dans Ja boue. Pendent...dans Ja boue. Pendent les draps habilés par la grimace d'une ombre chinoise...
Transcript of dans Ja boue. Pendent...dans Ja boue. Pendent les draps habilés par la grimace d'une ombre chinoise...
des naufrages. vous Ie dernande colle
aux vi tres gui, ceUe crotîte blanche de givre ell forme d'écorché vif?
III
Sérénissime. Au lieu de mandragore pousse une racine d'entrailles. QueUe forme eUe a! D'incendie pétrifié par l'eau. QueUe eau! Par la glu des glaires par Ie feu de joie des fous par la chute du rideau de fer des boutiques. De cire faite et De cris enfoncés à coups de marteau dans Ie .;:""Ip"""
nerveux d'un arbre de Judée.
IV
Des sanglants ételldus sur des haies d'épines sur un piège de ronces méehantes de mûriers dont les müres lachenl les tables d'épouvalltables tnches. Tachant la lessive
sèche surles fils de fer Au soleil
sèchent les nappes traÎnent
58
door schipbreuk Wie, vraag ik kleeft aan de ruiten, wat? die witte korst van rijp in de vorm van een levend gevilde?
III
Allerhoogste. In een wortel van In wat voor vorm! Als brand versteend door water. En wat voor water! Door de zwam van zever door het vreugdevuur der gekken door de ijzeren val van het rolluik van de winkels. Van was gemaakt en naalden. Van kreten verzonken door hamerslagen in het zenuwstel van een J udasboom.
IV
Bloedend lijnwaad uitgespreide over de doornhagen over een strik van gemene dorens van braamstruiken met bramen die de tafels bevlekken met schrikwekkende vlekken. Vlekkend op hel wasgoed dat droogt op het prikkeldraad. In de zon drogen de tafellakens die
59
dans Ja boue. Pendent les draps habilés par la grimace d'une ombre chinoise de [ausse blanchisseuse aux mains vraies.
v
011 Ie bät vous blesse. Je soignerai la blessure aux lèvres froides grandes ouvertes criant son cri.
J'entendrai la flüte des moelles si légère que lesquelette ne tient qu' à un fil à cause du sac de sang du sac de salive du sac de bile des sacs mal accrochés à une taille de guêpe coupée en deux. D.ites-moi 011 Ie bàt vous blesse. l'appliquerai }'ouate la gaze ct la croix rose collée dessus.
VI
L' arbre carré reconnaissable à cette fortnc peu commune épanouil deux branches
égalcment carrées 011 se mirent à battre la chamade les artères enlre les pouls de telle sarle que les tunnels du eorps furenl bondés par la cohue d'une
60
door het slijk. Hangen de lakens waarin de grimas huist van een chinese schim: een namaakwasvrouw met ware handen.
v
Zeg me waar je geraakt bent. Dan verzorg ik de wond die met koele wijd open lippen zijn kreet uitkrijt. Ik luister naar het fluitspel der mergen zo zacht dat hd geraamte nog slechts aan een draad hangt vanwege de zak met bloed de zak met speeksel de zak met gal zakken slordig hangend aan een doorgebroken wespetaiJle. Zeg me waar het zadel je verwondt. Ik zal watten gebruiken gaas met daarop het roze kruis geplakt.
VI
De vierkante boom herkenbaar aan zijn ongewone vorm gaf wasdom aan twee even vierkante takken en daar begon het aftocht blazen van de aderen tussen de zodanig dat de tunnels van het liehaam zwollen door het gedrang van een
61
; ij; [p'rrm . rTl;;'; sr; r:.' r'rn? 11;;PIi _;,;,,~,,;"";i ffi"~_,,,;;; ;"'~"" ''''11. .u. I I I [ '11111
foule en proie à
VII
e'était lavé déchiré désossé souillé ravagé creV(~ désarticulé
penché couché perché noué c10ué décloué recollé écartelé fcndu fondu pelldu tendu étendu hissé pavoisé
flagellé de toute élernité
depuis I'éeriteau tordu bottes des
VIII
La machine infernale était mue par des calculs ignorés des machillistes d'unc coulisse interdîLes aux ramolleurs sous reine de morl. De toule élcrnité mue au coeur mème du drame la machine d'une précision écoeurante réglait en outre Ie candélahn' des astres.
IX
Vit-all jamais tant d'échelles?
62
mabsa ten prooi aan paniek.
VII
Gewassen gescheurd uitgebeend bezoedeld verwoest verrekt ontwricht opgericht genegen gelegen gebonden genageld ontnageld
gevierendeeld gespleten gesmolten vergoten gehangen gespannen ontspan
opgehesen bewimpeld belasterd geslagen gegeseld gebrandmerkt voor eeuwig vanaf het verwrongen aanplakbord tot de lieslaarzen der putjesscheppers.
VIII
De helse machine werd bewogen door de berekeningen die de toneelknechten ontgingen door een coulisse van ladders op straffe van dood verboden voor schoorsteenvegers. Voor alle eeuwigheid bewogen in het hart zelf van het drama regelde de machine met walgelijke
daarenboven de kroonluchter der sterren,
IX
Zag men ooit zoveel ladders?
63
l
<»
Vit-on jamais sur un haut espace étroit une semblable
une cage de pluies aussi cornpliquée une pareille enlreprise d'échafaudages? Vit-on jamais tanl de loiles d'araignées aulour de Tanl d'éehelIes? machine de guerre contre une muraille de remparts. Ce désordre aérien de balcons de grille d'égou I de garde-rous et aulres grilles de bouchers de boulangers de orÏsol1niers faisant des
filles. écrit ell hébreu maïs j'insisle: d'échelles d'échelles enlre eUes s'escaladant à coups de pieds à coups de coudes à coups d'ailes de cris d'hirondelles.
x
Par l'échelle écarlale vinrent des pieds !lUS pOrlems pompiers indiscréliO!l dégoûtante. AIlani vellanl se de bas en haul de haut en bas à Iravers les eaillols du houx la denlelle de haine des orlies. El que Le ciel solide cru par nous espaee toul
64
Zag men ooit op een hoge enge ruimte een vergelijkbaar staketsel een kooi van regen zo ingewikkeld een dusdanig bouwsel van stijgers? Zag men ooit zoveel spinrag rond de balken? Zoveel ladders'? Je reinste oorlogstuig tegen een muur van vestingen, Die wanorde in de lucht van balkons van roosters op het riool van brugleuningen en andere roosters van slagers bakkers gevangenen die gebaren naar meisjes. Geheimtaal in het hebreeuws maar ik herhaal: ladders ladders onder elkaar op elkaar klimmend met schoppen met elleboogsloten mel vlclIl!clslagen met zwaluwkreten.
x
Over de scharlaken ladder kwamen blote voeten dragers van onzichtbare
met een stuitend onfatsoen. Een komen en gaan een elkaar verdringen van laag naar hoog van hoog naar laag dwars door bloedproppen van de hulst het haat-kant van de netels. En wat zeg ik? De gedegen hemel door ons als ruimte opgevat
65
cela dans une pointe d'épinglt' piquée ailleurs par des mains différenles et indifférentes. Il y aurait de quo i il y aurait (entre nOlls) de nre.
XI
Il y avait les coups. Les coups du fer sur Ie fer. La vieille rose des vents. Les coups. La rouille des coups sur l'éventail en os des pieds. Sur la natte en orteils. Sur les planches. Sur
enluminure du missel des nerfs ou la douleur court
vite que la douleur dans Ie corail des tortures. L'écho des coups. Les médailles des coups. Les oreilles des coups. L'áme du bois. I/ame des coups sans àme. Les coups du tonnelier. Les coups du charpenlier. Les cratères de viande bleue. Les poteaux
des de la main. Le cou du cygne.
XII
C'esl du beau travall. Quelle dróle de promenade. QueUes pompes funèbres. Quel chapeau
66
dat alles in de punt van een speld ergens anders ingeprikt door diverse onverschillige handen. Men zou er men zou er (onder ons gezegd) om kunnen lachen.
XI
En toen de De van ijzer op ijzer. De oude roos vall de winden. De slagen. Het roest van de slagen op de benen waaier van de voeten. Op de mat van tenen. Op de planken. Op de verfijnde miniatuur van het missaal van de zenuwen waar de pijn sneller
dan de pijn in het koraal van de folterbank. De echo van slagen. De munt van De oren van De ziel van het hout. De ziel van zielloze slagen. De van de kuiper. De slagen van de timmerman. De kraters van rauw vlees. De richtingwijzers van de lijnen in de hand. De bals van de zwaan.
XII
Dat is mooi werk. \Vat een vreemde wandeling. Wat een begrafenispracht. Wat een hoed
67
d'églantines. QueUe chaleur. troc à perte d'unc race habiIe au troe. Quelle journée des dupes. Je demande la parole on me r ote. On I' attaehe. On Ie fouette. On lui crache dessus. Ah. les vaches!
XIII
Sur Ic pont dans cet extrèmc désarroi les pirates victirnes d'un charme organisèrent une petite existence d'émigrants à base de sommeil multicolore sans oublier ee gui reste d'une màture réduitc à l'usage de polence sous UIl ouragan de chemises. L'orteil d'ull pied au eentre du eyclone pointe à pointe avec celles des étendards. Attributs illisibles: cornes de boeuf queues de cheval boucs
en
XIV
Sur Ie trop célèbre tapis ven se bousculelll les ossclels d'un squclette adroitemenl chiffrés de ehiures de mouches. Les soldal'i par groupcs de lutte romaine. La statue pmlf'slrp
68
van rozen. Wat een hitte. Wat een slechte ruil voor een ras gewoon om te ruilen. Wat een ongeluksdag. Ik vraag het woord het wordt mij ontnomen. Men bindt hem vast. Men geselt hem. Men bespuwt hem. Aeh, schoften.
XIII
uiterste begonnen zeerovers
ten prooi aan een betoverin een nietig emigrantenbestaan op grond van een veelkleurige slaap zonder te wat overblijft van een stel masten herleid tot de funktie van galg onder een orkaan van hemden. De teen in het centrum van de wervelstorm rakend aan de voet van de vaandels. Onleesbare tekens: runderhorens paardestaarten bokken arenden in narden.
Op de
XIV
hel overbekende groene laken ketsen de kootjes van een skelet handig genummerd met ..I:~_~--
poep. Soldaten in grieks-romeinse slagordes. Van het ruiterstandbeeld
69
dont UH éternuement du cheval édabousse d'écumes la carcasse d'lIn feu d'artifice de banlieue ou sont c10ués les solcils morts.
xv
Le de fort mauvaise humeur ear il avait un rendez-vous domine les groupes SUl' un cneval carré donl Ics jambes descendent j usqlle par terre. n (à gifles de crin) chasse les mouches vertes qui ne save nt vraiment plus ou dOlmer de la têle.
analogue au théàtre des boucheries drapé de vianlJe crue de feuillages d'or de cocardes.
XVI
Gordien. Tel élail Ie noeud de muscles de cor'des d'un des vaulours ue rêvanl que plaies et bosses à I'exlrémité d'une de mat de Cocagne. Il vil mal il entrevit une échclle de coups de bàton gravis par une horde blanche de cuisiniers plumaJlt des Oles. Alors Uil coq sonna de la trompette. Le haut fut Ie bas:
70
.ürh;;.
niest het paard schuim op het geraamte van een vuurwerk in de voorstad waaraan genageld dode zonnen.
XV
De hoofdman in een bar slecht humeur want had een afspraak troont boven de troepen op een vierkant paard met benen die reiken tot de grond. Het verjaagt (staartzwiepend) de strontvliegen die echt niet meer weten waar ze het zoeken moeten. Ceremonieel analoog aan het schouwspel van slagerijen bekleed met rauw vlees met gouden lovers van kokardes.
XVI
Gordiaans. Zo was de knoop van spieren van koorden van een der gieren dromend nog slecht"> van zweren en builen aan het topje van een soortement kokanje-mast. Hij zag slecht, zag vaag een ladder van stokslagen beklommen door een witte horde van ganzen-plukkende koks. Toen hlies een haan de trompet. Boven werd onder: Duiken!
71
Plonge! lui criait-on des cuisines.
XVII
Un accident est si vite arrivé. L'autre
épouvantail trop attentif
à sa métamorphose en branches d'arbre en noeuds d'arbre en os d'arbre toute une écorce
de peau de pin tordu qui saigne
et craque enfermé dans un rêve presque mythologique effrayait
les anges criant: Vite! Vite! Il n 'y a. pa.s une minute à perdre. Ces naïfs tournoyant au tour
criant à tue-tête et perdant des plumes qui l'aveuglaient et se collaient à ses blessures.
XVIII
Sérénissirne. L'écusson des meurtres. Les anirnaux
agenouillés qui pleurent. Les clefs au nornbre de sept. La roue triangulaire des rniracles. La main
qui n'en est pas une. L'oeil qui n'en est pas uno L'écoeurement mortel du rêve. La simple
72
duiken! riep men hem toe
vanuit de keukens.
XVII
Een ongelukje zit in een klein hoekje. De andere vogelschrik te zeer gespitst op zijn metamorfose in boomtakken in boomknoesten in boomknekels een en al schors van gewrongen dennehuid die bloedt en kraakt besloten in een schier mythologische droom verschrikte de engelen die riepen: Vlug! Vlug! Er valt geen minuut te verliezen. En die onnozelen er maar omheen draaien en luidkeels schreeuwen en veren laten die hem verblindden en kleefden aan zijn wonden.
XVIII
Allerhoogste. Het blazoen van de moorden. De geknielde dieren die huilen. De sleutels
zeven in getal. Het driehoekig rad van wonderen.
De hand die geen hand is. Het oog dat geen oog is. De dodelijke walging van de droom. Het simpele
73
(J'être. La bohémienne endormie. La tour du jeu d'échecs. Son [ou libre.
XIX
Sur un pupitrc noir oû elle élève ses hanrletons la mort mord ses ongles mord son porte-plumc lèche Ic scarabéc d'or de l'enere violette mord règle et réglisse rature tire des liglles mord Ie papier buvard pie lire des ligncs lire la Iangue louche lèche Ic scarabée sous les yeux de l'abbé (quelle
commenl ne voit-i! pas
XX
Tout I'organisme stupéfait expulse à rextéricur son liquide pour fuir les eltemins boueux
impraticables. Cela commence sous les bras bit des détours se perd se regroupe et forrne Uil réseau Iluvial d'anatomie.
La débácle venait des clous rouillés broyant les mécanismes trés fragilf's d' une usine
à travailIer la nuit sans lumières.
74·
van het bestaan. De slapende zigeunerin. De toren van het schaaksnel. Zijn vrijsl.aande
XIX
Op een zwarte schoolbank waar hij zijn kevers kweekt bijt de dood
nagels bijt zijn pen likt de gouden scarabee van de paarse inkt bijt lineaal en zoethout schrapt trekt lijnen bijt het vrome vloeiblad trekt lijnen steekt zijn stiekeme tong uil likt de scarabee onder de ogen van de pastoor (wat een lef). Maar waarom ziet die niet dat hij spiekt.
XX
Heel het verdwaasde organisme drijft zijn vocht naar buiten en ontvlucht de onbegaanbaar geworden wegen. Dal onder de armen maakt omwegen verdwaalt ordent zich weer vormt anatomisch een nelwerk van stromen. De ramp kwam van de roestige spijkers die de fragiele mechanismen braken van een fabriek gewend aan nachtwerk zonder licht.
75
••••!!.~~~jilt'~itH1j~jb"'," i1"'~_;,~i·~'__ i-,':_;"::'_";." ~____.,_,_,___",~
Cest pourquoi tout Ie dedans dehors
cherchant quelque issue. Cette eau d'angoisse accrochait à l'angle des corniches un peu vivantes ses gouttes folies de peur qlli sautent désespérément dans Ie vide.
XXI
Ce qui ne peut se dire (et cependant que ne puis-je dire avec ma façon de foreer les mots à se taire) ee qui He peut se dire c'est Ie miel des abeilles de l'agonie. IJ coule de la ruche il ligote d'une infecte résille vertigineuse les profils perdus à la base d'un caducée. On devine fait de quoi.
XXII
El voici qu'ull profil de face à la renverse relié au eep des jambes par
UlJe draperie d'un bleu pareil au rouge porte
en équilibre sur Ie front une colonne de sel. Et eetle aulre face de profil informe à cause de la loupe des larmes colle sa joue contre la résine épou vantabIe.
76
Daarom vluchtte al het binnenste naar buiten en zocht een goed heenkomen. Dit water van de angst hing aan de uitsprong van de haast levende rotsen
druppels gek van angst die wanhopig in de leegte springen.
XXI
Wat onzegbaar is (en toch wat kan ik niet zeggen door op mijn manier de woorden het zwijgen op te leggen) wat onzegbaar is dat is de honing van de bijen van de agonie. Hij loopt uit de korf hij knot met een goor duizelingwekkend netje de profielen verloren aan de voet van een slangenstaf. Men raadt wel waar die van is.
XXII
En nu achterover een gelaat en profil gebonden aan de van de benen met een gordijnstof van een aan rood gelijk blauw draagt balancerend op zijn voorhoofd een zuil van zout. En dat andere gelaat met misvormd profiel vanwege hel vergrootglas van tranen drukt zijn wang tegen het spookachtig hars
77
XXIII XXIII
Un tonnerre de chars à bancsenrubanués Een geratel van gepavoiseerde janplezieren
un tonnerre de grappes d'acacia un een geratel van acacia-trossen een
tonnerre de lits de noces geratel van huwelijksbedden die men een verdieping hoger sleept qu'on traîne à I'étage au-dessus
un tonnerre de barricades een geratel van barricaden
Uil tonnerre de canonnade een geratel van geschutvuur
un lonnerre de gens crianl: Par là! een geratel van mensen die roepen: Daar!
Par là! un tonllerre Daar! een geratel
d'immeubles pavoisés acdame van vlaggende huizen
au ciel un jet bejubelt in de lueht een bloedfontein in wijn veranderd. De engel Oadelijck de sang devenu vin. L' ange Cégeste
sonna de la trompette. Et i'ombre blies de trompel. En de schaduw
de l'objet se redressant devint van het voorwerp stond op en werd voonverp.
XXIVXXIV
Cela déchira d'est en ouesl Dat seheurde van oost naar west I'étoffe du silence. On elltendit hel voorhang van de stilte open. Men hoorde Ie siJence crier de telle de stilte wel zo schreeuwen sorte que ce fut insupportable dat hel ondraaglijk was aux oreilles du coeur. Une voor de oren van het hart. Een gerbe d'encre à coup sûr inktfontein pleine de chefs-d'oeuvre vol meesterwerken éclaboussanl. un vol l10ir spoot een zwarte vlucht de papier compromeUants brûlés en háte. van belastend in allerhaast verbrand papier. Tandis qu'une pluie torrenlielle Terwijl een stortbui de balonnettes achevait van bajonetten dc slachtoffers sauvagement les victimes. woest de genadestoot
XXV XXV
A genoux à droite Rechts et à gauche. Seul hélas en links geknield. Helaas als enige
78 79
--""-~...
de mon espèce (il n'y a pas de être fier) sous une cotte de mailles faite en chiffres sous une armure de vacarme seul à genoux à gauche à droite (la neige aux mains d' aveugle mettant la nappe) je ferme à genoux seul de mon hélas dans cette chambre ot! Ie crime eut lieu la bouche jaune de ma savante blessure capable de prononeer QuelQues mots.
van mijn soort (geen reden om trOl<; op te zijn) onder een maliënkolder van eijfers onder een wapenrusling van lawaai alleen geknield links rechts (de sneeuw dekt de tafel met blindemanshand) sluit ik geknield als enige van mijn soort helaas in deze kamer waar de misdaad plaatsvond de mond van mij n gedresseerde wond die een paar woorden kan spreken.
80 81