte begrip Getal niet verwisseld moest worden met het begrip Hoeveelheid. Zelfs de kinderen mochten er niet onkundig van. zijn, dat de Hoeveelheid de materieele belichaming, de lagere kracht is van het Getal en dat zijn hoogere kracht, zijn geest, zijn aandeel in 't licht de Hoedanigheid is.

Het geheimzinnige wezen Getal, waarvan wij n.och begin noch einde kennen, staat den. mensch onder beide gedaanten ter beschikking. Verwant aan. het Absolute Getal als hij is, kan de mensch, uit fundamenteel in.stinct, deze kant en keerzijde van het Abstracte Getal onmoge-lijk miskennen. Dat is 't weefsel zelf van zijn geweten. Daarom mag hij ook na zijn keuze niet zeggen : „Ik heb gehandeld zonder kennis van de oorzaak." Hij kent de beide gedaanten, zooals hij de verticaliteit

94 LÉON BLOY

zouden de fierste bladen van Parijs 't zich tot een eer rekenen hem tot medewerker te hebben of liever zou hij in staat gesteld worden vredig in zijn woning prachtige boeken te schrijven tot verlichting en troost van de weinige edele geesten, die cr nog rcsten. Ik kan rondkijken zooveel ik wil, ik zie niemand van zijn peil onder de philosophisehe denkers, een wereldje, dat, ofschoon 't allerkleinst geworden is, niet veel moois te aanschouwen geeft en zelfs in geen enkel opzicht aantrekkelijk is.

Ik heb dus Henri Barbot geraadpleegd over de zaak van 't Algemeen Kiesrecht en ziehier, in kern, zijn ant­woord. Ik moet het ontleenen aan een vrij uitvoerige verhandeling, die ik graag in het een of ander voornaam tijdschrift zag geplaatst.

De moderne Godheid, voor de Christenen even goed als voor de joden en godloochenaars, is de afgod Hoe­veelheid, de god Quantum met zijn meer eisehenden, meer onverbiddelijken eeredienst dan dien van het oude Fatum.

Eertijds, lang geleden, toen de mensehen hun hoofd nog tussehen de beide schouders droegen, wist men, dat het abstracte begrip Getal niet verwisseld moest worden met het begrip Hoeveelheid. Zelfs de kinderen mochten cr niet onkundig van zijn, dat de Hoeveelheid de materieele belichaming, de lagere kracht is van het Getal en dat zijn hoogere kracht, zijn geest, zijn aandeel in 't licht de Hoedanigheid is.

Het geheimzinnige wezen Getal, waarvan wij noch begin noch einde kennen, staat den menseh onder beide gedaanten ter beschikking. Verwant aan het Absolute Getal als hij is, kan de mensch, uit fundamenteel instinct, deze kant en keerzijde van het Abstracte Getal onmoge­lijk miskcnnen. Dat is 't weefsel zelf van zijn geweten. Daarom mag hij ook na zijn keuze niet zeggen: "Ik heb gehandeld zonder kennis van de oorzaak." Hij kent de beide gedaanten, zooals hij de verticaliteit

Page 113: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 95

en de horizontaliteit kent, welke zoo voortreffelijk de beide richtingen verzinnebeelden . . . .

Zoo er ooit een tijd was, waarin de menschen. de Hoeveelheid veronachtzaamden om zich uitsluitend te keeren tot de Hoedanigheid, dan zijn het zonder twijfel de Middeleeuwen en dit tijdperk vermag ons 't schouw-spel of althans de voorproef van. een schouwspel te bieden, zooals de volle ontplooiing van deze richting de wereld zou gegeven hebben — ware ze niet onverhoeds gedwarsboomd en neergemaaid door de Renaissance. Verticaal gerichte lijnen, rank opgaande spitsbogen, versmalde en vrijstaande klokketorens en torenspitsen. Het tijdperk der slottorens, der belforten, der kathedra-len symboliseerde zijne strevin.gen werken, die op-gingen. n.aar omhoog . . . .

De moderne tijd daarentegen rekt in. horizontale rich-ting zijn. werkplaatsen., zijn fabrieken, zijn tunnels, zijn spoorwegen. Het streven. van. den mensch kruipt over den vlakken gron.d der planeet. De waarde van. geen zijn.er werken kan op an.dere wijze worden gemeten dan in zijne lengte. De schikking, de verhouding, al hetgeen het werk de hoedanigheid gal bestaat niet meer. De kilo-meter viert hoogtij en de mensch prijst de langste spoor-wegen als de schoonste. Een tunnel van 10 kilometer is tien maal zoo mooi als een. tunnel van 1 kilometer. Dat komt, omdat de Hoeveelheid uiteraard vernieti-gend werkt op de Hoedanigheid, wanneer ze aan deze niet ondergeschikt is, Gelijk maken, vervlakken is voor haar een. levensbelan.g en zij eischt de vernie-tiging van alles wat haar overtreft. Ze is een eindelooze reeks hoeveelheden, eeuwigdurend gelijk.

Kanalen, spoorwegen, telegraaf- of telefoon-lijnen, snelvarende paketbooten., die alom de orakelen van het quantitatieve getal gaan. verspreiden : van. de Beurs, hoeveelheid van. geld ; van de democratische Wet, hoe-veelheid van meeningen ; en zij poogt te schen.den, tot

LÉON BLOY 95

en de horizontaliteit kent, welke zoo voortreffelijk de beide richtingen verzinnebeelden ....

Zoo er ooit een tijd was, waarin de menschen de Hoeveelheid veronachtzaamden om zich uitsluitend te keeren tot de Hoedanigheid, dan zijn het zonder twijfel de Middeleeuwen en dit tijdperk vermag ons 't schouw­spel of althans de voorproef van een schouwspel te bieden, woals de volle ontplooiing van deze richting de wereld zou gegeven hebben - ware ze niet onverhoeds gedwarsboomd en neergemaaid door de Renaissance. Verticaal gerichte lijnen, rank opgaande spitsbogen, versmalde en vrijstaande klokketorens en torenspitsen. Het tijdperk der slottorens, der belforten, der kathedra­len symboliseerde zijne strevingen in werken, die op­gingen naar omhoog ....

De moderne tijd daarentegen rekt in horizontale rich­ting zijn werkplaatsen, zijn fabrieken, zijn tunnels, zijn spoorwegen. Het streven van den mensch kruipt over den vlakken grond der planeet. De waarde van geen zijner werken kan op andere wijze worden gemeten dan in zijne lengte. De schikking, de verhouding, al hetgeen het werk de hoedanigheid gaf bestaat niet meer. De kilo­meter viert hoogtij en de mensch prijst de langste spoor­wegen als de schoonste. Een tunnel van 10 kilometer is tien maal zoo mooi als een tunnel van I kilometer. Dat komt, omdat de Hoeveelheid uiteraard vernieti­gend werkt op de Hoedanigheid, wanneer ze aan deze niet ondergeschikt is. Gelijk maken, vervlakken is voor haar een levensbelang en zij eischt de vernie­tiging van alles wat haar overtreft. Ze is een eindelooze reeks hoeveelheden, eeuwigdurend gelijk.

Kanalen, spoorwegen, telegraaf- of telefoon-lijnen, snelvarende paketbooten, die alom de orakelen van het quantitatieve getal gaan verspreiden: van de Beurs, hoeveelheid van geld; van de democratische Wet, hoe­veelheid van meeningen; en zij poogt te schenden. tot

Page 114: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

96 LLON BLOY

in den uitersten hoek van den wereldkloot, dc prachtige vrijheid van hen, die het getal — dat wil zeggen het cijfer, het nummer — verwerpen uit liefde tot de Eenheid.

Ziet die fabrieken, waarin ieder werkman het, steeds 't zelfde, element is van een meer of minder enorme optelsom. Ziet den. oorlog, waaruit alle in.dividueele moed, alle heldhaftigheid geschrapt zal worden door een telkens verschrikkelijker ontploffingsmiddcl, door een telkens grootere uitzettin.gscoaficient van gassen. Ziet de zeden : de huwelijken gesloten om de hoeveelheid geld ; de gezinsliefde ondergesehikt gemaakt aan de hoeveelheid geld ; de vrijheid van denken, spreken en doen geregeld en afgemeten naar de hoeveelheid geld ; de schoonheid, dc deugd, het vernuft, ja ! al de eigen-schappen, geschat volgens de hoeveelheid geld, die ze kunnen aanbren.gen, alles, in éen woord, herleid. tot handelswaarde, wat 't zelfde zeggen wil als algemeene prostitutie • . . .

De Hoedanigheid kan. zich aan. ons slechts door middcl van zinnebeelden openbaren. Een man, zich bewust van een superieure manifestatie van. het Getal, moet de ma-terie, onderworpen aan de Hoeveelheid, die er de uit-drukking van is, dwingen op analogische wijze, in de minderwaardige eigenschap te herhalen, hetgeen hij van de meerwaardige eigenschap heeft leeren kennen. Dat is de volstrekte ondergeschiktheid van de Hoeveelheid, die de kunstenaar heeft bemeesterd en die, in de oogen der menschen, in tijd en ruimte, aan de onlichamelijke, slechts evenals in een visioen. geziene harmonie vorm en gestalte geeft. Door zijn hooger begrip in de materie vast te leggen, hecft de kunstenaar ,tot zekere hoogte, een scheppingsdaad gesteld . . . .

In 't kort samengevat, wordt het Getal opgevat als Hoedanigheid door de superieure zijde van onzen geest en opgevat als Hoeveelhcid door zijne inferieure zijde. De inferieure zijde van den menschelijken geest, zijne

96 LÉON BLOY

in den uitersten hoek van den wereldkloot, dto prachtige vrijheid van hen, die het getal - dat wil zeggen het cijfer, het nummer - verwerpen uit liefde tot de Eenheid.

Ziet die fabrieken, waarin ieder werkman het, steeds 't zelfde, clement is van een meer of minder enorme optelsom. Ziet den oorlog, waaruit alle individucele moed, alle heldhaftigheid geschrapt zal worden door een telkens verschrikkelijker ontploffingsmiddcl, door een telkens groot ere uitzettingseoëfficient van gassen. Ziet de zeden: de huwelijken gesloten om de hoeveelheid geld; de gezinsliefde ondergeschikt gemaakt aan de hoeveelheid geld; de vrijheid van denken, spreken en doen geregeld en afgemeten naar de hoeveelheid geld; de sehoonheid, de deugd, het vernuft, ja! al de eigen­schappen, geschat volgens de hoeveelheid geld, dic ze kunnen aanbrengen, alles, in één woord, herleid tot handelswaarde, wat 't zelfde zeggen wil als algemeene prostitutie ....

De Hoedanigheid kan zieh aan ons slechts door middel van zinnebeelden openbaren. Een man, :t.ieh bewust van een superieure manifestatie van het Getal, moet de ma­terie, onderworpen aan de Hoeveelheid, die er de uit­drukking van is, dwingen op analogische wijze, in de minderwaardige eigenschap te herhalen, hetgeen hij van de meerwaardige eigenschap heeft lecren kennen. Dat is de volstrekte ondergeschiktheid van de Hoeveelheid, die de kunstenaar heeft bemeesterd en die, in de oogen der menschen, in tijd en ruimte, aan de onlichamelijke, slechts evenals in een visioen ge:l:iene harmonie vorm en gestalte geeft. Door zijn hoog er begrip in de materie vast te leggen, heeft de kunstenaar ,tot :l:ekerc hoogte, een scheppingsdaad gesteld ....

In 't kort samengevat, wordt het Getal opgevat als Hoedanigheid door de superieure zijde van onzen geest en opgevat als Hoeveelheid door zijne inferieure zijde. De inferieure zijde van den menschelijken geest, zijne

Page 115: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 97

laagststaande wijze van opvatting dus, beheerscht op den dag van heden, als heer en meester, de hoogste belangen der samenleving . . . .

Het Protestantisme, de voorkeur voor de Hoeveelheid ontketenend, heeft zich aan 't hoofd gesteld van den zegestoet dezer wereldkoningin. En het heeft er zich voor goed ten troon geheven, toen het, na Hendrik VIII door middel van de zinnelijkheid te hebben veroverd, Elizabeth deze acte van onderwerping aan de godin van het Min-of-Meer dicteerde : „God late mij veertig jaar regceren dan kan ik best buiten zijn hemel". God, die zonder twijkl niet op de Hoeveelheid ziet, gaf haar ruim hare maat. Zij heeft vijf-en-veertig jaren geregeerd en men mag aannemcn, dat zij sindsdien geleerd heeft buiten de eeuwige Hoedanigheid te kunnen. 't Kon niet anders of Engeland, volgens dit woord gevormd, moest de andere volkeren voorbijstreven in een tijd, waarin, dank zij een nauwkeurige kennis van den prijs der dingen, de handel niet langer de oneerlijke concur-rentie behoefde te vreezen van God, die aan elk en een ieder zijn hemel om niet aanbood.

De voorkeur voor het begrip Hoeveelheid, met zich brengend den haat voor het begrip Hoedanigheid, heerscht dus als meesteresse in heel de christelijke samenleving, want de katholieken zijn de strooming gevolgd. Sedert de Hervorming ontplooit zij allengs al haar consequenties en wij naderen den tijd van haar vollen bloei. Wanneer er geen hinderpalen worden gesteld, zal al wat een natuurlijk voorrecht of een verkregen superioriteit is, al wat luisterrijk, schoon en groot is, kortom, alles wat als hoedanigheid bepaald is, verdwijnen.

De menseh heeft de Hoeveelheid gekozen, omdat deze noch den Overtreffenden noch den Vergelijkenden Trap toelaat. Zij is zelf de Positieve (de Stellende Trap) — bijgevolg ook „dispositief". Zij is een hurkende of op den grond liggende godheid, binnen het bereik van iederen

Léon Bloy. 7

LÉON BLOY 97

laagststaande wijze van opvatting dus, beheerscht op den dag van heden, als heer en meester, de hoogste belangen der samenleving ....

Het Protestantisme, de voorkeur voor de Hoeveelheid ontketenend, heeft zich aan 't hoofd gesteld van den zegestoet dezer wereldkoningin. En het heeft er zich voor goed ten troon geheven, toen het, na Hendrik VIn door middel van de zinnelijkheid te hebben veroverd, Elizabeth deze acte van onderwerping aan de godin van het Min-of-Meer dicteerde: "God late mij veertig jaar regeeren dan kan ik best buiten zijn hemel". God, die zonder twijfel niet op de Hoeveelheid ziet, gaf haar ruim hare maat. Zij heeft vijf-en-veertig jaren geregeerd en men mag aannemen, dat zij sindsdien geleerd heeft buiten de eeuwige Hoedanigheid te kunnen. 't Kon niet anders of Engeland, volgens dit woord gevormd, moest de andere volkeren voorbijstreven in een tijd, waarin, dank zij een nauwkeurige kennis van den prijs der dingen, de handel niet langer de oneerlijke concur­rentie bchoefde te vree zen van God, die aan elk en een ieder zijn hemel om niet aanbood.

De voorkeur voor het begrip Hoeveelheid, met zich brengend den haat voor het begrip Hoedanigheid, heerscht dus als meesteres se in heel de christelijke samenleving, want de katholieken zijn de strooming gevolgd. Sedert de Hervorming ontplooit zij allengs al haar consequenties en wij naderen den tijd van haar vollen bloei. Wanneer er geen hinderpalen worden gesteld, zal al wat een natuurlijk voorrecht of een verkregen superioriteit is, al wat luisterrijk, schoon en groot is, kortom, alles wat als hoedanigheid bepaald is, verdwijnen.

De mcnseh heeft de Hoeveelheid gekozen, omdat deze noch den Overtreffenden noch den Vergelijkenden Trap toelaat. Zij is zelf de Positieve (de Stellende Trap) -bijgevolg ook "dispositief". Zij is een hurkende of op den grond liggende godheid, binnen het bereik van iederen

Léon Bloy. 7

Page 116: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

98 LtON BLOY

kiezer. Al wat de pretentie heeft overeind te staan ontketent haar woede en zal sneven. Wat er in de wereld nog aan Hoedanigheid overblijft, is verscholen en ge-vangen dicp in een klein-aantal zielen, zooals ook de Paus, het afbeeldsel op aarde van de opperste Hoedanig-heid, diep in zijn paleis gevangen zit.

* *

Ik heb dit waarlijk transcendentalc antwoord begroet als ware 't van God zelf gekomen en ik zie gcen kans mij op meer beslissende wijze uit tc spreken tegen het Algemeen Kiesrecht, beschouwd als opperste dwaas-held van 't menschdom, als een begin van sociale kindschhcid, als algemcene verlamming der volkeren, waarna nog slechts de meest eerlooze dood mogelijk is.

„Wanneer de Voorzienigheid -- aldus tot besluit mijn vriend Barbot niet een man verwekt, (lie door zijn voortreffelijkheden van naam, van geest, van. vernuft en van wilskracht in staat is een noodzakelijk tegenwicht te vormen, dan zal er wel niets anders over-blijven dan dat het volk zijn eigen redding betale". -- „Maar, zoo zult ge me vragen, zal er dan bloed van martelaren moeten vloeien ?" En ik antwoord u : „Waarschijnlijk wel." En zoo ge nog vraagt : „Zal men er in onze hedendaagsche wereld nog vinden ?" dan antwoord ik zonder aarzeling „Dat weet ik zeker !"

Ja ! zoover is 't gekomen en wec hem, dic dit niet ziet. Martelaren zullen er zonder twijfel zijn, omdat ze er zijn moeten. Er zullen er waarschijnlijk wcinig zijn, uiterst weinig. Maar al ware er maar één enkele, dan zou hij de angstwekkende en wonderbaarlijke eer genieten, na Onzen Heer Jezus Christus, de voorzegging van Caï-phas te vervullen : „Expedit unum hominem mori pro populo, ut non tota gens pereat."

98 LÉON BLOY

kiezer. Al wat de pretentie heeft overeind te staan ontketent haar woede en zal sneven. Wat cr in de wereld nog aan Hoedanigheid overblijft, is verscholen ell ge­vangen diep in een klein-aantal zielen, zooals ook de Paus, het afbeeldsel op aarde van de opperste Hoedanig­heid, diep in zijn paleis gevangen zit.

* * * Ik heb dit waarlijk transcendentale antwoord begroet

als ware 't van God zelf gekomen ell ik zie geen kans mij op meer beslissende wijze uit te spreken tegcn het Algemeen Kiesrecht, beschouwd als opplTste dwaas­heid van 't menschdom, als een begin van sociale kindsehhcid, als algemeene verlamming der volkeren, waarna nog slechts de meest eerlooze dood mogelijk is.

"Wanneer de Voorzienigheid -- aldus tot besluit mijn vriend Barbot - niet een man verwekt, die door zijn voortreffelijkheden van naam, van geest, van vernuft en van wilskracht in staat is een noodzakelijk tegenwicht te vormen, dan zal er wel niets anders over­blijven dan dat het volk zijn eigen redding betale". -- "Maar, zoo zult ge me vragen, zal cr dan bloed van martelaren moeten vloeien '?" En ik antwoord u: "Waarschijnlijk wel." En zoo ge nog vraagt: "Zal men er in onze hedendaagsehe wereld nog vinden?" dan antwoord ik zonder aarzeling: "Dat weet ik zeker !"

Ja! zoovcr is 't gekomen en wee hem, die dit niet ziet. Martelaren zullen er zonder twijfel zijn, omdat ze cr zijn moeten. Er zullen er waarschijnlijk weinig zijn, uiterst weinig. Maar al ware er maar één enkele, dan zou hij de angstwekkende en wonderbaarlijke cel' genieten, na Onzen Heer Jezus Christus, de voorzegging van CaÏ­phas te vervullen: "Expedit UImm hominem mori pro populo, ut non tota gens pereat."

Page 117: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 99

Het algemeen kiesrecht is dc keuze van den huisvader door de kinderen. Ik heb dat ergens , 'k weet niet waar, eens geschreven. 't Is dus de uiterste waanzinnigheid. Dat is de krankzinnige, systematische en duizendvoudig zinnelooze vermoording van de Hoedanigheid door de hoeveelheid, bijgevolg de hoe langer hoe razender wordende vaart naar het Onnoembare • .

V dialing van MR. H. v. HAASTERT.

LÉON BLOY 99

Het algemeen kiesrecht is de keuze van den huisvader door de kinderen. Ik heb dat ergens, 'k weet niet waar, eens geschreven. 't Is dus de uiterste waanzinnigheid. Dat is de krankzinnige, systematische en duizendvoudig zinnelooze vermoording van de Hoedanigheid door de hoeveelheid, bijgevolg de hoe langer hoe razender wordende vaart naar hel Onnoembare .....

Vataling van MR. H. V. HAASTERT.

Page 118: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 119: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE WERKEN VAN LÉoN BLoy. DE WERKEN VAN LÉON BLOY.

Page 120: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 121: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

DE WERKEN VAN ',RON BLOY. BO EK 13ESCHRIJVEND E AANTEEKENINGEN MET

FRAGMENTEN EN KORTE BESCHOUWINGEN 1).

- DOOR VINCENT CLEERDIN.

L'hyperbolique et grandiose Léon Bloy, le g('Alie lo plus classique-ment latin des lettres francaises, depuis trois siècles, je le proclame."

CAMILLE LEMONNIER.

Deze aanteekeningen met fragmenten en eenige korte beschouwingen bedoelen niets anders te wezen dan een bescheiden inleiding tot de kennis der werken van Leon Bloy.

Een algemeene verklaring moge voorafgaan. Er was eenige moed noodig, om tegenover Leon Bloy

te poseeren als bibliograaf. Bloy immers heeft in zijn aanklachtenreeks „Christo-

phe Colomb devant les taureaux" (p. 88) op hevige wijze

Å) De volgendo titels der werken va,n Léon Bloy zijn naar tijdsorde gera,ngschikt.

Voor de samenstelling van dit overzicht werd gebruik gemaakt van de boekbeschrijvende aanteekeningen, welke René Martineau uitgaf in zijn bloemlezing Un Vivant et den,x Morts" (Tours, 1901) en aanvulde in zijne bijdrage tot de bijzondere aflevering, welke het tijdschrift „Les _Marches dc Provence" (Marseille, 1912) aan Uon Bloy wijdde hij de verschijning van „V Ame de Net-polf'on."

0716 Martineau gaf welwillend verlof tot dit gebruik zijner aanteekeningen. Wij zijn hem daarvoor ten zeerW e erkentelijk.

DE WERKEN VAN LÉON BLOY.

BOEKBF.SCHRIJVBNDF. AANTEEKENINGEN MET

FRAGMENTBN EN KORT~] B]<]SCHOUWINGEN 1).

DOOR VINCENT CLEERDIN.

" ..... L'hyperbolique et grandiose Léon Bloy, Ie génie 10 plus c!assique­ment latin des lettres françaises, depuis trois siècles, je Ie proclIlome."

CAMILLE LEMONNIER.

Dezc aanteekeningen met fragmenten en eenige korte beschouwingen bedoelen niets anders te wezen dan een bescheiden inleiding tot de kennis der werken van Léon Bloy.

Een algemccne verklaring moge voorafgaan. Er was cenige moed noodig, om tegenover Léon Bloy

te poseeren als bibliograaf. Bloy immers heeft in zijn aanklachtenreeks "Christo­

phe Colomb devant les taureaux" (p. 88) op hevige wijze

, ) De volgende titels der werken van Léon Bloy zijn naar tijdsorde gerangschikt.

Voor de samenstelling van dit overzicht werd gebruik gemaakt van de boekboschrijvende aanteekeningen, welke René Martineau uitgaf in zijn hloemlezing "Un Vivant et deux Mari8" (Tours, 1901) ün aanvulde in zijne bijdrage tot de bijzondere aflevering, welke het tijdschrift "Le8 Marches de Prot'enee" (Marseille, 1912) aan; L~on Bloy wijdde bij de verschijuing van "l' Ame de Na­poleon.

H entl Martineau gaf welwillend verlof tot dit gebruik zijner Il.a.nfeekeningen. Wij zijn hem daarvoor ten zeers'e erkentelijk.

Page 122: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

104 LÉON BLOY

de beroeps-bibliografen onder handen genomen hij heeft hunne ijdelheid bespot en hunne blindheid voor al wat niet uitwendig-zichtbaar en voelbaar is, betiteld met het eenige woord, dat hier past : domheid.

Gij begrijpt echtcr aanstonds, dat de eigenlijke bock-beschrij ving — d. w. z. de gevoellooze opsomming van uiterlijkhcden en van de lotgevallcn der boeken vreemd is aan onze poging, om het werk, den geest, der werken van Léon Bloy in wijdcn kring bekend te maken.

Waarom zouden wij, die zoo vaak, uren en men, onze aandacht verspillen aan de minstwaardige, Fransehe praatjesboeken, niet eindelijk eens opstaan uit onze rustige, lustige droomen, om te luisteren naar ecn ern-stig man ?

Waarom zouden wij, die toch eerbied hebben voor de aanklachten, welke Sint Franciscus van Assisi, en Dante, cn Fra Jacopone da Todi uitslingerden tegen de maatschappij hunner eeuw, ook niet eerbiedig luis-teren naar den hedendaagschen aanklager der geestelijke verwording, waaraan wij zelf ons nu en clan voelen lijden ?

Léon Bloy is arm als de zoon van Pietro I3ernardone, eenzaam als de banncling van Florence, droevig. als de klagende dichter van het „Stabat Mater dolorosa-.

En zijn armoede en ecnzaamheid en droefenis zingt hij uit in een taal, die soms klinkt als CM bovenmensche-lijk geluid, gelijk de taal der oude profeten moet hebben geklonken in hun eigen tijd : hard, doch wonderbaar.

* *

Eenige fragmenten uit de boeken van Léon Illoy worden hier overgelegd.

Gij moet immers uzelf gewennen aan deze stem, voor-dat gij tot den man, die aldus vermag te spreken, durft naderen.

Vrees niet, naar hem te luisteren.

104 L}:ON BLOY

de beroeps-bibliografen onder handen genomen; hij heeft hunne ijdelheid bespot en hunne blindheid nlOr al wat niet uitwendig-zichtbaar en voelbaar is, betiteld met het eenige woord, dat hier past: domheid.

Gij begrijpt echter aanstonds, dat de eigenlijke boek­beschrijving - d. w. z. de gevoelloc)Ze opsomming van uiterlijkheden en van de lotgevallen der boeken -~ vreemd is aan onze poging, om het werk, den geest der werken van Léon Bloy in wijden kring bekend te makel1.

Waarom zouden wij, die zoo vaak, uren en uren, OIl7.e aandaeht verspillen aan de minstwaardige, Frallsehe praatjesboeken, niet eindelijk eens opstaan uit on7.e rustige, lustige droomen, om te luisteren naar een ern­stig man?

Waarom zouden wij, die toch eerbied hebben yoor de aanklachten, welke Sint Franciscus van Assisi, en Dante, en F'ra Jacopone da Todi uitslingerden tegen de maatschappij hunner eeuw, ook niet eerbiedig luis­teren naar den hedendaagsehen aanklager der geestelijke verwording, waaraan wij zelf ons nu en dan voelen lijden?

Léon Blo)' is arm als dc zoon van Pictro Bcrnardone, eenzaam als de banneling van Florence, droe,"ig als de klagende diehter van het "Stabat Mater dolorosa".

En zijn armoede en cenzaamheid cn droefenis 7.Ïngt hij uit in een taal, die soms klinkt als ecn bovenmensehe­lijk geluid, gelijk de taal der oude profeten moet hebben geklonken in hun eigen tijd: hard, doeh wonderbaar.

* *' Eenige fragmenten uil de boekcn van 1.('011 Bloy

worden hier overgelegd. Gij moet immers 117.elf gewennen aan deze stem, voor­

dat gij tot den man, die aldus vermag tc spreken, durft naderen.

Vrees niet, naar hem te luisteren.

Page 123: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 105

Wel spreekt hij eene andere taal, dan de weeë en zoetelijk-geparfumeerde, die gij meestal van uwe vrienden-schrijvers te hooren krijgt ; wel rukt hij soms met een enkel woord in uw binnenste eene wonde open, welke gij slcchts voor uzelf' zichtbaar waandet, wel schudt hij u soms als een storm-wind, — doch wat nood ?

Heeft dc Voorzienigheid dan enkel om wiegeliedjes te ncuriën en minnezangen te kweelen, de groote harp der taal aan de kunstenaars ter bespeling gegeven ?

Laat Léon 13loy uw David zijn. Laat hem uw passies stillen en uw hart kalmeeren op

een vloed van klanken. Doeh wees niet als Saul ; grijp toch niet naar de speer

uwer verachting, om dien David te dooden ! Want over-leven zal hij u toch en wie weet, of uw verachting niet een siersel worden zal nabij zijn koningstroon ?

* *

Dat de fragmenten uit de werken van Léon Bloy in oorspronkelijke taal worden overgelegd, behoeft wel geen nadere verklaring.

Léon 13loy is een schrijver, die behoort te worden gelezen in de taal, welke zijne gedachten de wereld in-draagt.

De eigenaardigheid zijner wijze van uitdrukking past volkomen bij de eigenaardigheid zijner gevoelens, gedach-ten en verbeeldingen.

Vooral het Nederlandsch, dat zooveel stroever klinkt dan het smijdige Fransch, zou nu en dan den bruisenden vloed van Bloy's gedachten doen stremmen in zijn vaart.

Zoo hoogheerlijk is vaak de taal van Bloy, dat gij u, hem lezend, nabij gevoelt aan het allerhoogste.

Opeens, met een enkele greep, ontrukt zijn koninklijk woord u aan de sfeer der alledaagsche dingen ; opeens

LÉON BLOY 105

Wel spreekt hij eene andere taal, dan de weeë en zoetelijk-geparfumeerde, die gij meestal van uwe vrienden-schrijvers te hooren krijgt; wel rukt hij soms met ecn enkel woord in uw binncnste eene wonde open, welke gij slechts voor uzclf zichtbaar waandet, wel schudt hij u soms als eeu stormwind, - doch wat nood?

Hecft de Voorzienigheid dan cnkel om wiegeliedjes te ncuriën en minnezangen te kweelen, de groote harp der taal aan de kunstenaars ter bespeling gegeven?

Laat Léon Bloy uw David zijn. Laat hem uw passies stillen en uw hart kalmeeren op

een vloed van klanken. Doeh wees niet als Saul; grijp toch niet naar de speer

uwer verachting, om dien David te dooden! W"ant over­leven zal hij u toch en wie weet, of uw verachting niet een siersel worden zal nabij zijn koningstroon?

* * * Dat de fragmenten uit de werken van Léon Bloy in

oorspronkelijke taal worden overgelegd, behoeft wel geen nadere verklaring.

Léon Bloy is een schrijver, die behoort te worden gelezen in de taal, welke zijne gedachten de wereld in­draagt.

De eigenaardigheid zijner wijze van uitdrukking past volkomen bij de eigenaardigheid zijner gevoelens, gedach­ten en verbeeldingen.

Vooral het Nederlandseh, dat zooveel stroever klinkt dan het smijdige Franseh, zou nu en dan den bruisenden vloed van Bloy's gedachten doen stremmen in zijn vaart.

Zoo hoogheerlijk is vaak de taal van Bloy, dat gij u, hem lezend, nabij gevoelt aan het allerhoogste.

Opeens, met een enkele greep, ontrukt zijn koninklijk woord u aan de sfeer der alledaagsche dingen; opeens

Page 124: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

106 LÉON BLOY

trekt hij u weg uit de kleine kommernisscn dezer wereld, om u te doen kijken in den glanzenden spiegel der eeuwigheid.

In zijn ,Le désespéré" zegt 13loy : „Je souffre une violence infinie et les coleres qui sor-

tent de moi ne sont que des échos singulièrement affai-blis d'une Imprecation supérieure que l'étonnante disgrAce de répercuter."

Zijn toornvlagen slechts zwakke echos ! Hoc moet het dan soms daveren en donderen in die

ziel, waaruit kreten van toorn en spijt omhoogslaan, zooals gij nog nimmer gehoord hebt

* *

In het Zwitsersche hoogland is een mooie zomermor-gen een morgen van geluk.

Hijgend en zwoegend gaat ge over de bergpaden, doch aan de vermoeienis dcnkt ge nauwelijks, zoozeer verkwikt u de sereene lucht, die u omgolft als een natuur-wierook, als een longensterkend aroom van welriekende dampen. Stijgend aldoor ziet gij de wereld daarbeneden breeder zich uitstrekken, ziet gij panorama's openvallen voor uw oogen, gelijk uw verbeelding nimmer had kun-nen droomen.

En gc hoort in de verte, telkens naderbij, een geruisch, een gebruis van wateren, waarlijk-zingende wateren, die aanzwellen als bastonen van een kathedraal-orgel, - gij nadert, gij nadert . . . cn hoe hooger gij komt bij de toppen der Alpen, cles te luider wordt dat galmende geluid nu en dan onderbroken door een doffen knalslag, het krakend neervallen van een gletscherwand . . . .

Die sensaties van reuk en gevoel, van gehoor en gezicht, hervoelt gij vaak bij het lezen van Leon 13loy.

Zooals er menschen zijn, die bij cen bergbeklimming duizelig worden, menschen die stilstaan en van angst

106 LÉON BLOY

trekt hij u weg uit de kleine kommernissen dezer wereld, om u te doen kijken in den glanzenden spiegel der eeuwigheid.

In zijn "Le désespéré" zegt Bloy : "J e souffre une violcnec infinie et les eolères qui sor­

tent de moi ne sont que des éehos singulièremcnt affai­blis d'une Impréeation supérieure què j'ai l'étonnante disgraee de répereuter."

Zijn toorn vlagen slechts zwakke eehos! Hoe moet het dan soms daveren en donderen in die

ziel, waaruit kreten van toorn en spijt omhoogslaan, zooals gij nog nimmer gehoord hebt ..... .

* * * In het Zwitsersehe hoogland is een mooie zomermor­

gen een morgen van geluk. Hijgend en zwoegend gaat ge over de bergpaden,

doch aan de vermoeienis denkt ge nauwelijks, zoo zeer verkwikt u de sen~ene lucht, die u omgolft als een natuur­wierook, als een longensterkend aroom van welriekende dampen. Stijgend aldoor ziet gij de wereld daarbeneden breeder zieh uitstrekken, ziet gij panorama's openvallen voor uw oogen, gelijk uw verbeelding nimmer had kun­nen droomen.

En ge hoort in de verte, telkens naderbij, een geruiseh, een gebruis van wateren, waarlijk-zingende wateren, die aanzwellen als bastOllen van een kathedraal-orgel, -gij nadert, gij nadert ... en hoe hooger gij komt bij de toppen der Alpen, des te luider wordt dat galmende geluid nu en dan onderbroken door een doffen knal slag, het krakend neervallen van een gletscherwand ....

Die sensaties van reuk en gevoel, van gehoor en gezicht. hervoelt gij vaak bij het lezen van 1.6011 Bloy.

Zooals er menschen zijn, die bij een bergbeklimming duizelig worden, mensehen die stilstaan en van angst

Page 125: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LkON BLOY 107

hun hart voelen bonzen, wanneer zij daar eenzaam, onder den steeds verder strekkenden hemelkoepel, die zwel-ling van geluid, die doffe knal- en ratelslagen hooren aanstormen, — zoo zijn er ook, die de lectuur van Léon Bloy niet kunnen verdragen.

Lilliputters moeten nimmer met een reus uit wan-delen gaan.

Doch zij, die houden van een frissche sensatie, — niet on), de sensatie alleen ! — zij die den vloed van leege woorden, welke deze wereld overstroomt, eens willen ontworstelen, orn zich te dompelen in een bruisende, klotsende, gierende zee, — zij kunnen in Léon Bloy vinden wat zij begeeren.

Le Révélateur du Globe (Christ() phe Colomb et sa Béatification futu re. Paris, Sauton. 1884. Een boekwork in octavo : drie bladen voor titel , herho, lin gstitel en verklaring van den schrijver ; t ion bladzi j den inleiding ( II tot X ) ; 374 bladzijden tekst, 2 bladen voor de inhoudsopgave en een erratum.

omslag, verlucht met zwarte en roode gothieko letters, is door I. éon Blo y geteekend.

Graaf Roselly de Lorgues gaf in 1844 een boek uit over de ontdekking van Amerika. Het was getiteld, „La Croix dans les Deux Mondes", verscheen te Parijs en werd zeer gunstig ontvangen.

Ecnige jaren nadien zetelde op den Stoel van Sint Pieter de eerste Paus, die Amerika bezocht had Pius IX.

Deze las het genoemde boek en belastte den schrijver ervan met de taak, om de historic van Christoffel Colum-

LÉON BLOY 107

hun hart voelen bonzen, wanneer zij daar eenzaam, onder den steeds verder strekkenden hemelkoepel, die zwel­ling van geluid, die doffe knal- en ratelslagen hooren aanstormen, - zoo zijn er ook, die de lectuur van Léon Bloy niet kunnen verdragen.

Lilliputters moeten nimmer met een reus uit wan­delen gaan.

Doeh zij, die houden van een frissehe sensatie, - niet om de sensatie alleen! - zij die den vloed van leege woorden, welke deze wereld overstroomt, eens willen ontworstelen, om zich te dompelen in een bruisende, klotsende, gierende zee, - zij kunnen in Léon Bloy vinden wat zij begeeren.

Lr I1é1:élateur rlu Glohe IChrist,oph.., Colomh et sa Béatification futur".' Paris, Santon. 1884. Eon boekwerk in octavo: drie bladen voor titel, herhalingstitel en verklaring van d,m schrijver; t;en hladzijden inleiding (11 tot X); :n4 hladûjdon tokHt, 2 bladen voor de inhoudsopgave en een erratum.

De omslag, vorlucht met zwart" en I'Oode gothieke letters, is door L(\on Bloy getcekend.

Graaf Roselly de Lorgues gaf in 1844 een boek uit over de ontdekking van Amerika. Het was getiteld, "La Croix dans les Deux iUondes" , verscheen te Parijs en werd zeer gunstig ontvangen.

Eenige jaren nadien zetelde op den Stoel van Sint Pieter de eerste Paus, die Amerika bezocht had: Pius IX.

Deze las het genoemde boek en belastte den schrijver ervan met de taak, om de historie van Christoffel Colum-

Page 126: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

108 LÉON BLOY

bus in al haar volkomenheid te bestudeeren en ook daaraan een boekwerk te wijden.

Op deze uitnoodiging publiceerde Roselly de Lor-gues, in 1856, zijn wcrk „l' Histoire, la Vie et les Voyages de Chrislophe Colomb".

Zoozeer was Z. H. Pius IX met dezen arbeid A-an Roselly de Lorgues ingenomen, dat de schrijver aanstonds henoemd wcrd tot postulator in zake de zaligverklaring van Christoffel Columbus voor de heilige Congregatie der Riten.

In 1881 kon de postulator aan Z. II. Paus Leo XIII een album aanbieden, waarin vierhonderd en zeventig bisschoppen aan het Opperhoofd der Kcrk de inleiding exceptionali ordine der zaligverklaring van den Dienaar Gods Christoffel Columbus aanvroegen.

Léon Illoy deed in 1884 zijne intrede in de literatuur met het werk „Le Révélateur du Globe" , dat een uit-legging bedoelde te wczen van het bock, dat Rosclly de Lorgues aan Christoffel Columbus gewijd had.

Barbey d'Aurevilly schreef ccne inleiding voor Bloy's beschouwingen. En hij vroeg aan het einde daarvan : „Les hommes de ce temps liront-ils ce livre trop pcsant pour leurs faibles mains ct leurs faibles esprits ? ."

Wijl 13loy in dit bock eene verklaring heeft gegeven van zijne beschouwing der geschiedenis, cene verklaring, welke ook voor vele zijner volgende werken gelden zal, behoort een voornaam fragment hier te worden aange-haald :

„La critique historiquc est une pythonissc sans trépied qui accommode ses oracles au goilt du jour. Sa naive ainée, la grande Histoire, a tenement clisparu derrière 1' enflure de cette grenouille pedante et artificieuse et les 'Ames sont devenues si liiches pour la vérite quc le Génie lui-mème, avec ses cataractes de lumière, ne pourrait peut-être plus lui restituer sa place. Le Document, ce monstre aux mille langues nourri dans la poussière des

108 LÉON BLOY ._------------- -----_.-. __ ._--

bus m al haar volkomenheid te bestudeeren en ook daaraan een boekwerk te wijden.

Op deze uitnoodiging publiceerde Hoselly de Lor­gues, in 1856, zijn werk "t' Histoire, la Vie ct les Voyages de Christophe Colomu".

Zoo zeer was Z. Ir. Pi us IX met dezen arbeid yau Roselly de Lorgues ingenomen, dat de schrijver aanstonds benoemd werd tot postulator in zake de zaligverklaring van Christoffel Columbus voor de heilige Congregatie der Uiten.

In 1881 kon de postulator aan Z. H. Paus Leo XIII een album aanbieden, waarin vierhonderd en zeventig bisschoppen aan het Opperhoofd der Kerk de inleiding exceptionali online der zaligverklaring van den Dienaar Gods Christoffel Columbus aanvroegen.

LéoIl Bloy deed in 1884 zijne intrede in de literatuur met het werk "Le Rh'élatenr dn Globe", dat. een uit­legging bedoelde te wezen van het bock, dat Uoselly de Lorgues aan Christoffel Columbus gewijd had.

Harbey d' Aurevilly schreef eene inleiding voor Bloy's beschouwingen. En hij vroeg aan het einde daarvan: "Les hommcs de ee temps liront-ils ce livre trop pcsant pour leurs faibles mains et leurs faibles esprits? ... "

Wijl Bloy in dit bock eene verklaring heeft gegeven van zijne beschouwing der geschiedenis, eene verklaring, welke ook voor vele zijner volgende werken gelden zal, behoort een voornaam fragment hier te worden aange­haald:

"La eritique historique est unc pythonis<;c sans trépied qui aeeommode ses oracles au goût du jour. Sa naive aînée, la grande Histoirc, a tellement c1isparu derrière Cenflure de eette grenouille péclante et artifieieuse et les ames sont devenues si lilehes pour la vérité que Ie Génie lui-même, avec ses cataraetes de lumière, ne pourrait peut-être plus lui restituer sa plaee. Le Document, ce mOIlstre aux mille langues nourri dans la poussière des

Page 127: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 109

Archives d'Etat et des Chancelleries, s'en élance avec fureur pour dévorer toute conception généreuse ou origi-nale qui s'aventure au seuil de ces antres profonds. Il ne s'agit guèrc aujourd'hui de ressaisir l'irrévocable Passé, de contraindre ce fant6me revenir sur ses pas et de lui redonner pour un instant l'etincelle miraculeuse de la vie. D'ailleurs une science énorme ne serait pas ce qu'il faut pour accomplir un tel prodige. Non certes mais il faudrait absolument ce que n'enseigne aucune école : le désir enthousiaste de la vérite, appuyé sur le pressentiment d'un plan divin. L'histoire alors, cesse-rait d'être la „Bagatelle fascinante" de l'incrédulité pour redevenir ce qu'elle fut clans les Saints Livres : la transcendante information du symbolisme provi-dentiel.

Nous vivons en un misérable temps oil les plus belles intelligences se replient sans cesse sur elles-mêmes au lieu de se précipiter amoureusement hors d'elles-m'èmes.

C'est la subjectivité universelle, nom moderne d'un mal modern.e Eh bien ! dans cette &route générale de l'objectivité scientifique, dans cette &back de tou-tes les données supérieures de l'esprit humain, l'histoire étant quand même et devant toujours être la première des sciences humaines, elle a d'il nécessairement entrer comme les autres, dans l'indéfini laminoir de la critique et passer sous le couperet infatigable du Document. Il en est résulté le plus énorme déchiquétement de tous les faits et le plus inextricable amas de rognures historiques qui aicnt jamais imploré le coup de balai miséricordieux d'un abréviateur intuitif. L'histoire d'un peuple, d'un siècle ou d'un homme (ce calque puis-sant du concept providentiel qu'il est si nécessaire de voir de haut et d'ensemble, que les narrateurs inspirés se bAtissaient des solitudes dans le ciel pour le dominer

LÉON BLOY 109

Archives d'Etat et des Chancelleries, s'en élance avec fureur pour dévorer toute conception généreuse ou origi­naIe qui s'aventure au seuil de ces antres profonds. Il ne s'agit guère aujourd'hui de ressaisir l'irrévoeable Passé, de eontraindre ce fantöme à revenir sur srs pas et de lui redonner pour un instant l'é~tincelle miraculeuse de la vie. D'ailleurs une seienee (~norme ne serait pas ce qu'il faut pour aceomplir un tel prodige. Non certes! mais il faudrait absolument ce que n'cnseigne aucune école: Ie désir enthousiaste de la v{Tité, appuyé sur Ie pressentiment d'un plan divin. L'histoire alors, eesse­rait d'être la ,,13agatelle fascinante" de l'incrédulité pour redevenir cc qu'elle fut dans les Saints Livres : la transcendante information tIu symbolisme provi­dentiel.

Nous vivons en un misérable temps ou les plus belles intelligences se replient sans cesse sur elles-mêmes au lieu de se précipiter amoureusement hors d'elles­mêmes.

C'est la subjeetivité universelle, nom moderne d'un mal moderne

. Eh bien! dans cette déroute générale de l'objectivité scientifique, dans cette débacle de tou­tes les données supérieures de l'esprit humain, l'histoire étant quand même et devant toujours être la première des sciences humaines, elle a dû nécessaircment entrer comme les autres, dans l'indéfini laminoir de la critique et passer sous Ie couperet infatigable du Document. Il en est résulté Ie plus énorme déchiquétcment de tous les faits et Ie plus inextrieable amas de rognures historiques qui aient jamais imploré Ie coup dc halai miséricordieux d'un ahréviateur intuitif. L'histoire d'un peupIe, d'un sièele ou d'un homme (ce calque puis­sant du concept providentiel qu'il est si nécessaire de voir de haut et d'ensemble, que les narrateurs inspirés se batissaient des soIitudes dans Ic ciel pour Ie dominer

Page 128: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

110 LÉON BLOY

plus parfaitement), on la morcelle, on la détaille, on en isole chaque débris, chaque cassure, chaque atome, afin d'employer å cette besogne d'infinitesimale dissection la multitude toujours croissante des pretendus histo-riens acharnes it la recherche de ce que la langue popu-laire appelle la petite béte, éternellement insaissisable sous les bésicles de ces cntomologistes pervers.

Il y a lit dcux choses assez lamentablcs. D'abord, on ne tient pas du tout A la vérité. On désire memo ne pas la trouvcr car, si on la trouvait, il n'y aurait plus moyen de courir après la petite b'éte et la vie serait insupportable. Ensuite on ne croit même pas qu'il existe une vérité . .

Ah les eperdus dc la Vérité ceux qui iuttent jusqu'it l'aurore contre l'Esprit du Seigneur, les Oedipes de la sainte simplicité qui vont droit, au Sphinx intégral du Passé et qui lc dechirent dans leurs bras ensanglantés pour montrer it la terre les entrailles vivantes du monstre, ces entrailles brillantes et oraculaircs pleines du destin des peuples sont-ils done aujourd'hui, l'heure présente ? Les grands sont partis et bea,ucoup d'autres aussi qu'on croyait grands et que la mort a rapetissés dans leur tombeau. En ce moment on ne voit plus rien d'aucun c6té et la pensée humaine cst environnee d'un silence tel qu'on a l'air de faire la veillee des morts autour du eercueil de la société Aretienne."

(blz. 87-88-90).

110 LJ,;ON llLOY

plus parfaitement), on la rnoreelle, on la détaille, on en isole chaque débris, chaque cassurc, chaquc atornc, afin d'ernployer à cette besogne d'infinitésimale dissection la multitudc toujours croissante des prétendus histo­riens acharnés à la recherche de cc quc la langue popu­laire apl)Cllc la petite bête, étcrnellerncllt insaissisablc sous les bésielcs de ces cntomologistes pervers.

Il y a là deux choses assez lamcntablcs. D'abord, on He tient pas du tout à la vérité. On désire même ne pas la trouver car, si on la trouvait, il n'y aurait plus moycll de cour ir après la petite bête et la vil' serait insupportable. Ensuite on nc croit mème pas qu'il cxiste une vérité ....

Ah! les éperdus dc la Vérité ! ceux qui Juttent jusqu'<\ l' aurorc contre I' Esprit du Seigncur, les Oedipes de la saintc simplicité qui vont droit au Sphinx intégral du Passé ct qui Ie dl'chirent dans lcurs bras ensallglantés pour montrer à la terre les entrailles vivantes du mClIlstre, ces entrailles brülantcs ct oraeulaires plcines du destin des pcuples: ou sont-ils done aujourd'hui, ~\ l'heure préscnte? Les grands sont partis et bcaucoup d'autres aussi qu'on eroyait grands ct que la mort a rapctissés dans leur tombeau. En ce moment on ne voit plus ri en d'aucun c6té et la pensée humaine est enVirOIlIl(:e cl'UIl silcnce tel qu'on a l'air de faire la veillée des morts autour du cercucil de la soeiété ~hrétienne."

(blz. 87-88-90).

Page 129: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY

Propoa d'un Entrepreneur de Démo-

Paris. Tresse, 1884. Een boekwerk in 18° : 12 Haden.

voor titel, herhalingstitel, bericht van. den uitgever en inleiding (VIII tot XII) ; 294 _ bladzijden tekst en een blad voor de inhoudsopgave.

Achter de inhoudsopgave heeft men de inleiding geplaatst, welke Bar bey d'Aurevilly in hetzelfde ja,a,r sclire4 voor „ Le Révélateur du Globe".

De meeste opstellen, welke dit, boek vormen, waren vroeger verschenen in de „ Chat N oir" .

Het werk werd gunstig ontvangen.

Le Pal, pamphlet hebdomadaim Paris, Penin et Soirat. 1885.

Le Pal werd in klein 12° uitgegeven onder rooden omslag, die met een teekening was versierd : een reusachtige paal, waaromheen de lichamen van vier ter dood gebrachten gewrongen zijn en waaronder een Turk (va,ag por-trot van den schrijver) rustiglijk een pijp rookt.

De prijs per nummer bedroeg fr. 0.50.

Van. dit weekblad verschenen slechts vier nummers, elk groot 32 bladzijden. Zij zijn gedagteekend 4, 11 en 25 Maart en 2 April 1885.

Na de verschijning van het vierde nummer verklaarde de millionair, die Bloy's geldschieter was, dat het week-blad hem niet genoeg amuseerde voor het geld, dat het hem kostte (!).

De uitgave werd toen gestaakt. Een volledige verzameling van „Le Pal" is zeer zeld-

zoom.

LÉON BLOY 111

Prop08 d'un Entrepreneur de j)émo·· li/ion",.

Pa.ris. Tresse, 1884. Een boekwerk in 180 : 12 hladen

voor titel, herhalingstitol, bericht. van don uitgever en inleiding (VIII t,ot XlI); 2!J4 _ bladzijden tekst en een blad Yoor de inhoudsopgave.

Achter de inhoudsopgave hooft moa de inleiding geplaatst, welke Baruey d'Aurevilly ;n hetzelfde jaar sdlre',{ voor "Le Révélaleur du Globe".

De meeste opstellen, welke dit boek vormen, waren vroeger verschenen in de "Chat Noir".

Het werk werd gunstig ontvangen.

Le f'(,{, pamphlct hebdomadairo, Paris, Penin et Soirat. 1885,

Le Pal word in klein 12° uitgcgovon onder rooden omslag, die met een teckening was versierd: een reusach1 ige pa.al, waaromheen de lichamen yan vier ter dood gebrachten gewrongen zijn en waaronder een Turk (vaag por­tret van den schrijver) rust,iglijk e<ln pijp rookt.

De prijs per nummer bedroeg fr. 0.50.

Van dit weekblad verschenen slechts vier nummers, elk groot 32 bladzijden. Zij zijn gedagteekend 4, 11 en 25 Maart en 2 April 1885.

Na de verschijning van het vierde nummer verklaarde de millionair, die Bloy's geldschieter was, dat het week­blad hem niet genoeg amuseerde voor het geld, dat het hem kostte (!).

De uitgave werd toen gestaakt. Een volledige verzameling van "Le Pal" is zeer zeld­

zaam.

Page 130: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

112 BLOY

Le Désespéré. Paris. Soirat. 1887. Een boekwerk in 18° : 430 bladzijden. Op de achterzi j de van het tweede titelbla,d : Paris, hum% L6on filoy, 7, rue ea, tine.

K erns p reuk op den oinsla,g : Laery-inabiliter (Office des inorts des Char-treux).

Van „Le Désespéré" bestaat ook eene uitgave (Tresse et Stock), welke door den schrijver, blijkens herhaalde verklaring in latcre boeken, niet als echt wordt erkend.

Wegens den inhoud van dit hevige boek is Leon Bloy vaak uitgemaakt voor pamfletschrijver en schimper.

Tegenover deze onteerende benaming sta het volgende fragment, waarin Illoy zijn eigen werk beschrijft

„Je suis de ceux qui clament dans le desert et qui dévo-rent les racines du buisson de feu, quand les corbeaux oublient de leur porter lcur nourriture. Qu'on m'écoute ou qu'on ne m'écoute pas, qu'on m'applaudisse ou qu'on m'insulte, aussi longtemps qu'on ne me tuera pas je serai le consignataire de la Vengeance et le domestique très obéissant d'une étrangère Fureur qui me commendera de parler. Il n'est pas en mon pouvoir de resigner cet office, et c'est avec la plus amère desolation que je le declare. Je souffre une violence infinie et les colères qui sortent de moi ne sont que des echos singulièrement affaiblis d'une Imprecation supérieure que j'ai l'éton-nante disgrAce de repercuter

Fils obéissant de l'Eglise, jc suis, néanmoins, en com-munion d'impatience avec tous les révoltés, tous les déus, tous les inexauces, tous les damnes de ce inonde. Quand je me souviens de cette multitude, une main me saisit par les cheveux et m'emporte au-dekt des relatives exigences d'un ordre social, dans l'absolu d'une vision d'injustice A, faire sangloter jusqu'à l'orgueil des philo- sophies '

/ 5

(Uitg. Soirat, bladz. 180--181).

112 LÉüN llLOY

Le Désespéré. PariH. Soimt. lS8ï. Eeu boekwerk in 18°: 4:\0 bladzijden. Op de achterzijdn Yau het tweed" titelblad: Paris. imp!'. Léou moy, ï, rue tJo<-bnno.

Kernspreuk op den omslag: Laer,\'­mabiliter (( jffic:e des morts dos Clwr­tl'eux).

Van "Le DésespéTé" bestaat ook eene uitgave (Tressc et Stock), welke door den schrijver, blijkens herhaalde verklaring in latere boeken, niet als echt wordt erkend.

Wegens dm inhoud van dit hevige bock is Léon Bloy vaak uitgemaakt voor pamJ'letschrij ver en sehimper.

Tegenover dezc onteerenclc henaming sta het volgcnde fragment, waarin Bloy zijn eigen werk besehrijft:

"J e suis de ceux gui elament dans Ie d{~sert et gui d{'vo­rent les raeines du buisson de feu, guancl les eorbeaux oublient de leur porter leur nourriture. Qu'on m'éeoute ou qu'on ne m'{:eoute pas, qu'on m'applaudisse ou qu'on m'insulte, aussi longtemps qu'on lil' me tuera pas je scrai Ic eonsignatairc de la Vengeanee et Ie domestigue très obéissant cl'une étrangère Fureur gui me eommendera de pari er. Il n'est pas en mon pouvoir de r(signer eet office, et c'est avee la plus amère désolation gue je Ie déclare. Je souffre une violenee infinie et les colèrcs qui sortcnt de moi ne sont que des échos singulièrement affaiblis d'une Imprécation supérieure gue j'ai l'{ton-nante disgràee de rópereuter ..... .

Fils obéissant de l'Eglise, je suis, néanrnoins, cn COin­

munion d'impatienec avee tous les révoltés, tous les déçus, tous lcs inexaueés, tous les <lamnés de ce monde. Quand je me souviens de eette multitude, une main me saisit par les cheveux ct m'cmporte au-delà des relatives exigenees d'un ordre soeial, dans l'absolu d'unc vision d'injustice à faire sangloter jusgu'à l'orgueil des philo­sophies ! ..... "

(Uitg. Soirat, bladz. 180--1IH).

Page 131: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 113

Zichzelf vcrbergend onder den naam van Marchenoir, zegt hij van dezen speurder naar de diepere beteekenis der historie :

„Il rêvait d'être le Champ°Ilion des événements histo-riques envisages comme les hiéroglyphes divins d'une revelation par les symboles corroborative de l'autre Revelation. C'efit été une science nouvelle singuliere-ment audacieuse. Il en avait pris l'idée première dans ces etudes exégétiques qui furent. par une singularité peut-etre inouïe, le point de depart de sa vie intellectuelle . . .

L'histoire universelle lui apparaissait comme un texte homogene extrêmement lie, vertébre, ossaturé, dialec-tiqué, mais parfaitement enveloppé ct qu'il s'agissait de transcrire en une grammaire de possible accès

Il en avait coriu l'espérance et ne vivait plus que pour ce projet devenu le centre d'innervation de ses

15 pensées (bladz. 156-157).

Van Le Désespéré, verscheen in 1913 eene weelde-uitgaaf als 24ste deel der recks Les Mai/17-es du Livre bij Crès et Cie., Parijs, Place de la Sorbonne 3 (Edition intégrale).

Het boekwerk in 80. bestaat uit 1 wit blad, 1 blad met titel, een frontispice, herhalingstitel en opdracht : „Ad fratres in crcmo : Jacques-Christophe Maritain et Pierre-Matthias van der Meer de Walcheren, mes filleuls bien-airns. L. B.", 1 blad met het woord Preface, zes blad-zijden inleiding en 460 bladzijden tekst, verdcr 1 blad met het woord „Table", 2 bladzijden inhoudsopgaaf, 1 blad met mededeeling van den uitgever en 2 witte bladen. Frontispice en vignetten door P. E. Vibert.

De inhoudsverdeeling der eerste uitgaaf is vervangen door eene in vijf hoofdstukken : I Le depart, II La grande Chartreuse, III Le Retour, IV l'Epreuve diabolique, V La fin.

Het werk is gedrukt in 1011 exemplaren.

Mon Bloy, 8

LÉON BLOY 118

Zichzelf verbergend onder den naam van Marchenoir, zegt hij van dezen speurder naar de diepere beteekenis der historie:

"Il rêvait d'être Ie Champolliondes événements histo­riques envisagés eomme les hiéroglyphes divins d'une révélation par les symboles eorroborative de l'autre Révélation. C'eût été une seienee nouvelle singulière­ment audaeicuse. Il en avait pris l'idée première dans ces études exégétiques qui furent. par une singularité peut­être inouïc, Ie point de départ de sa vie intelleetuelle ...

L'histoire univcrsclle lui apparaissait eomme un texte homogène extrêmement lié, vertébré, ossaturé, dialee­tiqué, mais parfaitemcnt enveloppé et qu'il s'agissait de transerire en une grammaire de possibie aeeès .....

Il en avait eonçu l'espéranee ct ne vivait plus que pour ce projet devenu Ic centre d'innervation de ses pensées ...... " (bladz. 156-157).

Van Le Désespéré verscheen in 1913 eene weelde-uitgaaf als 24ste deel der reeks Les M aîlres du Livre bij Crès et Cie., Parijs, Plaee de la Sorbonne 3 (Edition intégrale).

Het boekwerk in 80. bestaat uit 1 wit blad, 1 blad met titel, een frontispiee, herhalingstitel en opdraeht: "Ad fratres in eremo : Jaeques-Christophe Maritain et Pierre­Matthias van der Meer de Walcheren, mes filleuls bien­aimts. L. B.", 1 blad met het woord Préfaee, zes blad­zijden inleiding en 460 bladzijden tekst, verder 1 blad met het woord "Tabie" , 2 bladzijden inhoudsopgaaf, 1 blad met mededeeling van den uitgever en 2 witte bladen. Frontispice en vignetten door P. E. Vibert.

De inhoudsverdeeling der eerste uitgaaf is vervangen door eene in vijf hoofdstukken: I Le départ, 11 La grande Chartreuse, 111 Le Retour, IV l'Epreuve diabolique, V La fin.

Het werk is gedrukt in 1011 exemplaren.

Léon Bloy, 8

Page 132: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

114 LÉON BLOY

Un Brelan d' Ex' oinmunig,. Paris, Savine. 1889. Een boekwerk in 12° : 128 bladzijden voor titel, lierhalings-titel en. tekst ; een blad voor do inhouds-opgave.

In dit bockje bespreekt Léon Bloy het literaire werk van Barbey d'Aurevilly, Ernest Hello en Paul Verlaine.

De tekortkomingen van velen zijner katholieke tijd-genooten tegenover dat drietal aanklagend, zegt Bloy in zijne inleiding o. a. :

„Les catholiques modernes haissent Fart d'une haine sauvage, atroce, inexplicable . ."

Christophe Colomb de t'ant ies toureaux. Paris, Sa,vine. 1890. Boekwerk in 18° :

blaadjes voor titel, herhalingstitel en opdracht ; 6 bladzijden voorwoord 222 bladzijden tekst en 2 blaadjes voor inhoudsopgaaf.

K ernspreuk Tauri pingues ohsede- runt me (Ps. XXI).

Toen het vierde eeuwfeest der ontdekking van Atiorika zou worden gevierd, werd door de vrijdenkerij en de vrijmetselarij gepoogd, Christoffel Columbus te berooven van zijn katholieke glorie.

Ook Spanje zou feest vieren ter eere van den ontdekker der nieuwe wereld.

Léon Bloy vernam, dat de nakomeling van Columbus, de hertog van Veragua, die zieh als aficionado de las corridas voornamelijk met de sport der stierengevechten bezig hield, een prijs van dertig duizend franken had uitgeloofd voor CCU nieuwe levensbeschrijving, van 'AO beroemden voorvader.

114 LÉON BLOY

TJn Brrl(Ln d' Ex( o/llmuniés. Paris, Savino. 1889. I~en boekwerk in 12°: 128 bladzijden voor titel, hcrhalings. titel en tekst,; een blad voor do inhouds· opgave.

In dit boekje bespreekt Léon Bloy het literaire werk van Barbey d'Aurevilly, Ernest Hello en Pan I Verlaine.

De tekortkomingen van velen zijner katholieke tijd­genooten tegenover dat drietal aanklagend, zegt Bloy in zijne inleiding o. a. :

"Les eatholiques modernes haïsscnt l'art d'uJle haine sauvage, atroee, inexplieable ... "

C'hri,<dophe Oolomh rÜ, I:rI.nt les triureaux. Paris, Savine. 1890. Boekwerk in 18°: :: blaadjes voor titol, herh"lingHtitl'1 en opdmcht; ti bl"dûjdon voorwoord; 222 hh.d~ijden tekst on 2 hlaadjes voor inhoudsojlg"af.

Kernspreuk: T"uri l'ingues ohscdc­runt me (l's. XXI).

Toen het vierde eeuwfeest der ontdekking van Amerika zou worden gevierd, werd door de vrijdenkerij CH de vrijmetselarij gepoogd, Christoffel Columbus te !Jcrooven van zijn katholieke glorie.

Ook Spanje zou feest vieren ter eel't~ van den ontdekker der nieuwe wereld.

Léon Bloy vernam, dat de nakomeling Vitn Columbus, de hertog van Veragua, die zieh als aficiollado de las corridac; voornamelijk met de sport der sticrengeycdlten bezig hield, een prijs van dertig duizend franken had uitgeloofd voor eell nieuwe levensbeschrijving van zijn beroemdell voorvader.

Page 133: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 115

Herinnerend aan het meesterwerk van den graaf Roselly de Lorgues, noemde Bloy deze daad alleen reeds eene schande voor de glorie van Columbus, wijl tegenover den levensarbeid van den echten verecrder thans een in twee jaren samengeflanst boek zou worden gesteld van een of anderen geldbegeerigen bibliograaf.

Te meer pijnigde deze gedachte de ziel van Leon 13loy, daar het Diet onduidelijk was, dat de prijs zou worden toegekend aan een verduisteraar van Columbus' glorie als katholiek, als held, wiens zaligverklaringsprocès reeds was ingeleid.

Het voorwoord van dit boekje richt zich h.00fdzake-lijk tot de Franschen

„Incidemment, aujourd'hui, j'expédie quelques Es-pagnols dont les silhouettes affligeaient l'horizon de mo'n plus beau rêve.

Demain ou aprés-demain, je m'occuperai A nouveau de quelques Frainais que je n'ai pas oubliés et, comme dit le proverbe, „chaque chicn aura son jour." "

Beurtelings wisselen de hevigste toornvlagen. af met de zachtste en teederste ontroering.

I3eide vindt gij vereenigd in het volgende, indruk-wekkende fragment :

„Etre le parent, le fils d'un saint ! On le lui a dit pour-tant ce désarmant pastour qui n.'y comprend rien, qui trouve meilleurcs l'apostasie et la servitude.

Il y a dcs chrétiens, en asscz grand nombre encore, qui ne penseraient pas qu'un si prodigieux honneur pfit are payé assez cher, qui se dépouilleraient entièrement p9ur en obtenir seulement l'espoir, qui se mettraient pieds nus, -Lae nue, qui s'en iraient en haillons par les plus Apres ehemins de eette vallée et qui se flagel.leraient avec des scorpions, en pleurant d'amour !

Leur joie serait si abondante, si dilatée, si impétueuse que l'univers ne leur semblerait ni assez large, ni assez profond pour qu'elle pfit s'ébattre !

LÉON BLOY lIlJ

Herinnerend aan het meesterwerk van den graaf Roselly de Lorgues, noemde Bloy deze daad alleen reeds eene sehande voor de glorie van Columbus, wijl tegenover den levensarbeid van den eehten vereerder thans een in twee jaren samengeflanst boek zou worden gesteld van een of anderen geldbegeerigen bibliograaf.

Te meer pijnigde deze gedachte de ziel van J~éon Bloy, daar het niet onduidelijk was, dat de prijs zou worden toegekend aan een verduisteraar van Columbus' glorie als katholiek, als held, wiens zaligverklaringsproeès reeds was ingeleid.

Het voorwoord van dit boekje rieht ZICh hoofdzake­lijk tot de Fransehen :

"Ineidemment, aujourd'hui, j'expédie qucIques Es­pagnols dont les silhouettes affligeaient l'holÏzon de mon plus beau rêve.

Demain ou après-demain, je m'oeeuperai à nouveau de quelques Français que je n'ai pas oubliés et, eomme dit Ie proverbe, "ehaque chien aura son jour.""

Beurtelings wisselen de hevigste toornvlagen af met de zaehtste en teederste ontroering.

Beide vindt gij vereenigd in het volgende, indruk­wekkende fragment:

"Etre Ie parent, Ie fils d'un saint! On Ie lui a dit pour­tant à ee désarmant pastour qui n'y eomprend rien, qui trouve meilleures 1'apostasie et la servitude.

Il y a des ehr{:tiens, en assez grand no mb re eneore, qni ne penseraicnt pas qu'un si prodigieux honneur pût Hre payé assez eher, qui se dépouilleraient entièrement pour en obtenir seulement i' espoir, qui se mettraient pieds nus, tête nue, qui s'en iraient en haillons par les plus àpres ehemins de eette vallée et qui se flagelleraient avee des seorpions, en pleurant d'amour!

Leur joie serait si abondante, si dilatée, si impétueuse que l'ullivers ne leur ~emblerait ni assez large, ni assez profond pour qu'ellc pût s'ébattre!

Page 134: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

116 LÉON BLOY

Ils la raconteraient aux montagnes et aux animaux, ils la diraient aux insectes et au tonnerre et supplic-raient l'océan de les engloutir pour la chuchoter dans tous les abimes

Allez donc faire entrer dans le erAne épais d'un nourrisseur de bestiaux, qui ne s'est pas méme apelvt. qu'un jour l'un des plus grands historicns du siécle a écrit pour toute la durée des litteratures, le poéme incomparable des Travaux dc Christophe Colornb. .

(bladz. I:3 -114).

Chevalière de la Mort. Gand, 1891. Bookwerk in 8° : 62 bladzijden voor titel, herhalingstitel en. tekst. Het werd slochts in 100 exemplaren gedrukt en is zeer zeldzaam. 1)o tweede uitgaaf verscheen in 1896 te Parijs bij do „Mercure de France" : boekjo in 18' : 205 bladzijden groot.

Het voorwoord van „La Chevalière" luidt aldus „La Chevalière de la Mort est ma première tentative littéraire. Elle fut écrite entièrement en 1877, darts un des bureaux de la Compagnie du chemin de fer du Nord dont j'étais, en ce temps lointain, l'un des plus exécra-bles employés.

Rien ne faisait prévoir encore que je devicndrais un jour attentif désobliger mes contemporains. Cain Marchenoir croupissait dans son innocence et ne savait pas son destin."

In de tweede uitgave zijn twee hoofdstukken toege-voegd aan het oorspronkelijke werk, ni. : „Le fumier des Lys", dat nimmer herdrukt zal worden, en „Le Prince noir".

116 LÉON BLOY

lIs la raeonteraient aux montagncs et aux anirnaux, ils la diraient aux insectcs ct au tonncrre et supplic­raient I'océan de les engloutir pour la ehuchoter dans tous les abîmes ..... .

Allez done faire eutrer çà dans Ie crfme {~pais d'uu nonrrisseur de bestiatn.,:, qui ne s'est pas même aperçu qu'un jour I'un des plus grands historicns du sil':e1e a éerit pour toutc la durée des litteraturcs, Ic }loème incomparable des Travaux de Christophe Colombo ... "

(hladz. 11;;~n1).

La Ghe'/}(JZière de Irt ~fyJurf. Gand, 189l. Boekwerk in 8°: (;2 blad:ûjden voor titel, herbalingstitel en tflkst. Het werd slechts in 100 oxomplanm gedrukt en is zeer zeldzaam. De tweede uitgaaf verscheen in 1896 te Parijs hij do "Mereuro de Fra.nco": bonkje in 18°: 205 bladûjdon groot.

Het voorwoord van "La Cheval'ière" luidt aldus: "La Chevalière de la lIJ ort est ma premi(\re tentative littóraire. Elle fut ('crite entièrement en 1877, dans UIl

des bureaux dc la Compagnie du ehemin de fel' du Nord do nt j'étais, e'n ce temps lointain, l'un des plus ex{;era­bles employés.

Rien ne faisait prévoir encore quc jc devicndrais UIl

jour attentif i.. désobliger mes contemporains. Caïn Marchenoir croupissait dans son innocence et ne savail pas son destin."

In de tweede uitgave zijn twee hoofdstukken toege­voegd aan het oorspronkelijke werk, nl.: "Le fumier des Lys", dat nimmer herdrukt zal worden, en "Lc Prince noir".

Page 135: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 117

De ongeltikkige Marie-Antoinette is dc Chevalière de la Mort, wier tragisch leven door Léon Bloy wordt beschouwd in grootsche tafereelen.

Al haar lijden heeft hij in zijn eigen ziel gevoeld en z66 is dit poëem van den Fransehen geweldige aangrij-pend geworden van machtigc werkelijkheid.

Wanneer 13loy den tijd teekent, waarin Marie-Antoi-nette leefde, dan doet hij dit in enkele scherpe trekken.

„. . . . Le mariage alors pendait fort bas, comme toutes choses, et une femme ne s'avisait pas de supposer qu'une solidarité morale quelconque pfit existcr entre elle et le mortel généralement longanime dont elle seculari-sait le flambeau.

Un d6roulement théologique de la simple donnée du catéchisme sur le mariage efit été capable de faire mou-rir de stupéfaction ce monde parfunié et impénitent. L'infinie portée morale et divine du lien conjugal échap- pait complètement ce tourbillon des Stymphalides de la France, cette noire iluire d'oiscaux impudiques et consumés qui planaient dans les hauteurs erépuscu-laires de la vieille aristocratic" . . . .

Zic ook in weinige woorden scherp en schoon den overgang geteekend van de lievigste opwinding tot de kalinste berusting :

„Le 21 janvier, Ole (M. A.) cut sa dernière révolte, lorsqu'elle eria aux argousins de la guillotine qui entrai-naient Louis XVI : „Vous êtes tous des seelérats !"

Lorsqu'on lui arracha son fils, elle le défendit comme unc lionne qu'elle était, s'offrant tous les coups. 11 fallut qu'on la menaeat de tuer le pauvre enfant.

A partir de ce moment, tout se détendit en elle, toutes ses résistances s'éteignirent et s'abolirent dans une immense désolation silencieuse et résignée, oil le pardon recommandé par Notre Seigneur Jésus-Christ se levait enfin, comme un pale soleil stir la mer, au lendemain d'une tempête qui a tout &fruit."

LÉON HLOY 117

De ongelukkige Marie-Antoinette is de Chevalière de la Mort, wier tragi<;ch leven door Léon Bloy wordt beschouwd in grootsche tafereel en.

Al haar lijden heeft hij in zijn eigen ziel gevoeld en zó6 is dit poëem van den Franschcn geweldige aangrij­pend geworden van machtige werkelijkheid.

Wanneer Bloy den tijd teekent, waarin Maric-Antoi­nette leefde, dan doet hij dit in enkele scherpe trckken.

" .... Le mariage alors pendait fort bas, commetoutes choses, et une femme ne s'avisait pas de supposer qu'une solidarité moralc quelconque pût exister cntre elIe et Ie mortel généralcment longanime dont elle séculari­sait Ie i1ambcau.

Un dáoulement théologique de la simple donnée du catéehisme sur Ie mariage cût été capahle de faire mou­rir de stupéfactioll ce monde parfumé et impénitcnt. L'infinic portée morale ct divine du lien conjugal échap­pait complètement ;\ ce tourbillon des Stymphalides de la Franee, :'1. eette noire /lUlT d'oiscaux impudiques et consumt's qui planaicnt dans les hauteurs crépuscu­laircs de la vieilIe aristocratie" ....

Zie ook in weinige woorden scherp en schoon den overgang gcteckend van de hevigste opwinding tot de kalmste berusting:

"Le 21 janvicr, elle (M. A.) cut sa dernière révolte, lorsqu'elle crit! aux argousins de la guillotine qui entraέnaient Louis X VI : "Vous êtes tOI1S des seélérats !"

I~orsqu'on lui arraeha son fils, elk le défendit eomme une liollne <lu'elle était, s'of1'rant ;\ tous Ics coups. Il fallut qu'on la menacilt de tuer Ie pauvre enl'ant.

A partir de cc moment, tout se détendit en die, toutcs ses résistances s'éteignircnt el; s'abolirenl dans une immense désolation silcncieuse et résignée, ou Je pardon recommandé par Notre Seigneur .Jésus-Christ se levait enfin, eomme un pille sokil sur la mer, au lendemain d'unc tempête qui a tout détruit."

Page 136: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

118 L4-k)N BLOY

Ten slotte dit geweldig fragment : „Jusqu'6 ce 'pm (16 oetobre 1'79:3) on. avait bienvu des

reines décapiter des reines, on n'avait pas vu de reine guillotinée juridiquement par la canaille, cette goujate majesté des temps actuels. Un tel arra ne devait pas manquer A la jurisprudence des abolisseurs de Dieu.

C'est l'inauguration d'une société et la fin d'un rnonde, dit-on.

Moi j'y découvre la fin de la loi salique et c'est ce que n'a pas vu la, grandiose imbécillité révolutionnaire.

Marie-Antoinette a fait comme Saint Denys. Elle a ramassé sa tète coupée et elle s'est mise A, marcher et

regntr toute seule, cette -Lae A, la main. Règne durable, celui-M, que ne pourront désormais abolir, ni les émeu-tes, ni les écharauds, ni les fusillades, ni les mitraillades, ni les incendies des capitales.

La Reine guillotinée, première du non-!, règnera par dessus tous les diadèmes des empereurs d; des rois et par dessus le tortil d'objection de nos burgraves parle-mentaires. Cela jusqu'à ce que s'éteigne en Europe le dernier cceur du dernier homme, la dernière pudeur de la dernière femme et la suprkne etincelle des ehevale-resques indig,nations de la conscience ehrétienne."

Le,; funérailles du naturalisme. .Kopen-hagen, S91. Brochure.

Deze kleine brochure bevat eene lezing, welke Léon Bloy in Denemarken's hoofdstad gehouden heeft, ten jare 1891.

De titel spreekt voor zichzelf.

llS LÉON HLOY

Ten slotte dit geweldig fragment: "Jusqu'u cc jour (J ti odübrc 1'79:3) on avait bien vu des

reines décapiter des reines, on ll'avait pas vu de reine gllillotinée juridiquement par la canaille, eette gcmjate majesté des temps aduds. Uu tel arrêt ne devait pas manquer à la jurisprudeJlce des aholisst'urs de Dien.

C'est l'inauguratioJl (rUlle s()ciótó ct la fin d'llll monde, dit-on.

'\Ioi j'y dóeouvrc la fin de la loi salifjUl~ ct e'cst cc quc n'a pa~; vu la grandiose imbóeillitó róvolutionnairc.

Maric-Antoinctte a lait eomme Saint DCllyS. glle a ramassó sa tUe eoupéc et die s'est mise ;\ marcher et à rógnu toute seule, eette tt'te ;\ la main. Hègnc dmable, eeiui-hl, que lIe pourront dósormais abolir, ni les {~meu­tes, ni les (;ehafauds, ni les fusillades, ni les mitraillades, ni les incendies des eapitalcs.

La Reine gUi\lOtill{~(" première dil nOIll, r(~gnera par dessus tou:> les diatlèmcs des cmpercurs ct des rois et par de~;sus Ie tortil d'objeetion de nos burgravt's parle­mentaires. Cda .iusqu'A cc qut: s'ótcigne t~1l Europe Ie dernier cecur du dernier homme, la dernit'l'e PlIdeur de la dernière femme et la supre'me dinecl!e des t'hevale­resque~ indignations de la eonseienee ehrdiclllle."

Le.'; /unémillr8 clu naluraliMnr. Kop"n­lngf'u, 1 '\91. Brochure.

Deze kleine brochure bevat eene lezing, welke Lóon Bloy in Denemarken's hoofdstad gehouden heeft ten jare 189l.

De titel spreekt voor zidll~elf.

Page 137: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY 119

Le Ralut par les Juifs. Paris, Demay, 1892. Een boekwerk in 8° : twee witte bladen, titel, herhalingstitel, eene opdracht van drie bla,dzijden, eene bladzijde met een kernspreuk en nogmaals een herha-lingstitel ; 132 bladzijden tekst. Kern-spreuk op den omslag : Quod scrip:3i, scripsi. Pilate.

Dit is een boek over de Joden. Leon Bloy heeft in zijn voorbericht tot de tweede

uitgave den in houd van zijn werk aldus getcekend : „A part l'inspiration surnaturelle, on peut dire que le

Salut par les Juits est, sans aucun doute, le témoignage chretien le plus énergique et le plus pressant en fa veur de la Race Ainée, depuis l'onzième chapitre de saint Paul aux Romains."

Dat voorbericht eindigt aldus : „. .Le monde juif apercevra-t-il enfin ce livre qui

l'honore au dell) de toute espérance et qui ne lui a rien couté ?"

Wanneer Drumont, de Fransche held van het anti-semitisme, zijn deel ontvangen heeft, gaat Bloy aldus verder :

„On a vu jusqu'à des prêtres sans nombre, parmi lesquels dcvaient se trouver pourtant de candides ser-viteurs de Dieu, — s'enflammer l'espoir d'une bouscu-lade prochaine oil le sang d'Israël serait assez répandu pour sailer des millions dc chiens, cependant que les intègres moutons du Bon Pasteur brouteraient, en bénis-sant Dieu, les quintefeuilles et les trèfles d'or dans les paturages envies de la Terre de promission.

L'entrainement avait été si soudain et si prodigieuse l'impulsion que, même aujourd'hui, nul d'entre eux ne parait s'être avisé de savoir, décidément, s'il n'y aurait pas quelque danger grave, pour un cceur sacer-dotal it pétitionner ainsi l'extermination d'un peuple

LÉON BI.OY 119 --_ .. _---------~-----

Lp Salut par les Juifs. Paris, Demay, 1892. Een boekwerk in 8°: twee witte bladen, titel, herhalingstitel, eene opdracht van drie bladzijden, eene bladzijde met een kernspreuk en nogmaals eon horha­lingstitel; 132 bladzijden tekRt. Kern­spreuk op den omslag: Quod scrip:Ji, :·:cripsi. Pilate.

Dit is een boek over de Joden. Léon Bloy heeft in zijn voorbericht tot de tweede

uitgave den inhoud van zijn werk aldus getcekend : "A part l'inspiration surnatureIlc, on peut dirc que Ie

Salut par les Juijs est, sans aucun doute, Ie témoignage chrétien Ie plus énergique et Ie plus pressant en faveur de la Raee Ainée, depuis l'onzième chapitre de saint Paul aux Romains."

Dat voorbericht eindigt aldus: ". .. Le monde juif aperecvra-t-il enfin ce livre qui

J'honore au de):'t de toute espérance et qui ne lui a ri en couté ?"

\Vanneer Drumont, de Fransche held van het anti­semitisme, zijn deel ontvangen heeft, gaat Bloy aldus verder:

"On a vu jusqu'à des prêtres sans nombre, - parmi lesquels devaient se trouvcr pourtant de candides ser­viteurs de Dieu, - s'enf'lammer à l'espoir d'une bouscu­lade prochaine ou Ie sang d'Israël serait assez répandu pour sOlîler dcs millions de chiens, cepcndant que les intègres moutons du Bon Pa steur brouteraient, en bénis­sant Dieu, les quintefeuilles et les trèfles d'or dans les päturages enviés de la Terre dc promission.

L'entraînement avait été si soudain et si prodigieuse l'impulsion que, même aujourd'hui, nul d'entre eux ne paraît S'(~trc avisé dc savoir, - décidément, - s'il n'y aurait pas quelque danger grave, pour un cccur saccr­dotal ~\ pétitionner ainsi l'extermination d'un peuple

Page 138: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

120 LÉON BLOY

que l'Eglise Apostolique Romaine a protégé dix-neuf siècles ; en faveur de qui sa Liturgic la plus douloureuse parle Dieu le Vendredi Saint ; sont sortis les Patriarehes, les Prophétes, les Evangélistes

(2de uitgave, bladz. 10-11).

Nu eens vaart de stormende lyriek van Bloy's taal u in de ziel ; dan weer hoort gij de klaaglijk-uitgezongen melodie van het Goeden-Vrijdag-gebed voor de Joden.

Een tweetal fragmenten uit het vijftiende hoofdstuk : „Humble et grand Moyen Age, époque la plus chére tous ceux que les clameurs de la Désobéissance impor-

tunent et qui vivcnt retirés au fond de leurs propres Ames !

Les trois dernicrs siècles ont beaueoup fait, pour le raturer ou le décrier, en altérant par tous les opiums les glorieuses facultes lyriques du vied Occident. Il existe mCme un courant nouveau d'historiens critiques et documentaires, de qui cette besogne odieusc est le permanent souci.

Mais je crois bien que les Mille ans de pleurs, de folies sanglantes et d'extases continueront de couler A travcrs les doigts des pedants, aussi longtemps que le c(rur humain n'aura pas cessé d'exister ; et c'est une rcmarque étrange que les Juifs sont, en somme, les téinoins les plus fidèles et les conscrvateurs les plus autheni iques de ce candide Moyen Age qui les detestait pow rumour de Dieu et qui voulut tant de fois les exterminer .

Néanmoins, la guerre aux Juifs ne fut jamais, clans l'Eglise, que l'effort mal dirigé d'un grand zéle chari-table et la Papauté les abrita généreusement contre la furcur de tout un monde.

Van dit werk — wclks lotgevallen 13loy in zijn Dagboek verhaalt — is in 1906 eene tweede uitgaaf

120 LÉON BLOY

que l'Eglise Apostolique Romaine a protégó dix-neuf siècles ; en faveur de qui sa Liturgie la plus doulourcuse parle à Dieu Ie Vendl'edi Saint; d'ou sont sortis les Patriarches, les Prophètes, les Evangélistes ..... "

(2de uitgave, bladz. 10-11).

Nu eens vaart de stormende lyriek van Bloy"; taal u in de 'lid ; dan weer hoort gij de klaaglijk-uitgezongen melodie van het Goeden- Vrijdag-gebed voor de Joden.

Een tweetal fragmenten uit het vi.iftiende hoofdstuk: "Rumble et grand Moyen Age, époque la plus ehère

à tous eeux que les elameurs de la Désobéissanee impor­tune nt et gui vi vent retirés au fond de leurs pro pres ames!

Les trois derniers siècles ont beaueoup fait pour Ie raturer ou Ie déerier, en altérant par tous Jes (lpillms les glorieus es faeultés lyriques du vi ei I Occident. IJ existe mi'me un courant nouveau d'historiens eriliques et documentaires, de qui ceUe besogne odieuse est Ie permanent sou ei.

Mais je crois bicn que les Mille ans de pleurs, de folies sanglantes ct d'extases continueront de eOlller:\ travers les doigts des pédants, aussi longtcrnJls que Je cn'ur humain n'aura pas cessé d'exister ; et e'cst une remarque étrange que les Juifs sont, en somrne, \es tl'lllOins les plus fidèles et les conservateurs les plus authentiques de ce candide Moyen Agc qui les détestait pow l'all/our de Dieu ct qui voulut tant de fois les {~xtermillcr

Néanmoins, la guerre aux Juifs ne fut jamais, dans I'Eglise, que l'effort mal dirigé d'un grand û:le ehari­tabJe et la Papauté les abrita générclIscmcnt eont.re la fureur de tout un monde."

Van dit werk Dagboek verhaalt

welks lotgevallen Bloy in zijn is in lB06 eene tweede uitgaaf

Page 139: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 121

verschenen bij Vietorion et Cie te Parijs. De schrijver bracht enkele welke hij noodig achtte, in zijn boek aan en sehrecf eene inleiding, waaruit hier-boven geciteerd werd.

Het is een fraaie uitgave in groot 80., smaakvol ver-zorgd en met de Grasset-letter gezet.

Zij bevat VII bladzijden voor titcl, herhalingstitel en inleiding, en 163 bladzijden voor den tekst.

Sueur de Saqq. (1870----1871). Paris, Dentu. 1893. Bookwork in 18°, bestaande uit 358 bladzijden tekst en inhouds-opgaaf, 9 bladen voor titel, herhalings-titel, toewijding en voorrede. Tien exemplaren werden op oud-hollandsch papier gedrukt. — Het boek is ver-lucht met een portret van Léon 13loy door Charles Cain en drio teekeningen van Henry de Groux.

In dit bock verhaalt Léon Bloy eenige herinneringen aan den Fransch-Duitschen oorlog, dicn hij zelf strijdend me'émaakte.

Het was gewijd aan de nagedachtenis van Bazaine, „qui porta les péchés de toute la France et fut condamné par unc injustice epouvantable sur lc temoignage de tous les lAches et de tous les desobéissants qu'il avait eu la faiblesse ou l'héroïque générosité de ne pas flétrir."

Aldus luidt het oordeel van Bloy over den geweldigen strijd :

„ . La guerre franco-allemande est elle-même un chaos d'invraisemblances. On lc saura plus tard, quand certaines bouches qu'on croyait dc fer ou de bronze auront été complètement desserrées par la mort.

Il y en a, parmi ceux qui ont l'air de vivre encore, dont le témoignage ou la confession la plus faiblement

L:É:ON BLOY 121

verschenen bij Victorion ct Cic te Parijs. De schrijver bracht enkele wijzigingen, welke hij noodig achtte, in zijn bock aan en schreef eene inleiding, waaruit hier­boven geciteerd werd.

Het is een fraaie uitgave in groot 80., smaakvol ver­zorgd en met de Grasset-Ietter gezet.

Zij bevat VII bladzijden voor titel, herhalingstitcl en inleiding, en 168 bladzijden voor den tekst.

Sueur de Ba!lg. (1870----1871). Paris, Dcntu. 18!l3. Boekwerk in 18°, bestaande uit 358 bladzijden tekst en inhouds­opgaaf, () bladen voor titel, herhalings­tikl, toewijding en voorrede, Tien exemplarcn werden op oud-hollandseh p»pior gedrukt, - Het boek is ver­lucht Illet een portret van Léoll Bloy door Charles Cain on drie teükeningen van Henry de Crou:\,

In dit bock verhaalt Léon Bloy eenige herinneringen aan den Franseh-Duitsehen oorlog, dien hij zelf strijdend meêmaakte.

Het was gewijd aau de nagedachtenis van llazaine, "qui porta les péchés de toute la Franee ct fut condamné par une injustiee épouvantablc SUl' Ie témoignage de tous les litches ct de tOU8 les dósobt':issants qu'il avait cu la faiblesse ou l'hóroïque gón{:rositó de ne pas t'létrir."

Aldus luidt het oordeel van llloy over den geweldigen strijd:

" .. La guerre franco-allemande est elle-même un chaos d'invraisernblanecs. On Ic saura plus tard, quand certaines bouehes qu'on eroyait de fer ou de bronze auront été complèlement dcsscrrées par la mort.

Il y en a, parmi eeux qui ont l'air de vivre eneore, dont Ie témoignagc ou la confession la plus faiblement

Page 140: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

122 I.P.ON BLOY

chuchotk mettrait debout les pierrcs tombales et ferait jaillir les pavés de toils les chemins de France.

L'aveu de Bismarck, dont le monde fut épouvanté, n'est que le prodromc de beaucoup d'autres aveux qui n'attendront peut-être pas la fin du siècle. . On nom-merait faeilement une quarantaine d'individus qui doivent lire avec dc singuliers yeux les légendes actuelles de cette g,uerre unique en son genre, dont finis les ressorts turent cachés .

La guerre de 1870 est peut-être la sculc toutes les fautcs furent commises par tout le monde sans exception, et des dcux cötés A, la fois.

n'est pas permis d'ignorer aujourd'hui que, jusqu'à la fin, les Allemands furent aussi stupéfaits de lcurs victoires que les Franc.ais consternés de leurs défaites. Meme aprês Sédan, aprês Metz et jusqu'à la déeisive bataille du Mans, l'Allemagne trembla, Alle-magne cut peur de se sentir au milieu d'une nation si supérieure, d'oit pouvait jaillir tout-ft-coup un homme.

Aussi longtemps qu'une armée d'au delft de la Loire put être prévue, les chefs allemands les plus audacieux ou les plus habiles se crurent en dang-er quand et se tinrent toujours prêts dechirer précipitamment des deux eperons les flanes agités de leurs chevaux de triomphateurs.

Ah ! si ce qu'on nomme bêtement la Fortune avait voulu susciter alors un de ces ,petits Gaulois" comme disait le chancelicr — invisibles en plein soleil å force d'insignifiance, mais dont Fame est affiliée au tonnerrc, et que la tempête, quclquefois, chaperonne soudaine-ment d'une crinière de feu, quelle sublime chasse courre de huit cent mille vainqueurs éperdus !

La panique immense, comme un cyclone venu du profond Midi, ramassant giratoirement l'Invasion autour de Paris, aurait aussit6t jeté l'olympe de Versailles

122 LÉON llLOY

chuchotée mettrait dcbout Jes picrres tom bal es et ferait jaillir les pavés de tons les ehemins de Franee.

Vaveu de Bismarck, dont Ie mOllde fut ópouvantt·, n'est que Ic ]1ro<11'0111C de beaucou]1 d'autres aveux qui n'aUendront }leut-i':tre pas Ja fin dll sièeh~ ... On nom­merait facilcmcllt une quarantaine d'individus qui doivl'nt lire ave(~ de singuliers ycux Ic.., ll~gendcs aetuelles de edte guerre unique en SOll genre, <lont lous lcs TC8soTIs

tw'ent cachés.

La guerre de ) 870 est peut-être Ja selllc ol! toutes les fautes furent eommises par tout Ic monde sans cxception, et des deux eM.ós à la l'ois.

TI n'est pas permis d'ignorer aujollrd'hui quc, jnsqu';\ la fin, les Allcmamls fUl'Cnt aussi stupéfaits de leurs vidoires que les Frall~~ais consternl's de leurs défaites. Mi;rnc après SC'dan, mhne aprb; ~,ictz ct jusqu';'t la décisive bataiilc du Mans, I'AlJemagnc trem bla, l' Alle­magne cut peur de sc sentir au mili('u cl'ulle nation si supéricurc, d'oll pouvait jaillir tout-,\-eoup un Iwrnrnc.

Aussi longtemps qu'unc armóe d'all deEL de la Loire put être próvue, les chefs allcmands les plus audaeieux on les plus hahilcs se crnrent en clangcr qnanrl mêrne, et se tinrcnt toujours prN.s à dóehirl'J' pri'eipitamment des deux épcrons les flanes agitós dl' leurs chevaux cic triomphateurs.

Ah! si ce qu'on nomme bêtement la Fortune avait voulu susciter alors un de ces "pctits Ga1l1ois" - comme disait Ic chancclier - invisiblcs en plein soJeil à force d'insignifianee, mais dont l'àme est affiliéc uu tonnerre, et que la tempête, quelquefois, ehaperonne soudaine­ment d'une crinière de feu, quelle sublime ehasse :\ eourre de huit cent mille vainqueurs (~perclus!

La panique immense, eo mme un cyclonc venu du profond Midi, ramassant giratoirement I'Invasion llutOur de Paris, aurait aussitût jeté l'olympe de Versailles

Page 141: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 123

sur Manteuffel, Fredérick-Charles sur Werder, Meek-lembourg sur Falkenstein ct Von der Tann sur le prince royal de Saxe, dans une bousculade infinie.

Revirement inouï de la &Vide frarwaise dont l'univers efit eclaté d'admiration ! Mais il aurait fallu que les barbares, une minute seulcment, apemissent Ame de la France et c'est ce que Dieu ne voulut pas, parce que l'hcure n'était pas encore venue, parce que c'est une kne très précieuse dont il cst jaloux, et parce qu'il fut recommandé dans le livrc de sa Parole de ne pas offrir des perles aux pourceaux.

En conséquence, tout le monde fit d'incomparables sottises. Les g(méraux frarwais laissèrent échapper toutes les occasions sans eesse renaissantes de la victoire et les genéraux allemands n'en laissèrent échapper aucune de déshonorer immortellement leur patrie.

Mais les uns et les autres parurent toujours dissimuler avee soin lc principe de leur démence de victorieux ou de leur vertige de vaincus, A, ce point qu'on serait tenté de supposer le plus impossible concert et que cette histoire apparait tout-A-fait indéchiffrable quand on cherche l'examiner dans ses profondeurs."

Van dit werk verscheen in 1913 bij Crès ct Cie te Parijs de tweede uitgaaf.

Lé(,n Blot' devant fes rochons. Paris, Chamtiel. 104. In dit 12° boekje van 68 bladzijden is ook opgenomen ci e Lamentation de l'Epée."

Achttien maanden was Léon Bloy verbonden gewee:), aan het dagblad Gil Blas ; toen kreeg hij zijrx ontslag.

Hij wilde aan zijn lezers een verklaring geven van

LÉON BLOY 123

sur Manteuffel, li'rédérick-Charles sur Werder, Mcck­lcmbourg sur Falkcnstein et Von der 'l'ann sur Ie prince royal dc Saxe, dans une bouseulade infinie. .

Revirement inouï de la débàcle française dont l'univers cût éclaté d'admiration! Mais il aurait fallu que les barbares, une minute seulemcnt, aperçussent l' Ame de la France et c'est ce quc Dieu ne voulut pas, parce que I'hcure n'était pas encore vcnuc, parce que c'est une ame très préeicuse dont il est jaloux, ct parce qu'il fut rccommandé dans Ie livrc de sa Parole de ne pas offrir des perjes aux pourceaux.

En eonsóquenee, tout Ie monde fit d'incomparables sottises. Les g{néranx français laissèrent échapper toutes les occasions sans ces se renaissantes de la vietoire et les généraux allemands n'en laissèrent éehapper aueune de d(~shonorer immortellement leur patrie.

Mais les uns ct les autres p~trurent toujours dissimuier avc(' soin Ic principe de leur démenee de victorieux ou de leur vertige de vaincus, -- ~'t ee point qu'on serait tcnté de supposer je plus impossible coneert ct quc cette histoire apparaît tout-à-f'ait indóehiffrable quand on eherehe à l'exarniner dans ses profondeurs."

Van dit werk verscheen in 1913 bij Crès ct Cie te Parijs de tweede uitgaaf.

Lé"n lJloy devnnt les fochon8. Paris. ChamlleL 1894. In dit 12° boekje va" 68 bladzijden is ook opgenomen de ,. Lamentation de ['Epée."

Achttien maanden was Léon Bloy verbonden ge wee,,, aall het dagblad Gil Blas ; toen kreeg hij zijn ontslag.

Hij wilde aan zijn lezers een verklaring geven van

Page 142: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

124 LÉON BLOY

dit ontslag en liet een tafereeltje zien der nieuwere life-Taira zeden.

De schrijfster Raehilde vatte in deze woorden den inhoud van het boekje samen :

„Lorsqulon a souci dc l'Absolu, il est impossible de gagner honnftement sa vie dans la presse actuelle.-

Histoir6i's désoWirT3ant R. Paris, Dentu. Zonder jaartal. Een boekdeel in 18° : 369 bladzijden voor tekst, titel, herha-lingstitel en lijst der werken van_ den schrijver ; een blad voor do inhouds-opgave. Het werk verscheen in Decem-ber 1894.

Een reeks vertellingen, die volgens den schrijver vaak allegorieën zijn :

„J'6cris pour un journal frivole je ne peux pas toujours m'exprimer ouvertement. Je suis, au con-traire, forcé dc m'envelopper."

Tot de belangrijkste bladzijden behoort deze, waar Bloy spreekt over zijn zelfportret. :

„. . Je ne sais si vous l'imaginez dix-huit ans tel que le représente un féroce portrait, peint par lui-même

l'huile de requin et qu'il exhibe seulement it ses plus intimes.

Il apparait lit, se rongeant un poing dans un mastic de bitume, de terre d'ombre ct de carbonate de plomb, fixant le spectateur de deux yeux terriblcs, sanguino-lents force d'intensité. Quand on n'a pas vu eela, on n'a rien vu. C'est la première manière de notre héros, lequel voulut être peintre, longtemps avant de se sentir écrivain et qui, ma foi efit été dans ses tableaux pn'hei-sément ce qu'il est dans ses efTroyables livres, le soyeux molosse et le eannibale céleste que nous admirons.

]24 d;o" BLOY

dit ontslag en liet een tafereeltje zien der nieuwere lite­raire zeden.

De schrijfster Rachilde vatte in deze woorden den inhoud van het boekje samen:

"I,orsqu'on a souci de l' Absolu, il est impossible de gagner honnt·tement sa vie dans la presse aetuellc. ,.

H i8toir"8 déso'J!iy,olmts. Paris, Dentu. Zonder jaart»l. Eon boekdenl in 18": 3ü!) bladzijden voor tekst, titel, horh»­lingstitnl en lijst der w"rken vtm don sehrij ver; "en blad voor do illhouds-0l'g»ve. Het werk verscheen in Decem­ber 1894.

Een reeks vertellingen, die volgens den sehrijver vaak allegorieën zijn:

"J'i:cris pour un journal frivole ou je ne pcux pas toujours m'exprimer ouvertemcnt.. Je suis, au con­traire, forcé de m'envelopper."

Tot de belangrijkste bladzijden behoort. deze, waar Bloy spreekt over zijn zelfportret. :

" ... Je ne sais si vous l'imagincz :\ dix-huit ans tel que Ie représente un féroee portrait, pcint par lui-mê:me à l'huile de requin ct qu'il exhibc seulemcnt à scs plus intimes.

Il apparaît hl, se rongcant. un poing dans un mastie de bitume, de t.erre d'ombre et dc earbonatc de plomb, fixant Ie speetateur de dcux ycux tcrribles, sanguino­lents à force d'intensité. Quand on n'a pas vu cda, on n'a rien vu. C'est la première manière de notrc hb'os, lequel voulut être peintrc, longtemps avant de sc scntir éerivain et qui, ma foi ! cût óté dans ses tableaux prl'ei­sément cc qu'il cst dans ses effroyables livrcs, Ie soycux molosse et Ie cannibalc céleste que nou., admirons,

Page 143: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 125

Les yeux de ce portrait, obsédants au point d'étonner un virtuose dc mon acabit, ne furent jamais, il est vrai, ces yeux d'une invraisemblable douceur que le créateur des volcans et des luminaires alluma sous son front morose pour la confusion des imbéciles.

Ils ont suffi, néanmoins, pour déterminer une ressem-blance extraordinaire que la plus audacieuse longévité DC parviendrait pas h démentir, parce qu'ils sont les yeux de son 'Arne, les vrais yeux de sa profonde Arne éternellement affamée de pressentiments divins.

Evidemment, lorsqu'il exécuta cette exorbitante effigie, son instinct de séquestré au milieu des gouffres l'avertis-sait déjà de son exécrable dcstin

Ici on amassing les grands hommes. Paris, Mercure de France. 1895. Van dit boekje, waa,rin een portret en een handschrift van Ernest Hello werden opgenomen, zijn 243 exemplaren op gekleurd en 9 op Japansch imperiaal papier gedrukt. Het beslaat slechts 32 bla,dzijden en is met drie vignetten van Bloy verlucht.

Een beoordeeling van den grooten katholieken schrijver Ernest Hello en een protest tegen degenen, die hem van zijn schoonste glorie berooven, hetzij bewust, hetzij onbewust.

LÉON BLOY 125 -----------

Les yeux de ce portrait, obsédants au point d'étonner Uil virtuose de mon acabit, ne furent jamais, il est vrai, ees yeux d'une invraisemblable douceur que Ie créateur des volcans et des luminaires alluma sous son front morose pour la confusion des imbéciles.

lIs ont suffi, néanmoins, pour déterminer une ressem­blance extraordinaire que Ia plus audacieuse longévité ne parviendrait pas à démentir, parce qu'ils sont les yeux de son àme, les vrais yeux de sa profonde ame éternellement affamée de pressentiments divins.

Evidemment, lorsqu'il exécuta cette exorbitante effigie, son instinct de séquestré au milieu des gouffres l'avertis-suit déjà de son exécrable destin ...... "

lei on OS8f188ine les grandB homme8. Paris, Mercure de France. 1895. Van dit boekje, waarin een portret en een handschrift van Ernest Hello werden opgenomen, zijn 243 exemplaren op gekleurd en 9 op Japansch imperiaal papier gedrukt. Het beslaat sleohts 32 bladzijden en is met drie vignetten van Bloy verlucht.

Een beoordeeling van den grooten katholieken schrijver Ernest Hello en een protest tegen degenen, die hem van zijn schoonste glorie berooven, hetzij bewust, hetzij onbewust.

Page 144: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

126 LkoN BLOY

La Femme Paurre. Episode contem-pora,in. Paris, Mereure de Franco. 1897. ECU. boekwerk in 18° : een blank blad, eon voor de lijst dor werken van Bloy, een voor den titel, een voor don herhalingstitel, op de aehterzijde waar-van do mededeeling, dat vijf exem-plaren op Ja,pansch en vijftien op oud-liollandsch papier gedrukt zijn, ver-der 393 bladzijden voor voorwoord en tekst, een blad voor de in.houdsopgaaf en. twee onbedrukte biaden.

Opsehrift : Pro de fancti,v /rat ribus, propinquis et bene f artOrit

Twee romans heat Uon Bloy geschreven : „Le Dkises-pére" en „La Femme pauvre".

in beide verhaalt hij gebeurtenissen en ervaringen uit zijn eigen leven.

Wat in „La Femme pauvre" u nog heviger treft dan in de andere werken van .Bloy, dat is de smartelijke toon, die vaak tot u opklinkt uit deze wonderbare bladen.

Een droefenis, als die het katholiek officie der dooden beheerscht, beheerscht ook dezen roman, deze seherpe weêrspiegeling van hedendaagsehe ongerechtigheden en hedendaagsche zielegrootheid.

'DU de figuur der schoone Clotilde — als de Samari-taansehe van het Evangelic rijst ten slotte de kilige vrouw, de vrome Christin.

.IH[aar lijden wordt beschreven in een voortdurende stijging van schoonheid, tot het sublieme toe. Ontroe-rende aaneenschakeling van lichamelijk teed en geestelijk geluk ; indrukwekkende sehildering van de ellenden der groote stad en de reinigende macht van hct opreehte geloof

Bloy daalt af in wat men de onderste schachten tier samenleving pleegt te noemen . . En in het voorbijgaan laat hij nu en dan de bovenste sehachi en zien . . . Tegen-stelling, die méér dan een zachte a,anklacht is.

126 LÉON BLOY

La Fen~'nw PaunTf). Episode contom~ porain. Paris. MorclIre de I'rane". IS97. Een boekwerk in ISo: een blank blad, een voor dil lijst ,J"r werken van Blo}", con voor don titel, een voor don horhalingstitel, op de achterzijde waar· van do mededeeling, dat vijf oxem­pbnm op Japans"h ell vijftien op oud-HollandHeh pajljer gedrnkt zijn, VeI"­

der :39:\ bladûjden voo,' voorwoord on tekst, eon blad voor ,10 in hOlldsopgaaf on twee onbedrukte bb,lon.

Opschrift: l'ro deinnctis !mlriIJU8, propüuzu,is p,{ b()1lf?/a.f'lnJ"il,118.

Twee romans heeft Lé~otl Hloy geschrevcn : "l,c lX ~cs­péré" en "La Femme pauvre".

In beide verhaalt hij gebeurtenissen en ervaringen uit zijn eigen leven.

Wat in "La Femme pauvre" u nog heviger treft dan in de andere werken van Bloy, dat is de smartelijke toon, die vaak tot u opklinkt uit deze wonderbare bladen.

Een droefenis, als die het katholiek officie der <looden beheerseht, beheerseht ook dezen roman, deze sc'herre weêrspiegeling van hedendaag,~che ongcreehtiglll'den en hedendaagsehe zielcgrootheid.

Uit de figuur der schoont: Clotildc --- als de Samari­taansehe van het Evangelie - rijst ten slotte de b"ilige vrouw, de vrome Christin.

Haar lijden wordt b('scltreven in een voortdurende stijging vall schoonheid, tot. het snbl ieme toe. Ontroe­rende aanC'cnschakeling van lidJallldijk leed en geestelijk geluk; indrukwekkcnde ~;{'hildering V<ln dl' ellcnden der groote stad en de reinigende macht van het oprechte geloof. ....

Hloy daalt. af in wat men de oIHlersk schachten der samenleving pleegt te noemen ... En in het voorbij~aan laat hij nn en clan de bovenste schacht en zien ... Tegen­stelling, die méér dan een zachte aanklacht is.

Page 145: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 127

Wat den vorm betreft, Bloy spreckt de volste waar-heid, wanneer hij, in het voorwoord, zegt dat dit boek „serait, sans doute, un chef d'ceuvre, si je n'en étais pas l'auteur."

Beluister de prachtige taal, waarin Bloy de geweldige levenswisselingen van Clotilde, de daden van dcn artist Pelopidas Gacougnol, de heldhaftige opofferirigen van Leopold beschrijit. En zie hem staan voor een zwakken spiegel, wanncer hij Cain Marchenoir binnenleidt in deze wereld, Marehenoir, die zijn geestelijke tweeling-broeder is.

Een onbekende missie-bisschop heeft cens diepzinnige woorden gesproken tot Clotildc, die haar leed uitschreide voor het Allerheiligste. Telkens kceren die woorden terug in het boek . En z66 scherp, z66 innig teekende liloy het tafereel van den bisschop, troostwoorden spre-kend tot de arine Clotilde, dat ook telkens, waimeer daaraan herinnerd wordt, het geheel komt te staan voor uw oogen als cen vlammende schilderij van een oud 1.-athedraalvenster.

„La Fcmmc pauvre" is een roman in den grooten stijl, cen roman met twee polen : de heiligheid en de boosheid.

De veclzijdigheid der artisticiteit van Leon 13loy zal uit volgend fragment blijken. Schrijvende over de kunst van verluchten, komt, hij tot, deze mooic digressie :

„On oublie toujours que le Moyen-Age a dure mille ans. De Clovis et d'Anastase jusqu'au Christophore, en passant par Jeanne d'Arc et le dernier Constantin, la mesure est pleine. Mille ans ! N'est ce pas inintelligible ?

Quand on nous dit clue le soleil est quatorze cent mine fois plus gros que la terre et qu'un gouffre de trcnte-huit millions de limes nous en separe, ces chiffres nous paraissent absolument denues de sens. Même obser-vation pour la durée de tellc ou tclle période historique.

LEON BLOY 127 ------------- -------

Wat den vorm betreft, Bloy spreekt de volste waar­heid, wanneer hij, in het voorwoord, zegt dat dit boek "serait, sans doute, un chef d'~uvre, si je n'en étais pas l'auteur."

Beluister de prachtige taal, waarin Bloy de geweldige levenswisselingen van Clotilde, de daden van den artist Pelopidas Gacougnol, de heldhaftige opofferingen van Léopold beschrijit. En zie hem staan voor een zwakken spiegel, wanneer hij CaÏn Marchenoir binnenleidt in deze wereld, Marchenoir, die zijn geestelijke tweeling­broeder is.

Een onbekende missie-bisschop heeft eens diepzinnige woordcn gesproken tot Clotilde, die haar leed uitsehreide voor het Allerheilig~te. Telkens kceren die woorden terug in het boek ... En zóó seherp, zóó innig teckende Hloy het tafen~el van dcn bisschop, troostwoorden spre­kend tot de arme C!otilde, dat ook telkclls, wanneer daaraan herinnerd wordt, het geheel komt te staan voor uw oogen als een vlammende schilderij van een oud kathedraalvenstpr.

"La Femme pauvre" is een roman in den grooten stijl, een roman met twee polen: de heiligheid en de hoosheid.

De veelzijdigheid der artisticiteit van l,éon Bloy zal lIit volgend fragment blijken. Schrijvende over de kunst van verlucbten, komt hij tot deze mooie digressie:

"On oublie t(llIjours que Ie lVloyen-Age a duré mille ans. ])e Clovis ct d' Anastase jusqu'all Christophore, en passant par .1 eanne d' Arc et Ie dernier Constantin, la mesure est plcinc. Mille an:; ! N'est cc pas inintclligiblc?

Qllalld m1 IWIlS dit q lIL' Ic soleil est quatOl'ze cent mille [ois plus gros que la tcrre ct qu'un g'ouffre de trente-huit rnilliol1s de lieues 1IOUS en sépare, ces chiffres nous paraissent absolument dénués dl' sens. l\1êrnc ohser­"atioll rour la duréc de tellc ou telle période historique.

Page 146: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

128 BLOY

L'homme est si surnaturel quc cc qu'il realise le moins, ce sont les notions dc temps et d'espace.

Dix siècles ! cent soixantc papes, six cent rois ou empereurs, sans comptcr les princes barbares, trente ou quarante dynasties ct peu près autant dc revolutions qu'ii y cut de batailles ! Allez done vous y reconnaitre, fussiez-vous archange !

Massacres, devastations, villes en feu, villes cn prièrc, populations suspendues A, la frangc de la robe des thau-maturges, carillons et tocsins, postes et famines, intcr-dits et tremblements, cyclones d'enthousiasme et trom-bes d'épouvante ; pas de lialte, me_lne sous les pieds des tr6nes, nul refuge certain, Illêtrle dans la Maison de Dieu ! Les Saints, il est vrai, poussent dans les mines et font ce qu'ils peuvent pour que ces jours soient abrégés, mais ce sont des jours de vingt cinq ans hélas ! et il n'en faut pas moil's de quarantc tant de souffrances furent endurées pour que vint un jour la merveilleuse passiflore du Moyen-Ago, qui s'est appelec Jeanne d'Arc, après laquelle vraiment, lc Moyen-Age pouvait bien mourir.

11 rhla cepcndant jusqu'au Christophore qui devait le porter en terre ct, seulement alors, l'abjecte modernité eut la permission d'apparaitm Mais la prise de Constan-tinople est la grande ligne de demarcation.

Le Moyen-Age sans Constantinople parut aussit6t comme un arbre immense dont on aurait tran.ché les racines. Pensez que c'était le Reliquaire du monde, l'cecu-ménique Chasse d'or et que les ossements disperses de ses vieux martyrs oil l'Esprit-Saint s'était repose parmi tant d'ingrates generations, ont pu couvrir toutes les villes de l'Occident d'une lumincuse poussière !

Elle avait beau are schismatique et très perfide, polluée d'ignominies, ruisselantc d'yeux crevés et de sang pourri, elle avait beau faire horreur aux Papes et aux chevaliers, c'était, quand même, la porte de

128 Ll:;ON BLOY

L'homme est si surnaturcl que ee qu'il r6alise Ie moins, ee sont les notions de temps et d'espaee.

Dix siècles! cent soixante papes, six cent rois ou empereurs, sans compter les prinees barbares, trente ou quarante dynasties et ~i peil près autant de róvolutions qu'il y cut de batailles! Allez done vu us y reeonllaÎtre, fussiez-vous arehange!

Massacn:s, d6vastations, villes en feu, villes en prière, populations suspendues à la frange de la robe des thau­maturges, earillons et tuesins, pcstes et [amines, intcr­dits et tremblemcnts, cyeluncs d'enthollsiasmc ct trom­bes d'épouvunle ; pas de halte, nl'~llle sous les pieds des trónes, nul refuge eertain, mêmc dans la Maison de Dieu ! Les Saints, il est vrai, poussent dans les ruines et font ce qu'ils peuvent pom' que ces jonrs soient abrégés, ma is cc sont des jours de vingt cinq aus hélas! et il n'en faut pas moins de quarante.. . . .. . ....... . tant de souft'ranees iurent endur6es pour que vînt un jour la merveiilcuse passiflore du Moyen-Agc, qui s'est appclée Jcanne d'Are, après laquellc vrairncnt, Ie Moyen­Age pouvait bi en mourir.

IJ räJa eependant jusqu'au Chri~tophore qui devait Ie porter en terre ct, seulernent alol's, l'abjeete modernité eut Ia permission d'apparaître. Mais la prise de Constan­tinople est la grande ligne de d{~mareation.

Le Moyen-Age sans Constantinople parut aussitót comme un arbre immense dont on aurait tranehé les racines. Pensez que c'était Ie Rcliquaire du monde, l'u:cu­ménique Chàsse d'or et que les osscments dispersés de ses vieux martyrs ou I'Esprit-Saint s'était reposé parmi tant d'ingrates générations, ont pu couvrir toutes les villes de I'Oceident d'une lumineuse poussière!

Elle avait beau être sehismatique ct très perfide, polluée d'ignominies, ruissclante d'yeux crevés et de sang pourri, eUe avait beau faire horreur aux Papes et aux ehevaliers, e'était, Quand même, la porte de

Page 147: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 129

Jérusalem ob les bons pécheurs avaient tous l'espoir de mourir d'amour Dites-vous . . . que les somptueuses applica-

tions d'or qui font la gloire des missels du très-vieux temps ne sont pas moins que le reflet de l'inimaginable Byzance dans le crepuscule de ces monastères de l'Ir-lande ou de la Gothic, autour desquels les loups affamés accompagnaient de leurs hurlements le chant des moines implorant Dieu pour les pélerins du Saint Tombeau . . .

L'Art de l'Enluminure fut une diffusion photogénique de Byzance A travers l'Ame rêveuse et mélancolique des Occidentaux, le miroir contre-jour, et miraculeusement adouci par une enfantine foi, de ses mosaiques, de ses pierreries, de ses palais, de ses d6mes peints, de sa Corne d'or, de sa Propontide et de son ciel. Il fut par excellence l'Art du Moyen-Age et devait nécessairement finir avec I ui 15 (bladz. 175 tot 178).

Dit boek is misschien wel het allergeweldigste van Léon Bloy.

De schitterende, ontroerende, aangrijpende bladzijden volgen elkander, — als bliksemflitsen en onweerslagen bij een hevig tempeest.

Lees zijn beschouwingen over werken van katholieke kunst (bladz. 94), zijn hartstochtelijke liefdekreten tot de middeleeuwers (bladz. 154 en volgende).

De middeleeuwers. . . . „ces hommes d'oraison, ces ignorants, ces opprimés

sans murmure que méprise notre suffisance d'idiots, portaient, dans leurs cceurs et dans leurs cerveaux, la Jérusalem céleste. Ils traduisaient, comme ils pou-vaient, leurs extases, dans la pierre des cathédrales, dans les vitraux brfilants des chapelles, sur le vélin des livres d'heures et tout notre effort, quand nous avons un peu de génie, c'est de remonter A cette source lumi-neuse."

Léon Bloy. 9

LÉON BLOY 129

Jérusalem ou les bons pécheurs avaient tous l'espoir de mourir d'amour .....

. . . . , Dites-vous... que les somptueuses applica­tions d'or qui font la gloire des missels du très-vieux temps ne sont pas moins que Ie reflet de l'inimaginable Byzance dans Ie crépuscule de ces monastères de I'Ir­lande ou de la Gothie, autour desquels les loups affamés accompagnaient de leurs hurlements Ie ehant des moines implorant Dieu pour les pélerins du Saint Tombeau ...

L'Art de I'Enluminure fut une diffusion photogénique de Byzance à travers l'ame rêveuse et mélancolique des Occidentaux, Ie miroir à contre-jour, et miraculeusement adouci par unc enfantine foi, de ses mosaiques, de ses pierreries, de ses palais, de ses dümes peints, de sa Cornc d'or, de sa Propontide et de son ciel. Il fut par excellencc l' Art du Moyen-Age et devait nécessairement finir avec lui ..... " (bladz. 175 tot 178).

Dit boek IS misschien wel het allergeweldigste van Léon Bloy.

De schitterende, ontroerende, aangrijpende bladzijden volgen elkander, - als bliksemflitsen en onweerslagen bij een hevig tempeest.

Lees zijn beschouwingen over werken van katholieke kunst (bladz. 94), zijn hartstochtelijke liefdekreten tot de middeleeuwers (bladz. 154 en volgende).

De middeleeuwers .... "ces hommes d'oraison, ces ignorants, ces opprimés

sans murmure que méprise not re suffisance d'idiots, portaient, dans leurs cceurs et dans leurs cerveaux, la Jérusalem céleste. lIs traduisaient, comme ils pou­vaient, leurs extases, dans la pierre des cathédrales, dans les vitraux brûlants des chapelles, sur Ie vélin des livres d'heures et tout notre effort, quand nous avons un peu de génie, c'est de remonter à cette source lumi­neuse."

Léon Bloy. 9

Page 148: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

130 LÉON BLOY

Lees ook die sublieme beschrijving van de gevolgen, welke een interdict voor Frankrijk zou hebben geh.ad, toen. de verdrijving der geestelijke orden van staats-wege ondernomen werd (bladz. 274 en volgende).

Le Mendiant ingrat. Journal de l'auteur 1892-1895. Brux-

elles, Deman. 1898. Een boekwerk in groot 8' : eon blad

voor de lijst der werken van den schrijver, twee bladen voor de inhouds-opgaaf, een onbedrukt blad, 447 blad-zijden voor tekst, titel, herhalingstitel, opdracht en eon lijst der namen, welke in dit boek genoemd wordon.

Van dit work zijn 10 exemplaren g?drukt op Japansch en 30 op oud-Holla,ndsch papier. Deze zija door den schrijver geteekend.

Kernspreuk : Les plus beaux noms portés par les 1)ommes furent les noms donn6s par lours ennernis.

BARBEY D 'AIJR EVILLY.

Wel gaat Léon 13loy er fier op, dat hij woorden uit den negenendertigstcn psalm „Mendicus sum et pauper" in hun volstc beteekenis over zichzelf mag neêrsehrijven.

Doch nu en dan breekt hij toch uit in luidc klachten over zijn eigen miserie.

Ziehier zijn dagboek, dat een vage aanduiding bevat van al zijn.e vrees-wekkende ellenden, gedurende vier jaren. Lichaams- en zielsellenden.

Hij legt u zijn brieven voor, hij verhaalt in pijnigend-korte zinnetjes van zijn vaak ontmoedigende becieltoch-ten, hij typeert zijne vrienden, Iiij beoordeelt zijne schrijvers-tijdgenooten, hij deelt zijne overpeinzingen mede betreffende de beilige Schriftuur en de troostvolle Liturgie.

130 LÉON BLOY

Lees ook die sublieme beschrijving van de gevolgen, welke een interdict voor Frankrijk zou hebben gchad, toen de verdrijving der geestelijke orden van staats­wege ondernomen werd (bladz. 274 en volgende) ....

Le Mendianl ingrat. Journal de l'auteur 1892-1895. Brux­

elles, Deman. 1898. Een boekwerk in groot 8°: een blad

voor de lijst der werken van den schrijver, twee bladen voor de inhouds­opgaaf, een onbedrukt blad, 447 blad­zijden voor tokst, titol, herhalingst.itel, opdracht en con lijst; der namen. welke in dit boek genoemd word"n.

V'1n dit werk zijn 10 exemplaren b,'drukt op Japansch on :~o op oud­Hollandse" papier. Deze ziJn door ([,m Hchrijvnr geteclwnd.

Kernspreuk: Les plus be,m'C noms portés par les hommos Inrent les noma donnés pJor leurs (mnemis.

BARHEY D'AuRI~VILLY.

Wel gaat Léon Bloy er fier op, dat hij 9,e woorden uit den negenendertigsten psalm "Mendieus slim ct pauper" in hun volste beteekenis over zichzclf mag neêrschrijven.

Doch nu en dan brcekt hij toch uit in luide klachten over zijn eigen miserie.

Ziehier zijn dagboek, dat een va,ge aanduidin'f, bevat van al zijne vreeswekkende ellenden, gedurende vier jaren. Liehaams- en ziclsellendell.

Hij legt u zijn brieven voor, hij verhaalt in pijnigend­korte zinnetjes van zijn vaak ontrnocdigende bedelt oeh­ten, hij typeert zijnc vrienden, hij beoonkdt /'ijne schrijvcrs-tijdgenooten, hij deelt zijJl(~ overpcinûngen mede bctrefj'ende de heilige Schriftuur en de t ro()~holle Liturgie.

Page 149: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY 131

Uit dit dagboek kunt gij Léon Bloy nog beter leeren kennen dan uit zijn ander werk ; Bloy zelf, maar ook zijn vrome vrouw.

Welk een lofzang op de armoede is dit boek ! En tegelijkertijd : welk een aanklacht, die u vaak

beschaamd maakt voor uzelf' Gevoelt gij nict, hoe waar het is wat Bloy schrijft

op 13 April 1895 : „Oui, c'est vrai, je suis plein de hainc depuis mon

enfance, et nul m'a aimé les autres hommes plus naïve-ment que je n'ai fait. Mais j'ai abliorré les choses, les institutions, les lois du monde. J'ai haï le Monde infi-niment, et les expériences de ma vie n'ont servi qu'à exaspérer cette passion."

Den twaalfden Mei van datzelfde jaar herinnert hij aan Huysmans' bock : En route, dat hij liever En panne wilde noemen :

„. . Je repense au triste livre de Huysmans qui fait quelque bruit, dcpuis deux mois. Je me rapelle qu'en un endroit, cet imprévu docteur juge médiocre le rituel du mariage, ignorant, sans doute, que le mariage est un Saerement, et même „un grand sacrement" selon saint Paul. Ailleurs, il a l'équité de condamner le roi David, et dans qucl langage ! sans soupc!onner, une minute, la majesté colossale d'un personnage que l'Es-prit-Saint nomme sans cesse le Père de Notre Seigneur Jésus-Christ. . . . Il est vrai qu'il ne faut pas demander

l'auteur des Sceurs V atard, une intelligence quelcon-que ou même une approximative notion du Livre sacré. En général, cet ap6tre semble croire que la Religion est une esthetique. Quel cerveau 55

In zijn dagboek maakt Bloy ook melding van Les Vendanges, een werk in folio, verlucht door Henry de Groux, waarvan in Maart 1894 het eerste deeltje ver-scheen : La Vigne abandonnée.

LÉON BLOY 131

Uit dit dagboek kunt gij Léon Bloy nog beter leeren kennen dan uit zijn ander werk; BIoy zelf, maar ook zijn vrome vrouw.

Welk een lofzang op de armoede is dit boek! En tegelijkertijd: welk een aanklacht, die u vaak

beschaamd maakt voor uzelf. .... Gevoelt gij niet, hoe waar het is wat Bloy schrijft

op 1:3 April 1895: "Oui, c'est vrai, je suis plein dc haine depuis mon

enfance, et nul m'a aimé les autres hommes plus naÏve­ment que je n'ai fait. Mais j'ai abhorré les choses, les institutions, les lois du monde. J'ai haï Ie Monde infi­niment, et les expérienecs de ma vie n'ont servi qu'à exaspérer cette passion."

Den twaalfden Mei van datzelfde .iaar herinnert hij aan Huysmans' boek: En route, dat hij liever Eu pan/Ie wilde noemen:

" ... Je repense au triste livre de Huysmans qui fait quelque bruit, depuis deux mois. Je me rapeIIc qu'en un endroit, eet imprévu doetcur juge médiocrc Ie rituel du mariage, ignorant, sans doute, que Ie mariage est un Saeremcnt, et même "un grand sacrement" selon saint Paul. AiIIeurs, il a l'équité de condaumer Ic roi David, et dans quel langage! sans soup~~onner, une minute, la majcsté colossale d'un personnage que I'Es­prit-Saint nomme sans eesse Ic Père de Notre Seigneur Jésus-Christ .... 11 est vrai qu'il ne faut pas demander à I'autcur des Swurs Vatard, une intelligence queleon­que ou même une approximative notion du Livre sacré. En général, eet apötre semble eroire que la Religion est une esthétique. Qucl cerveau! ..... "

In zijn dagboek maakt Bloy ook melding van Les Vendanges, een werk in folio, verlueht door Henry de Groux, waarvan in Maart 189,1, het eerste deeltje ver­scheen: La Vigne abandonnée.

Page 150: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

132 LtoN tmoy

ITit een brief aan dien kunstenaar : „Soyez un homme de prière et vous serez un homme

de paix, un homme vivant de la paix. . . ." En het slot van het dagboek ? ,C'est assez, je n'en peux plus. Allons! mangez, chiens.

Voilà ! les entrailles d'un homme . .

Le Fils de Louis XV/. Paris, Mercure de Fra-nce. 1900. Eon bock-

werk in 12° : 244 bladzijden voor titel, her- halingstitel, tekst en inhoudsopgaaf. ln het book is een portrA van Louis XVII. opgo- n.omen, eene reproductie ter grootte van hot orio"ineel, dat op zijde gedrukt _is. Van dit

zijn. 3 exemplaren op Jaiparisch, 3 op Chincesch en 20 op oud-Ilioliandsch papier gedrukt. Kernspreuk : Liber scriptus orat intus et foris. -Et soriptae erant in co lamenta- tiones et carmen, et vae. (Ezechiel II, 10.)

Over Lodewijk XVII zijn vele boeken geschreven. De voornaamste twee : Un crime politique door Otto

Friedrichs, en Le dernier Roi légitime de France door Henri Provins leverden aan. Léon Bloy de stof voor zijne beschouwingen.

Deze droeg hij op aan Otto Friedrichs „qui fait, depuis vingt a,ns, l'aum6ne de son Arne au pauvre Louis XVII, dernier Roi de France".

Over Lodewijk XVII, wiens stoffelijk overschot te Delft begraven werd, is ook hier te lande veel gespro-ken en geschreven.

Men kent het grafschrift :

ICI REPOSE

LOUIS XVII

CHARLES-LOUIS, DUC DE NORMANDIE

ROI DE FRANCE ET DE NAVARRE

Nt A VERSAILLES, LE 27 MARS 1785 MORT A. DELFT, LE 10 AOUT 1845.

132 LÉON nLOY

Uit een brief aan dien kunstenaar: "Soyez un homme de prière ct vous screz un homm('

de paix, un homme vivant de la paix .... " En het slot van het dagboek? "e'est assez, je n'en peux plu1>. Allons ! mangez, ehiens.

Voilà I les entrailles d'un homme .... "

Le Fils dr Lonis XV [. Paria, Mercure de Franco. ]900. Een boek­

werk in 12Q : 244 bladzijden voor titnl, her·

haJingstitel, tokst en inhoudaopg,\af. In het boek ia een portr,·t van Louis XVII opgo­nomen, eene reproductie ter gJ'OO1,te van het origineel, dat op zijde gedrukt is. Van dit werk zijn :l exmnplaren op Jap~msch, 3 op Chineesch en 20 op oud·Holl:mdsch papier gedrukt. Kernspreuk: Liber script,us orat intus et foris. Et scriptao erant, in eo lamenta­tionos et carmen, ot vae. (Ewchielll, Hl.)

Over Lodewijk XVII zijn vele boeken geschreven. De voornaamste twee: Un crime politique door Otto

Friedrichs, en Le dernier Roi légitime de Ji'rance door Henri Provins leverden aan Léon Bloy de stof voor zijne beschouwingen.

Deze droeg hij op aan Otto Friedriehs "qui fait, depuis vingt ans, l'aumone de son àme au pauvre Louis XVII, dernier Roi de France".

Over Lodewijk XVII, wiens stoffelijk overschot te Delft begraven werd, is ook hier te lande veel gespro­ken en geschreven.

Men kent het grafschrift:

ICI REPOSE

LOUIS XVII CHARLES-LOUIS, DUC DE NORMANDm

ROl DE FRANCE ET DE NAVARltE

NÉ AVERSAILLES, LE 27 MARS 1785 HORT À DELFT, LE 10 AOUT 1845.

Page 151: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 133

„Telle, zegt Bloy, est l'épitaphe offerte A, l'étonnement du voyageur, sur la dalle d'une humble tombe, dans le cimetière de la petite ville de Delft, en Hollande, l'unique pays de ce monde oil le fils de Louis XVI ait été reconnu pour ce qu'il était.

Et voilA, tout. // n'y a pas de Croix. L'Orphclin des Majestés Très-Chrétiennes n'a pas obtenu cette aum6ne. Il dort comme il peut, depuis cinquante-cinq ans, privé de ce Signe de Propitiation et de Royauté que ses amis, témoins pourtant de sa religieuse mort, ont inexplica-blement refusé sa sépulture."

Bloy verhaalt de treurigc geschiedenis van den zwer-venden Koning, in een dertiental geweldige hoofdstukken, welker titels zoo veelzeggend zijn, als : le Roi lant4me, les Lys de France, enz.

In het dertiende hoofdstuk : Requiescat, verklaart Bloy, waarom hij over den zoon van Louis XVI heeft willcn schrijven :

„Le personnage m'é IAA pas sympathique, je tiens déclarer cela et j'ai beaucoup hesité, même après que

j'étais parvenu A, me &cider complètement

J'ai parlé de Louis XVII, bien ou mal, comme j'ai pu le faire, pour me séparer une fois de plus des imbéciles, des liiches, des domestiques ; pour aceomplir en une fw,;!on spirituelle le précepte evangélique de visiter les captifs et de reeueillir ceux qui ont besoin d'hospitalité ; enfin pour delivrer ma conscience qui me fatiguait de ses cris et ne pas mourir comme les canailles sans langue ni cceur qui se sont tués, même au moment de paraitre devant Dieu

Ecartant toute autre pensée que celle des souf-frances de cet homme qu'il avait plu Dieu de piler dans un mortier en expiation des crimes de sa Race, j'ai posé devant mon Arne les petits cercueils de mes enfants morts de ma misére et j'ai songé A, mon exil,

LÉON BLOY 133 ----------------- ----.--_._-------

,;felle, zegt Bloy, est l'épitaphe offerte à l'étonnement du voyageur, sur la dalle d'une humbie tombe, dans Ie cimctière de la petite ville de Delft, en Hollande, l'unique pays de ce monde 011 Ie fils de Louis XVI ait été reconnu pour ce qu'il était.

Et voilà tout. II n'y a pas de Croix. L'Orphelin des Majestés Très-Chrétiennes n'a pas obtenu eette aumone. Il dort comme il peut, depuis cinquante-cinq ans, privé de ce Signe de Propitiation et de Royauté que ses amis, témoins pourtant de sa religieuse mort, ont inexplica­blement refusé à sa sé>pulture."

Bloy verhaalt de treurige geschiedenis van den zwer­venden Koning, in een dertiental geweldige hoofdstukken, welker titels zoo veelzeggend zijn, als: Ze Roi tantóme, les Lys de France, enz.

In het dertiende hoofdstuk: Requiescat, verklaart Bloy, waarom hij over den zoon van Louis XVI heeft willen sehrijven:

"Le personnage He m'{,tait pas sympathique, je tiens à dé>elarcr eeht et j'ai beaucoup hésité, même après que j'étais parvenu à me déeider complètement .

J'ai parlé de l,ouis XVII, bien ou mal, eomme j'ai pu Ie faire, pour me séparer ulle fois de plus des imhéeiles, des laehes, des domestiques; pour aeeomplir en une fa~on spirituelle Ie préeepte évangélique de visiter les captifs et de rl'eueillir eeux qui ont besoin d'hospitalité ; enfin pour délivrer ma eOllseience qui me J"atiguait de ses cris et ne pas mourir comme les canailles sans langue ui ea,nr qui se sont tllés, même au moment de paraître devttllt Dieu .....

"" .... Ecartant toute autrc pcnsée que cellc des souf­frances de cet homme qu'il avait plu à Dieu de piier dans un mortier en cxpiation dcs crimes de sa Race, j'ai posé devant mOl! àme les petits eercucils de mes enfants morts de ma misère et j'ai songé à mon exil,

Page 152: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

184 LP,ON BLOY

moi, mon abandon, A la haine diabolique dont les eontemporains rétribuent, en ma personne, depuis tant d'années, le seul écrivain qui osc dire quelque chose . . . . Alors, je me suis trouvé au diapason,-

e m' accuse. Paris, Maison d'Art. 1900. 1 ■]en bock-

work in 12° : groot 1.77 blzAzijden. Van dit werk zijn 10 exemplaren gedrukt op Japansch imperiaal pa-pier en 20 op oud-.11 °Handsel]. L6on I>loy hoeft het zelf verlucht. !n de tweed° uitga,ve een merkwaardig zelf-portret van L6on Bloy op aehttienja,rigen leeftijd, met dit ondersehrift : „Promes-ses d'un beau visage. Nov. 180."

!H:mile Zola bracht half-Europa in opschudding door een nieuwen roman, met den naam waarvan deze blad-zijde niet behoeft tc worden bedrukt.

Léon Bloy, lijdend in zijn Deensche ballingschap, zag zich. gedwongen zijn sombere dagen in het hooge Noor-den nog triestiger te maken door de lezing Vail da,t Frankrijk-onteerende product. En dag aan dag hield hij aanteekening van zijne ergernissen, nog vermeerderd door den walm van het vuil, dat tiidens de Dreyfus-af-faire naar boven woelde.

In zijn Journal (1904) beeft Léon Moy zelf de wording van zijn anti-Zolaistisch pamflet beschreven. Daarin ook vindt gij het voorspel --- een tempeest als de Egyp-tisehe bloedregen ! — van den storm, dien 13loy tegen den Parijschen schrijver zou laten uitgieren.

ore m'accuse heeft aanvankelijk den gewonen lijdens-weg van Bloy's handschriften gevolgd. De eene uitgever achtte het te zeer van literaire beteekenis ; de andere weigerde het. wijl hij . slechts werken van !iteraire beteekenis wensehte uit te geven.

134 L};ON BLOY

à moi, h mon abandon, I't la haine diabolique dont les contemporains rétribuent, en ma personne, depuis tant d'nnnées, je seul éerivain gui ose dire ql1c1quf' chose .... Alors, je me suis trouvé au diapason:'

Je rn ~ aCC'U8C.

Paris, Maison tl'Art. WOU, Eon boek­werk in J:J0: groot 177 hl"tlzijd('IL Va.n dit werk zIJn [I) c"",nplarull gedrukt op ,Japansch imperiaal papier en :JO ol' olld-lloll"Jldsch, },,'Oll Bloy heeft bet zelf H'l'Jucht, ! n de tweed" uitg'IVc een mcrkwi1"rdig zelf-parket. van Léon Blo:: op i1chHirmjarigen leeftijd, mot (W. o:Ic!",'schril'1: "l'roUl('S­ses tl'llIl beau yisa.gü. N ov. L~:():~."

::';milp Zola bracht. half-Europa in opschudding door eeH nieuwen romalJ, met dell Ilaalll waarvall deze blad­zijde niet behoeft te worden bedrukt.

Léon BIoy, lijdend in 7:ijn IkellsetH' ballingsehap, ,,;ag zich gedwongen zijn sombere dagen iJl het hooge Noor­den nog triestiger te llIaken dool' de le7:ing ,'an dat :Frankrijk-ollteerende product. En dag aan dag hield hij aanteekcning van zijne ergernissen, !log V('I'llh'Crderd door den walm van het yuil, dat tijdclis de l>reyfus-af­faire naar boven woelde.

111 zijn .Journal (:l n(4) llcert Lron Bloy zelf de wording van 7:ijn anti-Zolaïstiseh pamflet heschreven. Daarin ook vindt gij het voorspel -- een tempeest als dl' Egyp­tische bloed regen ! -- van den storm. dien Bloy tegen den Parijschcn schrijver Wil laten uitgieren.

Je 111' accuse heeft aanvankelijk dcn ,geWOIl('n lijdens­weg van Bloy's handschriften gevolgd. De ceIJe uitgever achtte het te zeer van literaire hcte,f'kenis: de andere wei;~erdc het, wijl hij. ,. slechts werKen van ~itcraire

bet('ekenis wellsehte uit te geven.

Page 153: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 135

„Allen sterven van bewondering voor mij, riep Bloy, en ik sterf van . . . . iets anders."

Ziehier een fragment uit dit boek, dat tijdens de Europeesche Zola-orgie vergeten en niet-gelezen werd

„Je m'accuse. . . . très humblement et très douloureu-sement d'avoir, en 1889, le 21 janvier, publié au Gil-Blas un article sot oil je prostituais le nom d'„Antée" h, Emile Zola, supposant une grandeur, — matérielle seulement, il est vrai cet avorton.

C'était trop, mille fois, je le confesse et mon repentir est sincère.

Sans doute, l'ignominie excessive des dernières ceuvres n'avait pas encore éclaté. Mais n'était-ce pas assez des antérieures ordures ?

Pour tout dire, je suis d'autant moins excusable que je ménageais ainsi, pour la première et dernière fois, une situation fort pr(caire au journal immonde qui m'em-ployait.

Que ecla soit dit enfin pour que cs confrères excellents, qui passent leur vie sur le trottoir, sachent quel point je suk leur semblable" .

E xégèse d,es lieux-communs. Paris. Mercure de France. 1902.

Een boekwerk in 12° : een wit blad, 304 bladzijden voor titel, herhalings-titel, opdracht, tekst, inhoudsopgaaf en mededeeling van den drukker, waarna nog een wit blad.

Van dit werk verschenen 3 exem-plaren op Japansch en twaalf op oud-Hollandsch papier.

Kernspreuk : lls ne mouraient pas tous mais tous (Staient frappés.

Ilenï' Martineau is van meening, dat dit boek ongetwij-feld zoowel hct meest oorspronkelijke als het minst begrepene van Léon 13loy moet worden genoemd.

LÉON BLOY 135

"Allen sterven van bewondering voor mij, riep Bloy, en ik sterf van. . . . iets anders."

Ziehier een fragment uit dit bock, dat tijdens de Europeesche Zola-orgie vergeten en niet-gelezen werd:

"Je m'accuse .... très humblement et très douloureu­sement d'avoir, en 1889, Ie 21 janvier, publié au Gil­Blas un articlc sot ou je prostituais Ie nom d'"Antée" à Emilc Zola, supposant une grandeur, -- matérielle seulement, il est vrai--- à eet avorton.

C'était trop, mille fois, je Ie confcssc et mon repentir est sincèrc.

Sans doute, l'ignominie excessive dcs dernières reuvres n'avait pas encore t'claté. Mais n'était-ce pas assez des antérieures ordures '(

POUl' tout dire, je suis d'autant moins excusable que je ménageais ainsi, pour la première et dernière fois, unc situation fort précaire au journal immonde qui m'em­pl()~Tait .

qlw cela soit dit enfin pour que les confrères excellents, qui passcnt leur vie SUl' Ic trottoir, sachent '1 quel point je suis leur semblable" ....

Exégèse des lieux-communs. Paris. Mercure de France. 1902.

Een boekwerk in 12°: een wit blad, 304 bladzijden voor titel, herhalings­titel, opdracht, tekst, inhoudsopgaaf en mededceling van den drukker, waarna nog een wit, blad.

Van dit werk verschenen 3 exem­plaren op Japansch en twaalf op oud­Hollandsch papier.

Kernspreuk: 1\s ne mouraient pas tous mais tous étaient frappés.

Rent> Martineau is van meening, dat dit boek ongetwij­feld zoowcl het meest oorspronkelijke als het minst begrepene van Léon Bloy moet worden genoemd.

Page 154: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

136 LÉON BLOY

Hier treft gij Bloy in al zijn hevigheid en al zijn zacht-heid, in zijn bijtende ironie en zijn vroolijke verachting. De meest verscheiden middelen gebruikt hij, om zijn gedachte te vertolken. Nu eens spreekt hij in verhalen-den vorm, dan weer stijgt hij tot de hoogte der prophetie. Enkele regelen volstaan., om de cene gemeenplaats te verklaren met haar consequenties en h.aar gebruik ; voor den uitleg eener andere heeft hij een geheel verhaal noodig.

Léon Bloy schreit, lacht, toornt of haalt zijn schou-ders op. Hoe zijn houding ook zij, steeds vindt hij het juiste, treffende woord, om zijn ineening kenbaar en begrijpelijk te makcn.

Een voorbeeld :

„Qui n'entend qu'une cloche n'entend qu'un son.

Il semble puéril de conclure que le mêmc individu qui entendrait une dizaine de cloches, par exemple, entendrait une dizainc de sons differents et antipathiques les uns aux autres. Pourtant c'est exactement ce que le Bourgeois veut dire.

Au fond, il lui faut des cloches contradictoires, des cloches qui hurlent de sonner ensemble, des cloches sourdes qui ne s'entendent pas elles-mêmes. L'harmonie surnaturelle des carillons de nos églises l'exaspère et l'idiotifie. Observez-le, un jour de grande fête, au moment

les cloches sonnent toute volée. \Toils sentirez. vous verrez en lui la présence d'une bête qui se retourne et qui tressaille.

Les cloches bénies vont atteindre, jusque dans les entrailles dc cet homme, on ne sait quelles appétences mystérieuses vers l'anarchie. Car tel est le secret du Bourgeois. Il est anarchiste, mystérieusement, --- dans les profondeurs.

Par là s'explique sa haine des cloches, lesquelles ne

136 LÉON BLOY

Hier treft gij Bloy in al zijn hevigheid en al zijn zacht­heid, in zijn bijtende ironie en zijn vroolijke verachting. De meest verscheiden middelen gebruikt hij, om zijn gedachte te vertolken. Nu eens spreckt hij in verhalen­den vorm, dan weer stijgt hij tot dc hoogte der prophetie. Enkele regelen volstaan, om de eene gemeenplaats te verklaren met haar consequenties en haar gebruik; voor den uitleg eener andere heeft hij een geheel verhaal noodig.

Léon Bloy sehreit, lacht, toornt of haalt zijn schou­ders op. Hoe zijn houding ook zij, steeds vindt hij het juiste, treffende woord, om zijn meening kenbaar en begrij pelijk te maken.

Een voorbeeld:

"Qui n'eniend qu'une cloche n'eniend qu'un son.

Il semble puéril de eonelure que Ie même individu qui entendrait une dizaine de cloches, par exemple, entendrait une dizaine de sons différents et antipathiques les uns aux autres. Pourtant e'est exacternent ce que Ie Bourgeois veut dire.

Au fond, il lui faut des cloehes eontradietoirf's, des cloches qui hurlent de sonner ensemble, des cloches sourdes qui ne s'entendent pas elles-mêmes. L'harmonie surnaturelle des carillons de nos églises l'exaspère et !'idiotifie. Observez-Ie, un jour de grande fête, au 1I1OIIJent ou les cloches sonnent à toute volée. Vous scntircz. vous verrez en lui Ia prósenee d'une bête qui se reto\ll'ne et qui tressaiIle.

Les cloches bénies vont atteindre, jusque dans les entrailles de eet homme, on ne sait queUes appétences mystérieuses vers l'anarchie. Car tel est le seerct du Bourgeois. Il est anarchiste, mystérieusement, .. _- dans les profondeurs.

Par lil s'expliquc sa haine des eloehcs, lesquellcs ne

Page 155: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 137

peuvent être consacrées que par un Ev6que, annoncia-teur et démarcateur d'Unité divine.

Une cloche unique, un son unique, auraient trop l'air de venir du ciel, ct c'est pour cela qu'ils font peur."

Deze serie bevat honderd drie en tachtig gemeen-plaatsen, welke door Bloy van seherpe, ironische en sar-castische glossen worden voorzien.

In aansluiting daaraan publiceerde hij eene tweede reeks, welke met de eerste een geheel vormt. Afwijkende van onze chronologische orde geven wij haar derhalve hier eenc plaats :

Exégèse des lieux-communs. Deuxième série. Paris. Mercure de

France. 1913 Een boek;verk in. 12° : COT1 wit blad, 238 bladzijden voor titel, herhalingstitel, opdracht, tekst, inliouds-opgaaf en mededeeling van den drukket-, waarna nog een wit blad.

Van dit werk verschenen 5 exemplaren op imperiaal papier en 27 op oud-Hol-landsch.

Kernspreuk : Omnia arbitror ut sercora, ut Christum lucrifaciam. Philip. III, 8.

Deze reeks doet in geen enkel opzicht voor de vorige onder.

Om Léon Bloy als portrettist te doen kennen dit frag-ment uit „ Une vie édifiante", waar hij het heeft over een bigotte vrouw, mlle Purge :

„Pour cc qui est de sa figure ou plutól de l'expression de sa figure mouvante comme un kaleidoscope, c'est un tel conflit de hargne et de componction, un si furieux mélange de phmoison et de vinaigre, de bénédictine et de pétrole, qu'il est impossible de la finer avec précision. Un instantané de cette personne indéfinissable donnerait aux imaginatifs la sensation d'un étalage confus de bazar métropolitain tous les articles seraient hors de prbc

LÉON HLOY 137

peuvent êtrc consacrées quc par un Evêque, annoncia­teur et démarcateur d'Unité divine.

Une eloche unique, un son unique, auraient trop l'air de venir du ciel, ct c'est pour cela qu'ils font peur."

Deze serie bevat hondcrd drie en tachtig gemeen­plaatsen, welke door Bloy van schcrpe, ironische en sar­castische glosscn worden voorzien.

In aansluiting daaraan publiceerde hij eene tweede reeks, welkc met de eerste ccn geheel vormt. Afwijkende van onze chronologische orde geven wij haar derhalve hier eene plaats:

EX&Jèse des lieux-communs. Dcuxième série. Paris. Mercure de

Franco. 1913 Een boekwerk in 12°: cen wit blad. 238 bl:ulzijden voor titel. herhalingstitel, opdracht, tekst, inhouds­opgaaf "n mededeeling van den drukke,', w,mrna nog con wit blad.

Van dit werk verschen,m;; exem plaren op imperiaal papier en 27 op oud-Hol­landsch.

Kernspreuk: Omnia arbitror ut séercora. ut Chri"tum lucrifaci.1m. Philip. 111, 8.

Dcze reeks doet in geen enkel opzicht voor de vorige onder.

Om Léon Bloy als portrcttist te doen kenncn dit frag­ment uit" Une vie édijiante", waar hij het heeft ovcr een bigotte vrouw, mllc Purge:

"Pour ce qui est dc sa figure ou plutöt dc l'expression de sa figurc mouvante eomme un kaleidoscope, c'est un tel conflit dc hargne ct dc componction, un si furieux mélange de pàmoison et de vinaigre, de bénédictine et de pétrole, qu'il cst impossible de la finer avec précision. Un instantané de ectte pcrsonne indéfinissable donnerait aux imaginatifs la sensation d'un étalage confus de bazar métropolitain ou tous les artieles seraient hors de prix

Page 156: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

138 LÉoN BLOY

et devant lequel les marchands dcs quatre-saisons, pourchasses par les sergots, s'arrêteraient commc putre-fiés de stupeur."

Beide boeken zijn een geweldige aanklacht tegen den bourgeois, gelijk deze zich uit en zich gedraagt in alle landen van Europa, in alle landen der wereld.

De bourgeois met zijn zelfgenoegzaamheid en zijn teemerige machtspreuken is de roestige rem voor fate groote ondernemingen, voor de werken der groote denkers cn schrijvers.

De beteekenis van beide werken is zeer juist en fraai geteekend in „De Maasbode" van 2 Januari I 91 4 (Ochtbl. 2c blad).

Aldus : .,Wanneer men de exeg,ese van deze :300 gemeen plaatsen

leest, dringt zich onwillekeurig de vergelijking van Bloy met Samson en van de Philistijnen met de bourgeois op. Het 'hock der Reenters (XV, 3 v. v.) verhaalt : „Doch Sa,mson antwoordde hem : Van heden af zal ik greene schuld hebben tegenover de Philistijnen ; want, ik zal ulieden kwaad dom. En hij ging hem_ en ving, driehon-derd vossen en hij bond ze staart aan staart en fakkels bond hij in het midden vast, die hij aanstak ; en hij liet ze los, zoodat zij verschillendc richtingen uiteen-liepen. En zij liepen aanstonds in de korenvelden der Philistijnen. En toen daa,rin brand ontstond, verbrand-den zoowel de reeds saamgebrachte graanvruchten als die nog op de halmen stonden ; en zelfs vernielde de vlam ook de wingerden en olijfgaarden".

Dezelfde strafoefening houdt Bloy in zijne „Exegèse" : hij ook vangt driehonderd vossen in den vorm van drie-honderd spreekwoorden uit het vocabularium van den bourgeois, hij bindt aan hunne staarten de fakkeis zijner exegetische bijschriften en -,j aag ze dan de zelf-genoegzame korenvelden van het bourgeois-volk in.

138 LÉON llLOY ---------------- -----------

et devant lequel les marchands dcs quatre-saisons, pourehassés par les sergots, s'arrHeraient commc putré­fiés de stupeur."

Beide boeken zijn een geweldige aanklacht tegen den bourgeois, gelijk deze zich uit en zich gedraagt in alle landen van Europa, in alle landen der wereld.

De bourgeois met zijn zelfgenoegzaamheid en zijn teemerige machtspreuken is de roestige rem voor alle groote ondernemingen, voor de werken der groote denkers en sehrij vers.

De beteekenis van beide werken is zeer juist en fraai geteekend in "De Maasbode" van 2 Januari] 914 (Oehtbl. 2e blad).

,'\ldus: "VVanneer men de exegese van deze :300 gemeenplaatsen

leest dringt zich onwillekeurig de vergelijking van moy met Samson en van de Philistijnen met de bourgeois op. Het boek der Rechters (XV, 3 v. v.) verhaalt: "Doch Samson antwoordde hem: Van heden af zal ik geene schuld hebben tegenover de Philistijnen; want ik zal ulieden kwaad doen. En hij ging heen en ving driehon­derd vossen e11 hij bond ze staart aan staart en fakkels bond hij in het midden vast, die hij aanstak; en hij liet ze los, zoodat zij in verschillende richtingen uiteen­liepen. En zij liepen aanstonds in de korenvelden der Philistijnen. En toen daarin brand ontstond, verbrand­den zoowel de reeds saamgebrachte graanvruchten als die nog op de halmen stonden; en zelfs vernielde de vlam ook de wingerden en olijfgaarden' '.

Dezelfde strafoefening hOlHlt Bloy in zijne "Exi'gèse" : hij ook vangt driehonderd vossen in den ,"orm van drie­honderd spreekwoorden uit het voeabularium van den bourgeois, hij bindt aan hunne staarten de fakkels zijner exegetische bijschriften en jaagt ze dan de zelf­genoegzame korenvelden van het bourgeois-volk in.

Page 157: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 139

En ook hier spaart het vuur niets, ook hier brengt het schrik en angst onder de bourgeois, zoodat zij als de Philistijnen „stupentes suram femori imponerent — van ontzetting de kuit over de dij wierpen." "

Les Dernières Colonnes de l' Eglise. Paris, Mercure de France. 1903. Een

boekwerk in 12° : 1 wit blad, 222 bladzij den v oor tit el , herhalingstitel, op draeht, tekst en inhoudsopgaaf, en. een wit blad.

Van dit werk zij n 12 exemplaren gedrukt op oud-Hollandsch pa,pier.

Léon Bloy heeft in zijn vaderland ruimschoots de gelegenheid gehad, om zich te overtuigen van de inzin-king niet des geloofs ! maar dergenen, die beweren, het christelijke, het katholieke geloof te belijden.

In zijn dagboeken heeft hij getuigenis gegeven van zijne ervaringen, getuigenis, die vaak klinkt als een

odsklok. Indien er één in Frankrijk is, die z66 spreken mag,

clan is het wel Léon Bloy, in zijn absolute naleving van de Evangelische voorschriften, zijn trouwe opvolging van het „Nolite conformari huic saeculo !"

Wat heeft deze hartstochtelijke beminnaar van zijn va derland zien gebeuren ?

In den spiegel der historic zag hij de voltooiing der revolutie, — juister gezegd, de afbrokkeling en het verval der maatschappij, die door de revolutie was on dermijnd.

Hij zag de ellenden, welkc de katholieke kerk te ver-duren had . . . van harc eigen kinderen.

Hij zag hoe het moderne heidendom aldoor meer volgelingen verkreeg en het paganisme zijn vangarmen

LÉON BLOY 139

En ook hier spaart het vuur niets, ook hier brengt het schrik en angst onder de bourgeois, zoodat zij als de Philistijnen "stupentes suram femori imponerent - van ontzetting de kuit over de dij wierpen.""

Les Dernières Colonnes de l' Eglise. Paris. Mercure de Franco. 1903. Een

boekwerk in 12°: 1 wit blad, 222 bladzij don voor titel, herhalingstitel, opdracht, tekst en inhoudsopgaaf, en een wit blad.

Van dit werk zijn 12 exemplaren gedrukt op oud-Hollandsch papier.

Léon Bloy heeft in zijn vaderland ruimschoots dl' gelegenheid gehad, om zich tc overtuigen van de inzin­king - niet des geloofs ! - maar dergenen, die beweren, het christelijke, het katholieke geloof te belijden.

In 7.ijn dagboekcn heeft hij getuigenis gegeven van zijnc ervaringen, gctuigenis, die vaak klinkt als een doodsklok.

Indien er één in Frankrijk is, die zóó spreken mag, dan is het wel Léon Bloy, in zijn absolute naleving van de Evangelische voorschriftcn, zijn trouwe opvolging van het "Nolite conformari huic saeculo !"

Wat heeft deze hartstochtelijke beminnaar van zijn vaderland zien gebeuren?

In den spiegel der historie zag hij de voltooiing der rc\'olutie, - juister gezegd, de afbrokkeling en het verval der maatschappij, die door de revolutie was ondermijnd.

Hij zag de ellenden, welke de katholieke kerk te ver­duren had ... van hare eigen kinderen.

Hij zag hoe het moderne heidendom aldoor meer volgelingen verkreeg en het paganisme zijn vangarmen

Page 158: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

140 LÉON BLOY

uitsloeg tot in de kringen, vvaar men in naam het geloof beleed.

Léon Bloy wist, dat hct gebouw der katholicke kcrk niet wankelen kon, kenncr en begrijper als hij is van de eeuwige beloften. Des te smartelijker greep hem de dwaas-held zijner tijdgenooten aan, dic in hun kleingeloovig-heid het gebouw der kerk meenden te schragen door eenige schrijvers, uit het paganisme tot, hen gekomen, als nieuwe pijlers en onwankelbare kolommen tc beschouwen.

Léon 13loy kende hen, die schrijvers, en hij wist méér van hun geestelijke gesteltenis en waarde dan de laffe vleiers, die hen omringden en bewierookten.

Had Bloy zelf niet jaren en jaren gebeden voor Huysmans' bekeering ? . Had hij Huysmans niet persoonlijk lecren kennen in de kringen der Parijsche beroemdheden ? . . .

Het was te voorzien, dat Bloy, eenmaal sprekende uit de bitterheid zijns harten, klachten over de wereld slin-geren zou, als sinds langen tijd niet meer waren gehoord.

Die klachten werden het boek Les dernières colon-nes de l'Eglise.

Francois Coppee, père Didon, Brunetièrc, J. K. Huys-mans, Paul Bourget en eenige anderen zijn dc pijlers . . . .

Na zijn vrecselijk, gewcldig werk te hebben verricht — werk, dat hemzelf meermalen moet hebben gepij-nigd, — komt Bloy als het ware tot berusting. -

Dan komt hij v66r u staan „Le mendiant prie au seuil de l'Eglise, en gij hoort hem bidden :

9,Jc crie done vcrs vous, Seigneur ! Est-il croyable que vous habitiez encore une demeure que ces misérables disent la v6tre et qu'ils prétendent soutenir comme dcs piliers inébranlables ? Donnez-moi la force d'un Samson pour jeter une fois par terre cette eaverne de voleurs et d'imbéciles plus impitoyables que des assassins.

Alors, 45 Saint-Saerement, vous irez par les ehemins et par les champs, porté dans les cocurs brfilants et

140 LÉON BLOY

uitsloeg tot in de kringen, waar men in naam het geloof beleed.

Léon Bloy wist, dat het gebouw der katholieke kerk niet wankelen kon, kenner en begrijper als hij is van de eeuwige beloften. Des te smartelijker greep heITI de dwaas­heid 7,ijner tijdgenooten aan, die in hun klcingdoovig­heid het gebouw der kerk meenden te schragen door eenige schrijvers, uit het paganisme tot hen gekomen, als nieuwe pijlers en onwankelbare kolommen te beschouwen.

Léon Bloy kende hen, die schrijvers, cn hij wist móér van hun geestelijke gesteltenis en waarde dan de laffe vleiers, die hen omringden en bewierookten.

Had Bloy zelî niet jaren en jaren gebeden voor Huysmans' bekeering?.. Had hij Huysmans niet persoonlijk lecren kennen in de kringen der Parijsehe beroemdheden? ...

Het was te voorzien, dat Bloy, eenmaal sprekende uit de bitterheid zijns harten, klaehten over de wereld slin­geren zou, als sinds langen tijd niet meer waren gehoord.

Die klaehten werden het boek Les dernières eolon­nes de Z' Eglise .

. François Copp(~e, père Didon, Brunctière, J. K. Huys­mans, Paul Bourgct en eenige anderen zijn de pijlers ....

Na zijn vreeselijk, geweldig werk te hebben verricht - werk, dat hemzelf meermalen moet hebben gepij­nigd, - komt Bloy als het ware tot berust.ing.

Dan komt hij vóór u staan "Le mendiant prie au seuü de l' Eglise, en gij hoort hem hidden:

"Je erie done vers vous, Seigneur! Est·il eroyable que vous habitiez eneore une demeure que ees misórables dis ent la votre et. qu'ils prétendent soutenir comme des piliers inébranlables ? Donnez-moi la foree d'un Samson pour jetcr une fois par terre eette eaverne de voleurs et d'imbéeiles plus impitoyables que des assassins.

Alors, ó Saint-Saerement, vous irez par les chemins et par les ehumps, porté dans les eoeurs brülants et

Page 159: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLO Y 141

pantelants de quelques lapidés qui seront vos pauvres et qui vous délèguerez votre pouvoir. Et comme l'heure est proche oil le Paraclet doit enfin venir, jamais on n'aura rien vu d'aussi beau !"

In de Dernières Colonnes is sprake over de bescher-ming, welke Z. H. Paus Leo XIII z. g. aan Frankrijk en de Franschen verleende. Gij kunt er eene bladzijde in vinden, welke de stoute verbeelding van Dante ten opzichte van Paus Bonifacius VIII evenaart, ja, mis-schien overtreft.

Mag men aan Bloy als katholiek iets verwijten, wat men vaak prijst in Dante, tot wiens nagedachtenis, met den steun van Z. H. Paus Pius X, een standbeeld wordt opgericht ?

Overigens heeft Léon Bloy in een brief aan zijn vriend Johannes Jörgensen zeer duidelijk gesproken over dit onderwerp :

„Vous savez, cher ami, que je consentirais aux supplices les plus compliqués, Deo adjuvante, avant de refuser l'obéissance en matière de foi et de discipline au Succes-seur infaillible . . ." ( Quatre ans de captivité . . . bladz. 81).

Mon Journal. Pour faire suite au Menchant Ingrat,

1896-- 1900. Dix-sept mois en Danemark. Pa,ris, Mercure de France. 1904. Een

boekwerk in 12° : een wit blad, XI bladz. voor titel, herhalingstitel en voorwoord, 383 bladzijden voor tekst, namenklapper en inhoudsopgaaf, en een wit blad.

Va,n dit werk zijn drie exemplaren gedrukt op Japansch, en zeventien op oud-Hollandsch papier.

Kernspreuk : Le temps est un. chien qui ne mord que les pauvres.

Wie dit, vaak harde, boek zonder eenige ontroering lezen kan, is zijn oogen niet waard.

Welk een leed, welk een ellenden heeft deze Léon

LÉON BLOY 141

pantelants de quelques lapidés qui seront vos pauvres et à qui vous délèguerez votre pouvoir. Et comme l'heure est proche ou Ie Paraclet doit enfin venir, jamais on n'aura ri en vu d'aussi beau!"

In de Dernières Colonnes is sprake over de bescher­ming, welke Z. H. Paus Leo XIII z. g. aan Frankrijk en de Franschen verleende. Gij kunt cr eene bladzijde in vinden, welke de stoute verbeelding van Dante ten opzichte van Paus Bonifaeius VIII evenaart, ja, mis­schien overtreft.

Mag men aan Bloy als katholiek iets verwijten, wat men vaak prijst inDante, tot wiens nagedachtenis, met den steun van Z. Il. Paus Pius X, een standbeeld wordt opgericht?

Overigens heeft Léon Bloy in een brief aan zijn vriend Johannes Jörgcnsen zeer duidelijk gesproken over dit onderwerp:

"Vous savez, cher ami, que je consentirais aux suppliccs les plus compliqués, Deo adjuvante, avant de refuser J'obéissanee en matière de foi et de discipline au Sucees­scur infaillible ... " ( Quatre ans de captivité ... bladz. In).

M on J ournal. Pour faire suite au .Mendtant Ingrat,

1896- 1900. Dix-sept. mois en Danemark. Par is, Mercure de France. 1904. Een

boekwerk in 12°: een wit blad, Xl bladz. voor titel, herhalingstitel en voorwoord, 383 bladzijden voor tekst, namenklapper en inhoudsopgaaf, en een wit blad.

Van dit werk zijn drie exemplaren gedrukt op Japanseh, on zeventien op oud-Hollandsch papier.

Kernspreuk: Le temps est un chien qui ne mord que les pauvres.

Wie dit, vaak harde, boek zonder eenige ontroering lezen kan, is zijn oog en niet waard.

Welk een leed, welk een ellenden heeft deze Léon

Page 160: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

142 LÉON BLOY

Bloy gekend ! Welk een verheven gelatenheid, TM en dan slechts door een sombere klacht even verbroken, heeft hij uit zijn sterk geloofsleven gewonnen !

Waaraan ontleent hij toch die ontzettende levens-kracht ? — Hij antwoordt zelf :

„Au fond, je n'ai pas d'autre ressource depuis long-temps que ma communion quotidienne qui me donne-rait la force de marcher au milieu cles flammes. . ." (bladz. 75).

Als een balling is hij, arm en hulpbehoevend, naar Denemarken gegaan, waar hij zeventien maanden lang geleefd en geleden heeft.

Van Denemarken uit bl eefhij zijn Frankrijk bcschouw en. Hoor hem over den brand in den Bazar de la Charité

te Parijs (Mei 1897) : „. . Enfin, me disais-je tout de même, enfin ENFIN !

voilà, done un commencement de justice. Ce mot de Bazar aceolé celui de ClIARITÉ ! Le nom

terrible et brfilant de Dieu r6duit A la condition de génitif de cet immonde vocable ! ! !

Dans ce bazar donc, des enseignes empruntées it des caboulots, A des bordels, A la Truie qui file, par exem-ple ; des prêtres, des religieuses cireulant dans ce pince-cul aristocratique et y trainant de pauvres arcs inno-cents !

Et le Nonce du Pape venant benir tout ! Ah ! mon ami, quelle brochure A, ecrire ! L' incendiaire

du Bazar de Charité,.

Te autem faciente eleemosynam, nesciat sinistra tua quid laciat dextera tua : Ut sit eleemosyna tua IN Al3SCON-

DITO (Matth. VI, 3 et 4). -Vous vous êtes joliment fichue dc Parole,

n'est cc pas ? belle Madame, et vous avez voulu exac- tement le contraire. Eh ! bien, voilti ! It y avait jusLe- ment un. pauvre qui avait très-fairn, A, qui nui ne

142 LÉON BLOY

Bloy gekend! Welk een verheven gelatenheid, nu en dan sleehts door een sombere klacht éven verbroken, heeft hij uit zijn sterk geloofsleven gewonnen!

Waaraan ontleent hij toeh dic ontzettende levens­kracht? -- Hij antwoordt zelf:

"Au fond, je n'ai pas d'autre ressource depuis long­temps que ma eommunion quotidicnne qui me donne­rait la force de mareher au milieu des flammes ... " (bladz. 75).

Als een balling is hij, arm en hulpbehoevend, naar Denemarken gegaan, waar hij zeventien maanden lang geleefd en geleden heeft. .

Van Denemarken uit blecfhij zijn Frankrijk beschouwen. Hoor hem over den brand in den Bazar de la Charité

te Parijs (Mei 1897) : " ... Enfin, me disais-je tout de même, enfin! ENI"IN !

voilà do ne un commellcemcnt de jnstice. Ce mot de Bazar aecolé à eelni de CUAIUTf<: ! Le \lom

terrible et brûlant de Dien r{'duit à la eondition de g\:nitif de cet immonde vocable ! ! !

Dans ce bazar donc, des enseignes empru\lt{~('s it des caboulots, ~'t des bord cis, A la Truie qUl file, par cxem­ple; des prêtres, des religieuses cireulant dans ce pillce­cul aristacratique et y traÎnant de pauvres êtres inno­cents!

Et te Nanee du Pape venant bénir tout ça! Ah ! mail ami, qudle brochure à éerire ! L"incendiaire

du Bazar de Charité.

Te autern faciente eleemosynam, nesciat sinistra tua quid jaeiat dextera tua: Ut sit eleemosyna tua IN AllSCON­DITO (Matth. VI, 3 ct ft).

- Vous vans êtes joliment fiehue de e('~te Parole, n'est ee pas? belle Madame, et vous avez voulu exac­tement Ie contraire. Eh! bien, voil,L! Il y avait juste­ment un pauvre qui avait très-J'aim, à qui nul Ile

Page 161: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY 143

donnait et qui était le plus affamé des pauvres. Ce pauvre c'était le Feu. Mais Notre-Seigneur Jesus-Christ en a eu pitié, il lui a envoyé sa benediction par le domestique de son Vicaire et alors vous lui avez fait l'aum6ne somp-tueuse et tout A fait manifeste de vos savoureuses en-trailles. Pour ce qui est de votre „droite" et de votre „gauche", soyez tranquille. Le Parole s'accomplira au point que même vos larbins superbcs et damasquinés ne parviendront pas A, les distinguer l'une de l'autre et qu'il faudra attendre pour cela jusqu'à la Resurrection des Morts.

Cum facis eleemosynam, noli tuba canere ante te, sicut hypocritae faciunt in synagogis, et in vicis, ut honori-ficentur ab hominibus. Amen dico vobis, receperunt mercedem suam. (Matth. VI, 2).

— Elle n'est pas non plus pour toi cette Parole, n'est ce pas, marquise ? Tout le monde sait que l'Evan-gile fut écrit pour la canaille, et tu aurais joliment rm.]. Celui qui aurait ose te conseiller de vendrc in abscondito tes „trompettes" et tcs falbalas pour le soulagement des malheureux ! Mais, tout de même, tu recevras „ta recompense" et, dcmain matin, 6 vicomtesse, on vous ramasscra la pelle, avec vos bijoux et votre or fondus, dans les immondices. . . ."

(bladz. 53-54).

Tot de mooiste en boeiendste gedeelten van. dit dag-boek behoorcn de aanteekeningen betreffende 13loy's in Denemarken ontloken en tot bloei gcbrachte vriend-schap met Johannes Jörgensen, den bekeerling en katho-lieken schrijver.

Leon Bloy heeft over „Jörgensen en de katholieke beweging in Denemarken" eene studie geschreven, beiden vrienden en het katholicisme volkomen waardig. Deze studie is in Mon Journal in haar geheel opgenomen (bladz. 156 tot en met 179).

LÉON BLOY 143

donnait et qui était Ie plus affamé des pauvres. Ce pauvre e'était Ie Feu. Mais Notre-Seigneur Jésus-Christ en a eu pitié, illui a envoyé sa bénédietion par Ie domestique de son Vieaire et alors vous lui avez fait l'aumême somp­tueuse et tout à fait manifeste de vos savoureuses en­trailles. Pour ce qui est de votre "droite" et de votre "gauehe", soyez tranquille. Le Parole s'aeeomplira au point que même vos larbins superbes ct damasquinés ne parviendront pas à les distinguer l'une de l'autre et qu'il faudra attendre pour ecIa jusqu'à la Résurreetion des Morts.

Cum facis eZeemosynam, noZi tuba canere ante te, sicut hypocritae faciunt in synagogis, et in vicis, ut honori­jicentur ab hominibus. Amen dico vobis, receperwnt mercedem suam. (Matth. VI, 2).

- Elle n'est pas non plus pour toi eette Parole, n'est ce pas, marquise 't Tout Ie monde sait que l'Evan­gile fut éerit pour la canaille, ct tu aurais joliment reçu Celui qui aurait osé te eonseiller de vendre in abscondito tes "trompettes" ct tes falbalas pour Ie soulagement des malheureux! Mais, tout de même, tu reeevras "ta réeompense" et, demain matin, ö vicomtesse, on vous ramassera à la peUe, avee vos bijoux et votre or fondus, dans les immondiees .... "

(bladz. 53-54).

Tot de mooiste en boeiendste gedeelten van dit dag­boek behooren de aanteekeningen betreffende Bloy's in Denemarken ontloken en tot bloei gebrachte vriend­schap met Johannes .Jörgensen, den bekeerling en kaUlO­lieken schrij vcr.

Léon Bloy heeft over ".Jörgensen en de katholieke beweging in Denemarken" eene studie geschreven, beiden vrienden en het katholicisme volkomen waardig. Deze studie is in 1Ilon Journal in haar geheel opgenomen (bladz. 156 tot en met 179).

Page 162: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

144 LÉON TILOY

Soms zoudt gij Léon Bloy willen beklagen, doch aan-stonds legt hij u het zwijgen op :

„Ah! ne me plaignez pas. Si ma vie avait été autre, si ravais été un prudent, un modéré, un mesuré, que serais-je aujourd'hui ? Sans doute je gagnerais beaucoup d'argent et j'aurais l'admiration de M. M. les Journa-listes ; mais vous n'auriez jamais pu me connaitre, me discerner dans la foule de ceux qui sont aussi, et quelle raison pourriez-vous avoir de m'estimer

(bladz. 73).

Quatre Ans de Captivité Cochons-

sur-Marne. Pour faire suite au endiant Ingrat et ?t, _Mon Journal, 1900 -1904.

Paris, Mercure de France. 1905. Een bookwork in 12° : een wit blad, titel, herhalingstitol, 484 bladzijden tekst, inhoudsopgaaf en namenklapper. Vé6r den tekst een fotografi() der buste van L6on Bloy door FrédeTie Brou en facsimile van Bloy's handschrift ; tusschen den tekst, tegenover bladz. 254, fotografisch portret va,n Léon Bloy.

Van (lit werk zijn drie exemplaren .,,fi-drukt op Japansch imperiaal en 21 op ou(1-Hollandsch papier.

Kernspreuk: Leon Bloy est une gar-gouille de cath6drale qui vomit les eaux du ciel sur les bons et sur les mechants.

jULES BARBEY D'AUREVILLY.

Cochons-sur-Marne is Lagny, eene plaats in het bis-dom van Meaux.

Léon Bloy verontschuldigt zieh tegenover de varkens, wier naam hij gebruikt, evenals hij deed in zijn epiloog van „Léon Bloy devant les Cochons"

„Je demande pardon aux pauvres cochons, ceux- là qui marchent sur quatre pieds, qui sont innocents,

144 LÉO~ HLOY

Soms zoudt gij Léon Bloy willen beklagen, doch aan­stonds legt hij u het zwijgen op :

"Ah! ne me plaignez pas. Si ma vic avait été autre, si j'avais été un prudent, un modéré, un mesuré, que serais-je aujourd'hui ? Sans doute je gagnerais beaucoup d'argent ct j'aurais l'admiration de 1\1. M. les Journa­listcs; mais vous n'auricz jamais pu me connaître, me discerner dans Ia foule de ceux qui sont aussi, ct queIle raison pourriez-vous avoir de m'cstimcr '? ••.•• "

(bladz. 73).

(Juatre A ns de Captivité à Oochons· 8ur-lllarnr. Pour faire suite au jJfendiant InrIrat et à M on J ournal, I noo - H104.

Paris, Mereure de Franco. 1905. Een boekwork in I:J": een wit blad, titel, herhalingstitoL 484 bbdzijdcn tekst, inhoudsopgaaf en nmnenklapper. Vóór den j,okst een fotografie dM busto van Léon Bloy door Frödério Brou en facsimile vall Bloy's handschrift; tusschen den tekst, tegenover bladz. 254, fotografisch portret Vim Léoll Bloy.

Van tlit werk zijn dlie exemplaren >"'­drukt op Japanseh imperiaal en 21 0l' ou<j-Hollandsch papier.

Kernspreuk: L{on Bloy est uno gar­gouille do cath,\d,·alp qui vomit les eaux du ciel sur les bOlls ct sur les méchants.

J ULEs B.~ TU3EY D' Aum.wILLY.

Cochons-sur-Marne is Lagny, ccnc plaats in het bis­dom van Meaux.

Léon Bloy verontschuldigt zich tegenover de varkens, wier naam hij gebruikt, evenals hij deed in zijn epiloog van "Léon Bloy devant les Cochons":

"Je demande pardon aux pauvrcs eochons, -- à ceux­là qui marchcnt sur quatre picds, qui sont innoccnts,

Page 163: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 145

qui sont beaux, qui sont bienfaisants, qui sont chez les charcutiers et que dèshonore avec injustice le lan-gage humain.

Je demande pardon A, ces humbles frères de les avoir — par indigence d'imagination ou pénurie de vocables — assimilés irrévérencieusement une catégorie d'ani-maux puants dont la plus savante industrie de viandes serait inhabile utiliser le rnoindre morceau.

Pauvres chers cochons ! de qui les boudins et l'honnête lard furent l'aliment de ma jeunesse, dont la tête me parut, dix-huit ans, le plus désirable des fromages, et qui me consoliltcs si souvent par la succulence de vos pieds grillés dans la chapelure ;

0 cochons ! si aimables quand on vous fume ; péli-cans de l'adolesccnce littéraire ; vous que les poètes ont le devoir de chanter sous les lauriers dont ils vous dépouillent ;

Je vous prie de me pardonner."

In dit boek is Bloy vaak harder dan ooit, bitter soms, een enkele maal pijnlijk zelfs oor zijn trouwste bewon-deraars.

Hij weet het zelf wel, dat hij in zijn hevigheden vèr gaat, en hij schrijft aan een kloosterling :

„. . Je ne demande pas qu'on me suive „jusqu'au bout" ni même pendant unc heure. Je me borne A, deman-der un peu de justice. . ." (bladz. 447).

De hoogtepunten van deze dagboekbladen vormen wel zijn beschouwingen over de vrceselijke ramp van Martinique (bladz. 191) en over den „gelukkigen" dood van Emile Zola (bladz. 242).

Mir is Bloy in zijn volle kracht en zijn volste schoon-heid.

Op bladzijde 240 noemt Bloy de Brabantsche plaats U den. Heeft hij ooit schooner gesproken over iets wat uit Nederland kwam ?

Léon Bloy. 10

LÉON BLOY 145

qui sont beaux, qui sont bienfaisants, qui sont chez les charcutiers et que dèshonore avec injustice Ie lan­gage humain.

Je demande pardon à ces humbles frères de les avoir - par indigence d'imagination ou pénurie de vocables - assimilés irrévérencieusement à une catégorie d'ani-maux puants dont la plus savante industrie de viandes serait inhabile à utiliser Ie moindre morceau.

Pauvres chers cochons! de qui les boudins et l'honnête lard furent l'aliment de ma jeunesse, dont la tête me parut, à dix-huit ans, Ie plus désirable des fromages, et qui me consolàtes si souvent par la succulence de vos pieds grillés dans la chapelure ;

o cochons! si aimables quand on vous fume; péli­cans de l'adolesccnce littéraire; vous que les poètes ont Ic devoir de chanter sous les lauriers dont ils vous dépouillent ;

Je vous prie de me pardonner."

In dit boek is Bloy vaak harder dan ooit, bitter soms, een enkele maal pijnlijk zelfs voor zijn trouwste bewon­deraars.

Hij weet het zelf wel, dat hij in zijn hevig heden vèr gaat, en hij schrijft aan een kloosterling:

" .. , Je ne demande pas qu'on me suive "jusqu'au bout" ni même pendant une heure. Je me borne à deman­der un peu de justice ... " (bladz. 447).

De hoogtepunten van deze dagboekbladen vormen wel zijn beschouwingen over de vrccselijke ramp van Martinique (bladz. 191) en over den "gelukkigen" dood van Emile Zola (bladz. 242).

Dáár is Bloy in zijn volle kracht en zijn volste schoon­heid.

Op bladzijde 240 noemt Bloy de Brabantsche plaats Uden. Hceft hij ooit schooner gesproken over iets wat uit Nederland kwam?

Léon Bloy. 10

Page 164: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

146 LÉON BLOY

Luister : „Mon jésuite m'envoie une petite photographic de

l'inimaginable et terrifiant crucifix vénéré "Uden, dans une chapelle de Croisiers et dont j'apprends aujourd'hui l'existence. L'histoire de ce crucifix miraculeux est inouïe et l'image qui est sous mes yeux, quoique insuf-fisante, est absolument terrible. Mc voilà hanté. Cette vision me poursuit jusque dans les lieux profonds de mon hale j'ai rarement l'occasion de pc'nétrer. Je dis A, l'envoyeur l'effet produit sur moi par cette image : „Elle fera peut-être de moi un saint. La vie conLinuelle des catholiques de Cochons-sur-Marne ne suffisait pas. Le &gait peut accélérer une fuite salutaire, mais la vomis-sure est un mauvais tremplin pour sauter dans le Paradis."

Hoe veel verschrikkelijkheden ook in dit dagboek worden verhaald, telkens weet Bloy u weêr te treffen door de geweldige hoogheid zijner geestelijke postuur, waaraan uitingen als dcze te danken zijn :

„Et j'ai pu travailler, faire des livres dans ces tortures ! Ccla sera dit au Jugement dernier. . ." (bladz. 458).

Beltuaires et Porchers. Paris, P. V. Stock. -1905. Een bock-

work in. 12° : een blank blad, XLI bladzijden voor titel, herfialingstite!, opdracht, inleiding, 351 bladzijdon. voor den tekst, vervolgens inhoudsopgaaf en nog een. blank blad. V66r in het werk portret van Bloy, tegenover bla,dz. 193 een van. Ernest Hello met facsimile naar diens handschrift.

Van dit work zijn 15 oxemplaren gedrukt op Japansch pa,pier.

Kernspreuk 0 les routes du Moyen-Age, pleines do potenees et. de eha,- polies ! Paul Verlaine.

Dit boek bevat een vijf en twintigtal opstellen, weike Léon Bloy vroeger in de Chat noir en in eenige tijd-

146 LÉON BLOY

Luister: "Mon jésuite m'envoie unc pctitc photographic de

l'inimaginable et terrifiant crucifix vónéró à Udcn, dans une chapclle de Croisiers ct dont j'apprcnds aujourd'hui l'cxistence. L'histoire de cc crucifix miraeulcux est inouïc ct l'image qui est sous mes yeux, quoiquc insuf­fisante, est absolument terrible. Me voilà hantó. Cette vision me poursuit jusque dans lcs lieux profonds de mcm ame ou j'ai rare ment l'oeeasion de p(~ndrcr . .Je dis à l'envoyeur l'effet produit sur moi par ectte image: "Elle fera peut-être de moi un saint. La vie eolttinuelle des catholiques de Coehons-sur-Marne nc suffisait pas. Lc dégoût peut aeeélérer une fuite salutaire, mais la vomis­sure est Uil mauvais tremplin pour sauter dans Ie Paradis. "

Hoe veel verschrikkelijkhcdcn ook in dit dagboek worden verhaald, telkens weet Bloy u WClT te treffcn door de geweldige hoogheid zijncr geestelijke postuur, waaraan uitingen als deze te danken zijn:

"Et j'ai pu travailIer, faire des livrcs dans ees tortures! Cda sera dit au Jugemcnt dernicr .... " (bladz. 15H).

Rellua'ire8 et f'oychers. Paris, P. V. Htock. 190;;. El'n hock­

work in 12° : een blank hlad, XLI bl,.dzijden voor titel, herhalingstitd. opdracht, inleiding, :1,,1 blad~ijdnn voor don tekst, vervolgens inhoudsopgaaf on nog oen hlank bbd. V"'-lr in het werk portret van Bloy, tegcnoV('r blad~. lil:: een van Ernost lIello Il1nt t'a('sitnil" naar diens halldsehrift.

Van dit werk zijn 1" oXOJnplaren gedrukt op .J'ljlanReh papier.

Kernspreuk: 0 ICH routos du Moyen­Agc, pleines de poten ces ej. de eha­pelles! Paul Verl,\ine.

Dit boek bevat een vijf en twintigtal opstellen, WC~KI; Léon Bloy vroeger in de Chat noir en in eenige tijd-

Page 165: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LION BLOY 147

schriften gepubliceerd heeft. Hieraan zijn herdrukken toegevoegd van de reeds besproken brochures : Un brelan d'excommuniés (1889) en ici on assasine les grands hommes (1895).

Over de beteekcnis van zijn werk, dat zich voorna-melijk richt tegen de Fransche literatuur, spreekt Bloy in de inleiding (bladz. XXVIII) aldus :

„Le présent ouvrage n'est pas, proprement parler, un livre de critique. Je ne sens pas en moi les facultés indispensables l'exercice d'une si haute magistrature et je n'y ai jamais prétendu. D'ailleurs, j'ose m'accuser de sottises tenement énormes qu'il sera peu facile de me supposer l'intention perfide ou lc cauteleux dessein de supplanter les Aruspices.

Je ne suis rim de plus qu'un très-humble et très-ingenu vociférateur. Tel est mon infime emploi dans la grandc musique funèbrc de ce temps.

Pénétré de mon r6le et profondément convaincu que c'est la France intellectuelle qu'on porte en terre, je marche un peu en avant des chevaux caparavnnés et je pousse, tous les vingt pas, de vastes et conscien-cieuses clameurs, — pour un nul salaire.

Derrière le char et dans la putride coulée du cadavre s'égouttant travers les joints du cercueil, viennent les gros instruments soufflés par des compagnons qui n'engendrent point la mélancolie, je vous en réponds, et qui ne croient pas du tout que ce soit la fin des fins. Ils se congratulcnt et se mitonnent réciproquement, dans la puanteur sonore. Ils se sont arrangés pour hériter de la défunte qu'ils ont, d'ailleurs, empoisonnée de leurs sécrétions, ct lcurs intestins regorgent de leur allégresse.

Après ceux-là, suivent les petits chacals sans nombre, lont l'office est de dévorer tout ce qui tombe et de lécher toute chose léchable. Et ce cortège est contemplé par

peuple immense, mais si prodigieusement imbécile

1,ÉON BLOY 147

schriften gepubliceerd hecft. Hieraan zijn herdrukken toegevoegd van de reeds besproken brochures: Un brelan d'exeommuniés (1889) en lei on assasine les grands hommes (IS95).

Over de beteekenis van zijn werk, dat zich voorna­melijk richt tegen de Fransehc literatuur, spreekt Bloy in de inleiding (bladz. XXVIII) aldus:

"Le présent ouvrage n'est pas, à proprement par/er, un livre de eritique. Je ne sens pas en moi les faeultés indispensables à I'exereiee d'une si haute magistrature et je n'y ai jamais prétcndu. D'ailleurs, j'ose m'aecuser de sottises telleulCnt énormes qu'il sera peu faeile de me supposer l'intention perfide ou Ie eauteleux dessein de supplanter les Aruspiees.

Je ne suis rien de plus qu'un très-humble et très­ingénu voeiférateur. Tel est mon infime emploi dans la grande musique funèbre de ce temps.

Pénétré de mOIl r61e ct profondément eonvaincu que c'est la Franee intelleetuelle qu'on porte en terre, je marche un peu en avant des ehevaux eaparaçonnés et je pousse, tous les vingt pas, de vastes ct eonseien­cieuses elameurs, - pour un nul salaire.

Derrière Ie ehar ct dans la putride coulée du cadavre s'égouttant à travers les joints du cercueil, viennent les gros instruments soufflés par des compagnons qui n'engendrent point la mélancolie, je vous en réponds, et qui ne croient pas du tout que ce soit la fin des fins. Ils se congratllient et se mitonnent réciproqllement, dans la pllantellr sonore. Ils se sont arrangés pour hériter de la défunte qll'ils ont, d'aillellrs, empoisonnée de leurs séerétions, ct leurs illtestins regorgent de leur ltllégresse.

Après ceux-là, suivent les pctits ehaeals sans nombre, :lont l'offiee est de dévorer tout cc qui tombe et de lécher ;ollte chose léehable. Et ec cortège est eOlltemplé par III peuple immense, mais si prodigiellsement imbéeile

Page 166: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

148 LÉON BLOY

qu'on peut lui casser les dents it coups de maillet et l'émasculer avec des tenailles de forgeur de fer, avant qu'il s'aperoive seulement qu'il a des maitres, — les épouvantables maitres qu'il tolère et gull s'est choisis."

Dit citaat duidt zeer zuiver de richting, in welke Bloy's literatuur-beschouwingen gaan.

Hoe veegt hij door den Franschen stal ! Hij bezemt en ranselt I

Nog één fragment : „D'importantes situations me furent offertes, alors

que ma réputation de b'éte enragée n'était point assise. Un des plus puissants j ournaux du monde s'ouvrit devant moi, mais fallait applaudir un blasphémateur de mon Christ. Je fis claquer la porte comme un tonnerre et mon libre choix fut de rouler dans le précipice des ago-nies.

Pas un. ne prit ma défense

Aan het slot van dit boek de ontroerende epiloog : On demande des prêtres !

Pages choisies. Paris, Mereure de France. 1906.

Een boekwerk in 12° : een blank blad, 419 bladzijden voor titel, herhalings-titel, opdra,cht en tekst en nog een blank blad. Van dit work zijn vijf exemplaren op Japansch en 21 op oud-Hollandsch papior gedrukt.

Léon Bloy wiens portret naar een schilderij van Léon Bonhomme in de Pages choisies is opgenomen -- heeft zelf deze bloemlezin.g samengesteld.

Wie niet door de groote poort durft binnentreden, wete dat deze zij-ingang tot Bloy's heiligdom bestaat.

148 LÉON BLOY

qu'on peut lui casser les dents à coups de maillet et l'émasculer avec des tenailles de forgeur de fer, avant qu'il s'aperçoive seulement qu'il a des maîtres, - les épouvantables maîtres qu'il tolère et qu'il s'est choisis."

Dit citaat duidt zeer zuiver de richting, in welke Bloy's literatuur-beschouwingen gaan.

Hoe veegt hij door den Fransehen stal! Hij bezemt en ranselt! ....

Nog één fragment: "D'importantes situations me furent offertes, alors

que ma réputation de bête enragée n'était point assise. Un des plus puissants journaux du monde s'ouvrit devant moi, mais il fallait applaudir un blasphé:mateur de mon Christ. Je fis claquer la porte comme un tonnerre et mon libre choix fut de rouier dans Ic préeipiec des ago­mes.

Pas un ne prit ma défensc ..... "

Aan het slot van dit boek de ontroerende epiloog: On demande des prêtres !

Pages choi8ie,~, Paris, Mercure de France. 1906.

Eon boekwerk in 12°: een blank blad, 419 bladzij don voor titel, herhalings­titel, opdracht en tekst en nog een blank blad. Van dit werk zijn vijf exemplaren op Japansch en 21 op oud-Hollandsch papier gedrukt.

Léon Bloy - wiens portret naar een schilderij van Léon Bonhomme in de Pages choisies is opgenomen -- heeft zelf deze bloemlezing samengesteld.

Wie niet door de groote poort durft binnentreden, wete dat deze zij-ingang tot Bloy's heiligdom bestaat.

Page 167: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 149

L' épopée byzantine et Gustave Schlum-berger.

Paris, A. Blaizot. 1906. Overdruk (92 bladzijden) van twee artikelen uit de Nouvelle Revue.

Een werkj e van geschiedkundige exegese, door Léon Bloy gewijd aan het eindc der dagen van Byzan-tium.

Gustave Schlumberger is de geschiedschrijver, wiens boek Bloy inspireerde.

La Résurrection de Villiers de l' Isle-Adam.

Paris, H. Blaizot, 1906. Boekje iti 8°.: 40 bladzijden.

Villiers de l'Isle-Adam (de Bohémond de l'Isle-de-France uit La Femme Pauvre) was geruimen tijd be-vriend met Léon Bloy.

Naar aanleiding van het door Fréderic Brou vervaar-digd monument ter cere dcs dichters van l'Eve future heeft Bloy dit teedere boekjc gcschreven.

Een reproductie der maquette van het monument siert het.

LÉON BLOY 149

L' épopée byzantine et Gustave Schlum· berger.

Paris. A. Blaizot. 1906. Overdruk (92 bládzijden) van twee artikolen uit de Nouvelle Revue.

Een werkje van geschiedkundige exegese, door Léon moy gewijd aan het einde der dagen van Byzan­tium.

Gustavc Schlumberger is de gcschiedschrijver, wiens boek Bloy inspireerde.

La Ré8'ul"'rection de Vil/iers de l' I sle· Ad(lm.

Paris, H. Blaizot, 1906. Boekje in So.: 40 bladzijden.

Villiers de l'Isle-Adam (de Bohémond de I'Isle-de­Francc uit La Femme Pauvre) was geruim en tijd be­vriend met Léon Bloy.

Naar aanleiding van het door Fréderic Brou vervaar­digd monument ter cere dcs dichters van l' Eve juture heeft Bloy dit tcedere boekje geschreven.

Een rcproductie der maquette van het monument sicrt het.

Page 168: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

150 LÉON BLOY

Celle qui pleure. (Notre-Dame de la Salette). Paris, Mereure de France. 1908. Een boekwerk in 8° : een blank blad, titel, opdracht, -ver-klaring des schri vers, 2,53 blad.zij den voor den tekst en bet aanhangsel, :3 voor inhoudsopgaaf, verbeteringen en mededeeling des drukkers.

Tegenover het titelblad een photo-gravure- : Celle qui -pleure.

Van dit werk werden 3 exemplaren op Japan.sch en 1 7 op oud-1 ()Handsel] papier gedrukt.

Ke,rnspreuk Les petits enfants au- dessu s de sept ans prmdront un tremblement et mourront entre les mains des personnes ui les tiendront ; les autres feront p6ni-twIce par la faim.

. . . . Les saisons seront cha,ng&)s . . . . Paroles de la Sainte Vierge.

Léon 13loy is de geweldige prediker, die gelooft in het wonder van la Salette, waar de H. Maagd Maria aan Mélanie Calvat verscheen, en zijn geloof verkon-digt in dit ontstellende bock.

Hij verhaalt de geschiedenis, hij °Inschrijft de be-dreigingen, hij stelt naast de profetieën de feiten, hij schreit, hij dreigt, hij juicht ook, als in extase. . . .

Uit dit boek slaan schroeiende viammen. op. Een vuur, een brand, een wereklbrand.

Het is niet mogelijk, fragmenten te rukken uit dit werk, waarvan elke zin behoort te worden bezien in den samenhang, opdat hij niet misduid kunne worden.

Aldus begint het eerste hoofdstuk, dat eene inleiding is : „J'ai fait le pèlerinage de la Salette autrefois, il n'y

a pas loin de trente lorsque le chemin de fer de Grenoble la Mure n'existait pas. Tine diligence homi-cide attelée de douze ehevaux, clans certaines montées, eassait les reins des voyageurs, de l'aurore au erépuseule, dans les plus longs jours. On rillait dix heures avant d'être abandonne aux muletiers.

150 LÉON BLOY

Oelle qui pleure. (Noke·Damo de la Salette). Paris, Mercure de I<rance. I!lOR. Een boekwprk in ~o: eon blank blad, titel, horhalingRtitel, opdmcht, ver· khring dos schrijvers, :);;:\ hladûjden voor den tekst, en het. a,mlmngsel, :\ voor inhoudsopgaaf, vorhet,wingcn en me,kde('lin~ des drukkers.

'I'egenm',;r hot titelblad een photo· gmvure: Cello 'lui plmm'.

Van dit. work w('r,lon :\ expmplaren op ,rapansch en 17 op oud·llollan,lsch papier gedrukt.

Kernspl'flllk : ..... Les petitR enfant.s au·dessus de sept ans prendrout Uil

trmnbloment ct mOllrront ('llIro les mains des personnes 'lui les tielldl'Ollt: les aukes reront IH~llit(""'e par la r"im .

. . . . Les sa.ison~ S('T'ont uhang{:·os .... Para/es de 1<, Slûn(c Viergr.

Léon Bloy is de gev,eldige prediker, die gelooft in het wonder van la Salctte, waar de IJ. Maagd ~laria aan Mélanie Cal vat. verseheen, en zijn geloof verkon­digt. in dit. ont.st.ellende bock.

Hij verhaalt. de geschiedenis, hij omschrijft de be­dreigingen, hij st.elt. naast de profctiei;n de feiten, hij schreit, hij dreigt, hij juicht ook, als in extase ....

Uit dit bock slaan schroeiende vlammen op. Een vuur, een brand, een wel"CJdbrand ....

Het is niet mogelijk, fragmenten te rukken uit dit. werk, waarvan elke zin behoort te worden bezien in den samenhang, opdat. hij niet misduid kunne worden.

Aldus begint. het eerste hoofdst.uk, dat eene i nlciding is : "J'ai fait Ic pèlerinage de la Salette autrefois, il n'y

a pas loin de trente ans, lorsque Ie chemin de fer de Grenoble (I. la Mure n'existait pas. lTne diligence homi­eide attelée de douze e!I('vaux, dans eertaines montées, eassait les reins des voyagcurs, de l'aurore au crl?llllscule, dans les plus longs jours. On ràlait dix hcures avant d'êt.re abandonné aux 1Il111ctiers.

Page 169: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY 151

C'était fort bien ainsi, d'ailleurs. Cela dégofitait plusieurs touristes et le paysage était affectueux et consolant pour le pèlerin. En certains endroits on des-cendait pour soulager les bêtes, et c'était une douceur exquise d'aller lentement sous les grands arbres, au bruit des courantes eaux qui fuyaient vers les abimes. Je me souvicns pour toujours de ces quelques centaincs de pas, en compagnie d'un missionnaire qui avait, je crois, du génie et qui mc disait, en mots extraordinaires, la majesté des Textes Saints. Il mourut, trois semaines plus tard, ayant demandé longtemps A, la Mère de Dieu de finir la Salette oil on l'enterra. Il avait assez de la hideur de cc monde et de la pharisaïque piété contem-poraine qui lui semblait une apostasie.

Je ne nommcrai pas ce prêtre. Sa famille est trop peu digne dc lui, mais je sais ce qu'il me donna, dum loque-retur in via et aperiret mihi Scripturas. Cher daunt ! je Axis sa tombe, l'année suivant, une humble croix sur un humble tumulus de gazon ; puis, l'an dernier, vingt-six ans plus tard, mais abandonnée, sa dépouille ayant été transféréc dans un caveau récemment con-struit deux pas de Et, peut être lu son nom bien connu des Anges et de quelques amis de Dieu.

Ce inissionnaire, plus orateur qu'écrivain, parcourait le monde, annorKant la Gloire de la Mère de Jésus-Christ, et c'est toujours la Salette qu'il revenait puiser, au pieds de Celle qui pleurc, les inspirations de son Me apostolique.

Le Discours, infiniment extraordinaire, qu'entendirent les enfants sur cette Montagne, était devenu le centre de ses pensées, et l'intelligence qu'il en avait était comme un de ces dons inexprimables que le Vénérable Grignion de Montfort attribuait prophétiquement aux Ap6tres des Derniers Temps.

On se ferait un renom d'exégète rien qu'avec les miettes du festin dc chaque jour offert ses auditeurs

LÉON BLOY 151

C'était fort bien ainsi, d'ailleurs. Cela dégoûtait plusieurs touristes et Ie paysage était affectueux et consolant pour Ie pèlerin. En certains endroits on des­cendait pour soulager les bêtes, et e'était une douceur exquise d'aller lentement sous les grands arbres, au bruit des courantes eaux qui fuyajent vers les abîmes. Je me souviens pour toujours de ces quelques centaines de pas, en compagnie d'un missionnaire qui avait, je crois, du génie ct qui me disait, en mots extraordinair es, la majesté des Textes Saints. Il mourut, trois semaines plus tard, ayant demandé longtemps à la Mère de Dieu de finir à la Salette ou on l'enterra. Il avait assez de la hideur de cc monde et de la pharisaïque piété contem­poraine qui lui semblait une apostasie.

Je ne nommerai pas ce prêtre. Sa famille est trop peu digne de lui, mais je sais cc qu'il me donna, dum loque­retur in via et aperiret mihi Scripturas. Cher défunt! je revis sa tombe, l'année suivant, une humbie croix sur un humbie tumulus de gazon; puis, l'an dernier, vingt-six ans plus tard, mais abandonnée, sa dépouille ayant dé transférée dans un caveau récemment con­struit .l deux pas de là, ou peut être lu son nom bien connu des Anges ct de quelques amis de Dieu.

Ce missionnaire, plus orateur qu'écrivain, parcourait Ie monde, annonçant la Gloire de la Mère de Jésus­Christ, et c'est toujours à Ia Salette qu'il revenait puiser, au pieds de Celle qui pIcure, les inspirations de son zèle apostolique.

Le Diseours, infiniment extraordinaire, qu'entendirent les enf:wts sur eette Montagne, était devenu Ie cent re de scs pensées, et l'intelligenee qu'il en avait était eomme un de ces dons inexprimables que Ie V énérable Grignion de Montfort attribuait prophétiquement aux Apötres des Derniers Temps.

On se· ferait un renom d'exégète rien qu'avec les miettes du festin de chaque jour offert à ses auditeurs

Page 170: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

152 LtoN BLOY

par ce très-humble, quand il parlait de la Reine des Patriarches et des Martyrs. L'espece de défaveur mysté-rieuse qui pèse sur la Salette dans la pensée d'un grand nombre de chrétiens faisait &border son cceur. Le pre-sent livre, entrepris et commence sous ses yeux, A, la Salette même, a été interrompu UTI quart de siecle, Dieu sait comment et pourquoi. Cette ceuvre de justice était son &sir supeeme, son espérance.

Il mourut des les premières pages, comme si la Con-solatrice qu'il servait n'avait pas voulu quc ecite vraiment sacerdotale et crucifiée, perdit en une tnanière, l'aureole douloureuse qu'elle met au front de ecs vic-times de l'Amour dont il est parle dans la Troisième Beatitude et qui ne doivent pas être consolécs sur terre. . ."

Herinner u thans, dat Leon Bloy wordt uitgekreten voor. . . . pamfletschrijver !

L' Invendable. Suite du Journal de l'auteur ; 1904--

1907. Paris, Mercure de Fran.ce. 1909. Een boekwerk in 12' : een blank blad, 326 bladzijden voor titel, herbalings-titel, opdracht, inleiding, tekst, inliouds-opgaaf, namenklapper, en een blad met mededeeling van den drukker. Hot boeli is versierd met twee reproducties na,ar een monument ter eere van Villiers de l'Isle-Adam door Frédérie !Iron.

Van dit werk zijn vijf exeniplaren gedrukt op Japansch en 21 op oud-Hollandsch papier.

Dit vervolg van Bloy's dagboek bevat vele zijner brieven, o. a. aan Jacques Maritain en diens echtgenoote, door Bloy uit het jodendom tot het katholicisme ge-bracht.

152 LÉON BLOY

par ce très-humble, quand il parlait de la Reine des Patriarches et des Martyrs. L'espèce de défaveur mysté­rieuse qui pèse sur la Salettc dans la pensée d'un grand nombre de ehrétiens faisait débordcr SOIl cceur. Le pré­sent livre, entrepris et commencé sous ses yeux, :\ la Salette même, a été interrompu un quart de sièclc, Dieu sait comment et pourquoi. Cette ceuvre de justice était son désir suprême, son espérance.

11 mourut dès les premières pages, comme si la Con­solatrice qu'il scrvait n'avait pas voulu que cctte flme, vraiment sacerdotale et crucifiée, perdît en une manière, l'aureole douloureuse qu'elle met au front de ces vic­times de I' Amour dont il est parlé dans la Troisième Béatitude et qui ne doivent pas êtrc consolées SUl' terre ... "

Herinner u thans, dat Léon Bloy wordt uitgekreten voor .. " pamfletschrijver!

L' Invendable. Suite du Journal de ['auteur; 1904--·

1907. Paris. Mercure de France. 1909. Een boekw~rk in 12": een blank blad, 321i bladzijden voor titel, hprhalillg8-titel, opdracht, inleiding, tekst, inLoud"­opgaaf, namen klapper, en con l>lad Jllet. m",iedeeling van den drukker. Het bock is versierd met tweo reproductief' Imar een monument ter oere vaIl ',Iliers de !'Islo-Adam door Frédéric Ikou.

Van dit werk zijn vijf exemplaren godrukt op Japansch en 21 op oud­Hollandsch papier.

Dit vervolg van Bloy's dagboek bcvat vele zijner brieven, o. a. aan Jacques Maritain en diens echtgcnoote, door Bloy uit het jodendom tot het katholieisme gc­bracht.

Page 171: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 153

Voorts vindt men er de aanteekeningen, gemaakt tijdens de pelgrimsreis naar la Salette en vele notities betreffende het werk van de hedendaagsche Fransche schrijvers.

Nu en dan laat Bloy zich ook hooren over de Fran.sche kerkvervolging . . .

13 Januari 1907 : „Un décret signé du nom boueux de Fallières décide

que désormais les pièces de 20 fr. ne porteront plus les mots : Dieu protège la France. Réponse, dirait-on, la dernière Encyclique établissant l'incompatibilité ab-solue du Christianisme ct de la démocratie actuelle. R6les changés bien étrangement. C'est le Coq qui renie et c'est Pierre qui chante."

31 Mei 1904 : „Deux choses absolument nécessaires un grand écri-

vain et qui manquent absolument Huysmans : l'In-tuition et l'Enthousiasme."

Uit een brief aan een arme (bladz. 119) : „Vous êtes un très-pauvre, donc un ami. Vous vous

dites „foncièrement athée". Lieu commun. Quand j'étais très-jeune, il y a longtemps, je me suis cru et dit athée. Plus tard, j'ai eu honte d'être une unité dans un troupeau si nombreux, et bient6t après, je me suis senti malpropre et puant de renier si sottement mon baptême. S'il vous arrive de devenir un homme, vous passerez par la en pleurant de joie.

Je desapprouve et déteste le mot que vous me citez de d'Aurevilly dont l'étonnante puérilité m'a fait souf-frir vingt-trois ans. Mais ce pauvre grand artiste n'a été cabotin qu'en apparence et je sais qu'il aurait donné sa vie, sa très-vaine vie pour Jésus-Christ.

J'espère quc l'aspeet de la mienne vérifiable dans

LÉON BLOY 153

Voorts vindt men er de aanteekeningen, gemaakt tijdens de pelgrimsreis naar la Salette en vele notities betreffende het werk van de hedendaagsche Fransche schrijvers.

Nu en dan laat Bloy zich ook hooren over de Fransche kerkvervolging ..•

13 Januari 1907: "Vn décret signé du nom boueux de Fallières décide

que désormais les pièces de 20 fr. ne porteront plus les mots: Dieu protège la France. Réponse, dirait-on, à la dernière Encyclique établissant l'incompatibilité ab­solue du Christianisme et de la démocratie actuelle. Röles changés hien étrangement. C'est Ie Coq qui renie et c'est Pierre qui chante."

31 Mei 1904: "Deux choses absolument nécessaires à un grand icri­

vain et qui manquent absolument à Huysmans: l'In­tuition et l'Enthousiasme."

Vit een brief aan een arme (bladz. 119): "Vous êtes un très-pauvre, donc un ami. Vous vous

dites "foncièrement athée". Lieu commun. Quand j'étais très-jeune, il y a longtemps, je me suis cru et dit athée. Plus tard, j'ai cu honte d'être une unité dans un troupeau si nombreux, et bientöt après, je me suis senti malpropre et puant de renier si sottement mon baptème. S'il vous arrive de devcnir un homme, vous passerez par là en pleurant de joie.

Je désapprouve et détestc Ie mot que vous me citez de d'Aurevilly dont l'étonnante puérilité m'a fait souf­frir vingt-trois ans. Mais ce pauvre grand artiste n'a été cabotin qu'en apparenee et je sais qu'il aurait donné sa vie, sa très-vaine vie pour Jésus-Christ.

J'espère que l'aspect de la mienne vérifiable dans

Page 172: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

154 LL'ON 13LOY

quelques-uns de mes livres, me préservera de ce soulnon. Un écrivain qui aurait pu se faire si facilement une grande situation d'argent et qui a choisi toute une vie de misère atroce, ne pcut pas are soumonné de cabotinage.

Vous ne m'en accusez pas, ilnais vous croyez que le sentiment religieux, chez moi, est unc forme particulière de la révolte. C'est exactement le contraire. Quelque fou que cela puisse vous paraitre, je suis, en réalité, un obéissant et un tendre. C'est pour cela que j'écris implacablement, ayant défendre la Vérité et, A, rendre témoignage au Dieu des pauvres. Voilà tout. Ales pages les plus véhémentes furcnt écrites par amour et souvcnt avec des larmes d'amour, en des heures de paix indicible."

Le Vieux de la illontagne. Paris, Mere ure de France. 1.911.

Een boekwerk in. 12° : een bla..n.k Had, 455 bladz.ijden voor titel, herhalings-titel, opdracht, inlei ding door André Dupont, namenklapper en inhoudsopgaaf.

Twee reproducties versieren het bock, eene n.aar een. ba,s -relief van Fréd6rie Brou en eene naar een foto van 1,&)n Bloy met zijn vriend Philippe Ra,oux te la Salette.

Van dit werk zijn drie exemplaren op Japanse-h en. 21 op oud-liollandsch papier gedlukt.

Het vijfde deel van Léon Bloy's dagboeken, maar niet het laatste. Nog méér zullen er verschijnen.

Hier volge slechts een. fragment uit de inleiding van André Dupont :

„On devrait après tant et de si hautes ceuvres, n'avoir plus besoin dc tirer l'épee quand on parle de Uon Bloy.

11 le faut, les chiens erient toujours et les tremblants

154 LJ.:ON BLOY

quelques-uns de mes livres, me préservera de ce soupçon. Vn écrivain qui aurait pu sc faire si facilcment une grande situation d'argent et qui a choisi toute une vie de misère atroce, ne peut pas être soup<,~onné de cabotinage.

Vous ne m'en aceusez pas, :nais vous croyez que Ie sentiment I'eligieux, chez moi, est unc forme partieulière de la révolte. C'est exacte ment Ie contraire. Qudque fou que cda puisse vous pal'aîtl'e, je suis, en róalité, un obéissant et un tendl'c. C'est pour eela que j'i:cl'is implacahlemcnt, ayant à défendl'e la V (:ritó ct :\ rendl'e témoignage au Diet! des pauvres. Voilà tout. Mes pages les plus véhémentcs furent écrites par amour ct souvent avee des larmes d'amour, eTi des heuJ'('s de paix indieible."

Lr. Vieux de la M onlar!?"". Paris, Mereure de jl',.,U",('. 1 !lIl.

Een boekwerk in I :lO: een ),hmk blad, 4GG bladzijden voor titel, hnrh"lings· titel, opdracht, inleiding doo,' AlHlró Dupont, namenklapper en inhoudsopgaaf.

Twee reproducties versieren het bock, eene naar een b"s·rolief van Fré'déric Brou en eene na,.r een foto van L,:on Bloy met zijn vriend Philippo Raollx te la Salette.

Van dit werk zijn dril, [.xemplanm op ;rapansch en 21 op olld·HoU"ndseh pa pier gcdlUkt.

Het vijfde deel van l,éon Bloy's dagboeken, maar niet het laatste. Nog méi'r zullen er versehijnen.

Hier volge slechts een fragment uit de inleiding van André Dupont:

"On devrait après tant et de si hautes ccuvres, n'avoir plus besoin de tirer l'ép{:e quand on park de L(;on Bloy.

IJ Ic faut, les chiens crient toujours ct les trcmblants

Page 173: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 155

admirateurs craignent de jeter un cri d'encouragement, fut-ce comme une aum6ne.

Après trente années de misère et d'insuccès, il s'est pourtant gardé tout pur et tout vibrant, le grand Pauvre.

Isolé parmi les écrivains de ce temps, il dresse une haute figure de moine guerricr.

Des grands et des nobles êtres qu'il a connus et qui eussent pu lui être sccourablcs, les uns ont fermé leurs lèvres et aveuglé leur conscience — les autres ont poussé un cri d'admiration un seul, et sont partis en aban-donnant jamais le gladiateur admiré.

Il chemine ,en avant de ses pensées, en exil dans une grande colonne de silence."

Seul le suit le groupc des Ames fortes que la vie a blessées, qui aiment la Beauté et la Justice jusqu'A, en inourir et, levées A sa parole, marchent plus intrépi-des et plus brillantes travers les sentiers pleins d'épines affrcuses

Le Sang du Pauvre. Paris, kercure de France. 1912. Een

boekwerk in 12° : een blank blad, 268 bladzijden voor titel, herhalingstitel, opdracht, tekst en inhoudsopgaaf, en een blan.k blad.

Van dit werk zijn twee exemplaren op Japansch, en 12 op oud-Hollandsch p api er gedru kt.

Kernspreuken : Parvuli petierunt panem et non erat qui frangeret ois. Lamen-tations de ,Ièrémie.

Quelques c ontemplatifs ont dit que J4sus subit la Sueur de Sang plusieurs f ois durant son enfa,nce. Père Faber.

Tot de hevigste boeken, welke Léon Bloy geschreven heeft, behoort op een der eerste plaatsen Le Sang du Pauvre.

LÉON BLOY 155

admirateurs craignent de jeter un cri d'encouragement, fut-ce eomme une aumone.

Après trente années de misère et d'insuecès, il s'est pourtant gardé tout pur et tont vibrant, Ie grand Pauvre.

Isolé parmi les éerivains de ce tem ps, il dresse une haute figure de moine guerrier.

Des grands et des nobles êtres qu'il a eonnus et qui eussent pu lui être secourablcs, les uns ont fcrmé leurs lèvrcs et aveuglé leur conscience - les autrcs ont poussé un cri d'admiration - un seul, et sont partis en aban­donnant à jamais Ie gladiateur admiré.

IJ ehemine "en avant de ses pensées, en exil dans une grande colonne de silence."

Scul Ie suit Ie groupc des ames fortes que la vie a blcssées, qui aiment la Beauté et la Justice jnsqu'à en mourir et, levées à sa parole, marehent plus intrépi­des et plus brûlantes ;\ travers les sentiers pleins d'épines affrcllses ..... "

Le 8ang du Pauvr~. Pari,_ Mercure de France. 1912. Een

boekwerk in 12°: oon blank blad, 268 bladzijden voor titel, herhalingstitel, opdracht, tekst en inhoudsopgaaf, en een blank blad.

Van dit werk 7.ijn twee exemplaren op Japanseh, en 12 op oud-Hollandsch papier gedrukt.

Kernspreuken: Parvuli petierunt panem et non erat flui frangcret eis. Lamen­ta/ions de .J érémie.

(~uelques contemplatifs ont dit que J ésus snbit la Sueur de Sang plusieurs fois durant son enfancc. Père Faber.

Tot de hevigste boeken, welke Léon Bloy geschreven hceft, behoort op een del' eerste plaatsen Le Sang du Pauvre.

Page 174: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

156 L.P.() N IlLOY

Over deze maatschappij druipt het bloed van den arme.

Handel, industrie, gcldzucht, gierigheid, ontucht tappen den armen hun bloed af. Het is niet enkel de wraakroepende zonde, de onthouding van zijn loon aan den werkman, die bedreven wordt in alle geledingen der maatschappij ; daarbij komt nog de voortdurende pijni-ging van den arme door de uitstalling cener duivelsehe weelde, — door de verschrikkelijke maatregelen, welke huiseigenaren nemen, tegen de armen met kinderen., — door het zweetsysteem, dat op de onderste lagen der maatschappij wordt toegepast.

Bloy heeft zelf de ellenden der uiterste armoede leeren kennen : de miserie. De armoede, zegt hij vaak, is het gemis van het overbodige ; de miscrie is het gemis van het allernoodzakelijkste.

Doch hij is een armoedige, die spreken en schrijven kan. Daarom zal hij het doen namens de armen, gelijk hij in de opdracht van dit bock aan zijn oudste dochter Veronica zegt :

„Ton père a essayé de crier A, leur place, de ramassec en une sorte de Miserere toutes les souffrances de ces lamentables. Tu sais de quel prix il en a payé le droit et A, quelle école redoutable il s'est instruit."

Er wordt vcel geschreven over het maatschappelijk vraagstuk. Statistieken worden vervaardigd, loonbere-keningen overgelegd, kansen gewikt en gewogen.

Bloy beziet het maatschappelijk vraagstuk in den spiegel van het absolute Christendom :

„Ceux d'entre les riches qui ne sont pas exactement des réprouvés peuvent comprendre la pauvreté, puisqu'ils sont eux-mêmes des pauvres, cn un scns ; ils ne peuvent pas comprendre la misère. Capables de l'aum6nc, peut-are, incapables du dépouillement, ils s'attendriront, en belle musique, sur Jésus souffrant, mais sa Croix leur

156 L}~(l=" BLOY

Over deze maatschappij druipt het bloed van den arme.

Handel, industrie, geldzucht, gierigheid, ontucht tappen den armen hun bloed af. Het is niet enkel de wraakroepende zonde, de onthouding van zijn loon aan den werkman, die bedreven wordt in alle geledingen der maatschappij; daarbij komt nog de voortdurende pijni­ging van den arme door de uitstalling eener duivelsehe weelde, - door de verschrikkelijke maatregelen, welke huiseigenaren nemen, tegen de armen met kinderen, -door het zweetsysteem, dat op de onderste lagen der maatschappij wordt toegepast.

Bloy heeft zelf de ellenden der uiterste armoede leeren kennen: de miserie. De armoede, zegt hij vaak, is het gemis van het overbodige; de miserie is het gemis van het allernoodzakelijkste.

Doch hij is een armoedige, die spreken en schrijven kan. Daarom zal hij het doen namens de armen, gelijk hij in de opdraeht van dit boek aan zijn oudste doehter Veronica zegt:

"Ton père a essayé de cricr à leur placc, de ramasset cn unc sorte de Miscrerc tout es les souffrances de ces lamentables. Tu sais de quel prix il en a payé Ie droit et à quelle école redoutable il s'est instruit."

Er wordt veel geschreven over het maatschappelijk vraagstuk. Statistieken worden vervaardigd, loonbere­keningen overgelegd, kansen gewikt eH gewogen.

Bloy beziet het maatschappelijk vraagstuk in den spiegel van het absolute Christendom:

"Ceux d'entre les riches qui ne sont pas exaetement des réprouvés peuyent comprendre la pauvreté, puisqu'ils sont eux-mêmes de,; pauvres, en un sens; ils ne peuvent pas comprendre la misèrc. Capables de l'aumóne, peut­être, incapahlcs du dépouillement, ils s'attendriront, en belle musiquc, sur Jésus souffrant, mais sa Croix leur

Page 175: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 157

fera horreur, la réalité de sa Croix ! Il la leur faut toute en lumière et toute en or, somptueuse et légère, agréable å voir sur une belle gorge de femme." (bladz. 42).

Wanneer gij Bloy's verschrikkelijke beschrijving leest van het festijn, in het derde hoofdstuk, dan wordt gij koud van ontzetting, — dan staat gij verslagen tegen-over een man, die zó6 de diepte der ellende heeft gepeild.

Hij heeft de verspillingen der goudmagnaten in Frank-rijk aanschouwd ; hij heeft, tijdens zijn tochten door Parijs en de voorstedcn, de aangrijpendste klachten der armen gehoord. Hij weet, hoe vele eigenaars van huizen in de millioenenstad het bloed van den arme eten en drinken :

„Il faut avoir été soi-même un pauvre pour savoir ce que c'est que d'avoir donner sans cesse le meilleur fruit de son travail et de sa peine, la fleur du sang de ses enfants, pour arrondir un parasite fainéant, grand ou petit, un damné de Dieu et des hommes, incapable même de la gratitude intestinale d'un chien pour les êtres, quels qu'ils soient, qui lui remplissent les boyaux. Car ils sont sans nombre, les pauvres gens qui travaillent et qui jefment pour payer le propriétaire, pour avoir un abri défectueux et sordide, sans air ni lumière, dont l'aspect seul est A. degofiter de la vie. Il faut avoir vu souffrir des tout petits exténués de privations A, seule fin d'assouvir un pléthorique maquereau que les lois honorent et qui est un des cinq ou six cent mille seig-neurs et maitres mis en place des hauts barons de l'an-cienne France qui versaient leur sang pour défendre leurs laboureurs ! . ." (bladz. 162).

Nog verder gaat 13loy : de armen moeten vooruit betalen . . .

„Et ce n'est pas encore tout. Wine en payant d'avance, un jeune ménage doit s'engager h, ne pas avoir d'en-fants

LÉON BLOY 157

fera horreur, la réalité de sa Croix ! Il la leur faut toute en lumière et toute en or, somptueuse et légère, agréable à voir sur une belle gorge de femme." (bladz. 42).

Wanneer gij Bloy's verschrikkelijke beschrijving leest van het festijn, in het derde hoofdstuk, dan wordt gij koud van ontzetting, - dan staat gij verslagen tegen­over een man, die zóó de diepte der ellende heeft gepeild.

Hij heeft de verspillingen der goudmagnaten in Frank­rijk aanschouwd; hij heeft, tijdens zijn tochten door Parijs en de voorstedcn, de aangrijpendste klachten der armen gehoord. Hij weet, hoe vele eigenaars van huizen in de millioenenstad het bloed van den arme eten en drinken:

,,11 faut avoir {~té soi-même un pauvre pour savoir ce que c'est que d'avoir à donner sans cesse Ie meilleur fruit de son travail ct dc sa peine, la fleur du sang de ses enfants, pour arrondir un parasitc fainéant, grand ou petit, un damné de Dieu et des hommes, ineapable même de la gratitude intestinale d'un chien pour lcs êtres, quels qu'ils soient, qui lui remplissent les boyaux. Car ils sont sans nombre, les pauvres gens qui travaillent et qui jeûnent pour payer Ie propriétaire, pour avoir un abri défectueux et sordide, sans air ni lumière, dont l'aspect seul est à dégoûter de la vie. 11 faut avoir vu souffrir des tout petits exténués de privations à seule fin d'assouvir un pléthorique maquereau que les lois honorent et qui est un des cinq ou six cent mille seig­neurs et maîtres mis en place des hauts barons de l'an­cienne Franee qui versaient leur sang pour défendre leurs laboureurs! ... " (bladz. 162).

Nog verder gaat Bloy: de armen moeten vooruit betalen ...

"Et ce n'est pas encore tout. Même en payant d'avance, un jeune ménage doit s'engager à ne pas avo ir d'en-fants ....... "

Page 176: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

158 1.kON I3LOY

Lees eens dat hoofdstuk over „Le petit roi" met de hui-veringwekkende aanteekcning op bladzijde 175 ! Lees dat over het sweating system . . . Lees dat over de begraaf-plaatsen der armen en de begraafplaatsen der honden . . .

En dan het slot, de opdracht van dit boek aan de Lieve Vrouwe van la Salette :

„Je vous confie donc ce livre écrit par un pauvre la gloire de la Pauvreté. S' il s'y trouve de l'arnertume, Vous y mêlerez Votrc Douceur, il s'il s'y trouve dc la Colère, Vous l'atténuerez par Votre Tristesse. Mais, ne l'oubliez pas, je suis lc conternporain de Votrc Apparition sur la Montagne des Larmes. Je fus mis, alors, sous Vos Pieds. A ce titre, Votre Indignation et Vos Sept Glaives m'appartiennent. Les chaines de bronze qui ont été vues sur Vos Epaules, Vous me les avez laissees ell par-tant et voilà soixante-trois ans quc je les traine par le mon.de. C'est leur bruit qui importune les lilacs et les dormants. Si c'est possible encore, faites-en un tonnerre qui les réveille decidément pour la Pénitenee ou pour la Terreur, — 6 Etoile du Matin des pauvres, qui „rirez au Dernier Jour" !"

Vie de Mélanie, Bergère de la Salette. Ecrite pa,r elle-même en 1900. Son enfa,nee (1831-----1846).

introduction par L6on Pa,ris, Mereure de France. 1912. Een boekwerk in 12° : 41 bladzijden voor titel, lingstitel, opdracht en inleiding, 289 bladzijden tekst van M6lanie Calva,t, waaraan eenige documenten zijn toege-voegd. Voor in bet book een portret van 1V1.61anie Calva,t.

Van dit werk zijn drie exemplaren gedrukt op Ja,pansch en 21 op oud-liolla,ndsch papier.

Mélanie Calvat, de herderin, is de zieneres van la Salette. Zij heeft zelf hare openbaringen beschreven,

158 LÉON BLOY

Lees eens dat hoofdstuk over "Le petit roi" met de hui­veringwekkende aanteckcning op bladzijde 175 ! Lees dat over hct sweating system ... Lees dat over de begraaf­plaatsen der armen en de begraafplaatsen der honden ...

En dan het slot, de opdracht van dit boek aan de Lieve Vrouwe van la SalcUc;

"Je vous confic done ce livre éerit par un pauvrc <1 la gloire de la Pauvreté. S' il s'y trouve de l'amertume, Vous y mêlerez Votre Douceur, il s'il s'y trouve de la Colère, Vous l'aUénuerez par Votre Tristesse. Mais, ne l'oubliez pas, je suis Ie eontemporain de Votre Apparition sur la Montagne des Larmes. Je fus mis, alors, sous Vos Pieds. A ce titre, Votre lndignation ct Vos Sept Glaives m'appartiennent. Les ehaînes de bronzc qui ont <',té vues sur Vos Epaules, Vous me les avez laissées en par­tant et voil:'t soixante-trois ans quc je les traîne par Ic monde. C'est leur bruit qui importune les lûehes ct les dormants. Si e'est possible encore, faites-en un tOlluerre qui les réveille décidément pour la Pénitenee ou pour Ia Terreur, - ó Etoile du Matin des pauvres, qui "ril'ez au Dernier Jour" !"

Vil' de M élanic, Bergère de la S,,/rlle. Eerite par ello-même en 1\J00. Son enbnce (l8:n-184(;).

Jntrodudion par Léoll Bloy. Paris, J\!lercure de Franco. UH2. Een boekwerk in 12" : 41 bladzijden voor titel, hcrhu,­lingstitel, opdracht en inleiding, 2~9 bbdûjdcn j,okst van M élanie Calv,\t, wai:Lra.a.Il oenige documenton zijn toege­voegd. Voor in het book een portret v,m J\!lélanic Cal vat.

V:>n dit werk ",jjn drie exemplaren gedrukt op ,T u,panseh on 21 op oud­Hollandseh papier.

Mélanie Calvat, de herderin, is de zieneres van Ia Salette. Zij heeft zelf hare openbaringen beschreven,

Page 177: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LtON BLOY 159

openbaringen, welker waarde door de Pausen Pius IX en Leo XIII als echt is erkend.

Door zijn auteurschap van Celle qui pleure was Léon Bloy de geroepene, om ook deze levensbeschrijving te publiceeren.

Hij schreel eene hooggestemde inleiding en droeg zijn arbeid op aan zijn dochtertje Madeleine.

De opdracht worde hier in haar geheel weèrgegeven, wijl zij de kern van het bock raakt :

„ A ma trè,s chère fine

MADELEINE. Voici le livre que je te réservais depuis longtemps. Il

est peine de moi, puisque je n'en ai écrit quc l' Intro-duction. Mais au-dessus de mes pages périssables et mourantes j'ai mis pourtant tout mon coeur, tu verras Fame, sublime et naïve comme lc ciel, de cette Bergère du Paradis, dont je me déclare le très humble présentateur.

Vouée par ta mère, avant ta naissance l'Immaculée Conception, Mélanie t' apprendra, mieux que je ne puis le faire, que la Sainte Vierge fut, en vérité, quand les monts et les abimes n' étaient pas encore, l'Unique Elue pour être, un jour, l'Unique Ressource de Dieu, „le seul point de boue sans tache oil le Rédempteur poser son pied sur la terre."

Rien que cette pensée grandissant chaque jour en toi, te fera sainte, si te le veux et j'ose le dire — quand même tu ne le voudrais pas.

L'Immaculée Conception est ton gouffre particulier. Chacun a lc sien. C'est l'abime de lumière voulu pour toi et dont tu ne pourras jamais sortir, bienheureuse enfant de mes tourments.

Féte de saint Michel archange, 19H.

Léon Bloy."

LÉON BLOY 159

openbaringen, welker waarde door de Pausen Pius IX en Leo XIII als echt is erkend.

Door zijn auteurschap van CeUe qui pleure was Léon Bloy de geroepene, om ook deze levensbeschrijving te publiceeren.

Hij schreef eene hooggestemde inleiding en droeg zijn arbeid op aan zijn dochtertje Madeleine.

De opdracht worde hier in haar geheel weèrgegeven, wijl zij de kern van het bock raakt:

"A ma très chère tille MADELEINE.

Voiei Ie livre que je te réservais depuis longtemps. 11 est à peine de moi, puisque je n'en ai écrit quc I' Intro­ducfion. Mais au-dessus de mes pages périssables et mourantes ou j'ai mis pourtant tout mon coeur, tu verras l' àme, sublime et naïve comme Ic ciel, de cette Bergère du Paradis, do nt je me déclare Ic très humbie présentateur.

Vouée par ta mère, avant ta naissance à 1'Immaculée Conception, Mélanie t' apprendra, mieux que je ne puis Ie faire, que la Sainte Vierge fut, en vérité, quand les monts et les abÎmes n' étaient pas encore, l'Unique Elue pour être, un jour, I'Unique Ressource de Dieu, "Ie seul point de boue sans tache 011 Ie Rédempteur pût poser son pied sur la terre. "

Rien que cette penséc grandissant chaque jour en toi, te fera saintc, si te Ie veux et- j'ose Ie dire - quand même tu nc Ic voudrais pas.

L'lmmaculée Conception est ton gouffre particulier. Chaeun a Ie sien. C'pst I'abîme de lumière voulu pour toi et dont tu ne pourras jamais sortir, 6 bienheureuse cnfant de mes tourments.

Féte de saint Michel archange, 1911.

Léon Bloy. "

Page 178: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

160 BLOY

Ame de Napoléon. Paris, Mercure de France. 1912 1). Een

boekwerk in 12° : een blank blad, 262 bladzijden voor titel enz.

Van dit werk zijn 3 exemplaren op Japansch, 27 op oud-Hollandsch papier gedrukt.

Kernspreuken : Le monde entier, c'est le vêtement de ma misère. WELLS. Quand le Dorineur s'évez7lera. Fortiori-bus fortior instat cruciatio. Livre de la Sage88e.

„Van deze historie heb ik veel studie gemaakt. Ik heb haar bestudeerd, terwijl ik bad, terwijl ik schreide van vreugde of leed, heel vaak, terwij1 ik mij afvroeg, hoe dikwijls toch wel ! of het niet onzinnig was haar te lezen in menschelijke beschouwingen, zooals men de historic lezen kan van Cromwell of van Frederik den Groote, de eenige kopstukken, meen ik, dic men sinds Hannibal of sinds Caesar hier of daar in. de nabijheid van Napoleon veronderstellen kan, en ten slotte gevoelde ik altoos, dat ik mij beyond in de tegenwoordigheid van een der geduchtste mysteries van de Geschiedenis" (p. 21).

Dit is een fragment uit de inleiding, waarmede Léon Bloy dit wonderbare boek opent.

Wel mag dit genoemd worden het bock van een geheim-zinnige over den Geheimzinnige, het boek van een held over den Held.

Kent gij eene figuur uit de wereldhistorie, met wie z66 gesold wordt als met Napoleon ? Het is ellendig om aan te zien, hoe men romannetjes weeft uit zijn

1) De hieronder volgende beschouwing is in ongeveer gelijken vorm door mij geschreven voor „De Maasbode", 27 Maart 1913, Ochtendblad.

160 LÉON BLOY

L' Ame de Napoléon. Paris, Mercure do Franco. 1912 I). Een

boekwerk in 12°: een blank blad, 262 bladzijden voor titel enz.

Van dit werk zijn ;; exempbron op Japanseh, 27 op oud-Hollandsch papier gedrukt.

Kernspreuken: Le monde entier. e'est Ie yêtement de ma misère. WELLS.

Qaand Ze Dorrneur s'évetTlem. Fortio!'i­bus fortiol' instat eruciatio. Livre de la Sagesse.

"Van deze historie heb ik veel studie gemaakt. Ik heb haar bestudeerd, terwijl ik bad, terwijl ik schreide van vreugde of leed, heel vaak, terwijl ik mij afvroeg, hoe dikwijls toch wel ! of het niet onzinnig was haar tI' lezen in menschelijke beschou \Vingen, zooals men de historie lezen kan van Cromwell of van Frederik dcn Groote, de eenige kopstukken, meen ik, die men sinds Hannibal or sinds Caesar hier of daar in de nabijheid van Napoleon veronderstellen kan, en ten slotte gevoelde ik altoos, dat ik mij bevond in de tegenwoordigheid van een der geduchtste mysteries van de Geschiedenis" (p. 21).

Dit is een fragment uit de inleiding, waarmede Léoll Bloy dit wonderbare bock opent.

Wel mag dit genoemd worden het hoek van een geheim­zinnige over den Geheimzinnige, het boek van een held over den Held.

Kent gij eene figuur uit de wereldhistorie, met wie zoo gesold wordt als met Napoleon? lIet. is ellendig om aan te zien, hoe men romannetjes weeft uit zijn

I) De hieronder volgende beschouwing is in ongeveer gelijken vorm door mij geschreven voor "De Maasbode" , 27 Mallrt 191:3, Ochtendblad.

Page 179: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 161

bestaan, hoc men gedichten knutselt over zijn groot-heid, hoe men hem sleurt door het riool van gefanta-seerde mémoires, hoe men hem vernedert tot theaterheld, tot bioscoopdraak.

Toujours lui ! En zij, dic de naïeve vereering des volks exploiteeren

voor hun beurs, rukken en wrikken aan dat standbeeld van Napoleon, dat in de volksverbeelding staat, — staat als een ontzaglijk monument, waartegen marktkramers hun derde- en vierdehandsgoederen uitstallen.

Daar verschijnen over Napoleon boeken., tientallen boeken, die men zich schamen moet te lezen. Prullen en lorren, vol van tromgeroffel en fanfaronnadcs, maar met geen grcin erin van Napoleon's wezen, van zijn ziel, van zijn onvergelijkelijke verschijning in de wereld-geschiedenis. . . .

Cijfers en feiten en namen benuttend enkel en alleen om zijn ziel te kennen, heeft Léon Bloy nu een boek ge-schreven : Ame de Napoléon, dat door dcn vuilen mist van het werk dcr Napoleon-onteerders heenbreekt gelijk een zonnestraal, gelijk de stralende zonne zelf.

Léon Bloy . . . dc pamfletschrijvcr ? Rustig-beschouwend, zacht, — ja soms weemoedig —,

soms klaaglijk-mediteerend is de sterke nu geworden ; stiller dan ooit is hij, nu hij de nabijheid van Napoleon's geest gevoelt ; — en hij richt zich slechts nu en dan in zijn volle lengte op, om den huurlingcn en verraders van den Keizer een kaakslag te geven, die klapt.

Dit boek is er een van bewondering en groote liefde. Léon 13loy's bewondering voor Napoleon is gelijk aan

de extatische bewondering van de helden der Fransehe armee, aldus door hem geschetst :

„En nogmaals kwam zich een leger van slachtoffers aanbieden, en welke slachtoffers ! Een geloei van glorie

Ldon Bloy. 11

LÉON llLOY 161

bestaan, hoc men gedichten knutselt over zijn groot­heid, hoc men hem sleurt door het riool van gefanta­seerde mémoires, hoc men hem vernedert tot theaterheld, tot bioscoopdraak.

Toujours lui! En zij, die de naïeve vereering des volks exploiteeren

voor hun beurs, rukken en wrikken aan dat standbeeld van Napoleon, dat in de volksverbeclding staat, - staat als een ontzaglijk monument, waartegen marktkramers hun derde- en vierdehandsgoederen uitstallen.

Daar verschijnen over Napoleon boeken, tientallen boeken, die men zich sehamen moet te lezen. Prullen en lorren, vol van tromgeroffel en fanfaronnades, maar met geen grein erin van Napoleon's wezen, van zijn ziel, van zijn onvergelijkelijke verschijning in de wereld­geschiedenis ....

Cijfcrs cn feiten cn namen benuttend enkel en alleen om zijn ziel te kennen, heeft Léon Bloy nu een boek ge­sehre\'cn: l' Ame de Napoléon, dat door den vuilen mist van het werk der Napoleon-onteerders heenbrcekt gelijk een zonnestraal, gelijk de stralende zonne zelf.

Léon Bloy ... de pamfletschrijver? Rustig-beschouwend, zacht, - ja soms weemoedig -,

soms klaaglijk-mediteerend is de sterke nu geworden; stiller dan ooit is hij, nu hij de nabijheid van Napoleon's geest gevoelt; - en hij richt zieh slechts nu en dan in zijn volle lengte op, om den huurlingen en verraders van den Keizer een kaakslag te geven, die klapt.

Dit Loek is er een van bewondering en groote liefde. Léon Bloy's bewondering voor Napoleon is gelijk aan

de extatische bewondering van de helden der .Fransche armee, aldus door hem gcschetst :

"En nogmaals kwam zich een leger van slachtoffers aanbieden, en welke slachtoffers! Een geloei van glorie

Léon Bloy. 11

Page 180: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

162 LÉON BLOY

steeg ten hemel. Bij een parade kruisten de heldhaftige edelen van honderd veldslagen de sabels bov,L.,n Napo- leon's hoofd, zij vormden boven hem een gewelf van

terwijl zij schreiden van vreugd en van woede. Eenige dagen later waren zij op hun beurt geofferd. Zij waren de laatsten, maar toch bleven er nog. over en indien Napoleon het-, gewenscht had, dan had hij, zelfs na Waterloo, nog onbeperkt het aantal der meuselidijke slachtoffers kunnen verg,rooten.

„Waarlijk, nooit werd een mensch aanbeden zooals hij, in hoop of in wanhoop, in de eindelooze tormenten van vermoeienis, honger en dorst, te midden van slijk. en sneeuw, in schroot en brand, in ballingsehap, gevan-genissen en hospitalen en onder doodsstrijd ; aanbeden, altoos, aanbeden overal, niettegenstaande Wat 00k, alS

een verlosser, wien het bederf des grafs niet 'bereiken kon, als een maagd van glorie, die niet kon sterven. .1n mijn -jeugd heb ik °tide verminkten gekenct, die niet in staat waren hem te onderscheiden van den Zoon Gods".

En Leon Bloy's liefde voor Napoleon : „Het Paradijs zonder mijn Keizer, ik. ken het niet !"

p. 98.

Uit dezen zin kunt gij den toonaard kennen, waarin het heck werk in gecomponeerd : den toonaard van het Gregoriaansche Dies irae, zou ik durven zegg,--n. Want in zijn klaehten ov-er Napoleon's zwakheden, zijn jubel over Napoleon's kracht, in zijn meddijden met Napoleon.'s iced, in zijn blijde hoop op Napoknon's hemd.sche belooningen, daarin ruischt wet voort-durend die sonore toon van het lied, dat den Christen begeleidt naar zijn

De pracht der ontwikkeling van Leon gedach- ten over den Keizer wordt alleen en zeer waardig geëve-naard door haar subliemen eenvoud.

162 LÉON llLOY

steeg ten hemel. Bij een parade kruisten de heldhaftige edelen van honderd veldslagen de sabels hoven Napo­Ieon's hoofd, zij vormden boven hem een gewelf van staal, terwijl zij schreiden van vreugd en van woede. Eenige dagen later waren zij op hun beurt geofferd. Zij waren de laatsten, maar toeh bleven er tlO,~ over en indien Napoleon het gewenseht had, dan ha(1 hij. zelfs na \Vaterloo, nog onbeperkt het aantal der IlWi I~ell('lijke

slachtoffers kunnen vergrooten. ,,'Vam'lijk, nooit werd een menseh aanbe(kn 1'.ooal8

hij, in hoop of in wanhoop, in de einddooZ(: t,Ol'lllcnten \'an vermoeienis, honger cn dorst, te middcll v;m slijk en sneeuw, in schroot en brand, in ballingschap, in 1~,Tall­genissen ell hospitalen en ondcr doodsstrijd; aallbeden, altoos, aanbeden overal, niettegenstaande wal. ook. als een verlosser, wicn het bederf des grafs nid bereiken kon, als een maagd van glorie, die niet kOIl sterven. I n mijn jeugd heb ik oude verminktcn ~~CkCIHi. d ie niet in staat waren hem te onderscheiden van dCll Zoon Gods". p. I,:;.

I<;n Léon llloy's liefde voor Napoleon: "lIet Paradijs wnder mijn Keizer, ik kcn het. niet. !"

p. ~)H.

Uit dezen zin kunt gij den toonaard kelUlcl:, \,aal'in het heele werk in gecomponeerd: den toonaard van het l;regoriaansehe Dies irae, zou ik durven zC,!.(;";.lI. V\'ant in zijn klachten over Napoleon's zwakhedell. in zijn jubel over Napoleoll's kracht, in zijn mcddijdl'JI met Napoleoll'~; lecel, in zijn blijde hoop op Napokon's hemdseltc bdooninW'Il, -- daarin ruisdü, wd \"oort­durend die sonore toon van het lied, dat den l'hri"ten hegeleidt lIaal' >lijn graf.

De pracht der ontwikkeling van L{-o]l Bloy'" g('daeh­ten over den Keizer wordt alleen en JlC('l' waardig geëve­llaard dool' haar subliemen eenvoud.

Page 181: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉ'ON 131,0Y 163

De Ziel van Napoleon, --- de titel zegt u reeds, dat hier cen geloovige aan het woord is. Elke bladzijdc van het bock getuigt, dat die geloovige vooraan staat onder de denkers en kunstenaars van onzcn tijd.

Gij moet die 11,VCC eerste hoofdstukken lezen, over Napoleon's ziel en over de andere om te begrijpen, hoe deze Franschman de historic. beschouwt.

Anderen zien sleehts de uiterlijkheid der feiten, Léon Bloy zict de innerlijkheid dergenen, die de feitcn maken, en hij ziet haar zoo klaar en zoo scherp, zoo diep en zoo volkomen, dat hij zijn aanschouwingen bcschrijft in een onvergelijkelijke taal, de taal van een mensch, die ver boven de menschheid staat.

llebt gij ooit gedacht aan Napoleon's angst ?

,Men heeft vaak gezegd, dat het leven een droom is en niel kent de bijna bovennatuurlijke macht der indruk-

welke de zici in haar droomen ontvangt. Wat te dcnken van den Napoleontischen droom, die twintig jaren duurdc, van Vendémiaire tot Waterloo ? De droom van zulk een man, zijn uitwerkingen in zulk een ziel en de altoos hernieuwde angst in zulk een droom !

„Daar bestaan populaire prenten, die laten zien, hoc Napoleon sliep s'avonds v66r Austerlitz, toen hij zijn bewonderenswaardig legcr en zijn jeugdig keizer-rijk gedreven had naar een afgrond en de minste fout een on herstelbare nederlaag zou zijn geweest, daar tweehonderd-duizend Pruissen zich voorbereidden om hem overvallen zelfs in geval van cep overwinning, die Diet cen triomf geweest zou zijn.

,l)ie armoedige prenten zija wel veelbeduidend. Hij sliep onder zijn gesternte, deze naieve groote man van genie, doch wie zou kunnen zeggcn, of deze slaap ook de rust zijner ziel was ? Ilij had reeds zoovele tragische urcn van onzekerheid gekend, te Boulogne, te Marengo, te Verona, te Rivoli, bij de Pyramiden, te St. Jean d'Acre,

L~:ON BI.OY 163

DI' Ziel van N alJOleon, --- de titel zegt u reeds, dat hier een geloovigc aan het woord is. Elke bladzijde van het boek getuigt, dat die gdoovige vooraan staat onder de denkers en kUIlstenaars van onzen tijd.

Gij moet die t wee eerste hoofdstukken lezen, over N aJioleon' 8 ziel cn over de andere zielen, om te begrijpen, hoc deze l·'ranschIllan de historie beschouwt.

A nderen zien slechts de uiterlijkheid der feiten, Léon Bloy ziet de inllcrlijkheid dergcnclI, die de feiten maken, cn hij ziet haar zoo klaar en zoo scherp, zoo diep en zoo volkomen, dat hij zijn aanschouwingen beschrijft in een onvergelijkelijke taal, de taal van een menseh, die ve[ boven de mellsehheid staat.

Heht gij ooit gedacht aan Napoleon's angst?

"Men heeft vaak gezegd, dat het leven een droom is elI me!! kent de bijna bovennatuurlijke maehtderindruk­kt H, welke de ziel in haal' cirOO;llen ontvangt. Wat te denken van den Napolcolltisehell droom, die twintig jaren duurde, van Vendémiaire tot Waterloo '? De droolll van zulk een man, zijn uitwerkingen in zulk een ziel en de altoos hernieuwde angst in zulk een droom!

"Daar bestaan populaire prenten, die Jaten zien, hoc Napoleon sliep s'avonds vóór Austerlitz, toen hij zijn bewonderenswaardig leger en zijn jeugdig keizer­rijk gedreven had naar een afgrond en de minste fout een onherstelbare nederlaag ,r,ou zijn geweest, daar tw('cholldcrd-dui,r,cud Pruisscll ûch voorbereidden om heil! te overvallen zelfs in geval van een overwinning, die niet een triomf geweest zou zijn.

"Die armoedige prenten zijn wel veelbeduidend. Hij sliep onder zijn gesternte, deze naïeve groote man van genie, doeh wie zou kunncn ,r,eggen, of deze slaap ook de rust zijner ziel was? llij had reeds zoovcle tragische urell van oB,r,ckerheid gekend, te Boulogne, te Marengo, te Verona, te Rivoli, bij de Pyramiden, te St. Jean d' Aere,

Page 182: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

164

IION Y

en dat moest zoo duren tot het einde. Overal alleen, dat wil zeggen : zonder ook maar 6.6,n plaatsvervanger, die zijn gelijke was, en altijd gedwongen honderdvijf-tigduizend soldaten door de toevoeging van eigen per-soonlijkheid te maken tot honderdvijiligduizend strijdcrs, — hoe moest dan toch zijn geheime angst wezen bij elke zijner roemrijke schreden !

„De prenten vertellen niet, of hij op den vooravond van al zijn veldslagen sliep, doch de volkslegende deed het veronderstellen en deze legende had gelijk, minstens in haar allegorische diepte. Napoleon -was een subliem slaper. een slaapwandelende overwinnaar, wien het lijden. van anderen en van hemzelf gedurende zijn slaap deed krijten cn wiens kreten de verschrikking droegen naar de uitersten der wereld. Eens werd hij wakker zonder zijn. zwaard, — dat was in het oogenblik, toen hij ver-scheen voor God. . ."

Over zulk een bock zou men eigenlijk alleen. lyrisch mogen schrijven.

Alle waardeering, die niet stijgt tot de hoogte der poëzie, is voor zulk een werk koud en nuchter en doodsch.

Zij is geen weêrschijn van dien zonneschijn, geen weêr-slag van die warmtegolven . . .

Lees eens die hoofdstukken over den veldslag, over den aardbol, over de bijen, over den voetschabel, — en blijf dan koud en nuchter, als gij kunt,.

Het vuur van Léon Bloy begint in u te branden en uit te slaan ; gij ziet den Keizer, zooals alleen. cm Franschman hem schilderen kan, zooals alleen een schrijver gelijk Bloy hem kan doen leven en heerschen.

DE KEIZER Wanneer het tooverwoord weêrklinkt, sidderen de

soldaten, het leger juicht, de staten kraken en de wereld klemt zich om haar as, die is : Frankrijk v66r Leipzig !

164

en dat moest zoo duren tot hd einde. Overal alleen, dat wil zeggen: zonder ook maar é(~n plaatsvervanger, die zijn gelijke was, en altijd gedwongen om honderdvijf­tigduizend soldaten door de toevoeging van eigen per­soonlijkheid te maken tot honderdvij ftigduizend strijders, - hoe moest dan toeh zijn geheime angst \Vezen hij elke zijner roemrijke sehreden!

"De prenten vertellen niet, of hij op den vooravond van al zijn veldslagen sliep, doeh de volkslegende deed het veronderstellen en deze legende had gelijk, minstens in haar allegorische diepte. Napoleon was eCIl :mbliem slaper, een slaapwandelende overwinnaar, wiell hd lijden van anderen en van hemzelf gedurende zijn slaap deed krijten en wiens kreten de verschrikking droc'gcn naar de uitersten der wereld. Eens werd hij wakker zonder zij n z',mard, --". dat was in het oogenblik, tOCII hij ver­scheen voor God .... "

Ov('r zulk een boek zou men eigenlijk alleen lyrisch mogell schrijven.

Alle waardeering, die niet stijgt tot de hoogte der poëzie, is voor zulk een werk koud en nuchter en doodseh.

Zij is geen weêrsehijn van dien zonneschijn, gecn wcêr­slag van die warmtegolven ...

Lees eens die hoofdstukken over den veldslag, over den aardbol, over de bijen, over den voetschabel, - en blijf dan koud en nuchter, als gij kunt.

Het vuur van Léon Bloy begint in u te branden en uit te slaan; gij ziet den Keizer, zooals alleen l'en Fransehman hem schilderen kan, zooals alleen een schrijver gelijk Bloy hem kan doen leven en heersehen.

DE KEIZER!

'Vanueer het tooverwoord weêrklinkt, sidderen de soldaten, het leger juicht, de staten kraken en de wereld klemt zieh om haar as, die is : Frankrijk - vóór Leipzig!

Page 183: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON 111,0Y 165

Ook over Napoleon en den Paus, den smartenrijken Paus Pius VII, schrijft Bloy.

Om in twee woorden samen te vatten, hoe Léon Bloy dat doet, kan ik niet andcrs dan u vcrzckeren : 13loy bemint in stijgende orde zijn land, zijn Keizer, zijn Paus. Indien Pius VII, die Napoleon teederlijk beminde, alleen had gestaan met zijn liefde voor den Keizer, dan ware Bloy zijn beste verdediger geworden.

Op het hoofdstuk La Tiare volgt Le chancre, --- gij raadt, dat Napoleon's strijd met Spanje hicrvan het onderwerp is.

L' Ile inflbne, niet het eiland der verbanning wordt met cleze benaming bedoeld, doch de ccuwige vijand van den keizer : Engeland. De gevangene van Hudson Lowe en Bathurst heat dat eiland bitterlijk bespot : „Engeland verhandelt van alles," zei hij, „waarom begint het ook niet vrijheid Le verkoopen ?" Reeds in zijn inlei-ding heeft Bloy over de Engelsche ratten cn scorpioenen gesproken ; begrijpt, hoe het klinkt in l' Ile inflime.

De huurlingen, dc grooten, — de slachtoffers, -- zoo volgen de doorzichtige opschriften.

Uit dit hoofdstuk over de slachtoffers wil ik u nog een fragment vertalen, hoezeer ik ook besef, dat eene vertaling slechts een flauwe schaduw geven kan van Bloy's monumentalen stijl :

„Deze buitengewonc man was werkelijk een God voor zijn soldaten, die de bloem warcn van Frank-rijk. Al wat hij wilde, kon hij ervan maken, daar zijn geweldige ziel in zich opnam al die zielen, welke de zijne geworden waren door zijn wil, want dat alles is waarlijk zeer geheimzinnig.

„Dit gewapende volk volgde hem overal en ter liefde van hem aanvaardde het alle lasten des levens en alle tormenten des doods. Toen de met weldaden overladen grooten hem verlieten, toen bleven de arme soldaten, die onder hem de wereld hadden veroverd, die niets rijk

LÉON HLOY 165

Ook over Napoleon en den Paus, den smartenrijken Paus Pins VII, sehrijft moy.

Om in twee woorden samen te vatten, hoe Léon Bloy dat doet, kan ik niet anders dan u verzekeren: Bloy bemint in stijgende orde zijn land, zijn Keizer, zijn Paus. Indien Pius VII, die Napoleon teederlijk beminde, alleen had gestaan met zijn liefde voor den Keizer, dan ware Bloy zijn beste verdediger geworden.

Op het hoofdstuk La l'iare volgt Le chancre, --- gij raadt, dat Napolcon's strijd met Spanje hiervau het onderwerp is.

E' Ile infáme, niet het eiland der yerbanuin,g wordt met deze benaming bedoeld, doch de eeuwige vijand van den keizer: Engeland. De gevangene van HudsOIl Lowe en Bathurst hecl't dat eiland bitterlijk bespot: "Engeland verhandelt van alles," zei hij, "waarom begint het ook niet vrijheid te verkoopen 7" Reeds in zijn inlei­ding hee1't Bloy over de Engclsehc ratten en scorpioenen gesproken; gij begrijpt, hoc het klinkt ill Z' llc infámc.

De huurlingell,-- de grooten. --- de slachtoffers, --­zoo volgen de doorzichtige opschriften.

Uit dit hoofdstuk over de slachtoffers wil ik u nog een fraglllent vertalen, hoe:lcer ik ook besef, dat eeue vertaling slechts ecu flauwe schaduw geven kan van Bloy's mOlllllllentalen stijl:

"Deze buitengewone man was werkelijk een God voor zijn soldaten, die de bloem waren van Frank­rijk. AI wat hij wilde, kon hij ervan maken, daar zijn geweldige ziel in zich opnam al die zielen, welke de zijne geworden waren door zijn wil, want dat alles is waarlijk zeer geheimzinnig.

"Dit gewapende volk volgde hem overal en ter liefde van hem aanvaardde het alle lasten des levens en alle tormenten des doods. Toen de met weldaden overladen grooten hem verlieten, toen bleven de arme soldaten, die onder hem de wereld hadden veroverd, die niets rijk

Page 184: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

166

I )N

waren dan hun wonden en hun roem, toen bleven zij getrouw aan hun vervallen Keizcr, aan tum gevangen en ontslapen Kcizer, en zij konden maar niet, begrijpen, dat het voorgoed -was afgeloopen. Meer clan zestig jaren gele-den hebben de dorpen van alle provine4'n die weezen van ha Wonder zien sterven, die, invalide en armoedig, kinder' ijk verheven, altijd weer zieh in -Egypt,e waanden of in Moseou. Met hen sehenen de sterren uit te dooven.

”De herinnering' aan hen verdwijnt (Ai het jongere geslacht, dat hen niet anders heat kunnm beschouwen

in k le legendarische prenten van Charles of van Itaffei. , dat gelaeht kent hem niet in werkdijkheid en het, twij-felt or zulke menschen hebben kunnen bestaan om gezellen te zijn van den net's, wiens enkele naam allc grootheden krimpen doet.

,,Eens zal, missehien, de dag komen. waarop do over-blijfselen van Napoleon niet meer zijn zullen in de bewon-derenswaardige Tombe der Invaliden. Men zal zijn graf openen en het zal ledig zijn ; daar de sehijn zelrs van dit stof niet 'weft kunnen voortbestaan na de uitdooving van het lichtend gezag, dat het omgar. IIet zal de vermengde en verstrooide assehen hebben bijeengevocgd van de nederige soldaten, die zieh opofferden voor hun Hoofd en wier liefderijke kinderzielen zich rondom de Zijne zullen opstellen bij het laatste oordeel, gelijk welecr op de dagen der groote veldslagen zijn onoverwinnelijke (ran 1 e d eed !- p. 224--226.

Och korn ! zegt een Engelschman of een Duitseher, och kom ! Allemaal fantasie, allemaal inbeelding en onzin.

Ellendige philisters ! Nooit kunnen zij de droomen beglijpm van een geweldige, omhoogstrevende ziel, nooit kunnen zij zich indenken in dien extatischen toestand, waarin de menseh, de dichter, de begenadigde, klaarder en duidelijker dan de mensehheid de onzieht-bare dingen zich kan voorstellen ell besehriiven. Vertelt

166

waren dan hun wonden cn hun roem, toen bleven zij getr01l\V aan hun vervallen Keizer, aan hun gevangen en ontslapen Keizer, cn zij konden Illaar niet begrijpen, dat het voorgoed was afgdoopell. Meer dan zestig jarcn gele­den hebben dc dorpen van alle provineii'n die wcezcll van het \Vonder zie!l shT\'cn, dic, invalide en armoedig, kindcrJ ijk CB verheven, alti.id weer zich in F'gypte waandcn of in lUoscou. Met hen sehencn de ~tcrrcll uit te dooycn.

"De herinllcring aan hen verdwijnt en het Jongere geslacht, dat hen niet anders heeft kunnen heschouwen d;! 'I in ,Ie legcndarische prenten van (:harll's ol' yall Haffet, dat ge;,laeht i.;:cnt hem niet in werkelijkheid eH hel twij­felt of zulke mensehell hebben kunnen bestaan om de gezellen te zi.in van dcn Hcus, wiells enkele Il,tam alk groutheden Kl'i TH pen doet.

,,11;ells zal, missdlÎen, dl' dag konten. waarop di~ ovcr­blijf,;elcn vall Napoleon niet Illcer zijn zullen in dl' hewoll­derenswaardige Tombe der Invalidcll. Men zal zijn graf opcnen en het zallcllig zijn; daar dl' schijn 7:dl's van dit stol' niet heeft kunnen voortbestaan na de uitd'loving van het liehtend gezag, dat het omgal'. lIet :1. al de vermengdc en vcrstrooid" assehen hebben bijeengevoegd van de nederige soldaten, die zich opofferdcn voor hun Hoofd cn wier liefderijke kinderzielen zich rondom dl' Zijne zullen opstellen bij het laatste oordeel, gelijk welecr op de dagen der groote veldslagen zijn onoverwinnelijke garde deed !.. p. :!2·1-22G.

--. Och kom! zegt een Engelsehman of eell Ihtitseher, oeh kom! Allemaal fantasie, allemaal inbeelding en onzin.

Ellendige philisters! Nooit kunnen zij de droomen bqp i.iJJI~n Y:tll ('en geweldige, olllhoogstl'CVClHk ziel, nooit kunnen zij zich indenken in dien cxtatÎs('hcn toestand, waarin de mcnseh, de diehter, de begenadigde, klaarde!' en duidelijker dan de mensehhcid de onzicht­bare dingeIl zich kan voor,tdlen en !lCsehrijn'n. Vntelt

LÉON 111,0Y LÉON HLOY LÉON 111,0Y LÉON HLOY bloy

Page 185: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LP,ON BLOY 167

hun de legende van Frcderik Barbarossa, die in den Kyffhäuser de gouden ccuw van Duitschland wacht, --- zij zullen u evenzeer uitlachen, als wanneer gij lovend dc fantasieen van een hedendaagsch dichter bespreekt.

Doch gij, die gevoelt, dat, Léon Bloy in uren van een-zaamheid nabij is geweest aan den geest van Napoleon, heel, heel nabij, gij zult nog wel willcn hooren, hoe hij het wijken der groote Garde gezien heeft :

_La Garde recule ! . . . Bij dezen angstkreet ziet Napoleon zijn slagorde uiteenspatten, hij ziet zijn achterhoede in snellen terugmarsch, hij gevoelt de worging van het monster en zijn overwinnaars-maag-delijkheid is verloren. lien verschrikkelijke nacht valt over zijn ziel. is het dan plotseling geheel en al uit ? Zal het poeëm dan moeten eindigen met dit ontzettend avontuur Waar is nu zijn ster ? Wat is er geworden van zijn hart en zijn schat ? Ongetwijfeld is het niet 'Wellington, die ze hem ontroofd heeft en het is evenmin de Prukische legerjongen. Binnen drie maanden zal hij die terugvinden, op twee duizend mijlen afstand van zijn hoofdstad, in het andere halfrond. Doch dá,år zal zijn ster zijn als armoede, dic om brood vraagt, zijn hart zal wordcn gefolterd en zijn schat zal er een wezen van smarLen. A1) ! het is niet de Garde alleen, die te Waterloo terugdeinst, het is de Schoonheid dezer arme wereld, het is de Glorie, het is de Eer zelve ; het is het Frankrijk van God en de menschen, dat plotseling een wedu we geworden is en heengaat om te schreien in de eenzaamheid, lItt de Heerscheresse der natiën te zija geweest !" p. 237-239.

Nog zou ik u kunnen wijzen op dat laatste hoofdstuk, zooals gij er nog nimmer eén in boeken over Napoleon gelczen hebt, het hoofdstuk over den onzichtbaren gezel, den Engelbewaarder van Napoleon. Maar liever laat ik dit heerlijke opstel onaangeroerd, opdat het u

L.ÉON BLOY 167

hun de legende van Frederik Barbarossa, die in den Kyffhäuser de gouden eeuw van Duitschland wacht,-­zij zullen u evell:t.eer uitlachen, als wanneer gij lovend de fantasid'n van een hedendaagsch dichter bespreekt.

Doch gij, die gevoelt, dat L{~on Bloy in uren van een·· zaamheid nabij is geweest aan den geest van Napoleon, heel, heel nabij, gij zult nog wel willen hooren, hoe hij het wijken der groote Garde geûen heeft:

,,I,a Garde recule!... Bij de:t.en angstkreet ziet Napoleon ûjn slagorde uiteenspatten, hij ûet ûjn achterhoede in snellen terugmarseh, hij gevoelt de worging van het monster en zijn overwinnaars-maag­delijkheid is verloren. Een verschrikkelijke naeht valt over :t.ijn :t.icl. Is het dan plotseling geheel en al uit? Zal het poci'tn dan moeten eindigen met dit ontzettend avontuur? \Vaar is nu zijn ster? 'Vat is er geworden van zijn hart en zijn schat? Ongetwijfeld is het niet \Ycllingtoll, die ze hem ontroofd heeft en het is evenmin de Pruisische lcgerjongen. Binnen drie maanden zal hij die terugvinden, op twee duizend mijlen afstand van zijn hoofdstad, in het andere halfrond. Doch dáár zal zijn ster ûjlt als armoede, die om brood vraagt, zijn hart zal worden gefolterd en zijn sehat zal er een wezen van smarten. A.I.! het is niet de Garde alleen, die te VI' aterloo terugdeinst, het is de Schoonheid dezer arme wereld, het is de Glorie, het is de Eer zelve; het is het Frankrijk van God en de menschen, dat plotseling een weduwe geworden is en heengaat om te schreien in de eemmamheid, na de Hcerseheresse der natiën te zijn geweest !" p. 237-239.

~og zou ik u kunnen wijzen op dat laatste hoofdstuk, zooals gij cr nog nimmer één in boeken over Napoleon gelcz;en hebt, het hoofdstuk over den onziehtbaren gezel, den Engelbewaarder van Napoleon. Maar liever laat ik dit heerlijke opstel onaangeroerd, opdat het u

Page 186: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

168 LkON BLOY

in de oorspronkelijke taal kunne tegenschittercn met al den gloed zijner nieuwheid en schoonheid.

Een wonderbaar boek, een heerlijk boek ! Uw geestdrift, stijgt en stijgt, wanneer gij komt, onder

de suggestie van Léon Bloy en de schimmen en schadu-wen van het verleden ziet worden tot, werkelijkheid, wanneer gij de brandende slagen voelt van den nieuwe-ren Martel, den Hamer Gods : Napoleon.

Zoovelc boeken nit Frankrijk worden hi anen onze grenzen geworpen en, God beter 't, in zoo weinige door-van vinden wij iets goeds en groots.

Maar het heldendom in het Fransche land is toch nog niet uitgestorven.

Léon Bloy is een der grooten uit het hedendaagsehe leven, — hij moge bijwijlen Al te groot, voor ons zijn.

Slechts weinigen in zijn land hebben nog kracht gcnoeg om naar zulk een krachtmensch te luisteren. Ilij !weft zichzelf met een bitteren glimlach l'invendable genoemd, omdat er jaarlijks nauwelijks duizend exemplareh van zijn boeken worden verkocht.

Zijn "'Arne de Napoléon echter zal meer lezer-; vin-den clan welk ook zijner vroegcre werken en niemand hunner zal bewondering weigeren aan de zielegrootheid van dezen twintigst'eeuwer, die een geloovige en cen kunstenaar beide is.

Sur la Tombe de fluysmav„s. Collec-tion des Curicsités Littéraires. Par.Ls, 1913.

Een doeltje in 12° : 78 bladzijden. ()p het laatste blad de mededeeling, dat van dit werkje 550 exemplaren gedrukt zijn, waarvan 55 op oud-Hollandseh papier.

Herh.aaldelijk spreekt Léon 13loy in zijne wcrken over J. K. Huysmans.

Hoeveel hij van den vreemden naturalist gehoopt

168 LÉON BLOY

in de oorspronkelijke taal kunne tegenschitteren met al den gloed zijner nieuwheid en schoonheid.

Een wonderbaar boek, een heerlijk bock! Uw geestdrift stijgt en stijgt, wanneer gij komt onder

de suggestie van Léon Bloyen de sehimmen en sch,tdu­wen van het verleden ziet worden tot werkelijkheid, wanneer gij de brandende slagen voelt van den nieuwe­ren Martel, den Hamer Gods: Napoleon.

Zoovele boeken uit Frankrijk worden binnen onile grenzen geworpen en, God beter 't, in zoo weinige daar­van vinden wij iets goeds en groots.

Maar het heldendom in het Fransche land is toch nog niet uitgestorven.

Léon Bloy is een der grooten uit het hcdendaa~sche leven, -- hij moge bijwijlen hl te groot voor ons zijn.

Slechts weinigen in zijn land hebben nog kracht gc:nocg om naar zulk een kraehtmensch te luisteren. Hij heeft zichzelf met een bitteren glimlach l'invendable genoemd, omdat er jaarlijks nauwelijks duizend cxcll1plarcli yan zijn boeken worden verkocht.

Zijn l' Ame de Napuléon echter zal meer lezer" vin­den dan welk ook zijner vroegere werken en nicmand hunner zal bewondering weigeren aan dc zielegrootheid van dezen twintigst'eeuwcr, die een geloovige C'll l'cn kunstenaar beide is.

Bur la Tombe de Hnysmans. Collec· tion deH Curi"sités Littéraires. L'ar~, 1\)1:!'

Een deeltje in 12°: 78 bladzijden. Op het laatste blad de medcdeeling, dat van dit werkje 550 exemplaren gedrukt zijn, waarvan 55 op oud·Hollandseh papier.

Herhaaldelijk spreekt Léon Bloy in zijne werken over J. K. Huysmans.

Hoeveel hij van den vreemden naturalist gehoopt

Page 187: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 169

heeft v66r diens bekccring cn hoezeer hij zich na diens overgang tot het katholicisme teleurgesteld voelde,— daarvan getuigen opnieuw deze bladzijden : beschou-wingen in geweldigen stijl, ver boven de alledaagsche critiek verheven.

Een viertal opstellen vormen bet boekje : Les Repré-sallies du Sphinx (zonder plaats- of dagteekening), Huysmans et son dernier Livre (geschreven tc Fonte-nay-aux-Roses, 1887), L' Incarnation de l' Adverbe (geschreven te Kopenhagen, 1891), en L'Expiation de Jocrisse (1893).

Na een korte opdracht aan Marguerite Termier, volgt dit voorwoord :

„Ou done est-elle, cette pauvre tombe ? Voilà plus dc six ans gull est mort, lc malheureux,

et on pourrait le croire enterre depuis un Ceux qui voulurent l'admirer, quand il paraissait être

un vivant, s'étonnent aujourd'hui de ne plus retrouver un atomc dc sa poussière ct les tristes livres qu'il a laisses n'ont même plus leur ancien pouvoir d'ennuyer, tellement ils sont devenus indechiffrables !

Ayant ete son apeAre, helas ! ayant travaille et souffert longtemps pour qu'il devint un chrétien, l'excessive médiocrité dc sa nature exigea que je fusse payé aussit6t de la plus affreusc ingratitude et quo je contemplasse en lui lc plus extraordinaire avortement de la GrAce.

Mon disciple fut acclarné par nos catholiques, et cela dit tout.

Sa religion dc bibelot et de brie-à-brac leur parut l'effet d'une iniimité divine, et ils avalèrent que l'indécrottable naturaliste d' A vau-reau se compara lui-même aux plus grands écrivains chrétiens.

Les pages qu'on va lire marquent deux époques. Les premières furent écrites avant la conversion de

Huysmans, alors que plein d'espérance et ne prévoyant pas les atroces déboires qu'il me réservait, je le earessais

LÉON BLOY 169

heeft vóór diens bekeering en hoezeer hij zich na diens overgang tot het katholicisme teleurgesteld voclde,­daarvan getuigcn opnieuw deze bladzijden: beschou­wingen in geweldigen stijl, ver bovcn dc alledaagsche critiek verhevcn.

Een viertal opstellen vormen het boekje: Les Repré­sailles d'u Sphirur (zonder plaats- of dagteekening), Huysrnans et son dernier Divre (geschreven te Fonte­nay-aux-Roses, 1887), L' Incarnation de l' Adverbe (gcschreven te Kopenhagen, 189]), en L' Expiation de Jocrisse (1893).

Na een korte opdracht aan Marguerite Termier, volgt dit voorwoord: .

"Ou dOlle est-dIe, eette pauvre tombc '? Voilà plus de six ans qu'il est mort, Ie malheurcux,

ct on pourrait Ic croire cntcrré depuis un siècle. Ceux qui voulurent l'admirer, quand il paraissait être

un vivant, s'étonnent aujourd'hui de ne plus rctrouver un atomc de sa poussière et les tristes livres qu'il a laissés n'ont mhne plus leur ancien pouvoir d'ennuyer, tcllement ils sont devenus indéchiffrahles !

Ayant été son apûtre, hélas ! ayant travaillé ct souffert longtemps pour qu'il devînt un chrétien, l'exeessive médiocrité de sa nature exigea que je fusse payl~ aussitût de la plus affreusc ingratitude ct quc je eontemplasse en lui Ie plus extraordinaire avortement de la Gràce.

Mon disciplc fut acclamé par nos catholiques, ct ccla dit tout.

Sa religion de bibelot et de bric-à-brac leur parut l'cffet d'une intimité divine, ct ils avalèrent quc l'indéerottable naturaliste d' A vau-l'eau se comparàt lui-mi'~me aux plus grands éerivains chrétiens.

Les pages qU'OH va lirc marqucnt deux époques. Les premières fment écrites avant la conversion de

Huysmans, alors que plein d'espérance ct He prévoyant pas les atroces déboires qu'il me réservait, jc Ie caressais

Page 188: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

170 LÉON BLOY

avee ua grand zêle. Les autres expriment l'amer désen-chantement qui -vint ensuite.

On ne manquera pas de m'accuser de contradiction ou d'inconstance, ce qui m'est tout A fait égal. On est venu me demander ces chapitres inutilisés jusqu'ici, ayant êté refusés par l'éditeur Stock dans son Mition de Belluaires et Porchers, et qui peuvent avoir um' importance au point de vue de notre histoire

Pourquoi n'y consentirais-je pas ? On MC reprochera peut-être aussi de manquer de

respect (livers défUnt. .,La mort", disait autrefois Jules Vallês, „n'est pas

une excuse" ".

Le Pèlerin 1' Ab8olu. IVIercure (le Fritce. Paris, 1914.

.Een boekwerk in. 12° : 410 bladzijdett. Kernspreuk : „11 est des temps, oil l'ott ne dolt d6penser le in6pris économie, cause dtt grand nombre d(,s n.écessiteux. Chat,aubriand."

Dit bock is een vervolg van Le Vieux de la Montague en aldus het zesde deel van 13loy's uitgegeven dagboe,- bladen. Ilet omvat het tijdperk van Juli 1910 tot licr einde van 1912. De opdracht ,gedagteekend 20 Januari 1914, is gewijd aan Philippe Raoux, en luidt aldus :

„Rappelez-vous, mon ami, cet heureux jour de Fan passé vous vintes me voir Mevoisins avant de retour- ner clans votre triste Pologne. Vous ne pouviez près de inoi que quelques heures, et nous avions trop de choses nous dire.

Alors nos deux Ames sc regardèrent silencieusement, nos deux pauvres Ames que nous ne connaissons pas ('t qui ne se connaissent pas elles-mêmes. Nous savion,,

170 L};ON HLOY

avee lIn grand t':c\lc. Les autres expriment l'amer dl'sen­chant<'lIlcnt qui vint ensuite.

On He manquera pas de m'accuser de eontrarliction ou d'inconstanec, ce qui m'est tout à fait égal. On est venu me demander ces chapitrcs inutilisés jusqu'i('i, ayant dé reflls(>s par l'éditeur Stock dans son ("ditioll de BeUuaires ct POTeheTs, ct qui pCllvent avoir 1I1le imporbmcc all point de vue de notre histoirc ]jU (',­

raire. Pourquoi n'y cOllsentirais-je pas? On me rcproehera peut-i':trc :luf>si de manquer de

respect envcrs un défunt. .,La mOlt", disait &Iltrcf'ois .Jules Vallc':s, "u'ec.;t pas

unc excllsc·'''.

Lc Pèlerin de l' Absolu. !VlCfCUfC (1('

Fl"'l\ce. Paris. 1\)14. Een boekwerk in 12°: 410 bladzijde·IL.

KernHprenk: ,,II est des temps, 011 ron Jle doit dópcJlscr Ic mépris <ju'a"f'" t'~eonolnie, it. causü du gra.nd llQln l)fo df':-i

néccssitcux. Ohafl'o/uft,"iun,rl."

Dit hoek is een vervolg van Le Vieu,r de la Alolltaglli' en aldm: het t':esde deel van Bloy's uitgegeven daghock­bladen. Het omvat het tijdperk van Juli 1910 tot li('i~ einde van] 912. De opdraeht ,gedagteekend 20 Januari 1914, is gewijd aan Philippe H.aoux, en luidt aldus:

"Happelez-vous, mon ami, eet heureux jour de rail passé ou vous vÎntes me voir ,\ Mévoisins avant de rcto\lr­nel' dans votre triste Pologne. Vous ne pouviez (':t re près de Illoi quc quelques heures, ct nous avions trop de choses à HOUS dire.

Alors nos deux funes se regardèrent silcneieusement, nos deux pauvres àmes que nous ne connaissons pas cl qui ne se (~onnaissent pas eiles-mhnC's. :!'\OllS savioll';

Page 189: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 171

seulement que Notre Seigneur Jésus-Christ était avec nous et sc réjouissait de nous voir ensemble.

Je vous offre maintcnant ce livre oil les étrangers ne discerneront peut-être que la malice qui cst dans leurs murs, mais je sais que vous y trouverez le mien qui est tout vous, mon eher Philippe."

De inhoud van dit dagboek is even verscheiden en even krachtig, vaak ook even indrukwekkend en even verheven als die der vorige deelen.

1)oor de duisternissen van Bloy's droefenis glanst voort-durend het tintelend en vonkend lieht van zijn groot geloof en zijn vlammende liefde.

Jeanne d' Arc et l' Allemagne Collec-tion ,,Les Proses", Georges ärès Ce,

éditeu'ls. Paris, 1915. Een boek in 16°, 268 bladzijden voor

tekst, titel, enz. De oplaag bedra,a,g1„ met inbegrip va,n de weelde-uitgaaf op Japanseb en op velijn pa,pier, 2200 exemplaren. — Kernspreuk : Dieu pre-mier servi! Jeanne d' Arc.

In den kring der 13loy-vereerders was het reeds geruimen tijd bekend, dat de geweldige van Bourg-la-Reine eerlang zijne meditatiën over de heldin van Frankrijk publiceeren zou.

Doch daar brak de oorlog uit : „l'énorme conflit curopéen que je ne me lasse pas dc prédire dcpuis vingt-cinq ans et d'oii sortira peut-être, après d'immenscs carnag-es, un homme extraordinaire envoyé de Dieu, comme le fut Napoléon", — gelijk Bloy schreef in Le Pèlerin de l' Absolu (p. 329).

Het werk werd onderbroken • Den 5 November 191 I, schreef Bloy :

„Aprês trois mois, je pcux enfin reprcndre ee livre

LÉON llLOY 171

sculclllent que Notre Seigneur Jésus-Christ était avec nous et se réjouissait de nous voir ensemble.

Je vous offre maintenant ee livre ou les étrangers He diseerncront peut-é:tre que la mali ce qui est dans leurs ca,urs, mais je sais que vous y trouverez Ie mi en qui est tout à vous, mon eher Philippe."

De inhoud van dit dagboek is even verscheiden en evclI krachtig, vaak ook evell indrukwekkend en even verhen,n als die der vorige deelen.

Door de duisternisscn van Bloy's droefenis glanst voort­durend het tintelend en vonkend licht van zijn groot geloof en zijn vlammende liefde.

Jeanne d' Arc et I' Allernugne Colkc­Eon "Les PJ'oses", Georges Cr&s d; Cil:, édittUls. Pn,l'is, 1915.

Eon boek in 16°, 2fi8 bladûjden voor tekst, titel, enz. De oplaag bedra'~g1" met inbegrip van do weelde-uitgaaf ol' Japansch on op velijn papier, 2200 exemplaren. . Kernspreuk: Dieu pre­mier srrvi! Jeanne d' Arc.

In den kring der Bloy-vereerders was het reeds geruimen tijd bekend, dat de geweldige van Bourg­la-H.einc eerlang zijne meditatiën over de heldin vall Frankrijk publieeeren zou.

Doeh daar brak de oorlog uit: "l'{:nonne eonflit e1ll'opécn quc je ne me lasse pas de prédire depuis vingt­einq ans et d'olt sortira peut-é:tre, après (l'immenses carnages, un hOIlnne extraordinaire envoy{' de Dieu, eomme Ie fut Napoléon", ~ gelijk Bloy schreef in Lc PèZcl'in de Z' Absolu (p. 329).

lIet werk wcrd onderbroken... Den 5 November 19Jt schred Bloy :

... \pri:s trois 1~10is, je peux enfin rcprcnclre ec livrc

Page 190: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

172 LÉON BLOAT

brutalement interrompu par la guerre allemande, guerre injuste et cruelle, s'il en fut jamais, guerre de races, comme au quinzieme siecle, mais avec une exor-bitance apocalyptique . ." (blz. 37).

De oorlog heat de kracht der liefde en de kracht der verontwaardiging, welke reeds zoo hoog gestegen waren, opgevoerd tot soms schrikwekkende lyriek.

Wat Leon I3loy in zijn boek over Napoleon reeds deed, dat herhaalt hij hier met, kracht en klem, en op een nieuwen toon : hij predikt, Frankrijk's hooge roeping te midden der volkeren.

De gescniedenis van het Fransche koninkrijk „La divine histoire de ce royaume est comme un Brk:vi-

aire dont les Matines ont trois nocturnes : les mero-vingiens, temps des ruches épiscopales et de la chrisi nisation du monde barbare, temps des cellules rigoureu-ses de la Feodalité pour la formation de cette chevaifïie de fer qui les Croisades ; les Capétiens devant aboutir, apres quatre cents ans de peche, d'heroïsme intermittent et de douleurs infinies, au Miserere formidable de Louis XI que Jeanne d'Arc designe pour chanter ft sa inanire les Laudes de la Monarchic, en amalgamant pour toujours les races et les provinces empilées sous son terrible p res-soir. Enfin, quatre nouveaux siecles s'étant, écoulés encore, c'est l'immense Ca,ntique des Enfants de France dans la rournaise de Napoleon. On en est aujourd'hui aux petites Heures, en attendant les Vépres qui seront ce que Dieu voudra . . . le Grand Soir peut-étre.-

( /introduction, blz. 26-27).

Na opdracht, inlciding en „meditation préliminaire" volgen dertien hoofdstukken, waarvan de opschriften aldus luiden : Le Lieutenant de Jesus-Christ ; L'Ange-lique; Le Miracle; „Dii estis" ; L'Epopée; La guerriere ; La Prophétesse ; La Thaumaturge ; Les Amis ; Les Ennemis ; Les Larmes ; „Evêque, je meurs par vous !" ;

172 d;ON BLOY

brutalement interrompu pal' la guerre allemande, guerre injllste ct eruelle, s'il en fut jamais, guerre de raees, eomme au quinzième sièele, mais avee une exor­bitanee apoealyptique ... " (blz. :37).

De oorlog heeft de kracht der liefde en de kracht der verontwaardiging, welke reeds zoo hoog gestegen waren, opgevoerd tot soms schrikwekkende lyriek.

Wat Lóon Bloy in zijn boek over Napoleon reeds deed, dat herhaalt hij hier met kracht en klem, en op een nieuwen toon: hij predikt Frankrijk's hooge roeping te midden der volkeren.

Dc geschiedenis van het Fransehe koninkrijk: "La divi ne histoire <le ec royaume est comnJ(' Uil Br,:vi­

aire dont les 111atincs ont trois nodurnes: les 11l\'ro­vingiens, t (,!llp,~ des ruches <'piseopalcs et de la ehri,~lia­nisation du monde barbare, ternps des eeJlulcs rigollreu­scs de Ia l;{odalitl~ pour la formation de ('ette ehcnd, Tic de fel' qui fit les Croisadcs ; les Capdiens devant. abou tir, après quatI'e cents ans de póehé, d'h{'roÏs!1W intcrrniltcllt et de douleurs infinies, au JJliscrcrc formidable de Luuis XI que .J eannc cl' Arc dósigne pour ehallter iL sa man i h'C les Laudes de la Monarchie, en amalgall1ant pour tou.iour.~ les races et les provinces ernpiIócs sous son tl'frible pres­soir. Enfin, quatre nouvcaux siècles s'étant. óeoulós encore, e'est l'immense Cantique dl',~ Enfants dl' Frallee dans Ja fournaise de Napo](~on. On ell est aujourd'ilUi aux pctites Heures, en attcndant Ics VC:prcs qui scront ce que Dien voudra ... Ie Grand 80ir peut-Nre."

(lntroduetio/l, blz. 26-27).

Na opdracht, inleiding en "méditation próliminail'e" volgen dertien hoofdstukken, waarvall de opschriften aldus luiden: Le Lieutenant de J ésus-Christ; L' Angé­lique; Le Mir:tele; "Dii estis" ; L'Epopóe; La guerrière ; La Prophótesse; La Thaumaturge; Les Amis; Les Ennemis ; Les Larrnes ; "Evêque, je meurs par vous !" ;

Page 191: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LP,ON BLOY 173

L'Holocauste ; waarn a het besluit volgt : La Croix de bois et la Croix de fer.

Leon Bloy hceft allcrminst getracht, vriendelijk te wczen jegens Duitschland, dat hij, synthetisch sprekend als steeds, voor eene incarnatie van het Lutheranisme houdt. Maar evenmin spaart hij zijn eigen land :

est vrai que la France est, aujourd'hui, presque sans Dieu, et qu'il lui faut subir, en punition de ses infi-délités, les affres de l'heure présente, sans prejudire des tribulations d'agonie qui pourront survenir après cette guerre, si on ne s'amende pas — ce qui est, helas ! peu proba,ble." (blz. 76).

Uit het hoofdstuk Les Larmes het volgende fragment, -- een stuk, zooals slechts Leon Bloy het schrijven kan :

. . .Alors, encore une fois, il n'y a que lcs larmes, quand on cst asscz aimé de Dieu pour en avoir : Beati qui Lugent. Les larmcs, il est vrai, brouillent la vue déjà si incertaine, mais la clairvoyance du cceur peut la remplacer avec avantage, et une divination magnifique peut illuminer le pauvre historien. Et puis, une cer-taine profondeur déterminée par le giscment des grands morts, on est bien force de rencontrer la Solidarité universelle qui nous est cachée par le mensonge social et que &nonce avec tant d'éloquence leur poussière ! C'est cela surtout qui fait pleurer !

On se sent de plain-pied dans cctte excessive misère de tous les hommes. L'éblouissement de l'Héroïsme ou de la Beauté a disparu. Qu'il s'agisse de Charlemagne, de Napoleon ou de Jeanne d'Arc, on ne voit cn eux que des proches, de très humbles frères dans l'immense troupeau des cohéritiers de l'Expulsion. Les chants de gloire, les cris d'enthousiasme, lcs acclamations popu-laires n'existent plus, n'existèrent jamais que dans un ré've qui s'est dissipée Il n'y a plus que des larmes de penitence, de compassion, d'amour ou de désespoir,

U;ON JlLOY 173

L'Holocaustc; waarna het besluit volgt: La Croix de bois et la Croix de fer.

Léon moy heeft allerminst getracht, vriendclijk te wezen jegens Duitsehland, dat hij, synthetiseh sprekend als steeds, voor eene inearnatie van het Lutheranisme houdt. Maar evenmin spaart hij zijn eigen land:

"U est vrai que la Franee est, aujourd'hui, presque sans Dieu, et qu'il lui faut subir, en punition de ses infi­délités, les affres de l'heure présente, sans préjudire des tribulations d'agonie qui pourront survenir après cette gucrre, si on lIe s'amende pas ~ ee qui est, hélas! peu prohable." (blz. 76).

Uit het hoofdstuk Les Larrnes het volgende fragment, -- een stuk, zooals sleehts Léon Bloy het schrijven kan:

, ..... Alors, cneore une fois, il n'y a que les larmes, quand on est assez aimé de Dien pour en avoir: Beati qui Lugent. Les larmes, il est vrai, brouillent la vue déjà si incertaine, mais la clairvoyanee du eccur peut la remplacer avce avantage, et une divination magnifique peut illuminer Ie pauvre historien. Et puis, à une eer­taine profondeur déterminée par Ie gisement des grands morts, on est bien forcé de rencontrer la Solidarité universelle qui nous est cachée par Ie mensonge social et que dénonce avec tant d'{>loquence leur poussière! C'est ccla Slutout qui fait plcurer!

On sc sent de plain-pied dans eette excessive misère de tous les hommes. L'éblouissemcnt de I'Héroïsme ou de la Beauté a disparu. Qu'il s'agisse de Charlemagne, de Napoléon ou de Jeanne d'Are, on ne voit en eux que des proehes, de très humbles frères dans l'immense troupeau des cohéritiers de l'Expuision. Les ehants de gloirc, les cris d'enthousiasme, les aeclamations popu­laires n'existent plus, n'existèrent jamais que dans un rêve qui s'est dissipé. Il n'y a plus que des larmes de pénitenee, de compassion, d'amour ou de désespoir,

Page 192: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

174 LÉON BLOY

fleuves lumineux ou sombres qui vont au golfes in-connus.

Jeanne pleura de pitie sur la France que devastaient les Anglais. En quelque lieu que soit son Ame, ne pleure-f-elle pas maintenant d'une compassion plus grande sur la Tame France immolée par de plus féroces barbares ?

En 1846, il. y cut les Larmes prophétiques de la Mere de Douleur qui pleurait sur la Montagne, en suppliant son peuple d'avoir pitie de lui mème, ccs Larmes saintes, devaient are si criminellement dédaigns,

purent tomber jusqu'à tcrre. Les Vinoins ont dit qu'elles remontaient vers le eiel. faut done aujourd'hui les larmes de plusieurs millions de nières ou de VetIVCS

pour les remplacer, et c'est probablement tout (v qui restera de notre histoire contemporaine qui p,arait déjà le phis effrayant des songes !" (blz. 206 208).

In welken toon dit bock eindigt ? 13eluister den idank van het, gra,ndioze slot :

„Les horreurs actuelles ont un aspect d'apocitlypse qui se précisera davantage encore, on pcut ie pr.(!voir. Mais la Croix de fer sera vaincue ft la fin par la Croix de bois, pace que celle-ci est le choix de Dieu et le signe de sa dileetion. Il se pent, au cours des événemeAs inimaginables dont la présente guerre parait are seule-ment le prelude, que la France monte A, son tour sur le bficher de l'lléroïnc, condamnée comme elle par ses prètres apostats qui ont renié la 1VIère de Dieu lorsqu'eile pleurait stir la Montague de la Salette, en les aecllsant. Oui, la France, responsable toujours de ses chefs tuels, pourrait bien are condamnée, par leur infidélité eriminelle, périr dans d'horribles flammes. II lui reste-rait alors la pauvre Croix de bois de Jeanne d'Are dont elle ne vent pas en cc moment, mais qui la sauverait miraculeusement fit la dernière heure pour que le genre humain ne Mt pas perdu.

La Croix des indigents et des va,gabonds, la donee

]74 LÉON BLOY

fleuves Iumineux ou som bres qui vont au golfc'i lll­

connus. Jeanne pleura de pitié SUl' la ].<'rance gut' dévastaicnt

les Anglais. En quelque lieu que soit SOli :lme, ne pleure­t' -elle pas Jllaintenant d'une compassion plus grande SUl'

la ml'me Franee immolée par de plus f{'roecs barbares ? En 11->4ti, il Y cut les Larmes prophdiqucs de la MCTe

de Doulcur qui pleurait SUl' la Montagne, en suppliant son peuple d'avoir pitié de lui Illl:mc, ct ces L:ll'IllCS saintes, illli devaient être si erimincllclllcnt dédai~'IH'>~;S, ne purent tombel' jusqu',\ terre. Les 'J\:moills Ollt dit qu'elles remontaient vers Ie eiel. 11 funt dOl\(: allj01ml'lllli les larrnes de plusieurs millions de mères ou dc \ I'uves po UI' les rcmplaeer, et e'<'5t probablcment tout (>,. qui rest era de Jlotre histoirc eontemporaine <lui j>Maît déjà Ie plus cffrayant des songes !" (blz. 2()(j--:WS).

In welken toon dit boek eindigt? Beluister del! ,dank van het grandioze slot:

"Les horreurs actuellcs Ollt uu aspect (['apoc,dypse qui se prt:eisera davantage eneore, on peut. ie prC>voir. Mais la Croix de fel' sera vaineue ,t la fin par la ('wil( de bois, paree que eelle-ei est Ic ehoix dc Dic:u ct k';ig'llc de sa diled.ion. Il se peut, au cours des {:V('Ilè'lllc:lIs

iuimaginablcs dont la prlosente gucrrc paraît N.rc :,(';;Ie­ment Ie prélude, que la Franec montc l'L SOIl tOUI' SUl' ie bûehcr de I'IIóroÏne, eonclarnnée eommc die par ,.;cs prêtres apostats qui ont rcnié: la Mère de Dicu lorsqu'(·ile pleurait SUl' la Montagne de la Salcttc, en les Ul'f'Psant.

Oui, la Franee, responsahlt: toujours de ses ehcfs ~,piri­tuels, pourrait bien ttrc eondamnóe, par leur infidélitt~ crirnincJle, à pórir dans d'horribles f1amlllcs. 11 lui I'csÎl'­rait aloJ's la pauvre Croix de bois de Jeanne d'Al'c dOlII: cUc ne veut pas en cc moment, JImis qui la sauVl';·ait. miraeulcusemcnt lL la dcrnière heil re pour que Ic genre hUITmin He fût pas pcrdu.

La Croix des indigcnts et des vagaboncls, I:l donec

Page 193: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LÉON BLOY 175

Croix des vieux chemins dans les campagnes, l'accueil-lante Croix des miséreux, des courbatus, des pieds en sang, des cceurs en larmcs, de ceux qui ont été mordus par les serpents du désert et qui guérissent de leurs bles-sures en la regardant, la Croix de misère et de gloire!"

Au Seuil de l' Apocalypse, pour faire suite Mendiant ingrat et 311

Pèlerin de l' Absolu. 1913-4915. Paris, Mereure de Fra,nee, 1916.

Een deel in 8', bevattende 364 blood-zijden, alles inbegrepen. ()p de keerzijde van het titelblad mededeeling, dat 3 exemplaren van dit werk op Japans,,,,h imperiaal en 35 op oud-Hollandseh papier getrokken zijn.

Kernspreuk : La porte des Ilumbles .

Dit wcrk is van denzelfden aard als de vorige deelen van Bloy's dagboek. Het is evenwel nog heviger : de wereldoorlog doet den schrijver zijne kleuren feller dan ooit aanzetten en uitsmeren. Ook is in dit deel de wee-moed van den ouden dag, die den artist soms den adem bencemt en met hartkloppingen kwelt.

Ter keerzijde dcr opdracht aan Jean de la Laurencie eene verklaring van het feit, dat op vcrschillende plaat-sen een zin halverwege eindigt met een komma of dat blijkbaar enkele regels ontbreken : „Nous avons laissé en blanc les passages supprimés par la censure".

De voorrede geeft, den toon aan van Bloy's ontboeze-mingen over den wereldoorlog :

s'est trouvé, aux X1Xe XXe siècles, une nation pour entreprendre ce qui ne s'était jamais vu depuis le commencement de l'Histoire : L'11_,XTINCTION DES AMES. Cela s'appelle la Cultu,re allemande.

Asservir, avilir les Ames, cela ne suffisait plus au Prince

J~ÉON BLOY 175

Croix des vieux ehemins dans les eampagnes, l'aeeueil­lante Croix des misÓfeux, des courbatus, des pieds en sang, des eceurs en larmes, de eeux qui ont été mordus par les serpents du désert ct qui guérissent de leurs bles­sures en la regardant, la Croix de misère et de gloirc 1"

Au Seuil de Z' ApocaZypse, pour faire suite au JYlendiant ingmt ..... et ,m Pèlerin de Z' Ab80lu. 1913---1915. Par is, Morcure de ("rance, 1916.

Een deel in 8°, bevattende 364 blad­zijden, alles inbegrepen. Op de keerzijde van het titelblad mededeeling, dat 3 excmplarc\ll van dit werk op Japamdl imperiaal en 35 op oud-Hollandsch papier get.rokken zijn.

Kernspreuk: La porte des HumbleH ..

Dit werk is van denzelfdell aard als de vorige deelen van Bloy's dagboek. Hct is evcnwel nog hevigcr: de wcreldoorlog doet den schrijver zijne kleuren feller dan ooit aanzetten en uitsmeren. Ook is in dit deel de wee­moed van den ouden dag, dic den artist soms den adem heneemt en met hartkloppingen kwelt.

Ter kcerzijde der opdraeht aan Jean de la Laureneie cene verklaring van het feit, dat op versehillende plaat­sen een zin halvcrwege eindigt met een komma of dat blijkbaar enkele regels ontbreken: "Nous avons lais~é en blanc les passages supprimés par la eens ure" .

De voorrede geeft den toon aan van Bloy's ontboeze­mingen over den wereldoorlog:

"ll s'est trouvé, aux Xl Xe ct XXe sièeles, unc nation pour entrcprendre cc qui ne s'ötait jamais vu depuis Ie eommencement de l'llistoire: L'EXTINCTION DES AMES. Cela s'appelle la Culture allemande.

Asservir, avilir les ames, eela ne suffisait plus au Prinee

Page 194: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

176 LÉON ELOY

des Ténèbres. Il fallait les éteindre et il y parvint. L'Alle-magne prussianisée cessa d'appartenir l'humanité. Elle devint une énorme brute féroce et menav, le monde entier.

Dans un livre très antérieur aux événements actuels, oil mes souvenirs de 1870 étaient consignés, j'avais essayé d'avertir. On mc jugea excessif, intempestif et, profondément injuste. L'Ame frarK!aise engourdie ne sentait pas l'approche du monstre.

Le réveil a été ce qu'il devait 4re : l'horreur infinie et presque la mort. Voilà plus d'un an de luttes effroya-bles, non sculement en France, mais partout, pour sau-ver la pauvre lampe humaine.

Dieu fasse que ce livre écrit par un vieux solitaire ait le pouvoir de réconforter, ffit-ce it rheum de la mort, quelques amis de Dieu, quelques rares et douloureux tenants de la Grandeur et de la Beauté chrétiennes qu'on veut effacer !"

Zulk een citaat teckent het gebeele bock. Doch het brengt ook weer zoo-vac kleinc trekjes, die ons beurte-lings docn huiveren van ontroering of doen zwijgen van bewondering !

Daar is b.v. (blz. 109) de mooie voorrede, welke Léon Bloy sehreef voor de Fransche vertaling van Pieter van der Meer's „Dagboek".

Een zinnetje, dat voor menig 13loy-veroordeelend ka-tholiek gelden kan :

„Mon plus grand malheur, it de tels yeux, c'est de n'être pas un converti". (blz. 118).

lets over Zola, : „L'Evangile nous dit qu'il ne fallut pas moins de deux

mille coehons pour loger convenablement les démons qui habitaient un seul homme. Combien ce chiffre est inférieur eelui des admirateurs d'Emile Zola!" (blz. 151).

176 LF~ON BLOY ------------------- -----.. -------

des Ténèbres. Il fallait les éteindre et il y parvint. L' Alle­magne prussianisée eessa d'appartenir à l'humanité. Elle devint une énorme brute féroee et menaça Ie monde entier.

Dans un livre très antérieur aux événements aduels, ou mes souvenirs de ] 870 étaient eonsignés, j 'avais essayé d'avertir. On me jugea exeessif, intempestif et profondément injuste. L'àme française engourdie ne sentait pas l'approehe du rnollstre.

Le réveil a été ee qu'il devait Nre: l'horreur infinic et presque la mort. Voil:l plus cl'UIl an de luttes effroya­bles, non seulement en Franee, mais partout, pour 8au­ver la pauvre larnpe humaine.

Dieu fasse que cc livre éerit par un vieux solitaire ait Ie pouvoir de réeonforter, fût-ee :\ l'heure de la mort, quelques amis de Dieu, quelques ra1'('S ct douloureux tenants de la Grandeur ct de la Bellut{~ ehr{tiennes qu'on veut ci'faeer !"

Zulk een citaat teckent het gehede bock. Doch het brengt ook weer zoovele kleine trekjes, die ons beurte­lings doen huiveren van ontroering of doen zwijgen van bewondering!

Daar is b.v. (blz. 109) de mooie voorrede, welke Léon llloy sehreef voor de FranseJle vertaling van Pieter van der Mecr's "Dagboek".

Een zinnetje, dat voor menig llloy-veroordeclend ka­tholiek gelden kan:

"Mon plus grand malheur, :'t de tels yeux, e'est de n'être pas un converti" . (blz. 118).

Iets over Zola: "L'Evangile nous dit qu'il ne fallut pas llloins de deux

mille eoehons pour loger eonvenab1emcllt les démons qui habitaient un seul hom me. Combi en ce ehiffre est inférieur à celui des admirateurs d'Ernile Zola!" (blz. 151).

Page 195: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

LLON BLOY 177

Uit het dagelijksch leven van Bloy's huisgezin : „Pour les gens de ce pays, nous sommes ceux qui vont

et la messe. C'est comme si on disait : ceux qui ont fait faillite ou qui ont été au bagne." (blz. 158).

Uit een brief van Léon Bloy aan een zijner vrienden : „Le peu que j'ai, Dieu me l'a donné sans que j'y fusse

pour rien, et quel usage en ai-je fait ? Le pire mal n'cst pas de commettre des crimes, mais de n'avoir pas accompli le bien qu'on pouvait. C'est le 1)6016 d'omission, qui n'est pas autre chose que le non-amour et dont per-sonne ne s'accusc. Quelqu'un qui m'observerait chaque jour, å la première messe, me verrait souvent pleurer. Ces larmes, qui pourraient être saintes, sont plut6t des larmcs très amères. Je ne pense pas, alors, Ai mes péchés dont quelques-uns sont énormes. Je pense A, ce que j'aurais pu faire et que je n'ai pas fait, et je vous assure que c'est très noir. . .

Ne me dites pas que c'est le cas de tout le monde. Dieu m'avait donné le sens, le besoin, l'instinct — je ne sais comment dire — de l'Absolu, comme il a donn6 des aiguilles au porc-épic et une trompe å l'éléphant. Don entrêmement rare. . ." (blz. 250-251).

Elders (blz. 261), ook in een brief : „Sans la communion quotidienne, il y a longtemps que

je serais mort" . . .

Herhaaldelijk klaagt Bloy over het schandelijk feit, dat priesters gedwongen zijn, mede te strijden in den oorlog. Zoo in een brief (blz. 291) aan een priester-sol-daat, die zijn portret gezonden had :

„Je suis navré de vous voir un fusil. Les prêtres ne devraient jamais être armés. C'est l'effet d'une aberra-tion sacrilège et vous devez le sentir profondément. Vous avez été forcé, comme tant d'autres, d'obéir Ai la loi de

Léon Bloy. 12

LÉON BLOY 177

Uit het dagelijkscll leven van Bloy's huisgezin: "Pour les gens de ce pays, nous sommes ceux qui vont

à la messe. C'est comme si on disait: ceux qui ont fait faillite ou qui ont été au bagne." (blz. 158).

Uit een brief van Léon Bloy aan een zijner vrienden: "Le peu que j'ai, Dieu me l'a donné sans que j'y fusse

pour rien, et quel usage en ai-je fait? Le pi re mal n'est pas de commettre des crimes, mais de n'avoir pas accompli Ie bien qu'on pouvait. C'est Ie péché d'omission, qui n'est pas autre chose que Ie non-amour et dont per­sonne ne s'accuse. QueJqu'un qui m'observerait chaque jour, à la première messe, me verrait souvent pleurer. Ces larmes, qui pourraient être saintes, sont plutöt des larmes tn\s amères. Je ne pense pas, alors, à mes péchés dont quelques-uns sont énormes. Je pense à ce que j'aurais pu faire et que je n'ai pas fait, et je vous assure que c'est très noir ...

Ne me dites pas que e'est Ie cas de tout Ie monde. Dieu m'avait donné Ie sens, Ie besoin, I'instinct - je ne sais comment dire - de l'Absolu, comme il a donné des aiguilles au porc-épic et une trompe à l'éléphant. Don entrêmement rare ... " (blz. 250-2iH).

Elders (blz. 261), ook in een brief: "Sans la communion quotidienne, il y a longtemps que

je serais Inort" ...

Herhaaldelijk klaagt Bloy over het schandelijk feit, dat priesters gedwongen zijn, mede te strijden in den oorlog. Zoo in een brief (blz. 291) aan een priester-sol­daat, die zijn portret gezonden had:

"Je suis navré de vous voir un fusil. Les prêtres ne devraient jamais être armés. C'est I'effet d'une aberra­tion sacrilège et vous devez Ie sentir profondément. Vous avez été forcé, comme tant d'autres, d'obéir à la loi de

Léon Bloy. 12

Page 196: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

178 BLOY ••■••••■••••

mobilisation, mais aucune autorité n'a le droit de vous contraindre vous servir de VOS armes. J'espère que Dieu écartera de vous les occasions."

Hoe innig Bloy ook gelooven moge aan eene bijzondere roeping van „la France, toujours nécessaire å Dieu" (blz. 165), toch is hij bevreesd voor de toekomst.

Aan het slot van dit deel, geschreven in October 1915, vraagt hij zich af :

„L'immense effort accompli en France, depuis un an, sera-t-il jugé, par la Miséricorde aux abois, suffisamment expiatoire ? A l'extrémité du lac de sang, devons-nous craindre un pont sur l'Abime, un pont du Démon pour aller plus loin que l'Abime ?

Bloy hoopt op menschelijke en goddelijke hulp : „Jaattends les Cosaques et le Saint-Esprit"

178 LÉON BLOY

mobilisation, mais aucune autorité n'a Ie droit de vous contraindre à vous servir de vos armes. J'espère que Dieu écartera de vous les occasions."

Hoe innig Bloy ook gelooven moge aan eene bijzondere roeping van "la France, toujours nécessaire à Dieu" (blz. 165), toch is hij bevreesd voor de toekomst.

Aan het slot van dit deel, geschreven in October 1915, vraagt hij zich af :

"L'immcnse cffort accompli en France, depuis un an, sera-t-il jugé, par la Miséricorde aux abois, suffisamment expiatoire? A l'cxtrémité du lac de sang, devons-nous craindre un pont sur ]' Abîme, un pont du Démon pour aller plus loin que l'Abîmc?. ..... "

Bloy hoopt op menschelijke en goddelijke hulp: "J1attends les Cosaques et Ie Saint-Esprit" .....

Page 197: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

INHOUD.

Bladz. Inleiding. —

Brief van Léon Bloy.

Eenige aanteekeningen over LtoN BLOY, door PIETER VAN DER MEER DE WALCHEREN . . 1

Twee vertellingen uit Sueur de Sang, vertaald door Mr. H. V. HAASTERT.

De Mis der „Dure jongens" 7 Hij die niets weten wilde 17

„De Veldslag" uit L' Arne de Napolgon, vertaald door W. NIEUWENHUIS 31

De Pelgrim van ltet Absolute, door Mr. H. v.

HAASTERT 39

Drie stukken uit de Exégèse des Lieux Commune,

vertaald door Mr. H. V. HAASTERT.

Het huwelijk is een loterij 75

„A. la guerre comme å la guerre" . 76 Ik spuw niet op het geld 77

INHOUD.

Bladz. Inleiding.

Brief van Léon Bloy.

Eenige aanteekeningen over LÉON BLOY, door

PIETER VAN DER MEER DE WALCHEREN. 1

Twee vertellingen uit Sueur de Sang, vertl\ltld

door Mr. H. v. HAASTERT.

De Mis der "Dure jongens" Hij die niets weten wilde •

"De Veldslag" uit L' Ame de Napoléon, vert""ld door W. NIEUWENHUIS .

De Pelgrim van het Absolute, door Mr. H. Y.

HAASTERT.

Drie stukken uit de Exégèse des Lieux Commun8, vertaald door Mr. H. v. HAASTERT.

Het huwelijk is een loterij

"À la guerre eomme à la guerre" Ik spuw niet op het geld .

7 17

31

39

75

76

77

Page 198: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN

INHOUD

Bladz.

Fragmenten uit Le Sang du Pauvre, vertaald door Mr. H. v. HAASTERT.

Het bloed van den arme 81

De verontwaardiging Gods 83

De „conclusion" van het boek . 84

De Apotheose der onzinnigheid, of de Koningen, die een kikvorsch vragen, uit Le Vieux de la Montagn,e, vertaald door Mr. H. v. HAASTERT 89

De werken van LÉON BLOY (Bibliographie) door VINCENT CLEERDIN 101

INHOUD

Fragmenten uit Le Bang du Pauvre, vertaald

door Mr. H. v. HAASTERT.

Bladz.

Het bloed van den arme 81

De verontwaardiging Gods 83

De "conclusion" van het boek 84

De Apotheose der onzinnigheid, of de Koningen,

die een kikvorsch vragen, uit Le V ieua: de la Montagne, vertaald door Mr. H. v. HAASTERT 89

De werken van LÉON BLOY (Bibliographie) door

VINCENT CLEERDIN . 101

Page 199: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN
Page 200: LRON BLOY, LÉON BLOY, ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK ZIJN … · 2013-12-09 · LÉON BLOY - ZIJN PERSOON EN ZIJN WERK - OPSTELLEN, VERTAALDE FRAGMENTEN EN BIBLIOGRAPHIE DOOR PIETER VAN