De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek...

138
Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Sam De Schutter De "Anciens de Belgique" in de Democratische Republiek Congo een historisch onderzoek naar de impact van Belgische studies in de Congolese samenleving Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis 2011 Promotor Dr. Frank Caestecker Vakgroep Geschiedenis Copromotor Prof. dr. Baz Lecocq Vakgroep Geschiedenis

Transcript of De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek...

Page 1: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Faculteit Letteren & Wijsbegeerte

Sam De Schutter

De "Anciens de Belgique" in de

Democratische Republiek Congo

een historisch onderzoek naar de impact van Belgische

studies in de Congolese samenleving

Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van

Master in de Geschiedenis

2011

Promotor Dr. Frank Caestecker

Vakgroep Geschiedenis

Copromotor Prof. dr. Baz Lecocq

Vakgroep Geschiedenis

Page 2: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Ȓ�

Page 3: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

iii

Dankwoord

Het schrijven van deze thesis is een zeer leerrijke ervaring geweest. Ik ben dan ook enorm

dankbaar dat ik de kans heb gekregen om twee maanden in Kinshasa door te brengen voor

mijn onderzoek. Het spreekt vanzelf dat het heel wat voeten in de aarde heeft gehad om daar

te geraken: een beurs bemachtigen, het nodige papierwerk in orde krijgen, een lokale

promotor vinden, ... De voorbereidingen daarvoor heb ik reeds in derde bachelor aangevat en

ik wil dan ook in de eerste plaats mijn promotor, dr. Frank Caestecker, bedanken voor de hulp

en de steun die ik van hem vanaf het begin van deze onderneming gekregen heb.

Verder heb ik zowel tijdens de voorbereidingen voor mijn studiereis als tijdens mijn

verblijf in Kinshasa zelf heel wat mensen ontmoet die mij enorm geholpen hebben. Dit

voorwoord is helaas veel te beperkt om iedereen naar behoren te kunnen bedanken, maar toch

wil ik enkele mensen in het bijzonder vernoemen. Dat is in de eerste plaats Didier, die ervoor

gezorgd heeft dat ik in Kinshasa overal geraakte waar ik moest zijn, maar die daarnaast ook

een goede vriend geworden is. Daarnaast wil ik ook Luc Vansina bedanken, uiteraard voor de

goede zorgen in Kinshasa, maar ook om mij hier en daar op weg te helpen en mij in contact te

brengen met een aantal interessante mensen. Ook mijn promotoren mogen hier niet ontbreken.

Naast dr. Frank Caestecker zijn dat mijn co-promotor prof. dr. Baz Lecocq en mijn lokale

promotor prof. dr. Noël Obotela Rashidi. De eerste wil ik bedanken voor de hulp in België, de

tweede voor de hulp in Congo. Daarnaast zijn er nog vele anderen die mij hebben geholpen op

verschillende manieren, zowel voor, tijdens als na mijn verblijf in Kinshasa: Gillian Mathys,

Karen Büscher, Célio Mayemba, Motonobu Kasajima, Pascale Dhaen, Theodore Trefon en

alle anderen die ik hier vergeten ben.

Verder zijn er nog een paar mensen die in dit dankwoord bijzondere aandacht verdienen.

Dat zijn in de eerste plaats mijn ouders, omdat zij mij tijdens deze onderneming en tijdens

mijn volledige universitaire loopbaan steeds gesteund hebben en nooit aan mij getwijfeld

Page 4: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

iv

hebben. Deze thesis heeft daarnaast ook heel wat geld gekost; een verblijf in Kinshasa voor

twee maanden is immers niet goedkoop. Hoewel de reisbeurs van de VLIR voor heel wat

verlichting kon zorgen zijn het toch mijn ouders die voor het grootste deel van de kosten zijn

opgedraaid. Ten slotte, maar niet in het minst, wil ik ook nog mijn vriendin bedanken. Twee

maanden weg zijn van huis is niet min, maar zij heeft mij altijd gesteund en bijgestaan. Ook

haar steun – en uiteraard ook haar verbeterwerk – zijn ontzettend belangrijk geweest.

Page 5: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

v

Lijst van Gebruikte Afkortingen

ABOS Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking

AFDL Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo

ALICHEC Vereniging voor oud-studenten van het Institut Catholique des Hautes

Etudes Commerciales

AMABEL Amical de Congolais Anciens de Belgique

ASSAL Association des Anciens Etudiants de Louvain/Leuven

ASSANA Association des Anciens de Namur

AULg Association des Anciens de l’Université de Liège

BBP Bruto Binnenlands Product

CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques

DESTIN Development Studies Institute

DOS Dienst Ontwikkelingssamenwerking

DRC Democratische Republiek Congo

FLNC Front Pour la Libération Nationale du Congo

GECAMINES La Générale des Carrières et Mines

ICHEC Institut Catholique des Hautes Etudes Commerciales

Page 6: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

vi

IMF Internationaal Monetair Fonds

KMS Koninklijke Militaire School

KUL Katholieke Universiteit Leuven

MAFE Migrations between Africa and Europe

RDC République Démocratique du Congo

RUG Rijksuniversiteit Gent

UA Universiteit Antwerpen

UAE Union des Anciens Etudiants de l’ULB

UCL Université Catholique de Louvain

ULB Université Libre de Bruxelles

ULg Université de Liège

UMons Université de Mons

UPN Université Pédagogique Nationale

VUB Vrije Universiteit Brussel

Page 7: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

vii

Lijst van Tabellen

Tabel 1.1. Onderwijsinspanning van de missies in Congo, 1908. ............................................ 24

Tabel 1.2. Evolutie van de subsidiëring voor de katholieke missiescholen, 1912-1926. ......... 26

Tabel 1.3. Aantal studenten aan de universiteit Lovanium, 1954-1964. .................................. 33

Tabel 1.4. Congolese afgestudeerden van de verschillende faculteiten van Lovanium,

1958-1960. ............................................................................................................. 34

Tabel 1.5. Verdeling van de schoolbevolking over de verschillende niveaus, 1959-1960. ..... 35

Tabel 1.6. Uitgaven van de UTS aan studiebeurzen als aandeel van het totale budget,

1970-1986. ............................................................................................................. 38

Tabel 2.1. Aantal beursstudenten van het DOS/ABOS in België volgens continent,

1960-1979. ............................................................................................................. 55

Tabel 2.2. Beursstudenten van het DOS/ABOS uit Congo/Zaïre, 1960-1979. ........................ 63

Tabel 3.1. Verdeling van de respondenten volgens beroep. ..................................................... 77

Tabel 3.2. Verdeling van de leden van de UAE volgens beroep. ............................................. 78

Page 8: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

viii

Lijst van grafieken

Grafiek I. Aantal respondenten, verdeeld volgens de duur van het studieverblijf in

België. .................................................................................................................... 12

Grafiek II. Aantal respondenten per universiteit. ..................................................................... 13

Grafiek III. Aantal respondenten per studiegebied. .................................................................. 14

Grafiek 1.1. Evolutie van de schoolpopulatie, 1913-1961. ...................................................... 30

Grafiek 2.1. Aantal Congolezen aan de RUG, ULB, Ulg en UCL 1957-1980. ....................... 42

Grafiek 2.2. Inschrijvingen Zaïrezen/Congolezen aan de Vlaamse universiteiten, 1981-

1998. ...................................................................................................................... 43

Grafiek 2.3. Verdeling van de Congolese studentenpopulatie over de ULB, ULg, UCL

en RUG, 1957-1968. .............................................................................................. 45

Grafiek 2.4. Verdeling van Congolese studenten per studiegebied op basis van de

ledenlijst van de UAE. ........................................................................................... 47

Grafiek 2.5. Verdeling van de Congolese studenten per studiegebied op basis van het

boek van Jean Omasombo. .................................................................................... 47

Grafiek 2.6. Verdeling van politieke actoren uit het werk van Omasombo volgens land

van studies. ............................................................................................................ 53

Page 9: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

ix

Inhoudstafel

Inleiding ............................................................................................................................. 1

Status quaestionis ................................................................................................................... 4

Vraagstelling .......................................................................................................................... 7

Een korte geschiedenis van Congo sinds 1960 ...................................................................... 8

Bronnen en methode ............................................................................................................ 11

Ter begeleiding .................................................................................................................... 18

Deel 1 De historische context .................................................................................................. 20

Hoofdstuk 1 Onderwijs en elitevorming in Congo............................................................. 21

1.1 Onderwijs in Congo Vrijstaat ..................................................................................... 22

1.2 Onderwijs in Belgisch Congo..................................................................................... 26

1.3 Begin van het universitair onderwijs in Congo .......................................................... 30

1.4 Dekolonisatie: “a botched job” ................................................................................. 35

1.5 Conclusie .................................................................................................................... 39

Hoofdstuk 2 De Congolese studenten in België .................................................................. 40

2.1 De Congolese studentenpopulatie in België ............................................................... 41

2.1.1 Evolutie ..................................................................................................................... 41

2.1.2 Studies: wat en waar? ................................................................................................ 44

2.2 Het vertrek naar België............................................................................................... 48

2.2.1 De motivatie .............................................................................................................. 49

2.2.2 Studiebeurzen ............................................................................................................ 56

2.3 Het verblijf in België .................................................................................................. 58

2.3.1 Contact met de familie .............................................................................................. 59

2.3.2 Financiële situatie ..................................................................................................... 61

2.4 “La question de retour et de non-retour” .................................................................... 66

2.4.1 Terugkeer als een contractuele overeenkomst .......................................................... 68

Page 10: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

x

2.4.2 De professionele drijfveer ......................................................................................... 69

2.4.3 De voordelen van de genoten opleiding delen .......................................................... 70

2.4.4 De waardering van Congo ........................................................................................ 71

2.4.5 Terugkeren vs. blijven .............................................................................................. 71

Deel 2 De impact van de studies in België .............................................................................. 74

Hoofdstuk 3 De professionele impact .................................................................................. 75

3.1 De carrièremogelijkheden na de terugkeer uit België ................................................ 76

3.1.1 Publiek vs. privaat ..................................................................................................... 76

3.1.2 Het voordeel van een Belgisch diploma op de arbeidsmarkt .................................... 79

3.2 Moeilijkheden op professioneel vlak ......................................................................... 81

3.2.1 Aanpassing op professioneel niveau ......................................................................... 83

Hoofdstuk 4 De sociale impact ............................................................................................. 87

4.1 Status en prestige ........................................................................................................ 88

4.1.1 De “Belgicain” .......................................................................................................... 92

4.2 De familie ................................................................................................................... 94

4.3 De “wederaanpassing” ............................................................................................... 97

4.4 De verenigingen van “Anciens de Belgique” ........................................................... 100

4.4.1 Historiek en doelstellingen ..................................................................................... 101

4.4.2 Verenigingen als solidariteitsmechanisme? ............................................................ 104

Hoofdstuk 5 Een evaluatie.................................................................................................. 106

5.1 De evaluatie door de Anciens de Belgique ............................................................... 108

5.1.1 Het verblijf in België als een culturele uitwisseling ............................................... 109

5.1.2 De positieve impact op de ontwikkeling van Congo .............................................. 110

Conclusie ......................................................................................................................... 113

Bibliografie ......................................................................................................................... 121

Primair bronnenmateriaal .................................................................................................. 121

Primaire literatuur .............................................................................................................. 123

Secundaire literatuur .......................................................................................................... 124

Page 11: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

1

Inleiding

Waarom in het buitenland studeren? De website www.vistawide.com, die opgebouwd is rond

het verschaffen van informatie voor al wie geïnteresseerd is in het leren van een vreemde taal,

verschaft u een antwoord door de tien topredenen op te sommen om een studie in het

buitenland te ondernemen. “Study abroad will help you develop skills and give you

experiences a classroom setting will never provide… Study abroad enhances employment

opportunities… Study abroad can enhance the value of your degree…”1 Dit zijn enkele van de

motivaties die worden opgegeven. Het volgen van een opleiding in een vreemd land is een

wereldwijd fenomeen. Iedereen doet het, zo ook de Congolezen. Sinds de onafhankelijkheid

hebben talloze Congolese studenten de Belgische universiteiten bemand. Deden zij dat met de

bovenstaande motivaties in het achterhoofd? En vooral: zijn deze motivaties na hun terugkeer

naar Congo ook werkelijkheid geworden? Deze vragen vormen het centrale thema van dit

onderzoek.

Het idee voor deze thesis komt van mijn promotor, dr. Frank Caestecker. In 2009 schreef

hij samen met Andrea Rea een boek over studiemigranten in het Belgisch hoger onderwijs.2 In

dat boek wordt ook een sectie gewijd aan studiemigranten uit de Democratische Republiek

Congo, het vroegere Zaïre.3 Toen ik in de derde bachelor bij hem kwam met de vraag of ik

iets rond Afrika kon schrijven, kwam hij met het voorstel om na te gaan wat er was gebeurd

1 Why study abroad? 10 reasons why you should study in a foreign country

http://www.vistawide.com/studyabroad/why_study_abroad.htm. Geraadpleegd op 09-08-2011. 2 Frank Caestecker en Andrea Rea, Migreren voor een diploma: studenten van buiten de Europese Unie in het

Belgisch hoger onderwijs (Leuven: Acco, 2009). 3 Vanaf dit punt zullen we het gemakkelijkheidshalve steeds hebben over Zaïre voor de periode van 1971 tot

1997; voor de periode van 1960 tot 1971 en voor de periode na 1997 zullen we gebruikmaken van Congo (i.p.v.

DRC (Democratische Republiek Congo) of RDC (République Démocratique du Congo)).

Page 12: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

2

met die Congolezen die in België hadden gestudeerd nadat zij waren teruggekeerd naar

Congo. Velen onder hen zijn immers teruggekeerd en dus zou het interessant zijn om deze

mensen op te zoeken en na te gaan wat de impact geweest is van hun studies in België. Op die

manier is het onderwerp voor mijn thesis tot stand gekomen.

Het is vandaag de dag een dankbare periode om over Congo te schrijven. Het zal aan

niemand voorbijgegaan zijn dat op 30 juni 2010 Congo vijftig jaar onafhankelijkheid heeft

gevierd. Naar aanleiding daarvan leek er in België een vernieuwde interesse in ‘onze’

vroegere kolonie te zijn ontstaan, zowel in wetenschappelijke als in niet-wetenschappelijke

kringen. Er is sinds 2010 dan ook heel wat verschenen rond de Belgische ex-kolonie en dit

heeft het debat over de Belgische betrokkenheid in Congo voor en na de onafhankelijkheid

nieuw leven ingeblazen. Ook deze thesis zal hopelijk een interessante bijdrage leveren aan dit

debat. Op het vlak van onderwijs in Congo valt er heel wat te zeggen over de Belgische

betrokkenheid, zowel tijdens de koloniale periode als erna. Want zoals in de volgende

hoofdstukken duidelijk zal worden, is België ook na de onafhankelijkheid een belangrijke rol

blijven spelen in de opleiding van de Congolese bevolking.

Over de situatie van het onderwijs tijdens de koloniale periode is al heel wat inkt gevloeid,

maar over de grote lijnen is zowat iedereen het eens. Het komt erop neer dat België grote

voorstander was van een ‘massa-educatie’. Dit wil zeggen dat een relatief groot aandeel van

de bevolking onderwijs kon genieten, maar de mogelijkheden waren voor de Congolezen

lange tijd beperkt tot het lager en later ook secundair onderwijs. Dit veranderde pas in 1954,

met de stichting van ‘Lovanium’, de eerste universiteit in Congo en zoals de naam doet

vermoeden een dochteruniversiteit van de Katholieke Universiteit van Leuven. In 1956 werd

er ook een staatsuniversiteit opgericht in Lubumbashi, de Université Officielle du Congo.

Maar dit gebeurde redelijk laat en wanneer in 1960 de onafhankelijkheid kwam, waren er

slechts een handvol Congolezen die een universitair diploma in handen hadden.4 Dit zorgde

natuurlijk voor problemen. België had in Congo een staatsapparaat achtergelaten en dat

staatsapparaat moest bemand worden door gekwalificeerd personeel. Gezien het beperkt

aantal Congolese universiteiten was er een duidelijk tekort aan potentiële ambtenaren en

moesten er dus oplossingen gezocht worden. Een van die oplossingen was het verstrekken van

4 Léon de Saint-Moulin, "L’Université au Congo, hier, aujourd’hui et demain," in L’Université dans le devenir

de l’Afrique: un demi-siècle de présence au Congo-Zaïre, ed. Isidore Ndaywel è Nziem, Collection “Mémoires –

lieux de savoirs/Archive congolaise” (Parijs: L'Harmattan, 2007), 30-31.

Page 13: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Inleiding

3

beurzen voor Congolese studenten om aan een Belgische universiteit te kunnen studeren. Zo

komt het dat sinds 1960 een aanzienlijk aantal Congolezen de Belgische universiteiten

bevolkt heeft.

Het onderwerp van deze thesis wordt dus gevormd door die groep van Congolezen die in

België gestudeerd heeft sinds de onafhankelijkheid, de zogenaamde Anciens de Belgique.5 We

zullen eerst en vooral kort de voorgeschiedenis belichten. Om een volledig verhaal te kunnen

schetsen is het nodig om eerst dieper in te gaan op de onderwijssituatie in Congo van de

kolonisatie door Leopold II tot aan de onafhankelijkheid, om zo een duidelijk beeld te krijgen

van de stand van het universitair onderwijs in Congo zelf op het ogenblik van de

onafhankelijkheid. Daarnaast zal er ook worden ingegaan op de studieperiode van de Anciens

de Belgique in België. Maar het belangrijkste deel van dit onderzoek zal gaan over de impact

die deze studies hebben gehad op het leven van de betrokken personen nadat zij zijn

teruggekeerd naar hun land.

Over dit onderwerp is nog maar bitter weinig verschenen en al zeker niet onder de vorm

van een historische studie. Hopelijk kan deze thesis het begin betekenen van meer en

uitgebreider onderzoek op dit terrein en kan zo dat hiaat stilaan worden opgevuld. Het gaat

hier tenslotte toch om een relatief groot aantal Congolezen en, zoals we verderop zullen zien,

heeft een aanzienlijk deel van deze Congolezen uiteindelijk hoge posten bemand in Congo.

Daarenboven vormt dit een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar de Belgo-Congolese

relaties sinds de onafhankelijkheid. Ten slotte gaat het hier ook – en voornamelijk – over

individuen: wat hebben deze Anciens de Belgique overgehouden van deze studies? Wat is de

impact ervan geweest op hun verdere leven? Op die manier zal dan ook geraakt worden aan

de zin of onzin en aan de positieve en negatieve aspecten van het beleid om Congolezen in

België te laten studeren.

5 ‘Anciens de Belgique’ is de benaming die onder de Congolezen die in België gestudeerd hebben het meest

courant is.

Page 14: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

4

Status quaestionis

Voor we onze vraagstelling uiteenzetten is het belangrijk dat we kort even weergeven wat er

tot nu toe al aan onderzoek verricht is over Congolezen met een Belgisch diploma. Daarbij

moeten we vaststellen dat dit onderzoeksgebied tot op heden vrijwel onontgonnen terrein is.

Uiteindelijk zijn er slechts twee werken die dit onderwerp uitgebreid aan bod laten komen,

maar geen van beiden gaat daarbij verder terug dan de jaren ’90.

Het oudste werk is dat van Mayoyo Bitumba Tipo-Tipo en is eigenlijk een algemeen werk

over de Zaïrese migranten in België in de jaren ‘90.6 Dit werk heeft zijn wortels in het

migratiedebat van de jaren ’90 en richt zich op de Zaïrese migranten uit dat decennium. Zoals

de titel doet vermoeden is de belangrijkste vraag of de migratie naar België een hefboom, dan

wel een obstakel is voor de ontwikkeling van Zaïre. Ook de studiemigranten worden in de

analyse van Bitumba betrokken en de conclusie die hij op het einde van zijn werk formuleert

is zeer duidelijk:

“Quant aux connaissances acquises par les migrants à l'université comme au travail,

nous avons constaté que le Zaïre n'en tirait pas profit. D'abord parce que la tendance

générale des intellectuels est de végéter en Europe, une fois terminée la formation pour

laquelle ils avaient émigré; ce qui est une perte nette pour le pays d'origine. Ensuite,

parce qu'en végétant souvent jusqu'à l'approche de l'âge de la retraite professionnelle, on

finit par devenir un intellectuel verbeux, une “feuille morte”.”7

Bitumba ziet dus als voornaamste probleem van de studiemigraties – en bij uitbreiding de

hele migratie – van Zaïre naar België in de jaren ’90 dat de meeste Congolezen in België

blijven en dat dit bijgevolg zorgt voor een braindrain.

Een ander werk, dat op vele vlakken aansluit bij deze scriptie, is een onderzoek dat werd

uitgevoerd door Pélerin Kimwanga en Frédéric Moens.8 Dit onderzoek heeft niet enkel

betrekking op Congolezen die in België gestudeerd hebben, maar ook op Kameroeners,

6 Mayoyo Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord: levier ou obstacle? Les Zaïrois en Belgique, Afrika Studies -

Zaïre, Années 90 (Brussel: Afrika Instituut - ASDOC, 1995). 7 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 147. 8 Pélerin Kimwanga en Frédéric Moens, ""Que sont les boursiers devenus ?": Recherche en appui à la politique

de coopération au développement (RAP), deuxième phase," (Liège: Université de Liège – Facultés

universitaires catholiques de Mons, 2004).

Page 15: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Inleiding

5

Beniners, Senegalezen en Marokkanen. De bestudeerde periode is tevens de jaren 1990 en de

doelgroep zijn de studenten die met een beurs gestudeerd hebben aan de Franstalige

universiteiten. De onderzoeksvraag die gehanteerd wordt, is de volgende:

“… quelles sont les trajectoires sociales, les insertions socioprofessionnelles et la

participation à l’essor de leur pays des anciens boursiers africains qui ont étudié dans

des institutions d’enseignement supérieur de la Communauté française de Belgique où

ils ont été accueillis au titre de la coopération au développement?”9

Enerzijds kijken zij dus naar het persoonlijke traject van de Afrikaanse anciens boursiers,

anderzijds trachten ze ook te achterhalen wat zij hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van

hun eigen land. De auteurs komen tot een aantal conclusies op verschillende niveaus:

1. Op persoonlijk vlak zien alle ondervraagden de studies in België als een pluspunt,

enerzijds door de kwaliteit van het onderwijs, anderzijds door het aanzien of het

prestige dat deze opleiding hen verschaft in eigen land.

2. Op familiaal vlak zorgt een Belgische opleiding vaak voor spanningen door het

bestaande systeem van solidariteit in Afrika, waarbij de familie van de oud-

bursalen vaak een grotere financiële bijdrage verwacht.

3. Op sociaal en professioneel vlak lijkt het dat de Ancien de Belgique een zeker

aanzien en prestige geniet bij zijn of haar collega’s, maar de valorisatie van zijn of

haar diploma op professioneel niveau blijft moeilijk, voornamelijk door de

erbarmelijke werkomstandigheden in Congo en het slechte functioneren van de

openbare instellingen waar de meesten werk vinden.

4. Op vlak van de ontwikkeling van eigen land tenslotte stellen de auteurs dat de

bijdrage van de Belgische opleidingen miniem is, net omdat de valorisatie van het

Belgisch diploma zo moeilijk verloopt en er geen enkele politiek is uitgewerkt om

de houders van een dergelijk diploma een gepaste plaats te geven in eigen land.10

Het probleem is echter dat het zeer moeilijk is om na te gaan wat de invloed geweest is op

de ontwikkeling van Congo. Hoe moet dit gemeten worden en welke bronnen of gegevens kan

9 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 2. 10 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 6-9.

Page 16: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

6

men gebruiken om dit na te gaan? We zien dan ook in de conclusies dat er geen echte

besluiten zijn over de invloed op de ontwikkeling van het land, maar dat de auteurs het eerder

hebben over de persoonlijke problemen van de Congolezen om hun Belgisch diploma in eigen

land te valoriseren.

Naast deze twee belangrijke werken zijn er nog een aantal kritieken geformuleerd op het

beleid om Congolezen naar België te halen voor een opleiding.

Een eerste en tevens zeer harde kritiek is die van Piet Naesens uit 1979.11 In zijn artikel

"Over de ontwikkelingswaarde van de Belgische onderwijshulp" trekt hij zeer fel van leer

tegen de Belgische onderwijshulp voor Zaïre, omdat die volgens de auteur zeer nefaste

gevolgen heeft.12 Volgens hem is de gedachte achter de Belgische onderwijshulp neokoloniaal

en is het niet meer dan een voortzetting van de koloniale beschavingsmissie. Dat leidt tot

enkele boude uitspraken:

“… het onderwijs in België werkt erg vervreemdend. … Het is trouwens de vraag of

deze hulp niet evenzeer op het oog heeft, de banden met België te versterken, bv. om

ekonomische redenen, door een Belgisch-gezinde elite in Zaïre, Rwanda en Burundi te

installeren, die door haar hersenspoeling in de komfortmaatschappij en haar behoefte

aan Westerse technologie de slaaf wordt van het Westen.”13

Daarnaast stelt de auteur ook dat de onderwijshulp die België aan Zaïre verstrekt een zeer

elitaire zaak is. Volgens hem kan slechts een kleine elite profiteren van de door België

aangeboden opleidingen en omdat deze vorming niet doorstroomt naar de bredere massa

wordt de kloof tussen de intelligentsia en de rest van het volk vergroot. Tenslotte zou door de

onderwijshulp de ‘Afrikaanse cultuur’ verdrongen worden door ‘Westerse

moderniseringsopvattingen’, wat zich ondermeer uit in de Zaïrese curricula.

In 1988 bracht het Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking een geredigeerde

bundel uit met de titel “Wederzijds: de toekomst van de Belgisch-Zaïrese samenwerking”.

Daarin werden ook twee korte artikels opgenomen die gewijd zijn aan de universitaire

11 De volgende paragraaf is gebaseerd op Piet Naesens, "Over de ontwikkelingswaarde van de Belgische

onderwijshulp," Tijdschrift voor diplomatie 5, no. 8 (1979). 12 Onder onderwijshulp verstaat Naesens “alle menselijke en materiële middelen die de welvarende landen

doelbewust inzetten om de vorming in de ontwikkelingslanden te verhogen. Konkreet gezien: het steunen van

formeel onderwijs, kaderopleiding en informeel onderwijs (volwassenenvorming, rurale opleiding, enz.).”;

Naesens, "Over de ontwikkelingswaarde," 605. 13 Naesens, "Over de ontwikkelingswaarde," 610-11.

Page 17: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Inleiding

7

ontwikkelingssamenwerking, waar de opleiding van Congolezen in België onderdeel van

uitmaakt.14 Hoewel de waarde en zelfs de noodzakelijkheid van deze vorm van

ontwikkelingssamenwerking hier niet in vraag gesteld worden, hebben de auteurs toch enkele

bemerkingen. Ten eerste kwam in die tijd de bezorgdheid de kop opsteken dat België de

toestroom aan Zaïrese studenten niet zou kunnen blijven dragen. Daarnaast begon men ook te

erkennen dat België, “door het bevorderen van het volgen van een universitaire opleiding in

ons land, een oneerlijke konkurrentiestrijd zou voeren met de universiteiten uit de Derde

Wereld.”15

Deze bestaande literatuur zou ons in staat moeten stellen om een relevante vraagstelling uit

te werken, waarbij we voortbouwen op wat reeds geschreven is voor de periode van de jaren

’90. De bedoeling is dan dat we dit uitbreiden met een meer historische benadering, waarbij

we teruggaan tot aan de onafhankelijkheid van Congo en waarbij we tevens rekening houden

met de hierboven geformuleerde kritieken.

Vraagstelling

In deze scriptie zal worden nagegaan wat voor de Anciens de Belgique de impact en het

belang geweest is van hun studies in België. Die invloed zal bestudeerd worden via twee grote

luiken: de professionele en de sociale impact. Onder de noemer ‘professionele impact’

verstaan we alles wat te maken heeft met de professionele carrière na de terugkeer uit België.

Met andere woorden, welke invloed hebben de Belgische studies gehad op de

carrièremogelijkheden en de werkomstandigheden van de Anciens de Belgique. Daarbij zullen

we ook trachten na te gaan in wat voor soort jobs deze Congolezen doorgaans terecht komen.

Het tweede en meest omvattende luik houdt in dat we zullen nagaan wat de impact geweest is

op de sociale relaties van de personen in kwestie: de relaties met familie en vrienden, de

sociale status en eventueel het prestige dat een studie in België met zich meebrengt. Daarnaast

14 Michel Norro, "De universitaire ontwikkelingssamenwerking," in Wederzijds: de toekomst van de Belgisch-

Zaïrese samenwerking, ed. Jules Devos, et al. (Brussel: NCOS, 1989).; Jean-Claude Willame, "De universitaire

samenwerking in cijfers," in Wederzijds: de toekomst van de Belgisch-Zaïrese samenwerking, ed. Jules Devos, et

al. (Brussel: NCOS, 1989). 15 Willame, "De universitaire samenwerking in cijfers," 234.

Page 18: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

8

zullen we het onder dit luik ook hebben over de adaptatieproblemen. Daarmee doelen we op

de problemen van de Anciens de Belgique om zich aan te passen eens ze terug zijn in eigen

land. Tenslotte zullen we ook onderzoeken of er onder de Anciens de Belgique netwerken

worden gevormd in Congo en wat de functie van die netwerken is. Tenslotte zullen we ook

nagaan hoe de Anciens de Belgique zelf hun studies in België en de impact ervan evalueren.

Hoewel deze vraagstelling in aanzienlijke mate overeenkomt met die van Kimwanga en

Moens, is er niettemin een belangrijk verschil: terwijl het onderzoek van deze auteurs, maar

ook dat van Bitumba, zich enkel toespitst op de jaren ’90, is dit een historisch onderzoek

waarbij wordt teruggegaan tot de allereerste Congolezen die na de onafhankelijkheid naar

België kwamen. Op die manier zal het mogelijk zijn om een evolutie te schetsen en na te gaan

of de conclusies van de twee bovenvermelde onderzoeken ook geldig zijn voor de periode

voor 1990. Bestond de problematiek van de braindrain ook al voor 1990? Kan men ook voor

de jaren ’90 al spreken van een sociaal of professioneel prestige bij de Anciens de Belgique?

Bestonden in vroegere periodes dezelfde problemen met de valorisatie van een Belgisch

diploma? Daarom zullen we hier eerst een korte schets geven van de sociale, economische en

politieke geschiedenis van Congo sinds de onafhankelijkheid. Zo kunnen we verder in dit

werk steeds terugvallen op deze geschiedenis en de bevindingen linken aan bepaalde

veranderingen en gebeurtenissen die we hier aanhalen.

Een korte geschiedenis van Congo sinds 1960

In een paper voor het project MAFE (Migrations between Africa and Europe) onderzochten

Bruno Schoumaker, Sophie Vause en José Mangalu of er een link bestond tussen de politieke

en economische achteruitgang en internationale migratie in Congo. Zij concluderen dat er

inderdaad een link is en dat internationale migratie sterk beïnvloed wordt door politieke

onrust en in mindere mate door economische crisissituaties.16 Wat we in dit onderzoek willen

doen is gelijkaardig, maar dan wel eerder op een kwalitatieve manier (in tegenstelling tot de

16 Bruno Schoumaker, Sophie Vause, en José Mangalu, Political Turmoil, Economic Crises, and International

Migration in DR Congo: Evidence from Event-History Data, 1975-2007, MAFE Working Paper 2 (MAFE,

2010), 29.

Page 19: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Inleiding

9

meer kwantitatieve en statistische benadering van Schoumaker et al.). We zullen niet zozeer

nagaan of de migratiebewegingen zelf beïnvloed worden door de politieke en economische

omstandigheden in Congo, maar eerder of de impact van de studies in België voor de Anciens

de Belgique een evolutie ondergaat die in verband gebracht kan worden met de evolutie van

de politieke en economische situatie in Congo. Daarvoor is het natuurlijk nodig om eerst een

korte historische situatie van Congo te schetsen sinds de onafhankelijkheid.

Gebaseerd op het werk van Crawford Young en Thomas Turner onderscheidt Gabi

Hesselbein een aantal verschillende periodes in de geschiedenis van Congo. De periode

onmiddellijk na de onafhankelijkheid wordt voornamelijk gekenmerkt door crisis en geweld.

De instabiliteit die de Eerste Republiek (1960-1965) kenmerkt, is te wijten aan verschillende

factoren: de muiterij in de Force Publique, de Katangese secessie en het ontbreken van een

politieke eenheid door de onderlinge strijd tussen verschillende lokaal of tribaal

georganiseerde partijen. Door de instabiliteit ontvluchtten de meeste Belgische ambtenaren en

militairen het land. Deze periode eindigde wanneer Mobutu in 1965 de macht greep en de

steun kreeg van zowel de Congolese elite als het grootste deel van de Afrikaanse en westerse

wereld. Dit was het begin van de Tweede Republiek (1965-1997).

Het eerste decennium van het Mobutu-tijdperk (1965-1974) waren jaren van staatsvorming

en waren relatief voorspoedig. Die staatsvorming rechtvaardigde in de eerste plaats de

introductie van een eenpartijstelsel, waarin Mobutu steeds grotere bevoegdheden verwierf. Op

economisch vlak leidde dit tot de Afrikanisatie van de economie, bijvoorbeeld door de

oprichting van GECAMINES (La Générale des Carrières et Mines), een staatsbedrijf dat

instond voor de ontginning van de natuurlijke rijkdommen. De economie groeide gestaag.

Vanaf 1971, wanneer Mobutu zijn authenticiteitspolitiek introduceerde, werd de Afrikanisatie

radicaler. Zaïre werd de nieuwe naam van zowel het land, als de Congo-stroom en de

nationale munt. Op alle vlakken (cultureel, politiek, administratief, economisch, …) werd er

door Mobutu een Zaïrisatie doorgevoerd, waarbij het land moest ontdaan worden van de

koloniale erfenis. Die Zaïrisatie had echter desastreuze gevolgen: door slecht economisch

beleid, versterkt door de internationale oliecrisis en het ineenstorten van de koperprijzen,

zakte de economie in Zaïre na 1974 als een pudding in elkaar.

Terwijl de economie verder achteruitging en de internationale schuld opliep tot ongeveer

drie miljard dollar, werd Mobutu tevens geteisterd door de rebellen van het FLNC (Front Pour

la Libération Nationale du Congo), die in 1977 en nogmaals in 1978 Shaba binnenvielen. Het

was enkel door de hulp van buitenlandse troepen dat de rebellen konden overwonnen worden.

Economisch gezien werd er afgestapt van de Zaïrisatie. Vooral de jaren tachtig waren jaren

Page 20: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

10

van liberalisering en vele bedrijven werden opnieuw geprivatiseerd. Samen met de structurele

aanpassingsprogramma’s opgelegd door het IMF (Internationaal Monetair Fonds) en de

Wereldbank leidde dit zelfs kort tot een lichte stijging van het BBP (Bruto Binnenlands

Product). Maar hoewel de private sector enorm gestimuleerd werd in die jaren, werd de

publieke sector min of meer verwaarloosd. Vanaf 1983 werd er drastisch gesnoeid in het

onderwijsbudget en het ambtenarenbestand.

Vanaf 1990 ging het alleen nog van kwaad naar erger. Door interne en internationale druk

werd Mobutu gedwongen tot een democratisering. Daartoe werd de Conférence Nationale

Souveraine opgericht, maar net na de oprichting daarvan in 1991 braken er rellen uit in

Kinshasa. Soldaten en burgers kwamen op straat en plunderden de stad. De politieke situatie

was zeer instabiel en werd verder gedestabiliseerd door de genocide in Rwanda van 1994, die

zorgde voor een massale toestroom van Rwandese vluchtelingen in Congo. In 1997 greep

Laurent-Désiré Kabila met zijn AFDL (Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération

du Congo) de macht, gesteund door Rwanda, Uganda en Angola. Niet lang daarna, in 1998,

begon de tweede Congo Oorlog in het oosten van het land. Miljoenen mensen lieten het leven

en het land werd opgedeeld in drie verschillende territoria, bestuurd door verschillende

militaire groeperingen. Ook economisch gezien waren de jaren ’90 desastreus: het BBP

kelderde, hyperinflatie teisterde de economie en de internationale schulden stapelden zich op.

De bevolking voelde de gevolgen, aangezien de koopkracht in Congo sterk achteruitging.

In 2001 werd president Kabila vermoord en opgevolgd door zijn zoon, Joseph Kabila. Die

was bereid tot vrede en in 2002 werden de eerste vredesakkoorden getekend. Sinds 2003 was

de oorlog officieel gedaan, maar tot op de dag van vandaag wordt het oosten van Congo nog

steeds geteisterd door geweld. Anderzijds is de 21ste eeuw wel gekenmerkt door het begin van

een wederopbouw van het land, voor een groot deel gefinancierd door buitenlandse hulp. Het

BBP begon na 2002 voor het eerst opnieuw te stijgen en ook de toestand van de bevolking

verbeterde stilaan. Desalniettemin zijn de levensomstandigheden van de Congolese bevolking

tot op heden nog steeds zeer penibel.17

17 Deze paragraaf over de geschiedenis van Congo is gebaseerd opGabi Hesselbein, "The Rise and Decline of the

Congolese State: An Analytical Narrative on State-Making," (Londen: Crisis States Research Centre/DESTIN

(Development Studies Institute), 2007), Crawford Young en Thomas Turner, The Rise and Decline of the

Zairian State (Madison: The University of Wisconsin Press, 1985), Paul Nugent, Africa Since Independence: A

Comparative History (Houndmills: Palgrave Macmillan, 2004), Zana Aziza Etambala, Het Zaïre van Mobutu

(Leuven: Davidsfonds, 1996), Schoumaker, Vause, en Mangalu, Political Turmoil.

Page 21: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Inleiding

11

Parallel met de interne geschiedenis van Congo zien we ook een aantal belangrijke

veranderingen in de relaties tussen Congo en België. Gauthier de Villers onderscheidt drie

grote periodes:

“1965-1974, c’est la « découverte du Zaïre », d’un pays qui, pour les Belges croyant

connaître « leur » Congo, sera le pays des surprises et d’une alternance aussi brutale

qu’épuisante entre espoir et désillusion. 1975-1985, c’est la quête d’une impossible

« normalisation », l’effort répété et vain de la Belgique pour arracher les relations

bilatérales à l’emprise des sentiments, aux ambiguïtés et aux revirements d’une

diplomatie de l’affection. 1986-1995, enfin, c’est « le temps de ruptures » avec,

d’abord, « le grand affrontement » de 1988-1989 délibérément provoqué par le

président Mobutu, avec, ensuite, à partir de 1990, la contre-attaque de la Belgique, le

boycottage du président Mobutu, et la recherche ou l’attente – à ce jour déçues – d’une

relève et d’un changement à la tête de l’Etat zaïrois.”18

Het is niet onaannemelijk dat deze veranderingen, zowel intern als in de Belgo-Congolese

relaties, een impact hebben gehad op de verschillende aspecten die voor een Congolees

gepaard gaan met het volgen van een hogere opleiding in België en met de terugkeer naar

eigen land. Het historische aspect van deze scriptie ligt dan ook in het feit dat we zullen

trachten te achterhalen hoe al deze veranderingen hun invloed hebben gehad op de levens van

de Anciens de Belgique sinds 1960.

Bronnen en methode

De voornaamste bron die bij dit onderzoek gebruikt zal worden zijn de interviews die in

Kinshasa werden afgenomen. Het gaat in totaal over achtentwintig interviews met

Congolezen die in België gestudeerd hebben op verschillende tijdstippen en aan verschillende

universiteiten. Volgende statistische gegevens zullen duidelijk maken wat het profiel is van

deze respondenten.

18 Gauthier de Villers, De Mobutu à Mobutu: Trente ans de relations Belgique-Zaïre, Politique et Histoire

(Brussel: De Boeck, 1995), 9-10.

Page 22: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

Profiel van de respondenten

Eerst en vooral bestaat de steekproef uit

in België hebben ondernomen, gaande van 1958 tot 2003. Het gemiddelde geboortejaar van

de respondenten is 1947 en de meesten onder hen ondernamen hun studies in de jaren ’70 en

’80. De mediaan van het aanvangsjaar is 1974; de mediaan van het eindja

van de studies varieert van een jaar tot negentien jaar en de gemiddelde duur is ongeveer acht

jaar. Grafiek I geeft een beeld van de verscheidenheid onder de respondenten op het vlak van

studieduur. Op vlak van studieperiode hebben we

groep.

Grafiek I. Aantal respondenten, verdeeld volgens de duur van het studieverblijf in België

Over de genderverdeling van de respondenten kunnen we kort zijn: slechts een vrouw werd

geïnterviewd. Dat komt dus ne

wanneer we bijvoorbeeld kijken naar de gegevens van de UCL voor de periode 1960

dan zien we dat van alle Congolezen die in die periode aan deze universiteit gestudeerd

hebben slechts 7,8 procent

respondenten: er zijn gewoon veel minder vrouwelijke

Wat betreft de universiteiten waar de respondenten gestudeerd hebben (

de drie grootste Franstalige universiteiten (ULB, Université Libre de Bruxelles; UCL,

Université Catholique de Louvain en Ulg, Université de Liège) het best vertegenwoordigd

zijn. Daarnaast zien we dat ook de drie belangrijkste Nederlandstalige universiteiten (VUB,

0

1

2

3

4

5

6

1 2 3 4

Aa

nta

l re

spo

nd

en

ten

De “Anciens de Belgique” in de DRC

Profiel van de respondenten

al bestaat de steekproef uit personen die in verschillende periodes hun

in België hebben ondernomen, gaande van 1958 tot 2003. Het gemiddelde geboortejaar van

de respondenten is 1947 en de meesten onder hen ondernamen hun studies in de jaren ’70 en

De mediaan van het aanvangsjaar is 1974; de mediaan van het eindja

van de studies varieert van een jaar tot negentien jaar en de gemiddelde duur is ongeveer acht

een beeld van de verscheidenheid onder de respondenten op het vlak van

. Op vlak van studieperiode hebben we dus te maken met een redelijk diverse

Aantal respondenten, verdeeld volgens de duur van het studieverblijf in België

Over de genderverdeling van de respondenten kunnen we kort zijn: slechts een vrouw werd

geïnterviewd. Dat komt dus neer op ongeveer 3,6 procent, wat zeer weinig lijkt.

wanneer we bijvoorbeeld kijken naar de gegevens van de UCL voor de periode 1960

dan zien we dat van alle Congolezen die in die periode aan deze universiteit gestudeerd

hebben slechts 7,8 procent vrouwelijk was. Dit verklaart het gebrek aan vrouwelijke

respondenten: er zijn gewoon veel minder vrouwelijke Anciens de Belgique

Wat betreft de universiteiten waar de respondenten gestudeerd hebben (

e Franstalige universiteiten (ULB, Université Libre de Bruxelles; UCL,

Université Catholique de Louvain en Ulg, Université de Liège) het best vertegenwoordigd

zijn. Daarnaast zien we dat ook de drie belangrijkste Nederlandstalige universiteiten (VUB,

5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

Studieduur (in jaren)

12

personen die in verschillende periodes hun studies

in België hebben ondernomen, gaande van 1958 tot 2003. Het gemiddelde geboortejaar van

de respondenten is 1947 en de meesten onder hen ondernamen hun studies in de jaren ’70 en

De mediaan van het aanvangsjaar is 1974; de mediaan van het eindjaar is 1980. De duur

van de studies varieert van een jaar tot negentien jaar en de gemiddelde duur is ongeveer acht

een beeld van de verscheidenheid onder de respondenten op het vlak van

dus te maken met een redelijk diverse

Aantal respondenten, verdeeld volgens de duur van het studieverblijf in België.

Over de genderverdeling van de respondenten kunnen we kort zijn: slechts een vrouw werd

er op ongeveer 3,6 procent, wat zeer weinig lijkt. Maar

wanneer we bijvoorbeeld kijken naar de gegevens van de UCL voor de periode 1960-1970,

dan zien we dat van alle Congolezen die in die periode aan deze universiteit gestudeerd

vrouwelijk was. Dit verklaart het gebrek aan vrouwelijke

Anciens de Belgique dan mannelijke.

Wat betreft de universiteiten waar de respondenten gestudeerd hebben (grafiek II) zien we dat

e Franstalige universiteiten (ULB, Université Libre de Bruxelles; UCL,

Université Catholique de Louvain en Ulg, Université de Liège) het best vertegenwoordigd

zijn. Daarnaast zien we dat ook de drie belangrijkste Nederlandstalige universiteiten (VUB,

16 17 18 19 20

n = 28

Page 23: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Vrije Universiteit Brussel; KUL, Katholieke Universiteit Leuven en Ugent, Universiteit Gent)

in het rijtje voorkomen.

Grafiek

*ICHEC = Institut Catholique des Hautes Etudes Commerciales, Brussel

Tenslotte valt er nog iets te zeggen over het soort studies dat ondernomen werd. Daarbij

zijn vooral de humane wetenschappen

pedagogie, rechten, economie en politieke en sociale wetenschappen als meest voorkomende

studies (grafiek III). De sterke vertegenwoordiging van Psychologische en Pedagogische

Wetenschappen geeft echter een vertekend beeld, want dit

dagen op rij verschillende interviews werden afgenomen aan de

Pédagogique Nationale) in Kinshasa

Nog even kort samengevat: deze scriptie gaat

Congolese onafhankelijkheid een universitaire of post

een Belgische universiteit. Daarbij horen zowel diegenen di

als diegenen die zelf voor financiering gezorgd hebben.

0 1 2

ULB

UCL

Ulg

VUB

Umons

KUL

UA

Ugent

ICHEC*

KMS

Universiteit Brussel; KUL, Katholieke Universiteit Leuven en Ugent, Universiteit Gent)

Grafiek II. Aantal respondenten per universiteit.

*ICHEC = Institut Catholique des Hautes Etudes Commerciales, Brussel

iets te zeggen over het soort studies dat ondernomen werd. Daarbij

zijn vooral de humane wetenschappen sterk vertegenwoordigd, met ps

pedagogie, rechten, economie en politieke en sociale wetenschappen als meest voorkomende

). De sterke vertegenwoordiging van Psychologische en Pedagogische

geeft echter een vertekend beeld, want dit is te wijten aan het feit dat

dagen op rij verschillende interviews werden afgenomen aan de

onale) in Kinshasa.

Nog even kort samengevat: deze scriptie gaat dus over alle Congolezen die sinds de

Congolese onafhankelijkheid een universitaire of post-universitaire studie hebben gevolgd aan

een Belgische universiteit. Daarbij horen zowel diegenen die dit met een beurs gedaan hebben

als diegenen die zelf voor financiering gezorgd hebben.

3 4 5 6 7 8 9

Inleiding

13

Universiteit Brussel; KUL, Katholieke Universiteit Leuven en Ugent, Universiteit Gent)

iets te zeggen over het soort studies dat ondernomen werd. Daarbij

sterk vertegenwoordigd, met psychologie en

pedagogie, rechten, economie en politieke en sociale wetenschappen als meest voorkomende

). De sterke vertegenwoordiging van Psychologische en Pedagogische

te wijten aan het feit dat er twee

dagen op rij verschillende interviews werden afgenomen aan de UPN (Université

over alle Congolezen die sinds de

universitaire studie hebben gevolgd aan

e dit met een beurs gedaan hebben

10 11 12

n = 28

Page 24: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

Grafiek

Naast deze interviews is er nog een belangrijke bron die voornamelijk een beter inzicht zal

moeten verschaffen in de ‘netwerking’ van de

in Congo een aantal verenigingen bestaan voor oud

universiteiten. Eerst en vooral is er de AMABEL

een meer algemene vereniging die niet specifiek gebonden is aan een bepaalde universiteit.

Daarnaast bestaan er in Congo verschillende specifieke oud

Belgische universiteiten. De documenten van deze verenigingen zullen in deze sc

gebruikt worden om meer te weten te komen over het reilen en zeilen van deze associaties en

op die manier een beeld te vormen van het verenigingsleven van de

is namelijk interessant om na te ga

groeperingen steun kunnen verlenen

Een andere belangrijke bron is eigenlijk strikt genomen geen bron, maar zal wel als

zodanig gebruikt worden. Het betreft hier een werk van Jean Omasombo. In zijn

“Biographies des acteurs de la Troisième République”

13%

10%

10%

10%

3%

De “Anciens de Belgique” in de DRC

Grafiek III. Aantal respondenten per studiegebied.

Naast deze interviews is er nog een belangrijke bron die voornamelijk een beter inzicht zal

ffen in de ‘netwerking’ van de Anciens de Belgique. Het is namelijk zo dat er

in Congo een aantal verenigingen bestaan voor oud-studenten van verschillende Belgische

universiteiten. Eerst en vooral is er de AMABEL (Amical de Congolais Anciens de Belgique)

een meer algemene vereniging die niet specifiek gebonden is aan een bepaalde universiteit.

Daarnaast bestaan er in Congo verschillende specifieke oud-studentenverenigingen van

Belgische universiteiten. De documenten van deze verenigingen zullen in deze sc

gebruikt worden om meer te weten te komen over het reilen en zeilen van deze associaties en

op die manier een beeld te vormen van het verenigingsleven van de Anciens de Belgique

t om na te gaan in welke mate zij zich groep

groeperingen steun kunnen verlenen in het dagelijks leven.

belangrijke bron is eigenlijk strikt genomen geen bron, maar zal wel als

zodanig gebruikt worden. Het betreft hier een werk van Jean Omasombo. In zijn

cteurs de la Troisième République” lijst hij de belangrijkste politieke

22%

16%

13%

3% Psychologie en Pedagogische

Wetenschappen

Rechtsgeleerdheid

Economie en Bedrijfskunde

Politieke en Sociale

Wetenschappen

Letteren en Wijsbegeerte

Wetenschappen

Bio-ingenieurswetenschappen

Geneeskunde en

Gezondheidswetenschappen

Militaire Studies

14

Naast deze interviews is er nog een belangrijke bron die voornamelijk een beter inzicht zal

. Het is namelijk zo dat er

studenten van verschillende Belgische

e Congolais Anciens de Belgique),

een meer algemene vereniging die niet specifiek gebonden is aan een bepaalde universiteit.

studentenverenigingen van

Belgische universiteiten. De documenten van deze verenigingen zullen in deze scriptie

gebruikt worden om meer te weten te komen over het reilen en zeilen van deze associaties en

Anciens de Belgique. Het

in welke mate zij zich groeperen en hoe die

belangrijke bron is eigenlijk strikt genomen geen bron, maar zal wel als

zodanig gebruikt worden. Het betreft hier een werk van Jean Omasombo. In zijn

lijst hij de belangrijkste politieke

Psychologie en Pedagogische

Wetenschappen

Rechtsgeleerdheid

Economie en Bedrijfskunde

Politieke en Sociale

Wetenschappen

Letteren en Wijsbegeerte

Wetenschappen

ingenieurswetenschappen

Geneeskunde en

Gezondheidswetenschappen

Militaire Studies

n = 28

Page 25: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

킀Э

Inleiding

15

acteurs van de Derde Republiek (1997-heden) op, met telkens een korte biografie. 19 Dat is

voor ons zeer handig, omdat steeds vermeld wordt waar deze mensen gestudeerd hebben en

welke studies ze gevolgd hebben. Zo konden we uit dit boek een lijst abstraheren van alle

politieke acteurs uit de Derde Republiek die in België gestudeerd hebben. Dat resulteerde in

een databank van 125 personen die tussen 1960 en 2005 in België gestudeerd hebben. Van

elke persoon (mits enkele ontbrekende gegevens) weten we het geboortejaar, de periode van

de studies, de universiteit waaraan hij of zij gestudeerd heeft, welke richting hij of zij gevolgd

heeft en wat hij of zij na terugkeer naar Congo op professioneel vlak verwezenlijkt heeft.

Tot slot is er ook interessant archiefmateriaal beschikbaar. Het Algemeen Rijksarchief te

Brussel beschikt over dossiers van de Vreemdelingenpolitie. Voornamelijk de dossiers die de

studiemigranten in België behandelen zijn voor dit onderzoek interessant. Deze

archiefstukken bevatten wetteksten, verslagen van vergaderingen, briefwisselingen en ook

enkele beschrijvingen van individuele gevallen van studiemigranten. Deze documenten

bevatten soms interessante informatie. De Vreemdelingenpolitie was echter verantwoordelijk

voor alle studiemigranten en uiteraard niet enkel voor de Congolese. Dat maakt dat de nuttige

informatie die uit deze dossiers gehaald kon worden beperkt is.20

De methode

De methode voor het ondervragen van de respondenten kan het best omschreven worden

als een ‘open interview’. Dit gebeurde aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst

opgebouwd rond vier thema’s, in overeenstemming met de hierboven geformuleerde

vraagstelling:

19 Jean Omasombo, République Démocratique du Congo: Biographies des acteurs de la Troisième République

(Tervuren: Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, 2009). 20 Naast deze bron zijn er mogelijk nog andere interessante archieven, zeker wat betreft het studieverblijf in

België zelf. Zo zijn er bijvoorbeeld de archieven van het ex-ABOS, dat lange tijd verantwoordelijk was voor de

studiebeurzen voor studenten uit ontwikkelingslanden. Volgens de beheerder van deze archieven bevatten zij

onder andere individuele steekkaarten voor de jaren 1960 en de periode 1970-1977. Deze archieven werden

echter niet geconsulteerd, omdat de nadruk in dit onderzoek ligt op de impact van de studies, eerder dan op de

studies zelf.

Page 26: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

16

1. De studies in België: deze vragen betreffen de studies in België zelf en behandelen

de motivatie, financiering, keuze van universiteit en studies en meer algemeen de

omstandigheden van het verblijf in België.

2. De terugkeer naar Congo: onder deze noemer valt de motivatie voor de terugkeer

naar eigen land na het voltooien van de studies in België.

3. De sociale impact: dit thema behandelt de invloed die het studieverblijf in België

heeft gehad op de sociale relaties van de persoon in kwestie en of er daarnaast ook

een meer algemene invloed was op de ‘sociale status’ van het individu.

4. De professionele impact: in dit laatste luik wordt nagegaan wat de impact op de

professionele carrière geweest is.

Alle vragen waren open vragen en dus werden ja-neen-vragen zoveel mogelijk vermeden,

teneinde zoveel mogelijk het woord te laten aan de respondenten zelf en hen de vrijheid te

geven om hun verhaal te doen. In dat opzicht kan gesteld worden dat het eindresultaat van elk

interview een soort life history is, ook omdat telkens gepeild werd naar de antecedenten van

de respondent (geboortejaar, lager en secundair onderwijs, carrière na de terugkeer uit België,

etc.). Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een vrij compleet inzicht in wat voor elk individu

apart de specifieke plaats is van zijn of haar studies in België.

Enkele kanttekeningen bij de representativiteit

Hoewel we dus op alle vlakken een relatief diverse steekproef hebben, moeten er toch ook

enkele kanttekeningen gemaakt worden.

Ten eerste was het door de beperkte duur van twee maanden opportuun om gedurende de

hele periode in Kinshasa te blijven. Het voordeel daarvan was dat er in Kinshasa heel wat

respondenten te vinden waren en dat er geen tijd verloren werd met lange transporten. Het

nadeel echter is dat we daardoor met enige voorzichtigheid zullen moeten omspringen met de

uiteindelijke resultaten, want zoals Mobutu graag verkondigde: “Kinshasa n’est pas le

Zaïre.”21 In dit geval betekent dat concreet dat we niet met zekerheid kunnen zeggen of

diegenen die na hun studies in België zijn teruggekeerd naar een andere grote stad, zoals

21 Theodore Trefon, ed., Reinventing Order in the Congo: How People Respond to State Failure in Kinshasa

(Londen: Zed Books, 2004), 7.

Page 27: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Inleiding

17

bijvoorbeeld Lubumbashi, of naar een dorp op het ‘platteland’ dezelfde ervaringen delen met

diegenen die in Kinshasa beland zijn.

Daarnaast valt er nog een onvolledigheid te signaleren met betrekking tot de gebruikte

steekproef. Alle geïnterviewden zijn na hun studies in België relatief succesvol geweest op

professioneel vlak (iets wat echter niet altijd gepaard is gegaan met financiële zekerheid). Wat

we hier echter missen is inzicht in de ‘onsuccesvolle’ gevallen. Zoals een van de respondenten

het verwoord heeft:

“Vous évoluez dans un environnement où les choses sont organisées finalement moins

compliqué (België, SDS). Et ici (Congo, SDS) vous arrivez: c'est une véritable jungle -

sans jeux de mots - où il y a des personnes qui ont perdu pied; des gens capables,

compétents, qui ont perdu pied, parce qu'en fait, l'environnement est tout à fait

différent.”22

Uit dit citaat kunnen we afleiden dat een Belgisch diploma blijkbaar geen garantie was op

een succesvolle carrière en dat het slagen op professioneel vlak sterk afhankelijk is van de

persoon zelf. Het feit dat diegenen die hun Belgisch diploma niet hebben kunnen valoriseren

na hun terugkeer naar Congo niet voorkomen in de groep van respondenten heeft als gevolg

dat we moeilijk kunnen zeggen of de meerderheid wel of niet haar Belgisch diploma heeft

kunnen valoriseren in Congo en dat we weinig inzicht hebben in de redenen waarom

sommigen geen professioneel succes hebben gekend na hun studies in België.

Tenslotte mogen we zeker niet uit het oog verliezen dat dit ‘maar’ een masterscriptie is. In

een jaar tijd en met achtentwintig interviews is het niet mogelijk om een volwaardig

onderzoek te doen. Dat wil uiteraard niet zeggen dat dit onderzoek geen waarde heeft.

Integendeel, gezien het huidige gebrek aan historisch onderzoek rond dit onderwerp kan deze

scriptie van grote waarde zijn als de eerste aanzet tot verder en uitgebreider onderzoek in dit

domein. Hopelijk kan deze bescheiden bijdrage ertoe leiden dat de interesse rond dit

onderwerp wordt aangewakkerd; dat – naast het verschaffen van een beter inzicht – is het

uiteindelijke doel van deze scriptie.

22 Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010.

Page 28: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

18

Ter begeleiding

Deze thesis is opgedeeld in twee grote delen. In het eerste deel zal de historische context

geschetst worden. Het eerste hoofdstuk behandelt het onderwijs tijdens de koloniale periode.

Daarbij wordt voornamelijk gekeken naar wat er wel en niet beschikbaar was voor de

Congolese bevolking qua onderwijs en wat het doel was van dit onderwijs. Hierbij worden de

verklarende factoren aangehaald voor het gebrek aan hoger opgeleiden aan de vooravond van

de onafhankelijkheid, teneinde beter te kunnen begrijpen waarom er vanuit België (en ook

vanuit andere landen) een beurzensysteem werd opgezet. Het tweede hoofdstuk wordt

aangevat bij de onafhankelijkheid van Congo en behandelt de Belgische studies van de

Anciens de Belgique: met hoeveel waren zij, aan welke universiteiten studeerden zij, wat

studeerden zij en hoe beleefden zij hun tijd in België? Ook zal er hier kort ingegaan worden

op de Belgische kant van het verhaal, in het bijzonder op de initiatieven en het beleid van de

Belgische overheid ten opzichte van de Congolese studenten. Dit alles omdat een inzicht in

hoe het studieverblijf in België voor deze Congolezen verliep, noodzakelijk is om te begrijpen

wat de impact geweest is op hun verdere leven.

Het tweede deel is het belangrijkste deel en vormt de neerslag van het eigenlijke

onderzoek. Dit deel zal naar analogie met de vraagstelling opgedeeld worden in twee

hoofdstukken, met toevoeging van een kort hoofdstuk ter afsluiting. In het eerste hoofdstuk

zullen we het hebben over de professionele impact van de Belgische studies. Hier ligt de

focus voornamelijk op de professionele carrière van de Anciens de Belgique en de impact van

het studieverblijf in België op die carrière. Concreet zullen we nagaan of er een belangrijke

impact geweest is en hoe die zich uit. In het tweede hoofdstuk over de sociale impact van de

studies in België, zal worden nagegaan hoe de sociale omgeving van de Anciens de Belgique

(familie, vrienden, sociale status, prestige, …) veranderd is na de studies in België. Daarnaast

zullen in dit hoofdstuk ook de aspecten en eventuele problemen behandeld worden van de

‘wederaanpassing’ aan het leven in Congo. Tenslotte bekijken we de netwerken van Anciens

de Belgique in Congo en de functies van die netwerken. In het laatste hoofdstuk zullen we het

kort hebben over een evaluatie van de studies in België, vanuit het standpunt van de Anciens

de Belgique zelf. Daarbij zal worden weergegeven hoe zij zelf hun studies in België en het nut

daarvan beoordelen.

Tot slot is het noodzakelijk om hier nog een algemene noot toe te voegen. Dit onderzoek

is, zoals eerder werd aangegeven, voornamelijk gebaseerd op interviews met Anciens de

Page 29: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Inleiding

19

Belgique. De bedoeling van deze thesis is dan ook om het persoonlijke verhaal van deze

mensen te vertellen vanuit hun eigen standpunt. De beste manier om de impact van hun

studies in België te onderzoeken is immers om hen zelf aan het woord te laten. Dat wil niet

zeggen dat we bijvoorbeeld de institutionele kant van het verhaal volledig zullen weglaten of

nooit dieper zullen ingaan op het Belgische standpunt, maar essentieel is dit een onderzoek

over individuen en hun ervaringen.

Dat leidt natuurlijk tot een grote subjectiviteit. Wanneer we steunen op mondelinge

getuigenissen moeten we er rekening mee houden dat deze getuigenissen vaak gekleurd zijn.

Dat wil niet zeggen dat de respondenten met opzet de waarheid verdraaien. We willen er

enkel op wijzen dat hun verhaal kan beïnvloed zijn door hun eigen ervaringen en

overtuigingen, maar ook door hun functie in de maatschappij. We kunnen er bijvoorbeeld van

uitgaan dat een minister een andere kijk zal hebben op de politieke toestand in Congo dan een

professor. Daar moet de lezer dus rekening mee houden. Deze thesis – zoals elke andere thesis

in de humane wetenschappen – kan dus geen absolute waarheden bevatten. Niettemin zijn de

meningen van de respondenten altijd interessant, ook al zijn ze gekleurd. Iedereen heeft

immers zijn eigen waarheid en op die manier geeft wat een respondent zegt toch altijd in

zekere mate weer hoe hij of zij iets beleefd heeft. Bovendien worden alle uitspraken ook

getoetst aan de uitspraken van alle andere respondenten. Zo kunnen we enkele elementen

distilleren die in verschillende getuigenissen terug te vinden zijn, wat wijst op het belang van

deze elementen.

De lezer moet dus geen grote theoretische modellen verwachten waar alle ervaringen van

de Anciens de Belgique op magische wijze ingepast worden en die verklaringen bieden voor

alle belevenissen die zij hebben meegemaakt. Wat deze thesis wel is, is een weergave van de

ervaringen van de Anciens de Belgique en een beschrijving van hoe deze ervaringen

veranderen doorheen de tijd, gekoppeld aan historische veranderingen op macro-niveau die

eventueel kunnen verklaren waarom die ervaringen veranderd zijn.

Page 30: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

��

Deel 1

De historische context

Page 31: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

21

Hoofdstuk 1

Onderwijs en elitevorming in Congo

Zaïre, dat is als het putteke van den Amazone, maar ge

kunt zonder schrik van Kinshasa naar Mbandaka

varen, daar zijn geen wilden meer. En daar hebben wij

Belgen voor gezorgd. Want wij hebben misschien

weinig universitairen opgeleid, maar tot in het kleinste

dorpke hadden wij lagere scholen.1

Er wordt vaak gezegd dat het onderwijs in koloniaal Congo sterk verschilde van het onderwijs

in andere kolonies; een feit dat vaak wordt aangehaald als de verklaring van de chaos na de

onafhankelijkheid van het land. In 1960 waren er, afhankelijk van de bron, elf tot dertig

Congolezen met een universitair diploma. Dat wil zeggen dat er op het ogenblik van de

onafhankelijkheid een gebrek was aan Congolezen met de kwalificaties en de ervaring die

nodig was voor het beheren van de nieuwe staat. Daartegenover stond dat het lager onderwijs

in Congo veel uitgebreider was dan in andere Afrikaanse kolonies. Kort samengevat:

“… while the Belgian system did produce skilled and literate Congolese, it did not

result in a cadre of elites comparable to those found in Nigeria, Ghana, and Senegal.”2

In dit hoofdstuk zullen we een korte geschiedenis schetsen van het onderwijs in Congo

sinds het begin van de koloniale periode. We beginnen bij de introductie van het ‘Europees’

onderwijssysteem door de missionarissen onder Leopold II en eindigen bij het Belgische

beurzensysteem dat opgezet werd na de onafhankelijkheid. Dit hoofdstuk heeft vooral tot doel

1 Lieve Joris, Terug naar Kongo (Amsterdam: Meulenhoff, 1987), 17. 2 William Milford Rideout, "Education and Elites: The Making of the New Elites and the Formal Education

System in the Congo (K)" (Doctoraatsthesis, Stanford University, 1971), 4-12.

Page 32: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

←Р

De “Anciens de Belgique” in de DRC

22

te illustreren hoe het gebrek aan hoger opgeleiden bij de Congolese onafhankelijkheid tot

stand is gekomen, teneinde een beter inzicht te krijgen in de vraag waarom zoveel Congolezen

na de onafhankelijkheid zijn afgezakt naar België voor hun hogere studies. Het is niet de

bedoeling om in dit hoofdstuk een gedetailleerd overzicht te geven van de structuur van het

onderwijs tijdens de koloniale periode, maar eerder om in te gaan op de strategie en de

doelstellingen die achter dat onderwijs schuil gingen.

1.1 Onderwijs in Congo Vrijstaat

De koloniale onderneming in Congo werd vanaf het begin geleid door de ‘koloniale

drievuldigheid’, soms ook spottend de ‘onheilige drievuldigheid’ genoemd: de koloniale staat,

de kerk en de private bedrijven.3 Toch was het onderwijs lange tijd voornamelijk in handen

van de kerk. De missionarissen maakten onderwijs tot een van hun belangrijkste taken.

In 1879 openden zij in Congo hun eerste school.4 Volgens Barabara Yates waren de

intenties van koning Leopold II betreffende het onderwijs in zijn kolonie reeds vanaf het

begin zeer duidelijk en had het onderwijs zeker niet in de eerste plaats het welzijn van de

Congolezen zelf voor ogen:

“Leopold's goals were at least three-fold: to Belgianize the European presence in his

new "international" colony, to secure a cheap labor force to assist in pacification,

administration and economic exploitation, and to carry on these tasks under the guise of

international humanitarianism, one of the central themes of the Berlin Act (1885),

which served as the legal basis for his new Congo Independent State.”5

Het is echter zo dat de koloniale administratie zelf zich in het begin vrij afzijdig hield van

het onderwijs en voornamelijk de missionarissen aanspoorde om hun onderwijsactiviteiten uit

3 Eyamba Bokamba, "Education and Development in Zaire," in The Crisis in Zaire: Myths and Realities, ed.

Georges Nzongola-Ntalaja (Trenton: Africa World Press, 1986), 193. 4 Barbara Yates, "White Views of Black Minds: Schooling in King Leopold's Congo," History of Education

Quarterly 20, no. 1 (1980): 27. 5 Barbara Yates, "Educating Congolese Abroad: An Historical Note on African Elites," The International

Journal of African Historical Studies 14, no. 1 (1981): 35.

Page 33: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Onderwijs in koloniaal Congo

23

te breiden. Het waren dus voornamelijk de missionarissen die in het prille begin van de

koloniale periode in Congo de belangrijkste motor waren van het onderwijs.6 Maar de

doelstellingen van de missionarissen kwamen niet volledig overeen met die van de koloniale

staat. Terwijl Leopold op zoek was naar soldaten voor de Force Publique, vakmannen en

ambtenaren voor de administratie, wilden de missionarissen goede christenen vormen die hen

zouden helpen bij de kerstening van Congo.

“An urban, Europeanized, intellectual elite, estranged from the rural masses, was

undesirable … . Recipients of such academic education were said to lose their religious

interest and to acquire an anti-colonial outlook and an "arrogant" desire for assimilation.

… Missionaries wanted their best pupils to become catechists, evangelists, pastors and

priests, to assist in spreading the faith throughout the countryside.”7

Bijgevolg richtten de missionarissen zich voornamelijk op religieus beroepsonderwijs,

teneinde volgzame, gelovige onderdanen op te leiden die in hun eigen dorp konden blijven en

daar zouden dienen als “boodschapper van god voor hun eigen volk”.8 Aanvankelijk was er

maar weinig interesse voor onderwijs onder de Congolese bevolking en waren het in het begin

enkel de ‘buitenbeentjes’ die de schoolbanken bevolkten. Maar na verloop van tijd zag de

bevolking hoe scholing de levensstandaard kon verbeteren. Daarenboven kwamen de

Congolezen steeds meer in contact met West-Afrikanen, die werden ingezet voor de aanleg

van spoorwegen. Na het zien van de levensstijl van deze geschoolde en geletterde Afrikanen

nam de interesse in en het enthousiasme voor het onderwijs toe.9 Tabel 1.1 geeft een idee van

het succes van het missieonderwijs aan het einde van Congo Vrijstaat.

6 Rideout, "Education and Elites", 221-22. 7 Yates, "Educating Congolese Abroad," 35-36. 8 Yates, "White Views of Black Minds," 37. 9 Yates, "White Views of Black Minds," 34-35.; Rideout, "Education and Elites", 229.

Page 34: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

ⰠР

De “Anciens de Belgique” in de DRC

24

Tabel 1.1. Onderwijsinspanning van de missies in Congo, 1908.10

Congregatie Aantal leerlingen

Witte Paters 4.020

Baptist Missionary Society 6.718

Zweedse Missionaire Gemeente 5.174

American Baptist Missionary Union 7.580

Jezuïten 10.000

American Presbyterian Congo Mission 2.700

Disciples of Christ 873

Congo Balolo Mission 1.500

Plymouth Brethren 400

Redemptoristen 316

Paters van het Heilig Hart 500

Christian and Missionary Alliance 1.730

Trappisten 300

Mill Hill Fathers 100

Premonstratenzers 300

Scheutisten 3.804

Totaal 46.015

De missiescholen waren echter niet de enige vorm van onderwijs in het Congo van

Leopold II. Om zijn Force Publique, die tegen 1898 een van de grootste legers in Afrika was,

te bevolken, werden de colonies scolaires opgericht. In deze kampen, die onder toezicht

stonden van de koloniale staat, werden kinderen gerekruteerd om opgeleid te worden als

soldaat voor de Force Publique.11 De colonies werden over het algemeen bevolkt met

10 Yates, "White Views of Black Minds," 34. 11 Rideout, "Education and Elites", 226-27.

Page 35: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

Onderwijs in koloniaal Congo

25

vondelingen, wezen en kinderen die werden ‘gered’ van de slavernij.12 Hoewel deze

instellingen onder toezicht stonden van de staat en het onderwijs erop gericht was soldaten

voort te brengen, werden de colonies over het algemeen door missionarissen bestuurd en

mochten zij er de kinderen van godsdienstonderwijs voorzien. Bovendien hadden

verschillende missies hun eigen schoolkolonies, waar kinderen niet opgeleid werden tot

soldaten maar tot catechisten.13

Wanneer de Belgische staat in 1908 de kolonie overnam van Leopold II waren er door het

onderwijssysteem drie nieuwe elitegroepen ontstaan, naast de reeds bestaande, traditionele

elite van chiefs. Dat waren ten eerste de preacher-teachers (de ‘leraar-predikant’), opgeleid

door de missionarissen; daarnaast was er de elite die voortkwam uit de colonies scolaires,

zijnde de soldaten in dienst van de Force Publique en een derde groep wordt door Barbara

Yates omschreven als de ambachtsmannen. Dat waren de Congolezen die in dienst stonden

van de koloniale administratie als geschoolde of halfgeschoolde arbeiders of de Congolezen

die bijvoorbeeld werkten voor de spoorwegmaatschappij. Ook deze elite werd gerekruteerd

uit de missiescholen.14

Op het ogenblik dat België zich over de kolonie ontfermde, waren de eerste geschoolde

elites dus al gevormd. Maar uit het voorgaande mag blijken dat dit slechts elites waren in een

zeer enge betekenis van het woord. Zij hadden een zekere scholing genoten en waren

daardoor naar de standaarden van de kolonisator hoger geplaatst dan de rest van de bevolking,

maar er is in geen enkel opzicht sprake van gelijkheid met de koloniale elite (i.e. de Europese

bezetters). In wat volgt zullen we zien dat het zeer lang geduurd heeft vooraleer het onderwijs

geleid heeft tot een dergelijke gelijkheid, als er al ooit sprake geweest is van een gelijkheid.

12 Lieve Spaas, How Belgium Colonized the Mind of the Congo: Seeking the Memory of an African People

(Lewiston: The Edwin Mellen Press, 2007), 28. 13 Marc Depaepe, ed., Kongo, een tweede Vaderland: de kolonie in het onderwijs en het onderwijs in de kolonie,

1908-1960 (Ieper: Stedelijk Onderwijsmuseum, 1994), 11. 14 Yates, "Educating Congolese Abroad," 36-37.

Page 36: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

26

1.2 Onderwijs in Belgisch Congo

Hoewel de samenwerking tussen de katholieke kerk en de koloniale staat op het vlak van

onderwijs reeds in de periode van Congo Vrijstaat duidelijk tot uiting kwam, werd deze

samenwerking na 1908 nog verstevigd. De klassieke strijd tussen katholieken en protestanten

voor het ‘winnen van zieltjes’ had zich ook in Congo afgespeeld en daarbij hadden de

protestanten aanvankelijk een lichte voorsprong verworven. Onder Leopold II waren er al

pogingen geweest om deze situatie om te keren en die pogingen werden voortgezet na de

overdracht van de kolonie aan de Belgische staat.15

Op 26 mei 1906 was er al een overeenkomst tussen het Vaticaan en de koloniale staat

waarin werd vastgelegd dat de staat de katholieke missies zou voorzien van grond. In ruil

moesten de missies zorgen voor onderwijs, meer bepaald “praktisch georiënteerd

(landbouw)onderwijs”. Ook in de subsidiëring zien we duidelijke tekenen van een nauwere

samenwerking tussen kerk en staat. De subsidies voor de missiescholen bedroegen in 1926

niet minder dan 3.843.508 Belgische frank (zie tabel 1.2).16

Tabel 1.2. Evolutie van de subsidiëring voor de katholieke missiescholen, 1912-1926.17

Jaar Totaal bedrag subsidies

(Belgische frank)

1912 50.000

1919 72.150

1923 145.000

1924 220.500

1926 3.843.508

Verder werden er tijdens de periode van 1908 tot 1960 twee belangrijke

onderwijshervormingen doorgevoerd in Belgisch Congo: een eerste in 1926 en de tweede in

1948. De hervorming van de jaren ’20 betekende de eerste stap in de uitbouw van het

onderwijs op secundair niveau. Naast de lagere scholen kwamen er nu ook ‘speciale scholen’,

15 Depaepe, ed., Kongo, 11. 16 Depaepe, ed., Kongo, 11. 17 Depaepe, ed., Kongo, 12.

Page 37: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

횐Д

Onderwijs in koloniaal Congo

27

die beroepsgericht secundair onderwijs moesten verschaffen. De introductie van secundair

onderwijs had niet meteen voor ogen om een hoger geschoolde elite te creëren, maar eerder

om het chronisch gebrek aan mankracht in overheidsdiensten en industrie op te lossen.18

Maar de Tweede Wereldoorlog was een belangrijke katalysator voor verandering in

koloniaal Afrika. Na 1945 veranderde er heel wat in de Belgische kolonie, net zoals in vele

andere Afrikaanse kolonies. Volgens Crawford Young en Thomas Turner was de

verantwoording van de Belgische overheid voor de kolonisatie van Congo steeds de ideologie

van een mission civilisatrice geweest: “the “heart of darkness” was to be illuminated by the

kindly beams of European culture.”19 Congo werd aanzien als een tabula rasa, zonder enige

vorm van cultuur en zelfs zonder een eigen geschiedenis. Daarom was het de ‘white man’s

burden’ om door onderwijs en alfabetisering de westerse beschaving naar de kolonie te

brengen.20 Na de Tweede Wereldoorlog, waarbij ook de Belgische kolonie betrokken was als

leverancier van grondstoffen en soldaten voor het uitvechten van de oorlog op Afrikaans

grondgebied, kwam daar echter verandering in. Die verandering kwam in de eerste plaats

vanuit Congo zelf. Tegen de jaren 1930 had er zich, ondanks de beperkte mogelijkheden voor

het volgen van secundair onderwijs en het totale gebrek aan hoger onderwijs, een nieuwe,

Congolese elite van évolués gevormd. Deze klasse kwam voornamelijk voort uit de

seminaries en kan men als volgt omschrijven21:

“These were generally considered to be those Congolese who had “evolved” from a

purely tribal way of living, had achieved adequate literacy in French, had embraced

Christianity, had renounced polygamy, and who lived in a Western way as reflected by

their housing, education of their children, treatment of their wives, etc.”22

Deze elite, die eigenlijk het dichtst in de buurt kwam van de Europese, koloniale elite in

Congo, stelde na de Tweede Wereldoorlog steeds sterkere eisen voor grotere gelijkheid met

de Europeanen. Dit uitte zich in pleidooien voor meer gelijkheid op vlak van onderwijs en

beroepsmogelijkheden.23

18 Rideout, "Education and Elites", 230, 88. 19 Young en Turner, The Rise and Decline of the Zairian State, 36. 20 Georges Nzongola-Ntalaja, The Congo from Leopold to Kabila: A People’s History (Londen: Zed Books,

2002), 39. 21 Nugent, Africa Since Independence, 18. 22 Rideout, "Education and Elites", 360. 23 Rideout, "Education and Elites", 362.

Page 38: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De “Anciens de Belgique” in de DRC

28

Maar ook internationaal kwam het antikolonialisme de kop opsteken. Niet lang na het

einde van de oorlog verwierven de eerste kolonies in Azië de onafhankelijkheid. De

Verenigde Naties voegden artikel 73 toe aan hun charter, waarin de koloniale mogendheden

verplicht werden om voor de koloniale onderdanen de nodige capaciteiten te ontwikkelen

voor zelfbestuur. En dus stapte België min of meer af van de ideologie van een mission

civilisatrice.

“The pathway thus traced led to the welfare state. The perpetuity of the Belgian edifice

in Africa could only be assured if it could demonstrate its ability to bring material well-

being to the populace. If social mobility and economic prosperity were freely available

within the colonial framework to the African population, the ultimate emancipation

could occur within a Belgian-established context.”24

Deze ideologische verandering had ook zijn weerslag op het onderwijs. De

onderwijshervormingen van 1948 hadden tot doel om (1) het lager onderwijs te verbeteren en

(2) de ontwikkeling van het secundair onderwijs te bevorderen. Daarnaast werd ook

voorzichtig vermeld dat hoger onderwijs voorzien zou worden. Maar de belangrijkste

hervorming voltrok zich dus op het vlak van het secundair onderwijs: vanaf nu was er ook een

meer academische opleiding mogelijk.25

Een tweede belangrijke verandering op het vlak van onderwijs was het feit dat het quasi-

monopolie van de (katholieke) kerk voor het eerst begon af te brokkelen. Volgens William

Rideout was de periode van 1908 tot 1948 een periode geweest van steeds intensere

samenwerking tussen kerk en staat, waarbij onderwijs een onderdeel was van de mission

civilisatrice, waarover eerder reeds sprake was. De katholieke missie had in 1948 nog

ongeveer 80% van het totale onderwijsnet in handen (de protestantse missies waren goed voor

zo’n 15%). De staat en de officiële scholen speelden op dat ogenblik een zeer geringe rol.26

Daar kwam voor het eerst verandering in in 1946. In 1926 was er bepaald dat alle katholieke

missiescholen in Congo, mits ze voldeden aan enkele voorwaarden, aanspraak konden maken

op subsidies van de staat. Twintig jaar later werd dit herzien en kwamen ook protestantse

missiescholen in aanmerking voor subsidies. Daarnaast werd door de minister van Koloniën

in datzelfde jaar beslist dat er neutraal staatsonderwijs moest komen voor de kinderen van de

24 Young en Turner, The Rise and Decline of the Zairian State, 38. (eigen nadruk) 25 Rideout, "Education and Elites", 371. 26 Rideout, "Education and Elites", 337-38.

Page 39: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Onderwijs in koloniaal Congo

29

Europese kolonialen in Congo. De laïcisering van het onderwijs werd vanaf dat ogenblik

doorgezet. De subsidies voor het katholiek onderwijs werden verder ingeperkt als gevolg van

twee overeenkomsten in 1948 en 1952.27

Al vanaf het begin van de Belgische overname van de Congolese kolonie wilden de

socialisten dat de staat het onderwijs van de missionarissen zou overnemen. Wanneer in 1954

de Parti Socialiste Belge, in een coalitie met de liberale partij, in België aan de macht kwam,

betekende dat het begin van een reeks drastische hervormingen op vlak van het onderwijs in

Congo.28 In 1954 kwam er onder leiding van toenmalig minister van Koloniën Auguste

Buisseret een pedagogische commissie tot stand die het onderwijs in de kolonie moest

evalueren. Het rapport dat daaruit resulteerde “was ronduit vernietigend voor de

missiescholen, die niet enkel een ontoereikend niveau haalden, maar bovendien ervan werden

beschuldigd de overheidssubsidies slecht aan te wenden.”29 Dat was voor Buisseret de

aanleiding om hervormingen door te voeren in Congo: meer en meer staatsscholen werden

opgericht (nu ook voor de Congolese bevolking en niet enkel voor de kinderen van de

kolonialen). Daarnaast kwam er ook strengere controle op de religieuze scholen.30 In 1958

waren er al 279 officiële, gelaïciseerde scholen in Congo.31 Deze veranderingen worden ook

weerspiegeld in de snelle stijging van de schoolpopulatie na 1954 (zie grafiek 1.1).

27 Depaepe, ed., Kongo, 12, 16. 28 Rideout, "Education and Elites", 236. 29 Depaepe, ed., Kongo, 16. 30 Spaas, How Belgium Colonized the Mind of the Congo, 31. 31 Depaepe, ed., Kongo, 17.

Page 40: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De “Anciens de Belgique” in de DRC

Grafiek

1.3 Begin van het universitair onderwijs in Congo

Nu het secundair onderwijs

onvermijdelijk ook de vraag naar universitair onderwijs.

school afmaakten hadden slechts één keuze als ze wilden voortstuderen: het seminarie.

zich niet geroepen voelde tot het priesterambt kon nergens heen. Dat veranderde pas in 1954,

wanneer de eerste Congolezen begonnen aan de u

van de Belgische universiteit in Leuven en de eerste van zijn soort op Congolese bodem

Op vlak van universitair onderwijs was de Belgische kolonie een laatbloeier in vergelijking

met andere Afrikaanse landen. De

Frankrijk, verschaften al in de jaren 1940 voor het eerst universitair

Afrikaanse onderdanen. In de Britse kolonies werden in 1948 de eerste universiteiten gesticht

in Uganda, Nigeria en Goudkust, als gevolg van het nationalisme dat na de Tweede

32 Depaepe, ed., Kongo, 84. 33 Spaas, How Belgium Colonized the Mind of the Congo

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

1.600.000

1.800.000

2.000.000

19

13

19

15

19

17

19

19

Sch

oo

lpo

pu

lati

e

De “Anciens de Belgique” in de DRC

Grafiek 1.1. Evolutie van de schoolpopulatie, 1913-1961.

Begin van het universitair onderwijs in Congo

onderwijs volledig was opengesteld voor de Congolese bevolking volgde

onvermijdelijk ook de vraag naar universitair onderwijs. Congolezen die de middelba

school afmaakten hadden slechts één keuze als ze wilden voortstuderen: het seminarie.

tot het priesterambt kon nergens heen. Dat veranderde pas in 1954,

wanneer de eerste Congolezen begonnen aan de universiteit Lovanium, een dochter

van de Belgische universiteit in Leuven en de eerste van zijn soort op Congolese bodem

Op vlak van universitair onderwijs was de Belgische kolonie een laatbloeier in vergelijking

met andere Afrikaanse landen. De twee grootste koloniale mogendheden, Groot

Frankrijk, verschaften al in de jaren 1940 voor het eerst universitair

Afrikaanse onderdanen. In de Britse kolonies werden in 1948 de eerste universiteiten gesticht

Goudkust, als gevolg van het nationalisme dat na de Tweede

How Belgium Colonized the Mind of the Congo, 32-33.

19

19

19

21

19

23

19

25

19

27

19

29

19

31

19

33

19

35

19

37

19

39

19

41

19

43

19

45

19

47

Jaar

30

1961. 32

was opengesteld voor de Congolese bevolking volgde

golezen die de middelbare

school afmaakten hadden slechts één keuze als ze wilden voortstuderen: het seminarie. Wie

tot het priesterambt kon nergens heen. Dat veranderde pas in 1954,

iversiteit Lovanium, een dochterinstelling

van de Belgische universiteit in Leuven en de eerste van zijn soort op Congolese bodem.33

Op vlak van universitair onderwijs was de Belgische kolonie een laatbloeier in vergelijking

twee grootste koloniale mogendheden, Groot-Brittannië en

Frankrijk, verschaften al in de jaren 1940 voor het eerst universitair onderwijs aan hun

Afrikaanse onderdanen. In de Britse kolonies werden in 1948 de eerste universiteiten gesticht

Goudkust, als gevolg van het nationalisme dat na de Tweede

19

47

19

49

19

51

19

53

19

55

19

57

19

59

19

61

Page 41: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Onderwijs in koloniaal Congo

31

Wereldoorlog de kop kwam opsteken. In de Franse kolonies was het veel langer wachten op

de eerste universiteit: daar kwam de eerste universiteit er pas in 1957 in Dakar. Toch konden

ook daarvoor de koloniale onderdanen al universitair onderwijs genieten. Vanaf 1944

maakten de Franse kolonies immers deel uit van de Franse natie en konden Afrikanen naar de

universiteiten in de metropool trekken.34

In Belgisch Congo begonnen pas in 1954 de eerste Congolese studenten aan een

universitaire opleiding. De verklaring daarvoor ligt volgens Ruben Mantels in de visie die

België had voor haar kolonie:

“Zowel Groot-Brittannië als Frankrijk stimuleerden actief de universitaire ontwikkeling

van de Afrikanen onder impuls van een assimilatiepolitiek of met het oog op een

spoedige onafhankelijkheid. In België ontbrak een dergelijke emancipatorische visie op

de kolonisatie en bijgevolg een universitaire politiek. … Onderwijs – en zeker

universitair onderwijs – was een belangrijk middel tot ontvoogding van de inlandse

bevolking. Het werd door de Britse en Franse kolonisatoren aangegrepen en versneld

uitgevoerd als gevolg van hun gewijzigde koloniale politiek, die de gelijkheid tussen

koloniale heersers en onderdanen nastreefde. Vanuit een omgekeerde logica ontbrak bij

de Belgische overheid elk initiatief op het vlak van onderwijs … .”35

Hoewel de stemming in Belgisch Congo veranderd was na de Tweede Wereldoorlog, zoals

we reeds hebben aangehaald, bleef de Belgische overheid toch veronderstellen dat de weg

naar de onafhankelijkheid nog zeer lang was en dat men nog alle tijd van de wereld had. In

België geloofde men dat men gespaard zou blijven van de dekolonisatietrends die te zien

waren in andere Afrikaanse landen, zoals Ghana en Frans Togoland. Zoals Jean Stengers stelt:

They (de Belgen, SDS) were convinced … that they had ‘found the right formula’ – that

is, a formula that guaranteed them against the miscalculations other colonising countries

had made. It consisted in improving the native’s material condition to the point where

34 Ruben Mantels, Geleerd in de tropen: Leuven, Congo en de wetenschap, 1885-1960 (Leuven: Universitaire

Pers Leuven, 2007), 168-69. 35 Mantels, Geleerd in de tropen, 168.

Page 42: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De “Anciens de Belgique” in de DRC

32

he would not dream of the right to vote. That was the ‘formula’: Keep the natives happy

by looking after their welfare, their housing and their health.”36

Maar op de lange termijn bleek het toch onhoudbaar om geen universitair onderwijs te

introduceren in de Belgische kolonie. Onder andere door artikels in “La Voix du Congolais”

drukte de klasse van de évolués – zeker na de Tweede Wereldoorlog – hun ongenoegen uit

over het feit dat zij nog steeds niet op gelijke voet stonden met de Europeanen. Zij ijverden

dan ook voor het invoeren van hoger onderwijs voor Congolezen, dat door hen gezien werd

als een belangrijke motor voor vooruitgang en succes.37 Maar ook vanuit België zelf klonken

steeds meer stemmen voor het oprichten van een universiteit in Congo. In 1947 werd reeds

het Centre Universitaire in Kisantu opgericht. Dit was nog geen echte universiteit, maar wel

de eerste vorm van hoger onderwijs beschikbaar voor Congolezen.38 Wanneer men echter met

plannen kwam voor de verdere uitbreiding van dit universitair centrum was de koloniale

overheid niet al te enthousiast. Dit zou immers leiden tot een “broeihaard … waaruit enkel

onruststokers, revolutionairen in de dop of in elk geval tegenstanders van de kolonisatie

konden voortkomen.”39 Maar niet iedereen was het met deze visie eens en enkele

intellectuelen, onder andere enkele academici van de Katholieke Universiteit Leuven, pleitten

voor het opleiden van een universitaire elite. Daarom werden in 1947 de eerste humaniora in

Congo opgericht, die zes jaar later de eerste studenten zouden afleveren die klaargestoomd

waren voor een universitaire opleiding.40

In 1954 – na de opleiding van zes jaar werd in 1953 nog een pre-universitair jaar ingericht

– begonnen de eerste Congolezen hun studie aan de splinternieuwe universiteit Lovanium.

Onder de drieëndertig studenten die dat jaar van start gingen waren er zesentwintig

Congolezen. Dat aantal nam wel toe (zie tabel 1.3), maar tegen het jaar van de

onafhankelijkheid, 1960, waren er slechts twintig Congolezen afgestudeerd aan de

verschillende faculteiten van de universiteit (zie tabel 1.4).

36 Jean Stengers, "Precipitous Decolonization: The Case of the Belgian Congo," in The Transfer of Power in

Africa: Decolonization 1940-1960, ed. Prosser Gifford en William Roger Louis (Londen: Yale University Press,

1982), 315., geciteerd in, Nugent, Africa Since Independence, 52. 37 Rideout, "Education and Elites", 365. 38 de Saint-Moulin, "L’Université au Congo," 29. 39 Mantels, Geleerd in de tropen, 169. 40 Mantels, Geleerd in de tropen, 170.

Page 43: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Onderwijs in koloniaal Congo

33

In 1956 werd een tweede universiteit gesticht in Congo: de Université Officielle in

Elisabethville, een staatsuniversiteit. Dit was een gevolg van de internationale druk en de

nieuwe sociaal-liberale regering van 1954, die voorstander was van onafhankelijk

staatsonderwijs in plaats van katholiek onderwijs. Bij de opening van de universiteit waren er

negenennegentig Congolezen ingeschreven, maar in 1960 waren er nog maar vier Congolezen

afgestudeerd.41

Tabel 1.3. Aantal studenten aan de universiteit Lovanium, 1954-1964.42

Academiejaar Totaal

studenten

Afrikaanse studenten Niet-

Afrikaanse

studenten

Congolees Andere

nationaliteit

1954-1955 33 26 4 3

1955-1956 87 70 7 10

1956-1957 160 99 23 47

1957-1958 249 142 35 72

1958-1959 365 191 57 117

1959-1960 485 264 81 140

1960-1961 413 342 42 29

1961-1962 746 531 143 72

1962-1963 941 644 183 114

1963-1964 1087 743 211 133

41 Rideout, "Education and Elites", 402-05. 42 Rideout, "Education and Elites", 400.

Page 44: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De “Anciens de Belgique” in de DRC

34

Tabel 1.4. Congolese afgestudeerden van de verschillende faculteiten van Lovanium, 1958-1960.43

1958 1959 1960 Totaal

Faculteit voor

Pscychologie en

pedagogie

2 5 1 8

Faculteit voor

Politieke en Sociale

Wetenschappen

2 - 5 7

Faculteit voor

Economie 1 1 2 4

Faculteit voor

Agronomie - 1 - 1

Totaal 5 7 8 20

Dit alles toont nog maar eens aan dat de Belgen de tijd die ze nog hadden in Congo

volledig fout inschatten. Toen professor Van Bilsen in 1955 zijn programma voor de

onafhankelijkheid van Congo voorstelde, had hij het nog over een termijn van dertig jaar.

Maar zelfs dit konden de kolonialen op dat ogenblik moeilijk slikken.44 En dus was de

Belgische overheid totaal onvoorbereid wanneer in 1960 Congo plots onafhankelijk werd. Dat

zien we dan ook duidelijk vertaald in bovenstaande cijfers: slechts vierentwintig Congolezen

waren op dat ogenblik afgestudeerd aan een van de twee Congolese universiteiten en volgens

Léon de Saint-Moulin speelden in geen van de twee bestaande universiteiten de studenten een

belangrijke rol in de strijd voor de onafhankelijkheid of in de uitwerking van de eerste

modellen volgens dewelke de staat zou moeten georganiseerd worden.45 Dit wordt ook

bevestigd door de cijfers: in het eerste kabinet dat na de onafhankelijkheid gevormd werd

43 Rideout, "Education and Elites", 399. 44 Nugent, Africa Since Independence, 52. 45 de Saint-Moulin, "L’Université au Congo," 31.

Page 45: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Onderwijs in koloniaal Congo

35

door Lumumba, zat er geen enkele afgestudeerde van één van de twee Congolese

universiteiten.46

1.4 Dekolonisatie: “a botched job”47

Aan de vooravond van de onafhankelijkheid, in 1959, was de schoolpopulatie in Congo

opgelopen tot bijna 1,8 miljoen. Young en Turner schatten dat op dat ogenblik ongeveer 70

procent van de kinderen tussen zes en elf jaar waren ingeschreven in het onderwijs.48 Tabel 1.5

toont echter aan dat meer dan 93% van de totale schoolpopulatie in Congo was ingeschreven

in het lager onderwijs.

Tabel 1.5. Verdeling van de schoolbevolking over de verschillende niveaus, 1959-1960.49

Kleuteronderwijs 53.367 3,0 %

Lager Onderwijs 1.650.117 93,1 %

Algemeen Secundair Onderwijs 15.812 0,9%

Technisch Secundair Onderwijs 22.154 1,3 %

Normaal Secundair Onderwijs 22.202 1,3 %

Hoger Onderwijs 1.445 0,1 %

Volwassenenonderwijs 8.243 0,5 %

Totaal 1.773.340

De bewering dat België in haar kolonie een massa-onderwijs voorstond en dat een groot

deel van de Congolese bevolking toegang had tot het lager onderwijs blijkt dus te kloppen.

Maar dat geldt even goed voor de bewering dat onderwijs voor België gelijkstond aan

“grootbrengen door klein te houden”. En in die visie had universitair onderwijs lange tijd

geen plaats, wat dus resulteerde in slechts een handvol universitair afgestudeerden op het

46 Rideout, "Education and Elites", 398. 47 Deze titel werd ontleend aan het werk van Nugent, Africa Since Independence, 50. 48 Young en Turner, The Rise and Decline of the Zairian State, 38. 49 Naesens, "Over de ontwikkelingswaarde," 606.

Page 46: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De “Anciens de Belgique” in de DRC

36

ogenblik van de onafhankelijkheid. Het einddoel van het onderwijs was immers nooit om een

elite te creëren die evenwaardig was aan de Europese/Belgische koloniale elite. Zoals Marc

Depaepe het stelt: “Door de doorsnee-kolonist werden de autochtonen nog altijd beschouwd

als hulpjes die niet teveel kennis en inzicht nodig hadden.” 50

Maar ondanks alles kwam op 30 juni 1960 toch de onafhankelijkheid voor Congo. Dat

leidde ertoe dat de meerderheid van de Europeanen het land ontvluchtten en dat hun plaats

moest worden ingenomen door de Congolese bevolking. Vlak voor de onafhankelijkheid

waren er nog 110.000 Europese kolonialen in Congo, waarvan er ongeveer 10.000 Belgen

verantwoordelijk waren voor het besturen van de kolonie. Dus hoewel tijdens de koloniale

periode de Europese elite zelf een minderheid vormde in Congo, “its social hegemony was

complete”.51 Onder de Belgische overheersing was er in Congo een gecentraliseerde en sterk

geïnstitutionaliseerde bureaucratie gecreëerd, die volledig in functie stond van het

verwezenlijken van de commerciële en industriële doeleinden van België.52 Maar we hebben

in dit hoofdstuk gezien dat de Belgische koloniale staat nooit veel inspanning gedaan had om

Congolezen op te leiden om hoge posten in te nemen binnen deze bureaucratie. In 1960 was

er dus de onafhankelijke staat Congo, met een Belgisch nalatenschap in de vorm van een

gecentraliseerd staatsapparaat, maar amper Congolese mankrachten om dit staatsapparaat te

bevolken.

“This perception of the difficulties to be faced by the young nation and the clear benign

neglect in education exemplified by the meager results of colonial education brought

considerable criticism on Belgium from the World community for having left the

country so ill-prepared for self-rule.”53

Deze situatie leidde ertoe dat de internationale gemeenschap zich geroepen voelde om

Congo te hulp te komen. Het gevolg daarvan was dat er verschillende onderwijsprogramma’s

op touw werden gezet, onder auspiciën van verschillende internationale ngo’s. Er werden

onderwijshervormingen doorgevoerd in Congo zelf, er werden studiebeurzen uitgereikt aan

Congolezen voor een vorming in het buitenland en er werden nieuwe instituten voor hoger

50 Depaepe, ed., Kongo, 18. 51 Young en Turner, The Rise and Decline of the Zairian State, 106. 52 Zie onder andere Jean-Claude Willame, Patrimonialism and Political Change in the Congo (Stanford: Stanford

University Press, 1972).; Thomas Callaghy, The State-Society Struggle: Zaire in Comparative Perspective (New

York: Columbia University Press, 1984). en Young en Turner, The Rise and Decline of the Zairian State. 53 Bokamba, "Education and Development in Zaire."

Page 47: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Onderwijs in koloniaal Congo

37

onderwijs gesticht.54 Maar ook vanuit België werd er hulp op poten gezet. In een rapport uit

1961 schreef professor Van Bilsen – dezelfde die zes jaar eerder een dertigjarenplan voor de

onafhankelijkheid van Congo uitwerkte – dat het de plicht was van België (en “les peuples

occidentaux” in het algemeen) om de derdewereldlanden bij te staan bij hun ontwikkeling.

Dit onder andere “par un apport d’hommes, surtout en vue de la scolarisation des masses à

tous les niveaux.” Dat hield volgens hem ook in dat België eventueel beurzen moest

verschaffen aan studenten uit deze landen. 55 Het Koninklijk Besluit van 15 januari 1962 was

gebaseerd op het rapport van Van Bilsen en legde de oprichting van de Belgische structuren

voor ontwikkelingssamenwerking vast. Die ontwikkelingssamenwerking zou hoofdzakelijk

een bilaterale samenwerking met de Belgische ex-kolonie en de ex-mandaatgebieden zijn.56 In

artikel 26 van dat Koninklijk Besluit, over “[l]’office de la coopération au développement de

pays étrangers”, lezen we dat deze dienst ondermeer belast werd met “l’invitation et l’acceuil

de ressortissants étrangers venant effectuer des études ou des stages en Belgique.”57 Dit

betekende het begin van een nieuwe vorm van ontwikkelingssamenwerking die een belangrijk

onderdeel zou vormen van de hulp die België aan haar ex-kolonie bood.

In het begin van de jaren ’60 waren studiebeurzen bijna uitsluitend bestemd voor studenten

uit Congo, Rwanda en Burundi, met als doel een elite te creëren “die kon instaan voor het

beheer van de openbare en privé-sector in deze landen”. Net na de onafhankelijkheid was

40% van de beurzen nog voor het middelbaar onderwijs, maar tegen 1970 was dat al gezakt

naar 8%, omdat Zaïre op dat ogenblik over voldoende eigen infrastructuur voor secundair

onderwijs beschikte. Vanaf het einde van de jaren ’70 werden er voornamelijk beurzen

uitgereikt voor postuniversitaire studies en vervolmakingstudies en –stages (speciale licenties,

doctoraten, geneeskundige specialisaties, …). Er werd in 1978 ook in een Koninklijk Besluit

vastgelegd dat België enkel nog beurzen zou toekennen voor opleidingen die niet

georganiseerd werden in het land van herkomst van de bursaal.58 Tabel 1.6 toont de cijfers van

de Universitaire Technische Samenwerking (UTS), die lange tijd instond voor het verschaffen

van studiebeurzen. Deze tabel toont aan dat de studiebeurzen steeds een belangrijk onderdeel

54 Bokamba, "Education and Development in Zaire." 55 CRISP, "Belgique et Tiers-monde: élaboration de la politique belge d'assistance technique," Courrier

hebdomadaire, no. 133 (1961): 6. 56 Naesens, "Over de ontwikkelingswaarde," 605-06. 57 CRISP, "Belgique et Tiers-monde," 18. 58 Geert Laporte, "(Beurs)studenten uit de Derde Wereld aan Vlaamse universiteiten" (Licentiaatsverhandeling,

Rijksuniversiteit Gent, 1988), 21-22.

Page 48: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De “Anciens de Belgique” in de DRC

38

geweest zijn van de universitaire samenwerking. In de jaren ’80 zien we zelfs dat de uitgaven

voor studiebeurzen tot de helft van het totale budget van de UTS opslokken.

Tabel 1.6. Uitgaven van de UTS aan studiebeurzen als aandeel van het totale budget, 1970-1986.59

Jaar Totaal

UTS*

Studie-

beurzen*

Procent

van totaal

1970 195,1 54,7 28,0

1971 229,5 56,1 24,4

1972 249,0 60,1 24,1

1973 326,9 62,4 19,1

1974 364,6 54,9 15,1

1975 305,9 57,5 18,8

1976 304,1 71,5 23,5

1977 251,9 77,9 30,9

1978 249,4 84,4 33,8

1979 233,4 88,9 38,1

1980 259,4 79,0 30,5

1981 225,5 78,6 34,9

1982 180,2 70,8 39,3

1983 194,5 88,6 45,6

1984 168,2 68,7 40,8

1985 164,7 83,0 50,4

1986 / 70,0 /

* alle cijfers in miljoenen Belgische frank

59 Willame, "De universitaire samenwerking in cijfers," 234.

Page 49: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Onderwijs in koloniaal Congo

39

1.5 Conclusie

Vele Belgen – en niet enkel ex-kolonialen – maken zich vandaag de dag nog altijd sterk dat

het uitbouwen van een uitgebreid onderwijsnet in Congo een belangrijke verdienste is van de

koloniale periode. Telkens wanneer de kolonisatie bekritiseerd wordt, is er altijd wel iemand

die met het argument voor de proppen komt “dat België toch wel gezorgd heeft voor

onderwijs in heel Congo”. Maar in dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat er enkele

belangrijke kanttekeningen gemaakt moeten worden bij de beperkingen van dat onderwijs en

de ideologie die erachter zat.

Het onderwijs in koloniaal Congo kan men eigenlijk zien als de materiële expressie van de

beroemde koloniale slogan “pas d’élites, pas d’ennuis” (geen elites, geen problemen). De

inspanningen op het vlak van onderwijs waren het gevolg van het geloof dat het de plicht was

van de kolonisator om de “onbeschaafde” Afrikanen te verlichten door de Europese

beschaving naar het continent te brengen. Nooit was het de bedoeling om Congolezen op te

leiden die op gelijke voet zouden staan met de Europese kolonialen en hoge posten konden

bekleden in de administratie. Kwantitatief gezien is er inderdaad een zeer grote inspanning

geweest, voornamelijk door de missionarissen, en een groot deel van de Congolese bevolking

had toegang tot onderwijs. Maar kwalitatief gezien waren de beperkingen groot. Dat vertaalt

zich in de grote focus op lager onderwijs: eigenlijk is er pas na de Tweede Wereldoorlog echt

werk gemaakt van academisch gericht secundair onderwijs voor Congolezen. Universitair

onderwijs liet nog veel langer op zich wachten.

Dat alles heeft geleid tot een chaotische toestand op het ogenblik van de onafhankelijkheid:

België had een sterk geïnstitutionaliseerd staatsapparaat nagelaten, maar had het tegelijk ook

nagelaten om de bevolking op te leiden om dit staatsapparaat te bemannen. Aangezien het

universitair onderwijs in Congo zelf nog maar in zijn kinderschoenen stond, voelde België

blijkbaar de plicht om haar onderwijsactiviteiten ook na de onafhankelijkheid door te zetten

door Congolezen in België te laten studeren. Na vijfenzeventig jaar nagelaten te hebben om

een Congolese elite te creëren die zelf het bestuur van haar land op zich kon nemen, werd

deze inspanning nu wel geleverd. De vraag die ons daarom in de rest van deze thesis zal

bezighouden is eenvoudig: welke impact heeft dat gehad?

Page 50: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

40

Hoofdstuk 2

De Congolese studenten in België

In '60 waren we in België. Natuurlijk met Lumumba

konden we een beetje voelen dat de mensen een beetje

nerveus waren tegenover de Congolezen. Nerveus,

maar niet discriminerend. Ik moet zeggen, ik heb zelfs

de indruk dat de Belg die in België woonde zeer

acceuillant was tegenover de Congolezen, de zwarten,

die naar Europa gingen. Er was een groot verschil

tussen de koloniaal zelf en de Belgen van België.1

De positieve ervaring van deze ene Ancien de Belgique is zeker geen alleenstaand geval.

Integendeel, alle respondenten die werden geïnterviewd houden blijkbaar goede herinneringen

over aan hun verblijf in België. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen problemen of

incidenten gerapporteerd werden of dat niemand het slachtoffer geweest is van enige vorm

van racisme. Maar die problemen lijken niet de bovenhand te nemen in de herinnering van de

respondenten en sommigen kijken zelfs met een gevoel van nostalgie terug op hun verblijf in

België.

Over dat verblijf in België zullen we het in dit hoofdstuk hebben. Daarbij zullen we de

verschillende aspecten behandelen van het studieverblijf van de Congolese studenten in

België. Eerst en vooral beginnen we met een meer algemeen overzicht van de studiemigratie

vanuit Congo naar België. Daarbij zullen we bekijken hoeveel Congolezen in België

gestudeerd hebben, wanneer ze dat gedaan hebben, aan welke universiteit ze gestudeerd

hebben en welke studies ze gevolgd hebben.

1 Interview met Damase “cicm” Ndembe Nsasi, [1936], priester en hoogleraar. Kinshasa, 17-11-2010.

Page 51: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De Congolese studenten in België

41

Vervolgens gaan we dieper in op het vertrek naar België. Daarbij kijken we enerzijds naar

de motivatie om in België te komen studeren en anderzijds naar de meer praktische kant van

het vertrek naar België. Hoewel heel wat Congolezen hun studies zelf financierden, waren er

ook velen met een beurs voor hun studies in België. Het is dus interessant om na te gaan hoe

de selectie voor deze beurzen verliep en wat een dergelijke beurs praktisch inhield.

Het derde aspect dat we zullen behandelen is het verblijf in België zelf en meer specifiek

hoe dit verblijf praktisch verliep. Daarmee doelen we op de contacten met de familie tijdens

het verblijf, de financiële situatie en eventuele wettelijke of persoonlijke problemen waarmee

de Anciens de Belgique te maken hadden.

Tot slot zullen we ook ingaan op de terugkeer naar Congo en vooral op de motivatie om

terug te keren. In de inleiding hebben we reeds het probleem aangehaald van Congolezen die

na hun studies in België blijven plakken. Hier zullen we dan ook nagaan in hoeverre het beeld

van de studiemigratie uit Congo als braindrain overeenstemt met de realiteit.

2.1 De Congolese studentenpopulatie in België

2.1.1 Evolutie

Van alle studiemigranten uit Sub-Sahara Afrika die sinds 1960 aan de Belgische

universiteiten gestudeerd hebben, zijn de Congolezen steeds de grootste groep geweest.2

Grafiek 2.1 geeft de evolutie van de Congolese studentenbevolking aan een aantal van de

belangrijkste Belgische universiteiten tussen 1957 en 1980 weer. Op deze grafiek zien we dat

er sinds 1960 een enorme stijging van het aantal Congolese studenten is. Dat is uiteraard in de

eerste plaats het gevolg van het opgezette beurzenprogramma van de Belgische overheid. Ook

de Zaïrese overheid verstrekte beurzen voor buitenlandse studies en een zeer groot deel van

deze bursalen kwam in België studeren. Daarnaast werden kinderen van rijke Congolese

2 Bonaventure Kagné en Marco Martiniello, L’immigration subsaharienne en Belgique, vol. 1721, Courrier

hebdomadaire (Brussel: CRISP (Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques), 2001), 6-8.

Page 52: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

families vaak naar België gestuurd voor hun opleiding.

de periode van 1970 tot 1975

van Mobutu, de Université Nationale du Congo

National du Zaïre) opgerich

ministerieel besluit van 7 augustus 1971

studenten die in België een richting volgden die ook in Congo zelf gevolgd kon worde

moesten terugkeren naar Congo en

hadden naar Congo moesten terugkeren

Congolese overheid geen nieuwe beurzen meer uitreikte voor studies in België

uitzonderingen).4

Grafiek 2.1. Aantal Congolezen

3 Zana Aziza Etambala, In het land van de Banoko: de geschiedenis van de

België van 1885 tot heden, Steunpunt Migranten (Leuven: Katholieke Universiteit Leuven, Hoger Instituut voor

de Arbeid, 1993), 80. 4 Algmeen Rijksarchief België (ARA)

années 1950-1970, Etudiants Boursiers I.5 Bart Roels, "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten: een onderzoek naar studentenmigratie en het

Belgische beurzenbeleid, 1945-1980" (Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 2008), 163.

de UCL en de ULB gesplitst in een F

0

200

400

600

800

1000

1200

19

57

-19

58

19

58

-19

59

19

59

-19

60

19

60

-19

61

Aa

nta

l C

on

go

lese

stu

de

nte

n

de Belgique” in de DRC

families vaak naar België gestuurd voor hun opleiding.3 De enige uitzondering in d

de periode van 1970 tot 1975. In 1971 werd, als een onderdeel van de authenticiteitsbeweging

de Université Nationale du Congo (niet veel later omgedoopt tot

National du Zaïre) opgericht. In een poging om de nieuwe universiteit te bevolken werd in

esluit van 7 augustus 1971 door de Congolese regering beslist

studenten die in België een richting volgden die ook in Congo zelf gevolgd kon worde

moesten terugkeren naar Congo en (2) alle studenten die hun studie in België beëindigd

hadden naar Congo moesten terugkeren. In datzelfde jaar werd tevens beslist d

Congolese overheid geen nieuwe beurzen meer uitreikte voor studies in België

Aantal Congolezen aan de RUG, ULB, Ulg en UCL 1957

In het land van de Banoko: de geschiedenis van de Kongolese/Zaïrese aanwezigheid in

, Steunpunt Migranten (Leuven: Katholieke Universiteit Leuven, Hoger Instituut voor

Algmeen Rijksarchief België (ARA) – -5B 52.010/4-52.017/2, nr. 372. Office des étrangers

1970, Etudiants Boursiers I.

Bart Roels, "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten: een onderzoek naar studentenmigratie en het

1980" (Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 2008), 163.

de UCL en de ULB gesplitst in een Franstalige (UCL en ULB) en een Nederlandstalige (KUL en VUB) sectie.

19

61

-19

62

19

62

-19

63

19

63

-19

64

19

64

-19

65

19

65

-19

66

19

66

-19

67

19

67

-19

68

19

68

-19

69

19

69

-19

70

19

70

-19

71

19

71

-19

72

19

72

-19

73

19

73

-19

74

Academiejaar

42

De enige uitzondering in de stijging is

, als een onderdeel van de authenticiteitsbeweging

niet veel later omgedoopt tot Université

een poging om de nieuwe universiteit te bevolken werd in het

r de Congolese regering beslist dat (1) alle

studenten die in België een richting volgden die ook in Congo zelf gevolgd kon worden

(2) alle studenten die hun studie in België beëindigd

. In datzelfde jaar werd tevens beslist dat de

Congolese overheid geen nieuwe beurzen meer uitreikte voor studies in België (mits enkele

aan de RUG, ULB, Ulg en UCL 1957-1980.5

Kongolese/Zaïrese aanwezigheid in

, Steunpunt Migranten (Leuven: Katholieke Universiteit Leuven, Hoger Instituut voor

Office des étrangers, Archives des

Bart Roels, "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten: een onderzoek naar studentenmigratie en het

1980" (Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 2008), 163. Vanaf 1970 zijn

ranstalige (UCL en ULB) en een Nederlandstalige (KUL en VUB) sectie.

19

74

-19

75

19

75

-19

76

19

76

-19

77

19

77

-19

78

19

78

-19

79

19

79

-19

80

Page 53: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Voor de periode na 1980 hebben we geen nationale gegevens, maar wel gegevens voor de

Vlaamse universiteiten (zie grafiek

redelijk hoog, maar vanaf het begin van de jaren ’90 zien we een forse daling.

te maken met de breuk in de belgo

omschrijft Gauthier de Villers de periode 1988

van de ontevredenheid met de Belgische voorstellen om de Zaïrese schulden

nam Mobutu enkele politieke maatregelen gericht tegen de Bel

van die verbitterde relaties

Zaïrese studenten in België voor het einde van het a

terugkeren naar Zaïre. Dat veroorzaakte opschudding onder de Zaïrese studentenbevolking in

België en op 30 juni 1989 schreven zij een brief aan hun president met het verzoek hun

studies in België te mogen afmaken. Hoewel Mobut

Belgische en de Zaïrese overheid geen nieuwe overeenkomst meer afgesloten en

kwamen er zo goed als geen nieuwe bursalen meer naar België.

Grafiek 2.2. Inschrijvingen Zaïrezen/Congolezen aan de Vlaamse universiteiten, 1981

6 Etambala, In het land van de Banoko7 Gegevens uit Caestecker en Rea,

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

Aa

nta

l st

ud

en

ten

De Congolese studenten in België

1980 hebben we geen nationale gegevens, maar wel gegevens voor de

laamse universiteiten (zie grafiek 2.2). In de jaren 1980 blijft het aantal Congolese studenten

redelijk hoog, maar vanaf het begin van de jaren ’90 zien we een forse daling.

te maken met de breuk in de belgo-zaïrese relaties. Zoals we in de inleiding reeds zagen

omschrijft Gauthier de Villers de periode 1988-1989 als “le grand affrontement”.

van de ontevredenheid met de Belgische voorstellen om de Zaïrese schulden

nam Mobutu enkele politieke maatregelen gericht tegen de Belgische overheid. In het kader

kunnen we ook het besluit van de Zaïrese overheid situeren

Zaïrese studenten in België voor het einde van het academiejaar 1988

terugkeren naar Zaïre. Dat veroorzaakte opschudding onder de Zaïrese studentenbevolking in

België en op 30 juni 1989 schreven zij een brief aan hun president met het verzoek hun

studies in België te mogen afmaken. Hoewel Mobutu deze eis inwilligde, werd er tussen de

Belgische en de Zaïrese overheid geen nieuwe overeenkomst meer afgesloten en

kwamen er zo goed als geen nieuwe bursalen meer naar België.6

hrijvingen Zaïrezen/Congolezen aan de Vlaamse universiteiten, 1981

In het land van de Banoko, 81-82, de Villers, De Mobutu à Mobutu, 145.

Caestecker en Rea, Migreren voor een diploma.

Academiejaar

De Congolese studenten in België

43

1980 hebben we geen nationale gegevens, maar wel gegevens voor de

2.2). In de jaren 1980 blijft het aantal Congolese studenten

redelijk hoog, maar vanaf het begin van de jaren ’90 zien we een forse daling. Dat heeft alles

zaïrese relaties. Zoals we in de inleiding reeds zagen

“le grand affrontement”. Als gevolg

van de ontevredenheid met de Belgische voorstellen om de Zaïrese schulden te herbekijken,

gische overheid. In het kader

van de Zaïrese overheid situeren dat alle

cademiejaar 1988-1989 moesten

terugkeren naar Zaïre. Dat veroorzaakte opschudding onder de Zaïrese studentenbevolking in

België en op 30 juni 1989 schreven zij een brief aan hun president met het verzoek hun

u deze eis inwilligde, werd er tussen de

Belgische en de Zaïrese overheid geen nieuwe overeenkomst meer afgesloten en bijgevolg

hrijvingen Zaïrezen/Congolezen aan de Vlaamse universiteiten, 1981-1998.7

Page 54: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De “Anciens de Belgique” in de DRC

44

Toch blijft studiemigratie vanuit Congo naar België relatief populair. Van de Congolese

migranten die in 2007 naar België kwamen, was het aandeel van studiemigranten 31,3%.8

2.1.2 Studies: wat en waar?

Nu we een duidelijk beeld hebben van de evolutie van de Congolese studentenbevolking in

België, is het interessant om na te gaan aan welke universiteiten de Congolezen voornamelijk

gestudeerd hebben en welke studies zij gevolgd hebben.

Wat betreft die eerste vraag hebben we al een eerste indicatie gezien in de inleiding.

Grafiek II van de inleiding liet zien dat onder de respondenten die geïnterviewd werden voor

dit onderzoek, de ULB de populairste universiteit was, gevolgd door de UCL en daarna de

ULg. Grafiek 2.3 laat de evolutie van de verdeling van de Congolese studenten tussen de

ULB, ULg, RUG en KUL voor de periode 1957-1968 zien.9 Hieruit blijkt dat tijdens de jaren

’60 de KUL de meeste Congolese studenten had. Vanaf de jaren ’70, na de splitsing van de

KUL in een Nederlands- en Franstalige sectie, werd die leiderspositie echter overgenomen

door de Franstalige ULB (die tevens zelf in 1970 werd opgesplitst).10

Wanneer we de databank gedistilleerd uit het boek van Jean Omasombo bekijken zien we

ook hier gelijkaardige resultaten. Van alle studies die in België ondernomen werden, werd

ongeveer 26% ondernomen aan de ULB, gevolgd door de UCL met ongeveer 22% en daarna

op een afstand gevolgd door de Universiteit van Antwerpen met circa 10%.11 Wat uit deze

bevindingen zonder twijfel blijkt is dat de Congolese studenten voornamelijk naar de

Franstalige universiteiten zijn gegaan. Dat is natuurlijk logisch, aangezien het Frans sinds de

koloniale periode de officiële taal is in Congo en het Frans nog steeds de belangrijkste taal is

in het Congolese onderwijs.

8 Quentin Schoonvaere, Studie over de Congolese migratie en de impact ervan op de Congolese aanwezigheid in

België: analyse van de voornaamste demografische gegevens (Leuven: Studiegroep Toegepaste Demografie

(UCL) & Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, 2010), 30. 9 Zowel de ULB als de KUL waren in deze periode nog niet gesplitst in een Nederlandstalige en een Franstalige

sectie. Voor beide universiteiten geldt dat pas in 1970 een wettelijke splitsing werd doorgevoerd. 10 Roels, "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten", 46. 11 Omasombo, République Démocratique du Congo.

Page 55: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

Grafiek 2.3. Verdeling van de Congolese studente

Wat betreft de studiegebieden die werden g

moeilijker om gegevens te vinden. Eigenlijk zou men daarvoor in de archieven van de

universiteiten moeten duiken, maar dat is een zeer tijdrovend werk en dat was voor deze

thesis dan ook onmogelijk. Er zijn wel enk

Ten eerste is er de database van respondenten die voor deze thesis werden gebruikt. Daarnaast

is er de lijst die werd opgesteld op basis van het boek van Jean Omasombo.

uit Anciens de Belgique

parlementsleden, ministers, partijleiders, …) uit de Derde Republiek worden gerekend.

Tenslotte is er nog een ledenlijst van de Congolese vereniging

de l'ULB” (UAE), een vereniging voor oud

12 Roels, "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten".

nog niet gesplitst in een Franstalige en een Nederlan

0

100

200

300

400

500

600

700

De Congolese studenten in België

. Verdeling van de Congolese studentenpopulatie over de ULB, ULg, UCL

1968.12

de studiegebieden die werden gekozen door de Congolese studenten is het

moeilijker om gegevens te vinden. Eigenlijk zou men daarvoor in de archieven van de

universiteiten moeten duiken, maar dat is een zeer tijdrovend werk en dat was voor deze

thesis dan ook onmogelijk. Er zijn wel enkele ‘bronnen’ die ons een indicatie kunnen geven.

Ten eerste is er de database van respondenten die voor deze thesis werden gebruikt. Daarnaast

is er de lijst die werd opgesteld op basis van het boek van Jean Omasombo.

gique die door de auteur tot de belangrijke politici (senatoren,

parlementsleden, ministers, partijleiders, …) uit de Derde Republiek worden gerekend.

Tenslotte is er nog een ledenlijst van de Congolese vereniging “Union des Anciens Etudiants

E), een vereniging voor oud-studenten van de ULB. Op deze lijst wordt er

Roels, "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten". Zowel de ULB als de UCL zijn in deze periode

nog niet gesplitst in een Franstalige en een Nederlandstalige sectie.

De Congolese studenten in België

45

npopulatie over de ULB, ULg, UCL en RUG, 1957-

ekozen door de Congolese studenten is het

moeilijker om gegevens te vinden. Eigenlijk zou men daarvoor in de archieven van de

universiteiten moeten duiken, maar dat is een zeer tijdrovend werk en dat was voor deze

ele ‘bronnen’ die ons een indicatie kunnen geven.

Ten eerste is er de database van respondenten die voor deze thesis werden gebruikt. Daarnaast

is er de lijst die werd opgesteld op basis van het boek van Jean Omasombo. Deze lijst bestaat

die door de auteur tot de belangrijke politici (senatoren,

parlementsleden, ministers, partijleiders, …) uit de Derde Republiek worden gerekend.

“Union des Anciens Etudiants

studenten van de ULB. Op deze lijst wordt er

Zowel de ULB als de UCL zijn in deze periode

ULB

ULg

KUL

RUG

Page 56: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

46

voor elk lid steeds vermeld welke studies hij of zij gevolgd heeft. Deze ‘bronnen’ hebben het

voordeel dat ze niet tijdsgebonden zijn. Dat wil zeggen dat ze gegevens bevatten van

studenten die gestudeerd hebben van 1960 tot 2005. Een nadeel is dan weer dat de

representativiteit in vraag gesteld kan worden. De lijst van de UAE bevat enkel oud-studenten

van de ULB en dan nog enkel diegenen die lid geworden zijn van deze vereniging. Het

probleem met de lijst op basis van het boek van Omasombo is dat die enkel personen bevat

die ooit in de politiek beland zijn. Maar niettemin krijgen we aan de hand van deze gegevens

een eerste indicatie.

Op basis van grafiek 2.4 en grafiek 2.5 zien we dat met grote voorsprong de ‘Humane

Wetenschappen’ het best scoren.13 Er is wel een belangrijk verschil tussen beide grafieken.

Terwijl 27% van de leden van de UAE koos voor een richting binnen de toegepaste

wetenschappen, is dat percentage onder de politieke actoren uit het boek van Omasombo

slechts 17%. Dat valt hoogstwaarschijnlijk te verklaren door het feit dat diegenen met een

diploma in de toegepaste wetenschappen eerder in de private sector terechtkomen en niet in

de politiek. Een tweede belangrijke verschil is dat onder de politici uit het boek van

Omasombo de richtingen binnen de economie en bedrijfskunde veel populairder waren dan de

politieke en sociale wetenschappen. Bij de leden van de UAE is dat net omgekeerd. Daarbij

kunnen we stellen dat de gegevens op basis van de ledenlijst van de UAE waarschijnlijk

betrouwbaarder zijn, aangezien zij niet beperkt zijn tot personen binnen eenzelfde

beroepscategorie. Het laatste significante verschil tussen beide grafieken is dat er onder de

leden van de UAE niemand is terug te vinden die militaire of religieuze studies heeft gevolgd.

Dat valt eenvoudigweg te verklaren door het feit dat deze richtingen in de ULB niet werden

aangeboden. Wat ondanks al deze verschillen echter als een algemene conclusie geldig blijft

is dat het grootste deel van de Anciens de Belgique een richting binnen de humane

wetenschappen heeft gevolgd. Als we deze resultaten vervolgens vergelijken met onze eigen

database van respondenten (zie grafiek III), dan kunnen we stellen dat de representativiteit

van die steekproef relatief goed is, met uitzondering van de eerder vermelde vertekening wat

betreft de psychologische en pedagogische wetenschappen.

13 Onder de noemer ‘Humane Wetenschappen’ verstaan we hier in principe alles wat niet tot de noemer

‘Toegepaste Wetenschappen’ behoort, zijnde: Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid,

Economie en Bedrijfskunde, Politieke en Sociale Wetenschappen, Letteren en Wijsbegeerte en Religieuze

Wetenschappen.

Page 57: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

幠О

Grafiek 2.4. Verdeling van Congolese studenten

Grafiek 2.5. Verdeling van de Congolese studenten per studiegebied op basis van het boek van Jean

14 Union des Anciens Etudiants de l’U.L.B.

december 2010. 15 Omasombo, République Démocratique du Congo

35%

3%

15%

12%

n = 298

17%

4%

12%

5%

6%

n = 139

De Congolese studenten in België

. Verdeling van Congolese studenten per studiegebied op basis van de ledenlijst van de

UAE.14

. Verdeling van de Congolese studenten per studiegebied op basis van het boek van Jean

Omasombo.15

Union des Anciens Etudiants de l’U.L.B. – section Congo. Liste des members. Meest recente versie in

République Démocratique du Congo.

5%

21%

9%

35%

0% Psychologie en Pedagogische

Wetenschappen

Rechtsgeleerdheid

Economie en Bedrijfskunde

Politieke en Sociale

Wetenschappen

Letteren en Wijsbegeerte

Toegepaste Wetenschappen

Geneeskunde en

Gezondheidswetenschappen

Militaire Studies

Religieuze Wetenschappen

2%

22%

30%

2% Psychologie en Pedagogische

Wetenschappen

Rechtsgeleerdheid

Economie en Bedrijfskunde

Politieke en Sociale

Wetenschappen

Letteren en Wijsbegeerte

Toegepaste Wetenschappen

Geneeskunde en

Gezondheidswetenschappen

Militaire Studies

Religieuze Wetenschappen

De Congolese studenten in België

47

op basis van de ledenlijst van de

. Verdeling van de Congolese studenten per studiegebied op basis van het boek van Jean

Liste des members. Meest recente versie in

Psychologie en Pedagogische

Wetenschappen

Rechtsgeleerdheid

Economie en Bedrijfskunde

Politieke en Sociale

Wetenschappen

Letteren en Wijsbegeerte

Toegepaste Wetenschappen

Geneeskunde en

Gezondheidswetenschappen

Militaire Studies

Religieuze Wetenschappen

Psychologie en Pedagogische

Wetenschappen

Rechtsgeleerdheid

Economie en Bedrijfskunde

Politieke en Sociale

Wetenschappen

Letteren en Wijsbegeerte

Toegepaste Wetenschappen

Geneeskunde en

Gezondheidswetenschappen

Militaire Studies

Religieuze Wetenschappen

Page 58: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

48

We hebben reeds gezien dat het de bedoeling was van de Belgische overheid om met het

opstarten van een beurzenprogramma voor Congolezen een elite te creëren om de openbare en

private sector in Congo te bemannen. In het Koninklijk Besluit van 28 april 1978 werd

impliciet gesteld dat studiebeurzen voor studenten uit ontwikkelingslanden moesten verleend

worden voor richtingen die prioritair waren voor de ontwikkeling van deze landen en in

functie moesten staan van de eigen behoeften van deze landen.16 De vraag is natuurlijk welke

richtingen prioritair zijn voor de ontwikkeling van een land. Richtingen zoals politieke

wetenschappen, rechten, economie, etc. zijn uiteraard belangrijk om de publieke sector te

bemannen, maar zonder wetenschappers en ingenieurs blijft een land ook afhankelijk van de

technologie en wetenschappelijke verwezenlijkingen van andere landen. Het is dus zeer

opmerkelijk dat er relatief weinig Congolese studenten in België een richting uit de toegepaste

wetenschappen gevolgd hebben, wanneer de bedoeling van deze studies juist was om Congo

niet enkel politiek, maar ook economisch onafhankelijker te maken.

2.2 Het vertrek naar België

In deze sectie zullen we trachten een aantal aspecten te belichten betreffende het vertrek naar

België. We zien hier het ‘vertrek’ in ruime zin, namelijk alles wat te maken heeft met de

motivatie om naar België te gaan en de praktische regeling. Enerzijds behandelen we dus de

waarom-vragen: waarom vertrekt men naar België? Waarom juist België? Waarom studeert

men niet in Congo? Anderzijds behandelen we de praktische regeling voor het vertrek.

Sommige Congolezen hadden een studiebeurs, anderen betaalden zelf. Diegenen die met een

studiebeurs vertrokken moesten die natuurlijk aanvragen en verkrijgen. In deze sectie zullen

we dan ook dieper ingaan op alles wat komt kijken bij het verkrijgen van een studiebeurs.

16 Laporte, "(Beurs)studenten uit de Derde Wereld aan Vlaamse universiteiten", 22.

Page 59: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De Congolese studenten in België

49

2.2.1 De motivatie

We hebben reeds meermaals aangehaald dat België ervoor koos om beurzen uit te reiken aan

Congolese studenten omdat men de plicht voelde om mensen op te leiden die het Congolese

staatsapparaat en de privésector konden bemannen. Maar dat is natuurlijk de Belgische

motivatie om Congolezen naar België te halen. Wat we hier willen belichten is de motivatie

van de Congolese studenten zelf om naar het buitenland – en meer specifiek België – te gaan

om te studeren.

2.2.1.1 Waarom het buitenland?

De eerste vraag die we moeten beantwoorden is waarom de Anciens de Belgique er voor

kozen om naar het buitenland te gaan voor een universitaire studie. Dat is immers niet

vanzelfsprekend, want zoals we in hoofdstuk 1 gezien hebben was er na de onafhankelijkheid

de mogelijkheid om in Congo naar de universiteit te gaan. Maar dat brengt ons meteen bij de

eerste en tevens belangrijkste motivatie om in het buitenland te gaan studeren: de kwaliteit

van het onderwijs in Congo. Verschillende respondenten gaven dit aan als reden voor hun

vertrek, zowel diegenen die reeds in de jaren ’60 vertrokken als diegenen die meer recent naar

België kwamen. Een constante die te horen is bij velen is het kwaliteitsverschil op materieel

vlak (documentatie, bibliotheken, didactisch materiaal, etc.).

“Ce que j'ai senti c'est que c'était surtout au niveau de la – peut-être pas de la

méthodologie, parce que le peu de temps que j'ai étudié ici au Congo, je pense qu'il y

avait quelques bons professeurs – mais c'est surtout … au niveau de ce qu'on appelle le

matériel didactique, … tout matériel en fait qui sert à donner un cours, qui est

absolument nécessaire. Là c'est vrai qu’il n'y a pas de doute que même déjà à l'époque

(1966, SDS) la Belgique présentait beaucoup plus d'avantages pour moi en tout cas. Je

l'ai senti comme ça.”17

Terwijl het kwaliteitsverschil op materieel vlak een constante is vanaf 1960 tot op heden,

kunnen we stellen dat vanaf de jaren ’80 het kwaliteitsverschil zich niet langer beperkte tot

het materieel niveau. Zoals Télésphore Tsakala en Willy Bongo-Pasi stellen over het hoger

onderwijs in Congo:

17 Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010.

Page 60: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

50

“Since the early 1980s, institutions [of higher education] have become physically

dilapidated and intellectually undermined. Teaching and research capacity has declined

in proportion to the shrinking and generally unpaid salaries of the academic faculty and

staff.”18

De jaren ’80 waren economisch gezien de jaren van privatisering en liberalisering in

Congo. Terwijl de private sector alle aandacht kreeg, werd de publieke sector verwaarloosd.

Dat had natuurlijk een weerslag op het onderwijs, waar de uitgaven per leerling daalden van

159 USD in 1982 naar amper 4 USD in 2002. De lonen van leerkrachten gingen van een

gemiddelde van 68 USD naar 12,9 USD tussen 1982 en 2002. Tenslotte werd in diezelfde

periode het aantal leerkrachten dat door de staat betaald werd gehalveerd. Dit alles terwijl het

aantal studenten fors groeide. Aangezien de staat niet langer de nodige middelen voorzag voor

het onderwijs, werd er een beroep gedaan op de ouders van de studenten, die het

onderwijsbudget financierden door middel van bijdragen. Dat is vandaag de dag nog steeds

zo.19 Maar dat is uiteraard geen evidentie:

“Ce sont les parents qui financent l’enseignement dans notre pays: maternel, primaire,

secondaire, supérieur et universitaire; et ces parents-là sont pauvres, des chômeurs.”20

Een tweede belangrijke motivatie, naast het kwaliteitsverschil, is kort samen te vatten als

noodzaak. Wanneer men bijvoorbeeld een doctoraat wil doen, moet er een promotor zijn om

dat doctoraat te begeleiden. Maar wanneer men de eerste is om in een bepaald vakgebied te

doctoreren, is men wel genoodzaakt om naar het buitenland te trekken.21 Dat is ook waar de

Belgische overheid trachtte op in te spelen met haar beurzenprogramma. In het Koninklijk

Besluit van 28 april 1978, dat we eerder al aanhaalden, staat immers het volgende te lezen:

18 Télésphore Tsakala Munikengi en Willy Bongo-Pasi Moke Sangol, "The Diploma Paradox: University of

Kinshasa between Crisis and Salvation," in Reinventing Order in the Congo: How People Respond to State

Failure in Kinshasa, ed. Theodore Trefon (Londen/New York: Zed Books, 2004), 82. 19 Kristof Titeca en Tom De Herdt, "Real Governance Beyond the ‘Failed State’: Negotiating Education in the

Democratic Republic of the Congo " African Affairs 110, no. 439 (2011): 221-22. 20 Interview met Jérôme Makwala, 1936, professor. Kinshasa, 10-11-2010. 21 Interview met Jean-Jacques Nkongolo, 1937, professor. Kinshasa, 17-12-2010.

Page 61: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De Congolese studenten in België

51

“De beurzen worden slechts toegekend … als zij dienen voor opleidingen die niet

georganiseerd zijn in het land van herkomst van de kandidaat-bursaal.”22

Een derde en laatste vorm van motivatie hangt samen met het idee dat het onderwijs in

België kwalitatief beter is dan in Congo, namelijk het economische en sociale voordeel dat

een buitenlandse studie met zich zou meebrengen. Het is moeilijk om vast te stellen in

hoeverre het hier gaat over een reëel dan wel gepercipieerd voordeel. Maar niettemin was en

is er de overtuiging bij sommige Congolezen dat een Europees of ‘westers’ diploma een

economisch voordeel verschaft, in dat opzicht dat een dergelijk diploma een beter aanzien zou

hebben dan een Congolees diploma en dus deuren zou openen naar hogere posten in de

professionele sfeer. Anderzijds is er de sociale impact van een buitenlands diploma; daarmee

wordt gedoeld op het sociale prestige dat dit diploma aan de student, maar ook aan de naaste

familie, zou verschaffen.23 Deze aspecten zullen we echter hier niet verder behandelen. Zij

zullen verder uitgediept worden in de volgende twee hoofdstukken over de professionele en

sociale impact van de Belgische studies.

2.2.1.2 Waarom België?

De Anciens de Belgique hebben allen hun studies in Europa voltrokken, maar verder hebben

zij natuurlijk gemeenschappelijk dat zij binnen Europa voor België gekozen hebben. We

hebben dan wel vastgesteld wat hun motivatie was om in het buitenland te gaan studeren,

maar er zijn nog heel wat andere landen buiten België waar zij ook terecht konden. Als taal de

enige beslissende factor was, zouden we een even groot aantal Congolezen zien die voor hun

studies naar Frankrijk trokken en dat is niet het geval. Welke redenen hadden zij dan wel om

voor België te kiezen en hadden zij daar überhaupt een bijzondere reden voor?

Er wordt vaak gezegd dat de historische banden tussen Congo en België zorgden – en nog

steeds zorgen – voor een bijzondere aantrekkingskracht van België op de Congolese

bevolking. Dat zou dan verklaren waarom sinds de jaren ’60 de Zaïrese/Congolese studenten

zo talrijk waren in België. In een vergadering over studiemigranten uit Congo, Rwanda en

Burundi op 8 december 1970 op het ministerie van Buitenlandse Zaken werd dit als volgt

uitgelegd:

22 Koninklijk besluit houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen, in België, ten gunste van

onderhorigen van ontwikkelingslanden, (30-04-1978). 23 Interview met Sala Fuku, 1956, professor. Kinshasa, 06-12-2010.

Page 62: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

52

“[I]l existe un lien historique entre le Congo, le Rwanda et le Burundi, d’une part, et la

Belgique, d’autre part. Il est d’ailleurs constaté que les ressortissants des ex-pays

coloniaux se rendent en général vers leurs anciennes métropoles pour obtenir assistance

sous toutes ses formes. Si l’enseignement n’est pas assez développé dans leur propre

pays, on se rend surtout chez les “ex-patrons” pour s’instruire davantage. De ce lien

historique est né également le désir, pour la majorité des congolais surtout, de se rendre

au moins une fois en Belgique. C’est devenu un signe de “standing” au Congo.”24

Het is niet moeilijk om te geloven dat daar inderdaad iets van aan is. Men moet als Belg

maar naar Congo reizen om te weten dat voor vele Congolezen een Belg niet zomaar een

Europeaan is. Voor een aanzienlijk deel van de Congolese bevolking zijn de Belgen nog

steeds “les oncles”. Bitumba noemt dit het “complexe du colonisé” (het complex van de

gekoloniseerde): een soort minderwaardigheidscomplex dat gegroeid is uit de feitelijke

apartheid die bestond tijdens de koloniale periode (en die volgens Bitumba zelfs vandaag de

dag nog steeds bestaat in Congo). Omdat de Congolezen onder het koloniale bewind als

minderwaardig werden behandeld en zogezegd beschaafd moesten worden door ‘de blanke’,

hebben zij een enorm respect gekregen voor de zogezegd superieure cultuur van de

kolonisator en streven zij ernaar om op dezelfde manier te leven als hem.25

De cijfers liegen er ook niet om. Wanneer we bijvoorbeeld het boek van Jean Omasombo

erbij nemen zien we dat van de 1068 politieke actoren uit de nationale Congolese politiek die

in het boek zijn opgenomen 125 politici hun hogere studies in België gedaan hebben. Dit

terwijl er slechts 66 personen naar Frankrijk getrokken zijn voor hun studies en 32 naar de

Verenigde staten (zie grafiek 2.6).

24 ARA – -5B 52.010/4-52.017/2, nr. 187. Office des étrangers, Archives des années 1950-1970, Etudiants

généralités, 1970-1971, 1. 25 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 54.

Page 63: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

Grafiek 2.6. Verdeling van politieke actoren uit het werk van Omasombo

Op het eerste zicht lijkt België

op de Congolezen. Maar toch moet hier sterk genuanceerd worden. Ten eerste, wanneer

Bitumba het heeft over het complex van de gekoloniseerde,

obsessie met de Belgische cultuur, maar

Verschillende respondenten geven ook aan dat ze wilden studeren in het ‘westen’

Europa. Het was niet voor iedereen zo dat België een absolute voorkeur had

de keuze voor België een keuze uit praktische overwegingen. Een respondent geeft

bijvoorbeeld aan dat hij twijfelde om naar Frankrijk te gaan maar uiteindelijk toch naar België

ging, omdat een Belgisch doctoraatsdiploma blijkbaar meer compatibel wa

Congolese systeem.27 Een andere respondent

“Moi, quand je suis allé, c'était beaucoup plus pour faire les études en France, à Lille.

Mais quand je suis arrivé à Lille les inscriptions étaient terminée

universitaire qui était la plus proche c'était Mons.

Mons.”28

26 Omasombo, République Démocratique du Congo27 Interview met Martin Lukanu, 1949, professor. Kinshasa, 0928 Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24

0 10 20

België

Frankrijk

VS

Canada

Zwitserland

Italië

VK

Duitsland

Oostenrijk

Spanje

Denemarken

De Congolese studenten in België

. Verdeling van politieke actoren uit het werk van Omasombo volgens land van studies.

t België dus inderdaad een bijzondere aantrekkingskracht te hebben

op de Congolezen. Maar toch moet hier sterk genuanceerd worden. Ten eerste, wanneer

Bitumba het heeft over het complex van de gekoloniseerde, heeft hij het niet louter over

met de Belgische cultuur, maar met de ‘westerse’ levensstijl in het algemeen

Verschillende respondenten geven ook aan dat ze wilden studeren in het ‘westen’

Europa. Het was niet voor iedereen zo dat België een absolute voorkeur had

de keuze voor België een keuze uit praktische overwegingen. Een respondent geeft

bijvoorbeeld aan dat hij twijfelde om naar Frankrijk te gaan maar uiteindelijk toch naar België

ging, omdat een Belgisch doctoraatsdiploma blijkbaar meer compatibel wa

andere respondent wou eveneens aanvankelijk naar Frankrijk gaan

Moi, quand je suis allé, c'était beaucoup plus pour faire les études en France, à Lille.

Mais quand je suis arrivé à Lille les inscriptions étaient terminées et donc la ville

universitaire qui était la plus proche c'était Mons. C'est comme ça que je suis allé à

République Démocratique du Congo.

Lukanu, 1949, professor. Kinshasa, 09-12-2010.

Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010.

20 30 40 50 60 70 80 90 100

De Congolese studenten in België

53

volgens land van studies.26

inderdaad een bijzondere aantrekkingskracht te hebben

op de Congolezen. Maar toch moet hier sterk genuanceerd worden. Ten eerste, wanneer

heeft hij het niet louter over een

levensstijl in het algemeen.

Verschillende respondenten geven ook aan dat ze wilden studeren in het ‘westen’ of in

Europa. Het was niet voor iedereen zo dat België een absolute voorkeur had, maar vaak was

de keuze voor België een keuze uit praktische overwegingen. Een respondent geeft

bijvoorbeeld aan dat hij twijfelde om naar Frankrijk te gaan maar uiteindelijk toch naar België

ging, omdat een Belgisch doctoraatsdiploma blijkbaar meer compatibel was met het

aanvankelijk naar Frankrijk gaan:

Moi, quand je suis allé, c'était beaucoup plus pour faire les études en France, à Lille.

s et donc la ville

C'est comme ça que je suis allé à

110 120 130 140

Page 64: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

54

Voor anderen was de keuze voor België gewoon een logische keuze, omdat het een logisch

vervolg was op hun lagere en secundaire studies. Een respondent had bijvoorbeeld lager

onderwijs gevolgd in Congo, maar op een Belgische school en middelbaar onderwijs

grotendeels op een Frans lyceum in Congo. Daarom was het volgens hem logisch dat hij naar

Frankrijk of België zou gaan voor zijn hogere studies. Aangezien hij te laat was om zich in te

schrijven in Frankrijk, is hij uiteindelijk naar de UCL gegaan.29 Een andere respondent legt

zijn keuze als volgt uit:

“ Parce qu’en tant qu’étudiant dans un collège des pères Jésuites belges, je ne

connaissais pas d'autres possibilités que la Belgique. Deuxièmement, parce que quand

j'ai fini mes études au collège Albert I, qui est aujourd'hui le collège Boboto, les pères

Gilles Dubois et d'autres m'ont dit: "Allez en Belgique, à l'Université Catholique de

Louvain." C'était tout naturel. Et ils m'ont même fait des recommandations. Et c'est

comme ça que j'ai choisi la Belgique.”30

De conclusie is dus genuanceerd. Enerzijds zijn er de cijfers en die liegen er niet om:

België blijkt inderdaad een populaire bestemming te zijn voor de Congolezen die in het

buitenland gaan studeren. Anderzijds moet er wel enige nuance aangebracht worden wat

betreft de drijfveer om voor België te kiezen. De voorkeur voor België, in zoverre dat die er al

is, is niet enkel te danken aan de historische band die Congo deelt met haar ex-kolonisator.

Zoals we hierboven gezien hebben is de keuze voor België vaak ook een keuze uit praktische

overwegingen of is een studie in België gewoon een logische voortzetting van de studies in

Congo. Ten slotte mogen we ook niet vergeten dat er ook een omgekeerde voorkeur was,

namelijk de voorkeur van België voor haar ex-kolonies en –mandaatgebieden wat betreft

ontwikkelingssamenwerking. Vooral in het begin van de ontwikkelingssamenwerking was er

vanuit België een duidelijke voorkeur voor bilaterale samenwerking met Congo, Rwanda en

Burundi. Tabel 2.1 toont aan dat zeker tot het einde van de jaren ’70 Congo/Zaïre de

belangrijkste ontvanger was van alle beurzen die de Belgische Dienst

Ontwikkelingssamenwerking, het latere ABOS, uitreikte.31

29 Interview met Max Muland, 1968, agronoom. Kinshasa, 27-12-2010. 30 Interview met Roger Kasongo, 1956, chirurg. Kinshasa, 03-12-2010 (eigen nadruk). 31 In 1971 werd de DOS (Dienst Ontwikkelingssamenwerking) omgedoopt tot het ABOS (Algemeen Bestuur

voor Ontwikkelingssamenwerking). Het was het Belgische orgaan dat instond voor “de uitnodiging, het onthaal

en het verblijf van buitenlandse onderdanen die in België onderwijs of stage komen volbrengen”. (Roels,

“Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten”, 85)

Page 65: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De Congolese studenten in België

55

Tabel 2.1. Aantal beursstudenten van het DOS/ABOS in België volgens continent, 1960-1979.32

Afrika Azië Europa Latijns-

Amerika

Midden-

Oosten Totaal

Congo/

Zaïre Totaal

1960-1961 461 615 0 0 0 0 615

1961-1962 855 1039 0 0 0 0 1039

1962-1963 999 1229 0 6 13 0 1248

1963-1964 1095 1360 3 29 66 0 1458

1964-1965 1097 1397 13 43 107 1 1561

1965-1966 1084 1494 16 30 206 12 1758

1966-1967 615 1126 27 24 303 17 1497

1967-1968 553 1042 23 21 320 14 1420

1968-1969 452 1003 22 17 355 13 1410

1969-1970 426 1029 35 6 383 7 1460

1970-1971 387 980 32 5 337 18 1372

1971-1972 352 1066 44 2 311 20 1443

1972-1973 330 1030 43 0 255 16 1344

1973-1974 287 960 46 2 177 11 1196

1974-1975 214 849 62 0 195 0 1106

1975-1976 205 783 72 0 138 2 995

1976-1977 197 698 75 0 95 12 880

1977-1978 184 692 78 0 97 12 879

1978-1979 231 849 70 0 112 16 1047

Dat alles wil echter niet zeggen dat, zelfs al was de keuze voor België eerder een

praktische of logische keuze, de historische banden met ons land helemaal niet meespeelden

bij de overwegingen om hier te komen studeren. Maar het beeld van België als een soort

Mekka voor de Congolezen lijkt toch overdreven en moet op zijn minst genuanceerd worden.

32 Roels, "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten", 115-16.

Page 66: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

56

2.2.2 Studiebeurzen

Wat betreft het verwerven van een beurs was er een officiële weg om dit te doen. In zeldzame

gevallen gebeurde het blijkbaar dat een student naar België vertrok en na een bepaalde tijd

daar een beurs aangeboden kreeg, maar normaalgezien was die volgorde omgekeerd: eerst

verwierf men een beurs, daarna vertrok men naar België. Die beurs kwam in de meeste

gevallen ofwel van de Belgische overheid ofwel van de Zaïrese/Congolese overheid. Een

klein aandeel van beurzen werd aangeboden vanuit andere instanties, zoals bijvoorbeeld de

verschillende instellingen van de Verenigde Naties, het Europees Ontwikkelingsfonds of

internationale organisaties zoals de Wereldbank.33 Informatie over het praktische parcours om

een beurs te verwerven hebben we voornamelijk voor de Belgische beurzen, uitgereikt door

het DOS (Dienst Ontwikkelingssamenwerking), dat in 1971 werd omgedoopt tot het ABOS

(Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking). Het belangrijkste daarbij is dat de

Congolese regering zelf de eerste selectie van kandidaten doorvoerde, waarna het ABOS uit

die groep van overgebleven kandidaten de uiteindelijke bursalen selecteerde.34

Er is heel wat kritiek geweest op de selectiemethode van het ABOS. Aangezien de regering

van het land van herkomst de uiteindelijke kandidaten voordroeg aan het ABOS en deze

laatste maar moeilijk de herkomst van de bursalen kon nagaan, werd geopperd dat nepotisme

het selectieproces verstoorde. In plaats van de kansarmen zouden vooral de getrouwen van de

regering en de politieke elite de grootste ontvangers van de beurzen geweest zijn.35 Maar

kritiek kwam er ook op de selectiecriteria. Het ABOS hanteerde enerzijds een aantal

reglementaire criteria en anderzijds een reeks minder bindende administratieve criteria. Deze

criteria werden vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 28 april 1978. De kandidaat moest

eerst en vooral voldoen aan de reglementaire criteria. Dat wil in de eerste plaats zeggen dat hij

“begaafd” moest zijn (lees: een goede student) en niet in staat om zijn eigen studies te

bekostigen. De administratieve criteria dienden om een selectie te maken tussen alle

kandidaten die voldeden aan de reglementaire criteria. Zo gaf het ABOS de voorkeur aan

studenten die niet te jong waren, van het platteland kwamen, fysisch en psychisch gezond

33 Laporte, "(Beurs)studenten uit de Derde Wereld aan Vlaamse universiteiten", 89-97. 34 Laporte, "(Beurs)studenten uit de Derde Wereld aan Vlaamse universiteiten", 26. 35 Laporte, "(Beurs)studenten uit de Derde Wereld aan Vlaamse universiteiten", 27.

Page 67: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�Р

De Congolese studenten in België

57

waren en nog enkele andere criteria.36 Dat leidt Piet Naesens in zijn artikel uit 1979 tot de

volgende uitspraak:

“De onderwijshulp komt vooral ten goede aan een kleine groep leerlingen en studenten,

die het hoofd boven water konden houden, in een hiërarchisch en selektief

onderwijssysteem. Op zichzelf moet men aan deze kritiek niet zo zwaar tillen, ware het

niet dat het sterk de vraag is of de vorming, die deze elite meekrijgt, doorstroomt naar

de brede massa. Geen enkel teken wijst hierop. De vorming vergroot veeleer de kloof

tussen de elite (intelligentsia) en de analfabetenmassa … .”37

Over het veronderstelde nepotisme vinden we niet meteen bevestigingen in de antwoorden

van de respondenten, maar dat is misschien ook niet zo verwonderlijk. Als zij al geholpen

werden door middel van hun relaties, bestaat de kans dat zij dit niet zullen toegeven in hun

getuigenis. Maar als we de situatie van de respondenten bekijken lijkt het toch zo te zijn dat

diegenen die uit een welgesteld gezin kwamen zonder beurs naar België vertrokken. De

interviews bevestigen dus niet de kritiek dat de beurzen vaak geschonken werden aan de

kinderen van de (financiële) elite. Niettemin zijn er toch enkele aanwijzingen dat relaties niet

onbelangrijk waren in het bemachtigen van een beurs. We hebben gezien dat het aantal

beurzen dat de Belgische overheid aanbood in Congo op het einde van de jaren ’70 fel

gedaald was. Ook hebben we in dit hoofdstuk aangehaald dat Mobutu sinds het begin van de

jaren ’70 er niet meer zo happig op was om Congolese studenten naar België te sturen. Een

respondent getuigt van zijn inspanningen om een beurs te krijgen in dat moeilijke klimaat:

“[En 1979] les bourses d'études n'étaient pas nombreuses. C'était une quantité réduite et

il fallait beaucoup d'acrobatie: il fallait avoir des relations dans ce milieu de

l'enseignement supérieure des affaires étrangères. Mais comme moi, j'avais des amis,

qui travaillaient dans ces structures là. J'ai facilement obtenu la bourse d'études. Je n'ai

pas casqué de l'argent. Très facilement, par mes relations, j'ai obtenu la bourse.”38

Dat de beurzen daarentegen voornamelijk gingen naar “een kleine groep leerlingen en

studenten die het hoofd boven water konden houden in een hiërarchisch en selektief

36 Laporte, "(Beurs)studenten uit de Derde Wereld aan Vlaamse universiteiten", 24-25. 37 Naesens, "Over de ontwikkelingswaarde," 611-12. (cursief van de auteur) 38 Interview met Martin Lukanu, 1949, professor. Kinshasa, 09-12-2010.

Page 68: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

58

onderwijssysteem”, daar valt wel iets voor te zeggen.39 Heel wat respondenten lijken het zeer

vanzelfsprekend te vinden dat zij een studiebeurs kregen, omdat zij tot de beste studenten

behoorden:

“A l'époque on sélectionnait. C'étaient les meilleurs – ceux qui avaient des résultats, qui

étaient prometteurs aux humanités – qui pouvaient bénéficier de la bourse d'études.”40

Een studiebeurs was dus niet voor iedereen haalbaar. Maar dat stond niet in de weg dat

sommigen toch naar België trokken, ook al hadden zij geen beurs. Sommigen hadden

vermogende ouders die hen genoeg konden financieren, anderen niet. Dat kon soms zorgen

voor lastige financiële situaties, zoals we in het volgende hoofdstuk zullen zien.

2.3 Het verblijf in België

Een studieverblijf in een vreemd land, ver weg van huis, vrienden en familie, vergt voor

iedereen een aanpassing. Dat is voor de Anciens de Belgique natuurlijk niet anders geweest. In

dit hoofdstuk zullen we twee belangrijke aspecten bespreken van het verblijf in België: het

familiale en het financiële aspect. Ten eerste zullen we het in wat volgt hebben over het

contact met de familie: werd dat contact behouden tijdens het studieverblijf in België en zo ja,

op welke manier? Daarnaast is er de financiële situatie: de student moest in België zien rond

te komen met wat hij had. Voor sommigen was dat het geld dat men kreeg door middel van

een studiebeurs, anderen werden onderhouden door een privépersoon (ouders, familie,

vrienden, …). In dit hoofdstuk zullen we dus dieper ingaan op de financiële kant van een

studieverblijf in België. Kort samengevat: wat liet de financiële situatie van de Anciens de

Belgique toe en wat niet?

39 Naesens, "Over de ontwikkelingswaarde," 611. 40 Interview met Gaston Mpiutu, 1936, professor en rector. Kinshasa, 06-12-2010.

Page 69: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De Congolese studenten in België

59

2.3.1 Contact met de familie

Familie heeft in Afrika een grote waarde en is dus ook bij migraties zeer belangrijk, zoals

Sally Findley aangeeft:

“While many have claimed that migration is a family matter, nowhere does this seem to

be more true than in Africa. At virtually every step, non-migrant family members are

intimately involved with migration.”41

Als de familie sterk betrokken is bij migraties in Afrika, dan zou dit ook moeten gelden

voor de studiemigraties van de Anciens de Belgique in Congo. De vraag is dan ook hoe de

families van deze studiemigranten betrokken werden bij hun studieverblijf in België.

Dat gebeurde voornamelijk op twee tijdstippen: tijdens de periode in België en na

terugkomst. Over de betrokkenheid van de familie na terugkomst zullen we het verder hebben

in hoofdstuk 4 over de sociale impact van de Belgische studies. Hier zullen we ons richten op

de familiale relaties en contacten tijdens het studieverblijf in België. Die contacten verliepen

op twee mogelijke manieren: ofwel vertrok de student alleen naar België en werd het contact

met de hele familie behouden van op lange afstand, ofwel reisden het gezin of enkele

familieleden mee naar België.

Het hebben van een gezin in België was eigenlijk perfect mogelijk voor de Anciens de

Belgique en dit was dan ook geen uitzondering. Van alle respondenten was het merendeel niet

alleen in België, maar vergezeld door een partner, kinderen of eventueel broers of zussen.

Sommige respondenten vertrokken met hun partner (en eventueel ook kinderen) naar België,

maar het gebeurde ook geregeld dat men alleen naar België trok en daar trouwde met een

Congolese partner en kinderen kreeg. Financieel gezien vormde dit geen probleem: voor de

bursalen was er een financiële toeslag voorzien voor een eventuele partner en kinderen.

Daarnaast kon een partner ook een job uitoefenen en zo zelf geld verdienen. Maar er waren

wel andere mogelijke problemen verbonden aan het starten van een gezin in België.

Een eerste nefast effect betreft de aanpassingsproblemen van de kinderen die in België

geboren zijn, wanneer zij terug in Congo komen. In hoofdstuk 4 zullen we zien dat

verschillende Anciens de Belgique moeilijkheden hadden om zich terug aan te passen in de

Congolese maatschappij na hun studies in België. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dit

41 Sally E. Findley, "Migration and Family Interactions in Africa," in Family, Population and Development in

Africa, ed. Aderanti Adepoju (Londen: Zed Books, 1997), 118.

Page 70: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

60

ook geldt voor kinderen die in België geboren zijn en dus nog nooit in Congo geweest zijn.

Een tweede mogelijk probleem is eerder praktisch en heeft te maken met de beurzen. In de

dossiers van de vreemdelingenpolitie die handelen over buitenlandse studenten in België,

vinden we immers enkele individuele gevallen weer uit de jaren 1970 waar het trouwen van

de bursalen een probleem opleverde voor hun statuut in België.42 Het is niet zeer duidelijk wat

deze problemen precies inhielden, maar dit lijkt – tenminste wat de respondenten betreft – niet

echt een algemeen fenomeen geweest te zijn. Hoewel verschillende respondenten in België

hun gezin gesticht hebben, was er niemand die daarbij enig praktisch probleem te melden had.

Daarnaast is er nog het contact met de familie in Congo. Zowel zij die alleen naar België

kwamen als zij die samen met hun gezin afreisden, lieten familie achter in Congo. Een

belangrijk aspect van het contact met die familie, zowel de naaste familie als de uitgebreide

familie, is het opsturen van geld of andere zaken. Financiële steun verlenen aan de

familieleden die in Afrika gebleven zijn, is volgens Findley een soort verplichting en in de

jaren ’90 verzond ongeveer twee derden van alle Afrikaanse migranten geld naar de familie in

het thuisland.43 Ook bij Bitumba krijgt dit fenomeen een belangrijke plaats in zijn werk. Door

wat de auteur omschrijft als een “primitief Afrikaans communisme” is elke Afrikaan verplicht

tot verschillende (materiële en financiële) transfers richting familie en bij uitbreiding zijn hele

gemeenschap. Dit geldt zeker ook voor migranten, die onder druk staan om zowel materiële

cadeaus als geld op te sturen naar de familie in Afrika.44

De vraag is nu of bovenstaande verplichtingen ook geldig zijn voor de Congolezen die in

België gaan studeren. Ten eerste hebben zij financieel gezien weinig overschot, zoals we in de

volgende paragraaf zullen zien. Ten tweede zijn de conclusies van zowel Findley als Bitumba

voornamelijk gebaseerd op data en observaties uit de jaren ’90. Wanneer we naar de situatie

van de respondenten kijken, zien we dan ook dat zeker niet iedereen geld of cadeaus

opstuurde naar huis. Heel wat respondenten geven aan dat zij tijdens hun studies in België

niets hebben gedaan om hun familie in Congo te ondersteunen. De reden die daarvoor

gegeven wordt, is inderdaad financieel. Diegenen die met een beurs studeerden hadden weinig

overschot en hielden dus bijna niets over van hun beursgeld. Daarnaast waren er ook

Congolese studenten wier studies in België gefinancierd werden door de ouders. Hier

42 ARA – -5B 52.010/4-52.017/2, nrs. 187 & 188. Office des étrangers, Archives des années 1950-1970,

Etudiants généralités, 1970-1971, 1 & 2. 43 Findley, "Migration and Family Interactions in Africa," 120. 44 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 126-32.

Page 71: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De Congolese studenten in België

61

verliepen de transacties omgekeerd, van Congo naar België, en werd er dus zeker niets

opgestuurd naar de familie aan het thuisfront. Toch zijn er enkele Anciens de Belgique die

tijdens hun verblijf in België een aantal cadeaus opstuurden naar de familie in Congo. Het

gaat hier echter niet om groot kapitaal, maar eerder kleinigheden zoals kledij.

We kunnen dus besluiten dat de Anciens de Belgique tijdens hun studies in België over het

algemeen enkel de familie in beperkte zin (i.e. het gezin) konden onderhouden, omdat de

partner en de kinderen veelal ook in België verbleven. Hun financiële situatie liet het echter

niet toe om ook de uitgebreide familie te ondersteunen, omdat zij uiteindelijk zelf ondersteund

moesten worden, hetzij door een beurs, hetzij door de familie. Dat wil niet zeggen dat het

zogenaamde “primitief Afrikaans communisme” geen vat had op de Anciens de Belgique.

Ook zij hadden immers de druk om alles te delen met de familie, maar die druk was er

voornamelijk na hun terugkeer naar Congo, zoals we verderop zullen zien.

2.3.2 Financiële situatie

2.3.2.1 De bursalen

De financiële situatie van de Anciens de Belgique was in de eerste plaats afhankelijk van de

financiering van hun verblijf in België. Wanneer die financiering via een beurs verliep, waren

er verschillende kanalen mogelijk, zoals we hogerop reeds zagen. Zowel de Belgische als de

Congolese overheid hadden een beurzenprogramma, dat op gelijkaardige wijze was ingevuld.

Uit het Koninklijk Besluit van 1978 kunnen we opmaken dat een universitair beursstudent van

het ABOS ongeveer 138.000 tot 144.000 Belgische frank kreeg op jaarbasis. Voor een

doctoraatsbeurs liep dit op tot 177.000 Belgische frank. Daarbij kon men ook genieten van

een gezinsbijslag wanneer ook partner en/of kind(eren) in België verbleven (3.000 frank per

maand voor de partner en 1.500 frank per maand voor elk kind). Wanneer de studies werden

afgerond kreeg men daar bovenop nog eens een toeslag van 7.500 frank voor een

licentiaatsverhandeling en 25.000 frank voor een doctoraatsverhandeling.45 Uit de interviews

blijkt dat de bedragen van de Zaïrese overheid gelijkaardig waren. Meer recente gegevens

hebben we niet voor de beurzen van de Belgische overheid, maar wel voor die van de Zaïrese

overheid: de bedragen voor de Zaïrese beurzen waren in 1992 ongeveer het dubbele van de

45 Koninklijk besluit houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen, in België, ten gunste van

onderhorigen van ontwikkelingslanden.

Page 72: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

62

bovenvermelde bedragen.46 Voor vroegere periodes hebben we helaas geen cijfergegevens uit

Koninklijke Besluiten.

We weten nu wel hoeveel geld de Congolese bursalen in België ongeveer kregen, maar die

bedragen zijn natuurlijk relatief. De belangrijkste vraag is niet hoeveel zij kregen, maar of dat

bedrag voldoende was om zichzelf en eventuele gezinsleden mee te onderhouden. Het

antwoord op die vraag is tijdsgebonden. In de jaren ’60 was het schijnbaar aangenaam leven

in België met het bedrag dat men van de studiebeurs ontving. De respondenten die in die

periode in België studeerden omschrijven hun verblijf als goed, gemakkelijk en zonder echte

complicaties op financieel vlak.

Vanaf de jaren ’70 komt daar voor het eerst verandering in. We hebben al gezien dat in het

begin van de jaren ’70 door Mobutu enkele maatregelen werden genomen die ervoor zorgden

dat er minder Congolese studenten naar België konden komen. De jaren ’70, voornamelijk

vanaf 1971, waren immers de jaren van de ‘retour à l’authenticité’ en de Zaïrisatie, waarbij

Mobutu de Congolese staat trachtte te bevrijden van ‘de koloniale erfenis’ en een radicale

authenticiteitspolitiek voerde. In het kader daarvan werd de universiteit Lovanium, zoals we

reeds zagen, in 1971 eerst omgedoopt tot de Université de Kinshasa en later, samengevoegd

met de andere Congolese universiteiten, tot de Université Nationale du Congo (de latere

Université Nationale du Zaïre).47 Deze nationalisatie op vlak van onderwijs had blijkbaar ook

zijn weerslag op de beurzen van de toenmalige Zaïrese overheid. Vanaf de jaren ’70 zijn er

onder de respondenten met een Zaïrese beurs steeds meer klachten over het onregelmatig

uitbetalen van deze beurzen. Sommigen moesten het twee tot drie maanden zonder geld

stellen, anderen zelfs een jaar.48

Die problematiek betreffende de onregelmatigheid van de Zaïrese beurzen is ook na de

jaren ’70 blijven bestaan, tot op het punt dat het zelfs gebeurde dat een bursaal geen enkele

frank ontving. Daarover zegt een van de respondenten, die in de jaren ’90 in België een

doctoraat deed en van wie de beurs nooit werd uitbetaald, het volgende:

“Ce n'était pas mon cas personnel, c'était le cas de tous les boursiers … . Parce que …

ceux qui dépendaient de l'AGCD, Agence de la Coopération Technique (het ABOS,

SDS), ils étaient payés régulièrement. Mais nous qui dépendions du gouvernement, nous

46 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 91. 47 Etambala, Het Zaïre van Mobutu, 66, 72-73. 48 Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010; Interview met Joseph Mukinayi,

1948, professor. Kinshasa, 17-11-2010.

Page 73: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De Congolese studenten in België

63

savions que le gouvernement n'est pas le modèle de ponctualité pour payer les bourses

et surtout pour payer les boursiers. Notamment du temps de Mobutu, parce que

beaucoup d'étudiants s'opposaient au régime qui était en place. Alors, donner l'argent à

quelqu'un qui va vous critiquer, on ne le fait pas toujours facilement.”49

Een beurs van de Belgische overheid – uitgereikt door het ABOS – bood dus meer

zekerheid dan een beurs van de Zaïrese overheid. Maar deze beurzen werden sinds het eind

van de jaren ’70 steeds minder uitgereikt aan Congolezen (zie tabel 2.2). In de jaren ’90 is het

aantal Congolese studenten met een beurs van de Belgische overheid “négligeable par

rapport à l'ensemble de la population estudiantine”, maar “[o]n retiendra à leur sujet qu'ils

sont les seuls à mener leurs études dans des conditions normales … .”50

Tabel 2.2. Beursstudenten van het DOS/ABOS uit Congo/Zaïre, 1960-1979.51

1960-1961 461

1961-1962 855

1962-1963 999

1963-1964 1095

1964-1965 1097

1965-1966 1084

1966-1967 615

1967-1968 553

1968-1969 452

1969-1970 426

1970-1971 387

1971-1972 352

1972-1973 330

1973-1974 287

1974-1975 214

1975-1976 205

1976-1977 197

1977-1978 184

1978-1979 231

49 Interview met Jean-Jacques Nkongolo, 1937, professor. Kinshasa, 17-12-2010. 50 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 91. 51 Roels, "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten", 116.

Page 74: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

64

De onregelmatigheid van de Congolese beurzen kon voor moeilijkheden zorgen voor de

student. Het bedrag dat men per jaar opstreek was immers geen fortuin, ook al leek dat voor

vele Zaïrezen wel zo. Een universitair student kreeg van de Zaïrese overheid in 1992 ongeveer

315.000 Belgische frank per jaar, maar in een document van de ULB uit datzelfde jaar werden

de kosten voor een universitaire studie in België geschat op 300.900 frank per jaar. Dat leidt

tot het volgende besluit:

“… la bourse d'études de l'Etat zaïrois ne constitue pas une fortune. Elle permet

simplement au bénéficiaire de mener décemment sa vie d'étudiant. Mais on doit noter

que cette bourse est surtout source de déception. Non seulement elle n'est pas régulière,

mais il peut arriver qu'elle ne soit pas payée pendant toute une année académique. …

Les étudiants abandonnés à eux-mêmes doivent leur salut aux petits boulots … .”52

Die situatie kon ook invloed hebben op de studies zelf. Zo kon een doctoraat bijvoorbeeld

langer dan vier jaar duren, omdat door de noodzaak om verschillende jobs te doen niet alle

tijd naar de studies kon gaan.53

De financiële situatie van de Congolese bursalen in België was dus aanvankelijk goed. De

bedragen van de beurzen waren dan wel geen fortuinen, maar als men het geld op een

verstandige manier beheerde, kon men gemakkelijk rond komen en was er zelfs nog enige

overschot, bijvoorbeeld om een nieuwe auto te kopen.54 Vanaf de jaren ’70 beginnen de

problemen: de Belgische overheid reikt steeds minder beurzen uit aan Congolezen en de

beurzen van de Congolese regering worden onregelmatig betaald. Dit leidt ertoe dat vele

Congolese studenten in België in een lastige financiële situatie terecht komen en hun

toevlucht moeten zoeken tot het uitoefenen van kleine jobs naast hun studies. Dat heeft

natuurlijk een weerslag op de studies zelf, omdat men zich dan niet langer kan concentreren

op enkel het studeren.

2.3.2.2 De niet-bursalen

Over de niet-bursalen valt er minder te zeggen. Ten eerste vertegenwoordigen zij in de

database van respondenten een minderheid. Van de achtentwintig respondenten waren er

52 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 92. 53 Interview met Jean-Jacques Nkongolo, 1937, professor. Kinshasa, 17-12-2010. 54 Interview met Joseph Mukinayi, 1948, professor. Kinshasa, 17-11-2010.

Page 75: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De Congolese studenten in België

65

slechts zeven die zonder beurs in België studeerden. Ten tweede is het traject van deze zeven

respondenten zeer gelijkaardig: hun ouders waren welgesteld en hadden meestal ook goede

contacten in België, waardoor zij gemakkelijk deze studies konden financieren. Maar volgens

Bitumba zijn de Congolezen die zonder studiebeurs naar België trokken op te delen in twee

categorieën: de studenten die uit een welgesteld milieu komen en de arme studenten. Wat

betreft de eerste categorie zijn er volgens de auteur weinig problemen te melden: zij worden

gefinancierd door hun welgestelde ouders en komen dus financieel gezien niets tekort.55 Dat

beeld wordt bevestigd door de respondenten die in België waren en wiens studies gefinancierd

werden door de familie.

De problemen beperken zich voornamelijk tot de tweede categorie. Het werk van Bitumba

is natuurlijk beperkt tot de jaren ’90, maar de financiële problemen van de studiemigranten

zonder beurs zijn niet beperkt tot die periode. In een vergadering gehouden op 8 december

1970 op het ministerie van Buitenlandse Zaken werd kort uitgeweid over de buitenlandse

studenten die in België studeerden zonder beurs. Veel werd daar niet over opgetekend, maar

wel dat hun financiële situatie vaak moeilijk was en dat de schulden hoog opliepen.56

Onder de respondenten valt echter geen dergelijk geval terug te vinden. Zij die zonder

beurs naar België trokken werden ofwel financieel gesteund door de familie, die rijk genoeg

was waardoor zij niets tekortkwamen, ofwel werden zij in België opgevangen door een

Belgische familie of een contactpersoon en eventueel deden zij ook kleine jobs om zelf in hun

financiële behoeften te kunnen voorzien. Bovendien gebeurde het bij twee respondenten dat

zij na een jaar toch een beurs kregen, waardoor zij in dezelfde situatie als de andere bursalen

terecht kwamen.

Het is dus moeilijk om vanuit het eigen onderzoek iets zinnigs te zeggen over de financiële

problemen van de bursalen. Het volstaat om hier te stellen dat die problemen wel degelijk

bestonden, zoals het werk van Bitumba en de archieven van de vreemdelingenpolitie

aantonen. Maar die problemen waren er dus niet voor iedereen en het was dus niet

automatisch zo dat studeren in België zonder een beurs voor alle Congolezen, ook die van

minder welgestelde komaf, voor financiële problemen zorgde.

55 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 92-93. 56 ARA – -5B 52.010/4-52.017/2, nr. 187. Office des étrangers, Archives des années 1950-1970, Etudiants

généralités, 1970-1971, 1.

Page 76: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

66

2.4 “La question de retour et de non-retour”

We hebben eerder al gezien dat president Mobutu in de jaren ’70 en ’80 enkele maatregelen

trof om Zaïrese studenten die in België studeerden terug te halen naar hun vaderland. Dat doet

vermoeden dat Mobutu geen groot voorstander was van buitenlandse studies. In een

getuigenis uit 1989 verklaart hij waarom:

"Savez-vous que l’Europe compte autant sinon plus de médecins africains que l’Afrique

elle-même? A vous en croire, vous nous ouvrez vos universités pour nous aider; à

l’usage, nous constatons que les meilleurs de nos étudiants sont soumis à toutes sortes

de séductions pour rester chez vous. En somme, vous n’avez pas renoncé à trafiquer du

“bois d’ébène”, mais vous vous êtes spécialisés dans le haut de gamme!”57

We zagen ook al dat Bitumba de studiemigratie van Zaïre naar België/Europa als een

obstakel zag voor de ontwikkeling van Zaïre, omdat heel wat studenten na hun studies in

België bleven plakken.58 In 2001 schreef de socioloog Célestin Blaud een boek over

studiemigratie van Afrika naar Europa. De titel van deze paragraaf is ontleend aan de titel van

dit werk. De auteur tracht aan de hand van interviews te achterhalen waarom studenten uit

Ivoorkust, Kameroen en Senegal die in Canada gestudeerd hebben wel of niet terugkeren naar

hun vaderland na hun studies. Daarbij worden dertien belangrijke factoren onderscheiden. Ten

eerste zijn er volgens Blaud acht factoren die de ‘non-retour’ bevorderen of de duur van het

studieverblijf verlengen:

1. Een positieve waardering van het land waar men gestudeerd heeft;

2. De aanpassing op het vlak van onderwijs: vele studenten die in het buitenland

gaan studeren stappen bij aankomst af van het studiedomein dat zij oorspronkelijk

gekozen hadden, wat ervoor zorgt dat zij zich moeten aanpassen. Die aanpassing

zorgt voor een vertraging in hun studies en dus een verlenging ervan;

3. De financiële middelen: wanneer een beurs wordt stopgezet (bijvoorbeeld omdat

de studies langer duren dan verwacht) of wanneer men geen beurs heeft en zijn

toevlucht moet zoeken tot het uitoefenen van jobs in het land van de vorming,

57 Mobutu, Dignité pour l'Afrique: Entretiens avec Jean-Louis Remilleux (Parijs: Albin Michel, 1989), 123. 58 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord.

Page 77: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De Congolese studenten in België

67

bouwt de student een nauwere relatie op met het land van de studies en verliest de

banden met het vaderland dat hem niet (langer) ondersteunt;

4. De wens om verder te studeren na het afronden van de initiële studies;

5. De onzekerheid over de professionele mogelijkheden in het thuisland;

6. De onzekerheid over de mate waarin de gevolgde studies zijn aangepast aan de

situatie in het thuisland;

7. Gezinshereniging: wanneer het hele gezin meereist naar het buitenland, is men

minder geneigd om daarna terug te keren;

8. De sociale integratie in het land waar men studeert: hoe beter de student

geïntegreerd is, hoe meer hij geneigd is om te blijven.

Daarnaast zijn er volgens de auteur ook vijf factoren die de terugkeer naar het thuisland

bevorderen:

1. De professionele situatie: wanneer men reeds een job heeft in het thuisland

alvorens het vertrek naar het buitenland en dus zeker is van tewerkstelling bij

terugkeer;

2. De familiale situatie: wanneer men de verantwoordelijkheid voelt om de

familie in het thuisland bij te staan;

3. Een positieve perceptie van de bruikbaarheid van de studies in het

thuisland;

4. Goede kansen op de arbeidsmarkt in het thuisland;

5. Een negatieve waardering van het land waar men gestudeerd heeft: vaak

vertrekt men met hoge verwachtingen, wat leidt tot ontgoocheling wanneer deze

niet worden ingelost.

Met dit model als basis zullen we nagaan in hoeverre de situatie van de Anciens de

Belgique hier aan beantwoordt. Aangezien alle geïnterviewden na hun studies zijn

teruggekeerd naar Congo, zullen we moeten achterhalen waarom ze zijn teruggekeerd en niet

in België zijn gebleven. Aan de hand van de interviews kunnen we een aangepast model

opstellen.

De verschillende factoren voor het al dan niet terugkeren naar Congo staan natuurlijk niet

volledig los van elkaar en het is dus niet altijd even gemakkelijk om een duidelijk onderscheid

te maken. Het is dan ook zo dat bij de meeste respondenten een samenspel van verschillende

Page 78: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

幠О

De “Anciens de Belgique” in de DRC

68

factoren geleid heeft tot hun terugkeer. Wat daarnaast ook zal opvallen bij dit eigen model is

dat het aanzienlijk minder ‘egoïstisch’ is dan dat van Blaud. Terwijl bij Blaud bijna alle

motivaties – met uitzondering van de twee die betrekking hebben op de familie – draaien om

het welzijn van de student zelf en wat hij of zij denkt en vindt, zullen we zien dat de Anciens

de Belgique veel meer ‘altruïstisch’ waren in hun motivaties, wat natuurlijk niet uitsluit dat

ook zij aan zichzelf dachten. Aangezien de respondenten zelf voornamelijk redenen geven om

naar Congo terug te keren – eerder dan redenen om in België te blijven – zullen we beginnen

met de vijf grote factoren die ervoor gezorgd hebben dat de Anciens de Belgique zijn

teruggekeerd naar Congo.

2.4.1 Terugkeer als een contractuele overeenkomst

De reden die door de respondenten het meest werd opgegeven kunnen we omschrijven als het

navolgen van een soort contractuele overeenkomst. De meesten onder hen studeerden immers

met een beurs. Die beurs zagen zij als een contractuele overeenkomst. Het doel was een

opleiding volgen in België, om vervolgens terug te keren naar Congo en daar de verworven

capaciteiten tot nut te maken. Een respondent, die van 1977 tot 1984 in België heeft

gestudeerd, verwoordt het als volgt:

“Quand je suis parti (en 1977, SDS), c'était pour étudier et puis revenir. Et beaucoup de

mes amis, de mes camarades, c'était dans cet état d'esprit. Nous sommes une génération

qui allait pour les études et pour revenir au pays, pour travailler au pays. C'est après que

ça a changé.”59

Deze uitspraak geeft ook al een indicatie van het feit dat in latere periodes steeds meer

studenten niet meer terugkeerden na hun studies, maar daar zullen we verderop dieper op

ingaan. Het volstaat hier om te zeggen dat de ‘contractuele reden’ in principe niet gebonden is

aan een bepaalde periode en ook in de jaren ’90 nog steeds een drijfveer was om terug te

keren naar Congo.

59 Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010.

Page 79: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

幠О

De Congolese studenten in België

69

2.4.2 De professionele drijfveer

Verschillende Anciens de Belgique zijn naar Congo teruggekeerd om professionele redenen.

Daarbij kunnen we er twee onderscheiden, die ook in het model van Blaud zijn terug te

vinden:

Men had reeds een vaste job voor vertrek. Het gebeurde vaak dat Congolezen naar het

buitenland vertrokken voor een studie terwijl zij in Congo reeds een betrekking hadden. Dit

was in het bijzonder vaak zo bij assistenten aan een universiteit. Wanneer zij dan de

mogelijkheid kregen om naar België te gaan voor vervolmakingsstudies, voelden zij zich

enerzijds verplicht om daarna terug te keren; anderzijds was het voordelig om terug te keren,

omdat zij meteen terug aan de slag konden en hun Belgische studies vaak zorgden voor een

snellere promotie.

De kansen op de Congolese arbeidsmarkt waren goed. In het begin van de

onafhankelijke Congolese staat waren de kansen op de arbeidsmarkt, zeker voor de

universitairen, zeer goed. Een respondent getuigt daarvan:

“Pratiquement dès qu’on a son diplôme, le lendemain on prend l’avion pour rentrer.

Alors pourquoi? Parce qu’à l’époque il y avait des emplois, donc ce n’est pas comme

aujourd’hui. Il y avait des emplois, je peux dire pour tout le monde, surtout pour les

universitaires. Parce qu’en 1960 il n’y avait qu’onze universitaires quand nous avons eu

l’indépendance. Alors il y avait encore beaucoup de postes vraiment vacants et

beaucoup de compatriotes qui voulaient préparer la thèse ont même abandonné la thèse

pour vite rentrer et occuper de hauts postes. Et effectivement ils les ont occupés … .”60

De situatie is ondertussen uiteraard veranderd. Ten eerste bleef de schaarste aan

universitair gediplomeerden niet voortduren en een universitair diploma verloor dus ook zijn

waarde als garantie op tewerkstelling. Daarnaast hebben we al gezien dat vanaf 1974 de

economie in Zaïre is ingestort. De eerste jaren van het Mobutu-tijdperk waren relatief

voorspoedig geweest op economisch vlak. Tussen 1965 en 1974 steeg het BBP met een

gemiddelde van 7% per jaar. De totale tewerkstelling steeg tussen 1960 en 1970 van 562.134

tot 997.600. De tewerkstelling in de publieke sector bedroeg in 1975 nog 340.700; meer dan

een verdubbeling ten opzichte van 1960. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Anciens de

60 Interview met Jérôme Makwala, 1936, professor. Kinshasa, 10-11-2010.

Page 80: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

70

Belgique die in die periode naar Congo terugkeerden, spreken van goede kansen op de

arbeidsmarkt.

Maar rond 1974 keerde de situatie. De oliecrisis van 1973, het ineenstorten van de

koperprijzen en de nefaste gevolgen van de Zaïrisatie op economisch vlak zorgden voor het

ineenstorten van de economie. Terwijl het land geteisterd werd door een negatieve groei van

het BBP, een torenhoge internationale schuld, inflatie en politieke troebelen zoals de Shaba-

oorlogen van 1977 en 1978, was er geen sprake meer van een overvloed aan

werkgelegenheid.61

Dit is waarschijnlijk een van de belangrijkste verklaringen waarom zowel Mobutu als

Bitumba konden spreken van buitenlandse studies als motor van een braindrain. Zoals

Gondola het verwoordde:

“Bardés de diplômes acquis dans les meilleures universités européennes, ces jeunes sont

réduits aux travaux les plus dégradants en Europe mais risquent le chômage s'ils se

hasardent à rentrer au pays.”62

2.4.3 De voordelen van de genoten opleiding delen

Deze vorm van motivatie hangt nauw samen met de perceptie van een contractuele

verplichting. Heel wat respondenten voelden het immers als een soort plicht of een

verantwoordelijkheid om de voordelen van de genoten opleiding te delen. Dat ‘delen van

voordelen’ kan op twee niveaus:

1. Op niveau van het land: sommigen voelden een zekere verplichting om met de

opgedane kennis en vaardigheden hun eigen land te helpen. Deze motivatie komt

eigenlijk bijna altijd samen met het gevoel van een contractuele verplichting om

terug te keren. Vele respondenten vonden immers dat zij de mogelijkheid hadden

gekregen om in het buitenland te gaan studeren om nadien een rol te spelen in de

ontwikkeling van het land, niet om na hun studies een leven op te bouwen in

België.

61 Deze paragraaf is gebaseerd op Nugent, Africa Since Independence, 237-38, Hesselbein, "The Rise and

Decline of the Congolese State," 30, Schoumaker, Vause, en Mangalu, Political Turmoil, 5-6. 62 Ch. Didier Gondola, "Musique moderne et identités citadines: le cas du Congo-Zaire," Afrique Contemporaine,

no. 168 (1993): 167. geciteerd in: Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 136.

Page 81: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De Congolese studenten in België

71

2. Op niveau van de familie: dit hangt samen met de familiale solidariteit die in

Afrika nog steeds bestaat en waar we het verderop uitgebreider over zullen hebben.

Aangezien het studeren in het buitenland vaak als een voorrecht werd aanzien,

voelden vele Anciens de Belgique ook de verplichting om de vruchten van die

studie te delen met de familie.

2.4.4 De waardering van Congo

Een vierde motivatie om terug te keren naar Congo is de waardering van het thuisland.

Daarmee bedoelen we in principe de liefde of de voorkeur voor eigen land, en dit om

verschillende redenen. Deze motivatie staat nooit op zichzelf, maar kan wel een extra

stimulans zijn bovenop andere motivaties. De redenen voor de waardering van Congo kunnen

zeer uiteenlopend zijn. Voor sommigen zijn die redenen vrij banaal, zoals bijvoorbeeld het

klimaat. Want zoals een respondent het stelt: “Le soleil tous les jours, mon cher ami, ce n’est

pas peu.”63 Voor anderen is die waardering meer algemeen en heeft die ook te maken met

bijvoorbeeld de kansen op de arbeidsmarkt: “à l'époque (jaren ’70, SDS) le Congo était très

bien, c'était un pays prospère, donc on n’avait pas de raisons de rester en Belgique”.64

Aangezien de toestand van het land sinds het midden van de jaren ’70 verslechterd is, geldt

ook hier dat de waardering van Congo steeds minder als motivatie is terug te vinden voor

respondenten die in de jaren ’80 of ’90 in België gestudeerd hebben.

2.4.5 Terugkeren vs. blijven

We hebben gezien in het model van Blaud dat er voor de Afrikaanse studenten in Canada heel

wat incentives waren om na hun studies in Canada te blijven. Waren er voor de Anciens de

Belgique dan geen redenen om in België te blijven? Het antwoord op die vraag ligt voor de

hand: natuurlijk wel. We weten immers dat er heel wat Congolese studenten na hun studies in

België gebleven zijn. Het is onmogelijk om de redenen die Blaud opsomt om niet terug te

keren, te toetsen aan de eigen database van interviews, omdat alle geïnterviewden uiteindelijk

zijn teruggekeerd. Maar we kunnen er wel van uitgaan dat er heel wat redenen waren om in

63 Interview met Jérôme Makwala, 1936, professor. Kinshasa, 10-11-2010. 64 Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010.

Page 82: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

幠О

De “Anciens de Belgique” in de DRC

72

België te blijven: sommige respondenten gaven aan dat zij jobaanbiedingen kregen in België,

velen waren met het hele gezin naar België getrokken en hadden al een leven uitgebouwd in

België en tenslotte wisten verschillende respondenten dat zij het in Congo moeilijker gingen

hebben dan in België. Ook de waardering van België speelde bijvoorbeeld een belangrijke rol,

zeker sinds de jaren ’80. Sindsdien leeft er in Congo immers een beeld van België – en bij

uitbreiding het ‘westen’ – als een soort paradijs. Toch zien we dat de respondenten daar heel

pragmatisch tegenover staan:

“ J'étais bien accueilli par les membres de ma famille, mais avec un peu de regret pour

dire: "Mais vous étiez sorti du pays, pourquoi est-ce que vous revenez?" Parce qu'ici, la

croyance, la mentalité, c'est de penser que l'Europe c'est un paradis et qu'une fois qu'on

est sorti du pays, il faut tout faire pour rester de l'autre coté. Mais ayant vécu en

Belgique, je me suis rendu compte qu’on se faisait des illusions. C'étaient vraiment des

illusions. Et alors je me suis dit: avec un diplôme de doctorat, je ne peux pas perdre mon

temps à traîner inutilement en Belgique. Je savais que la situation du professeur n'était

pas une situation brillante ici, matériellement. Mais je me suis dit: autant rentrer dans

mon pays, être professeur d'université, que de rester en Europe pour aller faire des

travaux de bas niveau.”65

We moeten dus in het hoofd houden dat de bovengenoemde motivaties om terug te keren,

althans wat betreft de respondenten, sterker doorwogen dan de motivaties om in België te

blijven. Eigenlijk komt het erop neer dat zowat alle respondenten een zekere

verantwoordelijkheid voelden om terug te keren: ofwel een contractuele

verantwoordelijkheid, omdat de beurs die zij kregen enkel bedoeld was voor een opleiding,

ofwel een verantwoordelijkheid om het thuisland (of de familie in het thuisland) van dienst te

zijn, ofwel beiden. Daar komt nog bij dat de vooruitzichten bij een terugkeer naar Congo tot

ongeveer 1975 zeer goed waren en er dus eigenlijk weinig reden was om niet terug te keren.

We krijgen hier dus een veel genuanceerder beeld dan het beeld van een braindrain zoals

geschetst wordt door Bitumba. We willen hier de conclusies van Bitumba niet contesteren. Hij

bestudeerde enkel de periode van de jaren ’90 en besluit daarover dat “ne pas rentrer” de

algemene regel was voor de Zaïrese migranten in België – waaronder ook de

studiemigranten.66 Het voorgaande citaat van Martin Lukanu bevestigt trouwens dat die

65 Interview met Martin Lukanu, 1949, professor. Kinshasa, 09-12-2010. 66 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 133.

Page 83: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

幠О

De Congolese studenten in België

73

mentaliteit wel degelijk bestond. Ook Theodore Trefon geeft aan dat die mentaliteit leeft in

Congo, maar dat die zeker niet van alle tijden is. Sterker nog, volgens hem was de mentaliteit

vroeger eerder omgekeerd:

“In the past, students were under pressure from their families to return to Congo after

having been awarded their diplomas. Now they are under pressure to earn dollars or

Euros abroad and send money home.”67

Maar we willen hier toch enkele nuances aanbrengen. Eerst en vooral zijn er op elke

algemene regel uitzonderingen en dat is voor deze regel niet anders. Ook in de jaren ’90

waren er Zaïrese studenten die na hun studies uit België terugkeerden. Ten tweede lijkt de

algemene tendens om in België te blijven geen fenomeen van alle tijden te zijn. Zoals we

eerder al zagen gaf een respondent die in 1984 naar Zaïre terugkeerde nog aan dat hij

behoorde tot “une génération qui allait pour les études et pour revenir au pays, pour

travailler au pays”.68 Nog een andere respondent, die in 1971 naar Zaïre terugkeerde, geeft

ook zijn visie op het mentaliteitsverschil van de Congolese studiemigranten vroeger en nu:

“ Je ne sais pas aujourd'hui, comme il y a beaucoup des gens, des congolais, qui vont là-

bas et qui font n'importe quoi; mais nous, quand nous partions là-bas (en 1961, SDS),

c'était vraiment pour des buts biens précis. On allait étudier et il fallait retourner. Nous

retournions pour venir distribuer ce que nous avons reçu là-bas aux autres en Afrique.”69

67 Theodore Trefon, "Changing Patterns of Solidarity in Kinshasa," Caderno de Estudos Africanos, no. 3 (2002):

98. 68 Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010. 69 Interview met Gaston Mpiutu, 1936, professor en rector. Kinshasa, 06-12-2010.

Page 84: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

Deel 2

De impact van de studies in België

Page 85: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

75

Hoofdstuk 3

De professionele impact

Nous sommes passés dans une école de formation

académique professionnelle, et même de la vie, qui

nous a beaucoup servi dans notre vie professionnelle.1

Wanneer we het hebben over de impact van de Belgische studies op het leven van de Anciens

de Belgique, moeten we het onder andere hebben over de impact op hun professionele leven.

Zoals we in het vorige hoofdstuk gezien hebben, was de carrière voor velen een drijfveer om

na hun studies in België onmiddellijk terug te keren naar Congo. De vraag die we ons moeten

stellen is of een Belgisch diploma voor de Congolezen een voordeel betekende op de

arbeidsmarkt ten opzichte van een diploma van een van de Congolese universiteiten.

In dit hoofdstuk zullen we dit trachten te achterhalen door in een breder kader het

professionele leven van de Anciens de Belgique te analyseren. Het eerste wat we daarbij

moeten doen, is kijken welke carrière zij hebben gehad. Met andere woorden, in welke

professionele sfeer (publiek of privaat) zijn de Anciens de Belgique terechtgekomen? Het

antwoord op deze vraag zal ook voor een stuk inzicht geven in de effectiviteit van het

beurzenprogramma dat sinds 1960 op poten werd gezet.

In het tweede luik van dit hoofdstuk zullen we de eventuele moeilijkheden belichten die

een Belgisch diploma met zich meebrengt op professioneel vlak. Daarbij denken we in de

eerste plaats aan de aanpassingsmoeilijkheden. De Ancien de Belgique heeft immers

gestudeerd in België, maar moet zijn kennis in de praktijk omzetten in Congo. Uiteraard delen

België en Congo een gemeenschappelijk stukje geschiedenis en zullen er dus overeenkomsten

zijn tussen beide landen op het vlak van de professionele sfeer. Toch kan men niet ontkennen

dat er ook grote verschillen zijn tussen beide landen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan alle inkt

1 Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010.

Page 86: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

76

die al is gevloeid over de bureaucratie in Afrika. Een van de bekendste auteurs rond dit

onderwerp is waarschijnlijk Patrick Chabal die, samen met Jean-Pascal Daloz, beweert dat de

bureaucratie in Afrika wezenlijk verschilt van die in het ‘westen’. Volgens de auteurs is er in

Afrika geen duidelijke scheiding tussen publieke en private sfeer, wat leidt tot een

‘neopatrimonialistisch systeem’ (afgeleid van de typologie van Weber), waarin bijvoorbeeld

publieke goederen voor private doeleinden gebruikt worden.2 Men kan zich dus voorstellen

dat de realiteit van het werken in de Afrikaanse/Congolese bureaucratie ver verwijderd ligt

van de theoretische inzichten die men hierover in België krijgt aangeleerd.

3.1 De carrièremogelijkheden na de terugkeer uit België

3.1.1 Publiek vs. privaat

We hebben het al verschillende keren aangehaald, maar de doelstelling van het Belgische

beurzenprogramma voor studenten uit ontwikkelingslanden was het voorzien van hoog

opgeleide mankrachten voor de publieke en private sector in die landen. Als we Kimwanga en

Moens moeten geloven is het grootste deel van de Anciens de Belgique – toch in de jaren ’90,

de door hen bestudeerde periode – in de publieke sector beland. Meer specifiek is het grootste

deel enerzijds in de universiteiten en de instellingen voor hoger onderwijs terecht gekomen,

anderzijds waren ook de overheidsbedrijven een populaire bestemming.3 Deze bevinding komt

ook overeen met de database van respondenten voor dit onderzoek. Tabel 3.1 toont aan dat het

overgrote deel van de respondenten zijn of haar carrière gemaakt heeft in de publieke sector.

Natuurlijk is een steekproef van 28 personen niet echt representatief, maar de ervaring leert

dat het zeer gemakkelijk is om Anciens de Belgique terug te vinden op de verschillende

universiteiten in Kinshasa. Zo werd er voor dit onderzoek bijvoorbeeld een lijst opgesteld van

Anciens de Belgique die werken aan de UNIKIN. Hoewel deze lijst verre van exhaustief is,

2 Patrick Chabal en Jean-Pascal Daloz, Africa Works: Disorder as Political Instrument, African Issues (Londen:

International African Institute, 1999). 3 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 23-24.

Page 87: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De professionele impact

77

telt zij toch al vijftien namen. Daarentegen is het veel moeilijker om respondenten te

sprokkelen uit de private sector.

Tabel 3.1. Verdeling van de respondenten volgens beroep.4

Beroep Aantal Procent

Academisch 18 47,37

Nationale politiek 9 23,68

Private sector 5 13,16

Advocaat 4 10,53

Arts 1 2,63

Priester 1 2,63

TOTAAL 38 100,00

We hebben wel de ledenlijst van de UAE, die we reeds eerder hebben gebruikt en die toch

een wat grotere steekproef oplevert. Natuurlijk blijven alle voorgaande opmerkingen over de

representativiteit van die lijst ook hier geldig: enkel oud-studenten van de ULB die bovendien

lid zijn geworden van de vereniging zijn hierin opgenomen. Het is ook zo dat niet bij elk lid

het beroep vermeld wordt. Maar toch bieden de beschikbare gegevens ons een interessant

resultaat (zie tabel 3.2). Deze gegevens maken eveneens duidelijk dat de publieke sector een

populaire bestemming is voor de Anciens de Belgique. Binnen die publieke sector lijken

vooral de publieke bedrijven te zorgen voor een grote tewerkstelling onder de oud-studenten

van de ULB. In tegenstelling tot de steekproef van de respondenten zijn er onder de leden van

de UAE procentueel minder academici te vinden dan politici en werknemers uit

staatsbedrijven. Iets meer dan een derde van de leden zijn tewerkgesteld in de private sector,

met het overgrote deel in de ‘zakenwereld’ (bedrijven, banken, industrie, …). Wat we,

ondanks de beperkte representativiteit van deze gegevens, voorzichtig kunnen stellen is dat de

meeste Anciens de Belgique inderdaad in de publieke sector terechtkomen en dat zij

procentueel gezien minder vaak in de private sector belanden, hoewel de zakenwereld, apart

beschouwd, de tweede populairste bestemming is voor de Anciens de Belgique. Dat leert ons

dat de steekproef van respondenten die voor dit onderzoek werd gebruikt mogelijk een

4 Hoewel er maar 28 respondenten werden geïnterviewd, komen we aan een totaal van 33. Dat is te wijten aan

twee zaken: ten eerste zijn in de tabel zowel de huidige als de vroegere jobs van de respondenten opgenomen en

ten tweede is het zo dat heel wat geïnterviewden meer dan een job uitoefenen.

Page 88: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

78

vertekening toont in het feit dat de academici oververtegenwoordigd zijn, terwijl de

‘zakenmensen’ ondervertegenwoordigd zijn.

Tabel 3.2. Verdeling van de leden van de UAE volgens beroep.5

Beroep Aantal Procent

Publieke sector

Politiek 36 18,27

Academische sector 28 14,21

Overheidsbedrijven 47 23,86

Totaal 111 56,35

Juridische sector 15 7,61

Private sector

Zakenwereld 41 20,81

Zelfstandig 8 4,06

Medische instellingen 12 6,09

Onderzoeksinstelling 1 0,51

NGO's 9 4,57

Totaal 71 36,04

Totaal 197

Wat we echter vaak zien bij de respondenten is het combineren van academische en

politieke jobs. Dat kan enerzijds verklaard worden door de expertise die academici hebben

over bepaalde onderwerpen. Dat geldt zeker wanneer men in België gestudeerd heeft in een

studiedomein dat in Congo nog niet zo sterk was uitgewerkt of nog niet bestond. Zo werd

bijvoorbeeld Jacques Kazadi door Mobutu opgeroepen om voor hem te werken, aangezien hij

een van de eerste Zaïrese doctors in de economie was.6 Een andere reden is eerder financieel

en heeft te maken met de achteruitgang van de universiteiten en het beperkte

onderwijsbudget. Zoals de volgende respondent, die in 1980 terugkwam uit België,

5 Union des Anciens Etudiants de l’U.L.B. – section Congo. Liste des members. Meest recente versie in

december 2010. 6 Interview met Jacques Kazadi, 1936, professor emeritus. Kinshasa, 07-12-2010.

Page 89: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De professionele impact

79

verduidelijkt: “… dans ce pays, si vous ne faites pas ça (des activités extra-académiques,

SDS)... L'université ne sera pas en mesure de vous nourrir.”7

Naast de academische sector is onder de respondenten – maar ook bijvoorbeeld onder de

leden van de UAE – het terrein van de politiek altijd sterk in trek geweest. Toen Lumumba in

1960 het eerste kabinet van het onafhankelijke Congo vormde, waren er al drie leden die een

Belgisch diploma op zak hadden.8 Vandaag de dag zijn er in de nationale politiek nog steeds

heel wat Anciens de Belgique terug te vinden. Hier is het boek van Jean Omasombo een zeer

interessante bron. Nog even kort: in zijn werk “Biographies des acteurs de la Troisième

République” vinden we de biografieën terug van de belangrijkste politieke figuren uit de

Derde Republiek (1997-heden). Van de 1068 actoren uit de Congolese nationale politiek die

in het boek worden opgelijst, zijn er maar liefst 125 Anciens de Belgique, wat overeenkomt

met een percentage van 11,7%.9 Dat er veel meer Anciens de Belgique in de publieke sector

werken, hoeft ook niet te verwonderen als we bekijken wat zij gestudeerd hebben. Zoals we

op grafieken 2.4 en 2.5 konden zien behoorden politieke en sociale wetenschappen, alsook

rechten tot de populairste richtingen. Dit zijn ideale richtingen voor een tewerkstelling in de

publieke sector.

3.1.2 Het voordeel van een Belgisch diploma op de arbeidsmarkt

Alles lijkt erop te wijzen dat de Anciens de Belgique, eens terug in Congo, redelijk goede

kansen hebben op de arbeidsmarkt. Dat kan natuurlijk gemakkelijk verklaard worden.

Aangezien zij in België waren om te studeren, komen zij terug met een diploma en is hun

waarde op de arbeidsmarkt uiteraard gestegen. Zeker wanneer men een opleiding gevolgd

heeft die in Congo nog niet bestaat en men, zoals de hogerop vermelde Jacques Kazadi, een

van de eerste Congolezen is met een specifiek diploma. Maar er zijn ook voldoende

aanwijzingen dat een Belgisch diploma hoger gewaardeerd wordt dan een Congolees diploma.

Verschillende respondenten geven aan dat niet alleen het diploma hen geholpen heeft op de

arbeidsmarkt, maar ook het feit dat dat diploma Belgisch was:

7 Interview met Raphaël Nyabirungu, 1947, professor, advocaat en nationaal afgevaardigde. Kinshasa, 23-12-

2010. 8 Rideout, "Education and Elites", 398-99. 9 Omasombo, République Démocratique du Congo.

Page 90: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

80

“Une fois terminé en Europe, on rentrait en force; on pouvait avoir des postes plus

facilement, puisque vous avez - et ça c'est certain - un plus par rapport à ceux qui sont

sur le plan local. Ca c'est une évidence.”10

Dat voordeel lijkt niet echt tijdsgebonden te zijn. Zowel de eerste Anciens de Belgique als

de meer recente geven aan dat hun studies in België hen geholpen hebben op professioneel

vlak. Het is echter via interviews niet altijd eenvoudig om te achterhalen in hoeverre het feit

dat hun diploma Belgisch was, heeft doorgewogen in hun succes op professioneel vlak. Toch

geven velen aan dat zij zelf denken dat een Belgisch diploma een zeker voordeel biedt ten

opzichte van een Congolees diploma. Dat heeft natuurlijk weer alles te maken met de

kwaliteit van het hoger onderwijs in Congo. Diegenen die in de jaren ’60 en ’70 in België

gestudeerd hebben, geven aan dat er in Congo nog niet dezelfde mogelijkheden bestonden dan

in België, omdat het universitair onderwijs nog in haar kinderschoenen stond. Diegenen die

later naar België vertrokken zijn, duiden voornamelijk de achteruitgang van het onderwijs in

Congo aan als de belangrijkste verklaring voor het kwaliteitsverschil met België. Hoe het ook

zij, er lijkt altijd een dispariteit te hebben bestaan tussen de Congolese en de Belgische

universiteiten, wat de Anciens de Belgique toch een zeker voordeel heeft gegeven:

“Alors, sur le plan intellectuel – la formation – vous avez toujours un plus, parce que

c'est l'Europe qui fournit le savoir. Peut-être parce que nous n'avons pas encore les

moyens techniques, les moyens financiers qui puissent permettre d'arriver à ce niveau

là. Parce que lorsque les conditions de vie, nos conditions de travail, ne permettent pas

de réaliser le travail comme il faut, je vous assure, il y aura toujours cette disparité entre

deux chercheurs qui ont subi la même formation, mais ayant des contextes de travail

différents.”11

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de Anciens de Belgique zichzelf als intelligenter of

superieur beschouwen ten opzichte van de Congolezen die in Congo gestudeerd hebben of

zelfs dat zij denken dat zij beter gevormd zijn. Het betreft hier enkel hun perceptie van de

kansen die zij hebben gekregen op het vlak van opleiding en de gevolgen die dit voor hen

heeft gehad op hun professionele leven. De volgende respondent doet daar een interessante

uitspraak over:

10 Interview met Sala Fuku, 1956, professor. Kinshasa, 06-12-2010. 11 Interview met Sala Fuku, 1956, professor. Kinshasa, 06-12-2010.

Page 91: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De professionele impact

81

“Ce sont les entreprises étrangères qui pensent que celui qui est formé en Belgique est

mieux formé que celui qui est formé ici. Alors ils pratiquent une discrimination sur le

plan salarial et là nous ne sommes pas d’accord. Ah non, il faut voir la personne sur ses

compétences, le mérite et pas le fait d’avoir fait des études aux Etats-Unis ou en

Europe.”12

In de buitenlandse bedrijven zou er dus een discriminatie bestaan tegenover de Congolezen

die in een lokale universiteit gestudeerd hebben. Dat is echter niet zo in de academische

sector. Daar geven de respondenten aan dat elk diploma gelijk is, ook al zeggen velen dat zij

nu hun studies in België redelijk snel van assistent tot professor geëvolueerd zijn.

Hoe het ook zij, het is voor de meeste respondenten duidelijk dat een Belgisch diploma

voornamelijk positieve gevolgen heeft op professioneel vlak.

“… vous êtes venu ici dans un marché de l'emploi où vous rentrez facilement, vous êtes

facilement engagé. Je ne connais pas beaucoup de gens qui sont venus de la Belgique

avec des bons diplômes et qui sont au chômage.”13

Toch zouden ze bestaan, Anciens de Belgique met “goede diploma’s”, maar niettemin

werkloos. Dat moet waarschijnlijk in verband gebracht worden met de moeilijkheden die

sommige Congolezen na hun studies in België ondervinden wanneer zij zich op de Congolese

arbeidsmarkt werpen.

3.2 Moeilijkheden op professioneel vlak

Ook Kimwanga en Moens besluiten dat een Belgisch diploma een pluspunt is op de

Congolese arbeidsmarkt, maar zij hebben het daarnaast ook over de moeilijkheden die er mee

gepaard gaan:

“Si, en termes … professionnels, le boursier jouit d’un certain prestige et d’une

reconnaissance de ses compétences par ses collègues, son insertion professionnelle reste

12 Interview met Jérôme Makwala, 1936, professor. Kinshasa, 10-11-2010. 13 Interview met Roger Kasongo, 1956, chirurg. Kinshasa, 03-12-2010.

Page 92: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

82

difficile à réaliser même s’il est bien souvent un fonctionnaire retrouvant son affectation

(rarement son poste). Quasi tous conservent la fonction publique comme principal

horizon; dans ce contexte, où le secteur privé n’a de raison d’être que comme

enrichissement personnel devant permettre la promotion des descendants directs du

boursier, la déliquescence de l’état en République démocratique du Congo … leur pose

de sérieux problèmes de réinsertion.”14

Wat de auteurs daarmee bedoelen wordt later verduidelijkt. Zij schetsen een beeld van

Congo als een land waar de staat zo goed als volledig afwezig is. De Anciens de Belgique,

eenmaal terug in Congo, komen terecht in de vervallen gebouwen van de ambtenarij en de

onderwijsinstelling. Deze instellingen worden geteisterd door een overvloed aan personeel dat

zo goed als werkloos is en dat op die manier volledig gedemotiveerd raakt. Niettemin

benadrukken de Anciens de Belgique die door de auteurs geïnterviewd werden wel hun eigen

belang in de ontwikkeling van hun land, onder het motto "si on fuit, qui va bâtir ce pays?"15

De vraag is of deze paradox ook terug te vinden is bij onze respondenten: demotivatie

enerzijds, maar strijdlust en een soort nationalisme anderzijds. In zekere mate is dat wel het

geval. Onder de respondenten bevinden zich bijvoorbeeld verschillende professoren die ouder

zijn dan 70 jaar. Zij beklagen zich over het feit dat ze op deze leeftijd nog moeten werken.

Immers, aangezien de staat het onderwijs amper nog financiert, worden er zo goed als geen

pensioenen betaald aan academici en moeten zij dus noodgedwongen blijven werken tot zij er

letterlijk bij neervallen. Het is zo dat onder de Anciens de Belgique die in het onderwijs

beland zijn heel wat kritiek te horen is op de lage lonen en de moeilijke werkomstandigheden.

Maar ondanks de kritiek en de klachten die de Anciens de Belgique uiten en de moeilijke

omstandigheden waarin zij moeten werken, zijn zij trots op wat zij doen en vinden zij dat wat

zij doen ook in mindere of meerdere mate belangrijk is. De analyse van Kimwanga en Moens

lijkt dus grotendeels stand te houden wanneer zij getoetst wordt aan onze groep van

respondenten en lijkt dus ook te gelden voor diegenen die voor de jaren ’90 in België

gestudeerd hebben. Niettemin moet de analyse iets minder scherp gesteld worden: van een

algemene demotivatie lijkt bij de respondenten immers geen sprake te zijn. Het lijkt eerder zo

dat zij zich trachten aan te passen aan de moeilijke omstandigheden en er het beste van willen

maken.

14 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 7. 15 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 24.

Page 93: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De professionele impact

83

Maar een aanpassing lijkt toch noodzakelijk. Het valt immers niet te ontkennen dat er grote

verschillen zijn tussen Congo en België. Wanneer de Anciens de Belgique terugkomen van

België worden zij geconfronteerd met deze verschillen en dat kan in sommige gevallen zorgen

voor aanpassingsmoeilijkheden.

3.2.1 Aanpassing op professioneel niveau

De aanpassingsmoeilijkheden waarmee de Anciens de Belgique te kampen hebben bij

terugkeer naar Congo zijn van diverse aard. Eerst en vooral moeten we opmerken dat we niet

altijd over ‘moeilijkheden’ kunnen spreken. Soms is het zo dat men zich wel moet aanpassen,

maar dat die aanpassing op zich eigenlijk weinig moeilijkheden met zich meebrengt. Ten

tweede is het opvallend dat zowel de eerste generatie Anciens de Belgique als diegenen die

pas in de jaren ’90 zijn teruggekeerd zich moeten aanpassen op verschillende vlakken.

Zo is er bijvoorbeeld de aanpassing op materieel vlak, die we zeker terugvinden bij de

academici, maar ook bijvoorbeeld bij artsen. In België hebben de Anciens de Belgique zich

vaak gespecialiseerd met de meest moderne technologie. Maar wanneer zij in Congo

terugkomen is diezelfde technologie niet voor handen en moeten zij zich zien te redden met

minder geavanceerde middelen. Deze aanpassing is uiteraard het gevolg van het feit dat

Congo nooit dezelfde technologie op dezelfde schaal ter beschikking gehad heeft als België.

Daarom is deze aanpassing niet tijdsgebonden.

Een tweede aanpassing die moet gebeuren, is een aanpassing binnen het eigen

studiedomein. Wanneer een Congolese student in België bijvoorbeeld rechten studeert en

vervolgens naar Congo terugkeert om daar advocaat of rechter te worden, komt hij in een

rechtssysteem terecht dat toch enigszins anders is. Maar ook hier geven de respondenten aan

dat het niet echt over een ‘aanpassingsmoeilijkheid’ gaat. De redenering is immers dat men in

België een goede opleiding heeft gekregen en dus een goede basis heeft, waardoor er weinig

problemen zijn om zich aan te passen. Bovendien speelt ook de historische band tussen België

en Congo hier volgens sommigen een rol. Zo is er bijvoorbeeld een respondent die stelt dat

het recht in Congo ongeveer gelijk is aan het Belgisch recht van vroeger en dat het gewoon

minder geëvolueerd is:

“Moi je suis donc juriste. C'est vrai que j'ai dû me réadapter pour par exemple apprendre

les matières du droit spécifiquement congolais. Mais c'est plus une démarche

d'adaptation par rapport aux certains domaines du droit qui n'étaient pas aussi

Page 94: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

84

développés. Par exemple la matière au droit de sociétés: ici ce n'était pas très développé.

… C'était le droit belge d'il y a près de 100 ans. Mais toute l'organisation de la société

du droit de secret compagnie, je l'avais apprise en Belgique, donc je n'ai pas eu

beaucoup de mal. J'ai dû m'adapter, mais ce n’était pas très compliqué.”16

De aanpassing binnen het eigen studiedomein is er trouwens niet altijd volgens sommige

respondenten, zeker niet wanneer men in Congo in het hoger onderwijs belandt. De curricula

in België en Congo zijn voor veel domeinen namelijk zeer gelijkaardig. Daarnaast is ook de

manier van lesgeven bijvoorbeeld zeer gelijkaardig.17 Bovendien is het zo dat verschillende

Anciens de Belgique in Congo reeds als assistent werkten voor zij naar België vertrokken. Zij

waren dus al vertrouwd met de werkomstandigheden in Congo en het was voor hen dan ook

niet al te moeilijk om zich na hun terugkeer opnieuw aan te passen.

Daarnaast lijkt er ook een belangrijk verschil te zijn tussen de publieke en de private

sector. Diegenen die in de publieke sector zijn beland, voornamelijk de academici, lijken zich

zonder al te veel problemen aan te passen. Daarentegen lijkt het erop dat diegenen die in de

private sector zijn terechtgekomen zich veel moeilijker kunnen aanpassen. Zij hebben

moeilijkheden om zich aan te passen aan de werkomstandigheden in Congo om diverse

redenen. Zo is er bijvoorbeeld het gebrek aan meritocratie:

“ Il faut s'intégrer ici. Ce n'est pas toujours le même état d'esprit. Je ne dis pas qu'en

Belgique c'est parfait, mais enfin, disons qu'il y a quand-même une notion de

méritocratie, donc il y a une notion de compétence.”18

Iemand anders klaagt dan weer over de Congolese werkkrachten:

“ Ce qui est difficile ici c'est la gestion des hommes. Dans mon métier vous trouvez de

moins en moins ... des gens qui sont techniques. Donc il faut toujours être là pour

apprendre l'a b c aux gens et ça, ça devient pénible, parce que vous ne faites plus

beaucoup de réflexions, vous devez toujours être là pour montrer, parce qu'il y a de

moins en moins des gens de métier. Ca c'est une triste réalité. Et alors, le problème aussi

16 Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010. 17 Interview met Fidèle Lungungu, 1944, professor. Kinshasa, 17-12-2010. 18 Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010.

Page 95: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De professionele impact

85

c'est que quand on prend des gens, on les forme, toute suite ils partent ailleurs, parce

qu'ils trouvent que vous ne payez pas. C'est tout ça. [Il faut] toujours recommencer.”19

Wat duidelijk opvalt is dat, terwijl bijvoorbeeld de professoren zich neerleggen bij de

omstandigheden waarin zij moeten werken in Congo en er het beste van trachten te maken,

sommige Anciens de Belgique in de private sector krampachtig blijven vasthouden aan de

omstandigheden die zij in België hebben gekend. Die spanning is er echter niet altijd, omdat

sommigen in Europese of Amerikaanse bedrijven terechtkomen, waar voornamelijk

‘westerlingen’ werken. Omgekeerd voelde een respondent zich niet thuis in een bedrijf waar

voornamelijk Congolezen werkten en daarom nam hij zijn ontslag. Zijn volgende job in een

Amerikaans bedrijf met voornamelijk Amerikaanse collega’s vergde daarentegen veel minder

aanpassingen. 20

Een laatste aanpassingsmoeilijkheid die zowel door respondenten uit de publieke als uit de

private sector werd gerapporteerd en die wel tijdsgebonden is, heeft te maken met het salaris

in Congo. We hebben het al gehad over de economische situatie in Congo en hoe die na 1974

volledig ineenstortte. Dat heeft duidelijk ook zijn weerslag gehad op de salarissen, wat voor

vele Anciens de Belgique niet gemakkelijk was. Daardoor kwamen zij namelijk in een situatie

terecht waarbij zij in Congo minder financiële middelen hadden dan dat zij in België hadden:

“Les choses sont devenues précaires. Il y en a même qui regrettent d'être revenus pour

travailler ici, parce que les salaires que nous avons ici, ce n'est pas un salaire. … A

l'époque les salaires étaient bons, comme j'étais secrétaire générale académique, bon, il

y avait quelques primes qui suffisaient que je puisse construire une maison. Mais

aujourd'hui ça devient vraiment difficile.”21

Ook dit is een van de vele verklarende factoren voor het feit dat vandaag de dag veel

Congolezen na hun studies in België blijven en niet naar hun land terugkeren.

Al bij al moeten de Anciens de Belgique na hun terugkeer naar Congo zich op

professioneel vlak op vele manieren aanpassen. Voor sommigen gaat dat zonder al te veel

moeilijkheden. Dat geldt in het bijzonder voor de academici en zeker voor diegenen die voor

hun vertrek naar België al werkervaring hadden in Congo. Anderen hebben het veel

19 Interview met Stéphane Kabasu, 1949, Algemeen directeur van “Metalpro”. Kinshasa, 08-11-2010. 20 Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010. 21 Interview met Gaston Mpiutu, 1936, professor en rector. Kinshasa, 06-12-2010.

Page 96: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

�؏

De “Anciens de Belgique” in de DRC

86

moeilijker om zich aan te passen aan de werkomstandigheden in Congo. Dit laatste geldt

voornamelijk voor diegenen die in de private sector belanden, wat in sommige gevallen kan

leiden tot een soort vervreemding wanneer de Ancien de Belgique weigert om zich aan te

passen. Hoe het ook zij, door alle Anciens de Belgique moeten er op professioneel vlak

inspanningen gedaan worden om zich te adapteren en diegenen die daar niet in slagen, vinden

maar moeilijk hun weg op de Congolese arbeidsmarkt. We hebben in de inleiding reeds

aangehaald dat we zo goed als geen informatie hebben over de Anciens de Belgique die op

professioneel vlak onsuccesvol waren. Een responent gaf echter volgend inzicht mee:

“Vous évoluez dans un environnement où les choses sont organisées finalement moins

compliquées. Et ici vous arrivez: c'est une véritable jungle - sans jeux de mots - où il y a

des personnes qui ont perdu pied, des gens capables, compétents, qui ont perdu pied,

parce qu'en fait, l'environnement est tout à fait différent. L'adaptation était très difficile

pour beaucoup des anciens d'Europe.”22

Dat brengt ons meteen bij het volgend hoofdstuk. Want niet enkel op professioneel vlak

moet de Ancien de Belgique zich aanpassen na de terugkeer naar Congo. Ook op sociaal vlak

staat een studieverblijf in België garant voor een aantal veranderingen.

22 Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010.

Page 97: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

87

Hoofdstuk 4

De sociale impact

Il est … constaté que les ressortissants des ex-pays

coloniaux se rendent en général vers leurs anciennes

métropoles pour obtenir assistance sous toutes ses

formes. Si l’enseignement n’est pas assez développé

dans leur propre pays, on se rend surtout chez les “ex-

patrons” pour s’instruire davantage. De ce lien

historique est né également le désir, pour la majorité

des congolais surtout, de se rendre au moins une fois

en Belgique. C’est devenu un signe de “standing” au

Congo.1

Nu we de impact van de Belgische studies op het professionele leven van de Anciens de

Belgique hebben besproken, is het tijd om de impact op het sociale leven te belichten. De

literatuur geeft aan dat een Belgisch diploma een zeker prestige geeft aan de Anciens de

Belgique. Zoals Kimwanga en Moens stellen:

“[L]es études qu’ils ont effectuées en Belgique leur apportent considération, parfois

même prestige, au sein de leur société et de leur famille élargie. Cependant, ce prestige

est autant lié à la représentation dont l’Occident est le véhicule qu’à la valeur

intrinsèque de la formation elle-même; leur reconnaissance est celle dédiée à l’émigré

au Nord.”2

Als we bovenstaand citaat mogen geloven, heeft dat prestige dus meerdere facetten en

vooral meerdere oorzaken. Maar eerst zullen we moeten onderzoeken of dit prestige wel

1 ARA – -5B 52.010/4-52.017/2, nr. 187. Office des étrangers, Archives des années 1950-1970, Etudiants

généralités, 1970-1971, 1. 2 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 6.

Page 98: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

88

degelijk bestaat en of dit ook vroeger altijd bestaan heeft. Pas daarna kunnen we nagaan hoe

die bijzondere status zich al dan niet manifesteert.

In het citaat van Kimwanga en Moens wordt ook gewag gemaakt van een prestige bij de

familie. We zullen dan ook een blik werpen op het familiale leven van de Anciens de

Belgique, waarbij we onderzoeken of het prestige ook op dit vlak zijn effect heeft. Ook hier

gaan we natuurlijk op zoek naar een evolutie in de tijd. Des te meer omdat volgens

verschillende auteurs de familiale solidariteit in Kinshasa de laatste tijd een transformatie

ondergaat. Er zou spraken zijn van een afbrokkeling van de oude systemen van solidariteit,

die steeds meer gekenmerkt worden door pragmatisme en te lijden hebben onder een groeiend

individualisme.3 Het is dus interessant om na te gaan of die evolutie in de tijd ook

weerspiegeld wordt in de ervaringen van de Anciens de Belgique.

In het derde deel zullen we het hebben over de eventuele aanpassingsmoeilijkheden van de

Anciens de Belgique eens terug in Congo. We hebben in het vorig hoofdstuk al de aanpassing

op professioneel vlak besproken; hier bespreken we de aanpassing op sociaal vlak. Daarbij

gaan we er van uit dat niet enkel het professionele leven in Congo grondig verschilt van dat in

België, maar ook het gewone, dagelijkse leven en dat dit enige adaptatie vergt voor iemand

die lange tijd in België verbleven heeft.

Ten slotte zullen we het ook kort hebben over de netwerken van Anciens de Belgique die in

Congo werden gevormd. Daarbij doelen we op de verenigingen die ontstaan onder de vorm

van oud-studentenverenigingen. Voor elke grote Belgische universiteit bestaat er immers een

oud-studentenvereniging in Congo. Het is interessant om te zien welke rol deze verenigingen

spelen en of zij misschien een bepaalde vorm van steun bieden voor de Anciens de Belgique.

4.1 Status en prestige

Wat we hier willen onderzoeken is of de Anciens de Belgique een zeker prestige genieten in

Congo omdat ze gestudeerd hebben in België. Als we de literatuur mogen geloven is er sinds

de jaren ’90 inderdaad sprake van een dergelijke bijzondere sociale status. Zoals we reeds

3 Theodore Trefon, "Introduction: Reinventing Order," in Reinventing Order in the Congo: How People Respond

to State Failure in Kinshasa, ed. Theodore Trefon (Londen: Zed Books, 2004), 9-10.

Page 99: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De sociale impact

89

gezien hebben is dit prestige volgens Kimwanga en Moens “lié à la représentation dont

l’Occident est le véhicule qu’à la valeur intrinsèque de la formation elle-même”.4 Dat is een

interessante uitspraak. Immers, als de representatie van het westen en de perceptie van de

kwaliteit van het onderwijs in België onderhevig geweest zijn aan een evolutie sinds de

onafhankelijkheid van Congo, dan zou ook het prestige dat samenhangt met het volgen van

een opleiding in België een veranderlijk gegeven moeten zijn. Meer nog: we kunnen ons zelfs

afvragen of dat prestige er wel altijd geweest is.

Wat betreft de perceptie van de kwaliteit van het onderwijs in België kunnen we eigenlijk

verwijzen naar wat we daarover in hoofdstuk twee gezegd hebben. Kort samengevat:

aangezien de Belgen veel te laat begonnen zijn met het invoeren van hoger onderwijs in

Congo, aanzag de Congolese bevolking reeds sinds het begin van het onafhankelijke Congo

het hoger onderwijs in België als kwalitatief hoogstander, aangezien het materieel gezien veel

sterker was uitgebouwd dan in Congo zelf. Die visie is blijven bestaan en is daarenboven nog

versterkt door de aftakeling van het hoger onderwijs in Congo zelf. Die aftakeling begon

eigenlijk al in de jaren ’70, wanneer volgens Zana Etambala de intellectuelen door Mobutu en

zijn Zaïrisatie werden gemuilkorfd.

“… intussen brokkelde het prestige van de universiteit zelf af. Dynamische mensen

kregen het steeds moeilijker om op een ernstige manier aan wetenschappelijk onderzoek

te doen. Een wat té kritische noot tegenover de nieuwe politiek bemoeilijkte ook hun

situatie.”5

De grote problemen begonnen, zoals we gezien hebben, in de jaren ’80, wanneer de

verwaarlozing van de publieke sector begon en het budget voor onderwijs stilaan begon op te

drogen. Die aftakeling van het onderwijs in Congo zorgde voor een positief beeld van het

onderwijs in België.

Wat betreft de perceptie van het westen – of meer precies België – in Congo is het

moeilijker om algemene uitspraken te doen. Toch lijkt het logisch dat die perceptie in 1960

niet dezelfde was als in de jaren ’90. Wanneer een land onafhankelijk wordt, zijn de

verwachtingen meestal hoog gespannen. Het lijkt dan ook logisch dat er op dat moment

vooral een gevoel heerst van fierheid over de eigen pasgeboren natie en dat de bevolking niet

4 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 6. 5 Etambala, Het Zaïre van Mobutu, 75.

Page 100: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

90

zeer positief staat tegenover de ex-kolonisator. Dat zien we bijvoorbeeld in de toespraak die

Patrice Lumumba gaf op de dag van de onafhankelijkheid van Congo:

“Ce que fut notre sort en 80 ans de régime colonial, nos blessures sont trop fraîches et

trop douloureuses encore pour que nous puissions les chasser de notre mémoire; Nous

avons connu le travail harassant, exigé en échange de salaires qui ne nous permettaient

ni de manger à notre faim; ni de nous vêtir ou nous loger décemment, ni d’élever nos

enfants comme des êtres chers. … Tout cela, mes frères, nous en avons profondément

souffert. Mais tout cela aussi, nous que le vote de vos représentants élus a agréés pour

diriger notre cher pays, nous qui avons souffert dans notre corps et dans notre cœur de

l’oppression colonialiste, nous vous le disons tout haut, tout cela est désormais fini.”6

Dat staat in fel contrast met het idee dat nu bij vele Congolezen leeft. Dat heeft natuurlijk

alles te maken met de toestand van het land en de miserabele levensomstandigheden van een

zeer groot deel van de bevolking. Dat leidt er zelfs toe dat men vandaag in Kinshasa

Congolezen kan tegenkomen die met een gevoel van nostalgie terugkijken op de koloniale

periode. Zij beschouwen deze periode als een tijd waarin het leven wel goed was. Zeker bij de

oudere generatie in Congo hoort men hier en daar de verzuchting dat de Belgen hen in de

steek gelaten hebben; nu het zo slecht gaat, nu ze de hulp echt nodig hebben, zijn zij er niet.

Europa is, zeker sinds de jaren ’80, in de perceptie van vele Congolezen een soort paradijs

geworden waar het succes voor het rapen ligt.7

Nu rest enkel nog de vraag of dit alles ook weerspiegeld wordt in een evolutie van het

prestige dat gepaard gaat met het bezitten van een diploma van een Belgische universiteit. Als

we afgaan op wat de respondenten aangeven, lijkt dat op het eerste zicht inderdaad zo te zijn.

Aanvankelijk, wanneer de onafhankelijkheid nog jong is en in de eerste, relatief voorspoedige

jaren van het Mobutu-regime, lijkt er nog niet echt sprake te zijn van een sociaal prestige voor

de Anciens de Belgique. Echter, rond het einde van de jaren ’70, wanneer de economie steeds

verder instort, zien we de eerste tekenen aan de wand dat het volgen van een opleiding in

België toch een zekere weerslag heeft op de sociale status in Congo. Dat wordt alsmaar

duidelijker naarmate het slechter en slechter gaat met het onderwijs in Congo zelf. Zeker

6 Patrice Emery Lumumba. ‘Discours à la cérémonie de l’indépendance congolaise, Léopoldville’, Afrocentricité

(30/06/1960). http://www.afrocentricite.com/patrice-emery-lumumba/discours-de-lumumba-le-30-juin-1960/.

Geraadpleegd op 10-07-2011. 7 Ch. Didier Gondola, "Dream and Drama: The Search for Elegance among Congolese Youth," African Studies

Review 42, no. 1 (1999): 28.

Page 101: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De sociale impact

91

vanaf de jaren ’90, volgens Hesselbein het begin van “the road to collapse” in Congo, zien

we dat er een groot prestige gepaard gaat met het dragen van de titel “Ancien de Belgique”.8

Het sociaal prestige van de Ancien de Belgique is dus een fenomeen dat historisch gegroeid

is, min of meer evenredig met de achteruitgang van Congo. In het begin van de

onafhankelijke staat was er nog geen sprake van:

“[I]l n'y avait pas encore cette mentalité. Ca c'est la mentalité actuelle des jeunes gens

aujourd'hui. Quand on va en Europe, on doit ramener je ne sais quoi.”9

Het is pas wanneer de toestand in Congo – en in het bijzonder de toestand van het

universitair onderwijs – erop achteruit begon te gaan dat men een zeker prestige kon

verwerven door in het buitenland te studeren:

“… je sais que le doctorat belge est bien considéré ici, ça c'est vrai. Quand vous dites

que vous êtes docteur de Louvain-la-Neuve, on vous écoute avec respect. Ca c'est

certain. C'est certain.”10

Dat prestige lijkt inderdaad verbonden te zijn met de kwaliteit van het onderwijs. Zeker

sinds de jaren ’80 gaat men op zoek naar kwalitatief beter onderwijs in Europa. Maar ook het

professionele succes, zoals besproken in het vorige hoofdstuk, is een bepalende factor voor dit

prestige. Wat betreft het professionele aspect en de kwaliteit van het onderwijs kunnen we

verwijzen naar de voorgaande hoofdstukken. In hoofdstuk twee hebben we aangegeven dat de

kwaliteit van het onderwijs een van de belangrijkste redenen was voor de Congolezen om in

het buitenland te gaan studeren. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat die studies bij

terugkeer in Congo aanleiding geven tot een bevoorrechte positie op de arbeidsmarkt. Wat

echter bijzondere aandacht verdient hier, is het prestige dat verband houdt met het beeld dat

men heeft van België en het westen in het algemeen. Er bestaan in Kinshasa zelfs speciale

woorden om iemand te benoemen die in Europa verbleven heeft (Parisien) of meer in het

bijzonder in België (Belgicain). Deze woorden op zich hebben een bijzondere connotatie.

8 Hesselbein, "The Rise and Decline of the Congolese State," 15. 9 Interview met Joseph Mukinayi, 1948, professor. Kinshasa, 17-11-2010. 10 Interview met Nyabirungu

Page 102: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

92

4.1.1 De “Belgicain”

In zijn werk verklaart Bitumba nader welke lading precies gedekt wordt door deze bijzondere

woordenschat:

“Quand nous affirmons que le voyage en Europe ressemble à une épreuve initiatique

pour le migrant zaïrois, c'est surtout parce que le plus grand rêve de ce dernier est de

rentrer un jour au pays, de "faire une descente", surtout à Kinshasa. Il y a de quoi.

“Parisien” est le terme général pour désigner les migrants zaïrois en Europe. On les

appelle aussi "Mikilistes" (Les gens du monde) ou encore "Bana Lola" (Enfants du

Paradis). Quand on veut préciser que l’émigrant habite la Belgique, on l'appelle

"Belgicain" ou "Djucain". Ces termes à eux seuls confèrent un grand prestige au

migrant de retour au pays. Le voyage est perçu comme un examen dont la proclamation

a lieu au pays d'origine.”11

Het is moeilijk een eenduidig beeld te krijgen over de terminologie. Sommige

respondenten gaven aan dat Belgicain eigenlijk een pejoratieve connotatie heeft. Een

Belgicain is namelijk een algemene term voor alle Congolezen die in België gewoond hebben.

Maar dat zou nog niet meteen een positieve connotatie geven, aangezien dit nog niet

automatisch duidt op enige verwezenlijking. Met andere woorden, de titel van Belgicain zou

niet hetzelfde prestige omvatten als het bezitten van een universitair diploma uit België:

“[Belgicain,] c'est celui qui a vécu en Belgique, mais ça ne veut pas décisivement dire

qu'il a une image sociale d'un bon niveau. Tandis que un diplômé d'une université de

Belgique, ça … donne déjà un niveau social. Parce que quand on est dans le marché de

l'emploi et on vous présente un curriculum vitae avec un diplôme de médecine en

Belgique ou des spécialisations en Belgique, c'est autrement qu'un diplôme locale.”12

Volgens een andere versie is die dubbelzinnigheid opgevangen door de introductie van een

ander woord: mikiliste.

“ Le mot Belgicain a disparu quand il fallait parler des gens qui étudiaient, parce

qu’après il y a eu des vagues des Congolais qui allaient en Belgique, pas nécessairement

pour étudier. C'était plus pour aller travailler ou pour aller vivre là-bas, parce-que c'est

11 Bitumba Tipo-Tipo, Migration sud/nord, 69-70. (eigen cursief) 12 Interview met Roger Kasongo, 1956, chirurg. Kinshasa, 03-12-2010.

Page 103: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De sociale impact

93

mieux de vivre là-bas qu'ici. Alors, nous avons commencé à connaitre, mais ça c'est en

Lingala, … des mikilistes. Donc, ... les hommes vont dire que moi je suis Belgicain. Par

contre il y a d'autres, on dira: non, celui là, ce n'est pas un Belgicain, c'est un mikiliste,

simplement parce qu'il a vécu en Europe ou en Belgique, mais qu'est-ce qu'il a fait là-

bas? Aujourd'hui on ne peut pas dire qu'il a fait grande chose, alors celui là ce n'est pas

un Belgicain.”13

De term mikiliste is afkomstig van “mikili” in het Lingala, het meervoud voor “mokili”

(wereld) en synoniem voor Europa. Volgens Gondola is mikiliste sinds het begin van de jaren

’80 in de omgang – ter vervanging van Parisien – en duidt het op alle Congolese jongeren die

naar Europa getrokken zijn.14 Hoe het ook zij, al deze termen (mikiliste, Parisien, Belgicain)

lijken eerder te worden gebruikt in de sfeer van de vedetten, muzikanten en sapeurs

(Congolese jongeren die hun identiteit uitdrukken door zich overdreven uit te dossen volgens

de westerse mode).15 Ze zijn dus niet geschikt om de Anciens de Belgique mee aan te duiden,

omdat zij zich onderscheiden door hun diploma. Anderzijds is het wel zo dat zij door hun

landgenoten als Belgicain werden aanzien en dat zij dus ook deels prestige toegewezen

krijgen door het eenvoudige feit dat zij in Europa geweest zijn.

We kunnen dus besluiten dat we voor de Anciens de Belgique pas echt van een sociaal

prestige kunnen spreken vanaf het ogenblik dat de economische en politieke toestand in

Congo – en in het bijzonder de toestand van het onderwijs – erop achteruitging (dus ongeveer

vanaf de tweede helft van de jaren 1970). Dat prestige haalden de Anciens de Belgique,

althans volgens hun eigen oordeel, voornamelijk uit het feit dat zij in België gestudeerd

hebben en dus een kwaliteitsvolle opleiding genoten hebben. Dat heeft hen ook kansen

gegeven op de Congolese arbeidsmarkt en dus ook financiële garanties, wat hun prestige nog

verhoogde. Maar het prestige van de Anciens de Belgique is niet enkel afkomstig van hun

buitenlands diploma en hun verhoogde mogelijkheden op de arbeidsmarkt, maar ook deels

van het eenvoudige feit dat zij in Europa geweest zijn. Europa is voor veel Congolezen

immers, sinds de toestand in Congo erop achteruitgegaan is, “an immaculate, immense city of

13 Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010. 14 Gondola, "Dream and Drama," 28. 15 Gondola, "Dream and Drama.", Joseph Trapido, "The Political Economy of Migration and Reputation in

Kinshasa," Africa 81, no. 2 (2011).

Page 104: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

ᒰЦ

De “Anciens de Belgique” in de DRC

94

light, where magical, mechanical passageways carry people along, where fortunes are easily

made, and the climate healthy. In short, a place where the living is easy”.16

4.2 De familie

Eerder hadden we het al over het contact dat de Anciens de Belgique hadden met hun familie

tijdens hun verblijf in België. Daar hebben we al kort aangehaald dat de traditionele, familiale

solidariteit een belangrijke rol speelt. We stelden echter dat die tijdens het verblijf in België

niet zoveel druk uitoefende, omdat de Congolese studenten over het algemeen niet beschikten

over grote financiële middelen of omdat zij door hun familie zelf gesponsord werden. Maar de

druk van de familiale solidariteit wordt wel duidelijk wanneer de Anciens de Belgique

terugkomen in Congo. Eens zij zijn teruggekeerd, krijgen zij over het algemeen te maken met

een grotere druk om hulp te bieden aan de familie. Die druk is in de eerste plaats het gevolg

van de bijzondere waarde die men in Afrika aan de familie hecht en de familiale solidariteit

die nog steeds belangrijk is. Een respondent tracht het verschil met België toe te lichten:

“… en Belgique on est seul à organiser la famille. Il faut déposer les enfants à la crèche,

à l'école, prendre le métro, aller au travail et revenir et tout ça. Tandis que ici il a fallu

une adaptation parce qu’il y a la famille qui peut s'occuper des enfants. On n'est jamais

seul. Ce n'est pas la famille minimale: papa, maman, enfant. Non, la famille est plus

élargie. Il faut s'adapter. Il faut s'adapter au fait que les gens viennent te voir sans

rendez-vous. C'est la famille, c'est comme-ça. Il faut s'adapter, parce-que les gens

viennent demander de l'argent. Tu dois aider, tu dois participer aux deuils, tu dois

participer aux fêtes, plus qu'en Belgique, parce-que la famille est plus proche.”17

Maar het feit dat de Anciens de Belgique over het algemeen te maken krijgen met een grotere

familiale druk is ook het gevolg van het prestige dat zij genieten binnen de uitgebreide

familie.

16 Gondola, "Dream and Drama," 28. 17 Interview met Roger Kasongo, 1956, chirurg. Kinshasa, 03-12-2010.

Page 105: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De sociale impact

95

Ook hier hebben we al een indicatie uit het rapport van Kimwanga en Moens over hoe de

toestand in de jaren ’90 was:

“Le fait de partir en formation en Europe est porteur de beaucoup d’espoirs, au premier

rang desquels celui de sortir de la précarité ou d’avoir un pilier stable, quelqu’un sur qui

compter. … Au retour, la famille attend encore plus d’eux, elle imagine qu’ils ont

acquis des qualifications importantes qui leur permettront d’obtenir des postes de travail

plus intéressants, un salaire confortable et suffisant pour lui venir en aide de façon

récurrente.”18

Deze situatie leidt volgens de auteurs vaak tot familiale spanningen, omdat de Anciens de

Belgique vaak niet aan die hoge verwachtingen kunnen voldoen en omdat zij zich pragmatisch

opstellen: zij willen immers ook zelf kunnen overleven. Volgens de auteurs leidt dit tot

gespannen onderhandelingen met de familie en komt men zo tot een oplossing.

Wat we hier willen onderzoeken is of we de uitspraken van Kimwanga en Moens kunnen

bevestigen aan de hand van onze database van interviews en daarbij aansluitend zullen we

nagaan of die uitspraken ook gelden voor voorgaande periodes; met andere woorden, of er een

evolutie in de tijd valt waar te nemen. Daarbij baseren we ons op de stellingen van Tréfon die

we reeds eerder aanhaalden. Hij stelt het volgende:

“Solidarity systems have been designed by people as a way of compensating for the

failure of the Zaire of Mobutu and subsequently the Congo of Kabila père and fils.

[H]owever, … these systems are increasingly characterized by pragmatism and … there

is a marked rise of individualism.”19

Deze stelling kunnen we linken aan de spanningen die Kimwanga en Moens bespreken,

door te stellen dat die spanningen het gevolg zijn van een toenemend individualisme en een

afbrokkelende solidariteit. Wanneer we de ervaringen van de respondenten bekijken, kunnen

we dit deels bevestigen, in die zin dat de meeste problemen gerapporteerd worden door

diegenen die in de jaren ’80 of ’90 zijn teruggekeerd naar Congo. Daarentegen stellen we vast

dat er niet in alle gevallen een onderhandelde oplossing wordt bereikt tussen de respondenten

en zijn of haar familie. Sommigen weigeren eenvoudig om een grotere bijdrage te leveren aan

de familiale solidariteit, anderen distantiëren zich volledig van de familie. Dat laatste kan in

18 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 7. 19 Trefon, "Introduction: Reinventing Order," 9-10.

Page 106: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

96

sommige gevallen zeer letterlijk genomen worden, wanneer de Ancien de Belgique zich

geografisch distantieert van de familie door op grote afstand te gaan wonen. Een respondent

beweert zelfs dat de druk van de familie een belangrijke factor geweest is voor sommige van

zijn kennissen om in België te blijven na hun studies.20

Dit zijn zeer sterke aanwijzingen dat we inderdaad kunnen spreken van een toenemend

individualisme, maar dat wil nog niet zeggen dat dit fenomeen beperkt is in de tijd. Het is wel

zo dat we onder de respondenten die in de periode voor de jaren ’80 naar Congo terugkeerden

verschillende gevallen vinden die de familiale solidariteit vanzelfsprekend vinden en het

normaal vinden dat zij hulp bieden aan de familie waar nodig. We zien dus een zekere

evolutie in de tijd, omdat de meest kritische respondenten diegenen zijn die na 1980 zijn

teruggekomen. Niettemin vinden we onder de respondenten die eerder terugkeerden naar

Congo toch ook enkele individuen die zich niet zo enthousiast uitlaten over de

solidariteitsmechanismen en benadrukken dat deze mechanismen heel wat druk leggen op de

Anciens de Belgique. Het is zelfs zo dat een respondent die reeds in 1973 naar Congo

terugkeerde zich volledig distantieerde van zijn familie. Hier is dus al duidelijk sprake van

individualisme. Wil dit dan zeggen dat dat individualisme toch niet zo recent is of zijn er

eventueel andere verklaringen te vinden voor dit geval?

Als we de situatie van deze respondent, Stéphane Kabasu, nader bekijken zijn er inderdaad

nog andere mogelijke verklaringen te vinden voor zijn houding ten opzichte van de familiale

solidariteit. Een van de meest voor de hand liggende verklaringen is de duur van zijn verblijf

in België: hij verbleef maar liefst twaalf jaar in België. Dat zorgde eerst en vooral voor een

vervreemding ten opzichte van zijn familie, zoals hij zelf verklaart:

“Comme je suis parti pendant longtemps, on ne s'est plus vu pendant longtemps, donc

on est resté comme ça. Je suis toujours resté comme un étranger vis-à-vis d'eux.”21

Maar er treedt niet alleen een vervreemding op tegenover de familie. Daarnaast valt er ook

een vervreemding ten opzichte van de Congolese samenleving te bemerken. In het geval van

de heer Kabasu is de verklaring daarvoor voor de hand liggend. Toen hij vertrok was hij

negentien jaar oud. Zodoende had hij in 1973 maar zeven jaar langer in Congo gewoond dan

in België en had hij het grootste deel van zijn opleiding in België genoten. Ook in het luik

20 Interview met Max Muland, 1968, agronoom. Kinshasa, 27-12-2010. 21 Interview met Stéphane Kabasu, 1949, Algemeen directeur van “Metalpro”. Kinshasa, 08-11-2010.

Page 107: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

恐Ц

De sociale impact

97

over de professionele impact hebben we enkele citaten van hem aangehaald die erop wezen

dat hij ook op professioneel vlak moeilijkheden had om zich terug aan te passen.22

Dezelfde factor zien we ook bij de andere respondenten die min of meer negatief stonden

tegenover het systeem van familiale solidariteit. Zij hadden allen een aanzienlijke tijd in

België doorgebracht en hebben allen uiteraard hun hogere studies in België gevolgd. Dat

maakt het voor hen blijkbaar niet altijd even gemakkelijk om zich terug aan te passen aan het

dagelijkse leven in Congo. Zij zijn immers ondergedompeld geweest in de Belgische

maatschappij. Eens terug in Congo moeten zij zich opnieuw integreren, wat niet voor iedereen

zonder problemen verloopt.

4.3 De “wederaanpassing”

Wat de Anciens de Belgique te doen staat eenmaal terug in Congo valt het best te omschrijven

met het verouderde woord “wederaanpassing”. In het woordenboek vinden we daarvan de

volgende definitie terug: “het opnieuw geschikt-worden of -maken voor het milieu waartoe

men oorspronkelijk behoorde”.23 Ook Kimwanga en Moens erkennen dit:

“L’immersion dans la culture occidentale oblige le boursier à un questionnement sur sa

manière d’être et de penser, elle remet en question certains de ses acquis et le presse à

recomposer ou à réadapter certaines de ses pratiques. Son regard sur sa propre société,

sur sa manière d’agir et de pensée intègre petit à petit un réajustement des

comportements perceptible et décrié par les membres de sa famille lors de son retour.”24

We hebben het eerder al gehad over de wederaanpassing die nodig is op professioneel

niveau en die voor sommigen redelijk moeilijk valt. Hier zullen we het hebben over de

wederaanpassing op sociaal vlak en hoe de Anciens de Belgique hun ervaringen die zij in

België hebben opgedaan inpassen in hun leven in Congo.

22 Interview met Stéphane Kabasu, 1949, Algemeen directeur van “Metalpro”. Kinshasa, 08-11-2010. 23 Ton Den Boon en Dirk Geeraerts, eds., Van Dale: groot woordenboek van de Nederlandse taal (14de editie)

(Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie, 2005). 24 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 6-7.

Page 108: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

恐Ц

De “Anciens de Belgique” in de DRC

98

John en Jeanne Gullahorn identificeerden dit probleem reeds in 1963 met de theorie van de

‘W-curve hypothesis’. Dat was een uitbreiding op de voordien geformuleerde theorie van de

‘U-curve hypothesis’. Die laatste stelt dat wanneer een student naar het buitenland gaat om te

studeren er een zeker aanpassingsproces plaatsvindt: men begint met positieve verwachtingen,

vervolgens botst men op enkele problemen en frustraties en wanneer die opgelost raken, vindt

de student een soort modus vivendi (zodoende heeft dit proces de vorm van een U-curve). De

hypothese van de W-curve stelt simpelweg dat een gelijkaardig proces plaatsvindt wanneer de

student terugkomt in zijn thuisland:

“As a consequence of the resocialization experience in the alien environment, a

sojourner tends to acquire expectation patterns compatible with his new social system.

Indeed, if his interactions within the new society are particularly gratifying he may

identify rather deeply with the new group. The result, of course, is that the sojourner

typically finds himself out of phase with his home culture on his return.”25

Hoewel de studie van Gullahorn en Gullahorn gebaseerd is op interviews met Amerikaanse

studenten, gelden de conclusies ook grotendeels voor onze Anciens de Belgique. De

gemiddelde studieduur van de respondenten is acht jaar. Dat wil zeggen dat zij een lange

periode hadden om zich aan te passen aan de Belgische samenleving en een sociaal leven uit

te bouwen. Alle respondenten geven ook aan dat dat aardig lukte en de meesten onder hen

hebben tot op de dag van vandaag nog steeds heel wat vrienden en kennissen in België.

Wanneer zij dus na een relatief lange periode naar Congo terugkeren zijn zij min of meer

gewend aan de Belgische gang van zaken.

Wat de meeste respondenten aangaven, is dat zij zich moesten aanpassen aan wat we

kunnen omschrijven als comfort. Dat is voor sommigen zeer breed en omvat bijvoorbeeld de

algemene levensomstandigheden; maar ook bijvoorbeeld een aanpassing op het vlak van de

organisatie van het openbaar vervoer. Enerzijds zijn de problemen van wederaanpassing niet

tijdsgebonden, aangezien het comfort in Congo altijd in mindere of meerdere mate verschild

heeft van dat in België. We zien dan ook dat de wederaanpassingsproblemen gerapporteerd

worden door zowel respondenten die reeds in de jaren ’60 terugkeerden als zij die in de jaren

’90 terugkeerden. Anderzijds is er dan weer wel sprake van een zekere tijdsgebondenheid.

25 John T. Gullahorn en Jeanne E. Gullahorn, "An Extension of the U-Curve Hypothesis," Journal of Social

Issues 19, no. 3 (1963): 39.

Page 109: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De sociale impact

99

Ook hier kunnen we een verband zien met de politieke en economische toestand van Congo.

Wanneer het land vanaf de tweede helft van de jaren ’70 in een neerwaartse spiraal belandt,

wordt de kloof met de levensomstandigheden in België alleen maar groter en wordt dus ook

de schok voor de Anciens de Belgique groter wanneer zij terugkeren naar hun thuisland. We

kunnen dan ook op basis van de interviews vaststellen dat de respondenten die na 1974 naar

Congo zijn teruggekeerd het moeilijker hadden om zich terug aan te passen, omdat zij met

veel grotere en meer diverse problemen te kampen kregen. Een van die problemen zijn

bijvoorbeeld de salarissen. Wanneer de huidige Congolese minister van Planning, Olivier

Kamitatu, in 1986 terugkeerde vanuit België was het voor hem dan ook niet gemakkelijk om

zijn weg te vinden:

“L'adaptation, elle est permanente. Je crois que, effectivement, c'est un moment

difficile, le retour, parce qu'il fallait trouver à la fois le niveau de confort qui n'était pas

là; le niveau - à l'époque - des salaires qui était très, très bas par rapport à mes

camarades avec un salaire important en Belgique; trouver une voie, parce que ce n'était

pas évident non plus. … Moi j'ai navigué entre secteur publique, les activités politiques

et le secteur privé. Donc j’ai cherché très longtemps avant de trouver une voie et encore

je ne sais pas si c'est ma voie. Donc, non, ce n'a pas été facile, ce n'est pas facile de

toute façon.”26

Dit citaat is ook interessant omwille van de eerste zin, waarin de respondent aangeeft dat

de aanpassing (of de wederaanpassing) permanent is. Dat wil dus zeggen dat de opleiding in

België een permanente invloed heeft op de Anciens de Belgique. We kunnen stellen dat de

vorming in België aanleiding geeft tot een mentaliteitsverandering. De meeste respondenten

erkennen dit ook, omdat zij dit zien als een gevolg van het feit dat hun mentaliteit voor een

groot deel gevormd is in België:

“Moi, quand je quitte mon pays, j'ai 19 ans. Je veux dire: j'ai déjà un peu mon jugement.

Mais je peux aussi dire qu'il n'est pas totalement établi, donc il y a certainement des

choses que j'ai connu en Belgique qui ont un peu changé ma façon de vivre, de voir.

Bon, ça c'est possible; je dirais même c'est vrai. Mais en même temps je reste un enfant

de mon pays.”27

26 Interview met Olivier Kamitatu, 1964, minister. Kinshasa, 20-12-2010. 27 Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010.

Page 110: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

恐Ц

De “Anciens de Belgique” in de DRC

100

Ondanks het feit dat zij een kind van eigen land blijven, zijn zij dus ook deels een kind van

een ander land. Zij kunnen de gang van zaken in eigen land vergelijken met de gang van

zaken in België en sommigen trachten zelfs die gang van zaken in bepaalde opzichten meer

Belgisch te maken. Niet alle Anciens de Belgique hebben in dezelfde mate een

mentaliteitsverandering ondergaan. Dit is afhankelijk van persoon tot persoon en ook van de

duur van de periode die men in België heeft doorgebracht. Maar we kunnen toch stellen dat de

meeste Anciens de Belgique permanent getekend zijn door hun studieverblijf in België op het

niveau van ideeën en mentaliteit. Daarom is het ook niet verwonderlijk dat zij in Congo elkaar

opzoeken en dat er verschillende verenigingen ontstaan zijn.

4.4 De verenigingen van “Anciens de Belgique”

In Kinshasa bestaan er verschillende solidariteitssystemen. Als een antwoord op de falende

staat hebben de Kinois (zoals de inwoners van Kinshasa zichzelf noemen) hun toevlucht

gezocht tot andere mechanismen die hen moeten helpen om in hun basisbehoeften te

voorzien. Zo is er bijvoorbeeld de familiale solidariteit, waarover hoger al sprake was, maar

daarnaast zijn er ook andere initiatieven. Van jonge schoolkinderen over leerkrachten tot

ambtenaren, vele Kinois maken bijvoorbeeld deel uit van een soort kredietassociaties, “a

group of people who make regular contributions to a fund that is redistributed to members on

a rotating basis”.28 We hebben in dit hoofdstuk al gezien dat er voor verschillende Anciens de

Belgique spanningen waren op het gebied van familiale solidariteit en dat sommigen zelfs

afstand namen van deze solidariteit. Volgens de volgende respondent is het zo dat de Anciens

de Belgique min of meer outsiders zijn en vaak niet kunnen meegenieten van de

solidariteitsmechanismen:

“C'est vrai que il y un prestige, ça c'est clair; un prestige d'avoir fait des études en

Europe. Mais il y a aussi un handicap, parce qu’entre les gens qui ont fait leurs études

ici – surtout quand vous arrivez dans votre profession – il y a une sorte de complexe qui

se forme, en disant: “bon, cela ce sont des Belgicains,” et on te parle un peu moins. Et

28 Trefon, "Changing Patterns of Solidarity in Kinshasa," 103.

Page 111: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De sociale impact

101

puis on perd un peu de cette solidarité qu’il y a lorsque vous avez fait des études

ensemble, les sécurités formées ici vont se mettre ensemble. Il y a une solidarité et tout

ça. Ce n'est pas toujours le cas. Parfois ça arrive que les étudiants, les Anciens de

Belgique, se soit regroupés au sein des associations: les anciens de l'ULB, de l'UCL,

ainsi de suite, mais ce n'est pas aussi puisant.”29

Wat we hier willen onderzoeken is of deze verenigingen van Anciens de Belgique

inderdaad fungeren als een soort vervangend solidariteitsmechanisme. We zullen eerst kort

weergeven welke verenigingen er in Congo bestaan. Vervolgens zullen we, aan de hand van

een aantal documenten, nagaan wat het doel is van deze verenigingen en wat hun activiteiten

zijn.

4.4.1 Historiek en doelstellingen

Eerst en vooral is er de AMABEL (Amical de Congolais Anciens de Belgique), die fungeert

als een soort overkoepelende vereniging. Dit is een vereniging voor “les Congolais ayant

vécu antérieurement en Belgique pour des raisons diverses et vivant actuellement au Congo”.

Haar doel wordt als volgt omschreven:

“L’Amabel étant une association apolitique, a pour objet, entre autre, de créer un cercle

de réflexion centré sur les questions culturelles, scientifiques et tous les problèmes ayant

trait à la vie nationale et aux relations entre la Belgique et la RDC. Le secteur de

l’éducation retient plus son attention sur le plan national.”30

Daarnaast zijn er de verschillende organisaties die de Anciens de Belgique van een

bepaalde universiteit (of hogeschool) groeperen. Dit zijn:

• AUAnvers (Anciens de l’Université d’Anvers)

• AULg (Association des Anciens de l’Université de Liège)

• UAE (Union des Anciens Etudiants de l’ULB)

• ASSAL (Association des Anciens Etudiants de Louvain/Leuven)

• La Montoise (verenigt alle oud-studenten van de Université de Mons)

29 Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010. 30 Véron-Clément Kongo. ‘Coup d'envoi de la participation de l'Amabel au cinquantenaire de la RDC’, Le

Potentiel (20/04/2010).

http://www.lepotentiel.com/afficher_article.php?id_edition=&id_article=94997. Geraadpleegd op 06-08-2011.

Page 112: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

恐Ц

De “Anciens de Belgique” in de DRC

102

• ASSANA (Association des Anciens de Namur)

• ALICHEC (verenigt de oud-studenten van het Institut Catholique des Hautes

Etudes Commerciales)

Niet al deze verenigingen zijn even oud. Zo werd de ASSANA pas in 2003 opgericht,

terwijl de AULg reeds in de jaren ’70 boven de doopvont gehouden werd.31 Maar het begin

van de 21ste eeuw lijkt voor alle verenigingen een belangrijk moment geweest te zijn. De

verenigingen die al voor de jaren ’90 bestonden, lijken een moeilijke periode te hebben gehad

in de jaren ’90. Caroline Landu, voorzitster van de UAE van 2001 tot 2007 bracht dit in

verband met de moeilijke situatie van Congo:

“A l’époque, il y avait un désintérêt général pour l’Union, désintérêt qui s’explique par

la situation politico-socio-économique catastrophique d’alors. Les Congolais et

Congolaises pensaient plus à la politique du ventre qu’à celle des associations et des

idées.”32

Pas na het aantreden van Landu als voorzitster in 2001 steeg het aantal leden gestaag, tot

ongeveer driehonderd leden in 2005.33 Ook de AULg had haar “glorietijd” tot het midden van

de jaren ’90. Wat er daarna gebeurde is onduidelijk, maar het is pas in de periode 2000-2002

dat de activiteiten werden hervat en de vereniging werd vernieuwd.34

De doelstellingen van de verschillende verenigingen zijn gelijkaardig. Een eerste

doelstelling is het onderhouden van de banden tussen de leden. Die leden zijn voornamelijk

alumni van de universiteit waarmee de associatie verbonden is. De verenigingen zijn immers

meestal nationale secties van de officiële alumniverenigingen van de Belgische universiteiten.

Het valt wel op dat niet alle leden Congolezen zijn. Zo heeft bijvoorbeeld de UAE heel wat

niet-Congolese leden, wat een gevolg is van het feit dat deze vereniging mede is opgericht

door Belgische alumni die in Congo verbleven:

31 Walter Badibanga. ‘Celtel RDC sponsorise la 4ième édition du Grand Bal des Anciens de l'Université de

Liège’, Mediacongo (14/05/2007).

http://www.mediacongo.net/extra/echoshow.asp?echo=102. Geraadpleegd op 06-08-2011; Association des

Anciens de Namur (ASSANA). Statuten van ASSANA, Kinshasa, 22-06-2003. 32 Interview met Caroline Landu, voorzitster van de Union des Anciens Etudiants de l’ULB – section Congo van

2001 tot 2007. Door Freddy Mulumba Kabuayi. In Le Potentiel, november 22, 2007. 33 Union des Anciens Etudiants de l’ULB – section Congo (UAE). Annuaire 2005. 2005 34 AULg. Bal 2008 – discours (intern document), 2008.

Page 113: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

爀Ц

De sociale impact

103

“Des Belges, des Congolais, mais aussi des étudiants d’autres nationalités se sont

retrouvés ici à Kinshasa, alors Léopoldville. Ils ont ainsi créé une section internationale,

étrangère installée au Congo. La section Congo de l’Union des Anciens Etudiants de

l’ULB est aujourd’hui l’une de plus actives sans distinction de nationalité. Savez-vous

que l’actuel ambassadeur du Portugal est un de nos membres très actifs?”35

De grootte van het ledenbestand verschilt ook enorm van vereniging tot vereniging. Dat is

ook niet onbegrijpelijk. In hoofdstuk twee zagen we immers dat de ULB en de UCL de twee

belangrijkste bestemmingen waren voor de Anciens de Belgique. Het spreekt dan ook voor

zich dat de UAE en de ASSAL het grootste ledenbestand zouden hebben. Van de ASSAL zijn

er echter geen cijfers beschikbaar, maar voor de UAE weten we al dat zij in 2005 bijna

driehonderd leden telde. Daarnaast zijn er ook kleinere verenigingen. In 2008 telde de AULg

vijfenzestig effectieve leden.36 De ASSANA, een zeer recente organisatie die verbonden is met

een kleine universiteit, telde op het ogenblik van schrijven maar tweeëntwintig leden.37

Een tweede doelstelling van deze verenigingen betreft het onderhouden van de banden met

de Alma Mater en met België in het algemeen. Zo worden de doelstellingen van de AULg

omschreven als “contribuer au rayonnement de l'Université de Liège, ... renforcer et …

étendre les liens culturels et de coopération entre d'une part la Belgique et la Région

Wallonne et d'autres part la République Démocratique du Congo.”38 Daarrond worden dan

ook verschillende activiteiten gehouden, die ook vaak worden bijgewoond door Belgische

vertegenwoordigers.

Dat brengt ons bij een derde doelstelling die deze verenigingen gemeenschappelijk hebben:

het organiseren van socio-culturele activiteiten. Dit gaat van conferenties over kermissen tot

bals. Deze activiteiten hebben vaak wel een maatschappelijke insteek. Verschillende

verenigingen organiseren of sponsoren conferenties over actuele problematieken en thema’s.

Voor de AULg is een van de doelen van hun “wetenschappelijke en culturele” activiteiten dan

ook “la promotion du développement en général”.39 Dat is voor de andere verenigingen niet

anders. Wanneer we bijvoorbeeld de hoger vermelde doelstellingen van de AMABEL

35 Interview met Caroline Landu, voorzitster van de Union des Anciens Etudiants de l’ULB – section Congo van

2001 tot 2007. Door Freddy Mulumba Kabuayi. In Le Potentiel, november 22, 2007. 36 AULg. Annuaire AULg, 2008. 37 Correspondentie met Jean-Pierre Ntieti, voorzitter van de ASSANA. 38 Walter Badibanga. ‘Celtel RDC’. 39 AULg. Bal 2008 – discours.

Page 114: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

104

bekijken, zien we dat ook zij bijvoorbeeld willen dienen als een vereniging voor “réflexion

centré sur les questions culturelles, scientifiques et tous les problèmes ayant trait à la vie

nationale …”.40

4.4.2 Verenigingen als solidariteitsmechanisme?

De grote vraag is nu of deze verenigingen van Anciens de Belgique meer zijn dan gewone

socio-culturele verenigingen. Met andere woorden, zijn zij voor hun leden ook een steunpunt

waarop zij kunnen terugvallen voor verschillende vormen van bijstand? We hebben al gezien

dat de meeste verenigingen niet enkel Congolezen onder hun leden tellen, maar dat wil

natuurlijk nog niet zeggen dat voor de Congolese leden een dergelijke vereniging geen basis

kan zijn voor onderlinge solidariteit.

Caroline Landu omschreef haar vereniging in een interview met Le Potentiel als “un

réseau de solidarité”.41 Een van de doelstellingen van de ASSANA is “d’affermir et de

consolider les liens d’amitié, de fraternité et de solidarité entre ses membres”.42 Ook de AULg

wil de “collaboration et l'entraide tant matérielle que morale entre les membres” promoten. 43

Op papier lijkt het er dus inderdaad op dat de verenigingen van Anciens de Belgique

moeten dienen als een middel tot onderlinge steun tussen de leden. Maar hoe gaat dat dan in

de praktijk in zijn werk? Daar hebben we grotendeels het raden naar. Aan het begin van deze

sectie haalden we Emery Kalamba aan, lid van de UAE, die stelde dat deze verenigingen

zeker niet even krachtig waren als andere solidariteitsmechanismen die in Kinshasa worden

opgezet.

Het is moeilijk om na te gaan wat de verenigingen effectief doen of kunnen doen voor hun

leden. Als we Caroline Landu mogen geloven, kan de UAE bijvoorbeeld een hulpmiddel zijn

voor de Congolezen die afgestudeerd zijn aan de ULB en werk willen vinden in Congo. Zij

stelt echter zelf dat de mogelijkheden van de vereniging daarbij beperkt zijn:

“[N]ous sommes bien conscients que nous ne pouvons pas trouver un travail pour tous

les diplômés, mais par notre réseau, nous essayons de les aider. Nous sommes aussi en

40 Véron-Clément Kongo. ‘Coup d'envoi’. 41 Interview met Caroline Landu, voorzitster van de Union des Anciens Etudiants de l’ULB – section Congo van

2001 tot 2007. Door Freddy Mulumba Kabuayi. In Le Potentiel, november 22, 2007. 42 ASSANA. Statuten van ASSANA, Kinshasa, 22-06-2003. 43 Walter Badibanga. ‘Celtel RDC’.

Page 115: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

牐Ц

De sociale impact

105

relation avec «Humanisme et solidarité» qui a son propre réseau. Malheureusement, le

marché de l’emploi au Congo n’est pas très ouvert. Parmi les anciens, nous comptons

aussi Malta Forrest qui, à Lubumbashi et à Kinshasa, encadre beaucoup d’anciens de

l’ULB.”44

Wat wel meteen opvalt bij een blik op de ledenlijsten van bijvoorbeeld de UAE of de

AULg, is dat er naast elke naam steeds een beroep vermeld staat. De vraag is natuurlijk of

enkel mensen met een beroep lid worden of dat tewerkstelling voor sommigen een gevolg is

van het lidmaatschap. Vreemd genoeg werd door Caroline Landu ontwijkend gereageerd op

de vraag of er onder de leden van de UAE ook werklozen waren. Haar antwoord op die vraag

resulteerde in een opsomming van alle prominente leden van de UAE: met veel trots werd

vermeld dat onder andere ministers Philomène Omatuku en Lambert Mende en

senaatsvoorzitter Léon Kengo Wa Dondo tot het ledenbestand behoorden. Maar er werd met

geen woord gesproken over leden zonder job.45

We kunnen de verenigingen van Anciens de Belgique zeker niet verwijten dat ze niet

maatschappelijk geëngageerd zijn. Getuige daarvan zijn de activiteiten, conferenties en

debatten die rond actuele problemen worden opgezet. De vraag is echter of deze verenigingen

een effectieve slagkracht hebben. Het is duidelijk dat deze associaties voor hun leden willen

optreden als een soort opvangnet, maar het is veel minder duidelijk of zij dat ook echt kunnen.

Daarnaast kunnen we ons ook de vraag stellen bij het ‘elitaire karakter’ van deze

verenigingen. Alle leden zijn tewerkgesteld en verschillende leden bekleden zelfs hoge

posten.

44 Interview met Caroline Landu, voorzitster van de Union des Anciens Etudiants de l’ULB – section Congo van

2001 tot 2007. Door Freddy Mulumba Kabuayi. In Le Potentiel, november 22, 2007. 45 Interview met Caroline Landu, voorzitster van de Union des Anciens Etudiants de l’ULB – section Congo van

2001 tot 2007. Door Freddy Mulumba Kabuayi. In Le Potentiel, november 22, 2007.

Page 116: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

106

Hoofdstuk 5

Een evaluatie

Vraiment, on a eu une très, très bonne formation

politique, économique, dans tous les secteurs. Les gens

qui sont formés en Belgique, ils sont très, très utiles au

Congo. Très, très utiles. Incontestablement utiles.1

Alle literatuur die bestaat over de Congolese studenten in België tracht tevens een evaluatie te

geven van het nut van de studies in België voor Congo. Die evaluaties hebben we al

weergegeven in de inleiding. Zij hebben allen een gemeenschappelijke noemer, namelijk dat

ze overwegend negatief zijn. Het naar België halen van Congolezen voor een hogere studie

zou geen positieve invloed hebben op de ontwikkeling van Congo. De negatieve effecten

daarentegen zijn legio: van indoctrinatie door westerse ideeën tot oneerlijke concurrentie met

de Congolese universiteiten. Ook Kimwanga en Moens wagen zich in hun rapport aan de

vraag of het Belgische beurzenprogramma geholpen heeft in de ontwikkeling van Congo. Het

antwoord daarop luidt als volgt:

“En termes de développement du pays, l’apport des formations reçues demeure peu

signifiant, il est à tout le moins toujours en deçà des objectifs des initiateurs belges et

des attentes des boursiers. Cette politique de formation, comme toute formation, n’a pas

d’incidence directe ou mécanique sur le développement d’une région ou d’un pays.”2

1 Interview met Gaston Mpiutu, 1936, professor en rector. Kinshasa, 06-12-2010. 2 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 8. (cursief van de auteurs); deze bewering is een

algemene bewering die dus ook zou moeten opgaan voor de andere landen waar het onderzoek gevoerd werd,

zijnde Kameroen, Benin, Senegal en Marokko.

Page 117: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

犠Ц

Een evaluatie

107

Daar blijft het echter bij. Er wordt in hun werk geen echte verduidelijking gegeven waarom

het beurzenprogramma niet heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van Congo. De auteurs

leggen de oorzaak echter wel bij de problemen die de Anciens de Belgique in hun thuisland

hebben om hun verworven competenties tot nut te maken op professioneel vlak.3 Maar dat is

echter een kritiek die betrekking heeft op de professionele moeilijkheden van de ex-bursalen,

niet op de ontwikkeling van Congo. Wanneer men wil weten wat de impact geweest is op de

ontwikkeling van Congo, zou men eigenlijk gedetailleerd moeten nagaan wat alle Anciens de

Belgique verwezenlijkt hebben na hun terugkeer uit België en of dit een weerslag gehad heeft

op het land. Het is echter onmogelijk om uit enkele tientallen interviews te achterhalen wat de

impact geweest is van de Congolezen met een Belgisch diploma op de ontwikkeling van

Congo.

Daarom zullen we ons in dit onderzoek niet aan deze vraag wagen. Wel willen we hier een

meer subjectieve evaluatie weergeven. Tot nu toe hebben we vooral getracht om het verhaal

van de Anciens de Belgique zelf weer te geven, om na te gaan welke rol de studies in België

in dat verhaal spelen. In dit hoofdstuk trekken we die lijn door en willen we nagaan hoe zij

zelf hun studies in België en het nut daarvan evalueren. Kimwanga en Moens maken dan weer

veel goed door ook daarover iets te zeggen:

“[E]n termes personnels, les anciens boursiers sont unanimes sur la qualité de

l’enseignement et la rigueur scientifique de la formation qu’ils ont reçue même s’ils

proposent parfois quelques amendements pratiques dans leur adéquation à leur situation

d’origine. Nombre d’entre eux décrivent ces années passées chez nous comme leurs

meilleures, un temps de formation pétri de souvenirs et de nostalgie. Tous en sont sortis

enrichis ; ils considèrent leur passage dans notre pays comme une chance.”4

In dit hoofdstuk laten we opnieuw voornamelijk de Anciens de Belgique zelf aan het woord

en gaan we na hoe zij hun studieverblijf in België en de impact daarvan evalueren. Is die

evaluatie positief of negatief en waarom is zij positief of negatief? Tot slot zullen we nog

even kort ingaan op enkele specifieke kritieken die door de respondenten werden

geformuleerd ten opzichte van hun opleiding in België.

3 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 8. 4 Kimwanga en Moens, "Que sont les boursiers devenus?," 6. (cursief van de auteurs)

Page 118: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

108

5.1 De evaluatie door de Anciens de Belgique

Kimwanga en Moens hebben gelijk: de anciens zijn eigenlijk unaniem positief over hun

verblijf in België. Dat hoeft ook niet te verwonderen als we de bovenstaande hoofdstukken

lezen, waarin de toch wel eerder positieve impact van de studies in België op hun verdere

leven wordt beschreven. We kunnen dan ook stellen dat alle redenen die de Anciens de

Belgique opgeven als verklaring waarom hun verblijf in België zo positief geweest is reeds in

de vorige hoofdstukken zijn opgenomen. Het betreft dus de positieve invloed van hun studies

in België op hun professionele en sociale leven in Congo. Ook de kwaliteit van het onderwijs

in België is een zeer belangrijke factor in de positieve evaluatie van de respondenten, zo niet

de belangrijkste factor. Zowat alle respondenten zijn vol lof over de – naar hun eigen zeggen

– hoogstaande kwaliteit van de universitaire studies in België. Die kwaliteit uit zich volgens

hen zowel in het professorenkorps als in het voorhanden zijnde materiaal (bibliotheken,

documentatie, apparatuur, …), maar velen prijzen ook de mentaliteit die volgens hen in

België bestaat om veel te lezen en zelfstandig op te zoeken. Maar dat zijn zaken waar we in de

vorige hoofdstukken al voldoende over uitgeweid hebben.

In dit hoofdstuk willen we het hebben over twee andere, meer algemene factoren die

ervoor zorgen dat de Anciens de Belgique hun verblijf in België als positief en nuttig

omschrijven. Dat is enerzijds de ervaring van het verblijf in België als een verruiming van de

geest op alle vlakken. Immers, niet enkel het onderwijs dat de respondenten in België genoten

heeft volgens hen een positieve invloed gehad op hun leven. Ook de kennismaking met de

Belgische ‘cultuur’ heeft gezorgd voor een culturele uitwisseling en een geestelijke verrijking.

Daarnaast is er de perceptie bij verschillende respondenten dat hun studies in België wel

degelijk een positieve impact gehad hebben op de ontwikkeling van Congo of toch op zijn

minst binnen een bepaald domein, zoals bijvoorbeeld het onderwijs.

Natuurlijk kunnen we in de evaluatie van de studies in België ook een verband zien met de

historische evolutie van Congo. We hebben in de vorige hoofdstukken bijvoorbeeld gezien dat

naarmate de kwaliteit van het onderwijs in Congo erop achteruitging, de appreciatie van het

onderwijs in België toenam. Ook het sociaal prestige leek tijdsgebonden te zijn. Aangezien

deze factoren voor de Anciens de Belgique ook meespelen in de evaluatie van de studies in

België is er dus ook hier een zekere tijdsgebondenheid. Desalniettemin zullen we daar in dit

hoofdstuk niet veel van terugvinden. Dat komt omdat de beide elementen die we hier zullen

bespreken, de culturele uitwisseling en de bijdrage tot de ontwikkeling van Congo, eigenlijk

Page 119: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

狰Ц

Een evaluatie

109

permanent zijn en geldig zijn voor alle tijdsperioden. Natuurlijk zijn er historische verschillen.

Wie in de jaren ’60 naar België ging, kwam niet in hetzelfde België als diegenen die in de

jaren ’90 gingen. Maar beiden hebben wel gemeenschappelijk dat zij in een omgeving

terechtkwamen die sterk verschilde met die die zij gewoon waren. Dat is wat we hier willen

uitdiepen.

5.1.1 Het verblijf in België als een culturele uitwisseling

Hoewel nagenoeg alle respondenten aangeven dat hun studies in België een positieve ervaring

geweest zijn omdat ze kwalitatief zo hoogstaand waren, zijn het toch niet enkel de studies zelf

die belangrijk waren in de positieve ervaring van de Anciens de Belgique. Naast de studies

was ook het contact met wat we kunnen noemen een andere ‘cultuur’ voor vele respondenten

een positieve ervaring, zoals deze minister aangeeft:

“Les études ont certainement un apport, mais ne suffisent pas. Donc je pense que c'est

plus l'ensemble de l'encadrement qui m'a permit effectivement de pouvoir mieux me

défendre. Les études ont concouru largement. Mais je dis: c'est un ensemble, ce n'est

pas seulement les études. C'est une ouverture d'esprit, c'est une culture, c'est une autre

approche; c'est tout ça à la fois.”5

De Congolezen bouwden in België een leven uit en kwamen zo in contact met de

Belgische samenleving. Dat wil zeggen dat zij kennis maakten met het politieke systeem, de

economie en het sociale leven in België. Daarbij werden deze nieuwe inzichten onderworpen

aan een vergelijking met het thuisland. In het vorige hoofdstuk hadden we het bijvoorbeeld

over de solidariteit in Congo en hoe de Congolezen meer geneigd zijn om te delen.

Verschillende respondenten gaven aan dat het voor hen een interessant inzicht was om te zien

hoe in België deze noodzaak om te delen grotendeels vervangen werd door het systeem van

sociale zekerheid en hoe bijgevolg de sociale interacties meer gekenmerkt worden door

individualisme.

Wat ook veel te horen is bij de respondenten is de appreciatie van het feit dat in België

alles “zo goed georganiseerd is”. Dat valt te linken aan de visie die de Congolezen hebben ten

opzichte van hun eigen staat. Volgens Theodore Trefon zien de meeste Congolezen de staat

5 Interview met Olivier Kamitatu, 1964, minister. Kinshasa, 20-12-2010.

Page 120: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

110

als een inefficiënt orgaan dat niet kan voorzien in de behoeften van de bevolking en niet kan

zorgen voor vooruitgang. Dat kan verklaren waarom verschillende respondenten hun

appreciatie uitdrukken over het feit dat in België de staat blijkbaar wel goed werkt: van de

universiteiten tot het openbaar vervoer, alles is in hun ogen efficiënt georganiseerd.

De vergelijkingen die gemaakt worden, blijven natuurlijk ook invloed uitoefenen nadat de

Anciens de Belgique zijn teruggekeerd naar Congo. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien

dat dit bij verschillende respondenten noopte tot een (weder)aanpassing aan het Congolese

milieu, wat bij sommigen voor problemen zorgde. Maar daarnaast vinden vele Anciens de

Belgique dat de inzichten die zij verworven hebben in België kunnen dienen als een motor

voor vooruitgang in Congo. Een respondent legt het als volgt uit:

“On est … agent de progrès, parce que je voudrais avancer les choses. Ca ne veut pas

dire que nous devons ressembler au Belges. Non, ce n’est pas le cas. Mais [il faut]

adapter nos pratiques sociales à l’évolution du monde. … Donc évoluer les choses ça ne

veut pas dire faire évoluer les choses dans une direction européenne ou occidentale.

Non, je crois que ce n’est pas l’objectif. C’est surtout la diversité, mais une diversité

complémentaire, c'est-à-dire, il y des choses chez vous qui sont excellentes et nous

devons les prendre ; mais vous aussi: il y a des choses chez nous que vous devez

prendre. Nous sommes dans un monde d’échange, d’échange continu et permanent.”6

Vele Anciens de Belgique vinden dat hun verblijf in België, naast een mogelijkheid om een

diploma te halen, een soort culturele uitwisseling geweest is. Nadat zij naar Congo zijn

teruggekeerd vinden zij dan ook dat zij met hun kennis van de Belgische/Europese cultuur een

bijdrage kunnen leveren aan de Congolese samenleving. Dat brengt ons meteen bij het

volgende aspect van de positieve evaluatie van de Belgische studies door de Anciens de

Belgique: de bijdrage die zij leveren aan de ontwikkeling van Congo.

5.1.2 De positieve impact op de ontwikkeling van Congo

We hebben er al op gewezen dat het zeer moeilijk is om na te gaan wat de impact van de

Anciens de Belgique geweest is op de ontwikkeling van Congo, zeker wanneer men dit tracht

te doen aan de hand van interviews. Dat is dan ook niet wat we hier trachten te doen. Wel is

6 Interview met Jérôme Makwala, 1936, professor. Kinshasa, 10-11-2010.

Page 121: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

獀Ц

Een evaluatie

111

het zo dat de respondenten zelf een mening hebben over wat zij hebben bijgedragen tot de

ontwikkeling van hun land. Dat is wat we hier willen bespreken.

Over het algemeen zijn er weinig respondenten die het hebben over de bijdrage van de

Anciens de Belgique als groep aan de ontwikkeling van Congo. Toch zijn er enkelen van

mening dat het feit op zich dat er Congolezen in België gestudeerd hebben, heeft bijgedragen

tot de vorming van het hedendaagse Congo, zoals bijvoorbeeld de volgende respondent:

“Des Congolais qui sont [formés] là-bas (en Belgique, SDS) ils apportent une bonne

pierre d'édification dans la nation congolaise … . Ils sont des députés, ils sont au sénat,

ils sont pratiquement dans tous les secteurs de la vie nationale, les Anciens de Belgique.

… Les gens qui sont formés en Belgique, ils sont très, très utiles au Congo. Très, très

utiles. Incontestablement utiles.”7

Dat is natuurlijk zeer subjectief. Dat er Anciens de Belgique in alle sectoren van de

publieke en private sfeer zijn terug te vinden, wil misschien wel zeggen dat zij iets hebben

bijgedragen aan die sectoren, maar dat wil natuurlijk nog niet zeggen dat zij bijdragen tot de

ontwikkeling van Congo in positieve zin. Nog een andere respondent vergelijkt de elite

gevormd in België (meer specifiek aan de ULB) met de elite gevormd in Congo:

“Quand on voit cette élite qui a été formée ici, qu’est-ce qu’elle a fait pour le pays? Elle

se jette dans le matérialisme et dans le richissisme [sic.]. Ce n’est pas que nous qui

venons de l’ULB, nous sommes des anges. Non, il y a aussi des gens parmi nous qui se

sont aussi jetés là-dedans. Mais il y a quand-même aussi des gens jusqu'à présent qui

sont des gens respectables.”

De meeste respondenten hebben het echter niet over het belang van de Anciens de Belgique

in het algemeen. Een andere respondent erkent dat dat niet zinvol is. Wanneer we volgens

hem de politieke en economische situatie van Congo bekijken, kan men moeilijk concluderen

dat de Anciens de Belgique gezorgd hebben voor ontwikkeling in Congo:

“Vous regardez donc dans l'ambiance du pays, ce que nous avons connu depuis soixante

et compagnie; je ne sais pas si là on voit du tout que cette élite formée en Europe ou

7 Interview met Gaston Mpiutu, 1936, professor en rector. Kinshasa, 06-12-2010.

Page 122: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

112

ailleurs a été vraiment bénéfique au pays. Je penserai que si vous regardez les choses

froidement – et je les regarde froidement – l'impact à été insignifiant.”8

De meeste respondenten hebben het dan ook eerder over datgene wat zij zelf hebben

kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van hun vakgebied of over hoe anderen hebben kunnen

profiteren van hun kennis die zij hebben opgedaan in België. Verschillende professoren

hebben het bijvoorbeeld over hun bijdrage die zij geleverd hebben aan de vorming van de

Congolese jeugd of de uitbouw van het universitair onderzoek. Ook enkele advocaten zijn van

mening dat zij een bijdrage geleverd hebben aan het rechtssysteem in Congo, bijvoorbeeld

door het doorvoeren van een wetswijziging. Over het algemeen worden deze

verwezenlijkingen bijna rechtstreeks in verband gebracht met de kwaliteitsvolle opleiding die

zij in België genoten hebben. Alle respondenten zijn het er eigenlijk over eens dat zij door

hun opleiding in België een zeer solide basis hebben meegekregen, waardoor zij hun kennis

gemakkelijk konden aanpassen en toepassen in het Congolese milieu. Dat is opvallend, want

eerder hebben we bijvoorbeeld gezien dat verschillende respondenten uit het werk van

Célestin Blaud aangaven dat zij niet wilden terugkeren naar Afrika omdat zij vonden dat hun

studies niet nuttig zouden zijn in een Afrikaanse context.

Het lijkt er dus sterk op dat de Anciens de Belgique zelf geen graten zien in hun Belgische

opleiding en niet akkoord gaan met de kritiek dat die opleiding hen vervreemd heeft van de

Congolese samenleving en niet is aangepast aan de noden van de Congolese bevolking. Zij

zijn dus overwegend positief, zowel wat betreft hun verblijf in België als de gevolgen van hun

studies na de terugkeer naar Congo. Ook het feit dat verschillende respondenten zelf kinderen

hebben die in het buitenland studeren of gestudeerd hebben, bevestigt dat zij van mening zijn

dat dit voor hen een verrijking is en weinig of geen negatieve gevolgen heeft.

8 Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010.

Page 123: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

恐Ц

113

Conclusie

Het mag duidelijk zijn dat de conclusies die uit dit onderzoek voortvloeien geen

overkoepelende wetten of algemene modellen zijn die op alle Anciens de Belgique van

toepassing zijn. Wat we hier getracht hebben, is het weergeven van verschillende individuele

verhalen uit verschillende periodes, om zo een aantal gemeenschappelijke karakteristieken te

ontdekken. Maar hoeveel overeenkomsten er ook zijn tussen de parcours van de Anciens de

Belgique, er zijn ook nog altijd heel wat verschillen. Die spanning tussen individualiteit en

gemeenschappelijkheid zien we bijvoorbeeld al duidelijk als het gaat over de studies in België

zelf. Sommige respondenten verbleven minder dan vijf jaar in België, anderen meer dan tien

jaar. Verschillende respondenten hadden een beurs van de Belgische overheid, anderen

hadden een beurs van de Zaïrese/Congolese overheid en nog anderen hadden geen beurs.

Anderzijds is er een grote gemeenschappelijkheid, met name in het feit dat alle respondenten

succesvol hun studies hebben afgemaakt zonder al te veel problemen en dat zij ook na hun

terugkeer naar Congo een succesvolle carrière hebben uitgebouwd. De eerste conclusie zou

dan ook moeten zijn dat de Congolezen die in België studeerden de impact van deze studies

niet allemaal op dezelfde manier ervoeren. Die impact is immers sterk afhankelijk van de

persoonlijkheid van elk individu en hoe hij of zij met die impact omgaat. Maar aangezien er

grote overeenkomsten zijn tussen de parcours van de verschillende respondenten is het toch

mogelijk om een aantal meer algemene uitspraken te doen.

Maar de individualiteit is niet het enige dat invloed heeft op de levenswandel van de

Anciens de Belgique. In de inleiding hebben we aangehaald dat we zouden onderzoeken of de

politiek-economische situatie van Congo verbonden is met de invloed die de Belgische studie

heeft gehad op het leven van de respondenten. Die historische context is natuurlijk voor elk

fenomeen belangrijk en dit onderzoek vormt daar uiteraard geen uitzondering op.

Page 124: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

114

In eerste instantie is het de historische context van de kolonisatie die de verklaring biedt

voor het feit dat na 1960 een groot aantal Congolezen de Belgische universiteiten heeft

bevolkt. De Belgische kolonisatie was een beschavingsmissie en in die beschaving speelde

onderwijs natuurlijk een belangrijke rol. Maar anderzijds was die beschaving ook zeer

beperkt: de bedoeling was niet om een Congolese elite te creëren die op gelijke voet zou staan

met de Europese bezetter. Daarom was het onderwijs voor de Congolese bevolking voor het

grootste deel van de koloniale periode beperkt tot het lager onderwijs, met in beperkte mate

de mogelijkheid tot secundair onderwijs.

Daar kwam pas verandering in na de Tweede Wereldoorlog en uiteindelijk werd er toch

universitair onderwijs beschikbaar gesteld voor de Congolese onderdanen. Maar dat was

ruimschoots te laat: zes jaar later kwam de onafhankelijkheid en de bevolking was niet

voorbereid op de overname van het staatsapparaat dat de Belgische bezetter had nagelaten.

Dat is het sleutelelement in de verklaring van het feit waarom heel wat Congolezen sindsdien

naar België gekomen zijn: het universitair onderwijs in Congo stond nog in haar

kinderschoenen. Daarnaast deed de Belgische overheid ook zelf inspanningen om Congolese

studenten de mogelijkheid te geven om in ons land te studeren.

Maar wat we voornamelijk hebben getracht, is de evolutie van de politiek-economische

toestand in Congo in verband brengen met de impact die de Belgische studie heeft gehad op

de Congolezen nadat zij waren teruggekeerd uit België. Dat brengt ons meteen bij een zeer

belangrijk element dat als een rode draad door deze thesis loopt: de kwaliteit van het

onderwijs in België. Wanneer we het daarnet hadden over hoe alles afhankelijk is van persoon

tot persoon, dan is dit waarschijnlijk de enige uitzondering daarop. Geen enkele respondent

liet zich immers negatief uit over de kwaliteit van de opleiding die zij in België hebben

genoten. Hoewel het een constante is voor alle respondenten, is de waardering van de

Belgische universiteiten toch verbonden met de situatie in Congo zelf. Het is immers zo dat

die waardering voor een deel afhankelijk is van de vergelijking met de Congolese

onderwijssituatie op universitair niveau. Die situatie ondergaat een belangrijke wijziging

vanaf de onafhankelijkheid. Aanvankelijk, net na 1960, was het universitair onderwijs nog

weinig uitgebouwd, aangezien de eerste universiteit dateerde van 1954. Vervolgens was er de

Zaïrisatie vanaf 1971, de nationalisatiebeweging die ook invloed had op het universitair

onderwijs en niet enkel in positieve zin. De intellectuele vrijheid werd beperkt en de

universiteiten moesten in dienst staan van de staat. Maar de echte achteruitgang begint pas in

de jaren ’80, met de liberaliseringsbeweging in de private sector die gepaard gaat met een

verwaarlozing van de publieke sector. Het budget voor onderwijs gaat fors achteruit en als een

Page 125: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

珠Ц

115

gevolg daarvan zien we ook een kwalitatieve achteruitgang van de Congolese universiteiten.

Dus al vanaf de jaren ‘60 zijn er verklaringen te vinden voor het bestaan van een

kwaliteitsverschil tussen de Congolese en Belgische universiteiten, voornamelijk op materieel

vlak (bibliotheken, lesmateriaal, beschikbare uitrusting van laboratoria, …). Dit

kwaliteitsverschil wordt uiteraard groter vanaf de jaren ’80, naarmate het beschikbare budget

voor het onderwijs afneemt.

Dat kwaliteitsverschil tussen de Congolese en Belgische universiteiten blijkt bij elke stap

in het parcours van de Anciens de Belgique een belangrijke rol te spelen. Een eerste keer dat

deze factor een grote invloed uitoefent, is bij het vertrek naar België. De uitstekende kwaliteit

van het universitair onderwijs in België is voor vele respondenten de belangrijkste motivatie

om voor een opleiding naar daar te trekken. Na 1980, wanneer de perceptie van het Congolese

onderwijs steeds negatiever wordt, lijkt deze drijfveer enkel nog aan belang te winnen. Ook

op professioneel vlak zou een Belgisch diploma een groot voordeel bieden, eveneens omdat

dat diploma op de arbeidsmarkt positief gewaardeerd wordt door de connotatie van de

kwalitatieve opleiding die ermee verbonden is. In het sociale leven van de Anciens de

Belgique speelt de kwaliteit van de opleiding die zij genoten hebben eveneens een belangrijke

rol en tot slot is deze factor ook een van de sleutelelementen in de positieve evaluatie die de

respondenten zelf hebben betreffende hun studies in België.

Maar de historische evolutie van de politiek-economische situatie in Congo heeft ook op

andere manieren invloed gehad op het leven van de Anciens de Belgique, bijvoorbeeld bij de

keuze om na de studies in België terug te keren naar Congo. De motivaties die daarvoor

worden opgegeven zijn niet allemaal verbonden aan de situatie in Congo. Het is immers zo

dat de meeste respondenten naar hun thuisland terugkeerden omdat zij zich daartoe min of

meer moreel verplicht voelden; enerzijds omdat verschillenden met een beurs studeerden,

waarbij het de bedoeling was dat zij zouden terugkeren na hun studies, anderzijds omdat zij

een verantwoordelijkheid voelden om de opgedane kennis tot nut te maken voor het land of

voor de familie.

Maar vaak speelden er verschillende motivaties een rol bij de keuze om terug te keren naar

Congo. Zo was er bij heel wat respondenten een professionele drijfveer om naar hun thuisland

terug te keren. Voor sommigen omdat zij al een betrekking hadden voor hun vertrek en

meteen terug aan de slag konden na hun terugkeer, maar voor verschillende respondenten ook

omdat zij hun kansen op de Congolese arbeidsmarkt goed inschatten. Als een gevolg van de

achteruitgang van de economische situatie in Congo na 1974 en de daarmee gepaard gaande

stijgende werkloosheid, namen de kansen op de arbeidsmarkt voor de Anciens de Belgique af.

Page 126: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

116

Bijgevolg zien we dat deze motivatie vanaf dat ogenblik een minder grote rol speelt. Daarmee

gepaard gaande, zien we dat er ook steeds meer Congolezen, zeker in de desastreuze jaren

’90, niet terugkeerden naar hun thuisland na hun studies. Een andere factor die voor sommige

Anciens de Belgique meespeelde in hun overweging om terug te keren naar Congo is de

waardering van hun eigen land. Ook hier zien we hetzelfde verhaal: naarmate de situatie in

Congo verslechtert, duikt deze motiverende factor steeds minder op.

Het belangrijkste doel van deze thesis was echter het bepalen van de impact van de

Belgische studies op het leven van de Anciens de Belgique in een historische benadering. Die

impact hebben we opgedeeld in twee luiken: de impact op het professionele leven en de

impact op het sociale leven.

Eenmaal terug in Congo zien we dat een groot deel van de Anciens de Belgique in de

publieke sector terechtkomen, voornamelijk in de academische sector en in de

overheidsbedrijven. Wat betreft de impact op het professionele leven kunnen we besluiten dat

er wel degelijk sprake is van een positieve beïnvloeding van de carrièremogelijkheden door

het Belgische diploma. Die positieve impact is verbonden met de perceptie van de kwaliteit

van het onderwijs in België. Dat wil echter niet zeggen dat de professionele insertie van de

Anciens de Belgique steeds zonder problemen verliep. Zeker voor diegenen die vanaf de jaren

’80 naar Congo terugkeerden en in de publieke sector belandden, geldt dat zij terechtkwamen

in een ambtenarij die geteisterd werd door heel wat problemen. Maar in principe geldt voor

alle respondenten – of zij nu in de jaren ’60 of in de jaren ’90 terugkwamen en of zij nu in de

publieke of in de private sector belandden – dat zij zich hebben moeten aanpassen. Voor de

ene verliep dat al moeizamer dan voor de andere.

Ten eerste hebben de Anciens de Belgique zich gespecialiseerd in een ander milieu

(België) dan dat waarin zij uiteindelijk moesten werken (Congo). Hoewel sommige literatuur

suggereert dat dit problemen zou opleveren, lijkt dit voor de respondenten niet het geval te

zijn. Zij moeten zich wel aanpassen, maar die aanpassing verloopt zonder al te veel moeite,

omdat zij stellen dat zij in België een goede basis hebben meegekregen die hen in staat stelt

om zich gemakkelijk aan te passen aan elke situatie. Een tweede factor die tot aanpassing

noopt is het verschil in de materiële situatie tussen België en Congo. Terwijl de Anciens de

Belgique in België over het algemeen gestudeerd hebben met de modernste technologie ter

beschikking, moeten zij het in Congo vaak stellen zonder deze materialen. Dat is niet

eenvoudig, maar ook hier geldt het principe dat het gemakkelijker is om zich aan te passen

wanneer men een kwalitatief hoogstaande opleiding heeft genoten. Een laatste aanpassing op

professioneel vlak is de aanpassing op vlak van salaris. Dit is het element dat het meest

Page 127: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

117

samenhangt met de economische situatie in Congo. Naarmate de economische situatie in

Congo erop verslechtert, gaan ook de salarissen erop achteruit. Dat maakt dat het verschil

groter wordt tussen wat de respondenten in België hadden (het geld van een beurs, van familie

of eventueel van een job) en wat zij in Congo verdienen.

Ook op het sociale leven van de Anciens de Belgique hebben de Belgische studies een

belangrijke impact. We kunnen zelfs spreken van het bestaan van een sociaal prestige dat

gepaard gaat met het bezitten van een diploma van een Belgische universiteit. Die bijzondere

sociale status is echter een fenomeen dat historisch gegroeid is en afhankelijk is van een

aantal verschillende factoren. Ten eerste is dit niet los te denken van het professionele succes

van de Anciens de Belgique, dat ook op sociaal vlak automatisch voor een zeker aanzien

zorgt. Ten tweede is ook hier de perceptie van de kwaliteit van het onderwijs in België een

belangrijke factor in de verklaring van het feit dat de respondenten van een hogere sociale

status genoten. Tenslotte is ook het beeld van België – en bij uitbreiding van heel Europa –

dat in Congo leeft een belangrijk element. Maar zeker deze laatste twee factoren zijn

onderhevig aan evolutie en zodoende is ook het sociaal prestige van de Anciens de Belgique

aan een zekere evolutie onderworpen. Het is namelijk zo dat we pas vanaf de periode aan het

einde van de jaren ’70 en het begin van de jaren ’80 kunnen spreken van een echt sociaal

prestige voor de Anciens de Belgique. Dat is de periode waarin de economische situatie en de

situatie van het Congolese onderwijs er sterk op achteruit begint te gaan en het beeld van

Europa als een soort paradijs waar het geluk voor het rapen ligt, vorm begint te krijgen. Dat

laatste uit zich ook in een bijzondere woordenschat die voornamelijk in Kinshasa in omgang

is. Met het woord Belgicain worden alle Congolezen aangeduid die in België verbleven

hebben. Dit woord dekt echter niet de volledige lading voor de Anciens de Belgique. Het

impliceert namelijk niet het bezit van een diploma en bovendien zijn er ook andere

connotaties aan verbonden zijn die zich meer in de wereld van de ‘vedetten’ situeren.

Niettemin wordt het toch gebruikt om de Anciens de Belgique mee aan te duiden. Dit

impliceert duidelijk dat ook zij genieten van het prestige dat verbonden is aan het emigreren

naar Europa.

Wat tevens van groot belang is in het sociale leven van de Anciens de Belgique is de

familie. Het is zo dat de familie zeer belangrijk is in Afrika en dat is voor Congo niet anders.

Ook in de migratiepatronen van Congolezen spelen familieleden een belangrijke rol en dat

zien we ook bij de Anciens de Belgique. Reeds tijdens de studiemigratie zelf is familie een

belangrijk element. Sommigen reizen samen met hun familie af naar België; anderen

onderhouden contacten met hun familie van op afstand. Ook het opsturen van cadeaus en geld

Page 128: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

瑠Ц

De “Anciens de Belgique” in de DRC

118

is een belangrijk aspect in de migratie naar Europa, maar we hebben aangetoond dat dit voor

de studiemigranten minder het geval is, daar zij weinig middelen hebben of omdat zij vaak

zelf gesponsord moeten worden door de familie.

De belangrijkste impact op het familiale leven van de Ancien de Belgique vindt dan ook

plaats na de terugkeer naar Congo. In Afrika kunnen we spreken van een uitgebreide familiale

solidariteit, een soort primitief communisme, waarbij welvaart verdeeld wordt onder

familieleden. Ook de Anciens de Belgique worden geacht om hun bijdrage te leveren aan deze

vorm van solidariteit, maar vaak is de druk voor hen extra groot omdat de familieleden ervan

uitgaan dat hun studies in België automatisch zorgen voor een verbeterde financiële situatie.

Sommige Anciens de Belgique weten daar goed mee om te gaan en aanvaarden dat dit

solidariteitsmechanisme eigen is aan hun samenleving. Maar bij andere respondenten was

deze druk van de familie uit aanleiding voor heel wat spanningen, die bij enkelingen zelfs

aanleiding gaf tot een breuk met de familie. Dit individualisme van de Anciens de Belgique

kan gekoppeld worden aan een algemene stijging van het individualisme in Kinshasa dat door

sommige auteurs wordt waargenomen. Maar het moet zeker ook gekoppeld worden aan het

feit dat de respondenten in België kennis gemaakt hebben met een andere maatschappij, die in

vergelijking met de Afrikaanse veel individueler is.

Ook op sociaal vlak moeten de Anciens de Belgique zich dus aanpassen na de terugkeer uit

België. In dit geval kunnen we spreken van een wederaanpassing, daar zij zich opnieuw

moeten aanpassen aan een milieu waarin zij oorspronkelijk zijn opgegroeid. Die

wederaanpassing heeft de vorm van een U-curve. Aanvankelijk keren de respondenten terug

en verwachten ze goede kansen op de arbeidsmarkt of willen ze hun kennis tot nut maken in

hun eigen land. Maar na verloop van tijd worden ze geconfronteerd met een aantal

aanpassingsproblemen, die te maken hebben met wat we in het algemeen kunnen omschrijven

aan een verschil in comfort tussen België en Congo. De respondenten zijn ondertussen

gewend aan de Belgische standaarden en eens terug in Congo moeten zij zich dan ook

opnieuw aanpassen aan bijvoorbeeld het openbaar vervoer, de salarissen, de

werkomstandigheden, … Die wederaanpassing verloopt voor de ene al moeilijker dan voor de

andere – het is zelfs zo dat verschillende respondenten helemaal geen problemen rapporteren

– maar uiteindelijk vinden zij allen een modus vivendi, een compromis tussen de waarden die

zij meegenomen hebben uit België en de waarden van hun eigen maatschappij.

Desalniettemin zijn de Anciens de Belgique blijvend getekend door hun verblijf in België, wat

zich uit in hun mentaliteit en het feit dat zij permanent vergelijkingen maken tussen de

Congolese en de Belgische situatie.

Page 129: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

119

Het feit dat de Anciens de Belgique allen getekend zijn door een gelijkaardige ervaring is

waarschijnlijk een van de verklaringen voor het feit dat er in Congo verschillende

verenigingen bestaan waarin zij zich groeperen. Dit zijn over het algemeen nationale secties

van alumniverenigingen van de Belgische universiteiten. Het hoofddoel van deze

verenigingen is dan ook het onderhouden van de banden met de Alma Mater en met België in

het algemeen. Zij zijn in wezen apolitiek, maar wel duidelijk maatschappelijk geëngageerd,

wat zich uit in het organiseren van verschillende socio-culturele activiteiten, vaak rond actuele

onderwerpen. Een van de basisfuncties is tevens het onderhouden van de banden tussen de

leden, zijnde alle afgestudeerden van een bepaalde Belgische universiteit. De vraag is of we

daarbij kunnen spreken van een soort vervangend solidariteitsmechanisme, waarbij de

Anciens de Belgique een netwerk opbouwen om wederzijdse morele en materiële steun te

bieden. Op papier zien we dat deze verenigingen inderdaad een dergelijke rol willen

opnemen, maar het is sterk de vraag of zij in de praktijk de nodige slagkracht hebben om dit te

doen. Daarnaast lijkt het er ook op dat de leden van deze verenigingen enkel diegenen zijn die

een zeker succes kennen op professioneel vlak, wat aangetoond wordt door het feit dat er geen

werklozen tot het ledenbestand behoren.

Dit alles in beschouwing genomen kunnen we concluderen dat de studies in België zeer

zeker een invloed hebben gehad op het leven van de Anciens de Belgique. De mate van die

impact is echter niet voor iedereen gelijk en is afhankelijk van verschillende factoren. Ten

eerste is er een sterk verschil van persoon tot persoon en het verschillende parcours dat elk

individu heeft gevolgd. Een tweede factor die van groot belang is, is de periode waarin de

Ancien de Belgique is teruggekeerd en de politiek-economische toestand waarin het land zich

op dat ogenblik bevond.

Desalniettemin is er een grote constante en een conclusie die voor elke respondent, van de

eerste tot de laatste, geldig is: dat is het feit dat alle respondenten hun studies in België en het

nut en de impact ervan overwegend positief beoordelen. Eerst en vooral wordt de kwaliteit

van het onderwijs in België geloofd en de impact die deze kwaliteitsvolle opleiding heeft

gehad op hun verdere leven in Congo. Maar door velen wordt ook in meer algemene zin het

wonen in België, met andere woorden het verblijven in een ander milieu, als een verrijkende

ervaring beschouwd. Bovendien trekken de meeste respondenten het nut van hun Belgische

studies niet in twijfel, aangezien de meesten van mening zijn dat zij zich in Congo nuttig

hebben kunnen maken en met hun opgedane kennis hun steentje hebben bijgedragen aan de

maatschappij.

Page 130: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

環Ц

De “Anciens de Belgique” in de DRC

120

Deze thesis moest een analyse vormen van de persoonlijke verhalen van de Anciens de

Belgique en dat is dan ook wat het uiteindelijk geworden is. De voornaamste conclusie is

daarbij dat dit voornamelijk een positief verhaal is. Wanneer we ons verplaatsen van het

macro- naar het microniveau en het institutionele verhaal en de vraag naar de impact op de

ontwikkeling van Congo buiten beschouwing laten, krijgen we een heel ander verhaal. Een

verhaal dat misschien hier en daar gekenmerkt wordt door een aantal specifieke problemen en

moeilijkheden, maar waar de focus voornamelijk ligt op de positieve impact die de Belgische

studies op het leven van de Anciens de Belgique hebben gehad. Dat hoeft ook niet te

verwonderen. In Europa bestaat er al een heel lange traditie om voor de studies naar het

buitenland te gaan. Die traditie bestaat omdat de meeste mensen ervan overtuigd zijn dat

studeren in het buitenland zorgt voor een verrijking. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat

deze mening ook gedeeld wordt in Congo. Doorheen de geschiedenis zijn er dan ook ettelijke

Congolese studenten naar het buitenland getrokken voor het volgen van een universitaire

opleiding en velen daarvan kozen België. Wanneer we kijken naar de impact die dit gehad

heeft op hun persoonlijke leven, dan kunnen we niet anders dan besluiten dat deze impact

positief geweest is. Zij zullen dat in ieder geval zelf niet tegenspreken.

Page 131: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

粐Щ

121

Bibliografie

Primair bronnenmateriaal

Interviews

Interview met J. Komanda Aloni, 1939, professor. Kinshasa, 08-11-2010.

Interview met Emmanuel Bamba, 1939, professor. Kinshasa, 09-12-2010.

Interview met Sala Fuku, 1956, professor. Kinshasa, 06-12-2010.

Interview met Stéphane Kabasu, 1949, Algemeen directeur van “Metalpro”. Kinshasa, 08-11-

2010.

Interview met Emery Kalamba, 1953, advocaat en senator. Kinshasa, 26-11-2010.

Interview met Denis Kalume, 1946, voormalig minister. Kinshasa, 15-12-2010.

Interview met Olivier Kamitatu, 1964, minister. Kinshasa, 20-12-2010.

Interview met Roger Kasongo, 1956, chirurg. Kinshasa, 03-12-2010.

Interview met mevr. Bestine Kazadi, 1963, advocate en schrijfster. Kinshasa, 20-12-2010.

Interview met Jacques Kazadi, 1936, professor emeritus. Kinshasa, 07-12-2010.

Interview met Caroline Landu, voorzitster van de Union des Anciens Etudiants de l’ULB –

section Congo. Door Freddy Mulumba Kabuayi. In Le Potentiel, november 22, 2007.

Interview met Martin Lukanu, 1949, professor. Kinshasa, 09-12-2010.

Interview met Fidèle Lungungu, 1944, professor. Kinshasa, 17-12-2010.

Interview met Jérôme Makwala, 1936, professor. Kinshasa, 10-11-2010.

Interview met Denis Malasi, 1954, professor. Kinshasa, 09-12-2010.

Page 132: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

鷠Ц

De “Anciens de Belgique” in de DRC

122

Interview met Pierre Malongo, 1936, professor. Kinshasa, 09-12-2010.

Interview met Bernard Claude Mbu ne Letang, 1937, advocaat en stafhouder. Kinshasa, 25-

11-2010.

Interview met Faustin Mpako, 1958, kabinetsdirecteur. Kinshasa, 24-12-2010.

Interview met Gaston Mpiutu, 1936, professor en rector. Kinshasa, 06-12-2010.

Interview met Joseph Mukinayi, 1948, professor. Kinshasa, 17-11-2010.

Interview met Max Muland, 1968, agronoom. Kinshasa, 27-12-2010.

Interview met Damase “cicm” Ndembe Nsasi, [1936], priester en hoogleraar. Kinshasa, 17-

11-2010.

Interview met Jean-Jacques Nkongolo, 1937, professor. Kinshasa, 17-12-2010.

Interview met Nathan Nyongombe, 1953, professor. Kinshasa, 06-12-2010.

Interview met Raphaël Nyabirungu, 1947, professor, advocaat en nationaal afgevaardigde.

Kinshasa, 23-12-2010.

Interview met André Takoy, 1945, professor. Kinshasa, 17-11-2010.

Interview met mr. Tshibangu, 1952, professor. Kinshasa, 06-12-2010.

Interview met mr. Tshiunza, 1943, professor en algemeen directeur van “MKD mapping”.

Kinshasa, 09-12-2010.

Interview met Fabien-Emery Zulu, 1946, voormalig diplomat en nationaal afgevaardigde.

Kinshasa, 21-12-2010.

Archiefmateriaal

Algemeen Rijksarchief België (ARA)

-5B 52.010/4-52.017/2, nr. 187. Office des étrangers, Archives des années 1950-1970,

Etudiants généralités, 1970-1971, 1.

-5B 52.010/4-52.017/2, nrs. 188. Office des étrangers, Archives des années 1950-1970,

Etudiants généralités, 1970-1971, 2.

-5B 52.010/4-52.017/2, nr. 372. Office des étrangers, Archives des années 1950-1970,

Etudiants Boursiers I.

Page 133: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

123

Documenten

Association des Anciens de Namur (ASSANA). Statuten van ASSANA, Kinshasa, 22-06-2003.

Association des Anciens de l’Université de Liège (AULg). Annuaire AULg, 2008.

———. Bal 2008 – discours (intern document), 2008.

Koninklijk besluit houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen, in België,

ten gunste van onderhorigen van ontwikkelingslanden. Belgisch Staatsblad, 30-04-

1978.

Union des Anciens Etudiants de l’U.L.B. – section Congo. Liste des members. Meest recente

versie in december 2010.

———. Annuaire 2005. 2005.

Websites

Lumumba, Patrice Emery. ‘Discours à la cérémonie de l’indépendance congolaise,

Léopoldville’, Afrocentricité (30/06/1960).

http://www.afrocentricite.com/patrice-emery-lumumba/discours-de-lumumba-le-30-

juin-1960/. Geraadpleegd op 10-07-2011.

Primaire literatuur

Joris, Lieve. Terug naar Kongo. Amsterdam: Meulenhoff, 1987.

Mobutu. Dignité pour l'Afrique: Entretiens avec Jean-Louis Remilleux. Parijs: Albin Michel,

1989.

Page 134: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

124

Secundaire literatuur

Boeken en artikels

Adepoju, Aderanti, ed. Family, Population and Development in Africa. Londen: Zed Books,

1997.

Bitumba Tipo-Tipo, Mayoyo. Migration sud/nord: levier ou obstacle? Les Zaïrois en

Belgique, Afrika Studies - Zaïre, Années 90. Brussel: Afrika Instituut - ASDOC,

1995.

Bokamba, Eyamba. "Education and Development in Zaire." In The Crisis in Zaire: Myths and

Realities, geredigeerd door Georges Nzongola-Ntalaja, 191-218. Trenton: Africa

World Press, 1986.

Caestecker, Frank, en Andrea Rea. Migreren voor een diploma: studenten van buiten de

Europese Unie in het Belgisch hoger onderwijs. Leuven: Acco, 2009.

Callaghy, Thomas. The State-Society Struggle: Zaire in Comparative Perspective. New York:

Columbia University Press, 1984.

Chabal, Patrick, en Jean-Pascal Daloz. Africa Works: Disorder as Political Instrument,

African Issues. Londen: International African Institute, 1999.

CRISP. "Belgique et Tiers-monde: élaboration de la politique belge d'assistance technique."

Courrier hebdomadaire, no. 133 (1961): 19.

de Saint-Moulin, Léon. "L’Université au Congo, hier, aujourd’hui et demain." In L’Université

dans le devenir de l’Afrique: un demi-siècle de présence au Congo-Zaïre,

geredigeerd door Isidore Ndaywel è Nziem, 29-35. Parijs: L'Harmattan, 2007.

de Villers, Gauthier. De Mobutu à Mobutu: Trente ans de relations Belgique-Zaïre, Politique

et Histoire. Brussel: De Boeck, 1995.

Den Boon, Ton, en Dirk Geeraerts, eds. Van Dale: groot woordenboek van de Nederlandse

taal (14de editie). Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie, 2005.

Depaepe, Marc, ed. Kongo, een tweede Vaderland: de kolonie in het onderwijs en het

onderwijs in de kolonie, 1908-1960. Ieper: Stedelijk Onderwijsmuseum, 1994.

Devos, Jules, Jean-Philippe Peemans, Robrecht Renard, Emiel Vervliet, en Jean-Claude

Willame, eds. Wederzijds: de toekomst van de Belgisch-Zaïrese samenwerking.

Brussel: Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking, 1989.

Etambala, Zana Aziza. Het Zaïre van Mobutu. Leuven: Davidsfonds, 1996.

Page 135: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

125

———. In het land van de Banoko: de geschiedenis van de Kongolese/Zaïrese aanwezigheid

in België van 1885 tot heden, Steunpunt Migranten. Leuven: Katholieke Universiteit

Leuven, Hoger Instituut voor de Arbeid, 1993.

Findley, Sally E. "Migration and Family Interactions in Africa." In Family, Population and

Development in Africa, geredigeerd door Aderanti Adepoju, 109-38. Londen: Zed

Books, 1997.

Gifford, Prosser, en William Roger Louis, eds. The Transfer of Power in Africa:

Decolonization 1940-1960. New Haven: Yale University Press, 1982.

Gondola, Ch. Didier. "Dream and Drama: The Search for Elegance among Congolese Youth."

African Studies Review 42, no. 1 (1999): 23-48.

———. "Musique moderne et identités citadines: le cas du Congo-Zaire." Afrique

Contemporaine, no. 168 (1993): 155-68.

Gullahorn, John T., en Jeanne E. Gullahorn. "An Extension of the U-Curve Hypothesis."

Journal of Social Issues 19, no. 3 (1963): 33-47.

Hesselbein, Gabi. "The Rise and Decline of the Congolese State: An Analytical Narrative on

State-Making." Londen: Crisis States Research Centre/DESTIN (Development

Studies Institute), 2007.

Kagné, Bonaventure, en Marco Martiniello. L’immigration subsaharienne en Belgique. Vol.

1721, Courrier hebdomadaire. Brussel: CRISP (Centre de Recherche et

d’Information Socio-Politiques), 2001.

Kimwanga, Pélerin, en Frédéric Moens. ""Que sont les boursiers devenus ?": Recherche en

appui à la politique de coopération au développement (RAP), deuxième phase." 159.

Liège: Université de Liège – Facultés universitaires catholiques de Mons, 2004.

Koninklijk besluit houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen, in België,

ten gunste van onderhorigen van ontwikkelingslanden. Belgisch Staatsblad, 30-04-

1978.

Laporte, Geert. "(Beurs)studenten uit de Derde Wereld aan Vlaamse universiteiten."

Licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, 1988.

Mantels, Ruben. Geleerd in de tropen: Leuven, Congo en de wetenschap, 1885-1960. Leuven:

Universitaire Pers Leuven, 2007.

Naesens, Piet. "Over de ontwikkelingswaarde van de Belgische onderwijshulp." Tijdschrift

voor diplomatie 5, no. 8 (1979): 605-12.

Page 136: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

De “Anciens de Belgique” in de DRC

126

Ndaywel è Nziem, Isidore, ed. L'université dans le devenir de l'Afrique: un demi-siècle de

présence au Congo-Zaïre, Mémoires lieux de savoir - Archive congolaise. Parijs:

L'Harmattan, 2007.

Norro, Michel. "De universitaire ontwikkelingssamenwerking." In Wederzijds: de toekomst

van de Belgisch-Zaïrese samenwerking, geredigeerd door Jules Devos, Jean-Philippe

Peemans, Robrecht Renard, Emiel Vervliet en Jean-Claude Willame, 224-32.

Brussel: NCOS, 1989.

Nugent, Paul. Africa Since Independence: A Comparative History. Houndmills: Palgrave

Macmillan, 2004.

Nzongola-Ntalaja, Georges. The Congo from Leopold to Kabila: A People’s History. Londen:

Zed Books, 2002.

———, ed. The Crisis in Zaire: Myths and Realities. Trenton: Africa World Press, 1986.

Omasombo, Jean. République Démocratique du Congo: Biographies des acteurs de la

Troisième République. Tervuren: Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, 2009.

Rideout, William Milford. "Education and Elites: The Making of the New Elites and the

Formal Education System in the Congo (K)." Doctoraatsthesis, Stanford University,

1971.

Roels, Bart. "Buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten: een onderzoek naar

studentenmigratie en het Belgische beurzenbeleid, 1945-1980."

Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 2008.

Schoonvaere, Quentin. Studie over de Congolese migratie en de impact ervan op de

Congolese aanwezigheid in België: analyse van de voornaamste demografische

gegevens. Leuven: Studiegroep Toegepaste Demografie (UCL) & Centrum voor

Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, 2010.

Schoumaker, Bruno, Sophie Vause, en José Mangalu. Political Turmoil, Economic Crises,

and International Migration in DR Congo: Evidence from Event-History Data, 1975-

2007, MAFE Working Paper 2: MAFE, 2010.

Spaas, Lieve. How Belgium Colonized the Mind of the Congo: Seeking the Memory of an

African People. Lewiston: The Edwin Mellen Press, 2007.

Stengers, Jean. "Precipitous Decolonization: The Case of the Belgian Congo." In The Transfer

of Power in Africa: Decolonization 1940-1960, geredigeerd door Prosser Gifford en

William Roger Louis, 305-36. Londen: Yale University Press, 1982.

Titeca, Kristof, en Tom De Herdt. "Real Governance Beyond the ‘Failed State’: Negotiating

Education in the Democratic Republic of the Congo " African Affairs 110, no. 439

(2011): 213-31.

Page 137: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

謐Ц

127

Trapido, Joseph. "The Political Economy of Migration and Reputation in Kinshasa." Africa

81, no. 2 (2011): 204-25.

Trefon, Theodore. "Changing Patterns of Solidarity in Kinshasa." Caderno de Estudos

Africanos, no. 3 (2002): 93-110.

———. "Introduction: Reinventing Order." In Reinventing Order in the Congo: How People

Respond to State Failure in Kinshasa, geredigeerd door Theodore Trefon, 1-19.

Londen: Zed Books, 2004.

———, ed. Reinventing Order in the Congo: How People Respond to State Failure in

Kinshasa. Londen: Zed Books, 2004.

Tsakala Munikengi, Télésphore, en Willy Bongo-Pasi Moke Sangol. "The Diploma Paradox:

University of Kinshasa between Crisis and Salvation." In Reinventing Order in the

Congo: How People Respond to State Failure in Kinshasa, geredigeerd door

Theodore Trefon, 82-98. Londen/New York: Zed Books, 2004.

Willame, Jean-Claude. "De universitaire samenwerking in cijfers." In Wederzijds: de

toekomst van de Belgisch-Zaïrese samenwerking, geredigeerd door Jules Devos,

Jean-Philippe Peemans, Robrecht Renard, Emiel Vervliet en Jean-Claude Willame,

233-36. Brussel: NCOS, 1989.

———. Patrimonialism and Political Change in the Congo. Stanford: Stanford University

Press, 1972.

Yates, Barbara. "Educating Congolese Abroad: An Historical Note on African Elites." The

International Journal of African Historical Studies 14, no. 1 (1981): 34-64.

———. "White Views of Black Minds: Schooling in King Leopold's Congo." History of

Education Quarterly 20, no. 1 (1980): 27-50.

Young, Crawford, en Thomas Turner. The Rise and Decline of the Zairian State. Madison:

The University of Wisconsin Press, 1985.

Websites

Badibanga, Walter. ‘Celtel RDC sponsorise la 4ième édition du Grand Bal des Anciens de

l'Université de Liège’, Mediacongo (14/05/2007).

http://www.mediacongo.net/extra/echoshow.asp?echo=102. Geraadpleegd op 06-08-

2011.

Page 138: De Anciens de Belgique in de Democratische Republiek Congolib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/786/467/RUG01... · CRISP Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques DESTIN Development

ꂰЦ

De “Anciens de Belgique” in de DRC

128

Kongo, Véron-Clément. ‘Coup d'envoi de la participation de l'Amabel au cinquantenaire de la

RDC’, Le Potentiel (20/04/2010).

http://www.lepotentiel.com/afficher_article.php?id_edition=&id_article=94997.

Geraadpleegd op 06-08-2011.