26 · PDF fileHij beklee-dt een vooraanstaande plaats in de muziekgeschiedenis, naast grote...

4
FRANÇAIS / NEDERLANDS / LE FESTIVAL / HET FESTIVAL / TRENTIÈME ÉDITION / DERTIGSTE EDITIE / ÉTÉ / ZOMER / 2016 op .3 PROGRAMME DU / PROGRAMMA VAN / PROCHAIN VOLGENDE CONCERT / CONCERT / 26.07 L’ACHÉRON François Joubert-Caillet / basse de viole / basgamba Sarah van Oudenhove / basse de viole / basgamba Philippe Grisvard / clavecin / klavecimbel Marin Marais (1656-1728) L’Arabesque La Rêveuse Prélude Grand Ballet Courante à deux violes La Guitare Sarabande à deux violes La Polonoise Gigue La Badine Fête Champêtre Les Voix humaines Couplets de Folies Allemande Chaconne Tourbillon LES FOLIES FRANÇOISES Patrick Cohen-Akenine / violon / viool Béatrice Martin / clavecin / klavecimbel MOZART À PARIS MOZART IN PARIJS MAR / DIN / CONSERVATOIRE / CONSERVATORIUM / 27.07

Transcript of 26 · PDF fileHij beklee-dt een vooraanstaande plaats in de muziekgeschiedenis, naast grote...

FRANÇAIS / NEDERLANDS /

LE FESTIVAL / HET FESTIVAL /

TRENTIÈME ÉDITION / DERTIGSTE EDITIE /

ÉTÉ / ZOMER /

2016op.3

PROGRAMME DU / PROGRAMMA VAN /

PROCHAIN VOLGENDECONCERT / CONCERT /

26.07L’ACHÉRON

François Joubert-Caillet / basse de viole / basgamba Sarah van Oudenhove / basse de viole / basgamba Philippe Grisvard / clavecin / klavecimbel

Marin Marais (1656-1728)L’Arabesque La Rêveuse PréludeGrand Ballet

Courante à deux violesLa GuitareSarabande à deux violesLa PolonoiseGigue La Badine

Fête ChampêtreLes Voix humainesCouplets de Folies

AllemandeChaconneTourbillon

LES FOLIES FRANÇOISES Patrick Cohen-Akenine / violon / viool Béatrice Martin / clavecin / klavecimbel

MOZART À PARISMOZART IN PARIJS

MAR / DIN /CONSERVATOIRE / CONSERVATORIUM /

27.07

COMMENTAIRE / COMMENTAAR /

.................................................................................................................. ................................................................................................................

Au service royal pendant une cinquantaine d’années lors de l’apo-gée puis du crépuscule du classicisme français, Marin Marais tient une place de choix aux côtés de grands musiciens tels que Jean-Baptiste Lully, François Couperin ou Marc-Antoine Charpen-tier. Plus précisément, il a l’immense honneur de donner parfois, le soir, dans l’intimité de la chambre, des concerts très privés aux-quels seule une poignée de privilégiés peut assister : on imagine le château de Versailles alors que la nuit tombe, le bruit des écuries et des cuisines s›estompant peu à peu, une fête ou un bal peut-être au loin, et là, dans une chambre calme, sur de somptueux fauteuils, Louis XIV et Madame de Maintenon, après une longue journée ac-compagnée de voix, violons et hautbois, se délectant de la mu-sique de Marin Marais. Mais alors, quelle musique peut être servie au Roi Soleil et à sa compagne en des moments aussi uniques ? Le génie de Marais se révèle alors. Avec une musique s’inscrivant toujours dans une forme classique de Suite de danses, il va sans cesse proposer de nouveaux caractères, ne se répétant jamais, faisant entendre des œuvres d’une finesse et d’une subtilité rares, constamment neuves ; sublimant le carcan de cette structure, il trouve des idées audacieuses, fraîches, inattendues, pour rendre grâce à ce monarque qu’il va côtoyer et charmer pendant près d’un demi-siècle. Ces Pièces servies ainsi sont alors comme des delicatessen pour les oreilles du Roi et forment ce qu’il y a de plus savoureux dans son quotidien musical.

À cette époque, Louis XIV a déjà une cinquantaine d’années. Lui qui aimait tant danser n’en est malheureusement plus capable. Les danses que Marin Marais lui joue relèvent alors du souvenir, la grâce de la musique et des gestes du violiste lui rappelant les instants glorieux où il était lui-même sur scène. On se figure la nostalgie qu’il ressent peut-être, mais aussi la reconnaissance et l’émotion de pouvoir encore danser intérieurement au travers des chorégraphies imaginaires de son violiste favori.

Si l’on possède un certain nombre d’informations sur sa vie, on sait finalement bien peu de chose sur la personne de Marin Marais. Certes, on disait de lui qu’il jouait comme un ange, mais on ima-gine aisément qu’il montrait bien d’autres visages et une diversité d’expressions bien plus étendue sur les 600 pièces de ses cinq Livres de Pièces de Viole. Malgré sa discrétion d’honnête homme, le parcours de l’intégralité de cet édifice permet de peu à peu lever le voile sur son être ; Marais donne à chacune de ces Pièces une identité toute particulière, les rendant toutes originales, créant à chaque fois un petit bijou de perfection rhétorique, d’élégance et de poésie, nous laissant entrevoir avec chacune d’entre elles un aspect peut-être insoupçonné de sa nature. Ces cinq Livres sont également des ouvrages pédagogiques, étant le pendant musical des nombreux traités et autres méthodes où les particularités si caractéristiques de l’école française de viole sont décrites : durant un siècle, de Sainte-Colombe à Forqueray, ces co-des vont demeurer inchangés, les auteurs étant unanimes sur de nombreux points techniques et esthétiques tels que l’utilisation de cordes fines, d’un archet long, le désir d’imiter le mieux toutes les inflexions de la voix, une ornementation souple et diverse, un son suave et nuancé, le port de main élégant, une importante variété de coups d’archet… En lutherie, la septième corde grave ajoutée par Sainte-Colombe devient un canon de cette école française de viole, mais aussi un manche plus renversé que les violes anglaises, un chevalet bas teinté de noir, des têtes sculptées, etc. Bien évi-demment, quelques querelles animent parfois le petit monde pa-risien de la viole, mais rien qui puisse sérieusement ébranler les fondements de cette école. Loin des débats, les Livres de Pièces de Viole de Marin Marais sont une source de connaissance tant sur l’instrument que sur le répertoire, d’une part grâce aux indications écrites dans leurs Avertissements, d’autre part tout naturellement aussi par la qualité didactique de chacune de ces Pièces.

François Joubert-Caillet

Marin Marais was bijna vijftig jaar lang in dienst van de koning, zowel in de glorietijd als in de nadagen van het Franse classicisme. Hij beklee-dt een vooraanstaande plaats in de muziekgeschiedenis, naast grote componisten als Jean-Baptiste Lully, François Couperin en Marc-An-toine Charpentier. Bovendien genoot hij de heel bijzondere eer om af en toe in de intimiteit van de kamer van de vorst te treden, voor private avondconcerten die aan een handvol bevoorrechte hovelingen waren voorbehouden. Ziet u het al voor u? Het kasteel van Versailles bij het vallen van de nacht, het wegdeemsterende lawaai van de stallen en de keukens, misschien wat feestgedruis in de verte… En daar, in een rustig vertrek, op luxueuze fauteuils gezeten, genieten Lodewijk XIV en Madame de Maintenon, na een lange dag vol zang, viool- en hoboklan-ken, van Marin Marais’ muziek. Maar welke muziek mocht hij de Zonne-koning en diens gezellin op zulke unieke momenten dan wel voorscho-telen? Daar komt het genie van Marais om de hoek kijken. Zijn muziek blijft altijd op de klassieke leest van de danssuite geschoeid, maar hij bedenkt voortdurend nieuwe karakters zonder ooit in herhaling te vervallen. Daardoor kan hij werken van een zeldzame verfijndheid en subtiliteit laten horen, die blijven verrassen. Hij weet zich te bevrij-den van het keurslijf van de suitestructuur, past telkens gewaagde, verfrissende, onverwachte vondsten toe om zijn dankbaarheid te be-tuigen aan de monarch die hij bijna een halve eeuw lang voor zich zal weten te winnen. Aldus opgediend zijn die Pièces als het ware ‘deli-catessen’ voor de Zonnekoning, de smakelijkste ingrediënten van zijn dagelijkse muzikale dieet. Lodewijk XIV is dan al de vijftig voorbij. Hij was ooit een verwoed dan-ser, maar is daar helaas niet meer toe in staat. De dansen die Marais voor hem speelt, appelleren aan zijn herinneringen; de sierlijkheid van de muziek en de gebaren van de gambist voeren de monarch terug naar die glorierijke momenten waarop hij zelf het podium beheerste. De denkbeeldige choreografieën van zijn geliefkoosde viola da gamba-ver-tolker stellen Lodewijk in staat om in zijn geest te dansen, wat wellicht de nodige nostalgie opwekt, maar zeker ook ontroering en dankbaarheid.Over Marin Marais’ leven is weliswaar het een en het ander bekend, maar alles bij elkaar is die informatie best karig. Er wordt dan wel over hem verteld dat hij muziek speelde als een engel, maar hij moet bij het vertolken van de 600 werken die gebundeld zijn in zijn vijf Livres de Pièces de Viole toch wel andere aanblikken en een grote diversiteit aan uitdrukkingen hebben laten zien. Ondanks de discretie die Marais als man van de wereld aan de dag legde, geeft de grondige analyse van zijn omvangrijke bouwwerk wel iets prijs over de componist zelf. Hij geeft namelijk aan elk van zijn Pièces een heel eigen identiteit mee, waardoor ze allemaal origineel zijn. Hij creëert elke keer een juweeltje van retorische perfectie, elegantie en poëzie, die een tipje van de sluier van zijn natuur oplichten.Die vijf Livres hebben ook een pedagogische functie: ze zijn de muzi-kale tegenhanger van de vele verhandelingen en andere handboeken waarin de bijzondere kenmerken van de Franse viola da gamba-school worden beschreven. Een eeuw lang, van de tijd van Sainte-Colombe tot aan die van Forqueray, blijven die codes ongewijzigd. Zo eensge-zind zijn de auteurs over de vele technische en esthetische aspecten van het gambaspelen: het gebruik van fijne snaren en een lange boog, de betrachting om alle wendingen van de menselijke stem zo goed mogelijk te imiteren, de soepele en gevarieerde ornamentatie, de zachte en genuanceerde klank, de elegante houding van de hand, het variëren van de streken met de strijkstok… Wat de bouw van het ins-trument betreft, wordt de door Sainte-Colombe toegevoegde zevende A-snaar de canon binnen de Franse viola da gamba-school. Maar even typisch zijn de hals, die meer achterovergebogen is dan bij de Engelse variant, de lage en donkergekleurde kam, de uitgesneden krul, enz. Uiteraard werd binnen het besloten milieu van Parijse gambisten ook weleens geruzied, maar de fundamenten van de school bleven stee-vast overeind. En Marin Marais’ Livres de Pièces de Viole vormen, boven iedere discussie verheven, een unieke informatiebron over het instrument en het repertoire, niet alleen dankzij de uitgeschreven aanwijzingen in de ‘Avertissements’, maar ook omwille van de intrin-sieke pedagogische kwaliteiten van elk van die Pièces. François Joubert-CailletVertaling: Maxime Schouppe

26/07

BIOGRAPHIE / BIOGRAFIE /

.................................................................................................................. .................................................................................................................

L’AchéronDans la mythologie grecque, l’Achéron est le fleuve que traverse Orphée pour secourir Eurydice des Enfers. Comme son nom l’ins-pire, L’Achéron veut ouvrir une voie entre deux mondes apparem-ment opposés : celui des vivants et des défunts, le passé et le présent, l’idéal et la réalité.Fondé en 2009 par François Joubert-Caillet, L’Achéron est consti-tué d’une jeune génération de musiciens aux origines variées ayant été formés dans les plus grandes écoles de musique ancienne (la Schola Cantorum Basiliensis, les Conservatoires Nationaux Supé-rieurs de Lyon et Paris, les Conservatoires Royaux de Bruxelles et La Haye ou le Conservatoire d’Amsterdam). Ses musiciens ont pour certains d’autres facettes artistiques: le théâtre, la mise en scène, les danses anciennes ou contemporaines, l’écriture, l’improvisa-tion, les marionnettes, la facture d’instrument ou la prise de son composent l’éventail des passions se croisant dans l’ensemble.L’Achéron désire renforcer les liens entre les musiciens et le public en rendant les musiques anciennes accessibles sans les dénaturer, mais au contraire en se plongeant profondément dans l’instrumen-tarium coloré et les pratiques musicales multiples de la Renais-sance et du Baroque. Tentant de peindre avec la palette la plus riche ces musiques si vivantes, la traversée que L’Achéron propose est à la fois temporelle et sensible, les saveurs d’autres temps y sont intensément cultivées.La formation première de L’Achéron est le consort de violes de gambe: depuis 2013 le luthier Arnaud Giral accompagne l’ensemble en construisant un consort typiquement anglais. Un dessus de viole, un ténor, une lyra viol et une consort bass ont d’ores et déjà vu le jour, donnant à ce consort une homogénéité, une profondeur et une richesse harmonique unique. L’orchestre de L’Achéron se développe également, ouvrant ainsi la démarche de l’ensemble à d’autres répertoires tout en gardant son identité chambriste.L’Achéron est en résidence à l’Arsenal de Metz. Il est invité à se produire dans divers festivals et saisons musicales en Europe. Au disque, L’Achéron enregistre pour le label Ricercar - Outhere. Il a fait paraître The Fruit of Love consacré à Anthony Holborne, les Ludi Musici de Samuel Scheidt (Diapa-son d’Or) ainsi que les Pièces favorites, une anthologie des Pièces de Violes de Marin Marais dont l’intégralité est enregistrée par Fran-çois Joubert-Caillet. Prochaines parutions : le Requiem de Johann Caspar Kerll avec l’ensemble Vox Luminis et les Ouvertures de Jo-hann Bernhard Bach (automne 2016).

François Joubert-CailletAprès des études de flûte à bec, piano et contrebasse, François Joubert-Caillet se forme à la viole de gambe à la Schola Cantorum Basiliensis auprès de Paolo Pandolfo avec lequel il étudie égale-ment les improvisations anciennes, ainsi qu’avec Rudolf Lutz. Il a remporté le 1er Prix et le Prix du Public du Concours International de Musique de Chambre de Bruges. François Joubert-Caillet a joué avec divers ensembles de musique ancienne avec lesquels il a enregistré pour les labels Ricercar, Har-monia Mundi, Ambronay, K617, ZigZag Territoires, Arcana, Winter & Winter, Aparté, Glossa, Sony, Naïve, etc.En résidence à l’Arsenal de Metz, François Joubert-Caillet mène L’Achéron avec lequel il se produit sur de nombreuses scènes eu-ropéennes dans diverses formations, notamment le consort de violes de gambe. Il enregistre ses disques Le Nymphe di Rheno (Johannes Schenck) en duo avec Wieland Kuijken, The Fruit of Love (Anthony Holborne), les Ludi Musici (Samuel Scheidt) et les Ouver-tures de Johann Bernhard Bach chez Ricercar - Outhere.Depuis l’automne 2014, François Joubert-Caillet a commencé d’en-registrer l’intégrale des Pièces de Viole de Marin Marais pour Ricer-car: ce projet titanesque (cinq Livres, plus de 600 Pièces, une ving-taine de CDs) a vu le jour en 2016 avec un CD de Pièces favorites du compositeur, le 1er Livre est attendu pour le printemps 2017!

L’Achéron

In de Griekse mythologie is de Acheron de rivier die Orpheus over-steekt om Eurydice te gaan redden uit te onderwereld. Zoals zijn naam aangeeft, wil L’Achéron een weg banen tussen twee ogen-schijnlijk tegengestelde werelden: die van de levenden en de do-den, tussen verleden en heden, ideaal en werkelijkheid. Opgericht in 2009 door François Joubert-Caillet, wordt L’Achéron gevormd door een jonge generatie musici van diverse horizonten die opgeleid werden aan de belangrijkste scholen voor oude mu-ziek (de Schola Cantorum Basiliensis, het Conservatoire National Supérieur van Lyon en dat van Parijs, de Koninklijke Muziekconser-vatoria van Brussel en Den Haag, en het Conservatorium van Am-sterdam). Sommige van deze musici zijn nog op andere vlakken actief: theater, regie, klassieke of hedendaagse dans, literatuur, improvisatie, poppenspel, instrumentenbouw en opnameleiding vormen de brede waaier van passies die elkaar in de schoot van dit ensemble ontmoeten.L’Achéron wil de banden tussen musici en publiek aanhalen door oude muziek toegankelijk te maken zonder haar aard geweld aan te doen, maar integendeel, door zich volledig onder te dompelen in het kleurrijke instrumentarium en de veelzijdige muzikale praktijk van de renaissance en barok. In zijn poging om met een zo rijk mo-gelijk palet deze bijzonder levendige muziek weer te geven, is de oversteek die L’Achéron voorstelt zowel temporeel en meevoelend: de smaken van andere tijden worden er intensief in gecultiveerd.De basissamenstelling van L’Achéron is een consort van viole da gamba: sedert 2013 vergezelt de vioolbouwer Arnaud Giral het ensemble door er een typisch Engels consort voor te creëren. Se-dertdien zagen een dessus de viole, een tenor, een lyra viol en een consort bass het daglicht, wat dit consort een unieke homogeni-teit, diepgang en harmonische rijkdom verleent. Ook het orkest van L’Achéron ontwikkelt zich verder, wat de insteek van dit en-semble doortrekt naar andere repertoires, terwijl toch zijn eigen kamermuzikale identiteit behouden blijft. L’Achéron is in residentie in l’Arsenal de Metz. Het wordt uitge-nodigd om op te treden in concertreeksen en festivals doorheen Europa. L’Achéron maakt opnames voor het label Ricercar - Outhe-re. Het bracht The Fruit of Love uit, gewijd aan Anthony Holborne, naast Ludi Musici van Samuel Scheidt (Diapason d’Or) en Pièces favorites, een anthologie van de Pièces de Violes van Marin Marais die integraal werden opgenomen door François Joubert-Caillet. Komende releases zijn het Requiem van Johann Caspar Kerll met het ensemble Vox Luminis en de Ouvertures van Johann Bernhard Bach (herfst 2016).

François Joubert-CailletNa studies blokfluit, piano en contrabas schoolde François Jou-bert-Caillet zich tot gambist aan de Schola Cantorum Basiliensis bij Paolo Pandolfo, bij wie hij eveneens de oude improvisatiekunst leerde, alsook bij Rudolf Lutz. Hij won de eerste prijs en de pu-blieksprijs op de Internationale Kamermuziekwedstrijd van Brugge. François Joubert-Caillet speelde met diverse ensembles voor oude muziek waarmee hij opnames maakte voor de labels Ricer-car, harmonia mundi, Ambronay, K617, ZigZag Territoires, Arcana, Winter & Winter, Aparté, Glossa, Sony, Naïve, enz.François Joubert-Caillet leidt L’Achéron, dat in residentie is bij l’Ar-senal de Metz. Met dit ensemble concerteert hij op tal van Euro-pese podia in wisselende bezettingen, hoofdzakelijk als consort van viole da gamba. Bij Ricercar - Outhere realiseerde hij de cd’s Le Nymphe di Rheno (Johannes Schenck) in duo met Wieland Kuij-ken, The Fruit of Love (Anthony Holborne), de Ludi Musici (Samuel Scheidt) en de Ouvertures van Johann Bernhard Bach.In de herfst van 2014 begon François Joubert-Caillet voor Ricercar met de integrale opname van de Pièces de Viole van Marin Marais: een eerste resultaat van dit titanenwerk (vijf Livres, meer dan 600 Pièces, goed voor een twintigtal cd’s) kwam er in 2016 met een cd met de Pièces favorites van de componist, terwijl de release van het 1er Livre is voorzien voor de lente van 2017!

Opus 3 remercie tous ceux qui ont collaboré à la réalisation de cette 30e édition des Midis-Minimes / Opus 3 dankt van harte allen die hebben bijgedragen tot de realisatie van de 30ste uitgave van de Midis-Minimes; le / het Koninklijk Conservatorium Brussel, la Fédération Wallonie-Bruxelles, Direction générale de la Culture, Service de la Musique, le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, Finance et Budget / de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Financiën en Begroting, la / de Commission communautaire française, la Ville de Bruxelles / de Stad Brussel, La Loterie Nationale / de Nationale Loterij, Le Pain Quotidien, Sablon, Les Petits Oignons, La Boîte à Musique, Bozar Music, Flagey, RTBF-Musiq’3, RTBF-La Première, FM Brussel, RCF, Origin / Opus 3 :Président / Voorzitter Claude Jottrand - Administrateurs / Beheerders Martine D-Mergeay, Patricia Bogerd, Aude Stoclet, Geert Robberechts, Quentin Bogaerts - Directeur artistique / Artistiek directeur Bernard Mouton (Arts/Scène Production asbl) - Presse et communication / Pers en communicatie Be Culture - Traductions / Vertalingen Maxime Schouppe, Emilie Syssau, Koen Van Caekenberghe - Accueil / Onthaal Alice Buis, Joachim Caffonnette, Garance Dehon, Yasmina Dombret, Sofia Fernandez, Soraya Majdoubi, Naomi Mvuezolo L. D. S., Lucie Provost - Tourneuse de pages / Blaadjesdraaier Anna Cheveleva, Loreline De Cat - Conception graphique / Grafisch concept Michaël Baltus - Réalisation graphique / Grafisch ontwerp Ab initio.

RCF, la musique separtage au quotidien !

Musiques au pluriel

C’est classique mais c’est nouveau

Paroles de musiciens

Trois émissions de Dominique Lawalrée sur RCF 107.6 FM ou www.rcf.be

ouve

rt /

open

7/7

Bertrand de Wouters d’Oplinter et son équipe de spécialistes en musique classique

vous souhaitent d’excellents moments musicauxBertrand de Wouters d’Oplinter en zijn medewerkers

wensen u veel luisterplezier

+32 2 513 09 65 | 74 Coudenberg 1000 Brusselsnew website: www.laboiteamusique.eu

Fournisseur Breveté de la Cour de BelgiqueGebrevetteerde Hofleverancier van Belgïe

BAM_88x79-NB.indd 1 18/05/16 12:04

CUISINE FRANÇAISE AUX ACCENTS DU SUD,CUISINE DE BRASSERIE

Ouvert 7/7. En semaine jusque 23h, les vendredi et samedi jusque minuit.

25 rue de la Régence1000 Bruxelles02 511 76 1502 511 86 15

[email protected]

Juste en face du conservatoire, Les petits oignons offrent derrière une façade magnifique un décor lumibneux, convivial et apaisant. Belle carte de vins, suggestions de vins au verre, carte régulièrement renouvelée en fonction de la saison et suggestions selon, le marché. Salle de réception et banquets.

Rue Ravensteinstraat 231000 Brussels+32 2 507 82 00 / bozar.be

Paleis voor schone KunstenBrussel Palais des Beaux-artsBruxelles

cen

tre fo

r f

ine a

rts

Br

us

sels

mu

sic

Photo Copyright Mick Rock 1973, 2016

SEASON ’16 — ’17

MUSICsaison1617_MidiMin_88x79.indd 1 5/11/16 11:19 AM