WETSONTWERP PROJET DE LOI - begroting 2018aan.pdf · la Chambre des représentants le projet de loi...

8342

3036/0013036/001

K A M E R 5 e Z I T T I N G V A N D E 5 4 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2017 2018 C H A M B R E 5 e S E S S I O N D E L A 5 4 e L É G I S L A T U R E

Chambre des représentants de belgique

belgisChe Kamer van volKsvertegenwoordigers

DOC 54DOC 54

27 april 2018 27 avril 2018

PROJET DE LOI

contenant le premier ajustement du budget des Voies et Moyens de l’année budgétaire 2018

WETSONTWERP

houdende de eerste aanpassing van de Middelenbegroting

voor het begrotingsjaar 2018

3036/0012 DOC 54

De regering heeft dit wetsontwerp op 27 april 2018 ingediend.

De “goedkeuring tot drukken” werd op 27 april 2018 door de Kamer ontvangen.

Le gouvernement a déposé ce projet de loi le 27 avril 2018.

Le “bon à tirer” a été reçu à la Chambre le 27 avril 2018.

Abréviations dans la numérotation des publications:

DOC 54 0000/000: Document parlementaire de la 54e législature, suivi du n° de base et du n° consécutif

QRVA: Questions et Réponses écritesCRIV: Version Provisoire du Compte Rendu intégral CRABV: Compte Rendu Analytique CRIV: Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le

compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analy tique traduit des interventions (avec les an-nexes)

PLEN: Séance plénière COM: Réunion de commissionMOT: Motions déposées en conclusion d’interpellations

(papier beige)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants

Commandes: Place de la Nation 2

1008 BruxellesTél. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74

www.lachambre.becourriel : [email protected]

Les publications sont imprimées exclusivement sur du papier certifié FSC

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers

Bestellingen:Natieplein 21008 BrusselTel. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74www.dekamer.bee-mail : [email protected]

De publicaties worden uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier

Afkortingen bij de nummering van de publicaties:

DOC 54 0000/000: Parlementair document van de 54e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer

QRVA: Schriftelijke Vragen en AntwoordenCRIV: Voorlopige versie van het Integraal Verslag CRABV: Beknopt VerslagCRIV: Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag

en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen)

PLEN: Plenum COM: CommissievergaderingMOT: Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

N-VA : Nieuw-Vlaamse Alliantie PS : Parti Socialiste MR : Mouvement RéformateurCD&V : Christen-Democratisch en VlaamsOpen Vld : Open Vlaamse liberalen en democraten sp.a : socialistische partij andersEcolo-Groen : Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – GroencdH : centre démocrate HumanisteVB : Vlaams BelangPTB-GO! : Parti du Travail de Belgique – Gauche d’OuvertureDéFI : Démocrate Fédéraliste IndépendantPP : Parti PopulaireVuye&Wouters : Vuye&Wouters

3DOC 54 3036/001

WETSONTWERP

FILIP,

Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Op de voordracht van Onze minister van Financiën, van Onze minister van Begroting en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

hebben Wij besloten en besluiten Wij:

Onze minister van Financiën en Onze minister van Begroting zijn gelast in Onze naam bij de Kamer van volksvertegenwoordigers het wetsontwerp in te dienen waarvan de tekst volgt:

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2

Voor het begrotingsjaar 2018 worden de lopende ontvangsten van de Staat herraamd:

Voor de fiscale ontvangsten,op EUR 54 466 744 000

Voor de niet-fiscale ontvangsten,op EUR 4 140 482 000

Zegge te samen EUR 58 607 226 000

overeenkomstig Titel I van de hierbijgaande tabel.

Art. 3

Voor het begrotingsjaar 2018 worden de kapitaalont-vangsten herraamd:

Voor de fiscale ontvangsten,op EUR 200 000 000

Voor de niet-fiscale ontvangsten,op EUR 1 318 933 000

Zegge te samen EUR 1 518 933 000

overeenkomstig Titel II van de hierbijgaande tabel.

PROJET DE LOI

PHILIPPE,

Roi des Belges,

À tous, présents et à venir,Salut.

Sur la proposition de Notre ministre des Finances, de Notre ministre du Budget et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil,

nous avons arrêté et arrêtons:

Notre ministre des Finances et Notre ministre du Budget sont chargés de présenter en Notre nom à la Chambre des représentants le projet de loi dont la teneur suit:

Article 1er

La présente loi règle une matière visée à l’article 74 de la Constitution.

Art. 2

Pour l’année budgétaire 2018, les recettes courantes de l’État sont réévaluées:

Pour les recettes fiscales,à EUR 54 466 744 000

Pour les recettes non fiscales,à EUR 4 140 482 000

Soit ensemble EUR 58 607 226 000

conformément au Titre I du tableau ci-annexé.

Art. 3

Pour l’année budgétaire 2018, les recettes en capital sont réévaluées:

Pour les recettes fiscales,à EUR 200 000 000

Pour les recettes non fiscales,à EUR 1 318 933 000

Soit ensemble EUR 1 518 933 000

conformément au Titre II du tableau ci-annexé.

4 DOC 54 3036/001

Art. 4

Voor het begrotingsjaar 2018, wordt de opbrengst van leningen en aanverwante verrichtingen zonder invloed op het netto te financieren saldo herraamd op 40 079 500 000 euro, overeenkomstig Titel III van de hierbijgaande tabel.

Art. 5

Artikel 11 van de wet van 22 december 2017 hou-dende de Middelenbegroting van het begrotingsjaar 2018 wordt vervangen door een artikel luidend als volgt:

Overeenkomstig artikel 53, eerste lid, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de fi-nanciering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbrei-ding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, en rekening houdend met:

a) de in artikel 4, § 5, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toewijzing van nalatigheidin-tresten, last van verwijlintresten, forfaitaire en propor-tionele fiscale boeten op de in artikel 3 van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen;

b) de in artikel 5, § 3, tweede lid, van dezelfde bijzon-dere wet van 16 januari 1989 bedoelde toestand waarbij het Vlaamse Gewest met ingang van het aanslagjaar 1999 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 5°, van de-zelfde bijzondere wet bedoelde onroerende voorheffing;

c) de in artikel 5, § 3, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toestand waarbij:

1) het Waalse Gewest met ingang van 1 januari 2010 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 1°, 2° en 3°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen;

2) het Waalse Gewest met ingang van 1 januari 2014 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 10°, 11° et 12°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen;

3) het Vlaamse Gewest met ingang van 1 januari 2011 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 10°, 11° en

Art. 4

Pour l’année budgétaire 2018, le produit d’emprunts et opérations assimilées sans influence sur le solde net à financer est réévalué à 40 079 500 000 euros, conformément au Titre III du tableau ci-annexé.

Art. 5

L’article 11 de la loi du 22 décembre 2017 contenant le Budget des Voies et Moyens de l’année budgétaire 2018 est remplacé par la disposition suivante:

Conformément à l’article 53, alinéa 1er, 1°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institu-tions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, et compte tenu:

a) de l’attribution visée à l’article 4, § 5, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 des intérêts de retard, de la charge des intérêts moratoires ainsi que des amendes fiscales fixes et proportionnelles sur les impôts régionaux visés à l’article 3 de cette même loi spéciale;

b) de la situation visée à l’article 5, § 3, alinéa 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, où la Région flamande assure elle-même, à partir de l’exercice d’imposition 1999, le service de l’impôt en matière de précompte immobilier visé à l’article 3, 5°, de cette même loi spéciale;

c) de la situation visée à l’article 5, § 3, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, où:

1) la Région wallonne assure elle-même, à partir du 1er janvier 2010, le service de l’impôt pour les impôts régionaux visés à l’article 3, 1°, 2° et 3°, de cette même loi spéciale;

2) la Région wallonne assure elle-même, à partir du 1er janvier 2014, le service de l’impôt pour les impôts régionaux visés à l’article 3, 10°, 11° et 12°, de cette même loi spéciale;

3) la Région flamande assure elle-même, à partir du 1er janvier 2011, le service de l’impôt pour les impôts

5DOC 54 3036/001

12°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen;

4) het Vlaamse Gewest met ingang van 1 januari 2015 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 4°, 6° tot 8°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen;

5) het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest met ingang van 1 januari 2018 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 5°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen;

worden de in artikel 3 van dezelfde bijzondere wet bedoelde overdrachten inzake gewestelijke belastingen, verhoogd met voormelde interesten en boeten, voor het begrotingsjaar 2018 geraamd op 70 618 000 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 2 036 783 000 EUR voor het Waalse Gewest en op 1 268 252 000 EUR voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 6


Overeenkomstig artikel 53, eerste lid, 2°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de fi-nanciering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbrei-ding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, en rekening houdend met:

a) de wet van 23 mei 2000 tot bepaling van de criteria bedoeld in artikel 39, § 2, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989;

b) het in artikel 81quinquies, § 2, van dezelfde bijzon-dere wet van 16 januari 1989 bedoelde bedrag dat in mindering wordt gebracht van het in artikel 40quinquies van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde aan de Vlaamse Gemeenschap;

c) het in artikel 48/1, §§ 1 en 4, van dezelfde bijzon-dere wet van 16 januari 1989 bedoelde overgangsbe-drag voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse

régionaux visés à l’article 3, 10°, 11° et 12°, de cette même loi spéciale;

4) la Région flamande assure elle-même, à partir du 1er janvier 2015, le service de l’impôt pour les impôts régionaux visés à l’article 3, 4°, 6° à 8°, de cette même loi spéciale;

5) la Région de Bruxelles-Capitale assure elle-même, à partir du 1er janvier 2018, le service de l’impôt pour les impôts régionaux visés à l’article 3, 5°, de cette même loi spéciale;

les transferts en matière d’impôts régionaux visés à l’article 3 de cette même loi spéciale, majorés des intérêts et amendes susvisés, sont estimés pour l’année budgétaire 2018 à 70 618 000 EUR pour la Région fla-mande, à 2 036 783 000 EUR pour la Région wallonne et à 1 268 252 000 EUR pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Art. 6


Conformément à l’article 53, alinéa 1er, 2°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institu-tions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences et compte tenu:

a) de la loi du 23 mai 2000 fixant les critères visés à l’article 39, § 2, de la même loi spéciale du 16 jan-vier 1989;

b) du montant visé à l’article 81quinquies, § 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 qui est porté en déduction de la partie attribuée du produit de la taxe sur la valeur ajoutée visée à l’article 40quinquies de la même loi spéciale et attribuée à la Communauté flamande;

c) du montant de transition visé à l’article 48/1, §§ 1er et 4, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 pour la Communauté flamande et pour la Communauté

6 DOC 54 3036/001

Gemeenschap dat, overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzondere wet:

1) in mindering wordt gebracht van het in artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbe-lasting aan respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, indien het overgangsbe-drag positief is ,

2) toegevoegd wordt aan het in artikel 47/2 van de-zelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, indien het overgangsbedrag negatief is;

d) de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde responsabiliserings-bijdrage voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap die in mindering wordt gebracht van het in artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk de Vlaamse Ge-meenschap en de Franse Gemeenschap;

e) het definitieve saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2017 van de in artikel 36, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toegewe-zen gedeelten van de opbrengst van de BTW en van de opbrengst van de federale personenbelasting;

worden de in artikel 36 van dezelfde bijzondere wet bedoelde overdrachten inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde en van de opbrengst van de federale perso-nenbelasting voor het begrotingsjaar 2018 geraamd op 15 087 087 076 EUR voor de Vlaamse Gemeenschap en op 9 761 768 697 EUR voor de Franse Gemeen-schap.

De in het vorige lid bepaalde bedragen aan over-drachten worden overeenkomstig artikel 54, § 1, zesde lid, van dezelfde bijzondere wet voor het begrotings-jaar 2018 bevestigd op 15 087 087 076 EUR voor de Vlaamse Gemeenschap en 9 761 768 697 EUR voor de Franse Gemeenschap.

Overeenkomstig artikel 60 van de wet van 31 de-cember 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, laatst gewijzigd door de wet van 19 april 2014, en rekening houdende met:

a) het in artikel 58novodecies, § 1, van dezelfde wet van 31 december 1983 bedoelde overgangsbedrag voor de Duitstalige Gemeenschap dat, overeenkomstig artikel 58novodecies, § 3, van dezelfde wet:

française qui est, conformément à l’article 48/1, § 5, de la même loi spéciale:

1) porté en déduction de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 47/2 de la même loi spéciale et accordée res-pectivement à la Communauté flamande et à la Com-munauté française, si le montant de transition est positif,

2) ajouté à la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 47/2 de la même loi spéciale et accordée respectivement à la Communauté flamande et à la Communauté française, si le montant de transition est négatif;

d) de la contribution de responsabilisation visée à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 pour la Communauté flamande et la Communauté française qui est portée en déduction de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 47/2 de la même loi spéciale et accordée respectivement à la Communauté flamande et la Communauté française;

e) du solde du décompte définitif de l’année budgé-taire 2017 des parties attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral et du produit de la TVA visées à l’article 36, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989;

les transferts en matière des parties attribuées du produit de la taxe sur la valeur ajoutée et du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral qui sont visés à l’article 36 de cette même loi spéciale sont estimés, pour l’année budgétaire 2018, à 15 087 087 076 EUR pour la Communauté flamande et à 9 761 768 697 EUR pour la Communauté française.

Conformément à l’article 54, § 1er, alinéa 6, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, les montants des transferts fixés dans l’alinéa qui précède sont confirmés, pour l’année budgétaire 2018, à 15 087 087 076 EUR pour la Communauté flamande et à 9 761 768 697 EUR pour la Communauté française.

Conformément à l’article 60 de la loi du 31 dé-cembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone, dernièrement modifiée par la loi du 19 avril 2014, et compte tenu:

a) du montant de transition visé à l’article 58novode-cies, § 1er, de la même loi du 31 décembre 1983 pour la Communauté germanophone qui est, conformément à l’article 58novodecies, § 3, de la même loi:

7DOC 54 3036/001

1) in mindering wordt gebracht van het in artikel 58no-nies, van dezelfde wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Duitstalige Gemeenschap, indien het overgangs-bedrag positief is;

2) toegevoegd wordt aan het in artikel 58nonies, van dezelfde wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Duitstalige Gemeenschap, indien het overgangsbedrag negatief is;

b) de in artikel 60quater, van dezelfde wet van 31 de-cember 1983 bedoelde responsabiliseringsbijdrage voor de Duitstalige Gemeenschap die in mindering wordt gebracht van het in artikel 58nonies, van dezelfde wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Duitstalige Gemeenschap;

c) het definitieve saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2017 van de in de artikelen 58nonies tot 58undecies, van dezelfde wet van 31 december 1983 bedoelde toegewezen gedeelten van de opbrengst van de BTW en van de opbrengst van de federale perso-nenbelasting;

worden de in de artikelen 58nonies tot 58undecies van dezelfde wet bedoelde overdrachten inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde en van de opbrengst van de federale personenbelasting voor het begrotingsjaar 2018 geraamd op 159 837 788 EUR voor de Duitstalige Gemeenschap.

Het in het vorige lid bepaalde bedrag aan overdrach-ten wordt overeenkomstig artikel 54, § 1, zesde lid, van dezelfde bijzondere wet voor het begrotingsjaar 2018 bevestigd op 159 837 788 EUR voor de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 7


Overeenkomstig de artikelen 53, eerste lid, 3°, 64quater en 64quinquies van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschap-pen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 janu-

1) porté en déduction de la partie attribuée du pro-duit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 58nonies, de la même loi et accordée à la Communauté germanophone, si le montant de transition est positif,

2) ajouté à la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 58nonies, de la même loi spéciale et accordée à la Communauté germanophone, si le montant de transition est négatif;

b) de la contribution de responsabilisation visée à l’article 60quater, de la même loi du 31 décembre 1983 pour la Communauté germanophone qui est portée en déduction de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 58nonies, de la même loi et accordée à la Communauté germa-nophone;

c) du solde du décompte définitif de l’année budgé-taire 2017 des parties attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral et du produit de la TVA visées aux articles 58nonies à 58undecies, de la même loi du 31 décembre 1983;

les transferts en matière des parties attribuées du produit de la taxe sur la valeur ajoutée et du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral qui sont visés aux articles 58nonies à 58undecies de la même loi sont estimés, pour l’année budgétaire 2018, à 159 837 788 EUR pour la Communauté germanophone.

Conformément à l’article 54, § 1er, alinéa 6, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, le montant des transferts fixés dans l’alinéa qui précède est confirmé, pour l’année budgétaire 2018, à 159 837 788 EUR pour la Communauté germanophone.

Art. 7


Conformément aux articles 53, alinéa 1er, 3°, 64qua-ter et 64quinquies de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institutions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du finan-cement des communautés et des régions, élargissement

8 DOC 54 3036/001

ari 2014 tot hervorming van de financiering van de ge-meenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, worden de in de artikelen 35octies tot 35decies, 64quater en 64quinquies van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde overdrachten inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting, rekening houdende met:

a) het in artikel 48/1, §§ 2 en 4, van dezelfde bijzonde-re wet van 16 januari 1989 bedoelde overgangsbedrag voor respectievelijk het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest dat, overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzon-dere wet:

1) in mindering wordt gebracht van de in de artikelen 35octies tot 35decies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, indien het overgangsbedrag positief is;

2) wordt toegevoegd aan de in de artikelen 35octies tot 35decies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdste-delijk Gewest, indien het overgangsbedrag negatief is;

b) de in artikel 64quater, § 3, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde bedragen die in mindering komen van het in artikel 35decies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest;

c) de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzon-dere wet van 16 januari 1989 bedoelde responsabili-seringsbijdrage voor het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest die in mindering wordt gebracht van de in de artikelen 35octies tot 35decies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan respectievelijk het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

d) het definitieve saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2017 van de in de artikelen 35octies tot 35decies, 64quater en 64quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toege-wezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting;

de l’autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, les transferts en matière de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes phy-siques fédéral visés aux articles 35octies à 35decies, 64quater et 64quinquies de cette même loi spéciale du 16 janvier 1989, compte tenu:

a) du montant de transition visé à l’article 48/1, §§ 2 et 4, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 pour la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale qui est, conformément à l’article 48/1, § 5, de la même loi spéciale:

1) porté en déduction de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée aux articles 35octies à 35decies, de la même loi spéciale et accordée respectivement à la Région flamande, à la Région wallonne et à la Région de Bruxelles-Capitale, si le montant de transition est positif,

2) ajouté à la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée aux articles 35octies à 35decies, de la même loi spéciale et accordée res-pectivement à la Région flamande, à la Région wallonne et à la Région de Bruxelles-Capitale, si le montant de transition est négatif;

b) des montants visés à l’article 64quater, § 3, alinéa 1er, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 qui sont por-tés en déduction de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 35decies, de la même loi spéciale et accordée respec-tivement à la Région flamande et à la Région wallonne;

c) de la contribution de responsabilisation visée à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 pour la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale qui est portée en déduction de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée aux articles 35octies à 35decies, de la même loi spéciale et accordée respectivement à la Région flamande, à la Région wallonne et à la Région de Bruxelles-Capitale;

d) du solde du décompte définitif de l’année budgé-taire 2017 des parties attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visées aux articles 35octies à 35decies, 64quater et 64quinquies, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989;

9DOC 54 3036/001

voor het begrot ingsjaar 2018 geraamd op 2 307 424 973 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 2 624 065 104 EUR voor het Waalse Gewest en op 1 036 115 053 EUR voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

De in het vorige lid bepaalde bedragen aan over-drachten worden overeenkomstig artikel 54, § 1, zesde en zevende lid, van dezelfde bijzondere wet voor het begrotingsjaar 2018 herleid tot 2 385 135 357 EUR voor het Vlaamse Gewest, 2 667 264 385 EUR voor het Waalse Gewest en 1 067 511 159 EUR voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 8


De in artikel 2bis van de bijzondere wet van 16 janu-ari 1989 betreffende de financiering van de gemeen-schappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbrei-ding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervor-ming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe be-voegdheden, bedoelde overdrachten inzake niet-fiscale ontvangsten van de gewesten worden voor het begro-tingsjaar 2018 geraamd op 145 815 400 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 61 512 000 EUR voor het Waalse Gewest en op 21 891 100 EUR voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 9


De overdrachten bedoeld in de artikelen 54/1, § 3, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering

sont estimés, pour l’année budgétaire 2018, à 2 307 424 973 EUR pour la Région flamande, à 2 624 065 104 EUR pour la Région wallonne et à 1 036 115 053 EUR pour la Région de Bruxelles-Ca-pitale.

Conformément à l’article 54, § 1er, alinéa 6 et 7, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, les montants des transferts fixés dans l’alinéa qui précède sont portés, pour l’année budgétaire 2018, à 2 385 135 357 EUR pour la Région flamande, à 2 667 264 385 EUR pour la Région wallonne et à 1 067 511 159 EUR pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Art. 8


Les transferts en matière de recettes non-fiscales des régions visées à l’article 2bis, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communau-tés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juil-let 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinance-ment des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institutions bruxel-loises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des ré-gions, élargissement de l’autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, sont esti-més, pour l’année budgétaire 2018, à 145 815 400 EUR pour la Région flamande, à 61 512 000 EUR pour la Région wallonne et à 21 891 100 EUR pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Art. 9


Les transferts visés aux articles 54/1, § 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spé-ciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institutions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’auto-

10 DOC 54 3036/001

van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbrei-ding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, inzake de gewestelijke personenbelasting bedoeld in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, na aftrek van de in artikel 5/5, § 4, van dezelfde bijzon-dere wet bedoelde geraamde belastingverminderingen en belastingkredieten, worden voor het begrotingsjaar 2018 geraamd op 5 676 471 071 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 2 522 189 258 EUR voor het Waalse Gewest en op 804 402 870 EUR voor het Brusselse Hoofdste-delijk Gewest.

De overdrachten bedoeld in de artikelen 54/2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbrei-ding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, inzake de gewestelijke personenbelasting bedoeld in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, na aftrek van de in artikel 5/5, § 4, van dezelfde bijzon-dere wet bedoelde geraamde belastingverminderingen en belastingkredieten, worden voor het begrotingsjaar 2018 geraamd op -1 867 011 EUR voor het Vlaamse Gewest, op -1 082 357 EUR voor het Waalse Gewest en op -510 324 EUR voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Het saldo van de eerste afrekening bedoeld in artikel 54/1, § 4, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, inzake de gewestelijke personenbelas-ting bedoeld in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, na aftrek van de in artikel 5/5, § 4, van dezelfde bijzondere wet bedoelde geraamde belastingverminderingen en belastingkredieten, wordt voor het begrotingsjaar 2018 geraamd op -939 276 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 21 263 388 EUR voor het Waalse Gewest en op 2 032 343 EUR voor het Brus-selse Hoofdstedelijk Gewest.

Het saldo van de afrekeningen bedoeld in artikel 54/1, § 4, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, inzake de gewestelijke personenbelas-ting bedoeld in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, na aftrek van de in artikel 5/5, § 4, van dezelfde bijzondere wet bedoelde geraamde belastingverminderingen en belastingkredieten, wordt met betrekking tot het aanslagjaar 2017 voor het begro-tingsjaar 2018 geraamd op 21 853 537 EUR voor het

nomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, en matière de l’impôt des personnes physiques régional visé à l’article 5/1, § 1er, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, après déduction des réductions d’impôt et des crédits d’impôt visés à l’article 5/5, § 4, de la même loi spéciale, sont estimés, pour l’année budgétaire 2018, à 5 676 471 071 EUR pour la Région flamande, à 2 522 189 258 EUR pour la Région wallonne et à 804 402 870 EUR pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Les transferts visés aux articles 54/2, de la loi spé-ciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institu-tions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, en matière de l’impôt des personnes physiques régio-nal visé à l’article 5/1, § 1er, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, après déduction des réductions d’impôt et des crédits d’impôt visés à l’article 5/5, § 4, de la même loi spéciale, sont estimés, pour l’année budgétaire 2018, à -1 867 011 EUR pour la Région fla-mande, à -1 082 357 EUR pour la Région wallonne et à -510 324 EUR pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Le solde du premier décompte visé à l’article 54/1, § 4, alinéa 1er, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, en matière de l’impôt des personnes physiques régio-nal visé à l’article 5/1, § 1er, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, après déduction des réductions d’impôt et des crédits d’impôt visés à l’article 5/5, § 4, de la même loi spéciale, est estimé, pour l’année budgétaire 2018, à -939 276 EUR pour la Région fla-mande, à 21 263 388 EUR pour la Région wallonne et à 2 032 343 EUR pour la Région de Bruxelles – Capitale.

En ce qui concerne l’exercice d’imposition 2017, le solde des décompte visés à l’article 54/1, § 4, alinéa 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, en matière de l’impôt des personnes physiques régional visé à l’article 5/1, § 1er, de la même loi spéciale du 16 jan-vier 1989, après déduction des réductions d’impôt et des crédits d’impôt visés à l’article 5/5, § 4, de la même loi spéciale, est estimé, pour l’année budgétaire 2018, à 21 853 537 EUR pour la Région flamande,

11DOC 54 3036/001

Vlaamse Gewest, op 16 622 160 EUR voor het Waalse Gewest en op 9 369 042 EUR voor het Brusselse Hoofd-stedelijk Gewest.

Het saldo van de afrekeningen bedoeld in artikel 54/1, § 4, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, inzake de gewestelijke personenbelas-ting bedoeld in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, na aftrek van de in artikel 5/5, § 4, van dezelfde bijzondere wet bedoelde geraamde belastingverminderingen en belastingkredieten, wordt met betrekking tot het aanslagjaar 2016 voor het begro-tingsjaar 2018 geraamd op 29 965 008 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 22 276 740 EUR voor het Waalse Gewest en op 9 539 240 EUR voor het Brusselse Hoofd-stedelijk Gewest.

De bedragen bedoeld in artikel 54, § 1, achtste lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, inzake de verschillen in de ontvangsten van de gewestelijke opcentiemen, worden voor het begrotingsjaar 2018 geraamd op -936 762 527 EUR voor het Vlaamse Ge-west, -409 161 101 EUR voor het Waalse Gewest en -115 604 764 EUR voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

De in het vorige lid bepaalde bedragen aan verschil-len in de ontvangsten van de gewestelijke opcentiemen worden overeenkomstig artikel 54, § 1, negende lid, van dezelfde bijzondere wet voor het begrotingsjaar 2018 herleid tot -46 886 467 EUR voor het Vlaamse Gewest, -48 809 029 EUR voor het Waalse Gewest en -16 646 441 EUR voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 10


De aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscom-missie toegekende overdracht inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personen-belasting bedoeld in artikel 65, § 1, 2°/1 en § 6, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Federale Staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet

à 16 622 160 EUR pour la Région wallonne et à 9 369 042 EUR pour la Région de Bruxelles – Capitale.

En ce qui concerne l’exercice d’imposition 2016, le solde des décompte visés à l’article 54/1, § 4, alinéa 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, en matière de l’impôt des personnes physiques régional visé à l’article 5/1, § 1er, de la même loi spéciale du 16 jan-vier 1989, après déduction des réductions d’impôt et des crédits d’impôt visés à l’article 5/5, § 4, de la même loi spéciale, est estimé, pour l’année budgétaire 2018, à 29 965 008 EUR pour la Région flamande, à 22 276 740 EUR pour la Région wallonne et à 9 539 240 EUR pour la Région de Bruxelles – Capitale.

Les montants visés à l’article 54, § 1er, alinéa 8, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, en matière des différences dans les recettes des additionnels régionaux, sont estimés, pour l’année budgétaire 2018, à -936 762 527 EUR pour la Région flamande, à -409 161 101 EUR pour la Région wallonne et à -115 604 764 EUR pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Conformément à l’article 54, § 1er, alinéa 9, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, les montants des différences dans les recettes des additionnels régionaux, sont portés, pour l’année budgétaire 2018, à -46 886 467 EUR pour la Région flamande, à -48 809 029 EUR pour la Région wallonne et à -16 646 441 EUR pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Art. 10


Le transfert accordé à la Commission communautaire commune en matière de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physique fédéral visé à l’article 65, § 1er, 2°/1 en § 6, la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 por-tant un juste financement des Institutions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des régions et

12 DOC 54 3036/001

van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbrei-ding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, wordt voor het begrotingsjaar 2018 geraamd op nul EUR, rekening houdende met:

a) het in artikel 48/1, §§ 1 en 4, van dezelfde bijzonde-re wet van 16 januari 1989 bedoelde overgangsbedrag voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommis-sie dat, overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzondere wet:

1) in mindering wordt gebracht van het in artikel 65 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommis-sie en eventueel van de in de artikelen 47/8 en 47/7 van dezelfde bijzondere wet bedoelde dotaties toegekend aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommis-sie, indien het overgangsbedrag positief is;

2) toegevoegd wordt aan het in artikel 65 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, indien het overgangsbedrag negatief is;

b) de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde responsabiliserings-bijdrage voor de Gemeenschappelijke Gemeenschaps-commissie die in mindering komt van het in artikel 65 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommis-sie en eventueel van de in de artikelen 47/8 en 47/7 van dezelfde bijzondere financieringswet bedoelde dotaties toegekend aan de Gemeenschappelijke Gemeen-schapscommissie;

c) het definitieve saldo van de afrekening van het be-grotingsjaar 2017 van de in de artikelen 65, § 1, 2°/1 en § 6, van de bijzondere wet toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting.

Art. 11


De overdracht inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting be-doeld in de artikelen 65bis en 65ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van

financement des nouvelles compétences, est estimé pour l’année budgétaire 2018 à zéro EUR, compte tenu:

a) du montant de transition visé à l’article 48/1, §§ 1er en 4, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 pour la Commission communautaire commune qui est, conformément à l’article 48/1, § 5, de la même loi spéciale:

1) porté en déduction de la partie attribuée de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 65 de la même loi spéciale et accordée à la Commission communautaire commune, et éventuellement porté en déduction des dotations visées aux articles 47/8 et 47/7 de la même loi spéciale et accordées à la Com-mission communautaire commune, si le montant de transition est positif;

2) ajouté à la partie attribuée de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l‘article 65 de la même loi spéciale et accordée à la Commission communautaire commune, si le montant de transition est négatif;

b) de la contribution de responsabilisation visée à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale du 16 jan-vier 1989 pour la Commission communautaire commune qui est portée en déduction de la partie attribuée de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 65 de la même loi spéciale et accordée à la Commis-sion communautaire commune, et éventuellement porté en déduction des dotations visées aux articles 47/8 et 47/7 de la même loi spéciale et accordées à la Com-mission communautaire commune;

c) du solde du décompte définitif de l’année budgé-taire 2017 des parties attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visées aux articles 65, § 1er, 2°/1 et § 6, de la même loi spéciale du 16 jan-vier 1989.

Art. 11


Le transfert en matière de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visé aux articles 65bis et 65ter de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des commu-nautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale

13DOC 54 3036/001

de Federale Staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschap-pen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse In-stellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeen-schappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, wordt, rekening houdende met:

a) de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde responsabiliserings-bijdrage voor de Franse Gemeenschapscommissie die in mindering komt van het in artikel 65bis van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de Franse Gemeenschapscommissie;

b) het definitieve saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2017 van het in de artikelen 65bis en 65ter, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting;

voor het begrot ingsjaar 2018 geraamd op 68 715 548 EUR voor de Franse Gemeenschapscom-missie en op 17 226 050 EUR voor de Vlaamse Ge-meenschapscommissie.

Art. 12


De overdracht inzake het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting bedoeld in artikel 46bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instel-lingen, laatst gewijzigd door de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegd-heden aan de gewesten en de gemeenschappen, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 tot wijziging van artikel 16bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en van artikel 5bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instel-lingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming, wordt voor het begrotingsjaar 2018, met inbegrip van het definitieve saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2017, geraamd op 40 491 146 EUR.

de l’État, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institu-tions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, est, compte tenu:

a) de la contribution de responsabilisation visée à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale du 16 jan-vier 1989 pour la Commission communautaire française qui est portée en déduction de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 65bis, de la même loi spéciale et accordée à la Commission communautaire française;

b) du solde du décompte définitif de l’année budgé-taire 2017 de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques visée aux articles 65bis et 65ter, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989;

estimé pour l’année budgétaire 2018 à 68 715 548 EUR pour la Commission communautaire française et à 17 226 050 EUR pour la Commission communautaire flamande.

Art. 12


Le transfert en matière de la partie attribuée du pro-duit de l’impôt des personnes physiques fédéral visée à l’article 46bis de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises, modifiée par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et aux communautés, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fis-cales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 modifiant l’article 16bis de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles et l’article 5bis de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises et par la loi du 6 janvier 2014 relative à la Sixième Réforme de l’État, pour l’année budgétaire 2018, en ce compris le solde du décompte définitif de l’année budgétaire 2017, est estimé à 40 491 146 EUR.

14 DOC 54 3036/001

Art. 13

Deze wet treedt in werking de dag van haar bekend-making in het Belgisch Staatsblad.

Gegeven te Brussel, 26 april 2018

FILIP

van KoningsWege:

De minister van Financiën,

Johan VAN OVERTVELDT

De minister van Begroting,

Sophie WILMÈS

Art. 13

La présente loi entre en vigueur le jour de sa publi-cation au Moniteur belge.

Donné à Bruxelles, le 26 avril 2018

PHILIPPE

Par le roi:

Le ministre des Finances,

Johan VAN OVERTVELDT

La ministre du Budget,

Sophie WILMÈS

153036/001DOC 54

LOPENDE ONTVANGSTEN.

----------

RECETTES COURANTES.

16 3036/001DOC 54

- - - -

- -

- - - -

- -

- - 2

0 - -

20

- - - -

- -

- - - -

- -

- - - -

- -

-- -

-

1.5

83.2

70-

-737

.293

-

-737

.293

1.5

83.2

70 8

45.9

77

-+6

.427

293

.264 -

- 2

99.6

91

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

SECT

ION

I - R

ECET

TES

FISC

ALES

.

CHAP

ITRE

18HO

OFDS

TUK

18FO

D FI

NANC

IEN.

SPF

FINA

NCES

.

§ 1 A

DMIN

ISTR

ATIO

N DE

S CO

NTRI

BUTI

ONS

DIRE

CTES

.§ 1

ADM

INIS

TRAT

IE D

ER D

IREC

TE B

ELAS

TING

EN.

36.60.01

Verkeersbelasting op de autovoertuigen (1).

Taxe de circulation sur les véhicules auto-

mobiles (1).

36.60.02

Belasting op de inverkeerstelling (1).

Taxe de mise en circulation (1).

36.60.03

Met accijnsrecht gelijkgestelde belasting.

Taxe assimil

ée au droit d'accise.

36.90.01

Belasting op de spelen en de weddenschappen (pro

memorie) (1).

Taxe sur les jeux et les paris (pour m

émoire) (1).

36.90.02

Belasting op de automatische ontspanningstoe-

stellen (pro memorie) (1).

Taxe sur les appareils automatiques de divertisse-

ment (pour m

émoire) (1).

36.90.03

Opbrengst van het Eurovignet (1).

Produit de l'Eurovignette (1).

37.00.02

Niet-verdeelde belasting geï

nd als voorheffing :

Impôt non ventil

é perçu sous forme de pr

écompte :

01- Onroerende voorheffing (1).

- Préc

ompte immobilier (1) .

02- Roerende voorheffing (1).

- Préc

ompte mobilier (1).

37.00.03

Niet-verdeelde globale belasting geï

nd door middel

van kohieren ten laste van de niet-verblijfhouders

(natuurlijke personen en vennootschappen) (1)

Impôt global non ventilé per

çu par r

ôles à charge

des non-résidents (personnes physiques et

sociét

és) (1)

- -

- 8

45.9

77

-

SECT

ION

I - F

ISCA

LE O

NTVA

NGST

EN.

- -

-

173036/001DOC 54

-+6

84 2

0.04

0 - -

20.

724

-+2

.164

.407

11.

974.

654 -

- 1

4.13

9.06

1

-+2

08.8

01 6

.386

.787 -

- 6

.595

.588

-5.0

61.8

88-

+324

.666

-

20.

997.

018

-+2

42.5

38 -

55.

000

- - -

125

.000

- - -

26.

873

- - -

- 2

06.8

73 2

06.8

73

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

37.00.04

Andere diverse opbrengsten en toevallige ontvang-

sten : kasexcedenten; bezwaringen in ontvangst;

belastingen ge

ïnd nadat ze in ontlastingen werden

aangenomen; sommen toekomende aan

belastingplichtigen, die bij gebrek aan voldoende

inlichtingen en niettegenstaande gepaste

opzoekingen aan de belanghebbende niet konden

worden teruggestort.

Autres produits divers et recettes accidentelles :

excédents de caisse; forcement en recettes;

impôts recouvr

és après avoir été admis en déchar-

ge; somme, revenant

à des contribuables, qui à

défaut de renseignements suffisants et malgr

é les

recherches adéquates, n'ont pu être rembours

ées ou

payées aux int

éressés.

37.10.01

Niet-verdeelde belasting vooraf gestort door de

loontrekkenden en de niet-loontrekkenden

natuurlijke personen en vennootschappen).

Impôt non ventil

é versé par anticipation par les

salari

és et les non salari

és (personnes physiques

et sociétés).

37.10.03

Belasting op het globaal inkomen geï

nd door

middel van kohieren ten laste van vennootschappen

(1).

Impôt sur le revenu global per

çu par r

ôles à

charge des socié

tés (1).

37.20.03

Belasting op het globaal inkomen geï

nd door middel

van kohieren ten laste van de natuurlijke

personen (1) :

Impôt sur le revenu global per

çu par r

ôles à

charge des personnes physiques (1) :

01- Personenbelasting (1).

- Impô

t des personnes physiques (1).

37.20.04

Personenbelasting ge

ïnd als bedrijfsvoorhef-

fing (1) :

Impôt des personnes physiques perçu sous forme de

précompte professionnel (1) :

01- Bedrijfsvoorheffing.

- Préc

ompte professionnel.

37.20.05

Personenbelasting ge

ïnd als bedrijfsvoorheffing.

Ontvangsten toegewezen :

Impôt des personnes physiques perçu sous forme de

précompte professionnel. Recettes affect

ées :

01- aan het programma 13-56-7.

- au programme 13-56-7.





--4

.737

.222

- 2

1.23

9.55

6

- 5

5.00

0

- 1

25.0

00

- 2

6.87

3

-

- -

-

18 3036/001DOC 54

- - 1

7.62

2 - -

17.

622

-+2

.800

14.

952 -

- 1

7.75

2

- -

+2.2

13.0

30 3

6.43

2.61

2 3

8.64

5.64

2

- - - -

- -

210

.300

- - -

248

.800

- - -

102

.350

- - -

29.

200

- - -

320

.400

- - -

114

.888

- - -

4.9

67.8

34- -

-

2.5

07.3

40-

+1.2

01 -

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

37.20.06

Belasting op de werknemersparticipatie (1).

Impôt sur la participation des travailleurs (1).

38.50.01

Boeten inzake directe belastingen en ermede

gelijkgestelde belastingen (1).

Amendes en matiè

re d'impôt

s directs et de taxes y

assimilées (1).

Totaux pour le §

1 ......

§ 2 A

DMIN

ISTR

ATIO

N DE

S DO

UANE

S ET

ACC

ISES

.§ 2

ADM

INIS

TRAT

IE D

ER D

OUAN

E EN

ACC

IJZEN

.

36.10.04

Diverse ontvangsten

Recettes diverses

36.20.01

Accijnzen :

Droits d'accise :

01- Bier (wet van 7 januari 1998);

- Bièr

es (loi du 7 janvier 1998);

02- Niet-mousserende wijnen en andere niet-mousse-

rende gegiste dranken (wet van 7 januari 1998);

- Vins tranquilles et autres boissons fermenté

esnon mousseuses (loi du 7 janvier 1998);

03- Mousserende wijnen en andere mousserende

gegiste dranken (wet van 7 januari 1998);

- Vins mousseux et autres boissons ferment

ées

mousseuses (wet van 7 januari 1998);

04- Tussenprodukten (wet van 7 januari 1998);

- Produits intermédiaires (loi du 7 janvier 1998)

05- Ethylalcohol (wet van 7 januari 1998);

- Alcool éthylique (loi du 7 janvier 1998);

06- Alcoholvrije dranken (wet van 13 februari

1995);

- Boissons non alcoolisées (loi du 13 février

1995);

07- Energieproducten en elektriciteit (wet van 22

oktober 1997);

- Produits énerg

étiques et électricité (loi du

22 octobre 1997);

08- Gefabriceerde tabak (wet van 3 april 1997);

- Tabacs manufacturés (loi du 3 avril 1997);

- 2

10.3

00

- 2

48.8

00

- 1

02.3

50

- 2

9.20

0

- 3

20.4

00

- 1

14.8

88

- 4

.967

.834

- 2

.508

.541

-

Totaal voor

§ 1 ......

-

193036/001DOC 54

14.

780

- - -

34.

530

- - -

350

.800

- - -

7- -

-

379

.128

- - -

+1.2

01 9

.280

.357

9.2

81.5

58

- - 3 -

- 3

- - 1

8.36

4 - -

18.

364

- - 8

.395 -

- 8

.395

- -

+1.2

01 9

.307

.119

9.3

08.3

20

--1

64.3

19 5

.611

.159 -

- 5

.446

.840

--3

7.20

1 1

88.4

22 - -

151

.221

--1

5.18

1 5

1.41

5 - -

36.

234

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

09- Koffie (wet van 13 februari 1995);

- Café

(loi du 13 février 1995);

10- Controleretributie op huisbrandolie (wet van

22 oktober 1997);

- Redevance de contr

ôle sur le gazole de

chauffage (loi du 22 octobre 1997);

13- Bijdrage op energie (wetten van 22 oktober 1997

en 22 juli 1993) (1);

- Cotisation sur l'énergie (lois des 22 octobre

1997 et 22 juillet 1993) (1);

14- Ecotaksen (wet van 16 juli 1993);

- Ecotaxes (loi du 16 juillet 1993);

16- Verpakkingsheffing (wet van 16 juli 1993);

- Cotisation d'emballage (loi du 16 juillet 1993)

36.90.01

Openingsbelasting en vergunningsrecht sterke

drank :

Taxe d'ouverture et taxe de patente boissons

spiritueuses :

36.90.04

Taks voor vleeskeuring (wet van 5 september 1952).

Taxe d'expertise des viandes (loi du 5 septembre

1952).

38.10.01

Opbrengst der contentieuze zaken (algemene wet van

douanes en accijnzen, hoofdstuk XXIV).

Produits du contentieux (loi g

énérale sur les

douanes et accises, chapitre XXIV).

Totaux pour le §

2 ......

§ 3 A

DMIN

ISTR

ATIO

N DE

LA

T.V.

A.,

DE L

'ENR

EGIS

TREM

ENT

ET D

ES D

OMAI

NES.

§ 3 A

DMIN

ISTR

ATIE

VAN

DE

B.T.

W.,

REGI

STRA

TIE

EN D

OMEI

NEN.

36.30.01

Belasting over de toegevoegde waarde, zegelrechten

en met het zegel gelijkgestelde taksen (1).

Taxe sur la valeur ajoutée

, droits de timbre et

taxes assimilées au timbre (1).

36.40.01

Registratierechten (1).

Droits d'enregistrement (1).

36.90.01

Griffierechten.

Droits de greffe.

- 1

4.78

0

- 3

4.53

0

- 3

50.8

00

- 7

- 3

79.1

28

-

Totaal voor

§ 2 ......

- -

-

-

20 3036/001DOC 54

--2

0.68

6 1

07.1

26 - -

86.

440

-+1

20 1

.220 -

- 1

.340

- - 1

.000 -

- 1

.000

--1

8.07

7 1

47.4

14 - -

129

.337

--2

.707

49.

296 -

- 4

6.58

9

-+1

3.15

4 1

36.0

88 - -

149

.242

--1

4.18

3 4

43.2

95 - -

429

.112

--8

.624

44.

051 -

- 3

5.42

7

- -

-267

.704

6.7

80.4

86 6

.512

.782

- -

+1.9

46.5

27 5

2.52

0.21

7 5

4.46

6.74

4

- -

+1.9

46.5

27 5

2.52

0.21

7 5

4.46

6.74

4

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

36.90.02

Hypotheekrechten.

Droits d'hypothè

que.

36.90.03

Rechten en boeten inzake gerechtelijke bijstand

en kosteloze rechtspleging.

Droits et amendes en matiè

re d'assistance judi-

ciaire et de procédure gratuite.

36.90.06

Bijzondere ontvangsten

Recettes exceptionnelles

37.10.01

Jaarlijkse taks op de collectieve beleggings-

instellingen.

Taxe annuelle sur les organismes de placement

collectif.

37.20.01

Taks op de verenigingen zonder winstoogmerk.

Taxes sur les associations sans but lucratif.

38.00.01

Boeten inzake belastingen (1).

Amendes en matiè

re d'impôt

s (1).

38.00.02

Boeten van veroordelingen in allerhande zaken.

Amendes de condamnations en mati

ères diverses.

38.50.01

Boeten van veroordelingen in allerhande zaken

(Ontvangsten toegewezen aan het Fonds bestemd ter

vergoeding van de slachtoffers van opzettelijke

gewelddaden - FOD Justitie, programma 12-62-4).

Amendes de condamnations en mati

ères diverses

(Recettes affect

ées au Fonds destiné à l'indem-

nisation des victimes d'actes intentionnels de

violence - SPF Justice, programme 12-62-4).

Totaux pour le §

3 ......

Totaux pour le chapitre 18 ......

Totaux pour la section I ......

SECT

ION

II - R

ECET

TES

NON

FISC

ALES

.

CHAP

ITRE

02HO

OFDS

TUK

02FO

D KA

NSEL

ARIJ

VAN

DE E

ERST

E MI

NIST

ERSP

F CH

ANCE

LLER

IE D

U PR

EMIE

R MI

NIST

RE

-

Totaal voor

§ 3 ......

Totaal voor hoofdstuk 18 ......

Totaal voor de sectie I ......

SECT

ION

II - N

IET-

FISC

ALE

ONTV

ANGS

TEN.

- - -

213036/001DOC 54

-150

-150

3.8

00 3

.800

3.6

50 3

.650

+210

+217

5.7

61 5

.764

5.9

74 5

.978

+6 +6 6

4 6

4 7

0 7

0

+83

+83

175

175

258

258

-7 -7 1

0 1

0 3 3

+142

9.9

55+1

49 9

.810

9.9

59

-1 -1 1 1

- -

- - 1

10 1

10 1

10 1

10

- - 4

.000

4.0

00 4

.000

4.0

00

+80

+80

- - 8

0 8

0

-1.7

00-1

.700

3.0

00 3

.000

1.3

00 1

.300

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

11.12.02

Bijdrage van de lokale besturen en van sommige

parastatalen met het oog op de betaling van vak-

bondspremies in de overheidssector.

Contribution des pouvoirs locaux et de certains

parastataux en vue du paiement des primes syndi-

cales dans le secteur public.

16.12.02

Huurgelden en andere opbrengsten voortvloeien uit

het ter beschikking stellenvan de onroerende

goederen van het SHAPE-dorp.

Loyers et autres produits résultant de la mise à

disposition de biens immobiliers du village-SHAPE.

16.20.01

Recuperatie loonkosten van gedetacheerd personeel.

Récupé

ration de la charge salariale du personnel

détach

é.

16.20.04

Bijdrage aan de ICT Shared Services

Contributions aux ICT Shared Services

16.20.05

Verhuur van het domein van Hertoginnedal.

Location du domaine de Val Duchesse.


CHAP

ITRE

06HO

OFDS

TUK

06FO

D BE

LEID

EN

ONDE

RSTE

UNIN

GSP

F ST

RATE

GIE

ET A

PPUI

06.00.02

Diverse ontvangsten

Recettes diverses

08.10.01

Stortingen door instellingen van openbaar nut om

de bezoldiging en de onkosten van de

controleorganen van de Staat te betalen

Versements par les organismes d'inté

rêt public en

vue du paiement de la rémunération et des frais

des organes de contr

ôle de l'Etat

08.10.02

Jaarlijkse bijdragen van de leden van de dienst

Empreva (federale overheidsdiensten)

Contributions annuelles des membres du service

Empreva (services publics fédéraux)

08.10.03

Terugbetaling van de kosten voor vaccins

voorgeschoten door Empreva

Remboursement des frais de vaccins avanc

és par

Empreva

16.00.05

Ontvangsten van de dienst SELOR in het kader van

haar opdrachten uitgevoerd door derden die daar

een vergoeding voor dienen te betalen

Recettes du service Selor dans le cadre de ses

missions effectu

ées pour des tiers qui doivent

payer une taxe

-


9.8

13

22 3036/001DOC 54

- - 1

5 1

5 1

5 1

5

- - 2

5 2

5 2

5 2

5

- - 6

26 6

26 6

26 6

26

-129 -88

259

259

130

171

- - 2

1 2

1 2

1 2

1

+225

+225

421

421

646

646

-1.5

25 6

.953

-1.4

84 8

.478

6.9

94

650

- - 6

50

+2.7

00+2

.700

26.

800

26.

800

29.

500

29.

500

-155

-155

8.4

63 8

.463

8.3

08 8

.308

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.00.06

Ontvangsten van de dienst FED+ in het kader van

haar opdrachten uitgevoerd door derden die daar

een vergoeding voor dienen te betalen

Recettes du service FED+ dans le cadre de ses

missions effecttuées pour des tiers qui doivent

payer une taxe

16.13.01

Bijdragen betaalt aan de opleidingsdiensten OFO

door Europese en internationale instellingen

Versements aux services de formation IFA par des

institutions europ

éennes et internationales

16.20.01

Terugbetaling van wedden van het gedetacheerd, op

zending of ten onrechte uitbetaald personeel van

de FOD Beleid en Ondersteuning

Remboursements des traitements du personnel

détach

é, en mission ou indus du SPF Stratégie et

Appui

16.20.02

Terugbetaling van wedden van het gedetacheerd, op

zending of ten onrechte uitbetaald personeel van

de inspectie van financi

ënRemboursements des traitements de personnel

détach

é, en mission ou indus de l'inspection de

finances

16.20.03

Bijdragen betaald voor opleidingen bij het OFO

door Belgische niet-federale overheidsdiensten

Versements pour formations à l'IFA par des

services publiques non-féd

éraux

16.20.04

Terugbetaling van de beheerskosten aan PersoPoint

door de diensten die gebruik maken van de

dienstverlening

Remboursement des frais de gestion à

PersoPoint

par les services qui utilisent leurs services


CHAP

ITRE

12HO

OFDS

TUK

12FO

D JU

STIT

IESP

F JU

STIC

E.

06.00.01

Diverse en toevallige ontvangsten.

Recettes diverses et accidentelles.

01- Diverse en toevallige ontvangsten.

- Recettes diverses et accidentelles.

16.11.01

Opbrengsten van de Regie van het Belgisch Staats-

blad (koninklijk besluit van 13 december 1894).

Produits de la R

égie du Moniteur belge (arrêté

royal du 13 décembre 1894).

16.11.02

Bijdragen bestemd voor de controle van de

kansspelinrichtingen (Ontvangsten toegewezen aan

het programma 12-62-5).

Redevances destinées au contrôle des

établissements de jeux de hasard (Recettes

affect

ées au programme 12-62-5).

650

650

-


8.4

78

233036/001DOC 54

- - 2

05 2

05 2

05 2

05

- - 2

45 2

45 2

45 2

45

- - 9

2 9

2 9

2 9

2

- - 3 3

3 3

- - 3 3

3 3

- - 2

10 2

10 2

10 2

10

- - 1

.000

1.0

00 1

.000

1.0

00

--1

00 2

00 2

00 2

00 1

00

- - - -

- -

+2.5

45 4

0.41

6+2

.445

37.

871

40.

316

- - 1

2 1

2 1

2 1

2

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.11.04

Vergoedingen voor controles van kansspelen

(keuring) (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 12-62-5).

Rétributions relatives aux contr

ôles des jeux de

de hasard (approbation) (Recettes affect

ées au

programme 12-62-5).

16.12.03

Terugbetalingen van wedden van

gedetacheerd personeel - andere

Remboursements de traitements du personnel

détach

és - autres

16.12.11

Opbrengsten van de gevangenissen (ministerieel

besluit van 15 mei 1906).

Produits des prisons (arrê

té ministériel du 15

mai 1906).

16.12.12

Verkoop van publicaties, drukwerken, enz...

Ventes de publications, imprim

és, etc...

16.12.14

Opbrengsten van de restaurants en cafetarias.

Produits des restaurants et des café

tarias.

16.20.01

Terugbetalingen van wedden van de Administraties.

Remboursements de traitements des Administrations.

28.20.01

Winsten van de Regie van de Gevangenisarbeid (wet

van 30 april 1931 en koninkijk besluit van

3 novembrer 1931).

Bénéfices de la Régie du Travail pén

itentiaire

(loi du 30 avril 1931 et arr

êté royal du

3 novembre 1931).

46.30.01

Terugstorting van opbrengsten voortvloeiend uit

sommige prestaties geleverd door het Nationaal

Instituut voor Criminalistiek en Criminologie

(artikel 16 van het koninklijk besluit van

7 januari 1998 - storting van de gerechtskosten).

Remboursement de produits de certaines

prestations effectuées par l'Institut national de

Criminalistique et de Criminologie (article 16 de

l'arrê

té royal du 7 janvier 1998 - versement des

frais de justice).

47.20.31

Financië

le toelage van het RIZIV voor de kosten

van geneesmiddelen en opname in ziekenhuizen van

gedetineerden

Intervention financi

ère au SPF Justice pour les

frais médicaux et admissions aux hôp

itaux des

détenus


CHAP

ITRE

13HO

OFDS

TUK

13FO

D BI

NNEN

LAND

SE Z

AKEN

.SP

F IN

TERI

EUR.

08.10.01

Stortingen uitgevoerd door de instelligen van

openbaar nut met het oog op het uitkeren van de

bezoldigingen en de onkosten van de controle-

organen van de Staat.


rêt public en



ôle de l'Etat.

-


37.

871

24 3036/001DOC 54

-1 -1 2 2

1 1

-1 -1 2 2

1 1

-1 -1 1 1

- -

- - 3

0 3

0 3

0 3

0

- - 2

00 2

00 2

00 2

00

-392

- 2

50 1

.000

608

250

- - 1 3

3 1

+436

+436

296

296

732

732

-490

-490

1.6

20 1

.620

1.1

30 1

.130

- - 7

00 7

00 7

00 7

00

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

11.11.02

Bezoldigingen volgens salarisschalen - terug te

vorderen onverschuldigde bedragen van de dienst

Algemene Inspectie van de federale politie en van

de lokale politie (AIG).

Rémuné

rations suivant les barêmes - sommes indues

à rembourser du service Inspection g

énérale de la

police f

édérale et de la police locale (AIG).

11.12.02

Overige bezoldigingselementen - terug te vorderen

onverschuldigde bedragen voor de dienst Algemene

Inspectie van de federale politie en van de

lokale politie (AIG).

Autres éléments de la rémunération – sommes

indues à r

écupér

er du service Inspection gén

érale

de la police féd

érale et de la police locale

(AIG).

11.20.02

Terug te vorderen sociale bijdragen van de AIG

Cotisations sociales à rembourser de l'AIG

12.11.01

Terugbetaling door de gemeenten van de kosten die

voortvloeien uit de levering van de formulieren

van de attesten van immatriculatie, de bewijzen

van inschrijving in het vreemdelingenregister, de

identiteitskaarten en de verblijfkaarten

(koninklijk besluit van 2 april 1984).

Remboursement par les communes du co

ût des formu-

les d'attestation d'immatriculation, des certifi-

cats d'inscription au registre des é

trangers, des

cartes d'identit

é et des cartes de s

éjour (arr

êté

royal du 2 avril 1984).

12.11.02

Terugvordering bij de luchtvaartmaatschappijen van

de kosten van huisvesting, verblijf, gezondheids-

zorgen en terugzending gedragen door de Belgische

Staat (koninklijk besluit van 14 januari 1993,

aanvullend op de wet van 15 december 1980).

Récupé

ration auprès des compagnies a

ériennes des

frais d'hébergement, de sé

jour, de soins de sant

éet de rapatriement mis à charge de l'Etat belge

(arrêt

é royal du 14 janvier 1993, complétant la

loi du 15 décembre 1980).

12.11.03

Terugvordering van de repatrië

ringskosten bij de

werkgevers die vreemdelingen in onregelmatig ver-

blijf hebben tewerkgesteld (wet van 22 juli 1976

tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 34

van 20 juli 1967).

Récupé

ration des frais de rapatriement auprès des

employeurs utilisant des personnes en séjour irr

é-gulier (loi du 22 juillet 1976 modifiant l'arr

êté

royal n° 34 du 20 juillet 1967).

12.11.05

Terugvordering van de kosten voor de repatri

ëring

van illegale immigranten bij garanthouders van de

gerepatrieerden.

Récupé

ration des frais de rapatriement d'immi-

grants ill

égaux aupr

ès des personnes garantes

des rapatriés.

12.11.06

Ontvangsten van de terugvorderingen van bedragen

verschuldigd door derden.

Recettes des recouvrements des montants dus par

des tiers.

12.11.07

Ontvangsten van de terugvorderingen van bedragen

verschuldigd door verzekeringen.

Recettes des recouvrements des montants dus par

des assurances.

12.11.10

Opbrengsten van de recuperatie van de kosten ten

laste van derden inzake interventies

Produits de la r

écup

ération des co

ûts

à charge de

tiers en matière d

’interventions

-

253036/001DOC 54

- - 4 4

4 4

- - 6

00 6

00 6

00 6

00

+3 +3 1

.644

1.6

44 1

.647

1.6

47

+31

+19

652

470

501

671

- - 3

0 3

0 3

0 3

0

+4 +4 5

2 5

2 5

6 5

6

- - 1

0.68

9 1

0.68

9 1

0.68

9 1

0.68

9

+500

+500

4.5

00 4

.500

5.0

00 5

.000

- - 4

.198

4.1

98 4

.198

4.1

98

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.12.02

Opbrengsten van de verkoop van fotokopies van

bestuursdocumenten.

Produits de la vente de photocopies d'actes

administratifs.

16.12.05

Opbrengsten van de recuperatie van de prestaties

geleverd in het kader van het vervoer per

ziekenwagen

Produits de la r

écup

ération des prestations

fournies dans le cadre du transport ambulancier

16.20.05

Inkomsten van de politiezones ingevolge het inwer-

king treden van het correctiemechanisme ingesteld

bij de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de

politiezones, de opbrengst van de verkoop van

gebouwen waarvan de politiezones afstand hebben

gedaan en de huur die de politiezones betalen voor

het tijdelijk gebruik van gebouwen waarvan ze

afstand gedaan hebben bij de overdracht ervan,

maar die ze nog tijdelijk willen gebruiken

Revenus des zones de police suite à

l'entrée en

vigueur du m

écanisme de correction cré

é lors du

transfert des immeubles de l'ancienne gendarmerie

aux zones de police, du produit de la vente d'im-

meubles que les zones de police ont cédés et du

loyer que les zones de police paient pour l'occu-

pation temporaire d'immeubles qu'elles ont céd

éslors de leur transfert, mais qu'elles veulent

encore occuper temporairement

16.20.11

Terugbetaalde detacheringsvergoedingen binnen de

overheidssector

Frais de d

étachement remboursés

à l'intérieur du

secteur des administrations publiques

26.10.02

Intresten op geldboetes aangerekend aan de

bewakingsondernemingen, de

beveiligingsondernemingen, de interne

bewakingsdiensten en de instellingen die instaan

voor de opleiding van die ondernemingen

(Ontvangsten toegewezen aan het programma 13-56-1)

Intérê

ts sur amendes perçu

es des entreprises de

gardiennage, des entreprises de sécurité, des

services internes de gardiennage et des

organismes de formation pour le personnel de ces

entreprises et services (Recettes affect

ées au

programme 13-56-1)

36.90.01

Ontvangsten voortkomende uit de bedragen geïnd bij

de rallyorganisatoren.

Recettes provenant des montants prél

evés auprès

des organisateurs de rallyes.

36.90.02

Opbrengst van de heffing verschuldigd door de

fabrikanten die verantwoordelijk zijn voor de

industri

ële activiteiten met risico's van zware

ongevallen (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 13-50-6).

Produit du prélè

vement dû

par les fabricants res-

ponsables d'activités industrielles comportant

des risques d'accidents majeurs (Recettes

affect


36.90.03

Opbrengsten van retributies aangerekend aan de

bewakingsondernemingen, de

beveiligingsondernemingen, de interne

bewakingsdiensten en de instellingen die instaan

voor de opleiding van die ondernemingen


Produits de redevances per

çues des entreprises de

gardiennage, des entreprises de sécurité, des

services internes de gardiennage et des

organismes de formation pour le personnel de ces

entreprises et services (Recettes affect

ées au

programme 13-56-1)

36.90.04

Opbrengst van retributies verschuldigd in verband

met risico's van nucleaire ongevallen


Produits de redevances à percevoir en rapport

avec les risques d

’accidents nucléaires (Recettes

affect

ées au programme 13-50-7)

-

26 3036/001DOC 54

+31

+66

1.1

03 1

.143

1.1

74 1

.169

+100

+100

700

700

800

800

-588

-381

10.

490

10.

490

9.9

02 1

0.10

9

- - 3

40 3

40 3

40 3

40

- - 4

50 4

50 4

50 4

50

- - 1

.500

1.5

00 1

.500

1.5

00

- - 5

00 5

00 5

00 5

00

-914

-314

400

1.0

00 8

6 8

6

+2.0

06+2

.006

2.0

00 2

.000

4.0

06 4

.006

-7.1

20-7

.120

52.

394

52.

394

45.

274

45.

274

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

36.90.06

Retributies wapenwet.

Rétributions loi sur les armes.

36.90.07

Rolrechten verschuldigd bij de Raad voor

Vreemdelingenbetwistingen.

Droits de rôle dus au Conseil du Contentieux des

Etrangers.

36.90.08

Retributie verschuldigd voor verblijfsaanvraag.

Redevance due pour demande de séjour.

36.90.09

Opbrengsten van de heffing gevestigd op de

verzekeringspremie voor de burgerlijke

aansprakelijkheid inzake brand of ontploffing

Produits du supplément appliqu

é à la prime

d’assurance en matière de responsabilité civile

en cas d

’incendie ou d

’explosion

38.10.01

Betaling door de vervoerder van de administratieve

boete voor het betreden van ons grondgebied.

Paiement par le transporteur de l'amende adminis-

trative suite à

l'accès au territoire.

38.10.02

Minnelijke schikkingen en administratieve

geldboetes (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 13-56-1)

Accords

à l'amiable et amendes administratives

(Recettes affect


38.50.01

Ontvangsten afkomstig uit de administratieve

boetes opgelegd aan de organisatoren van voetbal-

matchen en aan toeschouwers.

Recettes provenant des amendes administratives

imposé

es aux organisateurs des matchs de football

et aux spectateurs.

38.50.02

Administratieve geldboetes opgelegd ingevolge

vastgestelde overtredingen betreffende de toegang

tot het grondgebied, het verblijf en verwijdering

van vreemdelingen

Amendes administratives imposées lors des

infractions constatées en mati

ère d’

accès au

territoire, séjour,

établissement et éloignement

des ét

rangers

39.10.02

Ontvangen subsidies vanuit de Europese Commissie

voor het uitvoeren van projecten in het kader van

het vreemdelingenbeleid (Ontvangsten toegewezen

aan het programma 13-55-2)-deel

inkomensoverdracht voor uitgaven ESR code 1-4

Subsides per

çus en provenance de la Commission

europé

enne pour l'exécution de projets dans le

cadre de la politique des

étrangers (Recettes

affect

ées au programme 13-55-2)-partie transferts

de revenus pour dépenses code SEC 1-4

39.10.06


of door derden ontvangen financiering voor het

uitvoeren van projecten in het kader van het

Federaal Europees Fonds voor Asiel en Migratie en

Interne Veiligheid (Ontvangsten toegewezen aan


Subsides per


europé

enne ou autres recettes de tiers pour

l'exéc

ution de projets dans le cadre du Fonds

europé

en féd

éral pour l'Asile et Migration et la

Sécurité intérieure (Recettes affect

ées au

programme 13-71-1).

-

273036/001DOC 54

+762

+562

200 -

762

762

- - 3

41 3

41 3

41 3

41

- - 2

9 2

9 2

9 2

9

- - 9

87 9

87 9

87 9

87

+8.7

92+8

.792

- - 8

.792

8.7

92

- - - -

- -

+10

+10

- - 1

0 1

0

+3.1

68 1

01.0

95+4

.190

96.

917

101

.107

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

39.10.07

Ontvangen andere subsidies vanuit de Europese

Commissie of door derden ontvangen financiering

voor de rechtstreekse financiering van projecten

in de Europese lidstaten. (Ontvangsten toegewezen

aan het programma 13-71-19)-Inkomensoverdrachten

voor uitgaven ESR code 1-4

Autres subsides perçus en provenance de la

Commission europ

éenne ou autres recettes de tiers

pour le financement direct des projets dans les

Etats membres (Recettes affect

ées au programme

13-71-19)-Transferts de revenus code SEC 1-4

39.10.08



de Civiele Bescherming

Subsides per


europé

enne pour l’ex

écution de projets dans le

cadre de la Protection Civile

43.12.01

Terugvorderingen van niet-verschuldigde kredieten

toegekend aan de gouverneurs voor de ontwikkeling

van de co ö

rdinatie van de politiediensten en de

provinciale acties inzake veiligheid

Recouvrements des soldes indus des crédits

alloué

s aux gouverneurs pour le développement de

la coordination des services de police et

d'actions provinciales en mati

ère de s

écurité

43.22.02

Terugvorderingen van niet-verschuldigde subsidies

toegekend aan lokale overheden in uitvoering van

het programma

“Lokale Integrale Veiligheid

”Recouvrements des soldes indus identifiés des

subsides alloués

aux pouvoirs locaux en exécution

du programme « S

écurité Inté

grale locale »

46.40.01

Terugstorting Fedasil

Remboursement Fedasil

46.70.02

Opbrengst van de dwangsommen gestort krachtens

artikel 36 en 37 van de wetten over de Raad van

State, geco ördineerd op 12 januari 1973,

gewijzigd bij de wet van 17 oktober 1990 en 17

februari 2002

Produit des astreintes versées en ex

écution des

articles 36 et 37 des lois sur le Conseil d'Etat

coord

onnées le 12 janvier 1973, modifiées par

les lois des 17 octobre 1990 et 17 f

évrier 2002

59.11.06

Europese subsidies en andere derdengelden

ontvangen in het kader van het Federaal Europees

Fonds voor Asiel en Migratie (AMF) en Interne

Veiligheid (ISF) -deel kapitaaloverdrachten

(Ontvangsten toegewezen aan het programma

13-71-01)

Subsides per


europé


l’exéc

ution de projets dans le cadre de du Fonds

europé

en féd

éral pour l'Asile et la Migration

(AMF) et la Sécurité intér

ieure (ISF)

–partie

transferts en capital (Recettes affect

ées au

programme 13-71-1).


CHAP

ITRE

14HO

OFDS

TUK

14FO

D BU

ITEN

LAND

SE Z

AKEN

, BUI

TENL

ANDS

E HA

NDEL

EN

ONTW

IKKE

LING

SSAM

ENW

ERKI

NGSP

F AF

FAIR

ES E

TRAN

GERE

S, C

OMME

RCE

EXTE

RIEU

R ET

COOP

ERAT

ION

AU D

EVEL

OPPE

MENT

§ 1 A

FFAI

RES

ETRA

NGER

ES E

T CO

MMER

CE E

XTER

IEUR

§ 1 B

UITE

NLAN

DSE

ZAKE

N EN

BUI

TENL

ANDS

E HA

NDEL

-


97.

927

28 3036/001DOC 54

+50

+50

- - 5

0 5

0

+10

+10

- - 1

0 1

0

- - 1 1

1 1

- - 2

3.32

4 2

3.32

4 2

3.32

4 2

3.32

4

+255

+255

345

345

600

600

- - 1

00 1

00 1

00 1

00

- - 1

2.96

1 1

2.96

1 1

2.96

1 1

2.96

1

-1.0

13-1

.013

1.4

93 1

.493

480

480

-698

37.

526

-698

38.

224

37.

526

- - 2

00 2

00 2

00 2

00

- - 5

.000

5.0

00 5

.000

5.0

00

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

11.12.01

Overige bezoldigingselementen - terug te vorderen

onverschuldigde bedragen.

Autres éléments de la rémunération - sommes indues

à rembourser.

12.11.02

Diverse terugbetalingen.

Remboursements divers.

16.12.01


Vente de publications, imprimés, etc...

16.12.02

Opbrengst van de kanselarij- en consulaatrechten

en visa der paspoorten.

Produits des droits de chancellerie, taxes

consulaires et visa des passeports.

16.13.01

Opbrengst van de verhuur van gebouwen in het

buitenland (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 14-42-1).

Produits de la location d'immeubles

à l'étranger

(Recettes affect


35.40.01

Terugbetalingen van niet-gebruikte subsidies

toegekend voor activiteiten in het buitenland.

Remboursements de subsides non utilisés alloués

pour des activit

és à l'étranger.

38.10.01

Terugbetalingen van toelagen toegekend in het

kader van de garantieverlening en financi ë

lesteun aan de export van Belgische uitrustings-

goederen en diensten.

Remboursements de subsides allou

és dans le cadre

de l'octroi de garantie et soutien financier aux

exportations de biens d'éq

uipements belges et de

services.

46.30.02

Gedeeltelijke stortingen aan de Schatkist van de

beschikbare geldmiddelen van de ADBA Consulaire

Zaken (nieuwe benaming)

Versements partiels au Tré

sor des moyens

disponibles du SACA Affaires consulaires

(nouvelle dénomination)

Totaux pour le §

1 ......

§ 2 C

OOPE

RATI

ON IN

TERN

ATIO

NALE

§ 2 IN

TERN

ATIO

NALE

SAM

ENW

ERKI

NG.

06.00.01

Diverse ontvangsten

Recettes diverses :

28.20.01

Dividenden.

Dividendes.

-

Totaal voor

§ 1 ......

38.

224

293036/001DOC 54

- - 1

.000

1.0

00 1

.000

1.0

00

- - 8

4.70

9 8

4.70

9 8

4.70

9 8

4.70

9

- - 2

27 2

27 2

27 2

27

- - 1 1

1 1

- - 1 1

1 1

- 9

1.13

8-

91.

138

91.

138

-698

128

.664

-698

129

.362

128

.664

- - 1

.500

1.5

00 1

.500

1.5

00

- - 2

00 2

00 2

00 2

00

- - 2

10 2

10 2

10 2

10

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

35.60.01

Terugbetalingen van niet-gebruikte subsidies

Remboursements des subsides non utilis

és

36.50.02

Netto-storting door de Nationale Loterij.

Versement net de la Loterie nationale.

39.40.01

Terugbetaling door de Wereldbank (IDA -

International Development Association) van de

Belgische bijdrage (1979) voor de co-financiering

van operaties gefinancierd door IDA (Trust Fund)

in het kader van de Speciale Actie EEG.

Remboursement par la Banque Mondiale (IDA -

International Development Association) de la

contribution belge (1979) au cofinancement

d'opér

ations financées par l'IDA (Trust Fund)

dans le cadre de l'Action Sp

éciale CEE.

45.24.01

Recuperatie van subsidies aan ARES

Récupé

ration de subsides octroyées à

l'ARES

45.25.01

Recuperatie van subsidies aan VLIR

Récupé

ration de subsides octroyées au VLIR

Totaux pour le §

2 ......


CHAP

ITRE

16HO

OFDS

TUK

16MI

NIST

ERIE

VAN

LAN

DSVE

RDED

IGIN

GMI

NIST

ERE

DE L

A DE

FENS

E

12.11.02

Algemene werkingskosten teruggevorderd van andere

sectoren dan de overheidssector.

Frais généraux de fonctionnement réc

upér

és auprès

d'autres secteurs que le secteur des adminis-

trations publiques.

12.11.04

Huurkosten verschuldigd door bezetters van

gebouwen/terreinen - andere dan huurprijzen.

(Ontvangsten toegewezen aan de programma's

16-50-0, 1, 2, 3, 4 en 5).

Frais locatifs dus par des occupants

d'immeuble/de terrains - autres que loyers.

(Recettes affect

ées aux programmes 16-50-0, 1, 2,

16.11.02

Verkoop van niet-duurzame goederen - bedrijven.

Ventes de biens non durables - entreprises.

-

Totaal voor

§ 2 ......


91.

138

129

.362

30 3036/001DOC 54

- - 1

2.50

0 1

2.50

0 1

2.50

0 1

2.50

0

- - 2

5 2

5 2

5 2

5

- - 2

.600

2.6

00 2

.600

2.6

00

- - 4

.200

4.2

00 4

.200

4.2

00

- - 2

5 2

5 2

5 2

5

- - 3

.600

3.6

00 3

.600

3.6

00

- - 4

4 4

4 4

4 4

4

- - 1

.400

1.4

00 1

.400

1.4

00

- 2

6.30

4-

26.

304

26.

304

- - 1

.490

1.4

90 1

.490

1.4

90

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.11.04

Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten.

Ontvangsten afkomstig van bedrijven (Ontvangsten

toegewezen aan programma's: 16-50-0, 16-50-1,

Ventes de biens non durables et de services.

Recettes provenant des entreprises (Recettes

affectuées aux programmes: 16-50-0, 16-50-1,

16-50-4, 16-50-5).

16.12.02

Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan

de gezinnen en aan vzw's ten dienste van de

gezinnen.

Ventes de biens non durables et de services aux

ménages et aux asbl au service des m

énages.

16.12.04


Ontvangsten afkomstig van gezinnen en VZW's.


Ventes de biens non-durable et de services.

Recettes provenant des mén

ages et asbl (Recettes

affect

ées aux programmes 16-50-0, 1, 2, 3, 4 et

5).

16.13.04


Ontvangsten afkomstig uit het buitenland.


16-50-0, 1, 2, 3, 4 en 5).


Recettes provenant de l'ét

ranger (Recettes

affect


5).

16.20.02


Ontvangsten afkomstig van de overheidssector :


Recettes provenant du secteur public :

16.20.04


Ontvangsten afkomstig van de overheidssector.


16-50-0, 1, 2, 3, 4 en 5).


Recettes provenant du secteur public (Recettes

affect


5).

26.10.02

Inning van intresten afkomstig van andere sectoren

dan de overheidssector.

Perception d'int

érêts provenant d'autres secteurs

que le secteur des administrations publiques.

38.10.01

overige inkomensoverdrachten en betalingen zonder

tegenprestatie van bedrijven (boetes,

penaliteiten, opbrengsten van geschillen).

transferts de revenus et des paiements sans

contrepartie des entreprises (amendes, p

énalit

és,

produits du contantieux).

programmes 16-50-0, 1, 2, 3, 4 et 5).


CHAP

ITRE

17HO

OFDS

TUK

17FE

DERA

LE P

OLIT

IE E

N GE

INTE

GREE

RDE

WER

KING

POLI

CE F

EDER

ALE

ET F

ONCT

IONN

EMEN

T IN

TEGR

E

11.11.01


vorderen onverschuldigde bedragen

Rémuné

rations suivant les barèmes - sommes indues

à ré

cupé

rer.

-


26.

304

313036/001DOC 54

- - 1

4 1

4 1

4 1

4

- - 1 1

1 1

+43

-2.3

11 1

0.87

5 1

0.87

5 1

0.91

8 8

.564

+2.7

41+3

.498

2.6

02 2

.602

5.3

43 6

.100

- - 1

6 1

6 1

6 1

6

- - 6

65 6

65 6

65 6

65

-19

-19

68

68

49

49

- - 1

0 1

0 1

0 1

0

-51

-51

131

131

80

80

+1.3

66+3

.058

3.5

00 3

.500

4.8

66 6

.558

-2.2

14-2

.214

8.8

50 8

.850

6.6

36 6

.636

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

12.11.01

Terugvorderingen van niet verschuldigde niet

belastbare kosten.

Récupé

rations d'indus de frais forfaitaires non

taxables.

12.11.02

Storting aan de Schatkist van niet aangewende

sommen door de rekenplichtigen die hun verrichtin-

gen doen door middel van fondsen bekomen op kre-

dietopening en saldo van de middelen bekomen door

kredietopening in 2011.

Versement au Tré

sor des sommes non utilisées par

les comptables opérant au moyen de fonds obtenus

sur ouverture de crédit et solde des fonds obtenus

sur ouverture de crédit en 2011.

16.11.01

Verkoop en terugbetalingen privé

sector.

Ventes et remboursements secteur privé.

16.11.11

Opbrengst van de verkoop van materieel, van

producten en van diensten aan de bedrijven


Produit de la vente de mat

ériel, de produits et

de services aux entreprises

(Recettes affect


16.12.02

Diverse ontvangsten : stortingen door de Federale

Politie.

Recettes diverses : versements de la Police

fédérale.

16.12.05

Opbrengst van de inhouding voor het betrekken van

een staatslogement.

Produit de la retenue pour occupation d'un loge-

ment de l'Etat.

16.12.11


producten en van diensten aan de huishoudens




de services aux ménages

(Recettes affect


16.12.24

Opbrengst van de verkoop van kledijstukken en

uitrusting aan het politiepersoneel (Ontvangsten

toegewezen aan het programma 17-90-4).

Produit de la vente de piè

ces de tenue et d'éq

ui-

pement au personnel de la police (Recettes

affect


16.13.41


producten en van diensten aan het buitenland


17-90-7).



de services

à l'

étranger (Recettes affectées au

programme 17-90-7).

16.20.11


producten en van diensten binnen de overheid




de services dans le secteur public

(Recettes affect


16.20.24

Opbrengst van de verkoop van kledij en uitrusting

aan de politiezones (Ontvangsten toegewezen aan


Produit de la vente de vêt

ements et d'

équipement

aux zones de police (Recettes affect

ées au

programme 17-90-4).

-

32 3036/001DOC 54

-645

-1.9

31 2

1.74

3 2

1.74

3 2

1.09

8 1

9.81

2

- - 1 1

1 1

+77

+77

1 1 7

8 7

8

- - 1 1

1 1

- - 1 1

1 1

-5 -6 1

5 1

5 1

0 9

-2.0

86-2

.086

3.3

36 3

.336

1.2

50 1

.250

+270

+270

300

300

570

570

-523

53.

097

-1.7

15 5

3.62

0 5

1.90

5

- - 1

.096

1.0

96 1

.096

1.0

96

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.20.39

Terugbetalingen door de meergemeentepolitiezones

en de gemeenten van de kosten van de bij hen

gedetacheerde federale politieambtenaren

Remboursements par les zones de police

pluricommunales et les communes des co

ûts des

fonctionnaires de la police fédérale d

étachés

auprès

d'elles

26.10.01

Interesten op zichtrekeningen bij de banken.

Intérê

ts sur comptes bancaires courants.

38.10.01

Boetes die door de bedrijven verschuldigd zijn.

Pénalités dues par les entreprises.

38.40.01

Terugbetalingen van subsidies door VZW's buiten de

overheidssector.

Remboursements de subsides par des ASBL du

secteur priv

é.

38.50.01

Giften en legaten.

Dons et legs.

38.50.11

Vergoedingen voor schade veroorzaakt door derden


Indemnisations pour des dommages causés par des

tiers (Recettes affect


39.10.41




aan het programma 17-90-7).

Subsides per


europé




affect


39.20.41

Subsidies afkomstig van lidstaten van de Europese

Unie (Ontvangsten toegewezen aan het programma

17-90-7).

Subsides en provenances de pays membres de

l'Union européenne (Recettes affecté

es au

programme 17-90-7).


CHAP

ITRE

18HO

OFDS

TUK

18FO

D FI

NANC

IEN

SPF

FINA

NCES

.

§ 1 A

DMIN

ISTR

ATIO

N GE

NERA

LE D

E LA

TRE

SORE

RIE.

§ 1 A

LGEM

ENE

ADMI

NIST

RATI

E VA

N DE

THE

SAUR

IE.

12.11.06

Terugbetaling door de exploitanten van

kerninstallaties van de kosten voor het opzetten

van het waarborgprogramma, van die voortvloeiend

uit de Claim Handling en ook van andere kosten.

Remboursement par les exploitants d’

installations

nucléa

ires des frais de mise en place du

programme de garantie et ceux li

és au Claim

Handling ainsi que d

’autres frais.

-


53.

620

333036/001DOC 54

- - 1

.912

1.9

12 1

.912

1.9

12

- - 2

5 2

5 2

5 2

5

+62

+62

391

391

453

453

- - 1

13 1

13 1

13 1

13

+430

+430

- - 4

30 4

30

- - 5

32.8

20 5

32.8

20 5

32.8

20 5

32.8

20

- - 4

77 4

77 4

77 4

77

-+3

14 8

36 9

93 9

93 1

.150

- - 7

1.22

9 7

1.22

9 7

1.22

9 7

1.22

9

+105

.296

+105

.296

577

.268

577

.268

682

.564

682

.564

- - 3

12.6

28 3

12.6

28 3

12.6

28 3

12.6

28

- - 2

3.00

0 2

3.00

0 2

3.00

0 2

3.00

0

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.11.02

Diverse ontvangsten van de Deposito- en

Consignatiekas.

Recettes diverses de la Caisse des D

épôts et

Consignations.

16.11.03

Ontvangsten van het waarborgkantoor van de

Koninklijke Munt van Belgi

ë.Recettes du Bureau de la garantie de la Monnaie

royale de Belgique.

16.11.08

Bijdrage aan het Resolutiefonds van de

ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn.

Contribution au Fonds de R

ésolution des

entreprises non assujetties.

16.11.09

Premies inzake de toekenning van de

staatswaarborg aan bepaalde instellingen uit de

publieke sector (bpost).

Primes relatives à l'octroi d'une garantie de

l'Etat à certaines institutions du secteur

public (bpost).

16.11.15

Frais administratifs lors de la consultation du

registre UBO.

Administratiekosten voor het raadplegen van het

UBO-register.

16.13.01

Inningskosten terugbetaald door de Europese

Gemeenschap ten laste van de voor haar rekening

uitgevoerde ontvangsten.

Frais de perception rembours

és par les

Communautés européennes à

charge des recettes

effectuées pour leur compte.

26.10.02

Interesten verschuldigd door de Afdeling

HetMilitair Tehuis' van de Centrale Dienst

voorSociale en Culturele Actie (C.D.S.C.A.)

ingevolge doorde Staat verstrekte voorschotten of

leningen.

Intérê

ts sur avances ou pr

êts consentis par

l'Etat à la Division 'Le logis militaire' de

l'Office centrale d'Action sociale et culturelle

(O.C.A.S.C.).

26.10.03

Interesten afkomstig uit het buitenland.

Intérê

ts en provenance de l'

étranger.

26.20.03

Interesten van de portefeuille van de Deposito-

en Consignatiekas.

Intérê

ts du portefeuille de la Caisse des Dépô

tset Consignations.

28.20.01

Dividenden van de deelnemingen van de Staat in de

financi ë

le instellingen.

Dividendes de participations de l'Etat dans les

institutions financi

ères.

28.20.04

Aandeel van de Staat in het resultaat van de

Nationale Bank van Belgi

ë.Part attribu

ée à

l'Etat dans le résultat de la

Banque nationale de Belgique.

28.20.05

Dividend verschuldigd aan de Staat door de

Federale Participatie-en Investeringsmaatschappij.

Dividende dû à l'Etat par la Société

féd

érale de

Participations et d'investissement.

-

34 3036/001DOC 54

- - 9

4.50

0 9

4.50

0 9

4.50

0 9

4.50

0

-1.7

10-1

.710

444

.497

444

.497

442

.787

442

.787

-107 -76

17.

543

17.

440

17.

333

17.

467

-2.5

94-2

.594

4.0

32 4

.032

1.4

38 1

.438

-5.6

14-5

.614

45.

000

45.

000

39.

386

39.

386

+95.

763

2.2

23.1

84+9

6.10

8 2

.127

.367

2.2

23.4

75

-4.8

46-4

.846

51.

499

51.

499

46.

653

46.

653

+4.1

16+4

.116

1.5

92 1

.592

5.7

08 5

.708

-3.2

44-3

.244

37.

941

37.

941

34.

697

34.

697

+408

+408

10.

409

10.

409

10.

817

10.

817

- - 7

88 7

88 7

88 7

88

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

36.50.01

Monopolierente van de Nationale Loterij.

Rente de monopole de la Loterie Nationale.

36.90.06

Bijdrage van de financiële instellingen aan het

Bijzonder Beschermingsfonds.

Contribution des institutions financières au

Fonds sp

écial de Protection.

38.20.04

Premies met betrekking tot de toekenning van een

Staatswaarborg aan financi

ële instellingen in het

kader van de financi

ële crisis.

Primes relatives à l'octroi d'une garantie de

l'Etat à des institutions financières dans le

cadre de la crise financiè

re.

38.50.01

Boetes op teruggegeven sommen in het kader van de

dematerialisering van obligaties aan toonder

Amendes sur sommes restitu

ées dans le cadre de la

dématé

rialisation des titres au porteur

46.30.01

Overschot der inkomsten op de lasten van het

Muntfonds.

Excédent des revenus sur les charges du Fonds

monétaire.

Totaux pour le §

1 ......

§ 2 A

DMIN

ISTR

ATIO

N GE

NERA

LE D

E LA

PER

CEPT

ION

ET D

URE

COUV

REME

NT.

§ 2 A

LGEM

ENE

ADMI

NIST

RATI

E VA

N DE

INNI

NG E

N DE

INVO

RDER

ING.

11.11.01

Terugbetalingen van wedden, vergoedingen,

pensioenen.

Remboursements de traitements, d'indemnités, de

pensions.

12.11.04

Terugbetaling van schuldvorderingen afkomstig van

federale overheidsdiensten.

Remboursement de créances provenant des divers

services publics f

édéraux.

12.11.11

Gerecupereerde gerechts- en vervolgingskosten

inzake directe belastingen.

Frais de justice et de poursuite réc

upér

és en

matièr

e d'impôts directs.

12.11.12

Gerecupereerde gerechts- en vervolgingskosten

inzake indirecte belastingen.


upér

és en

matièr

e d'impôts indirects.

16.13.02

Retributie voor door EU-lidstaten ge

ïnde

belastingen - Mini One Stop Shop-toepassing.

Redevances pour perception d'imp

ôts Etats UE -

Application Mini One Stop Shop.

-

Totaal voor

§ 1 ......

2.1

27.4

21

353036/001DOC 54

- - 3

2.03

8 3

2.03

8 3

2.03

8 3

2.03

8

- - 4

5 4

5 4

5 4

5

-1.3

21-1

.321

98.

646

98.

646

97.

325

97.

325

- - 2

8.51

5 2

8.51

5 2

8.51

5 2

8.51

5

- - 5

0 4

8 4

8 5

0

- - 1

50.0

00 1

50.0

00 1

50.0

00 1

50.0

00

- --3

74-3

74-3

74-3

74

-83

-83

190

190

107

107

- - 1

6.08

8 1

6.08

8 1

6.08

8 1

6.08

8

-1.1

18-1

.118

6.6

22 6

.622

5.5

04 5

.504

-1.8

90-1

.913

9.8

38 9

.850

7.9

60 7

.925

-7.9

78 4

35.9

19-8

.001

443

.887

435

.886

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.20.03

Vergeldingen van de administratiekosten in

verband met de inning van sommige

gemeentebelastingen.

Remboursements des frais d'administration affé

-rents

à la perception de certaines taxes commu-

nales.

16.20.07

Terugvordering van personeels- en werkingskosten

van het centraal verbindingskantoor (Central

Liaison Office Invordering).

Récupé

ration des frais de personnel et de

fonctionnement du bureau central de liaison

(Central Liaison Office Recouvrement).

26.10.01

Nalatigheids- en moratoriumintresten inzake

indirecte belastingen.

Intérê

ts moratoires et int

érêts de retard en

matièr

e d'impôts indirects.

26.10.04

Nalatigheids- en moratoriumintresten inzake

directe belastingen.

Intérê


érêts de retard en

matièr

e d'impôts directs.

36.90.02

Ijkloon.

Taxe de vérification des poids et mesures.

37.70.02

Bijdrage van de energiesector voor de

ontmanteling van kerncentrales.

Contribution du secteur én

ergétique pour le

démant

èlement des centrales nucléaires.

37.70.03

Retributiegelden wegens vervolgingen.

Rétribution du chef de poursuites.

38.50.02

Schadevergoedingen en moratoire interesten in

allerlei zaken.

Dommages et inté

rêts moratoires en matières di-

verses.

38.50.03

Opbrengsten van retributies ge

ïnd in burgerlijke

zaken, in strafzaken en in de zaken voor de Raad

van State en de Raad voor

Vreemdelingenbetwistingen (Opbrengsten toegewezen


Recettes des rét

ributions perçues dans les

affaires civiles, pénales et celles devant le

Conseil d’Etat et le Conseil du contentieux des

étrangers (Recettes affect

ées au programme

12-56-1) .

38.50.04

Schadevergoedingen en interesten (art. 154

Programmawet van 29 maart 2012).

Dommages et inté

rêts (art. 154 de la Loi

Programme du 29 mars 2012).

38.50.05

Administratieve boeten wegens de niet-tijdige

neerlegging van de jaarrekening en tekorten van

rekenplichtigen.

Amendes administratives pour cause de dépôt

tardif des comptes annuels et déficit des

comptables.

Totaux pour le §

2 ......

-

Totaal voor

§ 2 ......

443

.897

36 3036/001DOC 54

+3.7

06+3

.706

244

.110

244

.110

247

.816

247

.816

- - 1

.600

1.6

00 1

.600

1.6

00

- - 6

.825

7.0

00 7

.000

6.8

25

+750

+750

248

248

998

998

+213

+213

- - 2

13 2

13

-1.8

00-1

.800

2.9

00 2

.900

1.1

00 1

.100

- - 1

1.10

5 1

1.10

5 1

1.10

5 1

1.10

5

+1.5

64+1

.564

- - 1

.564

1.5

64

+4.4

33 2

71.3

96+4

.433

266

.788

271

.221

- - 1

60 1

60 1

60 1

60

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

§ 3 A

DMIN

ISTR

ATIO

N GE

NERA

LE D

E LA

DOC

UMEN

TATI

ONPA

TRIM

ONIA

LE.

§ 3 A

LGEM

ENE

ADMI

NIST

RATI

E VA

N DE

PATR

IMON

IUM-

DOCU

MENT

ATIE

.

16.12.03

Hypothecaire retributies

Rétributions hypothécaires

16.12.04

Retributies voor het verstrekken van

inlichtingen, getuigschriften, afschriften en

uittreksels.

Rétributions pour la d

élivrance de

renseignements, certificats, copies et extraits.

16.12.06

Ontvangsten voor de uitreiking van kadastrale

uittreksels of andere kadastrale bescheiden.

Recettes du chef de la dél

ivrance d'extraits ou

autres documents cadastraux.

16.12.10

Opbrengsten van de domeinen.

Produits des domaines.

26.10.09

Nalatigheids- en moratoriumintresten

Intérê


érêts de retard

28.30.01

Retributies voor gebruik van domeingoederen.

Redevances pour l'occupation des biens domaniaux.

36.90.03

Retributies - Nationaal Pandregister.

Redevances - Registre National des gages.

38.50.06

Tekorten van rekenplichtigen en uitzonderlijke

ontvangsten

Déficit des comptables et recettes exceptionnelles

Totaux pour le §

3 ......

§ 4 A

DMIN

ISTR

ATIO

N GE

NERA

LE D

ES D

OUAN

ES E

T AC

CISE

S.§ 4

ALG

EMEN

E AD

MINI

STRA

TIE

VAN

DE D

OUAN

E EN

ACCI

JNZE

N.

12.11.11

Gerecupereerde gerechts- en vervolgingskosten.


upér

és.

-

Totaal voor

§ 3 ......

266

.963

373036/001DOC 54

- - 1

5 1

5 1

5 1

5

- - 7

0 7

0 7

0 7

0

- - 2

4.36

0 2

4.36

0 2

4.36

0 2

4.36

0

- - 1

.000

1.0

00 1

.000

1.0

00

- 2

5.60

5-

25.

605

25.

605

- - 1

30 1

30 1

30 1

30

- - 2

.000

2.0

00 2

.000

2.0

00

-25

-25

47

47

22

22

- - 4

75 4

75 4

75 4

75

-100

-100

240

240

140

140

-60

-60

210

210

150

150

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.11.04

Verkoop van drukwerken aan prive-maatschappijen.

Vente d'imprimés

aux sociétés privée

s.

16.11.10

Retributie voor bijzondere dienstprestaties.

Rétributions pour prestations sp

éciales.

16.13.04

Inningskosten terugbetaald door de Europese

Gemeenschap ten laste van de voor haar rekening

geïnde ontvangsten en waarvan een gedeelte moet

worden afgestaan aan andere Lidstaten.

Frais de perception rembours

és par la Communauté

europé

enne à charge des recettes per

çues pour son

compte et dont une partie doit être cédée

àd'autres Etats-membres.

26.10.07

Nalatigheidsinteresten.

Intérê

ts de retard.

Totaux pour le §

4 ......

§ 5 S

ERVI

CE D

'ENC

ADRE

MENT

PER

SONN

EL E

T OR

GANI

SATI

ON.

§ 5 S

TAFD

IENS

T PE

RSON

EEL

EN O

RGAN

ISAT

IE.

08.10.04

Terugbetalingen door de instellingen van openbaar

nut van de bezoldigingen en de onkosten van de

controleorganen van de Staat.

Remboursements par les organismes d'intérêt

public des r

émun

érations et des frais des organes

de contr

ôle de l'Etat.

11.00.01

Terugbetalingen van wedden.

Remboursements de traitements.

16.11.12

Terugvordering van lasten betaald door

ondernemingen (bpost).

Remboursements de charges payées par les

entreprises (bpost).

16.12.08

Terugvordering van lonen bij de vakbonden.

Récupé

ration de traitements auprès des syndicats.

16.20.04

Terugbetaling van de wedden en kosten van het

gedetacheerd personeel van de parastatalen.

Remboursement des salaires et frais du personnel

détach

é des parastataux.

16.20.05

Terugvordering van lonen bij de Parlementen.

Récupé

ration de traitements auprès des Parlements.

-

Totaal voor

§ 4 ......

25.

605

38 3036/001DOC 54

+200

+200

1.6

00 1

.600

1.8

00 1

.800

-22

-22

170

170

148

148

- - 9

50 9

50 9

50 9

50

- - 2

00 2

00 2

00 2

00

-7 6

.015

-7 6

.022

6.0

15

+8 +8 - -

8 8

- - 3

00 3

00 3

00 3

00

- - 7

00 7

00 7

00 7

00

- - 6

00 6

00 6

00 6

00

- - 3

50 3

50 3

50 3

50

+10.

000

+10.

000

- - 1

0.00

0 1

0.00

0

+10.

008

11.

958

+10.

008

1.9

50 1

1.95

8

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.20.06

Terugbetaling van de wedden van de personeelsleden

gedetacheerd bij de Politie en het Parket.

Remboursement de traitements des membres du

personnel détach

és à la Police et au Parquet.

16.20.08

Tussenkomst van de gemeenten in de reclassering

van de douaniers ingevolge de invoering van de

eenheidsmarkt.

Intervention des communes dans le reclassement

des douaniers suite

à l'instauration du marché

unique.

16.20.10

Terugvordering van bezoldigingen van de

communautaire en regionale overheden, alsook van

hun AOI en ADBA

Récupé

rations de r

émun

érations auprès des

pouvoirs communautaires et r

égionaux, ainsi que

leurs OAP et leur SACA

38.30.01

Terugvordering van vergoedingen in het kader van

arbeidsongevallen

Remboursement d'indemnités

dans le cadre

d'accidents de travail

Totaux pour le §

5 ......

§ 6 D

IVER

S.§ 6

DIV

ERSE

N.

16.12.01

Bulletin van met verzet aangetekende waarden -

abonnementen

Bulletin des Oppositions –

abonnements

16.12.02

Ontvangsten van het ontmoetingscentrum OPF.

Recettes provenant du centre d'entreprise OPF.

16.20.01

Ontvangsten uit de verhuur van het datacenter van

de FOD Financi

ën.

Recettes provenant de la location du datacenter

du SPF Finances.

16.20.02

Ontvangsten uit de verkoop van drukwerken door

Fedopress.

Recettes provenant des travaux d'impression

réalis

és par Fedopress.

39.10.01

Europese subsidies.

Subsides europée

ns.

46.30.02

Storting door de ADBA Fedorest

Versement par le SACA Fedorest

Totaux pour le §

6 ......

-

Totaal voor

§ 5 ......

Totaal voor

§ 6 ......

6.0

22

1.9

50

393036/001DOC 54

+102

.219

2.9

74.0

77+1

02.5

41 2

.871

.619

2.9

74.1

60

- - 1

5 1

5 1

5 1

5

- - 2

0 2

0 2

0 2

0

- - - -

- -

1- -

1

+5 +5 1

5 1

5 2

0 2

0

- - 8

0 8

0 8

0 8

0

-5 -5 1

5 1

5 1

0 1

0

-28

-28

140

140

112

112

-28

258

-28

286

258

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)


CHAP

ITRE

23HO

OFDS

TUK

23FO

D TE

WER

KSTE

LLIN

G, A

RBEI

D EN

SOC

IAAL

OVE

RLEG

SPF

EMPL

OI, T

RAVA

IL E

T CO

NCER

TATI

ON S

OCIA

LE

06.00.01


Recette diverses et accidentelles.

08.10.01

Stortingen uitgevoerd door de instellingen van





rêt public en



ôle de l'Etat.

12.11.01

Algemene werkingskosten teruggevorderd van ander

sectoren dan de overheidssector

Frais de fonctionnement gé

néraux réc

upér

ésd'autres secteurs que le secteur public

16.12.01

Verkoop van publikaties, drukwerken, enz …


és, etc

…

01- Opbrengst van de verkoop der juwelen en diplo-

ma's van het nijverheidsereteken (koninklijk

besluit van 7 november 1847).

- Produit de la vente des bijoux et des diplômes

de la décoration industrielle (arrêt

é royal du

7 novembre 1847).

16.12.31

Rechtsplegingsvergoedingen.

Indemnit

és de proc

édure.

16.20.01

Detacheringen

Détachements

38.30.01

Vergoeding van de verzekeringsmaatschappijen.

Indemnisation des compagnies d'assurances

47.40.01

Terugstorting door de instellingen van openbaar

nut van de te veel ontvangen toelagen.

Remboursement par les organismes d'int

érêt public

des subsides trop perçus.


CHAP

ITRE

24HO

OFDS

TUK

24FO

D SO

CIAL

E ZE

KERH

EID

SPF

SECU

RITE

SOC

IALE

1 1

-



2.8

71.8

58

286

40 3036/001DOC 54

- - 4 4

4 4

- - 2

32 2

32 2

32 2

32

- - 1 1

1 1

- - 1 1

1 1

- - 2 2

2 2

- - 2 2

2 2

- - 3 3

3 3

- - 2 2

2 2

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

06.00.01


Recettes diverses et accidentelles.

08.10.01






rêt public en



ôle de l'Etat.

12.11.01

Terugbetalingen door de Rijksdienst voor

Kinderbijslag voor werknemers, overeenkomstig

artikel 101, vierde lid van de samengeordende

wetten betreffende de kinderbijslag voor

loonarbeiders van de kosten van de medische

onderzoeken, uitgevoerd bij toepassing van de

bepalingen van de artikelen 47, 62, '3 en 63 van

dezelde wetten.

Remboursements par l'Office national

d'allocations familiales pour travailleurs

salari

és conform

ément à l'article 101, alinéa 4

des lois coordonnées relatives aux allocations

familiales pour travailleurs salarié

s des coût

sdes expertises m

édicales effectuées en

application des articles 47, 62, '3 et 63 des

mêmes lois.

12.11.02

Terugbetalingen van kosten door het personeel.

Remboursements de frais par le personnel.

16.11.01

Verkoop van publikaties, drukwerken, enz... :

Belgisch Tijdschrift voor sociale zekerheid, de

officieuse co ördinatie en beknopt overzicht van

de Sociale Zekerheid gepubliceerd door het

Departement. Ontvangsten afkomstig van de

bedrijven.


és, etc... :

Revue belge de s

écurité sociale, coordinations

officieuses et aperçu de la sécurité

sociale

publié

s par le D

épartement.

Recettes provenant des entreprises.

16.12.31


Indemnit

és de proc

édure.

16.13.01

Verkoop van publikaties, drukwerken, enz... :

Belgisch Tijdschrift voor sociale zekerheid, de

officieuse co ördinatie en beknopt overzicht van


Departement. Ontvangsten afkomstig van de

niet-verblijfhouders.


és, etc... :

Revue belge de s

écurité sociale, coordinations


sociale

publié

s par le D

épartement.

Recettes provenant des non-r

ésidents.

16.20.02

Ontvangsten afkomstig van overheidsadministraties

: verkoop van publicaties, drukwerken, enz. … -

Belgisch tijdschrift voor Sociale zekerheid, de

officieuze co ördinatie en beknopt overzicht van


Departement.

Recettes provenant des administration publiques :

vente de publications, imprimés, etc.… - Revue

belge de s

écurit

é sociale, coordinations


sociale

publié

s par le D

épartement.

-

413036/001DOC 54

- - 1

06 1

06 1

06 1

06

- - 3

.194

3.1

94 3

.194

3.1

94

- - 4

17 4

17 4

17 4

17

+75

+75

- - 7

5 7

5

- - 1 1

1 1

- - 1 1

1 1

+1.0

00+1

.000

- - 1

.000

1.0

00

- - 1

7 1

7 1

7 1

7

- - 1 1

1 1

1+2

.600

+2.6

00 2

.601

- - 3

8.02

0 3

8.02

0 3

8.02

0 3

8.02

0

+85.

297

+85.

297

- - 8

5.29

7 8

5.29

7

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.20.03

Terugbetaling van wedden van het gedetacheerde,

op zending of ten onrechte uitbetaald personeel

van de FOD Sociaal Zekerheid.

Remboursements de traitements du personnel

détach

é, en mission ou indus du SPF Sécurité

Sociale.

16.20.04

Vergoeding door de Gemeenschappen voor de

dienstverlening van de FOD Sociale Zaken inzake

de THAB (tegemoetkoming hulp aan bejaarden).

Rémuné

ration par les Communautés pour les

prestations du SPF S

écurit

é sociale en matière de

16.20.05

Bijdrage van de Gemeenschappen aan het beheer van

EDC.

Contribution des Communaut

és à la gestion de EDC.

16.20.06

Bijdrage van de Regio's aan het beheer van DWH.

Contribution des R

égions à

la gestion de DWH.

34.20.01

Terugbetaling PDOS oorlogspensioenen burgerlijke

slachtoffers

Remboursement SdPSP pensions des victimes civiles

de guerre

34.31.02

Diverse ontvangsten afkomstig van de openbare

sector.

Recettes diverses en provenance du secteur public.

39.10.01

Ontvangsten van EU-instellingen.

Recettes des institutions de l'UE.

39.10.02

Europese ontvangsten fonds Belincosoc.

Recettes europée

ns fonds Belincosoc.

42.20.01

Terugstorting van het niet gebruikte gedeelte

van de dotatie aan het Kenniscentrum.

Remboursement de la part non utilisé

e de la

dotation du Centre d'Expertise.

42.80.02

Terugbetalingen door de openbare instellingen van

sociale zekerheid :

Remboursements par les intitutions publiques de

sécurité sociale :

01- Terugstortingen door de OISZ van teveel

ontvangen toelagen.

- Remboursements par les IPSS de subsides trop

perçus.

47.10.01

Storting afkomstig uit het gesolidariseerd

pensioenfonds van de DIBISS.

Versement provenant du Fonds de pension

solidarisé de l’

ORPSS.

47.10.02

Terugstorting van het niet gebruikte deel van de

dotaties aan de Federale Pensioendienst.

Remboursement par le Service f

édéral des Pensions

de la partie non utilisée des dotations.

1 2

.601

-

42 3036/001DOC 54

+88.

972

130

.977

+88.

972

42.

005

130

.977

- - 4 4

4 4

- - 7

56 7

56 7

56 7

56

+100

+100

140

140

240

240

- - 4

.350

4.3

50 4

.350

4.3

50

- - 2

10 2

10 2

10 2

10

- - 4 4

4 4

+217

+217

610

610

827

827

+670

+670

2.3

84 2

.384

3.0

54 3

.054

- - 5

00 5

00 5

00 5

00

- - 2

4 2

4 2

4 2

4

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)


CHAP

ITRE

25HO

OFDS

TUK

25FO

D VO

LKSG

EZON

DHEI

D,VE

ILIG

HEID

VAN

DE

VOED

SELK

ETEN

EN

LEEF

MILI

EUSP

F SA

NTE

PUBL

IQUE

,SE

CURI

TE D

E LA

CHA

INE

ALIM

ENTA

IRE

ET E

NVIR

ONNE

MENT

08.10.01






rêt public en



ôle de l'Etat.

12.11.03

Terugvordering van de medische kosten door derden

verschuldigd.

Récupé

ration des frais méd

icaux dus par des tiers.

16.11.50

CITES administratieve boetes en andere

ontvangsten (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 25-60-2)

CITES amendes administratives et autres recettes

(Recettes affect


16.11.51

Ontvangsten bestrijdingsmiddelen voor

landbouwkundig gebruik (Ontvangsten toegewezen

aan het programma 25-60-2)

Recettes pesticides

à usage agricole (Recettes

affect


16.11.52

Ontvangsten meststoffen (Ontvangsten toegewezen


Recettes engrais (Recettes affectées au programme

25-60-2)

16.11.53

Ontvangsten GGO's (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 25-60-2)

Recettes OGM (Recettes affectées au programme

25-60-2)

16.11.54

Risicobeheersing - ontvangsten chemische

producten (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 25-60-2)

Maîtrise des risques - Recettes produits

chimiques (Recettes affect

ées au programme

25-60-2)

16.11.56

Risicobeheersing - erkenningen biociden


Maîtise des risques - agré

ations biocides

(Recettes affect


16.11.57

Ontvangsten notificatie voedingssupplementen


Recettes notification suppléments nutritionnels

(Recettes affect


16.11.59

Gezondheidscertificaten andere producten

(cosmetica , tabak) (Ontvangsten toegewezen aan

het programma 25-60-2)

Certificats sanitaire autres produits

(cosmé

tiques, tabac) (Recettes affectées au

programme 25-60-2)

-


42.

005

433036/001DOC 54

+247

+247

655

655

902

902

+30

+30

310

310

340

340

+113

+113

73

73

186

186

- - 1

25 1

25 1

25 1

25

- - 1

27 1

27 1

27 1

27

- - 8

58 8

58 8

58 8

58

- - 6

97 6

97 6

97 6

97

- - 6

0 6

0 6

0 6

0

+66.

227

+66.

227

10.

919

10.

919

77.

146

77.

146

- - 6

4 6

4 6

4 6

4

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.11.60

Notificatie tabak en E-sigaret (Ontvangsten

toegewezen aan het programma 25-60-2)

Notification tabac et E-cigarette (Recettes

affect


16.11.64

Cites certificaten of vergunningen (Ontvangsten

toegewezen aan het programma 25-60-2)

Cites certificats ou permis (Recettes affectées

au programme 25-60-2)

16.11.65

Diverse ontvangsten (Ontvangsten toegewezen aan


Recettes diverses (Recettes affectée

s au

programme 25-60-2)

16.11.66

Ontvangsten fytolicentie (Ontvangsten toegewezen


Recettes phytolicence (Recettes affect

ées au

programme 25-60-2)

16.11.67

Milieuproductverklaringen (Ontvangsten toegewezen


Déclarations environ des produits (Recettes

affect


16.12.01

Retributies verschuldigd voor bepaalde

medische onderzoeken, uitgevoerd door het

Bestuur van de medische expertise (Medex)

voor particulieren

Redevances dues pour certains examens

médicaux effectu

és par l'Administration

de l'expertise m

édicale (Medex) pour des

particuliers

16.20.01

Retributies verschuldigd door besturen voor

bepaalde medische onderzoeken, uitgevoerd door

het bestuur van de medische expertise (Medex) :

instellingen andere dan de FOD's.

Redevances dues par des administrations pour

certains examens m

édicaux effectués par

l'Administration de l'expertise médicale (Medex)

: institutions autres que les SPF.

36.90.02

Gezondheidspatenten en gezondheidsrechten

(koninklijk besluit van 29 oktober 1964

betreffende de gezondheidspolitie van het

internationaal verkeer gewijzigd door de

koninklijke besluiten van 27 augustus 1970 en 17

januari 1979; Internationaal Gezondheidsreglement

van 25 juli 1969).

Patentes de sant

é et droits sanitaires (arrêté

royal du 29 octobre 1964 concernant la police de

santé

du trafic international modifi

é par les

arrêté

s royaux du 27 août 1970 et 17 janvier 1979;

Règlement sanitaire international du 25 juillet

1969).

36.90.03

Opbrengsten van de veiling van emissierechten in

het kader van het Emission Trading System (EU

ETS) Quotas CO2 (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 25-55-9)

Revenus de la mise aux enchères de droits

d'émission dans le cadre de l'Emission Trading

System (EU ETS) - Quotas CO2 (Recette affectée au

programme 25-55-9)

36.90.80

Verplichte bijdragen groenten en fruit

(aardappelen) (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 25-60-3)

Cotisatations obligatoires fruits et l

égumes

(pommes de terre) (Recettes affectée

s au

programme 25-60-3)

-

44 3036/001DOC 54

- - 9

5 9

5 9

5 9

5

+10

+10

262

262

272

272

+106

+106

1.6

00 1

.600

1.7

06 1

.706

- - 3

.817

3.8

17 3

.817

3.8

17

- - 3

0.00

0 3

0.00

0 3

0.00

0 3

0.00

0

- - 4

02 4

02 4

02 4

02

- - 2

50 2

50 2

50 2

50

- - 2

50 2

50 2

50 2

50

+67.

720

127

.266

+67.

720

59.

546

127

.266

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

38.10.02

Ontvangsten voortvloeiend uit schadevergoedingen

en de bestrijding van verontreinigingen op zee

(Wet van 20 juli 1976 en ministerieel besluit van

6 oktober 1989).

Recettes r

ésultant d'indemnisations et de la lutte

contre les pollutions en mer (Loi du 20 juillet

1976 et arrêté ministériel du 6 octobre 1989).

38.10.03

Geldboetes en herstellingen ontvangen in uitvoe-

ring van de wetten betreffende de voorkoming van

de verontreiniging door schepen en de bescherming

van het mariene milieu in de zeegebieden


Amendes et r

éparations per

çues en application des

lois sur la prév

ention de la pollution de la mer

par les navires et la protection du milieu marin

dans les espaces marins (Recettes affect

ées au

programme 25-55-8).

38.50.50

Administratieve boetes - andere

consumptieproducten (Ontvangsten toegewezen aan


Amendes administratives - autres produits de

consommation (Recettes affectées au programme

25-60-2)

46.40.03

Heffing op het transport van elektriciteit


Redevance sur le transport d'électricité (Recettes

affect


46.40.05

Storting door het Federaal Agentschap voor de

veiligheid van de voedselketen vanuit de reserves

ter bestrijding van de fipronilcrisis

Versement par l'Agence féd

érale pour la Sécurité

de la chaîne alimentaire de ces réserves pour la

lutte dans le cadre de la crise fipronil

47.20.01

Dotatie van het RIZIV in verband met het ethisch

college

Dotation de l’INAMI en rapport avec le collège

éthique

49.24.01

Financië

le bijdrage van de Federatie Walloni

ëBrussel in het kader van de financiering van de

toepassing e-CAD

Contribution financi

ère de la Fédération

Wallonie Bruxelles dans le cadre du

financement de l'application e-CAD

49.25.01

Financië

le bijdrage van de Vlaamse Gemeenschap in

het kader van de financiering van de toepassing

e-CAD.

Contribution financi

ère de la Communauté flamande

dans le cadre du financement de l'application

e-CAD.


CHAP

ITRE

32HO

OFDS

TUK

32FO

D EC

ONOM

IE, K

.M.O

., MID

DENS

TAND

EN

ENER

GIE

SPF

ECON

OMIE

, P.M

.E., C

LASS

ES M

OYEN

NES

ET E

NERG

IE

-


59.

546

453036/001DOC 54

- - 3

.735

3.7

35 3

.735

3.7

35

- - 5

83 5

83 5

83 5

83

- - 6

0 6

0 6

0 6

0

- - 4

3 4

3 4

3 4

3

- - 1

12 1

12 1

12 1

12

- - 3

00 3

00 3

00 3

00

- - 5

40 5

40 5

40 5

40

+345

+345

1.0

60 1

.060

1.4

05 1

.405

- - 9

0 9

0 9

0 9

0

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.11.03

Heffingen gestort door ondernemingen ten bate van

het Fonds voor Accreditatie en Certificatie om de

beoordelings-, accreditatie-, certificatie-, toe-

zichts- en controlekosten te dekken (bestemd voor

het Fonds voor Accreditatie en Certificatie -

BELAC)

Ontvangsten afkomstig van de priv é-sector.


Rétributions versées par les entreprises en faveur

du Fonds d'Accré

ditation et de Certification pour

couvrir les frais d'

évaluation, d'accr

éditation,

de certification, de surveillance et de contrô

le(destiné au Fonds d'Accréd

itation et de Certifica-

tion - BELAC)

Recettes provenant du secteur privé.

(Recettes affect


16.11.05

Bijdragen bestemd voor het toezicht op de

vennootschappen voor het beheer van auteursrechten

en naburige rechten (Ontvangsten toegewezen aan


Redevances destinées au contrôle des sociétés de

gestion de droits d'auteur et de droits voisins

(Recettes affect


16.11.06

Vergoedingen betreffende de aanvragen van ver-

voersvergunningen voor gasachtige producten en

andere door middel van leidingen.

Redevances relatives aux demandes d'autorisations

pour le transport de produits gazeux et autres par

canalisations.

16.11.11

Jaarlijkse bijdragen van de Landmeters-experten

(inschrijvingsrechten van de beroepen waarvan de

titel gereglementeerd is).

Cotisations annuelles des Géom

ètres-experts

(droits d'inscription des professions dont le port

du titre est rég

lementé).

16.11.13

Ontvangsten afkomstig uit een

erfpachtovereenkomst met de Nationale Instelling

voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen

(NIRAS).

Recettes provenant d'un bail emphyté

otique avec

l'Organisme national des d

échets radioactifs et

des mati

ères fissiles enrichies (ONDRAF).

16.11.21


Ontvangsten afkomstig van de priv é-sector.


és, etc...

Recettes provenant du secteur privé.

16.11.25

Kruispuntbank Ondernemingen : Opbrengsten van de

commercialisatie van de gegevens en vergoeding -

Web Services Public Search. Ontvangsten afkomstig

van de ondernemingen, bedrijven, VZW's,

Banque-Carrefour des Entreprises : Produits de la

commercialisation des donn

ées et redevance - Web

Services Public Search. Recettes provenant des

entreprises, sociétés, asbl, universit

és.

16.12.22

Ontvangsten van het Nationaal Instituut voor de

Statistiek (NIS) afkomstig van dienstverleningaan

aan derden : ontvangsten afkomstig van de

gezinnen. (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 32-48-1).

Recettes de l'Institut National de Statistique

(INS) résultant de prestations de services à des

tiers : recettes provenant des m

énages. (Recettes

affect


16.13.04

Ontvangsten gestort door de Europese Unie voor de

uitvoering van projecten in het kader van de

Metrologie (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 36-46-6).

Recettes versées par l'Union Europ

éenne pour

l'exéc

ution de projets dans le cadre de la

Métrologie (Recettes affectées au programme

32-46-6).

-

46 3036/001DOC 54

- - 4

50 4

50 4

50 4

50

- - 1

.181

1.1

81 1

.181

1.1

81

- - 1

1.00

0 1

1.00

0 1

1.00

0 1

1.00

0

- - 2

.100

2.1

00 2

.100

2.1

00

- - 3

.500

3.5

00 3

.500

3.5

00

- - 2

0.00

0 2

0.00

0 2

0.00

0 2

0.00

0

- - 7

.500

7.5

00 7

.500

7.5

00

- - 2

2 2

2 2

2 2

2

+345

52.

621

+345

52.

276

52.

621

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.20.01

Retributie concessie bezorging kranten en

tijdschriften.

Rétribution concession distribution journaux et

périodiques

28.10.02

Retributies verbonden aan concessiebesluiten voor

zandwinningen door middel van baggerboten op het

continentaal plat en in de territoriale wateren

van Belgi ë

- Ontvangsten afkomstig van de huur

van de minerale reserves.

Redevances liées aux arr

êtés de concession d'ex-

ploitation de sable au moyen de dragueurs sur le

plateau continental de la Belgique et dans ses

eaux territoriales - Recettes provenant de la

location des rés

erves minérales.

36.90.01

Annu

ïteiten voor octrooien.

Annuit

és de brevets.

36.90.02

Ijkloon (wetten van 1 oktober 1855 en van

1 augustus 1922 en koninklijk besluit van

22 december 1966) en speciale verificaties.

Taxes de v

érification des poids et mesures (lois

des 1er octobre 1855 et 1er ao

ût 1922 et arr

êté

royal du 22 décembre 1966) et vérifications

spéciales.

36.90.03

Bijdragen ten laste van de personen die aardolie-

producten in verbruik stellen (Ontvangsten toege-

wezen aan het programma 32-42-1).

Redevances à charge des personnes qui mettent en

consommation des produits pétroliers (Recettes

affect


36.90.05

Bijdrage van de energiesector voor de verlenging

van Doel 1 en 2 (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 32-42-9).

Contribution du secteur én

ergétique pour la

prolongation de Doel 1 et 2 (Recettes affectées

au programme 32-42-9).

38.20.02

Afname van een percentage van het

verschuldigdblijvend saldo van de hypothecaire-

en consumentenkredieten.

Prél

èvement d'un pourcentage du solde restant dû

des cr

édits hypoth

écaires et des crédits à la

consommation.

46.40.02

Storting door het Federaal Agentschap voor de

veiligheid van de voedselketen van ontvangsten

bestemd voor het Fonds voor de productie en de

bescherming van planten en plantaardige producten.

Versement par l'Agence féd

érale pour la Sécurité

de la chaîne alimentaire de recettes destinées au

Fonds pour la production et la protection des

végétaux et des produits v

égétaux.


CHAP

ITRE

33HO

OFDS

TUK

33FO

D MO

BILI

TEIT

EN

VERV

OER

SPF

MOBI

LITE

ET

TRAN

SPOR

TS

§ 1 R

ECET

TES

DIVE

RSES

§ 1 D

IVER

SE O

NTVA

NGST

EN

-


52.

276

473036/001DOC 54

- - 4

5 4

5 4

5 4

5

- - 2

02 2

02 2

02 2

02

- - 2

0 2

0 2

0 2

0

- 2

67-

267

267

- - 5 5

5 5

+53 -

- - 5

3 -

+53

58

- 5

5

+362

+362

2.7

38 2

.738

3.1

00 3

.100

- - 9

12 9

12 9

12 9

12

- - 2

.226

2.2

26 2

.226

2.2

26

- - 2

.150

2.1

50 2

.150

2.1

50

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

12.11.01

Terugbetaling van uitgaven gedaan voor rekening

van derden en onregelmatige ontvangsten.

Remboursement des dépenses effectuée

s pour le

compte de tiers et recettes accidentelles.

16.11.01

Diverse opbrengsten.

Produits divers.

16.12.31


Indemnit

és de proc

édure.

Totaux pour le §

1 ......

§ 2 M

OBIL

ITE

DURA

BLE

ET P

OLIT

IQUE

DU

RAIL

§ 2 D

UURZ

AME

MOBI

LITE

IT E

N SP

OORB

ELEI

D

16.11.03

Bijdragen betreffende de licenties van de spoor-

wegondernemingen.

Rétributions relatives aux licences des entrepri-

ses de transport par rail.

39.10.01

Subsidies EU

Subsides UE

Totaux pour le §

2 ......

§ 3 T

RANS

PORT

AER

IEN

§ 3 L

UCHT

VAAR

T

16.11.07

Ontvangsten geboekt in het kader van het gebruik

van de openbare diensten die de luchtvaart aanbe-

langen (artikel 5 van de wet van 27 juni 1937).

Recettes per

çues dans le cadre de l'utilisation

de services publics intéressant l'aé

ronautique

(article 5 de la loi du 27 juin 1937).

16.11.08

Bijdragen verschuldigd om de kosten van lucht-

vaartbeveiliging te dekken : prestaties.

Redevances dues pour couvrir les frais de sûreté

aéronautique : prestations.

16.11.09

Bijdrage tot dekking van de werkingskosten van de

BSA-ANS (Belgian Supervising Authority for Air

Navigation Services).

Contribution couvrant les frais de fonctionnement

de BSA-ANS (Belgian Supervising Authority for Air

Navigation Services).

36.90.02

Bijdragen verschuldigd om de kosten van lucht-

vaartbeveiliging te dekken : passagiers.

Redevances dues pour couvrir les frais de sûreté

aéronautique : passagers.

-

Totaal voor

§ 1 ......

Totaal voor

§ 2 ......

267 5

48 3036/001DOC 54

+25

+25

25

25

50

50

+387

8.4

38+3

87 8

.051

8.4

38

- - 4

6 4

6 4

6 4

6

+253

+253

1.2

47 1

.247

1.5

00 1

.500

- - 5

50 5

50 5

50 5

50

- - 1

.137

1.1

37 1

.137

1.1

37

- - 1

8 1

8 1

8 1

8

- - 4

86 4

86 4

86 4

86

-20

-20

45

45

25

25

+80

-20

320

320

400

300

+313

4.1

62+2

13 3

.849

4.0

62

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

38.10.01

Boetes Luchtvaart

Amendes transport aérien

Totaux pour le §

3 ......

§ 4 T

RANS

PORT

MAR

ITIM

E§ 4

MAR

ITIE

M VE

RVOE

R

16.11.02

Ontvangsten verbonden aan de sector van de binnen-

vaart.

Recettes liées au secteur de la navigation int

é-rieure.

16.11.10

Vergoedingen in het kader van de Zeevaart en de

Binnenvaart.

Rétributions dans le cadre de la Marine et de la

Navigation intér

ieure.

16.11.11

Ontvangsten in het kader van Corporate Flag

State Governance.

Recettes dans le cadre de Corporate Flag State

Governance.

16.11.12

Vergoedingen in het kader van de

scheepshypotheekbewaring

Redevances dans le cadre de la conservation des

hypoth

èques maritimes

16.11.13

Ontvangsten containers

Recettes containers

38.10.01

Administratieve boetes Maritiem vervoer

Amendes administratives Transport Maritime

39.10.01

Ontvangsten Interreg North Sea

Recettes Interreg North Sea

39.10.02

Common Information Sharing Environment

Common Information Sharing Environment

Totaux pour le §

4 ......

§ 5 M

OBIL

ITE,

TRA

NSPO

RT R

OUTI

ERET

SEC

URIT

E RO

UTIE

RE§ 5

MOB

ILIT

EIT,

WEG

VERV

OER

EN V

ERKE

ERSV

EILI

GHEI

D

-

Totaal voor

§ 3 ......

Totaal voor

§ 4 ......

8.0

51

3.8

49

493036/001DOC 54

- - 1

33 1

33 1

33 1

33

+17

+17

23

23

40

40

+12

+12

48

48

60

60

-1.0

18-1

.018

6.0

18 6

.018

5.0

00 5

.000

- - 1

8.01

5 1

8.01

5 1

8.01

5 1

8.01

5

-300

-300

16.

600

16.

600

16.

300

16.

300

-42

-42

62

62

20

20

-1.3

31 3

9.56

8-1

.331

40.

899

39.

568

+25

+25

5.5

35 5

.535

5.5

60 5

.560

+5 +5 1

.033

1.0

33 1

.038

1.0

38

+5 +5 1

.178

1.1

78 1

.183

1.1

83

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.11.04

Licenties tussenpersonen goederenverkeer.

Licences auxiliaires de transport de marchandises.

16.11.14

Ontvangsten en opbrengsten van de prestaties met

betrekking tot de homologatie van de voertuigen.

Recettes et produits provenant des prestations

relatives

à l'homologation des v

éhicules.

16.11.15

Ontvangsten betreffende de certificatie en de

inspectie.

Recettes concernant la certification et

l'inspection.

36.90.03

Ontvangsten voortvloeiend uit de commercië

le en

gepersonaliseerde inschrijving.

Recettes provenant de l'immatriculation commer-

ciale et personnalis

ée.

36.90.04

Ontvangsten van de concessievergoeding van de

nummerplaten.

Recettes suite à

l'indemnité de concession

des plaques d'immatriculation.

36.90.05

Ontvangsten afkomstig van de rijbewijzen.

Recettes provenant des permis de conduire.

38.10.01

Bestuurlijke boetes Wegvervoer

Amendes administratives Controle Routier

Totaux pour le §

5 ......

§ 6 S

ERVI

CES

AUTO

NOME

S§ 6

AUT

ONOM

E DI

ENST

EN

16.11.05

Vergoedingen naar aanleiding van prestaties

geleverd door de Veiligheidsinstantie van de

spoorwegen (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 33-22-6).

Recettes pour les prestations délivr

ées par

l'Autorité de sé

curité ferroviaire (Recettes

affect


16.11.06

Diverse vergoedingen voor de werking van het

onderzoeksorgaan van de spoorwegongevallen

(Ontvangsten toegewezen aan het programma 33-22-1

).

Contributions diverses pour le fonctionnement de

l'organisme d'enqu

ête sur les accidents

ferroviaire (Recettes affect

ées au programme

33-22-1).

16.11.19


dienst regulering van het spoorwegvervoer


33-22-5).


du Service de ré

gulation du transport ferroviaire

(Recettes affect


-

Totaal voor

§ 5 ......

40.

899

50 3036/001DOC 54

- - 2

17 2

17 2

17 2

17

- - 1

20 1

20 1

20 1

20

- - 2

50 2

50 2

50 2

50

+35

8.3

68+3

5 8

.333

8.3

68

- - 2

71.3

31 2

71.3

31 2

71.3

31 2

71.3

31

- - 6

3.22

4 6

3.22

4 6

3.22

4 6

3.22

4

+2.0

00+2

.000

- - 2

.000

2.0

00

- - 6

5.54

1 6

5.54

1 6

5.54

1 6

5.54

1

+2.0

00 4

02.0

96+2

.000

400

.096

402

.096

- - 7

0 7

0 7

0 7

0

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

16.11.20


dienst regulering van de exploitatie van de

luchthaven Brussel-Nationaal (Ontvangsten



du Service de ré

gulation de l'exploitation de

l'aéroport de Bruxelles National (Recettes

affect


16.11.21

Vergoedingen om de kosten te dekken in verband

met onderzoeken betreffende vliegtuigongevallen

en vliegtuigincidenten.

Redevances pour couvrir les frais d’

enquêtes à

des accidents et des incidents d

’avion.

16.11.22

Ontvangsten ge

ïnd in het kader van de Federale

Instantie voor Onderzoek van

Scheepvaartongevallen (Ontvangsten toegewezen aan


Recettes per

çues dans le cadre de l'Organisme

fédéral d'Enqu

ête sur les accidents de Navigation

(Recettes affect


Totaux pour le §

6 ......

§ 7 E

NTRE

PRIS

ES P

UBLI

QUES

§ 7 O

VERH

EIDS

BEDR

IJVEN

28.20.01

Winstaandeel te storten door Proximus aan de

Staat.

Dividende versé

à l'Etat par Proximus.

28.20.03

Winstaandeel te storten door bpost aan de Staat.

Dividende versé

à l'Etat par bpost.

31.22.19

Terugvordering van teveel betaalde

exploitatiedotatie terro aan de NMBS en aan

Infrabel.

Récupé

ration de dotation d'exploitation

terrorisme trop vers

ée à la SNCB et

à Infrabel.

37.40.01

Terugvordering van de bedragen verschuldigd door

de NMBS, bpost, Proximus en Belgocontrol voor de

betaling van de kinderbijslag.

Récupé

ration des montants dûs par la SNCB, bpost,

Proximus et Belgocontrol pour le paiement des

allocations familiales.

Totaux pour le §

7 ......

§ 8 IN

FRAS

TRUC

TURE

TRA

NSPO

RT§ 8

VER

VOER

SINF

RAST

RUCT

UUR

16.20.02

Terugbetaling wedden

Remboursement traitements

-

Totaal voor

§ 6 ......

Totaal voor

§ 7 ......

8.3

33

400

.096

513036/001DOC 54

- - 5

0 5

0 5

0 5

0

- 1

20-

120

120

+1.4

57 4

63.0

77+1

.304

461

.620

462

.924

-47

-47

47

47

- -

+13

+13

- - 1

3 1

3

-35

-35

35

35

- -

+2.8

20-

- - 2

.820 -

+100

+647

12.

217

11.

363

11.

463

12.

864

-10

-10

10

10

- -

-95

-95

95

95

- -

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

48.22.01

Diverse ontvangsten zoals de sommen gestort door

derden in geval van gemengde opdracht of afreke-

ning ten laste van derden (Ontvangsten toegewezen


Recettes diverses comme les sommes versées par les

tiers en cas de marché conjoint ou de décompte à

charge des tiers (Recettes affectées au programme

33-55-2).

Totaux pour le §

8 ......


CHAP

ITRE

44HO

OFDS

TUK

44PO

D MA

ATSC

HAPP

ELIJK

E IN

TEGR

ATIE

,AR

MOED

EBES

TRIJD

ING

EN S

OCIA

LE E

CONO

MIE

SPP

INTE

GRAT

ION

SOCI

ALE,

LUT

TE C

ONTR

E LA

PAU

VRET

EET

ECO

NOMI

E SO

CIAL

E

11.11.01


vorderen onverschuldigde bedragen.

Rémuné

rations suivant les barèmes - sommes indues

à ré

cupé

rer.

34.32.01

Terugbetalingen in het kader van FEAD

Remboursements dans le cadre du FEAD

38.40.03

Betaling door de VZW Sociaal Verwarmingsfonds,

Stookolie, Lamppetroleum en Propaan in bulk van

de kostprijs van de ontwikkeling en onderhoud van

een webbased toepassing voor het goed beheer van

de database betreffende de betaling van de

verwarmingstoelagen.

Paiement par l’A

SBL Fonds social de chauffage,

pétrole de lampe et propane en vrac, du co

ût de

développement et de la maintenance d

’une

application informatique webbased permettant la

bonne gestion de la banque de donnée

s relative au

paiement des allocations de chauffage.

39.10.06

Tussenkomst van het Federaal Europees Sociaal

Fonds - programmatie 2007-2013 (Ontvangsten toege-


Intervention du Fonds social europée

n fédéral -

programmation 2007-2013 (Recettes affect

ées au

programme 44-56-2).

39.10.09

Europese ontvangsten in het kader van het Fonds

voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

–Programmatie 2014-2020 (Ontvangsten toegewezen


Recettes europée

nnes dans le cadre du fonds

europé

en d’aide aux plus d

émunis - Programmation

2014-2020 (Recettes affect

ées au programme

44-56-6).

39.10.10

Interventie vanuit de Europese Commissie ter

ondersteuning van projecten voor maatschappelijke

integratie en sociale cohesie

Intervention de la Commission Europé

enne

soutenant des projets dans le cadre de

l'inté

gration sociale et de la cohés

ion sociale

43.52.01

Diverse terugvorderingen inzake financië

n en

ondehoudskosten voor maatschappelijk welzijn,

wetgeving op het bestaansminimum en recht op

maatschappelijke integratie.

Récupé

rations diverses en matière de finances et

de frais d'entretien pour aide sociale, de

législation sur le minimum de moyens d'existence

et le droit

à l'intégration sociale.

-

Totaal voor

§ 8 ......


120

461

.620

52 3036/001DOC 54

+617

+617

- - 6

17 6

17

-819

-819

819

819

- -

+2.5

44 1

4.91

3+2

71 1

3.22

3 1

3.49

4

- - 1

6 1

6 1

6 1

6

- - 1 1

1 1

-47

-29

214

214

167

185

-2 -2 4 4

2 2

-145

-145

145

145

- -

+145

+145

- - 1

45 1

45

- - - -

- -

- - - -

- -

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

43.52.06

Projecten ESF : terugbetalingen door de OCMW's/

promotoren - sociale economie (Ontvangsten toege-


Projets FSE : remboursements par les CPAS/

promoteurs - économie sociale (Recettes affect

ées

au programme 44-56-2).

47.80.01

Ontvangsten door het Rijksinstituut voor ziekte-

en invaliditeitsverzekering (RIZIV) in het kader

van het project

“Ervaringsdeskundige in de

gezondheidszorg ”

.

Versement par l' Institut national d'assurance

maladie-invalidité (INAMI) dans le cadre du

projet “Experts du v

écu dans le secteur des soins

de santé

”.


CHAP

ITRE

46HO

OFDS

TUK

46PO

D W

ETEN

SCHA

PSBE

LEID

SPP

POLI

TIQU

E SC

IENT

IFIQ

UE

06.00.01

Diverse en toevallige ontvangsten van de

POD Wetenschapsbeleid.

Recettes diverses et accidentelles du

SPP Politique scientifique.

12.11.01

Terugbetaling van de zendingskosten van het

personeel van de POD Wetenschapsbeleid.

Remboursement des frais de mission du personnel

du SPP Politique scientifique.

16.20.01

Terugbetaling van de wedden van het gedetacheerd

personeel van de POD Wetenschapsbeleid.

Remboursement des traitements du personnel détaché

du SPP Politique scientifique.

34.41.31

Diverse ontvangsten - Juridische uitkering - VZW

Recettes diverses - Indemnit

és juridiques - ASBL

39.10.01

Europees fonds. (Ontvangsten toegewezen aan het

Fonds européen.

(Recettes affect


39.10.02

Ontvangsten afkomstig van de Europese Gemeenschap

of van de coordinator voor het Europees

Onderzoeksfonds (Ontvansgten toegewezen aan het

programma 46-60-5).

Recettes provenant des communaut

és europ

éennes ou

du coordinateur pour le Fonds de Receherche

europé

en (Recettes affectées au programme

46-60-5).

44.30.01

Terugvordering van overdrachten van universiteiten

Récupé

ration de transferts d'universit

és

45.23.01

Terugvordering van overdrachten van universiteiten

- officieel onderwijs.

Récupé

ration de transferts d'universit

és -

enseignement officiel.

-


12.

369

533036/001DOC 54

- - 8

00 8

00 8

00 8

00

-49

1.1

31-3

1 1

.180

1.1

49

-1 -1 2

0 2

0 1

9 1

9

-3.0

59-3

.277

13.

803

13.

785

10.

726

10.

526

-890 -50

1.0

57 1

.047

157

1.0

07

-201

-233

834

989

788

601

+231

+231

- - 2

31 2

31

-3.9

20 1

1.92

1-3

.330

15.

714

12.

384

+262

.369

4.1

42.7

25+2

60.6

51 3

.879

.831

4.1

40.4

82

+262

.369

3.8

80.3

56 4

.142

.725

+2.2

07.1

78 5

6.40

0.04

8 5

8.60

7.22

6

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S.TI

TEL

I - L

OPE

ND

E O

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

46.10.01

Transfer van de reserves van de SIST (Ontvangsten


Transfert des ré

serves du SIST (Recettes

affect



CHAP

ITRE

51HO

OFDS

TUK

51RI

JKSS

CHUL

DDE

TTE

PUBL

IQUE

08.10.01

Ontvangsten uit hoofde van de verjaring van

coupons en van rentetermijnen van Belgische schuld

Recettes du chef de prescription de coupons et

d'arré

rages des inscriptions nominatives de la

dette belge.

26.10.01

Interesten van leningen toegekend door de

Schatkist aan financi ë

le instellingen of aan

vreemde Staten in het kader van de financi

ële

crisis.

Intérê

ts de prêt

s octroyés

par le Tr

ésor à des

institutions financi

ères ou

à des Etats

étrangers

dans le cadre de la crise financière.

26.20.01

Interesten op schuldvorderingen aangehouden bij

andere institutionele overheden (Gewesten).

Intérê

ts sur des créances détenues sur d'autres

Pouvoirs institutionnels (Régions).

26.20.03

Intresten van leningen toegekend aan de aan het

ARS onderworpen openbare instellingen - Nationale

Kas voor Rampenschade en Kringloopfonds.

Intérê

ts de prêt

s octroyés

à des organismes

publics soumis au PCG - Caisse nationale des

Calamités et Fonds de l'Economie Sociale et

Durable.

46.40.01

Terugstorting van het niet-gebruikte deel van de

dotatie door het Federaal Agentschap van de

Schuld

Remboursement de la partie non-utilisée de la

dotation par l'Agence fédé

rale de la Dette


Totaux pour la section II ......

Totalen voor titel I

Totaux pour le titre I

-



Totaal voor de sectie II ......

1.1

80

15.

841

3.8

80.3

56

54 3036/001DOC 54

KAPITAALONTVANGSTEN.

----------

RECETTES DE CAPITAL.

553036/001DOC 54

- - 2

00.0

00 - -

200

.000

- -

- 2

00.0

00 2

00.0

00

- -

- 2

00.0

00 2

00.0

00

- -

- 2

00.0

00 2

00.0

00

+82

-20

80

80

162 60

+82

162

-20

80

60

-10

-10

10

10

- -

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

SECT

ION

I - R

ECET

TES

FISC

ALES

.

CHAP

ITRE

18HO

OFDS

TUK

18FO

D FI

NANC

IEN.

SPF

FINA

NCES

.

§ 1 A

DMIN

ISTR

ATIO

N DE

LA

T.V.

A.,

DE L

'ENR

EGIS

TREM

ENT

ET D

ES D

OMAI

NES.

§ 1 A

DMIN

ISTR

ATIE

VAN

DE

B.T.

W.,

REGI

STRA

TIE

EN D

OMEI

NEN.

58.20.01

Fiscale regularisatie 2013.

Régularisation fiscale 2013.

Totaux pour le §

1 ......


Totaux pour la section I ......

SECT

ION

II - R

ECET

TES

NON

FISC

ALES

.

CHAP

ITRE

12HO

OFDS

TUK

12FO

D JU

STIT

IESP

F JU

STIC

E.

87.20.01

Terugbetalingen van leningen verleend aan de

personeelsleden of rechthebbenden.

Remboursements de pr

êts accord

és au personnel ou

ayants droit.


CHAP

ITRE

13HO

OFDS

TUK

13FO

D BI

NNEN

LAND

SE Z

AKEN

.SP

F IN

TERI

EUR.

59.11.06

Subsidies afkomstig van de Europese Commissie en

andere derdengelden ontvangen in het kader van

het Federaal Europees Fonds voor Asiel en

Migratie (AMF) en Interne Veiligheid (ISF) - deel

kapitaaloverdrachten (Ontvangsten toegewezen aan


Subsides per


europé


l’exéc

ution de projets dans le cadre du Fonds

europé

en féd



ieure (ISF)

– partie

transferts en capital (Recettes affect

ées au

programme 13-71-1).

-

SECT

ION

I - F

ISCA

LE O

NTVA

NGST

EN.

Totaal voor

§ 1 ......


Totaal voor de sectie I ......

SECT

ION

II - N

IET-

FISC

ALE

ONTV

ANGS

TEN.


- - -

80

56 3036/001DOC 54

-+3

4 - -

- 3

4

-+8

72 - -

- 8

72

-4.0

12-4

.012

2.0

06 2

.006

-2.0

06-2

.006

-22.

345

-22.

345

7.4

97 7

.497

-14.

848

-14.

848

-1.3

24-1

.124

562

762

-562

-562

-17

-12

42

46

29

30

-27.

708

-17.

387

-26.

597

10.

117

-16.

480

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

63.21.02

Terugbetaling van een deel van de aankoopprijs

gestort door de agglomeraties, de intercommunales

en de gemeenten bij levering van het materieel

voorzien in het algemeen reorganisatieprogramma

van de gemeentelijke brandweerdiensten –

deel

gemeenten

Remboursement d’

une partie du prix d

’achat versé

par les agglomér

ations, les intercommunales et

les communes lors de la livraison du mat

ériel

prévu dans le programme gé

néral de r

éorganisation

des services communaux d’i

ncendie –

partie

communes

63.54.02

Terugbetaling van een deel van de aankoopprijs

gestort door de agglomeraties, de intercommunales

en de gemeenten bij levering van het materieel

voorzien in het algemeen reorganisatieprogramma

van de gemeentelijke brandweerdiensten –

deel

hulpverleningszones

Remboursement d’

une partie du prix d

’achat versé

par les agglomér

ations, les intercommunales et

les communes lors de la livraison du mat

ériel

prévu dans le programme gé

néral de r

éorganisation

des services communaux d’i

ncendie –

partie zones

de secours

84.17.02

Subsidies ontvangen vanuit de Europese Commissie



aan het programma 13-55-2) - Prefinanciering door

de FOD (ontvangsten

Subsides per

çus en provenance de la Communauté

europé




affect

ées au programme 13-55-2)-Prefinacement par

le SPF (recettes

84.17.06

Europese subsidies en andere derdengelden

ontvangen in het kader van het Federaal Europees

Fonds voor Asiel en Migratie (AMF) en Interne

Veiligheid (ISF) (Ontvangsten toegewezen aan het

programma 13-71-01)-Prefinanciering door de FOD

(ontvangsten EU

Subsides per


europé


l’exéc

ution de projets dans le cadre de du Fonds

europé

en féd



ieure (ISF) (Recettes

affect

ées au programme 13-71-1)-Prefinancement

par le SPF (recettes EU dé

penses)

84.17.07

Ontvangen andere subsidies vanuit de Europese

Commissie of door derden ontvangen financiering

voor de rechtstreekse financiering van projecten

in de Europese lidstaten. (Ontvangsten toegewezen

aan het programma 13-71-19)-Prefinanciering door

FOD Binnenlandse Zaken (ontvangsten EU uitgaven)

Autres subsides perçus en provenance de la

Commission europ

éenne ou autres recettes de tiers

pour le financement direct des projets dans les

Etats membres (Recettes affect

ées au programme

13-71-19)-Pr

éfinancement par le SPF Intérieur

(recettes EU uitgaven)

87.20.01




êts accord

és au personnel ou

ayants droit.


CHAP

ITRE

14HO

OFDS

TUK

14FO

D BU

ITEN

LAND

SE Z

AKEN

, BUI

TENL

ANDS

E HA

NDEL

EN

ONTW

IKKE

LING

SSAM

ENW

ERKI

NGSP

F AF

FAIR

ES E

TRAN

GERE

S, C

OMME

RCE

EXTE

RIEU

R ET

COOP

ERAT

ION

AU D

EVEL

OPPE

MENT

-


10.

321

573036/001DOC 54

-10.

476

-10.

476

26.

954

26.

954

16.

478

16.

478

- - 1

0 1

0 1

0 1

0

- - 1

0 1

0 1

0 1

0

- - 1

51 1

51 1

51 1

51

-10.

476

16.

649

-10.

476

27.

125

16.

649

- - 1 1

1 1

- 1

- 1

1

-10.

476

16.

650

-10.

476

27.

126

16.

650

- - 1

.800

1.8

00 1

.800

1.8

00

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

§ 1 A

FFAI

RES

ETRA

NGER

ES E

T CO

MMER

CE E

XTER

IEUR

§ 1 B

UITE

NLAN

DSE

ZAKE

N EN

BUI

TENL

ANDS

E HA

NDEL

76.32.01

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

gelegen in het buitenland (Ontvangsten toegewezen


Produit de la vente de biens immeubles sis à

l'étranger (Recettes affectées au programme

14-42-1).

77.10.01

Verkoop van rollend materieel in de diplomatieke

posten.

Vente de mat

ériel roulant dans les postes

diplomatiques.

87.20.01




êts accord

és au personnel ou

ayants droit.

88.17.01

Prefinanciering door de Europese Unie in het

kader van het project Galileo (Ontvangsten

toegewezen aan het programma 14-42-1) (Vervangt

artikel 39.10.01).

Préfinancement par l'Union Europ

éenne dans le

cadre du projet Galileo (Recettes affect

ées au

programme 14-42-1) (remplace l'article 39.10.01).

Totaux pour le §

1 ......

§ 2 C

OOPE

RATI

ON IN

TERN

ATIO

NALE

§ 2 IN

TERN

ATIO

NALE

SAM

ENW

ERKI

NG.

88.24.01

Vereffeningen van deelnemingen in het buitenland.

Liquidations de participations à l'é

tranger.

Totaux pour le §

2 ......


CHAP

ITRE

16HO

OFDS

TUK

16MI

NIST

ERIE

VAN

LAN

DSVE

RDED

IGIN

GMI

NIST

ERE

DE L

A DE

FENS

E NA

TION

ALE

76.11.04

Verkoop van onroerende goederen in het binnenland

binnen de overheidssector. (Ontvangsten

toegewezen aan de programma's 16-50-0, 1, 2, 3, 4

en 5).

Ventes de biens immobiliers dans le pays à

l'inté

rieur du secteur des administrations

publiques (Recettes affect

ées aux programmes

16-50-0, 1, 2, 3, 4 et 5).

-

Totaal voor

§ 1 ......

Totaal voor

§ 2 ......


27.

125 1

27.

126

58 3036/001DOC 54

- - 8

.600

8.6

00 8

.600

8.6

00

- - 7

.100

7.1

00 7

.100

7.1

00

- - 1

00 1

00 1

00 1

00

- - 1

.600

1.6

00 1

.600

1.6

00

- - 3

00 3

00 3

00 3

00

- - 2

.600

2.6

00 2

.600

2.6

00

- 2

2.10

0-

22.

100

22.

100

- - 1

30 1

30 1

30 1

30

+392

+392

310

310

702

702

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

76.12.04

Verkoop van onroerende goederen in het binnenland

aan andere sectoren dan de overheidssector.


16-50-0, 1, 2, 3, 4 en 5).

Vente de biens immobiliers dans le pays

àl'inté

rieur d'autres secteurs que le secteur des

administrations publiques (Recettes affect

ées aux

programmes 16-50-0, 1, 2, 3, 4 et 5).

76.31.04

Verkoop van bestaande gebouwen in het binnenland

binnen de overheidssector (Ontvangsten toegewezen

aan de programma's 16-50-0, 1, 2, 3, 4 en 5).

Ventes de bâtiments existants dans le pays à

l'inté

rieur du secteur des administrations

publiques (Recettes affect

ées aux programmes

16-50-0, 1, 2, 3, 4 et 5).

76.32.04

Verkoop van bestaande gebouwen in het binnenland

aan andere sectoren dan de overheidssector.


16-50-0, 1, 2, 3, 4 en 5).

Ventes de bâtiments existants dans le pays à

d'autres secteur que le secteur des

administrations publiques (Recettes affect

ées aux

programmes 16-50-0, 1, 2, 3, 4 et 5).

77.10.04

Investeringen en desinvesteringen : verkoop

transportmaterieel (Ontvangsten toegewezen aan


Investissements et desinvestissements : vente

matériel de transport (Recettes affect

ées au

programme 16-50-2).

77.20.04

Investeringen en desinvesteringen : verkoop van

overig materieel (Ontvangsten toegewezen aan de

programma's 16-50-0, 1, 2, 3, 4 en 5).

Investissements et d

ésinvestissements : ventes

d'autre matériel (Recettes affectées aux

programmes 16-50-0, 1, 2, 3, 4 et 5).

77.70.04

Investeringen en desinvesteringen : verkoop van

overig materieel (Ontvangsten toegewezen aan de

programma's 16-50-0, 1, 2, 3, 4 en 5).

Investissements et d

ésinvestissements : ventes

d'autre matériel (Recettes affectées aux

programmes 16-50-0, 1, 2, 3, 4 et 5).


CHAP

ITRE

18HO

OFDS

TUK

18FO

D FI

NANC

IEN

SPF

FINA

NCES

.

§ 1 A

DMIN

ISTR

ATIO

N GE

NERA

LE D

E LA

TRE

SORE

RIE

§ 1 A

LGEM

ENE

ADMI

NIST

RATI

E VA

N DE

THE

SAUR

IE

53.20.01

Terugbetaling van het saldo van het door de staat

ter beschikking gestelde bedrag in het kader van

de faling van een kredietinstelling,

beleggingsonderneming

Remboursement du solde du montant mis

àdisposition par l'Etat dans le cadre d'une

défaillance d'un établissement de cr

édit, d'une

entreprise d'investissement ou d'une entreprise

d'assurance

64.20.01

Terugbetalingen door de scholen van de vrij

onderwijs van de bedragen die werden gestort aan

de banken in uitvoering van een waarborg.

Remboursements par les écoles de l

’enseignement

libre des montants qui ont été versé

s aux banques

au titre d

’exécution de garantie.

-


22.

100

593036/001DOC 54

- - 1

.096

1.0

96 1

.096

1.0

96

-+2

.421

16.

406

21.

328

21.

328

18.

827

+392

23.

256

+2.8

13 1

7.94

2 2

0.75

5

+7.2

98+7

.298

25.

000

25.

000

32.

298

32.

298

- - 1

6.77

8 3

4.62

7 3

4.62

7 1

6.77

8

+7.2

98 6

6.92

5+7

.298

41.

778

49.

076

- - 2

.500

2.5

00 2

.500

2.5

00

-6.0

00-6

.000

9.0

00 9

.000

3.0

00 3

.000

- - 1

.500

1.5

00 1

.500

1.5

00

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

86.10.01

Delging begrepen in de annuï

teiten welke door de

Afdeling Het Militair Tehuis van de Centrale

Dienst voor Sociale en Culturele Actie

(C.D.S.C.A.) aan de Staat dienen te worden

betaald uit hoofde van de voorschotten of

leningen welke haar werden toegestaan.

Amortissement compris dans les annuités

à payer

à l'Etat par la Division Le Logis militaire de

l'Office central d'action sociale et culturelle

(O.C.A.S.C.) du chef des avances ou pr

êts qui lui

ont ét

é consentis.

88.15.01

Terugbetalingen van leningen toegestaan aan

vreemde Staten.

Remboursements des prêts accordés

à des Etats

étrangers.

Totaux pour le §

1 ......

§ 2 A

DMIN

ISTR

ATIO

N GE

NERA

LE D

E LA

PER

CEPT

ION

ET D

URE

COUV

REME

NT§ 2

ALG

EMEN

E AD

MINI

STRA

TIE

VAN

DE IN

NING

EN

DEIN

VORD

ERIN

G

58.20.01

Verbeurdverklaringen en gesekwestreerde goederen

- bedragen

Confiscations et biens sous séquestre

– sommes

58.20.03

Terugvordering van alimentatiegelden.

Récupé

rations de pensions alimentaires.

Totaux pour le §

2 ......

§ 3 A

DMIN

ISTR

ATIO

N GE

NERA

LE D

E LA

DOC

UMEN

TATI

ONPA

TRIM

ONIA

LE§ 3

ALG

EMEN

E AD

MINI

STRA

TIE

VAN

DEPA

TRIM

ONIU

M-DO

CUME

NTAT

IE

08.10.02

Opbrengst van de erfloze nalatenschappen, van

degiften en legaten en opbrengst van de verkoop

van vondsten en van heerloze goederen.

Produit des successions en d

éshérence, des dons

et legs et produit de la vente des é

paves et des

biens sans maître.

58.20.05

Verbeurdverklaringen en gesekwestreerde goederen

- roerende en onroerende goederen

Confiscations et biens sous séquestre - biens

meubles et immeubles

76.32.01

Verkoopprijzen van onroerende goederen.

Produit de la vente d'immeubles.

-

Totaal voor

§ 1 ......

Totaal voor

§ 2 ......

22.

864

59.

627

60 3036/001DOC 54

- - 1

.000

1.0

00 1

.000

1.0

00

-6.0

00 8

.000

-6.0

00 1

4.00

0 8

.000

- - 5

0 5

0 5

0 5

0

- 5

0-

50

50

+1.6

90 9

8.23

1+4

.111

73.

770

77.

881

- - 2 2

2 2

- 2

- 2

2

- - 1

50 1

50 1

50 1

50

+261

+261

5.4

33 5

.433

5.6

94 5

.694

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

77.20.01

Verkoopprijzen van buiten gebruik gestelde

roerende voorwerpen afkomstig van de federale

overheidsdiensten of overheidsinstellingen.

Prix de la vente d'objets mobiliers hors d'usage

provenant des divers services publics fédéraux ou

organismes d'Etat.

Totaux pour le §

3 ......

§ 5 S

ERVI

CE D

'ENC

ADRE

MENT

PER

SONN

EL E

T OR

GANI

SATI

ON§ 5

STA

FDIE

NST

PERS

ONEE

L EN

ORG

ANIS

ATIE

87.20.01




êts accord

és au personnel ou

ayants droit.

Totaux pour le §

5 ......


CHAP

ITRE

23HO

OFDS

TUK

23FO

D TE

WER

KSTE

LLIN

G, A

RBEI

D EN

SOC

IAAL

OVE

RLEG

SPF

EMPL

OI, T

RAVA

IL E

T CO

NCER

TATI

ON S

OCIA

LE

87.20.01


personeelsleden of rechthebbenden

Remboursementde pr

êts accord

és au personnel ou

ayants droit


CHAP

ITRE

32HO

OFDS

TUK

32FO

D EC

ONOM

IE, K

.M.O

., MID

DENS

TAND

EN

ENER

GIE

SPF

ECON

OMIE

, P.M

.E., C

LASS

ES M

OYEN

NES

ET E

NERG

IE

53.20.01

Invordering van de door het Landbouwinvesterings-

fonds uitgevoerde waarborgen.

Recouvrement des garanties exécutées par le Fonds

d'Investissement agricole.

57.20.01

Terugstortingen op terugvorderbare voorschotten

voor de vervaardiging van prototypes en voor na-

vorsingen inzake gevorderd technologisch

onderzoek.

Remboursements sur avances r

écup

érables pour la

fabrication de prototypes et pour les recherches

de technologie avanc

ée.

-

Totaal voor

§ 3 ......

Totaal voor

§ 5 ......



14.

000

50

96.

541 2

613036/001DOC 54

+14.

813

+14.

813

3.0

00 3

.000

17.

813

17.

813

-12.

467

-12.

467

44.

000

44.

000

31.

533

31.

533

+2.6

07 5

5.19

0+2

.607

52.

583

55.

190

-53 -

- --5

3 -

-53

-53

- -

-

-100

- - -

-100 -

-100

-100

- -

-

-153

-153

- -

-

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

66.42.01

Storting aan de Schatkist van een gedeelte van de

reserves van het Belgisch Instituut voor

Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT).

Versement au Tré

sor d'une part des r

éserves de

l'Institut belge des services postaux et des

télécommunications (IBPT).

77.30.01

Ontvangsten afkomstig uit de verkoop van de UMTS-

licenties.

Recettes provenant de la vente des licences UMTS.


CHAP

ITRE

33HO

OFDS

TUK

33FO

D MO

BILI

TEIT

EN

VERV

OER

SPF

MOBI

LITE

ET

TRAN

SPOR

TS

§ 2 D

IREC

TION

GEN

ERAL

E TR

ANSP

ORT

TERR

ESTR

E§ 2

DIR

ECTO

RAAT

-GEN

ERAA

L VE

RVOE

R TE

LAN

D

84.17.01

Europese subsidies in het kader van het project

'Connecting Europe Facility (CEF) - Transport

sector' (prefinanciering)

Subventions européennes dans le cadre du projet

'Connecting Europe Facility (CEF) - Transport

sector' (préfinancement)

Totaux pour le §

2 ......

§ 4 D

IREC

TION

GEN

ERAL

E TR

ANSP

ORT

MARI

TIME

§ 4 D

IREC

TORA

AT-G

ENER

AAL

MARI

TIEM

VER

VOER

84.17.02

Europese subsidies in het kader van het project

'Common Information Sharing Environment (CISE)'

(prefinanciering)

Subventions européennes dans le cadre du projet

'Common Information Sharing Environment (CISE)'

(préfinancement)

Totaux pour le §

4 ......


CHAP

ITRE

44HO

OFDS

TUK

44PO

D SO

CIAL

E IN

TEGR

ATIE

, STR

IJD T

EGEN

DE

ARMO

EDE

EN S

OCIA

LE E

CONO

MIE

SPP

INTE

GRAT

ION

SOCI

ALE,

LUT

TE C

ONTR

E LA

PAU

VRET

EET

ECO

NOMI

E SO

CIAL

E

-


Totaal voor

§ 2 ......

Totaal voor

§ 4 ......


52.

583 - - -

62 3036/001DOC 54

-2.8

20-

- --2

.820 -

+547

- -

854

1.4

01 -

-2.2

73-1

.419

- -

-

- - 5

.433

5.4

33 5

.433

5.4

33

- - 4

43 4

43 4

43 4

43

- 5

.876

- 5

.876

5.8

76

+46.

944

+46.

944

486

.628

486

.628

533

.572

533

.572

+2 +2 - -

2 2

+3.5

05+3

.505

361

.546

361

.546

365

.051

365

.051

-27

-27

976

976

949

949

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

84.17.02

Kredietverlening aan het buitenland - FSE

Programmatie 2007-2013 (programma 44-56-2)

Octroi de cr

édits

à l'étranger - FSE

Programmation 2007-2013 (Programme 44-56-2)

88.17.01

Kredietaflossingen door het buitenland - FEAD -

Programmatie 2014-2020 (programma 44-56-6)

Remboursements de cr

édits par l'

étranger - FEAD -

Programmation 2014-2020 (programme 44-56-6)


CHAP

ITRE

46HO

OFDS

TUK

46PO

D W

ETEN

SCHA

PSBE

LEID

SPP

POLI

TIQU

E SC

IENT

IFIQ

UE

57.20.01

Terugebtalingen van de dekking van de uitgaven

voor fundamenteel onderzoek in luchtvaart


46-60-1).

Remboursements de la couverture des dépenses de

recherche fondamentale en aéronautique (Recettes

affect


86.10.02

Terugbetaling van een overbruggingskrediet ter

beschikking van het Von Karman instituut

Remboursement d’

un crédit-pont mis à

disposition

de l’I

nstitut Von Karman


CHAP

ITRE

51HO

OFDS

TUK

51RI

JKSS

CHUL

DDE

TTE

PUBL

IQUE

86.70.01

Wisselwinsten op de financië

le dienst van de

Schuld in vreemde munt.

Gains de change sur le service financier de la

Dette en monnaies

étrangèr

es.

86.70.02

Kapitaalwinsten andere dan wisselwinsten (op de

aankoop, terugkoop en herverkoop van effecten, op

vervroegde terugbetalingen van ontleningen of

leningen en op afgeleide produkten).

Gains en capital autres que gains de change (sur

achats, rachats et reventes de titres, sur rem-

boursements anticipés d'emprunts ou de prêts et

sur produits dér

ivés).

86.70.04

Ontvangsten met betrekking tot afgeleide

producten.

Recettes aff

érentes

à des produits d

érivés.

88.12.01

Terugbetaling van leningen toegekend door de

Schatkist aan andere lidstaten van de Europese

Unie - leningen Kaupthing, leningen aan

Griekenland.

Remboursement de prêts octroyés par le Trésor

àd'autres pays membres de l'Union europ

éenne -

prêt Kaupthing, pr

êts à la Grèce.

-



854

5.8

76

633036/001DOC 54

- - 2

5.00

0 2

5.00

0 2

5.00

0 2

5.00

0

- - 1

.947

1.9

47 1

.947

1.9

47

- - 6

2.13

3 6

2.13

3 6

2.13

3 6

2.13

3

+160

.000

+160

.000

9.0

00 9

.000

169

.000

169

.000

+210

.424

1.1

57.6

54+2

10.4

24 9

47.2

30 1

.157

.654

+174

.193

1.3

36.9

06+1

80.0

49 1

.138

.884

1.3

18.9

33

+174

.193

1.1

62.7

13 1

.336

.906

+180

.049

1.3

38.8

84 1

.518

.933

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L.TI

TEL

II -

KA

PITA

ALO

NTV

AN

GST

EN.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

89.13.01

Terugbetaling van leningen toegekend aan de

Remboursement de prêts octroyés

à la Caisse

89.17.02

Terugbetaling van leningen toegekend aan andere

openbare entiteiten - Kringloopfonds.

Remboursement de prêts octroyés

à d'autres

entité

s publiques

– Fonds de l

’économie sociale

et durable.

89.20.01

Terugbetaling van de renteloze leningen toegekend

door de federale Staat aan het RSZ-globaal beheer

in 2010 en 2011.

Remboursement des pr

êts sans int

érêt

s octroyés

par l'Etat f

édér

al à l'ONSS-gestion globale en

2010 et 2011.

89.50.01

Terugbetaling van schuldvorderingen op

andere institutionele overheden (Gewesten)

Remboursement de créances détenues sur

d'autres Pouvoirs institutionnels (R

égions)


Totaux pour la section II ......

Totalen voor titel II

Totaux pour le titre II

-


Totaal voor de sectie II ......

947

.230

1.1

62.7

13

64 3036/001DOC 54

OPBRENGST VAN LENINGEN EN AANVERWANTEVERRICHTINGEN ZONDER INVLOED OP HET NETTO

TE FINANCIEREN SALDO

----------

PRODUITS D'EMPRUNTS ET OPERATIONS ASSIMILEESSANS INFLUENCE SUR LE SOLDE NET A FINANCER

653036/001DOC 54

- - 5

.829

.500

5.8

29.5

00 5

.829

.500

5.8

29.5

00

+1.0

00.0

00+1

.000

.000

33.

250.

000

33.

250.

000

34.

250.

000

34.

250.

000

+1.0

00.0

00 4

0.07

9.50

0+1

.000

.000

39.

079.

500

40.

079.

500

+1.0

00.0

00 3

9.07

9.50

0 4

0.07

9.50

0+1

.000

.000

39.

079.

500

40.

079.

500

TITR

E II

I - P

RO

DU

ITS

D'E

MPR

UN

TS E

T O

PER

ATI

ON

S A

SSIM

ILEE

SSA

NS

INFL

UEN

CE

SUR

LE

SOLD

E N

ET A

FIN

AN

CER

TITE

L II

I - O

PBR

ENG

ST V

AN

LEN

ING

EN E

N A

AN

VER

WA

NTE

VER

RIC

HTI

NG

EN Z

ON

DER

INV

LOED

OP

HET

NET

TOTE

FIN

AN

CIE

REN

SA

LDO

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Lit-

tera

-

A T

AA

NW

IJZI

NG

DER

BES

TURE

NEN

DER

OPB

REN

GST

END

ESIG

NA

TIO

N D

ES A

DM

INIS

TRA

TIO

NS

ET D

ES P

ROD

UIT

SA

rticl

es

Arti

kele

n

-

Aan

geno

men

ra

min

gen

Aan

pass

inge

nA

ange

paste

ra

min

gen

Eval

uatio

nsad

opté

esAj

uste

men

tsEv

alua

tions

aj

usté

es

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(4)

CHAP

ITRE

51HO

OFDS

TUK

51RI

JKSS

CHUL

DDE

TTE

PUBL

IQUE

86.70.03

Terugbetaling van effecten

Remboursement de titres dé

tenus

96.10.01

Opbrengst van de leningen in euro

Produits des emprunts en euros


Totalen voor titel III

Totaux pour le titre III

-


39.

079.

500

66 3036/001DOC 54

Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van

VAN KONINGSWEGE :

Vu pour être annexé à Notre Arrêté du

PAR LE ROI :

De Minister van Financiën, Le Ministre des Finances,

J. VAN OVERTVELDT

De Minister van Begroting, La Ministre du Budget,

S. WILMÈS

25 april 2018 25 avril 2018

673036/001DOC 54

TWEEDE DEEL

TABEL VAN DE AFGESTANE ONTVANGSTEN

(Kasontvangsten)

DEUXIEME PARTIE

TABLEAU DES RECETTES RISTOURNEES

(Recettes de caisse)

68 3036/001DOC 54

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

SECT

IE I

- FIS

CALE

ONT

VAN

GST

EN

HO

OFD

STU

K 1

8

FOD

FIN

ANC

IEN

.

§ 1.

AD

MIN

ISTR

ATIE

DER

DIR

ECTE

BEL

ASTI

NG

EN.

36.6

0.01

——

—

(1) G

ewes

telij

ke b

elas

ting

vanf

1 ja

nuar

i 200

2 1

38 6

60

- 5

333

133

327

(1

) Im

pôt r

égio

nal à

par

tir d

u 1e

r jan

vier

200

2

Bela

stin

g op

de

inve

rkee

rste

llin

g (1

).36

.60.

02—

——

Taxe

de

mise

en

circ

ulat

ion

(1).

(1) G

ewes

telij

ke b

elas

ting

vanf

1 ja

nuar

i 200

2 5

3 61

0 -

2 58

5 5

1 02

5 (1

) Im

pôt r

égio

nal à

par

tir d

u 1e

r jan

vier

200

2

36.9

0.01

——

—

(1) N

iet i

nber

gen

de o

ntva

ngst

en v

orra

fgen

omen

als

ris

torn

o's

aan

de d

e G

ewes

ten

(Gew

este

lijke

bel

astin

g va

naf

1989

) 7

3 27

5 -

4 53

7 6

8 73

8 (1

) Non

com

pris

les

rece

ttes

prél

evée

s au

titre

de

risto

urne

s au

x R

égio

ns (i

mpô

t rég

iona

l à p

artir

de

1989

).

36.9

0.02

——

—

(1) N

iet i

nber

gen

de o

ntva

ngst

en v

orra

fgen

omen

als

ris

torn

o's

aan

de d

e G

ewes

ten

(Gew

este

lijke

bel

astin

g va

naf

1989

) 4

0 14

2 -

1 03

2 3

9 11

0 (1

) Non

com

pris

les

rece

ttes

prél

evée

s au

titre

de

risto

urne

s au

x R

égio

ns (i

mpô

t rég

iona

l à p

artir

de

1989

).

Opbr

engs

t va

n he

t Eu

rovi

gnet

(1)

.36

.90.

03—

——

Prod

uit

de l

'Eur

ovig

nett

e (1

).(1

) Gew

este

lijke

bel

astin

g va

nf 1

janu

ari 2

002

— 5

110

5

110

(1

) Im

pôt r

égio

nal à

par

tir d

u 1e

r jan

vier

200

2

Niet

-ver

deel

de b

elas

ting

geï

nd a

ls v

oorh

effi

ng :

37.0

0.02

Impô

t no

n ve

ntil

é pe

rçu

sous

for

me d

e pr

écom

pte

:1.

Onr

oere

nde

voor

heff

ing

(1).

01—

——

1. P

réco

mpte

imm

obil

ier

(1)

.2.

Roe

rend

e vo

orhe

ffin

g (2

-4).

021

583

270

- 73

7 29

3 8

45 9

77

2. P

réco

mpte

mob

ilie

r (2

-4).

(1) N

iet i

nbeg

repe

n de

ont

vang

sten

vor

rafg

enom

en a

ls

risto

rno'

s aa

n de

de

Gew

este

n (G

ewes

telij

ke b

elas

ting

vana

f 19

89)

58

757

- 21

728

3

7 02

9 (1

) Non

com

pris

les

rece

ttes

prél

evée

s au

titre

de

risto

urne

s au

x R

égio

ns (i

mpô

t rég

iona

l à p

artir

de

1989

).

(2) N

iet i

nbre

gen

de o

pbre

ngst

en v

an d

e U

MTS

lic

entie

s—

——

(2) N

on c

ompr

is le

pro

duits

des

lice

nces

UM

TS(3

) Nie

t inb

egre

pen

de a

ffect

atie

van

roer

ende

voo

rhef

fing

aan

de s

ocia

le z

eker

heid

(fon

ds 6

6.92

.B)

3 65

4 10

6 -

205

221

3 44

8 88

5 (3

) Non

com

pris

l'af

fect

atio

n du

pré

com

pte

mob

ilier

à la

sé

curit

é so

cial

e (fo

nds

66.9

2.B

)(4

) Affe

ctat

ie e

ffect

iser

ing

——

—(4

) Affe

ctat

ion

titris

atio

n

37.0

0.03

293

264

6

427

2

99 6

91

(1)A

an d

e S

ocia

le Z

eker

heid

gea

ffect

eerd

e on

tvan

gste

n (te

rugv

erdi

enef

fect

) nie

t inb

egre

pen

——

—(1

) Non

com

pris

les

rece

ttes

affe

ctée

s à

la S

écur

ité s

ocia

le

(effe

t de

reto

ur)

(2) A

ffect

atie

effe

ctis

erin

g—

——

(2)A

ffect

atio

n tit

risat

ion

37.0

0.04

20

040

684

2

0 72

4

TAB

EL V

AN D

E AF

GES

TAN

E O

NTV

ANG

STEN

(KAS

ON

TVAN

GST

EN)

TAB

LEAU

DES

REC

ETTE

S R

ISTO

UR

NEE

S(R

ECET

TES

DE

CAI

SSE)

DES

IGN

ATIO

N D

ES A

DM

INIS

TRAT

ION

SET

DES

PR

OD

UIT

S

Taxe

de

circ

ulat

ion

sur

les

véhi

cule

s au

to-

mobi

les

(1).

§ 1.

AD

MIN

ISTR

ATIO

N D

ES C

ON

TRIB

UTI

ON

S D

IREC

TES.

Autr

es p

rodu

its

dive

rs e

t re

cett

es a

ccid

ente

lles

:

Ande

re d

iver

se o

pbre

ngst

en e

n to

eval

lige

ont

vang

-

Ajus

tem

ent

Verk

eers

bela

stin

g op

de

auto

voer

tuig

en (

1).

Taxe

sur

les

jeu

x et

par

is (

pour

mém

oire

) (1

).Be

last

ing

op d

e sp

elen

en

de w

edde

nsch

appe

n (p

rome

mori

e) (

1).

Taxe

sur

les

app

arei

ls a

utom

atiq

ues

de d

iver

tiss

e-me

nt (

pour

mém

oire

) (1

).Be

last

ing

op d

e au

toma

tisc

he o

ntsp

anni

ngst

oe-

stel

len

(pro

mem

orie

) (1

).

Impô

t gl

obal

non

ven

tilé

per

çu p

ar r

ôles

à c

harg

ede

s no

n-ré

side

nts

(per

sonn

es p

hysi

ques

et

soci

étés

) (1

-2)

Niet

-ver

deel

de g

loba

le b

elas

ting

geï

nd d

oor

midd

elva

n ko

hier

en t

en l

aste

van

de

niet

-ver

blij

fhou

ders

(nat

uurl

ijke

per

sone

n en

ven

noot

scha

ppen

) (1

)

TITE

L I -

LO

PEN

DE

ON

TVA

NG

STEN

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S

SECT

ION

I - R

ECET

TES

FISC

ALES

CH

APIT

RE

18

SPF

FIN

ANC

ES.

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

Arti

kele

n-

Artic

les

Lit-

tera

AAN

WIJ

ZIN

G D

ER B

ESTU

REN

EN D

ER O

PBR

ENG

STEN

T - A

Voo

rges

teld

era

min

g

Eval

uatio

npr

opos

ée

Aan

pass

ing

Aan

gepa

stera

min

g

Estim

atio

naj

usté

e

(8)

693036/001DOC 54

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

DES

IGN

ATIO

N D

ES A

DM

INIS

TRAT

ION

SET

DES

PR

OD

UIT

SAj

uste

men

t

TITE

L I -

LO

PEN

DE

ON

TVA

NG

STEN

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S(in

dui

zend

talle

n eu

ro -

en m

illie

rs d

'euro

s)

Arti

kele

n-

Artic

les

Lit-

tera

AAN

WIJ

ZIN

G D

ER B

ESTU

REN

EN D

ER O

PBR

ENG

STEN

T - A

Voo

rges

teld

era

min

g

Eval

uatio

npr

opos

ée

Aan

pass

ing

Aan

gepa

stera

min

g

Estim

atio

naj

usté

e

(8)

(1) S

ocia

le M

arib

elfo

ndse

n 1

05 1

83

— 1

05 1

83

(1) F

onds

Mar

ibel

soc

ial

(2) B

ijzon

dere

bijd

rage

voo

r de

soci

ale

zeke

rhei

d 2

28 6

95

- 3

069

225

626

(2

) Cot

isat

ion

spéc

iale

pou

r la

sécu

rité

soci

ale

37.1

0.03

6 38

6 78

7 2

08 8

01

6 59

5 58

8

(1)n

iet i

nbeg

repe

n de

affe

ctat

ie a

an h

et C

.R.E

.G. (

Fond

s 66

.82.

B)

109

303

-

2 81

6 1

06 4

87

(1) N

on c

ompr

is l'

affe

ctat

ion

à la

C.R

.E.G

. (Fo

nds

66,8

2,B

)(2

)aan

de

Soc

iale

Zek

erhe

id g

eaffe

ctee

rde

ontv

angs

ten

(teru

gver

dien

effe

ct) n

iet i

nbeg

repe

n—

——

(2) N

on c

ompr

is le

s re

cette

s af

fect

ées

à la

Séc

urité

soc

iale

(e

ffet d

e re

tour

)(3

)Affe

ctat

ie e

ffect

iser

ing

——

—(3

) Affe

ctat

ion

titris

atio

n

Bela

stin

g op

het

glo

baal

ink

omen

geï

nd d

oor

midd

elva

n ko

hier

en t

en l

aste

van

de

natu

urli

jke

pers

onen

(1)

:

37.2

0.03

Impô

t su

r le

rev

enu

glob

al p

erçu

par

rôl

es à

char

ge d

es p

erso

nnes

phy

siqu

es (

1-3)

:

- Pe

rson

enbe

last

ing

(1).

01- 5

061

888

3

24 6

66

- 4 7

37 2

22

1. I

mpôt

des

per

sonn

es p

hysi

ques

(1)

.-

Recu

pera

tie

teru

gsto

rtin

gen

remg

eld.

02—

——

2. R

écup

érat

ion

rest

itut

ions

tic

ket

modé

rate

ur.

(1) N

iet i

nbeg

repe

n de

affe

ctat

ie a

an d

e S

ocia

le Z

eker

heid

va

n de

bel

astin

g vo

ortv

loei

end

uit d

e ta

xatie

van

de

stoc

k op

tions

——

—(1

) Non

com

pris

les

rece

ttes

affe

ctée

s à

la S

écur

ité s

ocia

le

déco

ulan

t de

la ta

xatio

n de

s st

ocks

opt

ions

.(2

) Aan

de

Soc

iale

Zek

erhe

id g

eaffe

ctee

rde

ontv

angs

ten

(teru

gver

dien

effe

ct) n

iet i

nbeg

repe

n—

——

(2) N

on c

ompr

is le

s re

cette

s af

fect

ées

à la

Séc

urité

soc

iale

(e

ffet d

e re

tour

)(3

) Afre

keni

ngen

gew

este

lijke

per

sone

nbel

astin

g 4

7 53

6 -

31 3

55

16

181

(3) D

écom

ptes

impô

t per

sonn

es p

hysi

ques

régi

onal

(4) F

isca

le re

gula

risat

ies

gew

este

lijke

PB

121

2

9 1

50

(4) R

égul

aris

atio

ns fi

scal

es IP

P ré

gion

al

Pers

onen

bela

stin

g ge

ïnd

als

bedr

ijfs

voor

hef-

fing

(1)

:37

.20.

04Im

pôt

des

pers

onne

s ph

ysiq

ues

perç

u so

us f

orme

de

préc

ompt

e pr

ofes

sion

nel

(1-6

) :

- Be

drij

fsvo

orhe

ffin

g.01

20 9

97 0

18

242

538

21

239

556

1.

Pré

comp

te p

rofe

ssio

nnel

.-

Recu

pera

tie

voor

scho

tten

V.K

./IC

PC.

02—

——

2. R

écup

érat

ion

avan

ces

F.P.

/ICP

C.(1

) Nie

t inb

egre

pen

de to

egew

ezen

ged

eelte

n aa

n de

G

ewes

ten

en d

e G

emee

nsch

appe

n va

nf 1

989

23 2

62 1

10

74

833

23 3

36 9

43

(1) N

on c

ompr

is le

s pa

rts a

ttrib

uées

aux

Rég

ions

et

Com

mun

auté

s à

parti

r de

1989

(2) T

oew

ijzin

g aa

n de

Gem

eens

chap

pelij

ke

Gem

eens

chap

scom

mis

sie

125

616

8

17

126

433

(2

) Affe

ctat

ion

à la

Com

mis

sion

Com

mun

auta

ire c

omm

une

(3)F

onds

MM

A—

——

(3) F

onds

ME

VA

(4)S

took

olie

fond

s (F

onds

66.

71.B

)—

——

(4) F

onds

maz

out (

Fond

s 66

.71.

B)

(5)A

ffect

atie

effe

ctis

erin

g—

——

(5) A

ffect

atio

n tit

risat

ion

(6)A

an d

e S

ocia

le Z

eker

heid

gea

ffect

eerd

e on

tvan

gste

n ni

et

inbe

grep

en—

——

(6) N

on c

ompr

is le

s re

cette

s ris

tour

nées

à la

Séc

urité

soc

iale

37.2

0.06

17

622

— 1

7 62

2

(1) G

edee

lte g

eaffe

ctee

rd a

an d

e so

cial

e ze

kerh

eid

——

—(1

) Par

tie a

ffect

ée à

la S

écur

ité s

ocia

le

38.5

0.01

14

952

2 8

00

17

752

(1) N

iet i

nbeg

repe

n de

boe

ten

inza

ke d

e ge

regi

olis

eerd

e ge

wes

tbel

astin

gen

923

-

28

895

(1

) Non

com

pris

les

amen

des

régi

onal

isée

s en

mat

ière

d'

impô

ts ré

gion

aux

Bela

stin

g op

het

glo

baal

ink

omen

geï

nd d

oor

midd

elva

n ko

hier

en t

en l

aste

van

ven

noot

scha

ppen

(1)

excé

dent

s de

cai

sse;

for

ceme

nt e

n re

cett

es;

impô

ts r

ecou

vrés

apr

ès a

voir

été

adm

is e

n dé

char

-

st

en :

kas

exce

dent

en;

bezw

arin

gen

in o

ntva

ngst

;be

last

inge

n ge

ïnd

nada

t ze

in

ontl

asti

ngen

wer

den

Impô

t su

r le

rev

enu

glob

al p

erçu

par

rôl

es à

char

ge d

es s

ocié

tés

Impô

t su

r la

par

tici

pati

on d

es t

rava

ille

urs

(1).

Bela

stin

g op

de

werk

neme

rspa

rtic

ipat

ie (

1).

Amen

des

en m

atiè

re d

'imp

ôts

dire

cts

et d

e ta

xes

yas

simi

lées

(1-

2)Bo

eten

inz

ake

dire

cte

bela

stin

gen

en e

rmed

ege

lijk

gest

elde

bel

asti

ngen

(1)

70 3036/001DOC 54

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

DES

IGN

ATIO

N D

ES A

DM

INIS

TRAT

ION

SET

DES

PR

OD

UIT

SAj

uste

men

t

TITE

L I -

LO

PEN

DE

ON

TVA

NG

STEN

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S(in

dui

zend

talle

n eu

ro -

en m

illie

rs d

'euro

s)

Arti

kele

n-

Artic

les

Lit-

tera

AAN

WIJ

ZIN

G D

ER B

ESTU

REN

EN D

ER O

PBR

ENG

STEN

T - A

Voo

rges

teld

era

min

g

Eval

uatio

npr

opos

ée

Aan

pass

ing

Aan

gepa

stera

min

g

Estim

atio

naj

usté

e

(8)

(2) A

ffect

atie

effe

ctis

erin

g—

——

(2) A

ffect

atio

n tit

risat

ion

§ 3.

AD

MIN

ISTR

ATIE

VAN

DE

B.T

.W.,

REG

ISTR

ATIE

EN

DO

MEI

NEN

.36

.30.

015

611

159

- 16

4 31

9 5

446

840

(1) N

iet i

nbeg

repe

n de

afg

esta

ne e

n ge

affe

ctee

rde

ontv

angs

ten:

(1) N

on c

ompr

is le

s re

cette

s cé

dées

et a

ffect

ées:

- Eur

opes

e U

nie

562

620

1

4 78

0 5

77 4

00

- Uni

on e

urop

éenn

e-T

oege

wez

en g

edee

lte a

an d

e G

emee

nsch

appe

n16

672

961

1

21 7

63

16 7

94 7

24

- Par

tie a

ttrib

uée

aux

Com

mun

auté

s- A

ffect

atie

V.D

.A.B

.—

——

- Affe

ctat

ion

O.N

.E.M

.(2

) Alte

rnat

ieve

fina

cier

ing

van

de S

ocia

le Z

eker

heid

to

egep

ast v

anaf

1 ja

nuar

i 199

5 11

310

711

-

13 6

48

11 2

97 0

63

(2) F

inan

cem

ent a

ltern

atif

de la

Séc

urité

soc

iale

ado

pté

à pa

rtir d

u 1e

r jan

vier

199

5

De

finan

cier

ing

van

het f

onds

van

de

geïn

tegr

eerd

e po

litie

(w

et v

an 6

mei

200

2) 2

64 4

86

- 18

000

2

46 4

86

Le fi

nanc

emen

t du

fond

s de

pen

sion

s de

la p

olic

e in

tégr

ée

(lo

i du

6 m

ai 2

002)

(3) A

ffect

atie

van

BTW

-ont

vang

sten

aan

de

CR

EG

14

490

— 1

4 49

0 (3

) Affe

ctat

ion

de re

cette

s TV

A a

u pr

ofit

du C

RE

GA

ffect

atie

van

de

jaar

lijks

e ta

ks o

p de

ver

zeke

rings

cont

acte

n aa

n he

t Ram

penf

onds

11

860

— 1

1 86

0 A

ffect

atio

n de

la ta

xe a

nnue

lle s

ur le

s co

ntra

ts d

'ass

uran

ce a

u Fo

nds

des

Cal

amité

sA

ffect

atie

van

de

jaar

lijks

e ta

ks o

p de

ver

zeke

rings

cont

acte

n aa

n de

RS

VZ

——

—A

ttrib

utio

n de

la ta

xe a

nnue

lle s

ur le

s co

ntra

ts d

'ass

uran

ces

à l'I

NA

STI

Fond

s A

PE

TRA

25

313

- 2

735

22

578

Fond

s A

PE

TRA

Effe

ctis

erin

g—

——

Titri

satio

n

Regi

stra

tier

echt

en (

1).

36.4

0.01

188

422

-

37 2

01

151

221

Dr

oits

d'e

nreg

istr

emen

t (1

).(1

) Nie

t inb

egre

pen

de G

ewes

telij

ke b

elas

tinge

n:(1

) Non

com

pris

les

impô

ts ré

gion

aux:

- Ver

koop

rech

ten

1 57

8 46

5 -

29 9

37

1 54

8 52

8 - D

roits

de

vent

e- R

echt

en o

p de

ves

tigin

g va

n ee

n hy

poth

eek

138

855

-

14 0

53

124

802

- D

roits

sur

la c

onst

itutio

n d'

une

hypo

thèq

ue- R

echt

en o

p de

ver

delin

gen

28

580

171

2

8 75

1 - D

roits

sur

les

parta

ges

- Rec

hten

op

de s

chen

king

en 2

11 8

64

- 5

762

206

102

- D

roits

sur

les

dona

tions

-Fis

cale

regu

laris

atie

maa

trege

len

——

—-M

esur

es d

e ré

gula

risat

ion

fisca

le

Boet

en i

nzak

e be

last

inge

n (1

)38

.00.

01 1

36 0

88

- 6

751

129

337

Am

ende

s en

mat

ière

d'i

mpôt

s (1

)(1

) Ger

egio

nalis

eerd

e fis

cale

boe

ten

(regi

stra

tiere

chte

n) 5

896

-

822

5

074

(1

) Am

ende

s fis

cale

s ré

gion

alis

ées

(dro

its d

'enr

egis

trem

ent)

Effe

ctis

erin

g bo

eten

inza

ke d

e B

TW—

——

Titri

satio

n am

ende

s en

mat

ière

de

TVA

Boet

en v

an v

eroo

rdel

inge

n in

all

erha

nde

zake

n (1

)38

.00.

02 4

43 2

95

- 14

183

4

29 1

12

Amen

des

de c

onda

mnat

ions

en

mati

ères

div

erse

s (1

)(1

) Boe

ten

inza

ke v

eroo

rdel

inge

n : t

oew

ijzin

g aa

n de

regi

os—

——

(1) A

men

des

de c

onda

mna

tions

: at

tribu

tion

aux

Rég

ions

SECT

IE II

- NI

ET-F

ISCA

LE O

NTV

ANG

STEN

HO

OFD

STU

K 1

8

SECT

ION

II -

RECE

TTES

NO

N FI

SCAL

ES

CH

APIT

RE

18

§ 3.

AD

MIN

ISTR

ATIO

N D

E LA

T.V

.A.,

DE

L'EN

REG

ISTR

EMEN

T ET

DES

DO

MAI

NES

Taxe

sur

la

vale

ur a

jout

ée,

droi

ts d

e ti

mbre

et

taxe

s as

simi

lées

au

timb

re (

1).

Bela

stin

g ov

er d

e to

egev

oegd

e wa

arde

, ze

gelr

echt

enen

met

het

zeg

el g

elij

kges

teld

e ta

ksen

(1)

.

713036/001DOC 54

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

DES

IGN

ATIO

N D

ES A

DM

INIS

TRAT

ION

SET

DES

PR

OD

UIT

SAj

uste

men

t

TITE

L I -

LO

PEN

DE

ON

TVA

NG

STEN

TITR

E I -

REC

ETTE

S C

OU

RA

NTE

S(in

dui

zend

talle

n eu

ro -

en m

illie

rs d

'euro

s)

Arti

kele

n-

Artic

les

Lit-

tera

AAN

WIJ

ZIN

G D

ER B

ESTU

REN

EN D

ER O

PBR

ENG

STEN

T - A

Voo

rges

teld

era

min

g

Eval

uatio

npr

opos

ée

Aan

pass

ing

Aan

gepa

stera

min

g

Estim

atio

naj

usté

e

(8)

FOD

FIN

ANC

IEN

.§

2. A

DM

INIS

TRAT

IE V

AN D

E B

.T.W

.,R

EGIS

TRAT

IE E

N D

OM

EIN

EN.

Nala

tigh

eids

inte

rest

en i

nzak

e be

last

inge

n (1

).26

.10.

01 9

8 64

6 -

1 32

1 9

7 32

5 In

térê

ts m

orat

oire

s en

mat

ière

d'i

mpôt

s (1

).(1

) Ger

egio

nalis

eerd

e m

orat

oire

inte

rest

en 1

8 90

1 —

18

901

(1) I

ntér

êts

mor

atoi

res

régi

onal

isés

26.1

0.04

28

515

— 2

8 51

5

(1) G

ereg

iona

lisee

rde

nala

tighe

idin

tere

sten

190

—

190

(1

) Int

érêt

s de

reta

rd ré

gion

alis

és

2018

2018

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

SECT

IE I

- FIS

CALE

ONT

VAN

GST

EN

HO

OFD

STU

K 1

8

FOD

FIN

ANC

IEN

.

§ 1.

AD

MIN

ISTR

ATIE

VAN

DE

B.T

.W.,

REG

ISTR

ATIE

EN

DO

MEI

NEN

.Su

cces

sier

echt

en (

1) (

pro

memo

rie)

.56

.50.

01—

——

Droi

ts d

e su

cces

sion

(1)

(po

ur m

émoi

re).

(1) N

iet i

nbeg

repe

n de

ont

vang

sten

ove

rged

rage

n na

ar d

e G

ewes

ten.

Sin

ds 1

janu

ari 1

989

zijn

de

succ

essi

erec

hten

vo

or h

et g

ehee

l, ee

n G

ewes

telli

jke

bela

stin

g ge

wor

den

1 23

5 90

0 -

122

1

114

392

(1) N

on c

ompr

is le

s re

cette

s tra

nsfé

rées

aux

Rég

ions

. Dep

uis

le 1

er ja

nvie

r 198

9, le

s dr

oits

de

succ

essi

on s

ont d

even

us u

n im

pôt r

égio

nal p

our l

e to

ut

TITE

L II

- K

API

TAA

LON

TVA

NG

STEN

SPF

FIN

ANC

ES.

§ 1.

AD

MIN

ISTR

ATIO

N D

E LA

T.V

.A.,

DE

L'EN

REG

ISTR

EMEN

T ET

DES

DO

MAI

NES

Inté

rêts

de

reta

rd (

à ch

arge

des

ent

repr

ises

et

des

ména

ges)

(Co

de d

es i

mpôt

s su

r le

s re

venu

s et

autr

es l

ois

fisc

ales

).

Nala

tigh

eids

inte

rest

en (

ten

last

e va

n de

bed

rijv

enen

van

de

gezi

nnen

) (W

etbo

ek v

an d

e in

koms

tenb

e-la

stin

gen

en a

nder

e fi

scal

e we

tten

).

TITR

E II

- R

ECET

TES

DE

CA

PITA

L

SECT

ION

I - R

ECET

TES

FISC

ALES

(in d

uize

ndta

llen

euro

- en

mill

iers

d'eu

ros)

AAN

WIJ

ZIN

G D

ER B

ESTU

REN

EN D

ER O

PBR

ENG

STEN

Arti

kele

n-

Artic

les

Lit-

tera

T - A

Voo

rges

teld

era

min

gA

anpa

ssin

gA

ange

paste

ram

ing

Eval

uatio

npr

opos

ée

CH

APIT

RE

18

SPF

FIN

ANC

ES.

§ 2.

AD

MIN

ISTR

ATIO

N D

E LA

T.V

.A.,

DE

L'EN

REG

ISTR

EMEN

T ET

DES

DO

MAI

NES

(8)

DES

IGN

ATIO

N D

ES A

DM

INIS

TRAT

ION

SET

DES

PR

OD

UIT

SAj

uste

men

tEs

timat

ion

ajus

tée

72 3036/001DOC 54

DERDE DEEL

VERANTWOORDING VAN DE WETSBEPALINGEN

Artikelen 5 tot 12

1. Overzicht van de federale overdrachten naar de deelgebieden

De artikelen 5 tot 12 van onderhavig ontwerp bepa-len voor het begrotingsjaar 2018 na begrotingscontrole, de aangepaste ramingen van de overdrachten van financiële middelen van de federale overheid naar de gemeenschappen, de gewesten en de gemeenschaps-commissies.

Deze overdrachten maken deel uit van het nieuwe financieringsstelsel van de deelgebieden, dat beslist werd in het Institutioneel Akkoord voor de Zesde Staats-hervorming van december 2011 en geregeld wordt in onder meer de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschap-pen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden en de bijzondere wet van 6 janu-ari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming (1), voor wat de financiering van de gemeenschappen (met uitzondering van de Duitstalige Gemeenschap), de gewesten en de gemeenschapscommissies betreft, en de wet van 19 april 2014 (2), voor wat de financiering van de Duitstalige Gemeenschap betreft.

Voornoemde wetten hebben het financieringsstelsel van de deelgebieden gewijzigd door een aanpassing van:

• de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten,

• de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap.

De overdrachten houden tevens rekening met de afrekeningssaldi inzake:

— de toegewezen gedeelten van belastingopbreng-sten, met name van de BTW en de federale personen-belasting; het betreft de definitieve afrekeningssaldi van het begrotingsjaar 2017 en de specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 en 2016;

— de gewestelijke personenbelasting van de aan-slagjaren 2016 en 2017 die in de loop van het jaar 2018 nog ontvangsten genereren.

1 eide bijzondere wetten werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 januari 2014.

2 Wet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 2 mei 2014.

TROISIÈME PARTIE

JUSTIFICATION DES DISPOSITIONS LÉGALES

Articles 5 à 12

1. Aperçu des transferts fédéraux vers les entités fédérées

Les articles 5 à 12 du présent projet déterminent pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire, les estimations ajustées des moyens financiers transférés par le pouvoir fédéral vers les communautés, les régions et les commissions communautaires communes.

Ces transferts font parties du nouveau système de financement des entités fédérées qui a été décidé dans l’Accord institutionnel pour la Sixième Réforme de l’État; cet Accord, conclu en décembre 2011, a été réglé entre autre par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences et par la loi du 6 janvier 2014 relative à la Sixième Réforme de l’État (1) pour ce qui concerne les communautés (à l’exception de la Communauté germanophone), les régions et les commissions communautaires, et par la loi du 19 avril 2014 (2) pour ce qui concerne la Commu-nauté germanophone.

Les lois précitées ont modifié le système de finance-ment des entités fédérées par une modification:

• de la loi la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions,

• de la loi du 31 décembre 1983 de réformes institu-tionnelles pour la Communauté germanophone.

Les transferts intègrent également les soldes de décompte en matière:

— de parts attribuées du produit d’impôts, notamment de la TVA et de l’impôt des personnes physiques fédé-ral; il s’agit du solde de décompte définitif de l’année budgétaire 2017 et des soldes spécifiques des années budgétaires 2015 et 2016;

— de l’impôt des personnes physiques régional des exercices d’imposition 2016 et 2017 qui génèrent encore des recettes dans le courant de l’année 2018.

1 Ces lois spéciales ont été publiées au Moniteur belge du 31 janvier 2014.

2 ette loi a été publiée au Moniteur belge du 2 mai 2014.

733036/001DOC 54

De definitieve afrekeningssaldi van het begrotingsjaar 2017 inzake toegewezen belastingopbrengsten zijn toe te schrijven aan:

• de actualisering van de parameterwaarden tussen de begrotingscontrole in februari/maart 2017 en de be-paling van de definitieve parameters na afloop van het betrokken begrotingsjaar;

• de definitieve vaststelling van het referentiekader 2015 van de gewestelijke fiscale autonomie in de per-sonenbelasting.

De specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 - 2016 zijn uitsluitend het gevolg van die definitieve vaststelling van voormeld referentiekader inzake gewestelijke fiscale autonomie en situeren zich bijgevolg enkel op het niveau van de aan de gewesten en de gemeenschappen toe-gewezen gedeelten van de federale personenbelasting (met uitsluiting van de toewijzingen aan de Gemeen-schappelijke Gemeenschapscommissie , de Franse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeen-schapscommissie en de voorwaardelijke toewijzing aan bepaalde Brusselse gemeenten). Deze specifieke saldi hebben dus geen betrekking op de toegewezen BTW opbrengsten.

In de mate dat de saldi van de begrotingsjaren 2015 – 2017 verband houden met de definitieve vaststel-ling van de componenten van de gewestelijke fiscale autonomie van het aanslagjaar 2015, is de verrekening van die saldi met de maandelijkse stortingen aan de deelgebieden in 2018 beperkt in toepassing van artikel 54, § 1, zesde lid, van de bijzondere financieringswet. De limiet gesteld aan de verrekenbare bedragen is 2 % van de maandelijkse stortingen.

De afrekeningen inzake de gewestelijke personen-belasting zijn tweevoudig:

• de eerste afrekening van het aanslagjaar 2017 na 20 maanden (ontvangsten geïnd tot en met augustus 2018) en de daaropvolgende maandelijkse afrekeningen (ontvangsten geïnd van september tot en met decem-ber 2018); er wordt ook nog rekening gehouden met de verdere maandelijkse afrekeningen van het aanslagjaar 2016 die in de loop van 2018 nog ontvangsten kunnen opleveren;

• de regularisatie van de gewestelijke opcentiemen van de aanslagjaren 2015 tot en met 2017 die afgestemd waren op de voorlopige autonomiefactor van 25,990 % die uiteindelijk hoger blijkt te liggen dan de intussen definitief bepaalde autonomiefactor (24,957 %).

De aanrekening van de bedragen vastgesteld in het kader van die regularisatie (zoals bedoeld in artikel 54, § 1, zevende en achtste lid, van de bijzondere financie-ringswet) met de maandelijkse stortingen aan de deel-gebieden in 2018 wordt beperkt in toepassing van artikel 54, § 1, negende lid, van de bijzondere financieringswet.

Les soldes de décompte définitifs de l’année budgé-taire 2017 s’expliquent par:

• l’actualisation des paramètres entre le contrôle budgétaire de février/mars 2017 et la fixation des para-mètres définitifs après échéance de l’année budgétaire concernée;

• la fixation définitive du cadre de référence de l’année 2015 en ce qui concerne l’autonomie fiscale des régions sur l’impôt des personnes physiques.

Les soldes spécifiques des années budgétaires 2015 – 2016 découlent uniquement de la fixation définitive de ce cadre de référence en matière d’autonomie fiscale régionale et se situent par conséquent uniquement sur le niveau des parts attribuées de l’impôt des personnes physiques fédéral aux régions et aux communautés (à exclusion des attributions à de la Commission com-munautaire commune, la Commission communautaire française et la Commission communautaire flamande et l’attribution conditionnelle à certaines communes bruxelloises). Ces soldes spécifiques ne concernent donc pas les parts attribuées des recettes de TVA.

Dans la mesure où les soldes des années budgétaires 2015 - 2017 ont trait à la fixation définitive des compo-santes de l’autonomie fiscale régionale de l’exercice d’imposition 2015, l’imputation de ces soldes sur les versements mensuels effectués aux entités fédérées dans le courant de l’année 2018, est limitée en vertu de l’article 54, § 1, alinéa 6, de la loi spéciale de finan-cement. Cette limite qui est imposée aux montants imputables s’élève à 2 % des versements mensuels.

Les décomptes en matière de l’impôt des personnes physiques régional est double:

• le premier décompte de l’exercice d’imposition 2017 après 20 mois (recettes perçues jusque fin août 2018) et les décomptes mensuels postérieurs (recettes perçus de septembre jusque fin décembre 2018); il est également tenu compte des décomptes mensuels de l’exercice d’imposition 2016 qui peuvent encore générer des recettes dans le courant de l’année 2018;

• la régularisation des additionnels régionaux des exercices d’imposition 2015 à 2017 inclue qui se réfé-raient à un facteur d’autonomie de 25,990 % qui apparait être supérieur au facteur d‘autonomie définitif qui a été fixé entretemps (24,957 %).

L’imputation des montants fixés dans le cadre de cette régularisation (visée à l’article 54, § 1, alinéa 7 et 8, de la loi spéciale de financement) sur les versements men-suels qui seront effectués aux entités fédérées dans le courant de l’année 2018, sont limités en vertu de l’article 54, § 1, alinéa 9, de la loi spéciale de financement. Cette

74 3036/001DOC 54

De limiet gesteld aan de verrekenbare bedragen is 2 % van de maandelijkse stortingen.

Als gevolg van die beperkte verrekening met de maandelijkse stortingen dient met ingang van het be-grotingsjaar 2018 - voor wat de specifieke saldi 2015 – 2016 en een deel van het definitief saldo 2017 betreft en voor wat de regularisatie van de gewestelijke opcen-tiemen van de aanslagjaren 2015 – 2017 betreft - een onderscheid gemaakt te worden tussen de overdrachten vanuit ESR optiek (die niet beïnvloed worden door deze beperking) en de overdrachten vanuit kasoptiek (die wel geaffecteerd worden door deze beperking).

Aangezien de grondslag voor de berekening van de 2 % beperking op het niveau van de gemeenschappen voldoende groot is (mede door de BTW toewijzingen en de dotaties nieuwe bevoegdheden), kunnen de spe-cifieke saldi 2015 – 2016 en het definitieve saldo 2017 (partim) integraal aangerekend worden op de stortingen die in 2018 zullen plaatsvinden.

Voor het totaal van diezelfde saldi op het niveau van de gewesten én het bedrag van de regularisatie van de gewestelijke opcentiemen van de aanslagjaren 2015 – 2017 is dat niet het geval; er kan slechts een fractie van dat totaal aangerekend worden op de stortingen van 2018, het niet aan te rekenen gedeelte wordt naar de volgende begrotingsjaren overgedragen.

De toepassing van de in artikel 54, § 1, zesde tot ne-gende lid, van de bijzondere financieringswet bedoelde begrensde aanrekening is weergegeven in bijlage.

De overdracht van financiële middelen die in onder-havig ontwerp van wet zijn voorzien, worden in onder-staande tabel samengevat.

limite qui est imposée aux montants imputables s’élève à 2 % des versements mensuels.

Suite à l’imposition d’une limite à l’imputation sur les versements mensuels des soldes spécifiques de 2015 – 2016, d’une partie du solde définitif de décompte de l’année budgétaire 2017 et de la régularisation des additionnels régionaux des exercices d’imposition 2015 – 2017, il convient de distinguer d’une part les trans-ferts fixés dans l’optique SEC (n’étant pas affectés par cette limitation) et, d’autre part, les transferts fixés dans l’optique CAISSE (étant impactés par cette limitation).

Comme la base de calcul de la limitation à 2 % est suffisamment large au niveau des communautés (en autre par la présence des attributions de TVA et des dotations pour les nouvelles compétences), tant les soldes spécifiques de 2015 – 2016 que le solde de décompte définitif de l’année budgétaire 2017 (partim) peuvent intégralement être imputés sur les versements qui auront lieu dans le courant de l’année 2018.

Au niveau des régions, la situation est différente et le total des soldes cités dans l’alinéa précédent majoré du montant de la régularisation des additionnels régionaux des exercices d’imposition 2015 – 2017 ne peut pas être imputé sur l’année 2018; par conséquent, seule une frac-tion de ce total sera imputé sur les versements opérés en 2018 et la partie non imputable sera transférée vers les années budgétaires ultérieures.

L’application de l’imputation limitée visée à l’article 54, § 1, alinéa 6 à 9, de la loi spéciale de financement est reprise en annexe.

Les transferts des moyens financiers qui sont prévus dans le présent projet de loi sont synthétisés dans le tableau ci-dessous.

753036/001DOC 54

Tabel 1/A – Federale overdrachten naar de deel-gebieden, zoals voorzien in de middelenbegroting van het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole: ESR benadering

Totaal Vlaamse Gewest

Région wallonne

Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

TotalRégion

flamandeWaalse Gewest

Région de Bruxelles - Capitale

art. X 3 375 653,3 70 618,5 2 036 783,2 1 268 251,6 art. X+2 - - - - art. X+3 229 218,5 145 815,4 61 512,0 21 891,1 art. X+4 7 670 057,3 4 788 720,8 2 172 108,1 709 228,4 voorschotten AJ 2018 9 003 063,2 5 676 471,1 2 522 189,3 804 402,9 AJ 2017 afrekening in september 2018 (ontv. t/m aug 2018) 22 356,5 -939,3 21 263,4 2 032,3 afrekeningen gewestelijk aandeel BNI van AJ 2017 in 2018 -3 459,7 -1 867,0 -1 082,4 -510,3 AJ 2017 afrekening in okt. 2018 - jan. 2019 (ontv. sept. 2018 - dec. 2018) 47 844,7 21 853,5 16 622,2 9 369,0 AJ 2016 maandelijkse afrekeningen in 2018 61 781,0 29 965,0 22 276,7 9 539,2 regularisatie gewestelijke opcentiemen AJ 2015 - 2017 -1 461 528,4 -936 762,5 -409 161,1 -115 604,8

totaal gewesten - total régions 11 274 929,1 5 005 154,7 4 270 403,3 1 999 371,1

Totaal Vlaamse

Gemeenschap Communauté

française Gemeenschappelijke

Gemeenschapscommissie (a) Duitstalige

Gemeenschap

TotalCommunauté

flamande Franse

Gemeenschap Commission communautaire

commune (a) Communauté

germanophone

art. X+1 25 008 693,6 15 087 087,1 9 761 768,7 159 837,8 art. X+5 (a) 0,0 0,0totaal gemeenschappen - total communautés 25 008 693,6 15 087 087,1 9 761 768,7 0,0 159 837,8

Totaal Vlaamse

Gemeenschapscommissie

Franse Gemeenschaps

commissie

Brusselse gemeenten

Total Commission

communautaire flamande

Commission communautaire

française

Communes bruxelloises

art. X+6 85 941,6 17 226,1 68 715,5 art. X+7 40 491,1 40 491,1 totaal Brusselse instellingen - total institutions bruxelloises 126 432,7 17 226,1 68 715,5 40 491,1

Begrotingscontrole 2018 - Contrôle budgétaire 2018 Totaal deelgebieden - Total entités fédérées

(x 1.000 EUR)36 410 055,4

Begrotingscontrole 2018 - Contrôle budgétaire 2018 Gewesten - Régions

(x 1.000 EUR)


(x 1.000 EUR)

Begrotingscontrole 2018 - Contrôle budgétaire 2018 Brusselse instellingen - Institutions bruxelloises

(x 1.000 EUR)

ESR benadering - Approche SEC

(a) Herleid tot nul na toepassing van de verrekenin-gen bedoeld in de artikelen 48/1, § 5, eerste lid, 3° en 65quinquies, § 1, tweede lid, 5°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten (zie punt 7 van de tekst).

Tableau 1/A – Transferts fédéraux vers les enti-tés fédérées, tels que prévus dans le Budget des Voies et Moyens de l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire: optique SEC

(a) Réduit à zéro suite à l’application des impu-tations prévues aux articles 48/1, § 5, alinéa 1er, 3° et 65quinquies, § 1, alinéa 2, 5°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions (voir le point 7 du texte).

76 3036/001DOC 54

Tabel 1/B – Federale overdrachten naar de deel-gebieden, zoals voorzien in de middelenbegroting van het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole: KAS benadering

Totaal Vlaamse Gewest

Région wallonne

Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

TotalRégion

flamandeWaalse Gewest

Région de Bruxelles - Capitale

art. X 3 375 653,3 70 618,5 2 036 783,2 1 268 251,6 art. X+2 6 119 910,9 2 385 135,4 2 667 264,4 1 067 511,2 art. X+3 229 218,5 145 815,4 61 512,0 21 891,1 art. X+4 9 019 243,8 5 678 596,9 2 532 460,2 808 186,7 voorschotten AJ 2018 9 003 063,2 5 676 471,1 2 522 189,3 804 402,9 AJ 2017 afrekening in september 2018 (ontv. t/m aug 2018) 22 356,5 -939,3 21 263,4 2 032,3 afrekeningen gewestelijk aandeel BNI van AJ 2017 in 2018 -3 459,7 -1 867,0 -1 082,4 -510,3 AJ 2017 afrekening in okt. 2018 - jan. 2019 (ontv. sept. 2018 - dec. 2018) 47 844,7 21 853,5 16 622,2 9 369,0 AJ 2016 maandelijkse afrekeningen in 2018 61 781,0 29 965,0 22 276,7 9 539,2 regularisatie gewestelijke opcentiemen AJ 2015 - 2017 -112 341,9 -46 886,5 -48 809,0 -16 646,4

tota(a)l 18 744 026,5 8 280 166,1 7 298 019,7 3 165 840,6

Totaal Vlaamse

Gemeenschap Communauté

française Gemeenschappelijke

Gemeenschapscommissie (a) Duitstalige

Gemeenschap

TotalCommunauté

flamande Franse

Gemeenschap Commission communautaire

commune (a) Communauté

germanophone art. X+1 25 008 693,6 15 087 087,1 9 761 768,7 0,0 159 837,8art. X+5 (a) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0tota(a)l 25 008 693,6 15 087 087,1 9 761 768,7 0,0 159 837,8

Totaal Vlaamse

Gemeenschapscommissie

Franse Gemeenschaps

commissie

Brusselse gemeenten

Total Commission

communautaire flamande

Commission communautaire

française

Communes bruxelloises

art. X+6 85 941,6 17 226,1 68 715,5 0,0art. X+7 40 491,1 0,0 0,0 40 491,1tota(a)l 126 432,7 17 226,1 68 715,5 40 491,1

Begrotingscontrole 2018 - Contrôle budgétaire 2018 Totaal deelgebieden - Total entités fédérées

(x 1.000 EUR)43 879 152,8

(a) Herleid tot nul na toepassing van de verrekeningen bedoeld in de artikelen 48/1, § 5, eerste lid, 3° en 65quinquies , § 1, tweede lid, 5°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten (zie punt 7 van de tekst).


(x 1.000 EUR)


(x 1.000 EUR)

Begrotingscontrole 2018 - Contrôle budgétaire 2018 Brusselse instellingen - Institutions bruxelloises

(x 1.000 EUR)

KAS benadering - Approche CAISSE

(a) Herleid tot nul na toepassing van de verrekenin-gen bedoeld in de artikelen 48/1, § 5, eerste lid, 3° en 65quinquies, § 1, tweede lid, 5°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten (zie punt 7 van de tekst).

De federale overdrachten die met ingang van het begrotingsjaar 2015 aan de deelgebieden worden toegekend omwille van de overheveling van bevoegd-heden inzake gezinsbijslagen, ouderenzorg (rust- en verzorgingstehuizen, rusthuizen voor bejaarden, dag-verzorgingscentra, centra voor kort verblijf, geïsoleerde geriatrische diensten en tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden), gezondheidszorg en hulp aan personen, de investeringskost van de ziekenhuisinfrastructuur en de medisch-technische diensten (met ingang van begrotingsjaar 2016), justitiehuizen en interuniversitaire attractiepolen (met ingang van begrotingsjaar 2018),

Tableau 1/B – Transferts fédéraux vers les enti-tés fédérées, tels que prévus dans le Budget des Voies et Moyens de l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire: optique CAISSE

(a) Réduit à zéro suite à l’application des impu-tations prévues aux articles 48/1, § 5, alinéa 1er, 3° et 65quinquies, § 1er, alinéa 2, 5°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions (voir le point 7 du texte).

Les transferts financiers qui sont accordés aux entités fédérées à partir de l’année budgétaire 2015 en raison du transfert de compétences en matière d’allocations familiales, soins aux personnes âgées (maisons de repos et de soins, maisons de repos pour personnes âgées, centres de soins de jour, centres de court séjour, services de gériatrie isolés et allocations d’aide aux personnes âgées), soins de santé et aides aux per-sonnes, le financement des infrastructures hospitalières et des services médicotechniques (à partir de l’année budgétaire 2016), maisons de justice et pôles d’attrac-tion interuniversitaires (à partir de l’année budgétaire

773036/001DOC 54

worden ingeschreven in de federale algemene uitga-venbegroting (3).

De parameters die voor het begrotingsjaar 2018 werden weerhouden alsook de parameters die voor de vaststelling van de definitieve afrekeningssaldi van het begrotingsjaar 2017 werden toegepast, worden in onderstaande tabel weergegeven (4).

3 Het betreft de dotaties bedoeld in artikel 47/4, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten: zie Algemene Uitgavenbe-groting, Dotatiën, Afdeling 35 en 36.

4 De toelichting bij de methodologie voor de vaststelling van be-paalde parameterwaarden is opgenomen in de verantwoording bij de Middelenbegroting van het begrotingsjaar 2014.

2018), sont inscrits au budget général des dépenses du pouvoir fédéral (3).

Les paramètres qui sont retenus dans le nouveau système de financement pour l’année budgétaire 2018 ainsi que les paramètres qui ont été appliqués dans la fixation des soldes définitifs de décompte de l’année budgétaire 2017, figurent dans le tableau ci-dessous (4).

3 Il s’agit des dotations visées à l’article 47/4, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement es communautés et des régions: voir le Budget général des dépenses, Dotations, Section 35 et 36.

4 L’explication de la méthodologie utilisée pour la fixation des valeurs de certains paramètres est reprise dans la justification accompagnant le Budget des Voies et Moyens de l’année bud-gétaire 2014.

78 3036/001DOC 54

Tabel 2 – Overzicht van de parameters 2017 – 2018

begrotingsjaar (t) / année budgétaire (t)

2017 DEFINITIEF / DEFINITIF

2018 AANGEPAST / AJUSTE

* niet afgerondICP / IPC 2,13% 1,70%

EB 09.02.2018 EB 09.02.2018reële groei BBP / croissance réelle PIB 1,70% 1,80%

EB 09.02.2018 EB 09.02.2018# inwoners -18 jaar (toestand 30/6/(t-1)) : 30.06.2016 def 30.06.2017 (2° obs)# habitants -18 ans (situation 30/6/(t-1)) : VG 1 261 318 1 267 044 RW hors CG 742 707 740 963 BHG / RBC 273 504 274 343 totaal excl DG / total hors CG 2 277 529 2 282 350 DG / CG 14 783 14 695 # leerlingen art 39, BFW : schooljaar 2015-2016 : raming obv evolutie inwoners 6 t.e.m. 17 jaar (rea 01.01.2016 + proj. FPB maart 2016) sch j / année scol sch j / année scol# élèves art 39, BFW : schooljaar 2015-2016 : estimations sbd l'évolution des habitants de 6 à 17 ans inclus (réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016) 2016 - 2017 rea (a) 2017 - 2018 raming*VG / Comm fl 56,849% 56,93888%FG / Comm fr 43,151% 43,06112%

100,000% 100,00000%# inwoners 0 tot en met 18 jaar (toestand 1/1/(t)): rea 01.01.2016 + proj FPB maart 2016 01.01.2017 rea 01.01.2018 raming*# habitants de 0 à 18 ans inclus (situation 1/1/(t)) : réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016)VG 1 334 651 1 342 122 RW avec CG incluse 799 859 801 654 BHG / RBC 286 183 290 818 Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 2 420 693 2 434 594 DG / CG 15 647 15 662 RW hors CG 784 212 785 992 totaal excl DG / total hors CG 2 405 046 2 418 932 # inwoners ouder dan 80 jaar (toestand 1/1/(t)) (rea 01.01.2016 + proj FPB maart 2016) 01.01.2017 rea 01.01.2018 raming*# habitants de plus de 80 ans (situation 1/1/(t)) (réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016)VG 344 875 351 242 RW avec CG incluse 168 466 168 533 BHG / RBC 44 825 44 550 Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 558 166 564 325 DG / CG 3 603 3 715 RW hors CG 164 863 164 818 totaal excl DG / total hors CG 554 563 560 610 totale bevolking (toestand 1/1/(t)) : rea 01.01.2016 + proj FPB maart 2016 01.01.2017 rea 01.01.2018 raming*population totale (situation 1/1/(t)) : réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016)VG 6 516 011 6 549 729 RW avec CG incluse 3 614 473 3 630 506 BHG / RBC 1 191 604 1 203 745 Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 11 322 088 11 383 980,1767 DG / CG 76 920 77 319 RW hors CG 3 537 553 3 553 187 totaal excl DG / total hors CG 11 245 168 11 306 660,98630

aj. / ex d'imp 2015 rea. federale personenbelasting / réa. impôt des personnes

physiques fédéral

aj. / ex d'imp 2016 rea. federale personenbelasting / réa. impôt des personnes

physiques fédéral

aj. / ex d'imp 2017 raming* federale personenbelasting

/ estimation* impôt des personnes physiques

fédéral

VG 20 759 931 930,07 20 905 334 718,68 20 656 390 798,06RW hors la CG 9 063 673 083,27 9 099 560 664,97 8 956 830 254,94BHG / RBC 2 643 622 581,17 2 683 517 882,76 2 680 624 940,34DG / CG 140 435 447,68 141 112 069,17 139 408 768,25Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 32 607 663 042,19 32 829 525 335,58 32 433 254 761,59RW y compris la CG 9 204 108 530,95 9 240 672 734,14 9 096 239 023,19totale bevolking 1/1/AJ : solidariteitsmechanisme / population totale 1/1/EI : méchanisme de solidarité 01.01.(AJ)2016 rea. 01.01.(AJ)2017 rea.VG 6 477 804 6 516 011RW avec CG incluse 3 602 216 3 614 473BHG / RBC 1 187 890 1 191 604Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 11 267 910 11 322 088DG / CG 76 645 76 920RW hors CG 3 525 571 3 537 553totaal excl DG / total hors CG 11 191 265 11 245 168Stroom van pendelaars : voorlopige ramingen / Flux de navetteurs : estimations provisoires% aandeel VG (kan nog wijzigen) 62,735% 62,847%% aandeel WG (kan nog wijzigen) 37,265% 37,153%Tota(a)l : 100,000% 100,000%Reële groei BBP per inwoner / taux de croissance réelle du PIB par habitant 1,2133% 1,2465%# leerlingen art 39, BFW : bj 2015-2016 : raming obv evolutie inwoners 6 t.e.m. 17 jaar (rea 01.01.2016 + proj. FPB maart 2016) sch j / année scol sch j / année scol# élèves art 39, BFW : année budg 2015-2016 : estimations sbd l'évolution des habitants de 6 à 17 ans inclus (réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016) 2016 - 2017 rea (a) 2017 - 2018 raming*VG / Comm fl 853 012 862 967 FG / Comm fr 647 466 652 635 totaal excl DG / total hors CG 1 500 478 1 515 602

PB en federale PB / IPP et IPP fédérale : fed PB AJ 2015 voor begrotingsjaar 2016 & overgangsbedrag / IPP féd EI 2015 pour l'année budgétaire 2016 & montant de transition

(a) Leerlingenaantal van het schooljaar 2016 - 2017 goedgekeurd op de Algemene Vergadering van het Rekenhof die heeft plaatsgevonden op 04.10.2017.

* niet afgeronde resultaten (weerhouden in de berekening van de over te dragen middelen).

Tableau 2 – Aperçu des paramètres 2017 – 2018

a) Nombre l’élèves de l’année scolaire 2016 - 2017 approuvé par l’Assemblée générale de la Cour des Comptes qui a eu lieu le 04.10.2017.

* résultats non arrondis (retenus dans le calcul des moyens à transférer).

793036/001DOC 54

Bepaalde parameters hebben betrekking op de in de federale algemene uitgavenbegroting voorziene overdrachten maar via het overgangsmechanisme (5) beïnvloeden zij eveneens de overdrachten voorzien in de middelenbegroting. De bedragen van het over-gangsmechanisme met betrekking tot de dotaties aan de gemeenschappen omwille van de overheveling van nieuwe bevoegdheden in uitvoering van de Zesde Staatshervorming worden immers ook aangerekend op de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting.

2. Ontvangsten inzake de gewestelijke belastingen met inbegrip van intresten en boeten

Artikel 5 van onderhavig ontwerp bepaalt, in uitvoe-ring van artikel 53 van de bijzondere financieringswet, de geraamde overdrachten van de gewestelijke belastingen (bedoeld in artikel 3 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989), met inbegrip van de intresten en de boeten (bedoeld in artikel 4, § 5, van dezelfde bijzondere wet), die door de federale overheid worden geïnd en aan elk gewest, in functie van de lokalisatiecriteria bepaald in artikel 5, § 2, van dezelfde bijzondere wet, worden doorgestort. Het betreft de aangepaste ramingen voor het begrotingsjaar 2018 die dateren van februari 2018.

De gewestelijke belastingen, bedoeld in artikel 3, 1° tot 12°, van dezelfde bijzondere wet zijn:

• de belasting op de spelen en weddenschappen,• de belasting op de automatische ontspanningstoe-

stellen,• de openingsbelasting op de slijterijen van gegiste

dranken,• het successierecht van rijkinwoners en het recht van

overgang bij overlijden van niet-rijks-inwoners,

• de onroerende voorheffing,• het registratierecht op de overdrachten ten bezwa-

rende titel van in België gelegen onroerende goederen met uitsluiting van de overdrachten die het gevolg zijn van een inbreng in een vennootschap behalve voor zo-ver het een inbreng betreft door een natuurlijk persoon van een woning in een Belgische vennootschap,

• het registratierecht op de vestiging van een hypo-theek op een in België gelegen onroerend goed,

• het registratierecht op de gedeeltelijke of gehele verdeling van in België gelegen onroerende goederen, de afstanden onder bezwarende titel, onder mede-eige-naars, van onverdeelde delen in soortgelijke goederen, en de omzettingen bedoeld in de artikelen 745quater en 745quinquies van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien er geen onverdeeldheid is,

• het registratierecht op de schenkingen onder de levenden van roerende en onroerende goederen,

5 Overgangsmechanisme bedoeld in artikel 48/1, van de bijzon-dere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten.

Certains paramètres concernant les transferts qui sont inscrits au budget général des dépenses du pou-voir fédéral mais ils affectent néanmoins les transferts prévus dans le budget des Voies et Moyens par biais du mécanisme de transition (5). En effet, les montants résultant du mécanisme de transition relatifs aux dota-tions qui sont accordées aux communautés en raison du transfert de nouvelles compétences en exécution de la Sixième Réforme de l’État sont également imputés sur les parties attribuées du produit de l’impôt des per-sonnes physiques fédéral.

2. Recettes en matière d’impôts régionaux, intérêts et amendes compris

Conformément à l’article 53, de la même loi spéciale, l’article 5 du présent projet fixe les transferts estimés en matière d’impôts régionaux intérêts et amendes com-pris (visés à respectivement l’article 3 et l’article 4, § 5, de la même loi spéciale), qui sont perçus par l’autorité fédérale pour le compte des régions et versés à celles-ci en fonction des critères de localisation fixés à l’article 5, § 2, de la même loi spéciale. Il s’agit des estimations ajustées pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire, qui datent de février 2018.

Les impôts régionaux, visés à l’article 3, 1° à 12°, de la même loi spéciale sont:

• la taxe sur les jeux et paris,• la taxe sur les appareils automatiques de divertis-

sement,• la taxe d’ouverture de débits de boissons fermen-

tées,• les droits de successions des habitants du Royaume

et les droits de mutation par décès des non-habitants du Royaume,

• le précompte immobilier,• les droits d’enregistrement sur les transmissions à

titre onéreux de biens immeubles situés en Belgique, à l’exclusion des transmissions résultant d’un apport dans une société, sauf dans la mesure où il s’agit d’un apport, fait par une personne physique, dans une société belge d’une habitation,

• les droits d’enregistrement sur la constitution d’une hypothèque sur un bien immeuble situé en Belgique,

• les droits d’enregistrement sur les partages partiels ou totaux de biens immeubles situés en Belgique, les cessions à titre onéreux, entre copropriétaires, de par-ties indivises de tels biens, et les conversions prévues aux articles 745quater et 745quinquies du Code civil, même s’il n’y a pas indivision,

• les droits d’enregistrement sur les donations entre vifs de biens meubles ou immeubles,

5 Mécanisme de transition visé à l’article 48/1, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions.

80 3036/001DOC 54

• de verkeersbelasting op de autovoertuigen,• de belasting op de in verkeerstelling,• het eurovignet• het kijk- en luistergeld.

Er wordt in voormeld artikel 5 en in onderstaande tabellen rekening gehouden met de overname van de dienst van de volgende gewestelijke belastingen:

1. de in artikel 3, 5°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde onroerende voorheffing door het Vlaamse Gewest met ingang van 1 januari 1999;

2. de groep van de “spelbelastingen” door het Waalse Gewest met ingang van 1 januari 2010: belasting op spelen en weddenschappen, belasting op automatische ontspanningstoestellen en openingsbelasting, bedoeld in artikel 3, 1°, 2° en 3°, van dezelfde bijzondere wet;

3. de groep van de “verkeersbelastingen” door het Waalse Gewest met ingang van 1 januari 2014: ver-keersbelasting, belasting op in verkeerstelling en euro-vignet, bedoeld in artikel 3, 10°, 11° et 12°, van dezelfde bijzondere wet;

4. de groep van de “verkeersbelastingen” door het Vlaamse Gewest met ingang van 1 januari 2011;

5. de groep van de “successie- en registratierechten” door het Vlaamse Gewest met ingang van 1 januari 2015: successierechten en registratierechten bij over-dracht van onroerende goederen, registratierechten bij vestiging van een hypotheek en bij gedeeltelijke of gehele verdelingen, en registratierechten op schenkin-gen, bedoeld in artikel 3, 4° en 6°, 7° a) en b), 8°, van dezelfde bijzondere wet;

6. de groep 2 van de “onroerende voorheffing” door het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest met ingang van 1 januari 2018: de onroerende voorheffing bedoeld in artikel 3, 5°, van dezelfde bijzondere wet.

Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest heeft de dienst van de onroerende voorheffing met ingang van 1 januari 2018 effectief overgenomen. De in onderhavig ontwerp van wet geraamde ontvangsten en de op het Departe-ment Financiën van de algemene uitgavenbegroting voorziene kredieten bedoeld in artikel 68ter, van de bijzondere financieringswet, houden rekening met deze overheveling van de dienst van de onroerende voorhef-fing van de fiscale administratie van de federale over-heid naar de diensten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

De overdracht naar en de bevoegdheden van de gewesten inzake gewestelijke belastingen werden, in tegenstelling tot voorgaande staatshervormingen, niet gewijzigd ingevolge de Zesde Staatshervorming. De staatshervormingen van 2001 (ingevolge het Lam-bermont-akkoord) en van 1992 (Sint-Michielsakkoord) wijzigden zowel de overdracht van de ontvangsten inzake gewestelijke belastingen als de bevoegdheden

• la taxe de circulation sur les véhicules automobiles,• la taxe de mise en circulation,• l’euro vignette,• la redevance radio et télévision.

A l’article 5 en question ainsi que dans les tableaux suivants, il est tenu compte de la reprise du service des impôts régionaux suivants:

1. le précompte immobilier visé à l’article 3, 5°, de la même loi spéciale: service de l’impôt repris par la Région flamande à partir du 1er janvier 1999;

2. le groupe des “taxes de jeux” visés à l’article 3, 1°, 2° et 3°, de la même loi spéciale, soit la taxe sur les jeux et paris, la taxe sur les appareils automatiques de divertissement et la taxe d’ouverture de débits de boissons fermentées: service de l’impôt repris par la Région wallonne à partir du 1er janvier 2010;

3. le groupe des “taxes de circulation” visés à l’article 3, 10°, 11° et 12°, de la même loi spéciale, soit la taxe de circulation sur les véhicules automobiles, la taxe de mise en circulation et l’euro vignette: service de l’impôt repris par la Région wallonne à partir du 1er janvier 2014;

4. le groupe des “taxes de circulation”: service de l’impôt repris par la Région flamande à partir du 1er janvier 2011;

5. le groupe des “droits de succession et d’enregis-trement” visés à l’article 3, 4° et 6°, 7° a) et b), 8°, de la même loi spéciale, soit les droit de successions, les droits d’enregistrement sur la transmission de biens immobiliers, les droits d’enregistrement sur la consti-tution d’une hypothèque, sur les partages partiels ou totaux et sur les donations: service de l’impôt repris par la Région flamande à partir du 1er janvier 2015;

6. le groupe 2 du “précompte immobilier”: service de l’impôt repris par la Région de Bruxelles-Capitale à partir du 1er janvier 2018.

La Région de Bruxelles-Capital a repris le service du précompte immobilier à partir du 1er janvier 2018. Les estimations de recettes qui sont retenues dans le présent projet de loi ainsi que les crédits qui sont visés à l’article 68ter, de la loi spéciale de financement et qui sont prévus au Département Finances de budget géné-ral des dépenses après contrôle budgétaire, prennent en compte ce transfert du service de l’impôt du précompte immobilier de l’administration fiscale fédérale vers les services de la Région de Bruxelles-Capitale.

Contrairement aux réformes institutionnelles anté-rieures, les transferts vers les régions et leurs com-pétences en matière d’impôts régionaux n’ont pas été modifiés par la Sixième Réforme de l’État. Les réformes d’État de 2001 (suite aux accords du Lambermont) et celle de 1992 (accord de la Saint-Michel) ont modifié les transferts de recettes des impôts régionaux ainsi que les compétences régionales en la matière (augmentation

813036/001DOC 54

van de gewesten (verhoging van het toewijzingspercen-tage van de ontvangsten en uitbreiding van de reeks gewestelijke belastingen, alsook verruiming van de bevoegdheden van de gewesten).

De gewesten zijn vanaf 2002 bevoegd om de aan-slagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van de gewestelijke belastingen te wijzigen. Voor bepaalde gewestelijke belastingen waarvoor een risico van fiscale migratie en delokalisatie kan bestaan, is de uitoefening van deze bevoegdheden afhankelijk van een vooraf-gaandelijk tussen de gewesten te sluiten samenwer-kingsakkoord. Dit geldt voor de verkeersbelasting, de belasting op inverkeerstelling en het eurovignet (6). Wat de onroerende voorheffing betreft, blijft de wijziging van het federaal kadastraal inkomen een federale bevoegd-heid. De milieutaksen zijn vanaf 2002 opnieuw een federale bevoegdheid.

De aangepaste en initiële ramingen voor het begro-tingsjaar 2018 worden in de hiernavolgende tabel weer-gegeven. Zowel de totale opbrengsten als de regionale verdeling worden enkel ter indicatieve titel opgenomen. Zolang de federale overheid voor de dienst van deze belastingen zorgt, wordt de werkelijke opbrengst immers aan de bevoegde instelling van het gewest overgemaakt op het einde van de maand die volgt op de maand waarin ze door de Federale overheidsdienst Financiën worden geïnd.

In onderstaande tabellen wordt rekening gehouden met het feit dat de opbrengst van de aanvullende ver-keersbelasting op voertuigen met een lpg-installatie vanaf 1 januari 2010 niet langer aan de gewesten wordt doorgestort. Tot en met 2009 gebeurde die doorstorting samen met de doorstorting van de opbrengst verkeers-belasting. Volgens het onderzoek dat in 2009 is verricht in het kader van de voorbereiding van de overname van de dienst van de in artikel 3, 10° tot 12°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen door het Vlaamse Gewest, is de aanvullende verkeersbelas-ting een afzonderlijke belasting die geen deel uitmaakt van de gewestelijke belastingen zoals bedoeld in artikel 3, van dezelfde bijzondere wet.

In deze tabel zijn, voor het begrotingsjaar 2018 ook de initiële en de aangepaste vooruitzichten weergegeven van de intresten en fiscale boeten op de gewestelijke belastingen zoals bedoeld in artikel 4, § 5, van dezelfde bijzondere wet. De toewijzing hiervan werd geregeld bij koninklijk besluit van 3 februari 2002 (7). Naar analogie met de gewestelijke belastingen, worden deze intresten en boeten aan de gewesten overgedragen op basis van de in artikel 5, § 2, van dezelfde bijzondere wet vastge-legde lokalisatiecriteria.

6 Voor gedetailleerde toelichting: zie bijlage bij de Algemene Toelichting 2002.

7 Belgisch Staatsblad van 12 februari 2002.

du pourcentage d’attribution des recettes et extension du nombre d’impôts régionaux ainsi que l’élargissement des compétences des régions).

A partir de l’année 2002 les régions sont compétentes pour modifier le taux d’imposition, la base d’imposable ainsi que les exonérations de tous les impôts régionaux. L’exercice de ces compétences est subordonné à la conclusion préalable d’un accord de coopération pour ce qui concerne les impôts régionaux qui peuvent induire un risque de migration fiscale et de délocalisation. Ces le cas pour la taxe de circulation, la taxe de mise en circulation et l’euro vignet (6). En ce qui concerne le précompte immobilier, la fixation du revenu cadastral fédéral reste de la compétence de l’autorité fédérale. Les écotaxes relèvent à nouveau de la compétence fédérale à partir de l’année 2002.

Au tableau suivant figurent les prévisions initiales et ajustées pour l’année budgétaire 2018. Les recettes totales tout comme la répartition régionale sont reprises à titre purement indicatif. En effet, aussi longtemps que l’autorité fédérale assure le service de ces impôts, le produit réel est versé à l’institution régionale compé-tente à la fin du mois qui suit celui de leur perception par le SPF Finances.

Aux tableaux ci-dessous il est tenu compte du fait que le produit de la taxe de circulation complémentaire sur les véhicules équipés d’un dispositif au LPG n’est plus versé aux régions à partir du 1er janvier 2010. Jusqu’en 2009 incluse ce versement s’effectuait avec le produit de la taxe de circulation. Selon l’enquête qui a été effectuée en 2009 dans le cadre de la prépara-tion de la reprise du service de l’impôt par la Région flamande pour les impôts régionaux visés à l’article 3, 10° à 12°, de la même loi spéciale, la taxe de circulation complémentaire est une taxe en soit qui ne fait pas partie des impôts régionaux visés à l’article 3, de la même loi spéciale.

Dans ce tableau figurent également les prévisions initiales et ajustées pour l’année budgétaire 2018 des intérêts et amendes fiscales sur les impôts régionaux qui sont visés à l’article 4, § 5, de la même loi spéciale. L’attribution des intérêts et amendes aux régions est règlé par l’arrêté royal du 3 février 2002 (7). Par ana-logie aux impôts régionaux, ces intérêts et amendes sont transférés aux régions sur base des critères de localisation qui sont déterminés à l’article 5, § 2, de la même loi spéciale.

6 Un commentaire plus détaillé est repris dans l'annexe à l'Exposé général 2002.

7 Moniteur belge du 12 février 2002.

82 3036/001DOC 54

Tabel 3 en 4 - Gewestelijke belastingen EN Intres-ten en boeten – Initiële en aangepaste ramingen 2018

(a) (b) (c) (d) (e) (f) (g) (h)

Realisaties - Réalisations

Ramingen - Estimations


Realisaties - Réalisations



2017 2018 2018 2017 2018 2018

INIT BC - CB INIT BC - CBTota(a)l 129 314,17 138 659,87 132 326,66 1 506 144,34 1 578 465,02 1 548 527,88Flandre 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00Bruxelles 129 314,17 138 659,87 132 326,66 504 169,47 527 401,51 504 169,47Wallonie 0,00 0,00 0,00 1 001 974,87 1 051 063,51 1 044 358,41Tota(a)l 49 991,84 53 609,60 52 524,11 194 545,62 211 864,30 206 101,65Flandre 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00Bruxelles 49 991,84 53 609,60 52 524,11 85 601,97 91 510,74 91 166,10Wallonie 0,00 0,00 0,00 108 943,65 120 353,56 114 935,55Tota(a)l -6 597,29 0,00 0,00 27 180,26 28 579,70 28 750,88Flandre -5 507,48 0,00 PM 0,00 0,00 0,00Bruxelles -1 219,71 0,00 PM 6 019,29 6 546,74 6 320,25Wallonie 129,90 0,00 PM 21 160,97 22 032,96 22 430,63Tota(a)l 64 275,29 73 274,74 69 031,87 115 460,75 138 855,13 124 801,68Flandre 41 021,17 45 491,00 44 229,03 0,00 0,00 0,00Bruxelles 23 254,12 27 783,74 24 802,84 29 685,48 30 128,50 29 685,48Wallonie 0,00 0,00 0,00 85 775,27 108 726,64 95 116,20Tota(a)l 35 489,87 40 142,06 36 462,00 1 054 494,44 1 183 139,26 1 114 392,38Flandre 25 468,96 29 264,32 26 240,67 18,83 0,00 0,00Bruxelles 10 020,91 10 877,74 10 221,33 386 370,21 401 664,27 407 002,38Wallonie 0,00 0,00 0,00 668 105,40 781 474,99 707 390,00Tota(a)l 59 090,88 58 757,40 37 028,61 18,61 0,00 5 503,70Flandre -51,66 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00Bruxelles 23 136,50 23 240,93 0,00 0,00 0,00 1 375,93Wallonie 36 006,04 35 516,47 37 028,61 18,61 0,00 4 127,78Tota(a)l 1 103,54 922,80 895,42 4 757,88 5 896,09 5 072,95Flandre 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00Bruxelles 1 103,54 922,80 895,42 1 888,75 2 070,92 1 983,19Wallonie 0,00 0,00 0,00 2 869,13 3 825,17 3 089,77Tota(a)l Intresten - Intérêts -369,15 190,36 -46,61 Intresten - Intérêts 13 920,98 18 901,00 14 280,14Flandre 148,78 139,25 148,78 0,00 0,00 0,00Bruxelles -477,69 203,75 -155,15 5 784,39 6 956,00 5 933,63Wallonie -40,24 -152,64 -40,24 8 136,59 11 945,00 8 346,51Tota(a)l 332 299,15 365 556,82 328 222,06 2 916 522,88 3 165 700,51 3 047 431,26Flandre 61 079,77 74 894,57 70 618,47 18,83 0,00 0,00Bruxelles 235 123,68 255 298,42 220 615,21 1 019 519,56 1 066 278,68 1 047 636,42Wallonie 36 095,70 35 363,83 36 988,37 1 896 984,49 2 099 421,83 1 999 794,84

Successierechten - Droits de successions

Boeten - Amendes

Totaal indirecte belastingen - Total des impôts indirectes

Ondeelbare sommen (fiscale regularisatie) - Sommes indivisibles (régularisation fiscale)

(x 1.000 EUR)

Registratierechten : overdracht onroerende goederen - Droits d'enregistrement: transmission de biens immobiliers

Schenkingsrechten - Droits de donations

Regitratierechten bij verdelingen - Droits d'enregistrement en cas de partages

Registatierechten bij vestiging hypotheek - Droits d'enregistrements lors d'une constitution d'hypothèque

Belasting op autonomaitsche ontspaniingstoestellen - Taxe sur les appareils automatiques de divertissement

Onroerende voorheffing - Précompte immobilier

Boeten - Amendes

Totaal Directe belastingen - Total des impôts directes

Gewest - Région (x 1.000 EUR)

Verkeersbelasting - Taxe de circulation

Belasting op inverkeerstelling - Taxe de mise en circulation

Eurovignette

Belasting op spelen en weddenschappen- Taxe sur les jeux et paris

(a) Het Vlaamse Gewest staat met ingang van het aanslagjaar 1999 zelf in voor de dienst van de onroerende voorheffing. De residuele ontvangsten (of teruggaven) hebben dan ook enkel betrekking op de aanslagjaren 1998 en voorgaande.

(b) Overname van de dienst van de belasting door het Waalse Gewest vanaf 01.01.2010 voor de belastin-gen bedoeld in art. 3, 1° tot 3°, BFW.

(c) Overname van de dienst van de belasting door het Vlaamse Gewest vanaf 01.01.2011 voor de belastin-gen bedoeld in art. 3, 10° tot 12°, BFW.

(d) Overname van de dienst van de belasting door het Waalse Gewest vanaf 01.01.2014 voor de belastin-gen bedoeld in art. 3, 10° tot 12°, BFW.

(e) Overname van de dienst van de belasting door het Vlaamse Gewest vanaf 01.01.2015 voor de belas-tingen bedoeld in art. 3, 4°, 6° tot 8°, BFW.

(f)Overname van de dienst van de belasting door het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest vanaf 01.01.2018 voor de onroerende voorheffing bedoeld in art. 3, 5°, BFW.

Tableaux 3 et 4 - Impôts régionaux ET intérêts et amendes - Estimations initiales et ajustées 2018

(a) (b) (c) (d) (e) (f) (g) (h)

(a) La Région flamande assure elle-même le service du précompte immobilier à partir de l’exercice d’imposi-tion 1999. Les recettes résiduelles (ou remboursements) ne se rapportent dès lors qu’aux exercices d’imposition 1998 et antérieures.

(b) Reprise du service de l’impôt par la Région Wal-lonne à partir du 01.01.2010 pour les taxes visées à l’article 3, 1° à 3°, LSF.

(c) Reprise du service de l’impôt par la Région Fla-mande à partir du 01.01.2011 pour les taxes visées à l’article 3, 10° à 12°, LSF.

(d) Reprise du service de l’impôt par la Région wal-lonne à partir du 01.01.2014 pour les taxes visées à l’article 3, 10° à 12°, LSF.

(e) Reprise du service de l’impôt par la Région fla-mande à partir du 01.01.2015 pour les taxes visées à l’article 3, 4° et 6° à 8°, LSF.

(f) Reprise du service de l’impôt par la Région de Bruxelles-Capitale à partir du 01.01.2018 pour le pré-compte immobilier visé à l’article 3, 5°, LSF.

833036/001DOC 54

(g) Exclusief de aanvullende verkeersbelasting op de voertuigen uitgerust met een LPG - installatie.

(h) De drie gewesten hebben het eurovignet ver-vangen door de kilometerheffing voor vrachtwagens waarvan de dienst door de gewesten zelf wordt waar-genomen. Daarom worden er voor 2018 geen geraamde ontvangsten meer voorzien.

3. Overdrachten naar de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Ge-meenschap inzake toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen

3.1. Wettelijke basis

Artikel 6 van onderhavig ontwerp bepaalt, in uitvoe-ring van artikel 53 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 en in uitvoering van artikel 60 van de gewone wet van 31 december 1983, de geraamde overdrachten naar de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap respectievelijk naar de Duitstalige Gemeenschap, voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, voor wat de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de be-lasting op de toegevoegde waarde en de opbrengst van de federale personenbelasting, de zogenaamde “btw-dotatie” respectievelijk “federale PB dotatie” betreft.

In de in artikel 1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 opgesomde financieringsbronnen van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap worden deze overdrachten vermeld in het 2°: “toege-wezen gedeelten van de opbrengst van belastingen en heffingen”.

In de in artikel 56 van dezelfde gewone wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap opgesomde financiële mid-delen van de Duitstalige Gemeenschap worden deze overdrachten vermeld in het 3°: “toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen”.

Beide overdrachten werden grondig geherstructu-

reerd met ingang van het begrotingsjaar 2015, ingevolge de Zesde Staatshervorming. De toepassing van de bestaande berekeningsregels:

• voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap: de artikelen 38, 40bis en 40ter, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 (8),

• voor de Duitstalige Gemeenschap: de artikelen 58bis tot 58octies, van dezelfde wet van 31 december 1983,

wordt beperkt tot en met het begrotingsjaar 2014, behalve voor wat de vaststelling betreft, specifiek voor het begrotingsjaar 2015, van:

8 Artikel 39 van dezelfde bijzondere wet, dat de verdeling van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap regelt op basis van het aantal leerlingen, blijft ook na het begrotingsjaar 2014 van toepassing.

(g) Hors la taxe de circulation complémentaire sur les véhicules équipés d’un dispositif au LPG.

(h) Aucune estimation de recettes est prévue pour l’année 2018 en raison du remplacement de l’Eurovi-gnette par la taxe kilométrique pour les poids lourds dont le service est assuré par les régions.

3. Tranferts vers la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germa-nophone en matière de parts attribuées du produit d’impôts.

3.1. Base légale

Conformément à l’article 53 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 et à l’article 60 de la loi du 31 décembre 1983, l’article 6 du présent projet fixe, pour l’année bud-gétaire 2018, après contrôle budgétaire, les transferts estimés en matière de parts attribuées de la taxe sur la valeur ajoutée, ladite dotation TVA, et les transferts en matière de parts attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral, ladite “dotation IPP fédéral”, vers la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germanophone.

Dans l’énumération des sources de financement de la Communauté flamande et de la Communauté française qui figure à l’article 1er, § 1er, de la même loi spéciale, ces transferts sont repris au 2°: “des parties attribuées du produit d’impôts et de perceptions”.

Dans l’énumération des moyens de financement de la Communauté germanophone qui figure à l’article 56, de la même loi, ces transferts sont repris au 3°: “des parties attribuées du produit d’impôts”.

Ces deux transferts sont restructurés profondément à partir de l’année budgétaire 2015, suite à la Sixième Réforme de l’État. L’application des règles de calculs existants:

• pour la Communauté flamande et la Communauté française: les articles 38, 40bis et 40ter, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 (8),

• pour la Communauté germanophone: les articles 58bis à 58octies, de la même loi du 31 décembre 1983,

est limitée à l’année budgétaire 2014 incluse, sauf pour ce qui concerne la fixation, spécifiquement pour l’année budgétaire 2015:

8 L’article 39 de la même loi spéciale qui règle la répartition de la part attribuée du produit de la TVA entre la Communauté flamande et la Communauté française en se référant au nombre d’élèves, reste d’application après l’année budgétaire 2014.

84 3036/001DOC 54

a) de basisbedragen van de hervormde toege-wezen gedeelten van de opbrengst van de btw en de federale PB, bedoeld in:

• voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap: de artikelen 40quinquies, eerste lid en 47/2, § 1, van dezelfde bijzondere wet,

• voor de Duitstalige Gemeenschap: de artikelen 58nonies en 58decies, van dezelfde wet,

b) het bedrag van het overgangsmechanisme, be-doeld in:

• voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Ge-meenschap: artikel 48, § 1, van dezelfde bijzondere wet,

• voor de Duitstalige Gemeenschap: artikel 58novo-decies, van dezelfde wet.

De in onderhavig wetsontwerp weerhouden toege-

wezen gedeelten van de opbrengst van de btw werden geraamd overeenkomstig:

• voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Ge-meenschap: artikel 40quinquies en 41, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet,

• voor de Duitstalige Gemeenschap: artikel 58decies, van dezelfde wet.

De in onderhavig wetsontwerp weerhouden toege-

wezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting werden geraamd overeenkomstig:

• voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Ge-meenschap: artikel 47/2, van dezelfde bijzondere wet,

• voor de Duitstalige Gemeenschap: de artikelen 58nonies en 58undecies, van dezelfde wet.

De overdrachten opgenomen in artikel 6 van onder-havig ontwerp houden daarnaast ook rekening met de in artikel 1, § 2, 4°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde financieringsbronnen, zijnde:

• het overgangsmechanisme voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2033, bedoeld in artikel 48/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet.

In de in artikel 56 van dezelfde gewone wet van 31 december 1983 opgesomde financiële middelen van de Duitstalige Gemeenschap wordt het overgangsmecha-nisme vermeld in het 5°. De vaststelling van het over-gangsbedrag wordt geregeld in artikel 58novodecies, van dezelfde wet.

Het overgangsbedrag wordt overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzondere wet respectievelijk artikel 58novodecies, § 3, van dezelfde wet, hetzij in mindering gebracht van, hetzij toegevoegd aan het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting, naargelang het overgangsbedrag

a) des montants de base de la part attribuée du produit de la TVA et du produit de l’IPP fédéral, visées:

• pour la Communauté flamande et la Communauté française: aux articles 40quinquies, alinéa 1er, et 47/2, § 1er, de la même loi spéciale,

• pour la Communauté germanophone: aux articles 58nonies et 58decies, de la même loi,

b) du montant du mécanisme de transition, visé:

• pour la Communauté flamande et la Communauté française: à l’article 48, § 1er, de la même loi spéciale,

• pour la Communauté germanophone: à l’article 58novodecies, de la même loi.

Les parts attribuées du produit de la TVA qui sont retenues dans le présent projet ont été estimées confor-mément:

• pour la Communauté flamande et la Communauté française: à l’article 40quinquies et 41, alinéa 2, de la même loi spéciale,

• pour la Communauté germanophone: à l’article 58decies, de la même loi.

Les parts attribuées du produit de l’IPP fédéral qui sont retenues dans le présent projet ont été estimées conformément:

• pour la Communauté flamande et la Communauté française: à l’article 47/2, de la même loi spéciale,

• pour la Communauté germanophone: aux articles 58nonies et 58undecies, de la même loi.

Les transferts qui sont repris à l’article 6 du présent projet tiennent également compte de la source de financement visée à l’article 1er, § 2, 4°, de la même loi spéciale, soit:

• pour les années budgétaires 2015 à 2033, le méca-nisme de transition visés à l’article 48/1, § 1er, de la même loi spéciale.

Dans l’énumération des moyens de financement de la Communauté germanophone qui figure à l’article 56, de la même loi, le mécanisme de transition est repris au 5°. La fixation du montant de transition est réglée par l’article 58novodecies, de la même loi.

Conformément à l’article 48/1, § 5, de la même loi spéciale et à l’article 58novodecies, § 3, de la même loi, le montant de transition est soit porté en déduction de, soit ajouté à la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques, selon que le montant de transi-tion est positif ou négatif. Le montant de transition fixé

853036/001DOC 54

positief of negatief is. Het per gemeenschap vastge-stelde overgangsbedrag is dus begrepen in de in artikel 6 van onderhavig ontwerp weerhouden bedragen.

Naast de aanrekening van het overgangsbedrag dat, indien het positief is, wordt afgetrokken van de toege-wezen gedeelten van de opbrengst van de federale per-sonenbelasting, wordt tevens de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet en de in artikel 60quater, van dezelfde wet, bedoelde responsabiliseringsbij-drage inzake pensioenen in mindering gebracht van deze toegewezen belastingopbrengsten. De in artikel 6 van onderhavig ontwerp bepaalde overdrachten zijn vastgesteld na aftrek van het overgangsbedrag en de responsabiliseringsbijdrage bepaald per gemeenschap.

Voor de gedetailleerde berekeningswijze van beide

overdrachten wordt verwezen naar de Toelichting bij het voorstel van bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden (Doc. Kamer 53 2974/001 – 24 juli 2013, 2012-2013).

Hierna volgt de cijfermatige samenstelling van de overdrachten. Voor elke overdracht wordt eerst de samenstelling van het totaalbedrag toegelicht en vervolgens de verdeling hiervan tussen de betrokken deelgebieden.

Zoals aangegeven in punt 1, wordt – indien vereist - een onderscheid gemaakt tussen de overdrachten uitgedrukt in ESR benadering en deze uitgedrukt in kastermen.

3.2. De btw-overdracht en de federale PB over-dracht naar de gemeenschappen.

Zoals toegelicht in punt 3.1., zijn de in artikel 6 van onderhavig ontwerp voorziene overdrachten als volgt samengesteld:

• wat de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Ge-meenschap betreft:

de btw-dotatie (art. 40quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989), de federale PB dotatie (art. 47/2, van dezelfde

bijzondere wet), in plus of in min: het overgangsmechanisme

(art. 48/1, van dezelfde bijzondere wet), in min: de responsabiliseringsbijdrage inzake

pensioenen (art. 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet),

• wat de Duitstalige Gemeenschap betreft: de btw-dotatie (art. 58decies, wet van 31 de-

cember 1983),

par communauté est donc compris dans les montants retenus à l’article 6 du présent projet.

A part l’imputation du montant de transition qui vient en déduction des parts attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral au cas où il s’agit d’un montant positif, la cotisation de responsabilisation pensions visée à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale et à l’article 60quater, de la même loi, est également portée en déduction de ces parts attribuées de produit d’impôts. Les transferts fixés à l’article 6 du présent projet, intègrent donc le montant de transition et la cotisation de responsabilisation pensions fixés par communauté.

Pour un commentaire détaillé sur le mode de calcul de ces deux transferts, le lecteur est renvoyé aux Développements de la proposition de loi spéciale por-tant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des ré-gions et financement des nouvelles compétences (DOC Chambre 53 2974/001 – 24 juillet 2013, 2012-2013).

Dans la suite du texte la composition chiffrée des transferts est exposée. La composition du montant total et sa répartition entre les entités fédérées sont expliqués pour chaque transfert de moyens.

Il est rappelé qu’une distinction est faite entre les transferts exprimés en optique SEC et les transferts exprimés en optique CAISSE (voir également le point 1).

3.2. Le transfert de TVA et le transfert de l’IPP fédéral vers les communautés

Comme expliqué au point 3.1., les transferts prévus à l’article 6 du présent projet sont composés de:

• Pour ce qui concerne la Communauté flamande et la Communauté française:

la dotation TVA (art. 40quinquies, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989), la dotation IPP fédéral (art. 47/2, de la même

loi spéciale), en plus ou en moins: le mécanisme de transition

(art. 48/1, de la même loi spéciale), en moins: la cotisation de responsabilisation

en matière de pensions (art. 65quinquies, de la même loi spéciale),

• pour la Communauté germanophone: la dotation TVA (art. 58decies, de la loi du 31

décembre 1983),

86 3036/001DOC 54

de federale PB dotatie (art. 58nonies, van dezelfde wet), de voorafname op de opbrengst van de fede-

rale PB met betrekking tot de trekkingsrechten inzake tewerkstelling (art. 58undecies, van dezelfde wet), in plus of in min: het overgangsmechanisme

(art. 58novodecies, van dezelfde wet), in min: de responsabiliseringsbijdrage inzake

pensioenen (art. 60quater, van dezelfde wet).

Op deze overdrachten worden de definitieve afreke-ningssaldi van het begrotingsjaar 2017 aangerekend.

Het definitieve saldo van een gegeven begrotingsjaar (t) stemt overeen met het verschil tussen:

• de definitieve overdracht die wordt opgesteld na afloop van het betrokken begrotingsjaar, in het kader van de begrotingscontrole van het volgende begrotingsjaar (t+1), en

• de aangepaste raming die werd opgemaakt ter ge-legenheid van de begrotingscontrole van het betrokken begrotingsjaar (t).

Het detail van de vaststelling van die afrekeningssaldi van het begrotingsjaar 2017 is opgenomen in bijlage bij onderhavige verantwoording. Op deze overdrachten worden ook de specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 en 2016 aangerekend die voortspruiten uit de defi-nitieve vaststelling van het referentiekader 2015 van de gewestelijke fiscale autonomie in de personenbelasting.

Daar de toegewezen gedeelten van de BTW, in te-

genstelling tot de toegewezen gedeelten van de federale personenbelasting, niet beïnvloed worden door de één of meerdere componenten van het referentiekader 2015 van de gewestelijke fiscale autonomie, zijn er geen specifieke saldi 2015 – 2016 inzake toegewezen BTW opbrengsten en is het definitieve saldo 2017 inzake BTW toewijzingen integraal te wijten aan de actualisering van de parameters tussen februari 2018 en de begrotings-controle 2017.

In onderstaande tabel wordt de samenstelling van de in artikel 6 van onderhavig wetsontwerp voorziene overdrachten weergegeven.

la dotation IPP fédéral (art. 58nonies, de la même loi), le prélèvement du produit de l’IPP fédéral relatif

aux droits de tirage en matière d’emploi (art. 58undecies, de la même loi), en plus ou en moins: le mécanisme de transition

(art. 58novodecies, de la même loi), en moins: la cotisation de responsabilisation

en matière de pensions (art. 60quater, de la même loi).

Sur ces transferts sont imputés les soldes définitifs de décompte de l’année budgétaire 2017.

Le solde définitif d’une année budgétaire (t) donnée correspond à la l’écart entre:

• le transfert définitif qui est établi après l’échéance de l’année budgétaire concernée, et cela dans le cadre du contrôle budgétaire de l’année suivante (t+1), et

• l’estimation ajustée qui a été faite à l’occasion du contrôle budgétaire de l’année budgétaire concernée (t).

Le détail de la fixation des soldes de décompte de l’année budgétaire 2017 est repris à l’annexe à la pré-sente justification. Sur ces transferts sont également imputés les soldes spécifiques des années budgétaires 2015 et 2016 qui proviennent de la fixation définitive du cadre de référence 2015 de l’autonomie fiscale régionale sur l’impôt des personnes physiques.

Comme les parts attribués de la TVA, contrairement aux parts attribuées de l’impôt des personnes physiques fédéral, ne sont pas affectées par une ou plusieurs composantes du cadre de référence 2015 de l’autonomie fiscale régionale, les soldes spécifiques de 2015 – 2016 n’apparaissent pas au niveau des attributions de TVA et par conséquent le solde de décompte définitif de l’année 2017 en matière de parts attribuées de la TVA découle intégralement de l’actualisation des paramètres entre février 2018 et le contrôle budgétaire 2017.

Dans le tableau ci-dessous figure la composition des transferts prévus à l’article 6 du présent projet de loi.

873036/001DOC 54

Tabel 5 – Overdrachten van een gedeelte van de opbrengsten van de btw en de federale PB naar de gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole — (a) (b)

Voorafnemingen op belastingopbrengsten art. X+1, wetsontwerp

artikel BFWartikel W. 31.12.1983

Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap

Duitstalige Gemeenschap

Totaal

x 1.000 EUR - - - - - - -Prélèvements sur les produits d'

impôts art. X+1, projet de loi

article LSFarticle L.

31.12.1983Communauté

flamandeCommunauté

françaiseCommunauté

germanophoneTotal

2018

BTW overdracht voorzien in de aaangepaste begroting 2018 - transfert de TVA prévu dans le budget ajusté de 2018

41, 53, 2°, 81quinquies , § 2

58decies , 60 9 534 876,770 7 174 008,083 85 839,482 16 794 724,335

2018

overdracht federale PB voorzien in de aangepaste begroting van 2018 - transfert d'IPP fédéral prévu dans le budget ajusté de 2018

47/2, 53, 2°, 65, § 1, 2°/1, § 6

58novies , 60 5 552 210,306 2 587 760,615 73 998,306 8 213 969,227

2018

bedrag van de overdrachten van belastingopbrengsten voorzien in de aangepaste begroting 2018 - montant des transferts de produits d'impôts prévu dans le budget ajusté de 2018

36, § 2, 53, 2°58decies ,

58novies , 6015 087 087,076 9 761 768,697 159 837,788 25 008 693,561

(a) Na aanrekening van het overgangsmechanisme (art. 48/1, § 1, BFW), van de responsabiliseringsbijdrage pensioenen (art. 60quater, BFW), van het vermoedelijke afrekeningssaldo van het voorgaande begrotingsjaar en desgevallend de specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 - 2016.

(b) De overdrachten in ESR benadering zijn in dit geval gelijk aan de overdrachten uitgedrukt in kaster-men.

Op het niveau van de gemeenschappen zijn in de begroting 2018 de overdrachten vanuit ESR optiek dezelfde als deze uitgedrukt in kastermen omdat de in artikel 54, § 1, zesde lid, van de bijzondere financie-ringswet voorziene limiet van 2 % niet resulteert in een effectieve beperking van de aanrekening van de saldi op de stortingen in 2018.

3.2.1. De btw-dotatie aan de gemeenschappen

De samenstelling van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw werd met ingang van het begrotingsjaar 2015 hervormd, ingevolge de Zesde Staatshervorming.

Tableau 5 – Transferts d’une partie des produits de la TVA et de l’IPP fédéral aux communautés pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire —(a) (b)

(a) Après imputation du mécanisme de transition (art. 48/1, § 1, LSF), de la cotisation de responsabilisa-tion pensions (art. 60quater, LSF), du solde de décompte probable de l’année budgétaire antérieure et le cas échéant des soldes spécifiques des années budgétaires 2015 – 2016.

(b) Dans ce cas les transferts en approche SEC sont égaux aux transferts en optique caisse.

Au niveau des communautés, les transferts retenus dans le présent budget de l’année 2018 sont les mêmes qu’ils soient exprimés en SEC ou en caisse, en raison du fait que la limite prévue à l’article 54, § 1, alinéa 6, de la loi spéciale de financement ne donne pas lieu à une restriction de l’imputation des soldes sur les versements opérés dans le courant de l’année 2018.

3.2.1. La dotation TVA accordée aux communau-tés

La composition de la partie attribuée du produit de la TVA subis une réforme à partir de l’année budgétaire 2015, suite à la Sixième Réforme de l’État.

88 3036/001DOC 54

3.2.1.1. De btw-dotatie aan de Vlaamse Ge-meenschap en de Franse Gemeenschap

Wat de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap betreft, wordt de vaststelling van het toegewezen gedeelte van de btw-opbrengst voortaan geregeld door artikel 40quinquies van dezelfde bijzon-dere wet van 16 januari 2014.

Voor het begrotingsjaar 2015 stemt het toegewezen gedeelte van de btw overeen met het basisbedrag. Dat basisbedrag wordt vastgesteld voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap samen en is als volgt samengesteld:

1° bedrag bekomen met toepassing van artikel 40quater, van dezelfde bijzondere wet: het bedrag van het verschil tussen de impact voor het begrotingsjaar 2015 en het begrotingsjaar voorafgaand aan 2010 van de groeikoppeling toegepast op de basis btw-dotatie (9);

2° bedrag bekomen met toepassing van de artike-len 39, § 2, en 40, § 2, van de dezelfde bijzondere wet: basis btw-dotatie (zoals van toepassing tot en met het begrotingsjaar 2014), berekend voor het begrotingsjaar 2015, zonder rekening te houden met de herfinancie-ringsregeling beslist in het Lambermont-akkoord;

3° bedrag bekomen met toepassing van artikel 47/3, van dezelfde bijzondere wet: de dotatie ter com-pensatie van het kijk- en luistergeld (zoals van toepas-sing tot en met het begrotingsjaar 2014), berekend voor het begrotingsjaar 2015;

4° de bijkomende middelen omwille van de over-heveling van aangelegenheden inzake het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD), jeugdbe-scherming, het Federaal Impulsfonds Migrantenbeleid (FIM), de startbanen, het Europees Integratiefonds (EIF) en de loopbaanonderbreking: 158.542.548 euro.

Het basisbedrag 2015 is definitief en werd bij de be-grotingscontrole 2018 niet meer gewijzigd.

9 De indexering en de aanpassing aan de (de)nataliteitsevolutie worden op het begrotingsjaar 2010 toegepast, maar niet de aan-passing aan de reële groei van het bruto binnenlands product.

3.2.1.1. La dotation TVA accordée à la Com-munauté flamande et la Communauté française.

En ce qui concerne la Communauté flamande et la Communauté française, la fixation de la partie attribuée du produit de la TVA est dorénavant réglée par l’article 40quinquies de la même loi spéciale du 16 janvier 1989.

Pour l’année budgétaire 2015, la partie attribuée de la TVA correspond au montant de base. Ce montant de base est déterminé pour la Communauté flamande et la Communauté française réunies et il est composé comme suit:

1° du montant obtenu en application de l’article 40quater, de la même loi spéciale: le montant qui est égal à la différence, au niveau de la dotation de base TVA (9), entre l’impact de la liaison à la croissance éco-nomique sur l’année budgétaire 2015 et son impact sur l’année budgétaire antérieure à l’année 2010;

2° du montant obtenu en application des articles 39, § 2 et 40, § 2, de la même loi spéciale: dotation de base TVA (telle qu’appliquée jusqu’à l’année budgétaire 2014 incluse), calculée pour l’année budgétaire 2015, sans tenir compte des mesures de refinancement déci-dées aux accords du Lambermont;

3° du montant obtenu en application de l’article 47/3, de la même loi spéciale: la dotation compensatoire de la redevance radio et télévision (telle qu’appliquée jusqu’à l’année budgétaire 2014), calculée pour l’année budgétaire 2015;

4° des moyens additionnels en raison des trans-ferts suivants: le Fonds pour les équipements et services collectifs (FESC), la protection de la jeunesse, le (Fonds d’impulsion fédéral à la politique des immigrés (FIPI), les projets globaux, le Fonds européen d’intégration (FEI) et l’interruption de carrière: 158.542.548 euros.

Le montant de base de 2015 est définitif et n’a pas été modifié à l’occasion du contrôle budgétaire de l’année 2018.

9 L’indexation et l’adaptation à l’évolution de (dé)natalité sont appli-qués à l’année budgétaire 2010, mais la liaison à la croissance réelle du produit intérieur brut ne l’est pas.

893036/001DOC 54

Tabel 6 – Samenstelling van het basisbedrag 2015 van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw aan de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap. (x 1.000 EUR)

artikel BFW omschrijving 2015

40quinquies , eerste lid, 1°

verschil tussen de begrotingsjaren 2015 en 2010 in bijkomende middelen uitsluitend voortspruitend uit de koppeling van de BTW dotatie aan 91% van de reële groei van het BBP vanaf begrotingsjaar 2007

784 933,156

bedrag voor begrotingsjaar 2015 873 154,051 bedrag voor begrotingsjaar 2010 88 220,895

40quinquies , eerste lid, 2°BTW dotatie voor begrotingsjaar 2015 zonder herfinanciering (Lambermont akkoord)

13 137 374,515

40quinquies , eerste lid, 3° vroegere dotatie compensatie kijk- en luistergeld 910 347,800 40quinquies , eerste lid, 4° forfaitair bedrag van 158.452.548 EUR 158 542,548

40quinquies , eerste lid basisbedrag BTW dotatie 2015 14 991 198,019

Het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw wordt vanaf het begrotingsjaar 2016 bekomen door het voor het vorige begrotingsjaar verkregen bedrag (10) te indexeren en aan te passen aan 91 % van de reële groei van het bbp van het betrokken begrotingsjaar en vervolgens te vermenigvuldigen met de verhouding tussen de aanpassingsfactor van het betrokken be-grotingsjaar en de aanpassingsfactor van het vorige begrotingsjaar.

De berekeningswijze van de in artikel 38, § 4, van dezelfde bijzondere wet bedoelde aanpassingsfactor werd door de Zesde Staatshervorming niet gewijzigd, de berekening verloopt nog steeds op dezelfde wijze als tijdens de periode 1990 – 2014.

De vaststelling van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar op 30 juni van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar gebeurt nog steeds gefaseerd zoals dat ook in het verleden het geval was (11).

Het totaal toegewezen gedeelte van de btw-opbrengst wordt verdeeld tussen de twee voornoemde gemeen-schappen volgens de leerlingensleutel (12) die wordt bepaald op basis de door het Rekenhof uitgevoerde telling van het aantal leerlingen voor het schooljaar dat

10 Voor het begrotingsjaar 2016 wordt uitgegaan van het basisbe-drag bepaald voor het begrotingsjaar 2015 en vanaf begrotings-jaar 2017 wordt uitgegaan van de btw-dotatie bekomen voor het vorige begrotingsjaar.

11 Voor meer toelichting hierbij wordt verwezen naar de verantwoor-dingsteksten bij de ontwerpen van de middelenbegrotingen van de voorbije begrotingsjaren, meer bepaald de verantwoording bij de wetsartikelen die de overdracht regelen van de middelen naar de gemeenschappen en de gewesten regelen.

12 In uitvoering van de wet van 23 mei 2000 (Belgisch Staatsblad van 30 mei 2000).

Tableau 6 – Composition du montant de base 2015 de la partie attribuée du produit de la TVA à la Communauté flamande et la Communauté française.(x 1.000 EUR)

A partir de l’année budgétaire 2016, la partie attri-buée du produit de la TVA est obtenue en partant du montant fixé pour l’année budgétaire précédente (10) qui est d’abord indexé et adapté à 91 % de la croissance réelle du pib de l’année budgétaire concernée et ensuite multiplié par le rapport entre le facteur d’adaptation de l’année budgétaire concernée et le facteur d’adaptation de l’année budgétaire précédente.

Le mode de calcul du facteur d’adaptation visé à l’article 38, § 4, de la même loi spéciale n’a pas été modifiée par la Sixième Réforme de l’État, le calcul se fait toujours de la même façon que dans la période 1990 – 2014.

La détermination du nombre d’habitants âgées de moins de 18 ans au 30 juin de l’année qui précède l’année budgétaire se fait en phases comme c’était déjà le cas dans le passé (11).

La totalité de la partie attribuée du produit de la TVA est répartie entre les deux communautés précités selon la clé élèves qui est déterminée sur base du comptage du nombre d’élèves (12) qui est fait par la Cour des Comptes pour l’année scolaire qui commence

10 Pour l’année budgétaire 2016, on part du montant de base fixé pour l’année budgétaire 2015 et à partir de l’année 2017, on part du montant de la “dotation TVA” obtenue pour l’année budgétaire précédente.

11 A ce sujet une explication plus détaillée est reprise dans les textes de justification qui sont joints aux projets des budgets des Voies et Moyens des années budgétaires antérieures, et en particulier, les justifications concernant les articles de loi qui règlent les transferts de moyens vers les communautés et les régions.

12 En exécution de la loi du 23 mai 2000 (Moniteur belge du 30 mai 2000)

90 3036/001DOC 54

aanvangt in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. Voor het begrotingsjaar (t) wordt dus afgestemd op het schooljaar (t-1) – (t).

Voor het begrotingsjaar 2017 dient bijgevolg het schooljaar 2016 – 2017 weerhouden te worden. De tel-ling van het aantal leerlingen gebeurde in de periode 15 januari tot 1 februari 2017. De resultaten van die telling werden op 4 oktober 2017 door de Algemene Verga-dering van het Rekenhof goedgekeurd.

Voor het begrotingsjaar 2018 dient het schooljaar 2017 – 2018 weerhouden te worden, met een telling van het aantal leerlingen in de periode 15 januari tot 1 febru-ari 2018. De resultaten van die telling worden verwacht voor september – oktober 2018. In afwachting daarvan wordt voorlopig gerekend met een verdeelsleutel die is afgeleid op basis van de geraamde evolutie van het aantal inwoners van 6 tot en met 17 jaar in de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap tussen 1 januari 2017 en 1 januari 2018 (13). Die geraamde evo-lutie wordt toegepast op het aantal leerlingen in elke gemeenschap voor het schooljaar 2016 – 2017.

Tabel 7 – Leerlingensleutel voor de begrotingsja-ren 2017 – 2018

2017geraamde evolutie

t.o.v. 20172018

schooljaar - année scolaire 2016 - 2017 - schooljaar - année scolaire 2017 - 2018

realisaties - réalisationsévolution estimée

p.r.à. 2017raming - estimation

Vlaamse Gemeenschap - 853 012 1,01167 862 967Communauté flamande 56,849351% 56,938879%

Franse Gemeenschap - 647 466 1,00798 652 635Communauté française 43,150649% 43,061121%

Totaal 2 gemeenschappen - 1 500 478 1,01008 1 515 602Total 2 communautés 100,000000% 100,000000%

Aantal leerlingen -

Nombre d'élèves

De verdeling van het toegewezen gedeelte van de btw-opbrengst blijft dus ook in de toekomst afgestemd op de leerlingensleutel die vanaf begrotingsjaar 1999 als behoeften-indicator wordt weerhouden.

Wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, dient de overeenkomstig artikel 40quinquies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toegewezen btw-opbrengst, voor de begrotingsjaren 2015 tot 2018, verminderd te worden met een bedrag vastgesteld in artikel 81quin-quies, § 2, van dezelfde bijzondere wet. Dat bedrag staat voor de uitgaven die in verband met de gesloten jeugdinstelling in Tongeren nog door de federale over-

13 Op basis van de demografische vooruitzichten tot 2061 gepubli-ceerd door het Federaal Planbureau in maart 2017.

au courant de l’année antérieure à l’année budgétaire. Pour l’année budgétaire (t), on se réfère donc à l’année scolaire (t-1) – (t).

Pour l’année budgétaire 2017, il convient donc de rete-nir l’année scolaire 2016-2017. Le comptage des élèves s’est effectué dans la période du 15 janvier au 1er février 2017. Les résultats de ce comptage ont été approuvés par l’Assemblé général de la Cour des Comptes qui s’est réunie le 4 octobre 2017.

Pour l’année budgétaire 2018, il convient de retenir l’année scolaire 2017 – 2018, avec un comptage du nombre d’élèves qui se déroulera dans la période du 15 janvier au 1er février 2018. Les résultats de ce comptage sont attendus pour septembre – octobre 2018. En atten-dant ces résultats on se réfère à une clé de répartition qui est déduite de l’évolution estimée du nombre d’habi-tants âgés de 6 à 17 ans inclus dans la Communauté flamande et la Communauté française entre le 1er janvier 2017 et le 1er janvier 2018 (13). Cette évolution estimée est ensuite appliquée au nombre d’élèves dans chaque communauté constaté pour l’année scolaire 2016 – 2017.

Tableau 7 – Clé élèves pour les années budgé-taires 2017 – 2018

Dans l’avenir, la répartition de la partie attribuée du produit de la TVA reste donc alignée sur la clé élèves retenue comme indicateur des besoins depuis l’année budgétaire 1999.

Pour ce qui concerne la Communauté flamande, le produit attribué de la TVA visé à l’article 40quinquies, de la même loi spéciale pour les années budgétaires 2015 à 2018, est diminué d’un montant déterminé à l’article 81quinquies, § 2, de la même loi spéciale. Ce montant a trait aux dépenses relatives à l’institution fermée pour jeunes délinquants à Tongres qui sont encore supportées par le pouvoir fédéral. Pour l’année

13 Sur base des projections démographiques jusqu’en 2061 publiées par le Bureau fédéral du Plan en mars 2017.

913036/001DOC 54

heid worden gedragen. Voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, is dat bedrag gelijk aan 1.276.293 euro (excl. saldo (t-1)).

Ten slotte dient op het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw van het begrotingsjaar 2018 nog het definitieve afrekeningssaldo van het vorige begrotingsjaar aangerekend te worden om uiteindelijk te komen tot de overdrachten die in de aangepaste middelenbegroting 2018 worden ingeschreven en op basis waarvan de maandelijkse stortingen aan de deelgebieden vanaf de maand volgend op de maand van publicatie van die aangepaste middelenbegroting zullen bepaald en uitgevoerd worden.

3.2.1.2. De btw-dotatie aan de Duitstalige Ge-meenschap

Wat de Duitstalige Gemeenschap betreft, wordt de vaststelling van het toegewezen gedeelte van de btw-opbrengst met ingang van het begrotingsjaar 2015 geregeld door artikel 58decies van dezelfde wet van 31 december 1983.

Er wordt uitgegaan van een basisbedrag dat wordt bepaald voor het begrotingsjaar 2015. Het basisbedrag 2015 stemt overeen met de helft van de som van:

1° het bedrag bekomen met toepassing van artikel 58septies, § 7, van dezelfde gewone wet: bedoelde algemene federale dotatie (zoals van toepassing tot en met het begrotingsjaar 2014), berekend voor het begrotingsjaar 2015;

2° het bedrag bekomen met toepassing van arti-kel 58octies, van dezelfde gewone wet: de dotatie ter compensatie van het kijk- en luistergeld (zoals van toe-passing tot en met het begrotingsjaar 2014), berekend voor het begrotingsjaar 2015.

Het basisbedrag 2015 is definitief en werd bij de be-grotingscontrole 2018 niet meer aangepast.

budgétaire 2018, ce montant est égal à 1.276.293 euros (hors solde de t-1).

En dernier lieu, il convient d’imputer le solde de décompte définitif de l’année budgétaire précédente sur la partie attribuée du produit de la TVA de l’année bud-gétaire 2018, afin d’obtenir les transferts qui sont inscrits dans le budget ajusté des Voies et Moyens de l’année 2018 et qui forment la base des versements mensuels qui seront fixés et effectués aux entités fédérées à partir du mois qui suit le mois de la publication de ce budget de moyens ajusté.

3.2.1.2. La dotation TVA accordée à la Commu-nauté germanophone

En ce qui concerne la Communauté germano-phone, la fixation de la partie attribuée du produit de la TVA est à partir de l’année budgétaire 2015 réglée par l’article 58decies de la loi spéciale du 16 janvier 1989.

La détermination des moyens part d’un montant de base qui est fixé pour l’année budgétaire 2015. Ce mon-tant de base 2015 correspond à la moitié de la somme:

1° du montant obtenu en application de l’article 58septies, § 7, de la même loi: la dotation générale fédérale (telle qu’appliquée jusqu’à l’année budgétaire 2014 incluse), calculée pour l’année budgétaire 2015;

2° du montant obtenu en application de l’article 58octies, de la même loi: la dotation compensatoire de la redevance radio et télévision (telle qu’appliquée jusqu’à l’année budgétaire 2014 incluse), calculée pour l’année budgétaire 2015.

Le montant de base de 2015 est définitif et n’a plus été modifié à l’occasion du contrôle budgétaire de l’année 2018.

92 3036/001DOC 54

Tabel 8 – Samenstelling van het basisbedrag 2015 van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw aan de Duitstalige Gemeenschap. (x 1.000 EUR)

artikel W 31.12.1983 omschrijving 2015

58decies , eerste lidalgemene federale dotatie berekend voor het begrotingsjaar 2015

148 181,334

58decies , eerste liddotatie compensatie kijk- en luistergeld berekend voor het begrotingsjaar 2015

6 283,286

58decies , eerste lid totaal 154 464,619 à 50% 77 232,310

58decies , eerste lid basisbedrag BTW dotatie 2015 77 232,310 De totale btw-overdracht naar de Duitstalige Ge-

meenschap voor het begrotingsjaar 2015 wordt naast het basisbedrag 2015 ook gevormd door de financiële middelen die vanaf 2015 worden overgedragen omwille van de overheveling van aangelegenheden inzake het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD) en de loopbaanonderbreking. Het hiermee overeen-stemmende bedrag wordt in artikel 58decies, tweede lid, 2°, van dezelfde wet vastgesteld op 1.363.361 euro.

Voor de vaststelling van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw vanaf het begrotingsjaar 2016 wordt uitgegaan van het voor het vorige begro-tingsjaar toegekende bedrag dat wordt geïndexeerd en aangepast aan 91 % van de reële groei van het bbp van 2016 en vervolgens wordt vermenigvuldigd met de verhouding tussen de aanpassingsfactor van het betrokken begrotingsjaar en de aanpassingsfactor van het voorgaande begrotingsjaar.

De wijze van vaststelling van de in artikel 58decies, van dezelfde wet bedoelde aanpassingsfactor werd door de Zesde staatshervorming niet gewijzigd.

Door het definitieve saldo van het vorige begrotings-jaar aan te rekenen op het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw van het begrotingsjaar 2018 wordt de btw-overdracht bekomen die in de aangepaste begroting 2018 wordt voorzien en die ook de basis vormt voor de maandelijkse stortingen aan de Duitstalige Ge-meenschap die zullen bepaald en uitgevoerd worden vanaf de maand volgend op de maand van publicatie van die aangepaste middelenbegroting.

3.2.1.3. De totale btw-overdracht naar de drie gemeenschappen

De totale btw-overdracht voor het begrotingsjaar 2018 naar de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Ge-meenschap en de Duitstalige Gemeenschap is weer-

Tableau 8 – Composition du montant de base 2015 de la partie attribuée du produit de la TVA à la Communauté germanophone (x 1.000 EUR)

A part le montant de base 2015, le transfert total de TVA vers la Communauté germanophone pour l’année budgétaire 2015 est formé par les moyens financiers qui sont transférés à partir de l’année budgétaire 2015 en raison du transfert du Fonds d’équipements et des services collectifs (FESC) et de l’interruption de carrière. Le montant y correspondant est fixé à l’article 58decies, alinéa 2, 2°, de la même loi, il est égal à 1.363.361 euros.

La fixation de la partie attribuée du produit de la TVA à partir de l’année budgétaire 2016 se fait à partir du montant accordé pour l’année budgétaire antérieure qui est d’abord indexé et adapté à 91 % de la croissance réelle du pib de l’année budgétaire concernée et ensuite multiplié par le rapport entre le facteur d’adaptation pour l’année budgétaire concernée et le facteur d’adaptation pour l’année budgétaire précédente.

La façon de calculer le facteur d’adaptation visé à l’article 58decies, de la même loi n’a pas été modifiée par la Sixième Réforme de l’État.

L’imputation du solde définitif de décompte de l’année budgétaire précédente sur la partie attribuée du produit de la TVA de l’année budgétaire 2018 conduit au trans-fert de TVA qui est prévu dans le budget ajusté des voies et moyens de l’année 2018 et qui est à la base des versements mensuels qui seront fixés et effectués à la Communauté germanophone à partir du mois qui suit le mois de la publication de ce budget de moyens ajusté.

3.2.1.3. La totalité du transfert de TVA vers les trois communautés

La totalité du transfert de TVA pour l’année bud-gétaire 2018 après contrôle budgétaire vers la Com-munauté flamande, la Communauté française et la

933036/001DOC 54

gegeven in onderstaande tabel. De definitieve afreke-ningssaldi van het begrotingsjaar 2017 zijn inbegrepen.

Tabel 9 – Btw-overdracht naar de gemeenschap-pen voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscon-trole – (a)

Voorafnemingen op opbrengst BTW (onderdeel van art. X+1, wetsontwerp) artikel BFW

artikel W. 31.12.1983

Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap

Duitstalige Gemeenschap Totaal

x 1.000 EUR - - - - - - -Prélèvements sur le produit de la TVA

(partie de l'art. X+1, projet de loi)article LSF

article L. 31.12.1983

Communauté flamande

Communauté française

Communauté germanophone

Total

2018toegewezen gedeelte BTW opbrengst - part attribuée du produit de TVA

41, tweede lid / alinéa 2

58decies , tweede lid /

alinéa 2 9 477 124,411 7 167 257,307 85 544,072 16 729 925,790

2018Vlaamse Gemeenschap (gesloten instelling Tongeren) - Communauté flamande (institution fermée à Tongeren)

81quinquies , § 2 - -1 276,3 -1 276,3

2017definitief afrekeningssaldo van (t-1) - solde définitif de décompte de (t-1) :

54, § 1, vierde lid / alinéa 4

60 59 028,652 6 750,776 295,410 66 074,838

2015 & 2016

specifieke saldi - soldes spécifiques54, § 1, zesde lid

/ alinéa 60,000 0,000 0,000 0,000

2018BTW overdracht voorzien in de aangepaste begroting van 2018 - transfert de TVA prévu dans le budget ajusté de 2018

36, tweede lid, 1° / alinéa 2, 1°,

53, 81quinquies , § 2

58decies , 60 9 534 876,770 7 174 008,083 85 839,482 16 794 724,335

(a) De overdrachten in ESR benadering zijn in dit geval gelijk aan de overdrachten uitgedrukt in kaster-men.

Bovenstaande bedragen stemmen overeen met het aandeel van de btw-overdracht in de totale overdrachten (zowel in ESR- als in kasoptiek) die voor de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap respectievelijk de Duitstalige Gemeenschap zijn voorzien in artikel 6 van onderhavig wetsontwerp en die in de loop van 2018 aan de betrokken gemeenschappen worden doorgestort bij wijze van voorlopige maandelijkse stortingen.

3.2.2. Het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de gemeen-schappen

De samenstelling van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting werd met ingang van het begrotingsjaar 2015 eveneens her-vormd ingevolge de Zesde Staatshervorming.

Ingevolge de uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten inzake personenbelasting en de daaruit voortspruitende gewestelijke personenbelasting, gebeuren de voorafnames met ingang van het begro-tingsjaar 2015 op de federale personenbelasting, zijnde de personenbelasting waarvoor de federale overheid exclusief bevoegd is.

Communauté germanophone figure dans le tableau ci-dessous. Les soldes définitifs de décompte de l’année budgétaire 2017 y sont intégrés.

Tableau 9 – Transfert de TVA vers les communau-tés pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

(a) Dans ce cas les transferts en approche SEC sont égaux aux transferts en optique caisse.

Ces montants correspondent à la quote-part du transfert de TVA dans la totalité des transferts (tant en approche SEC qu’en optique caisse) qui sont prévus pour la Communauté flamande, la Communauté fran-çaise et la Communauté germanophone à l’article 6 du présent projet de loi; ces montants seront versés aux communautés au courant de l’année 2018 sous forme de versements mensuels provisoires.

3.2.2. La partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral destinée aux communautés

La composition de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral a également subis une réforme à partir de l’année budgétaire 2015 suite à la Sixième Réforme de l’État.

Suite à l’extension de l’autonomie fiscale des régions en matière d’impôt des personnes physiques et l’intro-duction de l’impôt des personnes physiques régional qui en découle, les prélèvements s’effectuent à partir de l’année budgétaire 2015 sur l’impôt des personnes physiques fédéral qui est de la compétence exclusive du pouvoir fédéral.

94 3036/001DOC 54

3.2.2.1. De federale PB dotatie aan de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap

Wat de Vlaamse en de Franse Gemeenschap be-treft, wordt de vaststelling van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting met ingang van het begrotingsjaar 2015 voortaan gere-geld door artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989.

De vaststelling van deze overdrachten gaat uit van een basisbedrag dat wordt bepaald voor het begro-tingsjaar 2015.

Het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting voor het begrotingsjaar 2015 stemt overeen met het basisbedrag.

Dat basisbedrag wordt vastgesteld voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap samen en is als volgt samengesteld:

1° bedrag bekomen met toepassing van artikel 47/1, van dezelfde bijzondere wet: het bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen:

• de met toepassing van artikel 40bis, van dezelfde bijzondere wet bekomen totale bijkomende middelen toegekend in uitvoering van de herfinanciering beslist in het Lambermont-akkoord (zoals van toepassing tot en met het begrotingsjaar 2014), berekend voor het begrotingsjaar 2015;

• het met toepassing van artikel 40quater, van de-zelfde bijzondere wet bekomen totaal bedrag voor het begrotingsjaar 2015 (zie punt 3.2.1.1.);

2° bedrag bekomen met toepassing van artikel 47 van de dezelfde bijzondere wet: basis PB dotatie (zoals van toepassing tot en met het begrotingsjaar 2014), berekend voor het begrotingsjaar 2015;

3° een negatief bedrag van 356.292.000 euro: bijdrage voor het begrotingsjaar 2015 tot de sanering van de overheidsfinanciën.

Het basisbedrag 2015 is definitief en werd bij de be-grotingscontrole 2018 niet meer gewijzigd.

3.2.2.1. La dotation IPP fédéral accordée à la Communauté flamande et la Communauté française.

En ce qui concerne la Communauté flamande et la Communauté française, la fixation de la partie attri-buée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral est à partir de l’année budgétaire 2015 réglée par l’article 47/2 de la loi spéciale du 16 janvier 1989.

La fixation de ces transferts se fait à partir d’un mon-tant de base qui est déterminé pour l’année budgétaire 2015.

Pour l’année budgétaire 2015, la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral correspond au montant de base.

Ce montant de base est déterminé pour la Commu-nauté flamande et la Communauté française réunies et il est composé comme suit:

1° du montant obtenu en application de l’article 47/1, de la même loi spéciale: le montant qui est égal à la différence entre:

• les moyens supplémentaires qui sont accordés en exécution du refinancement décidé dans les accords du Lambermont et qui sont obtenu en application de l’article 40bis, de la même loi spéciale (telle qu’appliqué jusqu’à l’année budgétaire 2014 incluse), calculés pour l’année budgétaire 2015;

• le montant total obtenu en application de l’article 40quater, de la même loi spéciale pour l’année budgé-taire 2015 (voir le point 3.2.1.1.);

2° le montant obtenu en application de l’article 47, de la même loi spéciale: la dotation de base IPP (telle qu’appliquée jusqu’à l’année budgétaire 2014 incluse), calculé pour l’année budgétaire 2015;

3° un montant négatif égal à 356.292.000 euros: la contribution pour l’année budgétaire 2015 dans l’assai-nissement des finances publiques.

Le montant de base de 2015 est définitif et n’a pas été modifié à l’occasion du contrôle budgétaire de l’année 2018.

953036/001DOC 54

Tabel 10 – Samenstelling van het basisbedrag 2015 van het toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale PB aan de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap (x 1.000 EUR)


47/2, § 1, 1° verschil voor het begrotingsjaar 2015 tussen : 1 612 162,460 de bijkomende middelen herfinanciering Lambermont akkoord, berekend voor het begrotingsjaar 2015

2 397 095,616

verschil tussen de begrotingsjaren 2015 en 2010 in bijkomende middelen uitsluitend voortspruitend uit de koppeling van de BTW dotatie aan 91% van de reële groei van het BBP vanaf het begrotingsjaar 2007

784 933,156

47/2, § 1, 2° basis PB dotatie, berekend voor begrotingsjaar 2015 6 619 472,139

47/2, § 1, 3°bijdrage tot sanering overheidsfinanciën, voor het begrotingsjaar 2015 -356 292,000

47/2, § 1 basisbedrag PB dotatie begrotingsjaar 2015 7 875 342,599

Voor de vaststelling van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting van het begrotingsjaar 2016 wordt het voor het vorige begrotingsjaar toegekende bedrag eerst geïndexeerd en aangepast aan 75 % van de reële groei van het bbp van het betrokken begrotingsjaar en vervolgens verminderd met een bedrag gelijk aan 356.292.000 euro.

De vermindering met 356.292.000 euro staat voor de bijdrage van die deelgebieden tot de sanering van de overheidsfinanciën van het begrotingsjaar 2016.

Vanaf het begrotingsjaar 2017 wordt de federale PB dotatie bekomen door het bedrag toegekend voor het vorige begrotingsjaar te indexeren en aan te passen aan een percentage van de reële groei van het bbp. Voormeld percentage bedraagt met ingang van het be-grotingsjaar 2017 55 % op het deel van de reële groei dat lager of gelijk is aan 2,25 % en 100 % op het deel van de reële groei dat hoger is dan 2,25 %. Voor 2018 wordt een reële groei van 1,80 % verwacht, waarvan dus 55 % wordt in rekening gebracht, hetzij een groeivoet van 0,99. %.

Door de economische groei niet integraal door te re-kenen leveren de betrokken deelgebieden een bijdrage tot de financiering van de vergrijzingskosten.

Door te vertrekken van het bedrag van het voor-gaande begrotingsjaar nà toepassing van de bijdrage tot de saneringsinspanning, worden de over 2015 –

Tableau 10 – Composition du montant de base 2015 de la partie attribuée du produit de l’IPP fédé-ral à la Communauté flamande et la Communauté française (x 1.000 EUR)

La fixation de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’année budgétaire 2016 s’effectue à partir du montant accordé pour l’année budgétaire précédente qui est d’abord indexé et adapté à 75 % de la croissance réelle du pib de l’année budgé-taire concernée et ensuite diminué d’un montant égal à 356.292.000 euros.

La déduction du montant égal à 356.292.000 euros représente la contribution de ces entités fédérées à l’assainissement des finances publiques de l’année budgétaire 2016.

A partir de l’année budgétaire 2017 la dotation IPP fédéral est obtenue en partant du montant accordé pour l’année budgétaire précédente qui est ensuite indexé et adapté à un pourcentage de la croissance réelle du pib. Ce pourcentage est égal à 55 % sur la partie de la croissance réelle qui ne dépasse pas 2,25 % et à 100 % sur la partie de la croissance réelle qui dépasse 2,25 %. Pour l’année 2018 une croissance réelle de 1,80 % est prévue, dont 55 % est prise en compte, soit un taux de croissance de 0,99 %.

Du fait de ne pas lier les transferts à l’intégralité de la croissance économique, les entités fédérées concer-nées fournissent une contribution au financement des coûts du vieillissement.

Du fait de partir du montant de l’année budgétaire précédente après l’application de l’effort d’assainis-sement, les contributions cumulées des années 2015

96 3036/001DOC 54

2016 gecumuleerde bijdragen tot de sanering van de overheidsfinanciën op structurele wijze doorgetrokken naar de volgende jaren.

Met ingang van het begrotingsjaar 2015 wordt het aldus voor de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap samen bekomen resultaat tussen beide gemeenschappen verdeeld in verhouding tot de in elke gemeenschap gelokaliseerde ontvangsten van de fede-rale personenbelasting.

De in de Vlaamse Gemeenschap gelokaliseerde ontvangsten van de federale personenbelasting wor-den gevormd door de ontvangsten van de federale personenbelasting die in het Nederlandse taalgebied zijn gelokaliseerd, verhoogd met 20 % van de in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gelokaliseerde ontvangsten van de federale personenbelasting.

De in de Franse Gemeenschap gelokaliseerde ont-vangsten van de federale personenbelasting worden gevormd door de ontvangsten van de federale perso-nenbelasting die in het Franse taalgebied zijn geloka-liseerd, verhoogd met 80 % van de in het tweetalige gebied Brussel–Hoofdstad gelokaliseerde ontvangsten van de federale personenbelasting.

De opbrengsten van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2016, na het verstrijken van de in artikel 359 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 bedoelde aanslagtermijn (termijn van 18 maanden: vastgestelde rechten op 30 juni 2017), zijn gekend.

De verdeelsleutel toegepast in de definitieve toewij-

zingen van het begrotingsjaar 2017 werd op basis van die realisaties van het aanslagjaar 2016 afgeleid (zie parameters opgenomen in tabel 2).

Voor de aangepaste raming van het begrotingsjaar 2018 wordt, in afwachting van de resultaten van het aanslagjaar 2017 – die ten vroegste in augustus 2018 beschikbaar zullen zijn – de verdeelsleutel van de overdrachten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap afgeleid op basis van de in februari 2018 opgestelde raming van de opbrengst van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2017 na het verstrijken van de in artikel 359 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 bedoelde aanslagter-mijn (termijn van 18 maanden: vastgestelde rechten op 30 juni 2018). Die raming vertrekt van de realisaties van het aanslagjaar 2016.

– 2016 à l’assainissement des finances publiques sont persévérées pour les années à venir.

A partir de l’année budgétaire 2015, les moyens obtenus pour la Communauté flamande et la Com-munauté française réunis sont répartis entre ces deux communautés en fonction des recettes de l’impôt des personnes physiques fédéral qui sont localisées dans chaque communauté.

L’impôt des personnes physiques fédéral localisé en Communauté flamande est constitué du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral localisé dans la région de langue néerlandaise, augmenté de 20 % du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral localisé dans la Région bilingue de Bruxelles-Capitale.

L’impôt des personnes physiques fédéral localisé en Communauté française est constitué du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral localisé dans la région de langue française, augmenté de 80 % du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral localisé dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale.

Le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2016, après l’échéance du délai d’imposition visé à l’article 359 du Code des impôts sur les revenus 1992 (délai de 18 mois: droits constatés au 30 juin 2017), est connu.

La clé de répartition appliquée dans les transferts définitifs de l’année budgétaire 2017 a été déduite du produit et de la répartition réalisés de l’exercice d’impo-sition 2016 (voir les paramètres au tableau 2).

Pour l’estimation ajustée des moyens de l’année budgétaire 2018, en attendant les résultats de l’exercice d’imposition 2017 – qui ne seront disponibles qu’en août 2018 – la clé de répartition des transferts entre la Communauté flamande et la Communauté française a été déduite de l’ estimation faite en février 2018 du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2017, après l’échéance du délai d’imposition visé à l’article 359 du Code des impôts sur les revenus 1992 (délai de 18 mois: droits constatés au 30 juin 2018). Les réalisations de l’exercice d’imposition 2016 forment la base de départ de cette estimation.

973036/001DOC 54

Tabel 11 – Verdeelsleutel federale personenbe-lasting voor de begrotingsjaren 2017 - 2018, na begrotingscontrole 2018

per gemeenschap gelokaliseerde ontvangsten van federale

personenbelasting

realisaties : opbrengst federale personenbelasting van het

aanslagjaar 2016

raming : opbrengst federale personenbelasting van het

aanslagjaar 2017- (EUR) - -

recettes de l'impôt des personnes physiques fédéral localisées dans

chaque communauté

réalisations : produit de l'impôt des personnes physiques fédéral

de l'exercice d'impôsition 2016

estimation : produit de l'impôt des personnes physiques fédéral de

l'exercice d'impôsition 2017

Vlaamse Gemeenschap -Communauté flamande

21 442 038 295,23 21 192 515 786,12

65,59523% 65,62401%

Franse Gemeenschap -Communauté française

11 246 374 971,18 11 101 330 207,21

34,404775% 34,375993%Totaal 2 gemeenschappen - Total 2 communautés

32 688 413 266,41 32 293 845 993,34

100,00000% 100,00000%

Op het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting van het begrotingsjaar 2018 dienen de volgende saldi aangerekend te worden om uiteindelijk te komen tot de overdrachten die vanuit ESR optiek in de aangepaste middelenbegroting 2018 worden ingeschreven:

• het definitieve saldo van het begrotingsjaar 2017: het saldo op het niveau van het overgangsbedrag is het gevolg van de definitieve vaststelling van het referen-tiekader 2015 van de gewestelijke fiscale autonomie in de personenbelasting, met name de verdeelsleutel van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2015; het overige deel van het definitieve saldo is toe te schrijven aan de actualisering van de parameters tus-sen februari 2018 en de begrotingscontrole in februari/maart 2017;

• het specifieke saldo van het begrotingsjaar 2015: dat gelijk is aan het verschil tussen 2015 defini-tief (zoals vastgesteld bij de begrotingsopmaak 2018 = begrotingscontrole 2018) en 2015 voorlopig definitief (zoals vastgesteld bij de begrotingscontrole 2016); dit saldo is integraal te wijten aan de definitieve vaststel-ling van het referentiekader 2015 van de gewestelijke fiscale autonomie in de personenbelasting, met name de verdeelsleutel van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2015, die het overgangsbedrag van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap beïnvloedt;

Tableau 11 – Clé de répartition de l’impôt des personnes physiques fédéral pour les années bud-gétaires 2016 - 2017, après contrôle budgétaire 2018

Il faut ensuite imputer les solde précisés ci-après sur la partie attribuée de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’année budgétaire 2018 pour finalement obte-nir les transferts en optique SEC qui sont inscrits dans le budget initial des Voies et Moyens de l’année 2018:

• le solde de décompte définitif de l’année budgé-taire 2017: le solde qui se situe au niveau du montant de transition découle de la fixation définitive du cadre de référence 2015 de l’autonomie fiscale régionale sur l’impôt des personnes physiques, notamment la clé de répartition de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2015; l’autre partie du solde définitif s’explique par l’actualisation des paramètres entre février 2018 et le contrôle budgétaire en février/mars 2017;

• le solde spécifique de l’année budgétaire 2015: ce solde est égale à l’écart entre le 2015 définitif (tel que fixé lors de l’élaboration du budget 2018 = contrôle budgétaire 2018) et le 2015 provisoirement définitif (tel que déterminé lors du contrôle budgétaire 2016); ce solde provient intégralement de la fixation définitive du cadre de référence 2015 de l’autonomie fiscale régionale sur l’impôt des personnes physiques, notamment la clé de répartition de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2015, qui impacte le montant de transition de la Communauté flamande et la Communauté française;

98 3036/001DOC 54

• het specifieke saldo van het begrotingsjaar 2016: dat gelijk is aan het verschil tussen 2016 defini-tief (zoals vastgesteld bij de begrotingsopmaak 2018 = begrotingscontrole 2018) en 2016 voorlopig definitief (zoals vastgesteld bij de begrotingscontrole 2017); dit saldo is integraal te wijten aan de definitieve vaststel-ling van het referentiekader 2015 van de gewestelijke fiscale autonomie in de personenbelasting, met name de verdeelsleutel van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2015, die het overgangsbedrag van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap beïnvloedt en die de verdeling wijzigt van de toewijzin-gen federale PB van het begrotingsjaar 2016 tussen beide Gemeenschappen.

Zoals reeds aangestipt, leidt de toepassing van de in artikel 54, § 1, zesde lid, van de bijzondere financierings-wet bedoelde limietstelling tot 2 % hier niet tot een effec-tieve beperking van de aanrekening van bovenstaande saldi of delen daarvan (i.g.v. definitief saldo 2017) op de maandelijkse stortingen in 2018. De verklaring daarvoor ligt in de aanwezigheid – op het niveau van de gemeen-schappen – van de BTW toewijzingen en de dotaties nieuwe bevoegdheden die de grondslag voor die 2 % beperking in belangrijke mate verbreden. Er is hier dus geen onderscheid tussen de overdrachten in ESR optiek en deze in kasoptiek.

3.2.2.2. De aan de Duitstalige Gemeenschap toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale PB.

Wat de Duitstalige Gemeenschap betreft, wordt de vaststelling van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting voortaan geregeld door de artikelen 58nonies en 58undecies van dezelfde wet van 31 december 1983.

Voor de vaststelling van de in artikel 58nonies, van dezelfde wet bedoelde federale PB dotatie wordt uit-gegaan van een basisbedrag dat wordt bepaald voor het begrotingsjaar 2015. Dat basisbedrag is gelijk aan de andere helft van de som die berekend werd voor de vaststelling van het basisbedrag van de btw-dotatie (zie punt 3.2.1.2.) en bedraagt dus 77.232.310 euro.

Dat basisbedrag is definitief en werd bij de begro-tingscontrole 2018 niet gewijzigd.

De federale PB dotatie voor het begrotingsjaar 2015 wordt bekomen door dat basisbedrag:

• te vermeerderen met een bedrag van 303.702 euro, zijnde de bijkomende middelen die worden toegekend omwille van de overheveling van de bevoegdheden inzake sociale economie;

• te verminderen met een bedrag 2.160.000 euro, zijnde de bijdrage voor het begrotingsjaar 2015 in de sanering van de overheidsfinanciën.

• le solde spécifique de l’année budgétaire 2016: ce solde est égale à l’écart entre le 2016 définitif (tel que fixé lors de l’élaboration du budget 2018 = contrôle budgétaire 2018) et le 2016 provisoirement définitif (tel que déterminé lors du contrôle budgétaire 2017); ce solde provient intégralement de la fixation définitive du cadre de référence 2015 de l’autonomie fiscale régionale sur l’impôt des personnes physiques, notamment la clé de répartition de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2015, qui impacte le montant de transition de la Communauté flamande et de la Communauté française et qui influence la répartition des attributions en matière d’IPP fédéral entre ces deux Communautés pour l’année budgétaire 2016.

Comme indiqué précédemment, l’application de la limitation à 2 % qui est visée à l’article 54, § 1, alinéa 6, de la loi spéciale de financement, ne conduit pas à une restriction effective de l’imputation de ces soldes pré-cités ou de parties de ces soldes (dans le cas du solde définitif de 2017) sur les versements mensuels dans le courant de l’année 2018. Cela s’explique par la pré-sence – au niveau des communautés – des attributions en matière de TVA et des dotations pour les nouvelles compétences qui élargissent la base de calcul de la limitation à 2 %.Par conséquent, une distinction entre les transferts en SEC et ceux en caisse ne s’impose pas.

3.2.2.2. La dotation IPP fédéral accordée à la Communauté germanophone.

En ce qui concerne la Communauté germano-phone, la fixation de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral est dorénavant réglée par les articles 58nonies et 58undecies, de la même loi du 31 décembre 1983.

La détermination de la dotation IPP fédéral visée à l’article 58nonies, de la même loi part d’un montant de base qui est déterminé pour l’année budgétaire 2015. Ce montant de base est égal l’autre moitié de la somme qui a été calculée pour la détermination du montant de base de la dotation TVA (voir point 3.2.1.2.) et s’élève dont à 77.232.310 euros.

Le montant de base de 2015 est définitif et n’a plus été modifié lors du contrôle budgétaire de l’année 2018.

Pour l’année budgétaire 2015, la dotation IPP fédéral est obtenue:

• en majorant ce montant de base des moyens sup-plémentaires, fixés à 303.702 euros, qui sont accordés en raison du transfert des compétences en matière d’économie sociale;

• et en diminuant ce montant de 2.160.000 euros, étant la contribution pour l’année budgétaire 2015 à l’assainissement des finances publiques.

993036/001DOC 54

De in artikel 58nonies, van dezelfde wet bedoelde PB dotatie voor het begrotingsjaar 2015 bedraagt aldus 75.376.012 euro.

Tabel 12 – Samenstelling van het basisbedrag 2015 van het toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale PB aan de Duitstalige Gemeenschap.

(x 1.000 EUR)

artikel W 31.12.1983 omschrijving 201558nonies , eerste lid basisbedrag PB dotatie 2015 77 232,31058nonies , tweede

lid middelen nieuwe bevoegdheden sociale economie, e.a.

303,702

58nonies , tweede lid

bijdrage tot sanering overheidsfinanciën van het begrotingsjaar 2015

-2 160,000

58nonies , vijfde lid toegewezen gedeelte van de PB opbrengst van het begrotingsjaar 2015

75 376,012

Om het totale toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting te bekomen, wordt de federale PB dotatie met ingang van het begrotingsjaar 2015 jaarlijks aangevuld met het in artikel 58undecies van dezelfde wet bedoelde bedrag van 3.038.832 euro. Dat bedrag staat voor 90 % van de zogenaamde trekkingsrechten inzake tewerkstelling, zijnde de bijko-mende middelen ter financiering van de programma’s voor wedertewerkstelling van werklozen die tot en met het begrotingsjaar 2014 werden bepaald in het intussen opgeheven artikel 35, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 (14).

Het aan de Duitstalige Gemeenschap toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale perso-nenbelasting bedraagt dus 78.414.844 euro voor het begrotingsjaar 2015.

Voor het begrotingsjaar 2016 wordt het bedrag dat met toepassing van artikel 58nonies, van dezelfde wet voor het vorige begrotingsjaar werd bekomen eerst ge-indexeerd en aangepast aan 91 % van de reële groei van het bbp van 2016 en vervolgens verminderd met 2.160.000 euro. Deze aftrek vertegenwoordigt de bij-drage van de Duitstalige Gemeenschap tot de sanering van de overheidsfinanciën van het begrotingsjaar 2016.

De aldus verkregen PB dotatie wordt opnieuw aan-gevuld met voormeld bedrag van de trekkingsrechten inzake tewerkstelling (hetzij 3.038.832 euro) om te komen tot het aan de Duitstalige Gemeenschap toe-gewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting van het begrotingsjaar 2016.

14 Die bijkomende middelen werden aan de gewesten toegekend maar aangezien de Duitstalige Gemeenschap zelf de geweste-lijke bevoegdheden dienaangaande uitoefent, werd reeds in het verleden het aandeel van de Gemeenschap in de trekkingsrech-ten voor het Waalse Gewest rechtstreeks aan de Gemeenschap gestort.

La dotation IPP visée à l’article 58nonies, de la même loi, s’élève donc à 75.376.012 euros.

Tableau 12 – Composition du montant de base 2015 de la partie attribuée du produit de l’IPP fédéral à la Communauté germanophone.

(x 1.000 EUR)

Afin d’obtenir la totalité de la partie attribuée du pro-duit de l’impôt des personnes physiques, la dotation IPP fédéral est complétée du montant visé à l’article 58undecies, de la même loi et égal à 3.038.832 euros. Ce montant correspond à 90 % des droits de tirage en matière d’emploi, étant les moyens supplémentaires pour le financement des programmes de remise au travail de chômeurs qui étaient déterminés à l’article 35, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 (article entretemps supprimé) jusqu’à l’année budgétaire 2014 incluse (14).

Ainsi la part attribuée du produit de l’impôt des per-sonnes physiques fédéral revenant à la Communauté germanophone s’élève à 78.414.844 euros pour l’année budgétaire 2015.

Pour l’année budgétaire 2016, le montant obtenu en application de l’article 58nonies, de la même loi, pour l’année budgétaire précédente, est d’abord indexé et adapté à 91 % de la croissance réelle du pib de l’année 2016 et ensuite diminué de 2.160.000 euros. Cette diminution représente la contribution de la Commu-nauté germanophone à l’assainissement des finances publiques de l’année budgétaire 2016.

Afin d’arriver à la partie du produit de l’impôt des per-sonnes physiques fédéral de l’année budgétaire 2016 revenant à la Communauté germanophone, le montant obtenu à l’alinéa précédente est à nouveau complété du montant précité des droits de tirage en matière d’emploi (soit 3.038.832 euros).

14 Ces moyens supplémentaires étaient accordés aux régions, mais comme la Communauté germanophone exerce elle-même les compétences en matière d’emploi, la part communautaire dans les droits de tirage de la Région wallonne était déjà dans le passé versée directement à la Communauté.

100 3036/001DOC 54

Vanaf het begrotingsjaar 2017 wordt de federale PB dotatie bekomen door het bedrag toegekend voor het vorige begrotingsjaar te indexeren en aan te passen aan 91 % van de reële groei van het bbp. Dat resultaat wordt jaarlijks verhoogd met voormeld bedrag van de trekkingsrechten inzake tewerkstelling om de totale voorafname op de opbrengst van de federale perso-nenbelasting te bekomen.

Door te vertrekken van het bedrag van het voorgaan-de begrotingsjaar nà toepassing van de saneringsin-spanning, worden de over 2015 – 2016 gecumuleerde bijdragen tot de sanering van de overheidsfinanciën op structurele wijze doorgetrokken naar de volgende jaren.

De aldus verkregen PB dotatie voor het begrotings-jaar 2018 bedraagt 80.979.643.euro en wordt aangevuld met voormeld bedrag van de trekkingsrechten inzake tewerkstelling (hetzij 3.038.832 euro). Dit brengt het aan de Duitstalige Gemeenschap toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting van het begrotingsjaar 2018 op 84.018.475 euro.

Op dat resultaat dient het definitieve afrekenings-saldo van het vorige begrotingsjaar (+233.568 euro) aangerekend te worden om uiteindelijk te komen tot de overdrachten vanuit ESR optiek die in de aangepaste middelenbegroting 2018 worden ingeschreven (hetzij 84.252.043 euro).

De definitieve vaststelling van het referentiekader 2015 van de gewestelijke fiscale autonomie in de personenbelasting affecteert het aan de Duitstalige Gemeenschap toegewezen federale PB niet, zodat er geen specifieke saldi 2015 – 2016 aanwezig zijn en het definitieve saldo 2017 integraal door de actualisering van de parameters tussen februari 2018 en de begro-tingscontrole 2017 wordt verklaard.

Bijgevolg is de in artikel 54, § 1, zesde lid, van de bijzondere financieringswet hier niet van toepassing en zijn de overdrachten in ESR- en kasoptiek hier dezelfde.

3.2.2.3. Het totale aan de drie gemeenschappen toegewezen gedeelte van de opbrengst van de fe-derale personenbelasting.

Het totale toegewezen gedeelte van de opbrengst van

de federale PB dat aan de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap wordt toegekend voor het begrotingsjaar 2018, na be-grotingscontrole, is weergegeven in onderstaande tabel. De definitieve afrekeningssaldi van het begrotingsjaar 2017 en de specifieke saldi 2016 – 2017 zijn inbegrepen.

A partir de l’année budgétaire 2017, la dotation IPP fédérale est obtenue en partant du montant accordé pour l’année budgétaire précédente qui est ensuite indexé et adapté à 91 % de croissance réelle du PIB de l’année budgétaire concernée. Ce résultat est annuellement augmenté du montant précité des droits de tirage en matière d’emploi afin d’obtenir le montant qui est prélevé sur le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral.

Du fait de partir du montant de l’année budgétaire précédente après l’application de l’effort d’assainis-sement, les contributions cumulées des années 2015 – 2016 à l’assainissement des finances publiques sont persévérées pour les années à venir.

La dotation IPP qui est ainsi obtenue pour l’année budgétaire 2018 s’élève à 80.979.643 euros; après majoration du montant précité des droits de tirage en matière d’emploi (soit 3.038.832 euros), la partie attri-buée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral à la Communauté germanophone est portée à 84.018.475 euros pour l’année budgétaire 2018.

Il faut ensuite imputer le solde de décompte définitif de l’année budgétaire précédente (+233.568 euros) sur la partie attribuée de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’année budgétaire 2018 pour finalement obtenir les transferts exprimés en SEC qui sont inscrits dans le budget ajusté des Voies et Moyens de l’année 2018 (soit 84.252.043 euros).

La fixation définitive du cadre de référence 2015 de l’autonomie fiscale régionale sur l’impôt des personnes physiques n’affecte pas la partie attribuée de l’IPP fédéral à la Communauté germanophone, il se présente donc pas de soldes spécifiques de 2015 – 2016 et le solde de décompte définitif de 2017 est intégralement dû à l’actualisation des paramètres entre février 2018 et le contrôle budgétaire 2017.

De ce fait, l’article 54, § 1, alinéa 6, de la loi spéciale de financement ne s’applique pas et les transferts en SEC sont égaux aux transferts en optique caisse.

3.2.2.3. La totalité de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral desti-née aux trois communautés.

La totalité de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire, qui est accordée à la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germanophone figure dans le tableau ci-dessous. Les soldes définitifs du décompte de l’année budgétaire 2017 y sont intégrés.

1013036/001DOC 54

Tabel 13 – Toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting aan de gemeen-schappen voor het begrotingsjaar 2018, na begro-tingscontrole – (a)

Voorafnames op de opbrengst van de federale PB

(onderdeel van art. X+1, wetsontwerp)


Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap


Totaal

x 1.000 EUR - - - - - - -Prélèvements sur le produit de

l'IPP fédéral (partie de l'art. X+1, projet de loi)



flamandeCommunauté


germanophoneTotal

2018

toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale PB - part attribuée du produit de l'IPP fédéral

47/2, § 258novies ,

tweede lid / alinéa 2

5 382 214,352 2 819 379,227 80 979,643 8 282 573,222

2018

Duitstalige Gemeenschap (trekkingsrechten tewerkstelling) - Communauté germanophone (droits de tirage emploi)

- 58undecies 3 038,832 3 038,832

2018

totaal toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale PB - total des parts attribuées du produit de l'IPP fédéral

47/2, § 2

58novies , tweede lid /

alinéa 2, 58undecies

5 382 214,352 2 819 379,227 84 018,475 8 285 612,054

2017definitief afrekeningssaldo van (t-1) - solde définitif du décompte de (t-1) :

54, § 1, vierde lid /

alinéa 460 6 290,665 9 105,094 233,568 15 629,327

2015 & 2016

specifieke saldi - soldes spécifiques

54, § 1, zesde lid /

alinéa 6649,353 -649,353 0,000 0,000

2018

PB overdracht voorzien in de aangepaste begroting van 2018 - transfert d'IPP prévu dans le budget ajusté de 2018

53 60 5 389 154,370 2 827 834,968 84 252,043 8 301 241,381

(a) Op het niveau van de gemeenschappen zijn in

de begroting 2018 de overdrachten uitgedrukt in ESR optiek dezelfde als deze uitgedrukt in kastermen omdat de in artikel 54, § 1, zesde lid, van de bijzondere finan-cieringswet voorziene limiet van 2 % niet resulteert in een effectieve beperking van de aanrekening van de saldi op de stortingen in 2018.

Op deze bedragen dienen nog het overgangsme-chanisme en de responsabiliseringsbijdrage inzake pensioenen aangerekend te worden.

3.2.3. Het overgangsmechanisme voor de ge-meenschappen

Voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2033 wordt een overgangsmechanisme toegepast. Dat overgangs-mechanisme moet ervoor zorgen dat voor het aanvangs-jaar van het hervormde financieringsstelsel, hetzij het begrotingsjaar 2015, enerzijds elk deelgebied middelen ontvangt die minstens gelijk zijn aan de middelen waarin de vóór 2015 bestaande bijzondere financieringswet voorzag voor de bestaande bevoegdheden, en ander-zijds, voor de financiering van de vanaf 2015 overge-

Tableau 13 – Partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral aux communautés pour l’année budgétaire 2018, après contrôle bud-gétaire - (a)

(a) Au niveau des communautés, les transferts retenus dans le présent budget de l’année 2018 sont les mêmes qu’ils soient exprimés en SEC ou en caisse, en raison du fait que la limite prévue à l’article 54, § 1, alinéa 6, de la loi spéciale de financement ne donne pas lieu à une restriction effective de l’imputation des soldes sur les versements opérés dans le courant de l’année 2018.

Le mécanisme de transition et la cotisation de res-ponsabilisation en matière de pensions doivent encore être imputés sur ces montants.

3.2.3. Le mécanisme de transition pour les com-munautés

Pour les années budgétaires 2015 à 2033 incluse un mécanisme de transition est d’application. Ce méca-nisme de transition tend à garantir que, pour l’année de départ de la réforme du système de financement des communautés et des régions, à savoir l’année budgétaire 2015, d’une part, que chaque entité reçoive des moyens au moins équivalents à ceux prévus par la loi spéciale de financement existante avant 2015 pour

102 3036/001DOC 54

dragen nieuwe bevoegdheden, geen enkele entiteit wint of verliest, en dat elk deelgebied dus van bij het begin beschikt over de middelen die overeenkomen met haar noden, zonder afbreuk te doen aan de andere doelein-den van de hervorming, zijnde de correcte financiering van Brussel, de deelname van elke deelstaat in de sanering van de openbare financiën, de lastenverdeling als gevolg van de vergrijzing en de responsabilisering van de gewesten inzake klimaat.

Artikel 48/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 regelt de vaststelling van het overgangs-bedrag van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap.

Artikel 58novodecies, van dezelfde wet van 31 de-cember 1983 regelt de vaststelling van het overgangs-bedrag van de Duitstalige Gemeenschap.

Het overgangsbedrag wordt vastgesteld voor het

begrotingsjaar 2015 maar is gebaseerd op gegevens die in sommige gevallen slechts in de loop van 2017, dus na de begrotingscontrole 2016 en soms zelfs na de begrotingscontrole 2017, bekend zijn geworden. Daarom was het in de voorgaande begrotingsfasen weerhouden overgangsbedrag voor de begrotingsjaren 2015 tot 2017 nog steeds een geraamd bedrag, in afwachting van het definitieve bedrag van het overgangsmechanisme.

Het in onderhavig ontwerp weerhouden overgangsbe-drag is het definitieve bedrag omdat ook de gerealiseer-de ontvangsten van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2015 (vastgestelde rechten, toestand 30 juni 2016), zoals bedoeld in artikel 7, derde lid, van de bijzondere financieringswet, gekend zijn. De lokalisatie van deze ontvangsten beïnvloedt het overgangsbedrag dat betrekking heeft op de toegewezen gedeelten van de federale PB (en de BTW), zoals bedoeld in artikel 48/1, § 1, eerste lid, 1°, van de bijzondere financieringswet. .

Met ingang van het begrotingsjaar 2016 wordt het overgangsmechanisme uitgebreid met het overgangs-bedrag dat betrekking heeft op de in artikel 47/9, van dezelfde bijzondere wet en artikel 58septiesdecies, van dezelfde gewone wet, bedoelde dotatie “investeringen ziekenhuizen” die aan de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie met ingang van het begrotingsjaar 2016 wordt toegekend.

Voor de vaststelling van dit overgangsbedrag wordt bedoelde dotatie verminderd met het bedrag van de financieringen die door de federale overheid voor de betrokken entiteiten worden verzekerd, overeenkomstig artikel 47/9, § 4, van dezelfde bijzondere wet en artikel 58septiesdecies, tweede lid, van dezelfde gewone wet.

ses compétences existantes, et que d’autre part, pour le financement des nouvelles compétences transférées à partir de 2015, chaque entité ne soit ni gagnante ni perdante, et qu’elle dispose donc, au départ, de moyens correspondant à ces besoins, ceci sans préjudice bien entendu, des autres objectifs poursuivis par la réforme, à savoir le juste financement de Bruxelles, la participation de chaque entité à l’assainissement des finances publiques, le partage des charges résultant du vieillissement et la responsabilisation des régions en matière de climat.

La fixation du montant de transition de la Commu-nauté flamande et la Communauté française est réglée à l’article 48/1, § 1er de la même loi spéciale du 16 janvier 1989.

La fixation du montant de transition de la Communau-té germanophone est réglée à l’article 58novodecies, de la même loi du 31 décembre 1983.

Le montant de transition est fixé pour l’année bud-gétaire 2015 mais sa fixation se base sur des données qui, dans certains cas, n’étaient connues que dans le courant de l’année 2017, donc après le contrôle budgétaire 2016 et dans certains cas mêmes après le contrôle budgétaire 2017. Par conséquent, le montant de transition qui a été retenu dans les phases budgé-taires antérieures pour les années budgétaires 2015 à 2017 n’était qu’une estimation, en attendant le montant définitif du mécanisme de transition.

Le montant de transition qui est retenu dans le présent projet est le montant définitif car les recettes réalisées de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2015 (droits constatés, situation au 30 juin 2016), telles que visées à l’article 7, alinéa 3, de la loi spéciale de financement, sont connues. La localisation de ces recettes influence la montant de transition relatif aux parts attribuées de l’IPP fédéral (et de la TVA), telle que visé à l’article 48/1, § 1, alinéa 1, 1°, de la loi spéciale de financement.

A partir de l’année budgétaire 2016, le mécanisme de transition est élargi du montant de transition se rap-portant à la dotation “investissements hôpitaux” visée à l’article 47/9, de la même loi spéciale et à l’article 58sep-tiesdecies, de la même loi; cette dotation est accordée aux communautés et à la Commission communautaire commune à partir de l’année budgétaire 2016.

Pour déterminer ce montant de transition, le montant de la dotation en question est diminué du montant des financements qui sont assurés par le pouvoir fédéral pour le compte des entités concernées, conformément à l‘article 47/9, § 4, de la même loi spéciale et à l’article 58septiesdecies, alinéa 2, de la même loi.

1033036/001DOC 54

Het totale overgangsbedrag dat per deelgebied wordt bepaald, blijft in nominale waarde constant gedurende de jaren 2015 (respectievelijk 2016 voor wat het over-gangsbedrag met betrekking tot de dotatie “investerin-gen ziekenhuizen” betreft) tot en met 2024 en zal vanaf 2025 tot en met 2034 over 10 jaar lineair afnemen tot nul.

Tabel 14 – Overgangsbedrag van de gemeen-schappen voor het begrotingsjaar 2018, na begro-tingscontrole


Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap

GGC Duitstalige

GemeenschapTotaal

2018 - - - - - - -

(x 1.000 EUR)article LSF

article L. 31.12.1983Communauté

flamandeCommunauté

françaiseCCC

Communauté germanophone

Total

overgangsmechanisme - mécanisme de transition -152 794,922 155 362,217 35 737,649 9 080,791 47 385,735= overgangsbedrag (aanrekening op toegewezen gedeelten federale PB opbrengst) - = montant de transition (imputation sur les parties attribuées du produit de l'IPP fédéral)

basisbedrag 2016 - montant de base 2016art 48/1, § 1, eerste lid / alinéa 1er

58novodecies , § 1, eerste lid / alinéa 1er -152 794,922 155 362,217 35 737,649 9 080,791 47 385,735

toegewezen belastingopbrengsten (PB en BTW) - parties attribuées du produit d'impôts (IPP et TVA)

1° n.v.t. / pas d'applic. -29 326,816 187 869,364 0,000 0,000 158 542,548

kinderbijslagen - allocations familiales 2° 1° 78 005,939 -49 686,342 -28 319,598 8 807,074 8 807,074ouderenzorg - soins personnes âgées 3° 2° -34 479,444 -6 729,294 41 208,739 -1 340,352 -1 340,352diverse gezondheidszorgen en hulp aan personen - soins de santé divers et aides aux personnes

4° 3° -34 224,984 -28 239,000 99 845,885 2 564,324 39 946,225

justitiehuizen - maisons de justice 5° 4° 9 745,966 -9 844,223 0,000 98,256 -0,001diverse bevoegdheden (geintegreerd in BTW dotatie) - compétences diverses (intégrées dans la dotation TVA)

6° n.v.t. / pas d'applic. -100 650,737 -57 875,957 -15,854 0,000 -158 542,548

budgettaire neutraliteit sociale bijdragen overdracht gezinsbijslagen - neutralité budgétaire cotisations sociales transfert d'allocations familiales

7° n.v.t. / pas d'applic. -4 553,362 4 526,332 0,000 0,000 -27,030

instellingen in BHG (wijziging voogdij-entiteit) - institutions dans la RBC (changement de l'entité de tutelle)

tweede tot vierde lid /

n.v.t. / pas d'applic. 0,000 82 834,684 -82 834,684 0,000 0,000

investeringen ziekenhuizen (vanaf begrotingsjaar 2016) - investissements hôpitaux (à partir de l'année budgétaire 2016)

§ 4 § 2 -37 311,485 32 506,654 5 853,161 -1 048,511 -0,180

bedrag overgangsmechanisme begrotingsjaar 2017 - montant du mécanisme de transition année budgétaire 2017 :

48/1, § 4, eerste lid / alinéa 1er :

58novodecies , § 1, tweede lid / alinéa 2

en/et § 2, tweede lid / alinéa 2

-152 794,922 155 362,217 35 737,649 9 080,791 47 385,735

definitief afrekeningssaldo van (t-1) - solde définitif de décompte de (t-1) :54, § 1,

vierde lid / alinéa 4

60 690,022 -690,022 0,000 0,000 0,000

specifieke saldi 2015 & 2016 - soldes spécifiques de 2015 & 201654, § 1, zesde lid / alinéa 6

-10 951,036 10 951,036 0,000 0,000 0,000

bedrag overgangsmechanisme voorzien in de aangepaste begroting 2018 - montant du mécanisme de transition prévu dans le budget 2018 ajusté :

53 60 -163 055,936 165 623,232 35 737,649 9 080,791 47 385,735

Overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzon-

dere wet wordt (en zonder rekening te houden met het definitieve afrekeningssaldo van 2017 en de specifieke saldi van 2015 en 2016):

• de absolute waarde van voormeld overgangsbe-drag van de Vlaamse Gemeenschap (-152.794.922 euro) toegevoegd aan de in artikel 47/2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde federale PB dotatie voor het begrotingsjaar 2018,

• voormeld overgangsbedrag van de Franse Gemeen-schap (+155.362.217 euro) in mindering gebracht van haar federale PB dotatie voor datzelfde begrotingsjaar.

Overeenkomstig artikel 58novodecies, § 3, van de-zelfde wet wordt (en zonder rekening te houden met het definitieve afrekeningssaldo van 2017):

• voormeld overgangsbedrag van de Duitstalige Ge-meenschap (+9.080.791 euro) in mindering gebracht

Le montant de transition total qui est fixé par entité fédérée restera nominalement constant durant les années 2015 (voir 2016 pour ce qui concerne le montant de transition se rapportant à la dotation “investissements hôpitaux”) jusqu’à 2024 incluse, puis, à partir de 2025 jusqu’à 2034 incluse, sera réduit linéairement sur 10 ans jusqu’à zéro.

Tableau 14 – Montant de transition des commu-nautés pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

Conformément à l’article 48/1, § 5, de la même loi spéciale (et sans tenir compte du solde de décompte définitif de 2017 et des soldes spécifiques de 2015 et 2016 ):

• la valeur absolue du montant de transition de la Communauté flamande (-152.794.922 euros est ajoutée à la dotation IPP fédérale visée à l’article 47/2, de la même loi spéciale, pour l’année budgétaire 2018,

• le montant de transition de la Communauté française (+155.362.217 euros) est déduite de sa dotation IPP fédéral pour cette même année budgétaire.

Conformément à l’article 58novodecies, § 3, de la même loi (et sans tenir compte du solde définitif de décompte de 2017):

• le montant de transition de la Communauté germa-nophone (+9.080.791 euros) est déduite de sa dotation

104 3036/001DOC 54

van de federale PB dotatie bedoeld in artikel 58nonies, van dezelfde wet.

3.2.4. De responsabiliseringsbijdrage inzake pensioenen voor de gemeenschappen

Wat de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Ge-meenschap betreft, wordt de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde responsabiliseringsbijdrage inzake pensioenen in mindering gebracht van de in artikel 47/2, van dezelfde bijzondere wet bedoelde federale PB dotatie.

Wat de Duitstalige Gemeenschap betreft, wordt de

in artikel 60quater, van dezelfde wet van 31 december 1983 bedoelde responsabiliseringsbijdrage inzake pen-sioenen in mindering gebracht van de in artikel 58no-nies, van dezelfde wet bedoelde federale PB dotatie.

Voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2020 zijn de bedragen van de jaarlijks verschuldigde responsa-biliseringsbijdragen vastgesteld per gemeenschap in voormeld artikel 65quinquies, § 1, tweede lid, 1° en 2°, van dezelfde bijzondere wet respectievelijk voormeld artikel 60quater, tweede lid, van dezelfde wet.

Voor het begrotingsjaar 2018 zijn de bijdragen gelijk aan:

• voor de Vlaamse Gemeenschap: zie aanrekening op niveau van het Vlaamse Gewest (112.417.416 euro)

• voor de Franse Gemeenschap: 74.451.122 euro• voor de Duitstalige Gemeenschap: 1.172.946 euro.

De aftrek wordt uitgevoerd op de voorschotten die aan de betrokken gemeenschappen krachtens artikel 54, § 1, derde lid, van dezelfde bijzondere wet maandelijks worden gestort inzake deze toegewezen gedeelten van de federale personenbelasting.

Voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2020 gebeurt

die aftrek maandelijks, vanaf 1 januari van het betrok-ken begrotingsjaar, ten belope van 1/12de van het per gemeenschap vastgestelde bedrag van de jaarlijkse verschuldigde responsabiliseringsbijdrage. Die aftrek gebeurde een eerste maal op 1 januari 2015.

3.2.5. De totale federale PB overdracht naar de drie gemeenschappen

De totale federale PB overdracht naar de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duits-talige Gemeenschap is voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, weergegeven in onderstaande tabel.

IPP fédérale visée à l’article 58nonies, de la même loi spéciale.

3.2.4. La cotisation de responsabilisation pension pour les communautés

En ce qui concerne la Communauté flamande et la Communauté française, la cotisation de responsabili-sation pension visée à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 est portée en déduction de la dotation IPP fédéral visée à l’article 47/2, de la même loi spéciale de financement.

En ce qui concerne la Communauté germano-phone, la cotisation de responsabilisation pension visée à l’article 60quater, de la même loi du 31 décembre 1983, est portée en déduction de la dotation IPP fédéral visée à l’article 58nonies, de la même loi.

Pour les années budgétaires 2015 à 2020 incluse, les montants de la cotisation de responsabilisation qui sont annuellement dus, sont fixés par communauté respectivement à l’article 65quinquies, § 1er, alinéa 2, 1° et 2°, de la même loi spéciale et à l’article 60quater, alinéa 2 de la même loi.

Pour l’année budgétaire 2018 ces cotisations sont égales à:

• pour la Communauté flamande: voir imputations au niveau de la Région flamande (112.417.416 euros),

• pour la Communauté française: 74.451.122 euros,• pour la Communauté germanophone: 1.172.946

euros.

Cette déduction sera exécutée sur les acomptes relatifs à ces parts attribuées de l’impôt des personnes physiques fédéral, qui sont mensuellement attribués aux communautés concernées en vertu de l’article 54, § 1er, alinéa 3, de la même loi spéciale.

Pour les années budgétaires 2015 et 2020, cette dé-duction mensuelle s’effectuera à partir du 1er janvier de l’année budgétaire concernée, à concurrence de 1/12ème

du montant établi par communauté de la contribution de responsabilisation annuelle due. Cette déduction a été effectuée la première fois le 1er janvier 2015.

3.2.5. La totalité du transfert d’IPP fédéral vers les trois communautés

La totalité du transfert d’IPP fédéral pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire, vers la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germanophone figure dans le tableau ci-dessous.

1053036/001DOC 54

Tabel 15 – Federale PB overdracht naar de ge-meenschappen voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole

Voorafnames op de opbrengst van de federale PB

(onderdeel van art. X+1, wetsontwerp)


Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap


Totaal

(x 1.000 EUR) - - - (a) - - -Prélèvements sur le produit de

l'IPP fédéral (partie de l'art. X+1, projet de

loi)



flamandeCommunauté


germanophoneTotal

2018toegewezen gedeelte opbrengst federale PB - partie attribuée du produit de l'IPP fédéral

47/2, 53, 2° 58novies , 60 5 389 154,370 2 827 834,968 84 252,043 8 301 241,381

2018bedrag overgangsmechanisme - montant du mécanisme de transition

48/1, §§ 1, 4 en 558novodecies ,

§§ 1 & 3163 055,936 -165 623,232 -9 080,791 -11 648,086

2018responsabiliseringsbijdrage pensioenen - cotisation de responsabilisation pensions (a)

65quinquies 60quater 0,000 -74 451,122 -1 172,946 -75 624,068

2018

voorafname op federale PB voorzien in de aangepaste begroting 2018 - prélèvement sur l'IPP fédéral prévu dans le budget ajusté de 2018

36, § 2, 53, 2°, 48/1, §§ 1, 4 en 5,

65quinquies

58novies , 60, 58novodecies,

§§ 1 en 3, 60quater

5 552 210,306 2 587 760,615 73 998,306 8 213 969,227

(a) Responsabiliseringsbijdrage Vlaamse Gemeen-schap: zie responsabiliseringsbijdrage van het Vlaamse Gewest.

Bovenstaande bedragen stemmen overeen met het aandeel van de federale PB overdracht in de totale over-drachten (zowel in ESR- als in kas-optiek) die voor de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap res-pectievelijk de Duitstalige Gemeenschap zijn voorzien in artikel 6 van onderhavig wetsontwerp en die in de loop van 2018 aan de gemeenschappen worden doorgestort bij wijze van voorlopige maandelijkse stortingen.

4. Overdrachten naar het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest inzake toegewezen gedeelten van de op-brengst van de federale personenbelasting

4.1. Wettelijke basis

Artikel 7 van onderhavig ontwerp bepaalt, in uitvoe-ring van artikel 53 van de dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, de geraamde overdrachten naar het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, voor het begrotingsjaar 2018 na begrotingscontrole, voor wat de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting, de zogenaamde federale PB overdracht of federale PB dotatie betreft.

In de in artikel 1, § 2, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 opgesomde financieringsbronnen

Tableau 15 – Transfert d’ IPP fédéral aux commu-nautés pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

(a) Cotisation de responsabilisation de la Commu-nauté flamande: voir la cotisation de responsabilisation de la Région flamande.

Ces montants correspondent à la quote-part du transfert d’IPP fédéral dans la totalité des transferts (en optique SEC comme en optique caisse) qui sont prévus pour la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germanophone à l’article 6 du présent projet de loi; ces montants seront versés aux communautés au courant de l’année 2018 sous forme de versements mensuels provisoires.

4. Transferts vers la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale en matière des parts attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral

4.1. Base légale

Conformément à l’article 53 de la loi spéciale du 16 janvier 1989, l’article 7 du présent projet fixe, pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire, les transferts estimés en matière de parts attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral, vers la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale, nommé le transfert d’IPP fédéral ou dotation IPP fédéral.

Dans l’énumération des sources de financement des régions qui figure à l’article 1er, § 2, de la même loi

106 3036/001DOC 54

van de gewesten worden deze overdrachten vermeld in het 4°: “toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen en heffingen”.

Deze overdrachten werden grondig geherstructureerd met ingang van het begrotingsjaar 2015, ingevolge de Zesde Staatshervorming. De toepassing van de be-staande berekeningsregels (de artikelen 33, 33bis en 34, § 1, van dezelfde bijzondere wet) wordt beperkt tot en met het begrotingsjaar 2014, behalve voor wat de vaststelling betreft, specifiek voor het begrotingsjaar 2015, van:

• de autonomiefactor met betrekking tot de uitgebreide fiscale autonomie van de gewesten inzake personen-belasting,

• het bedrag van het overgangsmechanisme.

De toegewezen gedeelten van de opbrengst van de federale personenbelasting worden met ingang van het begrotingsjaar 2015 gevormd door de in artikelen 35octies tot 35decies, van dezelfde bijzondere wet be-doelde middelen, zijnde de “restdotatie”, respectievelijk de dotatie “werk” en de dotatie “fiscale uitgaven”.

De overdrachten opgenomen in artikel 7 van onder-havig ontwerp houden daarnaast ook rekening met de in artikel 1, § 2, 6° en 7°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde financieringsbronnen, zijnde:

• een mechanisme voor nationale solidariteit, bedoeld in artikel 48 van dezelfde bijzondere wet,

• een overgangsmechanisme voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2033, bedoeld in artikel 48/1, § 2, van dezelfde bijzondere wet.

Het totale nationale solidariteitsbedrag wordt over-eenkomstig artikel 48, § 6, van dezelfde bijzondere wet gevormd door een gedeelte van de opbrengst van de fe-derale personenbelasting. Het per gewest vastgestelde solidariteitsbedrag is begrepen in de respectieve over-dracht vastgesteld in artikel 7 van onderhavig ontwerp.

Het overgangsbedrag wordt overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzondere wet hetzij in mindering gebracht van, hetzij toegevoegd aan het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personen-belasting, naargelang het overgangsbedrag positief of negatief is. Het per gewest vastgestelde overgangsbe-drag is begrepen in het respectieve toegewezen bedrag dat in artikel 7 van onderhavig ontwerp voor elk gewest is ingeschreven.

De in artikel 7 van onderhavig ontwerp vastgestelde overdrachten bevatten ook de middelen bedoeld in de artikelen 64quater en 64quinquies, van dezelfde bijzondere wet die met ingang van het begrotingsjaar 2014 aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden toegekend in het kader van de correcte financiering van de Brusselse Instellingen. Het betreft:

spéciale, ces transferts sont repris au 4°: “des parties attribuées du produit d’impôts et de perceptions”.

Ces transferts sont profondément réformés à partir de l’année budgétaire 2015, suite à la Sixième réforme de l’État. L’application des règles de calcul existants (les articles 33 , 33bis et 34, § 1er, de la même loi spéciale) est limitée jusqu’à l’année budgétaire 2014 incluse, sauf pour ce qui concerne la fixation, spécifiquement pour l’année budgétaire 2015, des éléments suivants:

• le facteur d’autonomie relatif à l’extension de l’auto-nomie des régions en matière de l’impôt des personnes physiques

• le montant de transition.

A partir de l’année budgétaire 2015, les parties attri-buées du produit de l’impôt des personnes physiques sont formées par les moyens visés aux articles 35octies à 35decies, de la même loi spéciale, étant la “dotation divers”, la dotation “emploi” et la dotation “dépenses fiscales”.

Les transferts figurant à l’article 7 du présent projet tiennent également compte des sources de finance-ment visées à l’article 1er, § 2, 6° et 7°, de la même loi spéciale, soit:

• un mécanisme de solidarité nationale, visé à l’article 48, de la même loi spéciale,

• pour les années budgétaires 2015 à 2033 incluse, un mécanisme de transition visé à l’article 48/1, § 2, de la même loi spéciale.

Le montant total de la solidarité nationale est prélevé annuellement sur le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral, conformément à l’article 48, § 6, de la même loi spéciale . Le montant de la solidarité nationale fixé par région est compris dans les transferts respectifs qui sont prévus à l’article 7 du présent projet.

Conformément à l’article 48/1, § 5, de la même loi spéciale, le montant de transition est soit porté en déduction de, soit ajouté à la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral, selon que le montant de transition est positif ou négatif. Le montant de transition fixé par région est donc compris dans les montants retenus à l’article 7 du présent projet.

Les transferts figurant à l’article 7 du présent projet contiennent également les moyens qui sont visées aux articles 64quater et 64quinquies, de la même loi spé-ciale et qui sont accordés à la Région de Bruxelles-Ca-pitale dans le cadre du juste financement des Institutions bruxelloises. Il s’agit:

1073036/001DOC 54

• de overdracht ter compensatie van het verlies aan ontvangsten uit de inkomstenbelastingen ingevolge de belangrijke stromen van pendelaars vanuit het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest; deze overdracht wordt door deze twee gewesten ten laste genomen (15);

• de overdracht ter compensatie van het verlies aan ontvangsten uit de inkomstenbelastingen ingevolge de talrijke aanwezigheid van internationale ambtenaren; deze overdracht wordt door de federale overheid ten laste genomen.

Zowel de toekenning aan het Brusselse Hoofdstede-lijke Gewest als de ten laste neming door de twee andere gewesten is begrepen in de in artikel 7 van onderhavig ontwerp weerhouden bedragen.

Naast de aanrekening van het in artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzondere wet bedoelde overgangsbedrag dat, indien het positief is, wordt afgetrokken van de in de artikelen 35octies tot 35decies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde overdrachten aan de gewesten, wordt te-vens de in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde responsabiliseringsbijdrage inzake pen-sioenen in mindering gebracht van deze overdrachten.

De in artikel 7 van onderhavig ontwerp bepaalde overdrachten zijn vastgesteld na aftrek van het over-gangsbedrag en de responsabiliseringsbijdrage.

Voor de toelichting van de berekeningswijze van voormelde overdrachten en aanrekeningen voor het begrotingsjaar 2015 en volgende begrotingsjaren wordt verwezen naar de Toelichting bij het voorstel van bij-zondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden (Doc. Kamer 53 2974/001 – 24 juli 2013, 2012-2013).

Hierna volgt de cijfermatige samenstelling van de overdrachten voor het begrotingsjaar 2018 na begro-tingscontrole en wordt indien nodig het onderscheid gemaakt tussen de overdrachten in ESR benadering en de overdrachten volgens kas-optiek.

4.2. De federale PB overdracht naar de gewes-ten.

Zoals uiteengezet in punt 4.1. zijn de in artikel 7 van onderhavig ontwerp bepaalde overdrachten als volgt samengesteld:

• de federale PB dotatie bestaande uit:

15 De verdeling van de overdracht van de begrotingsjaren 2014 tot 2018 tussen het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest gebeurde volgens een geraamde verdeelsleutel omdat de laatst beschikbare volledige gegevens inzake stromen van pendelaars nog betrekking hebben op het jaar 2010. Er zal worden nagegaan hoe de kloof tussen het begrotingsjaar en het gegevensjaar kan ingeperkt worden.

• du transfert accordé en compensation de la perte de recettes en matière d’impôts sur le revenus, suite aux flux importants de navetteurs venant de la Région flamande et la Région wallonne; ce transfert est prise en charge par ces deux régions (15);

• du transfert accordé en compensation de la perte de recettes en matière d’impôts sur le revenus, suite à une présence importante de fonctionnaires internationaux; ce transfert est prise en charge par le pouvoir fédéral.

L’attribution à la Région bruxelloise ainsi que la prise en charge par les deux autres régions, sont compris dans les montants figurant à l’article 7 du présent projet.

A part l’imputation du montant de transition visé à l’article 48/1, § 5, de la même loi spéciale, qui est porté en déduction des transferts visés aux articles 35octies à 35decies, de la même loi spéciale quand il est positif, la cotisation de responsabilisation pension, visée à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale, est également portée en déduction de ces transferts.

Les transferts repris à l’article 7 du présent projet ont donc été fixés après la déduction du montant de transition et de la cotisation de responsabilisation.

Pour un commentaire détaillé sur le mode calcul de ces deux transferts, le lecteur est renvoyé aux Déve-loppements de la proposition de loi spéciale portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l’autonomie fiscale des ré-gions et financement des nouvelles compétences (DOC Chambre 53 2974/001 – 24 juillet 2013, 2012-2013).

Dans la suite du texte la composition chiffrée des transferts pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire est exposée et si nécessaire, la distinction est faite entre les transferts exprimés en SEC et ceux formulés en optique caisse.

4.2. Le transfert d’IPP fédéral vers les régions

Comme expliqué au point 4.1., les transferts détermi-nés à l’article 7 du présent projet se composent:

• la dotation IPP fédéral formée par:

15 Comme les dernières données complètes relatives aux flux de navetteurs ne se rapportent qu’à l’année 2010, la répartition du transfert des années budgétaires 2014 à 2018 entre la Région flamande et la Région wallonne s’est fait selon une clé de répar-tition estimée. Il sera examiné comment la rupture entre l’année budgétaire et l’année des données peut être limitée.

108 3036/001DOC 54

— de restdotatie (art. 35octies, van dezelfde bijzon-dere wet),

— de dotatie “werk” (art. 35nonies),— de dotatie “fiscale uitgaven” (art. 35decies).

• het mechanisme voor nationale solidariteit (art. 48, van dezelfde bijzondere wet),

• in plus of in min: het overgangsmechanisme (art. 48/1, van dezelfde bijzondere wet),

• de toekenning en de ten laste neming van de mid-delen “compensatie pendelaars” (art. 64quater, van dezelfde bijzondere wet) en de toekenning van de mid-delen “compensatie internationale ambtenaren” (art. 64quinquies),

• in min: de responsabiliseringsbijdrage inzake pensi-oenen (art. 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet).

Op deze overdrachten worden de definitieve afreke-ningssaldi van het begrotingsjaar 2017 aangerekend alsook de specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 en 2016 die voortvloeien uit de definitieve vaststelling van het referentiekader 2015 van de gewestelijke fiscale autonomie in de personenbelasting.

Het detail van de vaststelling van die afrekeningssaldi van het begrotingsjaar 2017 en van de specifieke saldi 2015 – 2016 is opgenomen in bijlage bij onderhavige verantwoording.

In onderstaande tabel worden deze overdrachten van de opbrengst van de federale personenbelasting naar de gewesten voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, weergegeven.

— la “dotation diverse” (art. 35octies, de la même loi spéciale)

— la dotation “emploi” (art. 35nonies)— la dotation “dépenses fiscales” (art. 35decies)

• le mécanisme de solidarité nationale (art. 48, § 2, de la même loi spéciale)

• en plus ou en moins: le mécanisme de transition (art. 48/1, § 2, de la même loi spéciale)

• l’attribution et la prise en charge des moyens “compensation navetteurs” (art. 64quater, de la même loi spéciale) et l’attribution des moyens “compensation fonctionnaires internationaux” (art. 64quinquies)

• en moins: la cotisation de responsabilisation pension (art. 65quinquies, de la même loi spéciale).

Sur ces transferts sont imputés les soldes de dé-compte définitif de l’année budgétaire 2017 ainsi que les soldes spécifiques des années budgétaires 2015 et 2016 qui proviennent de la fixation définitive du cadre de référence 2015 de l’autonomie fiscale régionale sur l’impôt des personnes physiques.

Le détail de la fixation de ces soldes du décompte de l’année budgétaire 2017 et des soldes spécifiques de 2015 -2 016 figure en annexe à la présente justification.

Ces transferts du produit de l’impôt des personnes

physiques fédéral vers les régions pour l’année budgé-taire 2018 après contrôle budgétaire figurent dans le tableau ci-dessous.

1093036/001DOC 54

Tabel 16 – Overdracht van een gedeelte van de opbrengst van de federale PB naar de gewesten voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole: ESR benadering – (a) (b)

Voorafnemingen op belastingopbrengsten bestemd

voor de gewesten (art X+2, wetsontwerp)

artikel BFW

Vlaamse Gewest

Waalse Gewest

Brusselse Hoofdstedelijk

GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - - (a) -Prélèvements sur les produits d'

impôts destinés aux régions (art X+2, projet de loi)

article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne

Région de Bruxelles -

CapitaleTotal

2018

aangepaste raming van de overdracht federale PB - estimation ajustée du transfert d'IPP fédéral

34, § 2 2 384 463,209 2 675 242,162 1 067 680,796 6 127 386,167

2017definitief afrekeningssaldo van (t-1) - solde définitif de décompte de

(t-1)


3 121,917 -1 684,212 1 562,581 3 000,287

2015 & 2016specifieke saldi - soldes

spécifiques

54, § 1, zesde lid / alinéa 6

-80 160,153 -49 492,846 -33 128,325 -162 781,324

2018

overdracht federale PB voorzien in de aangepaste begroting 2018 - transfert d'IPP fédéral prévu dans le budget ajusté de 2018

53 2 307 424,973 2 624 065,104 1 036 115,053 5 967 605,129

(a) Geen rekening houdende met de in art. 46bis, bijzondere wet van 12.01.1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bedoelde dotatie aan bepaalde gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

(b) Vóór toepassing van de in artikel 54, § 1, zesde lid, van de bijzondere financieringswet bedoelde beper-king.

De samenstelling van bovenstaande overdrachten wordt in de punten 4.2.2. tot 4.2.6. toegelicht.

De oorzaak en de samenstelling van de specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 en 2016 wordt uit-eengezet in punt 4.2.1.

4.2.1.De specifieke saldi 2015 & 2016 op het ni-veau van de gewesten

4.2.1.1.Wijzigingen van de overdrachten van het begrotingsjaar 2015

1. “Saldo” 2015:

in dit specifiek kader is het saldo 2015 = verschil tussen 2015 DEFINITIEF (zoals vastgesteld bij de BO 2018 = BC 2018) en 2015 voorlopig definitief (zoals vastgesteld bij de BC 2016)

Tableau 16 – Transfert d’une partie du produit de l’ IPP fédéral vers les régions pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire: optique SEC – (a) (b)

(a) Sans tenir compte de la dotation destinée à cer-taines communes de la Région de Bruxelles – Capitale qui est visée à l’article 46bis, loi spéciale du 12.01.1989 relative aux Institutions bruxelloises.

(b) Avant l’application de la limitation visée à l’article 54, § 1, alinéa 6, de la loi spéciale de financement.

La composition de ces transferts est expliquée aux points 4.2.2. à 4.2.6..

La cause et la composition des soldes spécifiques des années budgétaire 2015 et 2016 sont expliquées au point 4.2.1.

4.2.1. Les soldes spécifiques 2015 & 2016 au niveau des régions

4.2.1.1.1. Modifications des transferts de l’année budgétaire 2015

1. “Solde” 2015:

dans le context spécifique le solde 2015 = écart entre 2015 DEFINITIF (tel que fixé lors de l’élaboration du budget 2018) et 2015 provisoirement définitif (tel que déterminé lors du CB 2016)

110 3036/001DOC 54

impact op begrotingsjaar 2018

2. Wat wijzigt er op het niveau van de gewesten voor 2015?

a) Dotatie fiscale uitgaven 2015:

Enige oorzaak = vervanging van het in de BFW bepaalde voorlopige referentiebedrag van de geregio-naliseerde fiscale uitgaven door het definitief referentie-bedrag van de geregionaliseerde fiscale uitgaven, zoals bedoeld in artikel 35decies en artikel 81ter, 1°, van de bijzondere financieringswet (voor de details wordt ver-wezen naar het Verslag Rekenhof goedgekeurd op de Algemene Vergadering van 21 december 2016).

b) Nationaal solidariteitsbedrag 2015:

Twee oorzaken die de eerste en de derde compo-nent van het basisbedrag 2015 van het nationaal soli-dariteitsmechanisme wijzigen, met name de teller van de autonomiefactor respectievelijk de dotatie “fiscale uitgaven” van het begrotingsjaar 2015:

1° oorzaak (wijzigt de eerste component): vervanging van de geraamde teller van de autonomiefactor door het definitief bedrag van de teller, ingevolge de vaststelling van de ontvangsten gewestelijke opcentiemen AJ 2015

2° oorzaak (wijzigt de derde component): invoeging van het definitief referentiebedrag van de geregionali-seerde fiscale uitgaven.

Ingevolge de wijziging van het basisbedrag wordt het nationaal solidariteitsbedrag van het begrotingsjaar 2015 aangepast.

c) Overgangscorrectie m.b.t. dotatie “werk” 2015:

Enige oorzaak = vervanging van de geraamde ontvangsten federale PB AJ 2015 door de definitieve ontvangsten van het AJ 2015 ter zake met een wijziging van de sleutel federale PB tot gevolg; de wijziging van de verdeelsleutel heeft een aanpassing van het over-gangsbedrag tot gevolg (16).

d) Overgangscorrectie m.b.t. dotatie “fiscale uitga-ven” 2015:

Twee oorzaken die het bedrag van de overgangscor-rectie 2015 wijzigen, met name 1) de vervanging van het in de BFW bepaalde voorlopige referentiebedrag van de geregionaliseerde fiscale uitgaven door het definitief referentiebedrag (verslag Rekenhof), en 2) de invoeging

16 De dotatie werk 2015 wijzigt niet omdat die verdeeld wordt tussen de gewesten volgens de sleutel PB AJ 2014.

impact sur l’année budgétaire 2018

2. Qu’est ce qui change pour 2015 au niveau régions?

a) Dotation dépenses fiscales de 2015:

Une seule cause = remplacement du montant de réfé-rence provisoire des dépenses fiscales régionalisées qui est fixé dans la loi spéciale de financement par le montant de référence définitif de ces dépenses fiscales, tel que visé à l’article 35decies et l’ article 81ter, 1°, de la loi spéciale de financement (pour les détails, il est renvoyé au Rapport de la Cour des Comptes qui a été approuvé par son Assemblé général qui a eu lieu le 21 décembre 2016).

b) Montant de solidarité nationale de 2015:

Deux causes qui modifient la premier et la troisième composante du montant de base de 2015 du mécanisme de solidarité nationale, notamment le nominateur du facteur d’autonomie et la dotation “dépenses fiscales” de l’année budgétaire 2015:

1° cause (modifiant la première composante): rem-placement de l’estimation du nominateur du facteur d’autonomie par le montant définitif du nominateur, suite à la fixation des recettes en matière d’additionnels régionaux de l’exercice d’imposition 2015

2° cause (modifiant la troisième composante): inser-tion du montant de référence définitif des dépenses fiscales régionalisées.

En raison de la modification du montant de base, le montant de solidarité nationale de l’année budgétaire 2015 est ajusté.

c) Correction de transition relative à la dotation “emploi” de 2015:

Seule cause = remplacement de l’estimation des recettes de l’IPP fédéral de l’exercice d’imposition 2015 par les recettes définitives de cet exercice d’imposition, ce qui implique une modification de la clé de l’IPP fédé-ral; le changement de la clé provoque un ajustement du montant de transition (16).

d) Correction de transition relative à la dotation “dépenses fiscales” de 2015:

Deux causes qui modifient la correction de transition de 2015, notamment 1) le remplacement du montant de référence provisoire des dépenses fiscales régio-nalisées par le montant de référence définitif (Rapport de la Cour des Comptes), et 2) l’insertion des recettes

16 La dotation “emploi” de 2015 ne change pas parce qu’elle est répartie entre les régions sur base de la clé de l’exercice d’impo-sition 2014.

1113036/001DOC 54

van de definitieve ontvangsten federale PB AJ 2015 met een wijziging van de sleutel federale PB tot gevolg.

Deze twee wijzigingen hebben een aanpassing van het overgangsbedrag tot gevolg.

e) Overgangscorrectie m.b.t. fiscale autonomie 2015:

Twee oorzaken die het bedrag van de overgangscor-rectie 2015 wijzigen, met name 1) de toepassing van het definitieve bedrag van de teller van de autonomiefactor ingevolge de vaststelling van de ontvangsten geweste-lijke opcentiemen van het AJ 2015, en 2) de invoeging van de definitieve sleutel van de gewestelijke opcentie-men van het AJ 2015.

Deze twee wijzigingen hebben een aanpassing van het overgangsbedrag tot gevolg.

f) Overgangscorrectie m.b.t. nationaal solidari-teitsmechanisme 2015:

De wijziging van het nationaal solidariteitsbedrag van het begrotingsjaar 2015 heeft een aanpassing van het overgangsbedrag tot gevolg.

4.2.1.2. Wijzigingen van de overdrachten van het begrotingsjaar 2016

1. “Saldo” 2016:

in dit specifieke kader is het saldo 2016 = ver-schil tussen 2016 DEFINITIEF (zoals vastgesteld bij de BO 2018 = BC 2018) en 2016 voorlopig definitief (zoals vastgesteld bij de BC 2017)

impact op het begrotingsjaar 2018

2. Wat wijzigt er op het niveau van de gewesten voor 2016?

a) Verdeling van de dotatie “werk” 2016:

De verdeling wijzigt ingevolge de vervanging van de voorlopige definitieve cijfers van de federale PB AJ 2015 door de DEFINITIEVE cijfers. De wijziging van de verdeelsleutel heeft een aanpassing van het over-gangsbedrag tot gevolg.

b) Verdeling van de dotatie “fiscale uitgaven” 2016:

Idem als de verdeling van de dotatie “werk” 2016 (zie punt a).

définitives de l’IPP fédéral de l’exercice d’imposition 2015 modifiant ainsi la clé IPP fédéral.

Ces deux modifications impliquent un ajustement du montant de transition.

e) Correction de transition relatif à l’autonomie fiscale de 2015:

Deux causes qui changent le montant de la correction de transition de 2015, notamment 1) l’application du montant définitif du nominateur du facteur d’autonomie suite à la fixation des recettes des additionnels régio-naux de l’exercice d’imposition 2015, et 2) l’insertion de la clé définitive des additionnels régionaux de l’exercice d’imposition 2015.

Ces deux changements impliquent un ajustement du montant de transition.

f) Correction de transition relatif au mécanisme de solidarité de 2015:

La modification du montant de solidarité nationale de l’année budgétaire 2015 provoque un ajustement du montant de transition.

4.2.1.2. Modification des transferts de l’année budgétaire 2016

1. “Solde” 2016:

dans le context spécifique le solde 2016 = écart entre 2016 DEFINITIF (tel que fixé lors de l’élaboration du budget 2018) et 2016 provisoirement définitif (tel que déterminé lors du CB 2017) impact sur l’année budgétaire 2018

2. Qu’est ce qui change pour 2016 au niveau régions?

a) Répartition de la dotation “emploi” de 2016:

La répartition change suite au remplacement des chiffres provisoirement définitifs de l’IPP fédéral de l’exercice d’imposition par les chiffres DEFINITIFS. La modification de la clé de répartition provoque un ajus-tement du montant de transition.

b) Répartition de la dotation “dépenses fiscales” de 2016:

Idem que la répartition de la dotation “emploi” de 2016 (voir point a).

112 3036/001DOC 54

c) Nationaal solidariteitsbedrag 2016:

Het bedrag 2016 wijzigt ingevolge de vervanging van de voorlopige definitieve cijfers van de federale PB AJ 2015 door de DEFINITIEVE cijfers.

d) Overgangsbedrag dotatie “werk”

Zie punt c) in de tekst van 4.2.1.1.

e) Overgangsbedrag dotatie “fiscale uitgaven”

Zie punt d) in de tekst van 4.2.1.1.

f) Overgangsbedrag nationaal solidariteitsmecha-nisme:

Zie punt e) in de tekst van 4.2.1.1.

4.2.2. De federale PB dotatie bedoeld in de arti-kelen 35octies tot 35decies, van dezelfde bijzondere wet.

a) De “restdotatie” bedoeld in artikel 35octies.

De federale PB dotatie bedoeld in artikel 35octies, van dezelfde bijzondere wet, die met ingang van het begrotingsjaar 2015 aan de gewesten wordt toegekend, groepeert alle bijkomende middelen die aan de gewes-ten worden toegekend omwille van de overheveling van diverse bevoegdheden, hetzij in het verleden, hetzij in uitvoering van het Institutioneel Akkoord voor de Zesde Staatshervorming.

De bijkomende middelen voor de drie gewesten samen bedoeld in artikel 35septies, van dezelfde bijzondere wet (toegekend omwille van bevoegdheids-overhevelingen in het verleden) – zijnde de samenvatting van de middelen bedoeld in de artikelen 35ter tot en met 35sexies – worden uitsluitend voor het begrotingsjaar 2015 berekend om opgenomen te worden in het basis-bedrag van de nieuwe federale PB dotatie, bedoeld in het nieuwe artikel 35octies, van dezelfde bijzondere wet.

De tweede component van het basisbedrag van de federale PB dotatie bedoeld in dat artikel 35octies, zijn de nieuwe bijkomende middelen die vanaf begrotings-jaar 2015 worden toegekend. Zij bedragen in totaal 625.887.632 euro en vloeien onder meer voort uit de overheveling van aangelegenheden inzake:

— het Participatiefonds, met uitzondering van de overdracht van de eigen middelen;

c) Montant de solidarité de 2016:

Le montant de 2016 change suite au remplacement des chiffres provisoirement définitifs de l’IPP fédéral de l’exercice d’imposition par les chiffres DEFINITIFS

d) Montant de transition relatif à la dotation “emploi” de 2016:

Voir point c) du texte de 4.2.1.1.

e) Montant de transition relatif à la dotation “dé-penses fiscales” de 2016:

Voir point d) du texte de 4.2.1.1.

f) Montant de transition relatif au mécanisme de solidarité nationale:

Voir point e) du texte de 4.2.1.1.

4.2.2. La dotation IPP fédéral visée aux articles 35octies à 35decies, de la même loi spéciale

a) La “dotation divers” visée à l’article 35octies:

La dotation d’IPP fédéral visée à l’article 35octies, de la même loi spéciale qui est accordée aux régions à partir de l’année budgétaire 2015, regroupe tous les moyens supplémentaires qui sont attribués en raison du transfert de compétences diverses, soit par le passé, soit en exécution de l’Accord pour la Sixième Réforme de l’État.

Les moyens supplémentaires pour les trois régions réunies qui sont visés à l’article 35septies, de la même loi spéciale (attribués en raison de transferts de com-pétences par le passé) – correspondant à la synthèse des moyens visés aux articles 35ter à 35sexies – sont calculés pour l’année budgétaire 2015 afin d’être inté-grés dans le montant de base de la nouvelle dotation d’IPP fédéral qui est visée à l’article 35octies, de la même loi spéciale.

La deuxième composante du montant de base de la dotation d’IPP fédéral visée à l’article 35octies, sont les nouveaux moyens supplémentaires qui sont accordés à partir de l’année budgétaire 2015. Ils s’élèvent au total à 625.887.632 euros et ils résultent notamment du transfert dans les matières suivantes:

— le Fonds de participation, à l’exception du transfert des fonds propres;

1133036/001DOC 54

— de overdracht van het personeel, in het bijzonder het personeel verbonden met de overdracht van de Aankoopcomités, en de subsidiëring van het onderzoek inzake dierenwelzijn;

— de algemene rampen; — het grootstedenbeleid;— het landbouwrampen;— het Fonds ter reductie van de globale energiekost; — het Belgisch Interventie en Restitutie bureau.

Er wordt tevens een bedrag van 5 miljoen euro toegekend dat verbonden is met de overdracht van de gebouwen van de vijfde staatshervorming (17).

Het basisbedrag 2015 is definitief en werd niet meer gewijzigd bij de begrotingscontrole 2018.

Tabel 17 – Samenstelling van het basisbedrag 2015 van de in artikel 35octies, BFW bedoelde “restdota-tie”. (x 1.000 EUR)


35octies , § 1, tweede lid, 1°

bijkomende middelen landbouw (overheveling bevoegdheden 1993)

116 855,395

bijkomende middelen landbouw & zeevisserij (overheveling bevoegdheden 2002)

52 624,072

bijkomende middelen wetenschappelijk onderzoek landbouw (overheveling bevoegdheden 2002)

59 713,608

bijkomende middelen buitenlandse handel (overheveling bevoegdheden 2002)

21 825,149

bijkomende middelen provincie- en gemeentewet (overheveling bevoegdheden 2002)

8 972,162

259 990,387 35octies , § 1,

tweede lid, 2° bijkomende middelen diverse bevoegdheden (overheveling bevoegdheden 2015)

625 887,632

35octies , § 1, tweede lid, 2°

forfaitair bedrag overdracht gebouwen van de vijfde staatshervorming (Lambermont akkoord 2001)

5 000,000

35octies , § 1 basisbedrag federale PB dotatie art. 35octies , BFW voor 2015 890 878,019

Om de middelen vanaf het begrotingsjaar 2016 te

verkrijgen worden de middelen die zijn toegekend voor het vorige begrotingsjaar geïndexeerd en aangepast aan een percentage van de reële groei van het bbp van het jaar 2016. Dat percentage bedraagt voor het begrotingsjaar 2016 nog 100 %. Vanaf het begrotingsjaar 2017 bedraagt dat percentage 55 % op het deel van de reële groei dat lager of gelijk is aan 2,25 % en 100 % op het deel van de reële groei dat hoger is dan 2,25 %.

17 Dit bedrag van 5 miljoen euro wordt niet betrokken in het in artikel 48/1, § 2, van dezelfde bijzondere wet bedoelde overgangsme-chanisme.

— le transfert de personnel lié notamment au transfert des Comités d’acquisition, et les subsides à la recherche en matière de bien-être animal;

— les calamités publiques;— la politique des grandes villes;— les calamités agricoles;— le Fonds de réduction du coût global de l’énergie;— le Bureau d’Intervention et de Restitution belge.

Est également accordé, un montant de 5 millions d’euros associé au transfert des bâtiments de la cin-quième réforme de l’État (17).


Tableau 17 – Composition du montant de base 2015 de la “dotation divers” visée à l’article 35octies, LSF. (x 1.000 EUR)

Pour obtenir les moyens de l’année budgétaire 2016, les moyens attribués pour l’année budgétaire précé-dente sont indexés et adaptés à un pourcentage de la croissance réelle de l’année 2016. Ce pourcentage s’élève néanmoins encore à 100 % pour l’année budgé-taire 2016. A partir de l’année budgétaire 2017 ce pour-centage est égal à 55 % sur la partie de la croissance réelle qui ne dépasse pas 2,25 % et à 100 % pour la partie de la croissance réelle qui dépasse 2,25 %

17 Ce montant de 5 millions d’euros n’est pas repris dans le méca-nisme de transition visé à l’article 48/1, § 2, de la même loi spéciale.

114 3036/001DOC 54

Voor het begrotingsjaar 2018 bedraagt de aan te rekenen groeivoet aldus 0,99 %.wat overeenstemt met 55 % van de verwachte economische groei van 1,80 %.

De niet integrale doorrekening van de reële econo-mische groei in de berekening van de dotaties stemt overeen met de bijdrage van de gewesten tot het dragen van de toenemende kosten van de vergrijzing.

De middelen worden tussen de gewesten verdeeld volgens de in artikel 35octies, § 1, vijfde lid, van dezelfde bijzondere wet bedoelde verdeelsleutel die met ingang van het begrotingsjaar 2015 van toepassing is:

• het Vlaamse Gewest 50,33 %,• het Waalse Gewest 41,37 %,• het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 8,30 %.

Overeenkomstig artikel 35octies, § 2, van dezelfde bijzondere wet dienen de aldus per gewest bekomen bedragen verminderd te worden met de openstaande bedragen die door de federale overheid gerealiseerd zijn voor de verschillende projecten voor het Grootste-denbeleid. De aftrek moet het mogelijk maken dat de financiering van de openstaande vastleggingen wordt verdergezet.

De aldus verminderde federale PB dotatie bedoeld in artikel 35octies, van dezelfde bijzondere wet wordt in onderstaande tabel weergegeven.

Le taux de croissance à retenir dans le calcul des moyens pour l’année budgétaire 2018 s’élève donc à 0,99 %, ce qui correspond à une fraction de 55 % de la croissance économique réelle qui est attendue pour l’année 2018 soit 1,80 %.


Les moyens sont répartis entre les régions selon la clé de répartition visée à l’article 35octies, § 1er, alinéa 5, de la même loi spéciale qui est d’application à partir de l’année budgétaire 2015:

• la Région flamande: 50,33 %,• la Région wallonne: 41,37 %,• la Région de Bruxelles-Capitale: 8,30 %.

Conformément à l’article 35octies, § 2, de la même loi spéciale, ces montants obtenus par région doivent être diminués des montants relatifs à l’encours des engagements réalisés par l’autorité fédérale en ce qui concerne différents projets du programme Politique des Grandes Villes. La déduction doit permettre la poursuite du financement de cet encours.

La dotation d’IPP fédéral réduite qui est visée à l’article 35octies, de la même loi spéciale, figure dans le tableau ci-dessous.

1153036/001DOC 54

Tabel 18 – De in artikel 35octies, BFW bedoelde “restdotatie” toegewezen aan de gewesten voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole

restdotatie aan de gewesten (art 35octies , BFW)

artikel BFWVlaamse Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - - -

dotation divers aux régions (art 35octies , LSF)

article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne


CapitaleTotal

2018 dotatie - dotation 35octies , § 1 489 883,204 402 671,730 80 787,415 973 342,349vaste verdeelsleutel - clé de répartition fixe

35octies, § 1, vijfde lid / alinéa 5

50,33% 41,37% 8,30% 100,00%

2018

verminderingen uitstaande vastleggingen grootstedenbeleid - déductions encours politique grandes villes (-)

35octies , § 2 2 850,247 3 298,120 1 499,915 7 648,282

2018«restdotatie» - «dotation divers»

35octies 487 032,957 399 373,610 79 287,500 965 694,067

2017definitief afrekeningssaldo van (t-1) - solde définitif de décompte de (t-1)


919,592 755,882 151,651 1 827,126

2015 & 2016specifieke saldi - soldes spécifiques

54, § 1, zesde lid / alinéa 6

0,000 0,000 0,000 0,000

2018

«restdotatie» voorzien in de aangepaste begroting 2018 - «dotation divers» prévue dans le budget ajusté de 2018

53 487 952,550 400 129,492 79 439,151 967 521,193

b) De dotatie “werk” bedoeld in artikel 35nonies:

De toelichting is als volgt opgedeeld:

— de dotatie bedoeld in artikel 35nonies, § 1,— de in mindering te brengen bedragen bedoeld in

artikel 35nonies, §§ 2 en 3.

De federale PB dotatie bedoeld in artikel 35nonies, § 1, van dezelfde bijzondere wet, wordt met ingang van het begrotingsjaar 2015 aan de gewesten toegekend omwille van de overheveling van nieuwe bevoegdheden inzake het tewerkstellingsbeleid.

Het basisbedrag 2015 van deze nieuwe dotatie wordt vastgesteld voor het Vlaamse Gewest, het Waalse Ge-west en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest samen en is als volgt samengesteld:

1° een basisbedrag 2013 van 3.953.242.907 euro dat omgerekend wordt naar het begrotingsjaar 2015: voormeld basisbedrag is het bedrag dat voorzien is voor deze bevoegdheden in de begroting van de Staat en van de sociale zekerheidsinstellingen voor het begro-tingsjaar 2013; het basisbedrag voor het begrotingsjaar 2015 wordt vermenigvuldigd met een factor 0,9 en achtereenvolgens voor het begrotingsjaar 2014 en het

Tableau 18 – La “dotation divers” visée à l’article 35octies, LSF Attribuée aux régions pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

b) La dotation “emploi” visée à l’article 35nonies:

Le commentaire est scindé en deux parties:

— la dotation visée à l’article 35nonies, § 1er,— les montants à déduire qui sont visés à l’article

35nonies, §§ 2 et 3.

La dotation IPP fédérale visée à l’article 35nonies, § 1er, de la même loi spéciale est accordée aux régions à partir de l’année budgétaire 2015 en raison du transfert de nouvelles compétences en matière de politique de l’emploi.

Le montant de base de 2015 est déterminé pour la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles–Capital réunies et il est composé:

1° d’un montant de base 2013 égal à 3.953.242.907 euros qui est transposé vers l’année budgétaire 2015: ce montant de base est prévu pour ces compétences dans le budget de l’État et des institutions de sécurité sociale pour l’année budgétaire 2013; pour l’année budgétaire 2015, le montant de base est multiplié par un facteur 0,9 et adapté au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation, ainsi qu’à la croissance

116 3036/001DOC 54

begrotingsjaar 2015 aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto binnenlands product;

2° een bedrag van 434.491.222 euro: dat stemt

overeen met 90 % van het bedrag aan trekkingsrechten ter financiering van de programma’s voor wedertewerk-stelling van werklozen (bedoeld in vroegere artikel 35, van dezelfde bijzondere wet dat intussen is opgeheven), exclusief het bedrag dat toekomt aan de Duitstalige Gemeenschap.

3° een in mindering te brengen bedrag van 707.935.702 euro: dit bedrag is samengesteld uit 207.935.702 euro en 500 miljoen euro:

• 207.935.702 euro: komt enerzijds overeen met de verwachte opbrengsten die gelinkt zijn aan de in artikel 2bis, van dezelfde bijzondere wet bedoelde inbreuken, en anderzijds met het bedrag van 7,7 miljoen euro dat overeenkomt met de schatting van de vandaag gerea-liseerde uitgaven van het BIVV die tot de bevoegdheid van de federale overheid blijven behoren;

• 500 miljoen euro: zijnde de compensatie van de cor-rectie die is uitgevoerd in artikel 35octies omwille van de evenwichtige verdeling van de financiële middelen tussen de gewesten;

4° een in mindering te brengen bedrag van 831.348.000 euro: bijdrage van de gewesten voor het begrotingsjaar 2015 tot de sanering van de overheids-financiën.

Bijgevolg is het aan de gewesten toe te kennen be-

drag voor het begrotingsjaar 2015 gelijk aan het naar 2015 omgerekende basisbedrag, vermeerderd met het te weerhouden bedrag van 434.491.222 euro inzake trekkingsrechten en verminderd met een totaalbedrag van 1.539.283.702 euro.

Het basisbedrag 2015 is definitief en werd niet meer gewijzigd bij de begrotingscontrole 2018.

réelle du produit intérieur brut, et ce pour les années budgétaires 2014 et 2015;

2° d’un montant de 434.491.222 euros: ce montant correspond à 90 % du montant des droits de tirage de financement des programmes de remise au travail de chômeurs (visés à l’ancien article 35 qui a été abrogé entretemps), à l’exclusion du montant qui revient à la Communauté germanophone;

3° un montant égal à 707.935.702 euros qui est porté en déduction: ce montant correspond à la somme de 207.935.702 euros et de 500 millions d’euros:

• 207.935.702 euros: correspond d’une part aux recettes attendues en lien avec les infractions visées à l’article 2bis, de la même loi spéciale et d’autre part au montant de 7,7 millions d’euros correspondant à l’esti-mation des dépenses réalisées aujourd’hui par l’IBSR et qui restent de la compétence de l’État fédéral;

• 500 millions d’euros: correspondent à la compensa-tion de la correction qui est opérée à l’article 35octies proposé en raison d’une répartition équilibrée des moyens financiers entre les régions;

4° un montant à déduire de 831.348.000 euros: la contribution des régions pour l’année budgétaire 2015 à l’assainissement des finances publiques.

Le montant à attribuer aux régions pour l’année budgétaire 2015 est donc égale au montant de base transposé à l’année 2015, et ensuite majoré du montant à retenir des droits de tirage, soit 434.491.222 euros et diminué d’un montant total de 1.539.283.702 euros.


1173036/001DOC 54

Tabel 19 – Samenstelling van het basisbedrag 2015 van de in artikel 35nonies, BFW bedoelde dotatie “werk”. (x 1.000 EUR)

artikel BFW omschrijving 201535nonies , § 1,

eerste lidbedrag kredieten begroting 2013 3 953 242,907

35nonies , § 1, tweede lid, 1°

basisbedrag à 90% en omgezet naar 2015 3 676 670,411


trekkingsrechten tewerkstelling à 90% (excl. deel Duitstalige Gemeenschap) 434 491,222


correctie bedrag -707 935,702


bijdrage tot de sanering van de overheidsfinanciën, voor begrotingsjaar 2015 -831 348,000

35nonies , § 1, tweede lid

basisbedrag federale PB dotatie art. 35octies , BFW voor 2015 2 571 877,931

De middelen van het begrotingsjaar 2016 worden verkregen door de middelen toegekend voor het vorige begrotingsjaar te indexeren en aan te passen aan een percentage van de reële groei van het bbp van het jaar 2016 en vervolgens te verminderen met 831.348.000 euro. Dat laatste bedrag staat voor de bijdrage van de gewesten voor het begrotingsjaar 2016 tot de sa-nering van de overheidsfinanciën. Het te weerhouden percentage van de reële groei bedraagt 75 % voor het begrotingsjaar 2016.

Vanaf het begrotingsjaar 2017 wordt het bedrag toegekend voor het vorige begrotingsjaar jaarlijks ge-indexeerd en aangepast aan een percentage van de reële groei van het bbp.

Door te vertrekken van de dotatie van het voorgaande jaar nà saneringsinspanning, wordt de in 2015 - 2016 gecumuleerde bijdrage tot de sanering van de over-heidsfinanciën op structurele wijze verdergezet in de volgende jaren.

Vanaf het begrotingsjaar 2017 bedraagt voormeld percentage 55 % op het deel van de reële groei dat lager of gelijk is aan 2,25 % en 100 % op het deel van de reële groei dat hoger is dan 2,25 %.

Voor het begrotingsjaar 2018 bedraagt de aan te rekenen groeivoet aldus 0,99 %.wat overeenstemt met 55 % van de verwachte economische groei van 1,80 %.

Door slechts een gedeelte van de economische groei door te rekenen in de dotaties, leveren de gewesten een bijdrage tot de toenemende kosten van de vergrijzing.

Tableau 19 – Composition du montant de base 2015 de la dotation “emploi” visée à l’article 35nonies, LSF. (x 1.000 EUR)

Pour obtenir les moyens de l’année budgétaire 2016, les moyens attribués pour l’année budgétaire précé-dente sont indexés et adaptés à un pourcentage de la croissance réelle de l’année 2016, et ensuite diminué de 831.348.000 euros. Ce montant de 832.348.000 repré-sente la contribution des régions à l’assainissement des finances publiques de l’année budgétaire 2016. Le pourcentage à prendre en compte est égal à 75 % pour l’année budgétaire 2016.

A partir de l’année budgétaire 2017 les moyens sont obtenus en partant du montant de l’année budgétaire précédente qui est ensuite indexé et adapté à un pourcentage de la croissance réelle du pib de l’année concernée.

Du fait de partir du montant de l’année budgétaire précédente après l’application de l’effort d’assainis-sement, les contributions cumulées des années 2015 – 2016 à l’assainissement des finances publiques sont persévérées pour les années à venir.

A partir de l’année budgétaire 2017 le pourcentage précité est égal à 55 % sur la partie de la croissance réelle qui ne dépasse pas 2,25 % et à 100 % pour la partie de la croissance réelle qui dépasse 2,25 %.

Pour l’année budgétaire 2018 le taux de croissance à retenir est de 0,99 %, ce qui correspond à 55 % de la croissance économique attendue pour 2018, soit à 1,80 %.


118 3036/001DOC 54

De middelen worden overeenkomstig artikel 35no-nies, § 1, zesde lid, van dezelfde bijzondere wet tussen de gewesten verdeeld volgens de ontvangsten inzake de federale personenbelasting gelokaliseerd in elk gewest. Die verdeelsleutel is van toepassing met ingang van het begrotingsjaar 2015.

In de definitieve overdrachten van het begrotingsjaar 2017 werd de gerealiseerde opbrengst van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2016 en zijn gewestelijke verdeling toegepast (realisaties na het verstrijken van de in artikel 359 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 bedoelde aanslagtermijn, dit is de termijn van 18 maanden: vastgestelde rechten op 30 juni 2017).

Voor het begrotingsjaar 2018 werd, in afwachting

van de resultaten van het aanslagjaar 2017 – die ten vroegste in augustus 2018 beschikbaar zullen zijn, de verdeelsleutel van de overdrachten afgeleid op basis van de in februari 2018 opgestelde raming van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2017.

Conformément à l’article 35nonies, § 1er, alinéa 6, de la même loi spéciale, les moyens sont répartis entre les régions selon les recettes en matière de l’impôt des personnes physiques fédéral localisées dans chaque région. Cette clé de répartition s’applique à partir de l’année budgétaire 2015.

Le produit et la répartition régionale réalisés de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposi-tion 2016 (réalisations à l’échéance du délai d’imposition visé à l’article 359 du Code des impôts sur les revenus 1992, c.à.d. le délai de 18 mois: droits constatés au 30 juin 2017) ont été utilisés dans les transferts définitifs de l’année budgétaire 2017.

Pour les moyens de l’année budgétaire 2018, en attendant les résultats de l’exercice d’imposition 2017 – qui ne seront disponibles qu’en août 2018 – la clé de répartition des transferts a donc été déduite de l’esti-mation faite en février 2018 du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2017.

1193036/001DOC 54

Tabel 20 – Verdeelsleutel federale personenbe-lasting voor de begrotingsjaren 2017 – 2018, na begrotingscontrole 2018

EURbegrotingsjaar - année budgétaire

2017begrotingsjaar - année budgétaire

2018

per gewest gelokaliseerde ontvangsten van de federale personenbelasting

realisaties : opbrengst federale personenbelasting van het aanslagjaar

2016

ramingen : federale personenbelasting van het aanslagjaar 2017

- (EUR) - -recettes de l'impôt des personnes physiques fédéral localisées dans

chaque région

réalisations : produit de l'impôt des personnes physiques fédéral de

l'exercice d'impôsition 2016

estimations de l'impôt des personnes physiques fédéral de l'exercice

d'impôsition 2017Vlaamse Gewest - Région flamande 20 905 334 718,68 20 656 390 798,06

63,67846% 63,68892%

Waalse gewest - Région wallonne 9 240 672 734,14 9 096 239 023,1928,14745% 28,04603%

Brusselse Hoofdstedelijk Gewest - Région de Bruxelles - Capitale

2 683 517 882,76 2 680 624 940,34

8,17410% 8,26505%

Totaal - Total 32 829 525 335,58 32 433 254 761,59100,00000% 100,00000%

Overeenkomstig artikel 35nonies, §§ 2 en 3, van

dezelfde bijzondere wet, worden de volgende bedra-gen in mindering gebracht van het bedrag bekomen met toepassing van artikel 35nonies, § 1, van dezelfde bijzondere wet (18):

1° § 2: bedragen van het responsabiliseringsme-chanisme voor de vrijstellingen van beschikbaarheid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen:

Wanneer het percentage van de vrijgestelde dagen in de loop van 1 jaar omwille van beroepsopleiding, studiehervatting of stage in verhouding tot het totaal aantal vergoede dagen werkloosheid van hetzelfde jaar, 12 % overschrijdt in een gewest, zal dit gewest een compensatie geven aan de federale overheid gelijk aan het aantal dagen dat de 12 % overschrijdt, dat ver-menigvuldigd wordt met een bedrag van 35,5 euro en vervolgens vermenigvuldigd wordt met een coëfficiënt 0,5 of 1, naargelang de 14 % al dan niet overschreden wordt (19).

18 In deze bijzondere regelingen komen de specifieke saldi 2015 – 2016 niet voor.

19 Het bedrag van 35,5 EUR stemt overeen met de gemiddelde dag-uitkering van de personen die in januari 2013 een vrijstelling van beschikbaarheid genoten.

Tableau 20 – Clé de répartition de l’impôt des personnes physiques fédéral pour les années bud-gétaires 2017 – 2018, après contrôle budgétaire 2018

Conformément à l’article 35nonies, §§ 2 et 3, de la même loi spéciale, les montants suivants sont portés en déduction du montant obtenu en application de l’article 35nonies, § 1er, de la même loi spéciale (18):

1° § 2: montants du mécanisme de responsabilisa-tion pour les dispenses de disponibilité telles que visées à l’article 6, §1, IX, 6°, de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980:

Lorsque le pourcentage de jours de dispense au cours d’une année pour cause de formation profession-nelle, de reprise des études ou de stage, par rapport au nombre total de jours de chômage rémunérés de la même année, excède 12 % dans une région, cette même région octroiera au pouvoir fédéral une compensation égale au nombre de jours excédant les 12 %, multiplié par un montant de 35,5 EUR et multiplié ensuite par un coefficient de 0,5 ou 1 selon que le pourcentage de 14 % est dépassé ou non (19).

18 Dans ces réglementations particulières il n’y pas de soldes spécifiques de 2015 et 2016.

19 Le montant de 35,5 euros correspond à l’indemnité journalière moyenne des personnes qui ont bénéficié en janvier 2013 d’une dispense de disponibilité.

120 3036/001DOC 54

Tabel 21 – Responsabiliseringsmechanisme vrijstellingen van beschikbaarheid voor de arbeids-markt, voor het begrotingsjaar 2018, na begrotings-controle

responsabilisering vrijgestellingen van beschikbaarheid art. 35nonies , § 2,

BFWartikel BFW Vlaamse

Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - - -

responsabilisation dispenses de disponibilité art. 35nonies , § 2, LSF

article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne


CapitaleTotal

2018# vrijgestelden dagen van (t-1) - # de jours dispensés de (t-1)

35nonies , § 2, eerste lid / alinéa

1er235 000 304 800 77 000 616 800

2018totaal # vergoede dagen werkloosheid van (t-1) - # total de jours de chômage rémunérés de (t-1)

35nonies , § 2, eerste lid / alinéa

1er4 000 000 4 344 500 1 750 000 10 094 500

2018 verhouding - rapport 35nonies , § 2,

eerste lid / alinéa 1er

5,875% 7,016% 4,400%

maximum percentage - pourcentage maximal : 12%

< 12% < 12% < 12%

2018financiële tussenkomst verschuldigd door gewest - intervention financière due par la région

35nonies , § 2, tweede lid /

alinéa 20,000 0,000 0,000 0,000



0,000 0,000 0,000 0,000

2018bedrag voorzien in de aangepaste begroting 2018 - montant prévue dans le budget ajusté de 2018

53 0,000 0,000 0,000 0,000

Op basis van de door de Rijksdienst voor Arbeids-voorziening in februari 2018 meegedeelde ramingen, zou de grens van 12 % tijdens het jaar 2017 in geen van de drie gewesten overschreden zijn, zodat voor het begrotingsjaar 2018 de gewesten niets verschuldigd zijn aan de federale overheid en er bijgevolg geen aftrekken dienen te gebeuren op de in artikel 35nonies, § 1, van dezelfde bijzondere wet bedoelde federale PB dotatie.

2° § 3: bedragen van het responsabiliserings-mechanisme voor de plaatselijke werkgelegenheids-agentschappen bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 11°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en artikel 4, vierde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen:

Wanneer het aantal personen dat het vorige jaar in de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA-systeem) is tewerkgesteld en dat gedomicilieerd is op het grondgebied van het betrokken gewest het vastgestelde maximum aantal begunstigden voor dat gewest overschrijdt, zal dit gewest een compensatie geven aan de federale overheid gelijk aan het bedrag dat bekomen wordt door het voor het begrotingsjaar 2015 bepaalde bedrag van 6.000 euro te vermenigvuldigen

Tableau 21 – Mécanisme de responsabilisation pour les dispenses de disponibilité pour le marché de travail, pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

Sur la base des estimations communiquées en février 2018 par l’ONEM , la limite de 12 % n’est pas dépas-sée dans aucune région pendant l’année 2017; par conséquent, aucun montant est dû par les régions au pouvoir fédéral pour l’année budgétaire 2018 et aucune déduction doit se faire sur la dotation IPP fédérale visée à l’article 35nonies, § 1er, de la même loi spéciale.

2° § 3: montants du mécanisme de responsabili-sation pour les agences locales pour l’emploi visées à l’article 6, § 1er, IX, 11°, de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980 et à l’article 4, 4ème alinéa, de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises:

Si le nombre de personnes qui sont mises à l’emploi dans le système ALE l’année qui précède et qui sont domiciliés sur le territoire de la région concernée en moyenne sur l’année dépasse le nombre maximal de bénéficiaires fixé pour la région concernée, cette région accordera au pouvoir fédéral une compensation qui est égale au montant obtenu en multipliant le montant de 6.000 euros par la différence entre d’une part, le nombre de personnes qui sont mises à l’emploi dans

1213036/001DOC 54

met het verschil tussen enerzijds, het aantal personen dat het vorige jaar in het PWA-systeem is tewerkgesteld en anderzijds, voormeld maximum. Het vastgestelde maximum bedraagt:

• voor het Vlaamse Gewest: 7.291,• voor het Waalse Gewest: 7.466,• Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: 1.473.

Tabel 22 – Responsabiliseringsmechanisme voor systeem van tewerkstelling in PWA, voor het begro-tingsjaar 2018, na begrotingscontrole

responsabilisering systeem tewerkstelling in PWA art. 35nonies , §

3, BFWartikel BFW

Vlaamse Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - - -

responsabilisation système mise à l'emploi en ALE art. 35nonies , § 3, LSF

article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne


CapitaleTotal

2018# personen tewerkgesteld in PWA van (t-1) - # personnes mise à l'emploi de (t-1)

35nonies , § 3, eerste lid / alinéa 1er

4 600 4 710 1 100 10 810

2018maximum # vastgesteld per gewest - # maximal fixé par région

35nonies , § 3, eerste lid / alinéa 1er

7 291 7 466 1 473 16 230

2018 verschil - écart 35nonies , § 3, tweede lid /

alinéa 2-2 691 -2 756 -373

overschrijding van maximum - dépassement du maximum

neen / non neen / non neen / non

2018financiële tussenkomst verschuldigd door gewest - intervention financière due par la région

35nonies , § 3, tweede lid /

alinéa 20,000 0,000 0,000 0,000



0,000 0,000 0,000 0,000

2018bedrag voorzien in de aangepaste begroting 2018 - montant prévue dans le budget ajusté de 2018

53 0,000 0,000 0,000 0,000

Op basis van de door de Rijksdienst voor Arbeids-voorziening in februari 2018 meegedeelde ramingen, zou het maximum aantal begunstigden in 2017 in geen enkel gewest overschreden zijn, zodat geen enkel gewest voor het begrotingsjaar 2018 een bedrag ver-schuldigd is aan de federale overheid en er dus geen aftrek voorzien wordt op de in artikel 35nonies, § 1, van dezelfde bijzondere wet bedoelde federale PB dotatie aan de gewesten.

De aldus samengestelde federale PB dotatie bedoeld in artikel 35nonies, van dezelfde bijzondere wet, die tevens rekening houdt met het definitieve saldo van het vorige begrotingsjaar en met de specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 en 2016, wordt in onderstaande tabel weergegeven.

le système ALE l’année qui précède et d’autre part, le nombre maximal précité. Le nombre maximal s’élève à:

• pour la Région flamande: 7.291,• pour la région wallonne: 7.466,• pour la région de Bruxelles-capitale: 1.473.

Tableau 22 – Mécanisme de responsabilisation pour le système de mise à l’emploi en ALE, pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

Sur la base des estimations communiquées par l’ONEM en février 2018, le nombre maximal de bénéfi-ciaires n’est pas dépassé dans aucune région pendant l’année 2017; par conséquent, aucun montant est dû par les régions au pouvoir fédéral pour l’année budgétaire 2018 et aucune déduction doit se faire sur la dotation IPP fédérale visée à l’article 35nonies, § 1er, de la même loi spéciale.

La dotation IPP fédéral totale qui est visée à l’article 35nonies, de la même loi spéciale et qui est composée des éléments expliqués ci-avant et qui comprend éga-lement le solde définitif de décompte de l’année précé-dente et les soldes spécifiques des années budgétaires 2015 et 2016, est reprise dans le tableau ci-dessous.

122 3036/001DOC 54

Tabel 23 – De in artikel 35nonies, BFW bedoelde dotatie “werk” toegewezen aan de gewesten voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole: ESR benadering – (a)

dotatie «werk» aan de gewesten art. 35nonies, BFW

artikel BFWVlaamse Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - - -

dotation «emploi» aux régions art. 35nonies, LSF

article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne


CapitaleTotal

2018federale PB dotatie - dotation IPP fédéral

35nonies , § 1 1 223 733,477 538 882,727 158 806,565 1 921 422,769

verdeelsleutel - clé de répartition 63,68892% 28,04603% 8,26505% 100,00000%

2018responsabilisering vrijgestellingen van beschikbaarheid (-) - responsabilisation dispenses de disponibilité (-)

35nonies , § 2 0,000 0,000 0,000 0,000

2018

responsabilisering systeem twerkstelling in PWA (-) - responsabilisation système mise à l'emploi ALE (-)

35nonies , § 3 0,000 0,000 0,000 0,000

2018 dotatie «werk» - dotation «emploi» 35nonies 1 223 733,477 538 882,727 158 806,565 1 921 422,769



alinéa 41 493,804 2 224,293 -111,266 3 606,831

2015 & 2016 specifieke saldi - soldes spécifiques54, § 1, zesde lid / alinéa 6

243,921 248,750 -492,671 0,000

2018

dotatie «werk» voorzien in de aangepaste begroting 2018 - dotation «emploi» prévue dans le budget ajusté de 2018

53 1 225 471,201 541 355,771 158 202,628 1 925 029,600

(a) De in artikel 54, § 1, zesde lid, bedoelde begren-zing en de op basis daarvan afgeleide overdrachten in kas-optiek werden berekend voor het geheel van de middelen die op de opbrengst van de federale per-sonenbelasting worden vooraf genomen, en niet per afzonderlijke overdracht.

c) De federale PB dotatie bedoeld in artikel 35de-cies:

De federale PB dotatie bedoeld in artikel 35decies, van dezelfde bijzondere wet voorziet in de overdracht naar de gewesten van 60 % van de middelen met betrekking tot de overdracht van de in artikel 5/5, § 4, van dezelfde bijzondere wet bedoelde fiscale uitgaven in de personenbelasting. De gewesten zijn vanaf het aanslagjaar 2015 exclusief bevoegd voor de in voormeld artikel 5/5, § 4, opgesomde belastingverminderingen en belastingkredieten.

De overige 40 % wordt overgedragen via de gewes-telijke fiscale autonomie op de personenbelasting.

De overdracht voor het begrotingsjaar 2015 wordt vastgesteld voor het Vlaamse Gewest, het Waalse Ge-west en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest samen

Tableau 23 – La dotation “emploi” visée à l’article 35nonies, LSF attribuée aux régions pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire: optique SEC – (a)

(a) La limitation visée à l’article 54, § 1, alinéa 6, de la loi spéciale de financement et les transferts exprimés en optique caisse qui en sont déduites, ont été calculés pour l’ensemble des moyens qui sont prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral et non pas pour chacun des transferts.

c) La dotation IPP fédéral visée à l’article 35de-cies

La dotation d’IPP fédéral visé à l’article 35decies, de la même loi spéciale prévoit le transfert aux régions de 60 % des moyens relatifs aux transferts de certaines dépenses fiscales à l’impôt des personnes physiques visées à l’article 5/5, § 4, de la même loi spéciale. A partir de l’exercice d’imposition 2015, les régions sont exclu-sivement compétentes pour les diminutions d’impôts et les réductions d’impôt visées à cet article 5/5, § 4.

Les 40 % restants sont transférés via l’autonomie fiscale régionale à l’impôt des personnes physiques.

Le transfert de moyens pour l’année budgétaire 2015 est déterminé pour la Région flamande, la Région wal-lonne et la Région de Bruxelles-Capitale réunies et part

1233036/001DOC 54

en gaat uit van het definitief referentiebedrag dat door het Rekenhof, in haar verslag van 21 december 2016, werd bevestigd en dat vervolgens nog bij koninklijk be-sluit dient vastgesteld te worden: de voor het aanslagjaar 2015 gerealiseerde geregionaliseerde fiscale uitgaven, met inbegrip van het deel van die fiscale uitgaven dat betrekking heeft op de belasting niet-inwoners (BNI), uitgedrukt bij ongewijzigd beleid en vastgesteld bij het verstrijken van de in artikel 359 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 bedoelde aanslagtermijn van 18 maanden.

Het totale bedrag van de geregionaliseerde fiscale uitgaven (PB + BNI) wordt a rato van 60 % weerhouden voor de berekening van de in artikel 35decies, van de-zelfde bijzondere wet bedoelde dotatie.

De middelen van het begrotingsjaar 2016 worden bekomen door de middelen toegekend voor het vorige begrotingsjaar te indexeren en aan te passen aan een percentage van de reële groei van het bbp. Dat per-centage bedraagt 75 % voor het begrotingsjaar 2016.

Vanaf het begrotingsjaar 2017 wordt het bedrag toe-gekend voor het vorige begrotingsjaar geïndexeerd en aangepast aan een percentage van de reële groei van het bbp. Met ingang van begrotingsjaar 2017 bedraagt dat percentage 55 % op het deel van de reële groei dat lager of gelijk is aan 2,25 % en 100 % op het deel van de reële groei dat hoger is 2,25 %. Voor het begrotingsjaar 2018 wordt een reële economische groei verwacht van 1,80 %. Daarvan wordt dus 55 % in rekening gebracht, hetzij een groeivoet van 0,99 %.

Door slechts een gedeelte van de economische groei door te rekenen in de dotaties, leveren de gewesten een bijdrage tot de toenemende kosten van de vergrijzing.

De middelen worden vanaf het begrotingsjaar 2015 tussen de gewesten verdeeld volgens de ontvangsten inzake de federale personenbelasting gelokaliseerd in elk gewest.

Voor de definitieve overdrachten van het begro-tingsjaar 2017 gebeurt die verdeling op basis van de gerealiseerde opbrengst en regionale verdeling van het aanslagjaar 2016 (toestand 30 juni 2017).

In de aangepaste raming van het begrotingsjaar 2018 wordt uitgegaan van de in februari 2018 geraamde op-brengst en verdeling van het aanslagjaar 2017 (toestand 30 juni 2018).

De aldus samengestelde federale PB dotatie bedoeld in artikel 35decies, van dezelfde bijzondere wet, voor het begrotingsjaar 2018, die tevens rekening houdt met

du montant de référence définitif qui a été confirmé par la Cour des Comptes dans son rapport du 21 décembre 2016 et qui doit ensuite encore être fixé par arrêté royal: les dépenses fiscales régionalisées réalisées de l’exer-cice d’imposition 2015, en ce compris les dépenses relatives à l’impôt des non-résidents (INR), exprimées à politique inchangée et constatées à l’expiration du délai d’imposition de 18 mois prévu à l’article 359 du Code des impôts sur les revenus 1992.

Une quotité de 60 % du montant total des dépenses fiscales régionalisées (IPP + INR) est prise en compte pour le calcul de la dotation visée à l’article 35decies, de la même loi spéciale.

Pour obtenir les moyens de l’année budgétaire 2016, les moyens attribués pour l’année budgétaire précé-dente sont indexés et adaptés à un pourcentage de la croissance réelle de l’année 2016. Ce pourcentage est égal à 75 % pour l’année budgétaire 2016.

Pour obtenir les moyens à partir de l’année budgétaire 2017, les moyens attribués pour l’année budgétaire pré-cédente sont indexés et adaptés à un pourcentage de la croissance réelle du pib. A partir de l’année budgétaire 2017 ce pourcentage est égal à 55 % sur la partie de la croissance réelle qui ne dépasse pas 2,25 % et à 100 % sur la partie de la croissance réelle qui dépasse 2,25 %. Une croissance économique réelle de 1,80 % est prévue pour l’année budgétaire 2018. Une part de 55 %, soit un taux de croissance de 0,99 %, doit donc être prise en compte.

Les régions contribuent au financement des coûts de vieillissement en n’intégrant qu’une partie de la croissance économique dans la fixation des dotations.

A partir de l’année budgétaire 2015, les moyens sont répartis en fonction des recettes de l’impôt des personnes physiques fédéral localisées dans chaque région.

Pour les transferts définitifs de l’année budgétaire 2017, cette répartition se fait sur la base du produit et de la répartition réalisés de l’impôt des personnes phy-siques fédéral de l’exercice d’imposition 2016 (situation au 30 juin 2017).

Pour l’estimation ajustée de l’année budgétaire 2018, cette répartition s’opère sur base de l’estimation faite en février 2018 du produit de l’impôt des personnes phy-siques fédéral de l’exercice d’imposition 2017 (situation au 30 juin 2018).

La dotation IPP fédéral totale qui est visée à l’article 35decies, de la même loi spéciale pour l’année bud-gétaire 2018, et qui est composée des éléments expli-

124 3036/001DOC 54

het definitieve saldo van het vorige begrotingsjaar en de specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 en 2016, wordt in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 24 – De in artikel 35decies, BFW bedoelde dotatie “fiscale uitgaven” toegewezen aan de gewes-ten voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscon-trole: ESR benadering – (a)

dotatie «fiscale uitgaven» aan de gewesten art 35decies , BFW

artikel BFW

Vlaamse Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - - -

dotation «dépenses fiscales» aux régions art. 35decies , LSF

article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne


CapitaleTotal

2015referentiebedrag à 60% - montant de référence à 60%

35decies 1 636 431,414

2018dotatie «fiscale uitgaven» - dotation «dépenses fiscales»

35decies 1 135 323,809 499 950,685 147 333,450 1 782 607,945

2017definitieve afrekeningssaldo van (t-1) - solde définitif de décompte de (t-1)


alinéa 41 385,883 2 063,597 -103,228 3 346,252

2015 & 2016 specifieke saldi - soldes spécifiques54, § 1, zesde lid / alinéa 6

-121 687,415 -54 199,240 -16 457,859 -192 344,514

2018dotatie «werk» voorzien in de aangepaste begroting 2018 - dotation «emploi» prévue dans le budget ajusté de 2018

53 1 015 022,277 447 815,043 130 772,364 1 593 609,683


4.2.3. Het mechanisme van nationale solidariteit bedoeld in artikel 48, van dezelfde bijzondere wet.

Vanaf het begrotingsjaar 2015 wordt een nieuw me-chanisme van nationale solidariteit toegepast dat de bestaande nationale solidariteitstussenkomst vervangt. Het nieuwe mechanisme wordt toegepast voor de ge-westen waarvan het aandeel in de federale personen-belasting lager ligt dan het bevolkingsaandeel.

De toepassing van de bestaande nationale solidari-

teitstussenkomst wordt beperkt tot en met het begro-tingsjaar 2014, behalve voor de vaststelling van het in artikel 48/1, § 2, bedoelde overgangsbedrag dat voor het begrotingsjaar 2015 onder meer het verschil maakt tussen het nieuwe solidariteitsmechanisme en het be-staande mechanisme.

qués ci-avant et qui comprend également le solde de décompte définitif de l’année précédente ainsi que les soldes spécifiques des années budgétaires 2015 et 2016, est reprise dans le tableau ci-dessous.

Tableau 24 – La dotation “dépenses fiscales” visée à l’article 35decies, LSF attribuée aux régions pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire: optique SEC – (a)


4.2.3. Le mécanisme de solidarité nationale visé à l’article 48, de la même loi spéciale.

Un nouveau mécanisme de solidarité nationale qui remplace l’intervention de solidarité nationale existante est d’application à partir de l’année budgétaire 2015. Le nouveau mécanisme est appliqué à chaque région dont la quote-part dans l’impôt des personnes physiques fédéral est plus faible que la quote-part de la population.

L’application de l’intervention de solidarité nationale est limitée jusqu’à l’année budgétaire 2014 inclus, sauf pour ce qui concerne la fixation du montant de transi-tion visé à l’article 48/1, § 2, de la même loi spéciale qui calcule notamment, pour l’année budgétaire 2015, la différence entre le nouveau mécanisme de solidarité et le mécanisme actuel.

1253036/001DOC 54

Het nationale solidariteitsbedrag wordt als volgt berekend:

V x (dp – dpb) x X

waarin:

* V = het geheel van de met de fiscale autonomie verbonden middelen en de aan de gewesten volgens een fiscale sleutel verdeelde dotaties evenals 50 % van de dotatie personenbelasting die aan de gemeenschap-pen wordt toegekend

* dp = bevolkingsaandeel van het gewest in de totale bevolking

* dpb = percentage van het gewest in de federale personenbelasting

* X = compensatiefactor van het verschil gelijk aan 80 %

De V component in bovenstaande formule vormt het basisbedrag voor het begrotingsjaar 2015 en is gelijk aan de som, voor alle gewesten samen, van:

1° het aanvangsbedrag van de gewestelijke fiscale autonomie inzake personenbelasting, te weten het be-drag van de teller zoals die in artikel 5/2, § 1, derde lid, 1° wordt berekend voor het begrotingsjaar 2015;

2° de bijkomende middelen die aan de gewesten worden toegekend voor het begrotingsjaar 2015 in het kader van de overheveling van bevoegdheden inzake tewerkstellingsbeleid en inzake bepaalde fiscale uitga-ven in de personenbelasting:

• de federale PB dotatie bedoeld in artikel 35nonies, § 1, van dezelfde bijzondere wet,

• de federale PB dotatie bedoeld in artikel 35decies, van dezelfde bijzondere wet.

3° 50 % van de hervormde federale PB dotatie die

aan de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeen-schap samen wordt toegekend voor het begrotingsjaar 2015 krachtens artikel 47/2, van dezelfde bijzondere wet.

Voormeld basisbedrag wordt een eerste maal vast-gesteld voor het begrotingsjaar 2015 maar is gebaseerd op gegevens die in sommige gevallen slechts in de loop van 2017, dus na de begrotingscontrole 2016 en zelfs na de begrotingscontrole 2017, bekend zijn geworden. Daarom waren de in de voorgaande begrotingsfasen weerhouden basisbedragen van het solidariteitsme-chanisme alsook de op basis daarvan afgeleide solida-riteitsbedragen voor de begrotingsjaren 2015 tot 2017 nog steeds een geraamd bedrag, in afwachting van de vaststelling van het definitieve basisbedrag 2015.

Le montant de solidarité nationale est calculé comme suit:

V x (dp – dpb) x X

où:

* V = l’ensemble des montants liés à l’autonomie fiscale et des dotations réparties selon une clé fiscale aux régions ainsi que 50 % de la dotation impôt des personnes physiques attribuée aux communautés

* dp = part de population de la région dans la popu-lation totale

* dpb = pourcentage de la région dans l’impôt des personnes physiques fédéral

* X = facteur de compensation de l’écart qui est égal à 80 %

L’élément V dans la formule ci-dessus constitue le montant de base pour l’année budgétaire 2015 et est égal à la somme, pour toutes les régions réunies:

1° du montant de départ de l’autonomie fiscale régionale en matière d’impôt des personnes physiques, à savoir le montant du numérateur tel que calculé, pour l’année budgétaire 2015, à l’article 5/2, § 1er, alinéa 3, 1°, de la même loi spéciale;

2° des moyens supplémentaires qui sont accordés aux régions pour l’année budgétaire 2015 dans le cadre du transfert des compétences en matière de politique de l’emploi et en matière de certains dépenses fiscales à l’impôt des personnes physiques:

• la dotation IPP fédérale visée à l’article 35nonies, § 1er, de la même loi spéciale,

• la dotations IPP fédéral visée à l’article 35decies, de la même loi spéciale.

3° et de 50 % de la dotation réformée de l’impôt des personnes physiques qui est accordée, pour l’année budgétaire 2015, à la Communauté flamande et la Communauté française réunies en vertu de l’article 47/2, de la même loi spéciale.

Le montant de base doit être fixé une première fois pour l’année budgétaire 2015 mais sa fixation se base sur des données qui, dans certains cas, n’étaient connues que dans le courant de l’année 2017, donc après le contrôle budgétaire 2016 et, dans certains cas, même après le contrôle budgétaire 2017. Par consé-quent, l’ensemble des montants de base du mécanisme de solidarité et des montants de solidarité qui en ont été déduits, et qui ont été retenus dans les phases budgétaires antérieures pour les années budgétaires 2015 à 2017, n’étaient qu’une estimation, en attendant le montant de base définitif de 2015.

126 3036/001DOC 54

Het in onderhavig ontwerp weerhouden basisbedrag 2015 van het solidariteitsmechanisme is het definitieve bedrag omdat alle componenten van de gewestelijke fiscale autonomie van het aanslagjaar 2015 gekend zijn:

• het definitieve referentiebedrag van de geregio-naliseerde fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015 (vastgesteld bij ongewijzigd beleid, toestand 30 juni 2016), zoals bedoeld in artikel 35decies, tweede lid, van de bijzondere financieringswet: hiervoor wordt verwezen naar het Verslag van het Rekenhof bedoeld in artikel 81ter, 1°, van de bijzondere financieringswet (goedgekeurd op de Algemene Vergadering van het Rekenhof van 21 december 2016);

• het bedrag van de dotatie “fiscale uitgaven”, bedoeld in artikel 35decies, van de bijzondere financieringswet, voor het begrotingsjaar 2015;

• het definitieve bedrag van de teller van de auto-nomiefactor die met ingang van het aanslagjaar 2018 wordt toegepast;

• de per gewest gelokaliseerde ontvangsten van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2015.

Gelet op wat voorafgaat kan het basisbedrag 2015 van het solidariteitsmechanisme integraal op definitieve wijze vastgesteld worden (zie onderstaande tabel) en kunnen bijgevolg de solidariteitsbedragen van de begro-tingsjaren 2015 – 2016 definitief bepaald worden alsook de definitieve overdracht van het begrotingsjaar 2017.

Tabel 25 – Definitief basisbedrag 2015 van het mechanisme van nationale solidariteit, na begro-tingscontrole 2018 (x 1.000 EUR)

artikel BFW omschrijving 201548, § 4, eerste

lid, 1°teller van de autonomiefactor - numérateur du facteur d'autonomie (A + B - C) :

11 364 427,417

A = basis PB dotatie art. 33, BFW, berekend voor begrotingsjaar 2015 14 728 783,365 B = 4/6 van federale PB dotatie «fiscale uitgaven» art. 35decies, BFW 1 090 954,276 C = minimum 3 gewesten (negatieve term art. 33bis, BFW / PB sleutel art. 33, BFW)

4 455 310,224

48, § 4, eerste lid, 2°

federale PB dotatie «werk» aan de gewesten voor begrotingsjaar 2015

2 571 877,931

48, § 4, eerste lid, 3°

federale PB dotatie «fiscale uitgaven» aan de gewesten voor begrotingsjaar 2015

1 636 431,414

48, § 4, eerste lid, 4°

federale PB dotatie aan de gemeenschappen voor begrotingsjaar 2015 : à 50 %

3 937 671,299

48, § 4, eerste lid

basisbedrag (V) mechanisme nationale solidariteit voor 2015 19 510 408,061

Le montant de base du mécanisme de solidarité qui est retenu dans le présent projet est le montant défini-tif car toutes les composantes de l’autonomie fiscale régionale de l’exercice d’imposition 2015 sont connues:

• le montant de référence définitif des dépenses fis-cales régionalisées de l’exercice d’imposition 2015 (à politique inchangée, situation au 30 juin 2016), tel que visé à l’article 35decies, alinéa 2, de la loi spéciale de financement: il est fait référence au Rapport de la Cour des Comptes visé à l’article 81ter, 1°, de la loi spéciale de financement (approuvé à l’Assemblée générale de la Cour des Comptes du 21 décembre 2016);

• le montant de la dotation “dépenses fiscales”, visée à l’article 35decies de la loi spéciale de financement, pour l’année budgétaire 2015;

• le montant définitif du numérateur du facteur d’auto-nomie qui s’applique à partir de l’exercice d’imposition 2018;

• les recettes de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2015 localisées dans chaque région.

Vu ce qui précède, le montant de base de 2015 du mécanisme de solidarité peut intégralement être fixé de façon définitive (voir tableau ci-dessous) et par consé-quent les montants de solidarité des années budgétaires 2015 – 2016 peuvent également être fixés définitivement ainsi que le transfert définitif de l’année budgétaire 2017.

Tableau 25 – Montant de base 2015 définitif du mécanisme de solidarité nationale, après contrôle budgétaire 2018 (x 1.000 EUR)

1273036/001DOC 54

Om het nationale solidariteitsbedrag van het begro-tingsjaar 2016 te bepalen, wordt eerst het basisbedrag aangepast. Het basisbedrag van 2016 wordt bekomen door het basisbedrag van begrotingsjaar 2015 te in-dexeren en aan te passen aan reële groei van het bbp van 2016 en vervolgens te verminderen met een bedrag gelijk aan 1.009.494.000 euro.

Met ingang van het begrotingsjaar 2017 wordt het be-drag van het vorige begrotingsjaar jaarlijks geïndexeerd en aangepast aan de reële groei van het bbp.

Het nationale solidariteitsbedrag van het begro-tingsjaar (t) is gelijk aan het bedrag verkregen door het basisbedrag van het jaar (t) te vermenigvuldigen met 80 % van de absolute waarde van het verschil tussen enerzijds, het procentuele aandeel van het betrokken gewest in de totale opbrengst van de federale perso-nenbelasting van het aanslagjaar (t-1) en anderzijds, het procentuele aandeel van dat gewest in de totale bevolking van België op 1 januari (t-1).

Voor de opbrengst van de federale personenbelasting

wordt hier het laatst gekende aanslagjaar, vastgesteld bij het verstrijken van de aanslagtermijn bepaald in artikel 359 van het Wetboek van de Inkomstenbelas-tingen 1992, weerhouden. Dit betekent dat voor het begrotingsjaar (t) wordt gerekend met de toestand van de inkohieringen van het aanslagjaar (t-1) op 30 juni van het jaar (t).

De definitieve vaststelling van het nationaal solidari-teitsbedrag van het begrotingsjaar 2017 is gebaseerd op de gerealiseerde opbrengst en regionale verdeling van het aanslagjaar 2016, volgens de toestand op 30 juni 2017.

De aangepaste raming van het nationaal solidari-teitsbedrag van het begrotingsjaar 2018 gaat uit van de in februari 2018 geraamde opbrengst en regionale verdeling van het aanslagjaar 2017, volgens de toestand op 30 juni 2018 (zie toelichting in punt 4.2.1.).

Pour déterminer le montant de solidarité nationale de l’année budgétaire 2016, le montant de base est adapté. Afin d’obtenir le montant de base de l’année 2016, le montant de base de l’année budgétaire 2015 est indexé et adapté à la croissance réelle du pib de l’année 2016 et ensuite diminué d’un montant égal à 1.009.494.000 euros.

A partir de l’année budgétaire 2017, le montant de base de l’année budgétaire précédente est annuelle-ment indexé et adapté à la croissance réelle du pib.

Pour l’année budgétaire (t), le montant de solidarité nationale est égal au montant résultant de la multiplica-tion du montant de base par 80 % de la valeur absolue de la différence entre d’une part, le pourcentage de la région concernée dans les recettes totales de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’impo-sition (t-1) et d’autre part, le pourcentage de cette région dans la population totale de la Belgique au 1er janvier (t-1).

Le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral visé est celui du dernier exercice d’imposition connu, constaté lors de l’échéance du délai d’imposition fixé à l’article 359 de Code des impôts sur les revenus 1992. Cela signifie que, pour ce qui concerne l’année bud-gétaire (t), on se réfère à la situation des enrôlements de l’exercice d’imposition (t-1) au 30 juin de l’année (t).

La fixation définitive du montant de solidarité natio-nale de l’année budgétaire 2017 est fondée sur le produit et la répartition régionale réalisés de l’IPP fédérale de l’exerce d’imposition 2016, situation au 30 juin 2017.

L’estimation ajustée du montant de solidarité nationale de l’année budgétaire 2018 se base sur l’estimation faite en février 2018 du produit et de la répartition régionale de l’IPP fédéral de l’exercice d’imposition 2017, situation au 30 juin 2018 (comme expliqué au point 4.2.1. ci-avant).

128 3036/001DOC 54

Tabel 26 – Indicatoren van het mechanisme van nationale solidariteit voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole

per gewest procentueel aandeel in de totale

opbrengst van de federale personenbelasting van aanslagjaar 2017

procentueel aandeel in de totale bevolking van het Rijk

op 01.01.2017

aandeel federale PB MIN aandeel

bevolkingbegrotingsjaar - année budgétaire

2018- EUR (a) - (b) -

par régionpourcentage dans les recettes totales de l'impôt des personnes physiques fédéral

de l'exercice d'imposition 2017

pourcentage dans la population totale du Royaume

au 01.01.2017

part IPP fédéral MOINS part population

Vlaamse Gewest - Région flamande

20 656 390 798,06 6 516 011,00

63,68892% 57,5513% 6,13760%

Waalse Gewest - Région wallonne9 096 239 023,19 3 614 473

28,04603% 31,92409% -3,87806%Brusselse Hoofdstedelijk Gewest -

Région de Bruxelles - Capitale2 680 624 940,34 1 191 604

8,26505% 10,52460% -2,25955%Totaal - Total 32 433 254 761,59 11 322 088 0,00000%

100,00000% 100,00000%

(a) Raming van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2017.

(b) Bevolking op 1 januari 2017 (realisaties AD Statistiek – FOD Economie).

Het totale nationale solidariteitsbedrag wordt jaar-lijks vooraf genomen op de opbrengst van de federale personenbelasting.

Tabel 27 – Nationaal solidariteitsbedrag voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole: ESR benadering – (a)

mechanisme nationale solidariteit artikel BFWVlaamse Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - - -

mécanisme de solidarité nationale article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne


CapitaleTotal

2018absolute waarde van verschil art. 48, § 5, BFW : à 80% - valeur absolue de la différence art 48, § 5, LSF : à 80%

48, § 5 - 3,10245% 1,80764%

2018nationaal solidariteitsbedrag - montant de solidarité nationale

48, §§ 4 tot 6 0,000 638 008,271 371 734,529 1 009 742,800



alinéa 40,000 -8 287,303 4 665,145 -3 622,158

2015 & 2016 specifieke saldi - soldes spécifiques

54, § 1, zesde en zevende

lid/ alinéas 6 et 7

0,000 -11 778,336 -1 272,202 -13 050,539

2018

nationaal solidariteitsbedrag voorzien in de aangepaste begroting 2018 - montant de solidarité nationale prévue dans le budget ajusté de 2018

53 0,000 617 942,631 375 127,472 993 070,103

Tableau 26 – Indicateurs du mécanisme de solida-rité nationale pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

(a) Estimation de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2017.

(b) Population au 1er janvier 2017 (réalisations DG Statistique – SPF Economie).

Le montant total de la solidarité nationale est prélevé annuellement sur le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral.

Tableau 27 – Montant de solidarité nationale pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire: optique SEC– (a)

1293036/001DOC 54


4.2.4. Het overgangsmechanisme bedoeld in ar-tikel 48/1, § 2, van dezelfde bijzondere wet.

Zoals toegelicht in punt 3.2.3. wordt voor de begro-tingsjaren 2015 tot en met 2033 een overgangsmecha-nisme toegepast.

Artikel 48/1, § 2, van dezelfde bijzondere wet regelt de

vaststelling van het overgangsbedrag van het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdste-delijke Gewest voor het begrotingsjaar 2015.

Het overgangsbedrag wordt vastgesteld voor het begrotingsjaar 2015 maar is gebaseerd op gegevens die in sommige gevallen slechts in de loop van 2017, na de begrotingscontrole 2016, en soms zelfs na de be-grotingscontrole 2017, bekend zijn geworden.. Daarom was het in de voorgaande begrotingsfasen weerhouden overgangsbedrag voor de begrotingsjaren 2015 tot 2017 nog steeds een geraamd bedrag, in afwachting van het definitieve bedrag.

Het in onderhavig ontwerp weerhouden overgangsbe-drag is het definitieve bedrag omdat alle componenten van de gewestelijke fiscale autonomie van het aanslag-jaar 2015 gekend zijn:

• de ontvangsten van de federale personenbelasting van het aanslagjaar 2015 (vastgestelde rechten, toe-stand 30 juni 2016), zoals bedoeld in artikel 7, derde lid, van de bijzondere financieringswet;

• het definitieve referentiebedrag van de geregio-naliseerde fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015 (vastgesteld bij ongewijzigd beleid, toestand 30 juni 2016), zoals bedoeld in artikel 35decies, tweede lid, van de bijzondere financieringswet: hiervoor wordt verwezen naar het Verslag van het Rekenhof bedoeld in artikel 81ter, 1°, van de bijzondere financieringswet (goedgekeurd op de Algemene Vergadering van het Rekenhof van 21 december 2016);

• de ontvangsten van de belasting Staat van het aanslagjaar 2015 (ontvangsten geïnd tot en met 31 de-cember 2016), zoals bedoeld in artikel 5/1, § 1, derde lid, 2°, van de bijzondere financieringswet: hiervoor wordt verwezen naar het Verslag van het Rekenhof bedoeld in artikel 81ter, 2°, van de bijzondere financieringswet (goedgekeurd op de Algemene Vergadering van het Rekenhof van 26 april 2017).


4.2.4. Le mécanisme de transition visé à l’article 48/1, § 2, de la même loi spéciale

Comme expliqué au point 3.2.3. , un mécanisme de transition est d’application pour les années budgétaires 2015 à 2033 incluse.

L’article 48/1, § 2, de la même loi spéciale règle la détermination du montant de transition pour la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale pour l’année budgétaire 2015.

Le montant de transition est fixé pour l’année budgé-taire 2015 mais sa fixation se base sur des données qui, dans certains cas, n’étaient connus que dans le courant de l’année 2017, donc après le contrôle budgétaire 2016 et, dans certains cas, même après le contrôle budgétaire 2017. Par conséquent, le montants de transition qui en a été retenu dans les phases budgétaires antérieures pour les années budgétaires 2015 à 2017, n’était qu’une estimation, en attendant le montant de transition définitif.

Le montant de transition qui est retenu dans le présent projet est le montant définitif car toutes les composantes de l’autonomie fiscale régionale de l’exercice d’imposi-tion 2015 sont connues:

• Les recettes de l’impôt des personnes physiques fédéral de l’exercice d’imposition 2015 (droits constatés, situation au 30 juin 2016), telles que visées à l’article 7, alinéa 3, de la loi spéciale de financement;

• le montant de référence définitif des dépenses fis-cales régionalisées de l’exercice d’imposition 2015 (à politique inchangée, situation au 30 juin 2016), tel que visé à l’article 35decies, alinéa 2, de la loi spéciale de financement: il est fait référence au Rapport de la Cour des Comptes visé à l’article 81ter, 1°, de la loi spéciale de financement (approuvé à l’Assemblée générale de la Cour des Comptes du 21 décembre 2016);

• les recettes de l’impôt État de l’exercice d’imposition 2015 (recettes perçues jusqu’au 31 décembre 2016), telles que visées à l’article 5/1, § 1, alinéa 3, 2°, de la loi spéciale de financement: il est fait référence au Rapport de la Cour des Comptes visé à l’article 81ter, 2°, de la loi spéciale de financement (approuvé à l’Assemblée générale de la Cour des Comptes du 26 avril 2017).

130 3036/001DOC 54

De teller en de noemer van de autonomiefactor en bijgevolg de autonomiefactor die met ingang van het aanslagjaar 2018 wordt toegepast, kunnen dus definitief worden vastgesteld.

Het bedrag van de dotatie “fiscale uitgaven”, bedoeld in artikel 35decies, van de bijzondere financieringswet, kan dus voor de begrotingsjaren 2015 (en 2016) definitief worden vastgesteld.

De regionale verdeling van de dotaties aan de gewes-ten die verdeeld worden volgens de ontvangsten inzake de federale personenbelasting gelokaliseerd in elk ge-west, met name de dotatie “werk” en de dotatie “fiscale uitgaven” (bedoeld in artikel 35nonies resp. 35decies, van de bijzondere financieringswet) kan bijgevolg voor het begrotingsjaar 2016 definitief worden vastgesteld.

Het basisbedrag van 2015 van het solidariteitsme-chanisme kan bijgevolg ook definitief worden bepaald.

Gelet op wat voorafgaat, kan het bedrag 2015 van het overgangsmechanisme op het niveau van de gewesten integraal op definitieve wijze vastgesteld worden: zie onderstaande tabel.

Het totale overgangsbedrag dat per gewest wordt bepaald, blijft in nominale waarde constant gedurende de jaren 2015 tot en met 2024 en zal vanaf 2025 tot en met 2034 over 10 jaar lineair afnemen tot nul.

Le numérateur et le dénominateur du facteur d’auto-nomie qui s’applique à partir de l’exercice d’imposition 2018 peuvent donc être déterminé de façon définitive.

Le montant de la dotation “dépenses fiscales”, visée à l’article 35decies de la loi spéciale de financement, peut être fixée de façon définitive pour les années bud-gétaires 2015 (et 2016).

La répartition régionale des dotations destinées aux régions, notamment la dotation “emploi” et la dotation “dépenses fiscales” (visées aux articles 35nonies et 35decies de la loi spéciale de financement) qui sont réparties selon la localisation régionale des recettes de l’impôt des personnes physiques fédéral, peut donc être fixée définitivement pour l’année budgétaire 2016.

Le montant de base de 2015 du mécanisme de soli-darité peut également être déterminé de façon définitive.

Vu ce qui précède, le montant de 2015 du mécanisme de transition au niveau des régions peut être déterminé définitivement (voir tableau ci-dessous).

Le montant de transition total fixé par région restera nominalement constant durant les années 2015 jusqu’à 2024 incluse, puis, à partir de 2025 jusqu’à 2034 incluse, sera réduit linéairement sur 10 ans jusqu’à zéro.

1313036/001DOC 54

Tabel 28 – Overgangsmechanisme van de gewesten: definitief basisbedrag 2015 (reeds vastgesteld bij de begrotingsopmaak 2018) en overgangsbedrag voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole: ESR benadering – (a)

2018 artikel BFWVlaamse Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

overgangsmechanisme - mécanisme de transition - - - - -

article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne


CapitaleTotal

overgangsbedrag (aanrekening op toegewezen gedeelten federale PB opbrengst) 321 556,722 -620 539,074 -99 137,387 -398 119,738montant de transition (imputation sur les parties attribuées du produit de l'IPP fédéral)

basisbedrag 2015 : 48/1, § 2 321 556,722 -620 539,074 -99 137,387 -398 119,738montant de base 2015 : vóór 2015 overgehevelde bevoegdheden 1° -23 803,783 6 318,070 17 485,713 0,000 compétences transférées avant 2015 art 35ter (landbouw -1993) 1°, a) -13 590,282 3 891,285 9 698,998 0,000 art 35ter (agriculture -1993) art 35quater (landbouw & zeevisserij - 2002) 1°, b) -5 288,084 2 266,170 3 021,914 0,000 art 35quater (agriculture & pêche maritime - 2002) art 35quinquies (wetenschappelijk onderzoek landbouw - 2002) 1°, c) -1 385,268 -3 570,961 4 956,229 0,000 art 35quinquies (recherche scientifique agriculture - 2002) art 35sexies (buitenlandse handel - 2002) 1°, d) -2 848,836 2 852,942 -4,106 0,000 art 35sexies (commerce extérieure - 2002) art 35septies (provincie- en gemeentewet - 2002) 1°, e) -691,312 878,635 -187,322 0,000 art 35septies (loi provinciale et communale - 2002) art 35octies (nieuwe bevoegdheden + integratie bestaande bevoegdheden) 2° 6 133,699 20 967,236 -27 100,934 0,000 art 35octies (nouvelles compétences + intégration compétences existantes) art 35nonies (arbeidsmarktbeleid) 3° 407 053,297 -222 508,810 -184 544,487 0,000 art 35nonies (marché du travail) art 35nonies (arbeidsmarktbeleid) 4° -239 498,005 -157 640,209 -59 657,523 -456 795,737 art 35nonies (marché du travail) art 35decies (fiscale uitgaven) 5° -57 040,878 -17 453,206 74 494,084 0,000 art 35decies (dépenses fiscales) art 5/2, § 1, derde lid, 1° (fiscale autonomie) 6° 64 189,972 -22 526,647 -41 663,326 0,000 art 5/2, § 1, alinéa 3, 1° (autonomie fiscale) art 33bis (negatieve term) 7° 164 522,421 0,000 209 480,164 374 002,585 art 33bis (terme négatif) art 48 (nationale solidariteit) 8° 0,000 -227 887,525 -87 000,431 -314 887,956 art 48 (solidarité nationale) sociale bijdragen - overdracht gezinsbijslagen 9° 0,000 192,017 -630,647 -438,630 cotisations sociales - transfert allocations familiales

bedrag begrotingsjaar 2016 - montant de l'année budgétaire 2017 :48/1, § 4,

eerste lid / alinéa 1er

321 556,722 -620 539,074 -99 137,387 -398 119,738

definitief afrekeningssaldo van (t-1) - solde définitif du décompte de (t-1) 54, § 1,

vierde lid / alinéa 4

677,362 -1 559,319 3 088,361 2 206,404

specifieke saldi 2015 & 2016 - soldes spécifiques de 2015 & 201654, § 1,

zesde lid / alinéa 6

-41 283,341 -16 235,980 14 905,593 -42 613,728

overgangsbedrag voorzien in de aangepaste begroting 2018 - montant de transition prévu dans le budget ajusté de 2018

53 280 950,743 -638 334,372 -81 143,433 -438 527,062


Tableau 28 – Mécanisme de transition des régions: montant de base définitif de l’année 2015 (déjà fixé lors de l’élaboration du budget 2018) et montant de transition pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire: optique SEC – (a)


132 3036/001DOC 54

4.2.5. De overdrachten naar de gewesten voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, in ESR- en KAS-optiek

In de hiernavolgende tabellen worden op het niveau van de gewesten de aangepaste raming van de over-drachten voor het begrotingsjaar 2018 weergegeven in de ESR- en de KAS-benadering .

Het verschil tussen beide wordt verklaard door toepassing van de in artikel 54, § 1, zesde lid, van de bijzondere financieringswet beperking: de saldi die het gevolg zijn van de definitieve vaststelling van het refe-rentiekader 2015 van de gewestelijk fiscale autonomie op de personenbelasting kunnen slechts op de maan-delijkse stortingen worden aangerekend ten belope van maximaal 2 % van die maandelijkse stortingen. Het betreft de integraliteit van de specifieke saldi van de begrotingsjaren 2015 en 2016 en een gedeelte van het definitieve saldo van het begrotingsjaar 2017, met name de saldi met betrekking tot het overgangsbedrag.

Tabel 29 – Overdrachten aan de gewesten voor 2018, na begrotingscontrole, in ESR- en KAS bena-dering

(x 1.000 €) VG WG BHG Totaalart. BFW54/1, § 3 gewestelijke (aanvullende belasting op de) PB 5 676 471,071 2 522 189,258 804 402,870 9 003 063,199

toegewezen gedeelten federale PB 2 500 679,904 2 677 163,732 1 073 351,049 6 251 194,685die overeenstemmen met de grondslag voor de verrekening

art 46bis , BWBrI gemeenten BHG 0,000 0,000 40 491,146 40 491,146(= voorafname op federale PB)

65quinquies responsabiliseringsbijdrage pensioenen -112 417,416 -5 165,101 -1 019,310 -118 601,827

SUBTOTAAL 8 064 733,559 5 194 187,889 1 917 225,755 15 176 147,203

art. 54, § 1, zesde lid en zevende lid saldi (2015 + 2016) (alle 2 integraal) + saldi 2017 (partim) + regularisatie gew opc 2015-2017 -50 013,598 -53 543,275 -21 467,021 -125 023,894na toepassing 2% beperking

KAS benadering TOTAAL (optiek KAS) 8 014 719,961 5 140 644,615 1 895 758,734 15 051 123,309

art. BFW54/1, § 3 gewestelijke (aanvullende belasting op de) PB 5 676 471,071 2 522 189,258 804 402,870 9 003 063,199

2 307 424,973 2 624 065,104 1 036 115,053 5 967 605,129(alle 3 integraal) (a)

art 46bis , BWBrI gemeenten BHG 0,000 0,000 40 491,146 40 491,146(= voorafname op federale PB)

65quinquies responsabiliseringsbijdrage pensioenen (reeds aangerekend op de toegewezen gedeelten 0,000 0,000 0,000 0,000 federale PB)SUBTOTAAL 7 983 896,044 5 146 254,362 1 881 009,069 15 011 159,474

regularisatie gewestelijke opcentiemen 2015 - 2017 (integraal) -936 762,527 -409 161,101 -115 604,764 -1 461 528,392

ESR benadering TOTAAL (optiek ESR) 7 047 133,516 4 737 093,261 1 765 404,305 13 549 631,083

VERSCHIL in benadering Optiek ESR - optiek KAS -967 586,444 -403 551,354 -130 354,429 -1 501 492,227

KAS versus ESR benadering

FISCALE AUTONOMIE PB & TOEGEWEZEN GEDEELTEN FEDERALE PB

KAS benadering

ESR benadering

toegewezen gedeelten federale PB in ESR optiek, m.i.v. saldi (2015 + 2016 + 2017)

(a) Som van restdotatie (art. 35octies, BFW), dotatie werk, dotatie fiscale uitgaven, nationaal solidariteitsme-chanisme, overgangsmechanisme, responsabilisering pensioenen (-) en correcte financiering Brusselse Instel-lingen (pendelaars & Internationale ambtenaren).

4.2.5. Les transferts vers les régions pour l’année budgétaire 2018 exprimés en SEC et en caisse

Dans les tableaux repris ci-dessous figurent les estimations initiales des transferts vers les régions pour l’année budgétaire 2018 exprimés en SEC et en termes de caisse.

L’écart entre les deux optiques s’explique par l’appli-cation de la limitation visée à l’article 54, § 1, alinéa 6, de la loi spéciale de financement: les soldes qui découlent de la fixation définitive du cadre de référence de 2015 de l’autonomie fiscale régionale sur l’impôt des personnes physiques ne peuvent être imputés sur les versements mensuels jusqu’à un montant maximal qui correspond à 2 % de ces versements mensuels. Il s’agit de l’intégralité des soldes spécifiques des années budgétaires 2015 et 2016 et une partie du solde de décompte probable de l’année budgétaire 2017, notamment les soldes relatifs au montant de transition.

Tableau 29 – Transferts vers les régions pour 2018, après contrôle budgétaire, exprimés en termes et SEC et en termes CAISSE

(a) La somme de la dotation divers (art. 35octies, LSF), la dotation emploi, la dotation dépenses fiscales, le mécanisme de solidarité, le mécanisme de transition, la responsabilisation pensions (-) et le financement juste des Institutions bruxelloises (navetteurs & fonctionnaires internationaux).

1333036/001DOC 54

Tabel 30 – De uitwerking van de 2 % beperking op het niveau van de gewesten voor 2018, na be-grotingscontrole

art. 54, § 1, zesde lid en zevende lid, BFW

2018 BC excl saldo (t-1) + het gedeelte van het saldo 2017 dat geen verband houdt met Δ fiscale

autonomie 2015Vlaamse Gewest Waalse Gewest

Brusselse hoofdstedelijk

GewestTotaal

titel IV 2 849 889,523 1 443 250,795 385 364,673 4 678 504,991titel IV/1 nvt nvt nvt nvt

titel V (mech nationale solidariteit) 0,000 629 720,967 376 399,674 1 006 120,642titel V/1 (overgangsmechanisme) -321 556,722 620 539,074 99 137,387 398 119,738

art 64quater (dot pendelaars) -27 652,896 -16 347,104 44 000,000 0,000art 64quinquies (dot internationale ambtenaren) 0,000 0,000 168 449,315 168 449,315

art 65 (GGC) nvt nvt nvt nvtart 65bis (VGC & FGC : niet betrokken !) nvt nvt nvt nvt

art 65ter (VGC & FGC bijk midd : niet betrokken !) nvt nvt nvt nvt

totale grondslag 2018 voor verrekening (a) 2 500 679,904 2 677 163,732 1 073 351,049 6 251 194,685

berekening 2% beperking :HYP : Verrekening vanaf 01.01.2018 50 013,598 53 543,275 21 467,021 125 023,894

op maandbasis (b) 4 167,800 4 461,940 1 788,918 10 418,658

gedeelte van het te verrekenen bedrag dat onder de 2% beperking valt :

Vlaamse Gewest Waalse GewestBrusselse

hoofdstedelijk Gewest

Totaal

1) saldo 2015 (integraal) + saldo 2016 (integraal) + saldo 2017 beperkt tot het gedeelte mbt Δ fiscale autonomie 2015) -80 837,515 -47 933,527 -36 216,686 -164 987,729

op maandbasis -6 736,460 -3 994,461 -3 018,057 -13 748,9772) regularisatie gew opc 2015-2017 -936 762,527 -409 161,101 -115 604,764 -1 461 528,392

op maandbasis -78 063,544 -34 096,758 -9 633,730 -121 794,033totaal te verrekenen -1 017 600,043 -457 094,628 -151 821,450 -1 626 516,120

op maandbasis -84 800,004 -38 091,219 -12 651,787 -135 543,010

test 2% limiet 50 013,598 53 543,275 21 467,021 125 023,894op maandbasis 4 167,800 4 461,940 1 788,918 10 418,658

bedrag van de verrekening in 2018 -50 013,598 -53 543,275 -21 467,021 -125 023,894op maandbasis -4 167,800 -4 461,940 -1 788,918 -10 418,658

gewesten : besluit na verrekening in 2018

blijft over te verrekenen in volgende jaren -967 586,444 -403 551,354 -130 354,429 -1 501 492,227

CONCRETISERING van de BEPERKING à 2% van de maandelijkse stortingen

voor alle gewesten : slechts partiële verrekening in 2018 mogelijk

(a) Wat in art. 54, § 1, zesde en zevende lid, BFW wordt bedoeld met “stortingen”

(b) Wat in art. 54, §1, zesde en zevende lid, BFW wordt bedoeld met “2 % van die maandelijkse stortingen”

Tableau 30 – La mise en oeuvre de la limitation à 2 % au niveau des régions pour 2018, après contrôle budgétaire

(a) Ce qui est visé à l’article art. 54, § 1, alinéa 6 et 7, LSF par “versements”.

(b) Ce qui est visé à l’article 54, §1, alinéa 6 et 7, LSF par “2 % des versements mensuels”.

134 3036/001DOC 54

4.2.6. De middelen “compensatie pendelaars” en de middelen “compensatie internationale ambtena-ren”, bedoeld in de artikelen 64quater en 64quin-quies, van dezelfde bijzondere wet).

De in de artikelen 64quater en 64quinquies van de-zelfde bijzondere wet bedoelde overdrachten vormen het tweede deel van de maatregelen genomen in het kader van de correcte financiering van de Brusselse Instellingen. Het eerste deel, met name de geaffec-teerde middelen en het dode hand complement, werd geregeld in de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse instellingen (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2012).

Het tweede deel van de correcte financiering betreft

het inkomstenverlies ingevolge de stromen van pende-laars vanuit het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest en de belangrijke aanwezigheid van internationale ambtenaren in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

a) de middelen “compensatie pendelaars”:

Met ingang van het begrotingsjaar 2017 bedraagt deze overdracht 44 miljoen euro op jaarbasis.

De financiering van deze met ingang van het begro-tingsjaar 2014 ingevoegde overdracht (20) valt niet ten laste van de Federale Staat maar is gebaseerd op een horizontaal mechanisme.

Dat houdt in dat de dotatie jaarlijks ten laste wordt

genomen door het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest, door het verschuldigde bedrag met ingang van het begrotingsjaar 2015 jaarlijks in mindering te brengen van de in artikel 35decies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde dotatie “fiscale uitgaven”.

Met ingang van het begrotingsjaar 2015 wordt 1/12de

van het bedrag van de dotatie pendelaars maandelijks in mindering gebracht van de overdracht “fiscale uitgaven”.

De verdeling van het verschuldigde bedrag tussen die

twee gewesten gebeurt in verhouding tot hun aandeel in de totale netto stroom van pendelaars naar het Brus-selse Hoofdstedelijke Gewest.

Voor het begrotingsjaar 2017 (excl. saldo t-1) wordt die verdeling geraamd op:

20 De overdracht “compensatie pendelaars” bedraagt 32 miljoen euro voor het begrotingsjaar 2014, 48 miljoen euro voor het begrotingsjaar 2015 en 49 miljoen euro voor het begrotingsjaar 2016. Laatstgenoemd bedrag is samengesteld als volgt: ten eer-ste 44 miljoen euro (bedrag 2016) en ten tweede 5 miljoen euro, zijnde een deel van het bedrag van 13 miljoen euro dat voor het begrotingsjaar 2013 werd voorzien door het Institutioneel Akkoord voor de Zesde Staatshervorming; die 13 miljoen euro wordt vanaf het begrotingsjaar 2014, over drie jaar gespreid, overgedragen.

4.2.6. Les moyens “compensation navetteurs” et les moyens “compensation fonctionnaires interna-tionaux”, visés aux articles 64quater et 64quinquies, de la même loi spéciale

Les transferts visés aux articles 64quater et 64quin-quies, de la même loi spéciale représentent la deuxième partie des mesures prises dans le cadre du juste finan-cement des Institutions bruxelloises. Le premier volet du juste financement concerne les moyens affectés et le complément “main morte” et il a été réglé par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des institutions bruxelloises (Moniteur belge du 22 août 2012).

Le deuxième volet du juste financement concerne la compensation de la perte de recettes d’impôts sur les revenus, suite aux flux de navetteurs venant de la Région flamande et de la Région wallonne et suite à la présence importante de fonctionnaires internationaux dans la Région de Bruxelles-Capitale.

a) les moyens “compensation navetteurs”:

A partir de l’année budgétaire 2017 ce transfert annuel s’élève à 44 millions d’euros.

Le financement de ce nouveau transfert (20), introduit à partir de l’année budgétaire 2014, n’incombe pas au pouvoir fédéral, il repose sur un mécanisme horizontal.

Cela implique que la dotation annuelle est prise en charge par la Région flamande et la Région wallonne en portant le montant dû en déduction de la dotation “dépenses fiscales” visée à l’article 35decies, de la même loi spéciale.

A partir de l’année budgétaire 2015, une douzième du montant de la dotation “navetteurs” sera mensuellement déduit du transfert “dépenses fiscales”.

La répartition du montant dû entre ces deux régions est fonction de leur participation dans le flux net total des navetteurs vers la Région de Bruxelles-Capitale.

Pour l’année budgétaire 2017 (hors solde t-1) cette répartition a été estimée à:

20 Le transfert “compensation navetteurs” s’élève à 32 millions d’euros pour l’année budgétaire 2014, à 48 millions d’euros pour l’année budgétaire 2015 et à 49 millions d’euros pour l’année budgétaire 2016. Ce dernier montant est composé comme suit: premièrement 44 millions d’euros (montant de l’année 2016) et deuxièmement 5 millions d’euros, soit une partie du montant de l’année 2013 qui était prévu par l’Accord institutionnel pour la Sixième Réforme de l’État; ces 13 millions d’euros sont transféré à partir de l’année budgétaire 2014, étalé sur trois ans.

1353036/001DOC 54

• 62,735 % ten laste van het Vlaamse Gewest: 27.603.608 euro,

• 37,265 % ten laste van het Waalse Gewest: 16.396.392 euro.

Voor het begrotingsjaar 2018 (excl. saldo t-1) wordt die verdeling geraamd op:

• 62,847 % ten laste van het Vlaamse Gewest: 27.652.896 euro

• 37,153 % ten laste van het Waalse Gewest: 16.347.104 euro.

b) de middelen “compensatie internationale ambte-naren”:

Deze definitieve overdracht bedraagt 165.585.718

euro voor begrotingsjaar 2017. Dat bedrag stemt over-een met:

• het bedrag van het voorgaande jaar, hetzij 178.132.300 euro, verminderd met 16 miljoen euro, zijnde 1/3 van het bedrag van 48 miljoen euro dat voor het begrotingsjaar 2013 werd voorzien door het Institu-tioneel Akkoord voor de Zesde Staatshervorming en dat vanaf het begrotingsjaar 2014, over drie jaar gespreid, wordt overgedragen (21);

• + indexering 2017.

Voor het begrotingsjaar 2018 wordt deze overdracht geraamd op 168.400.675.euro. Dit bedrag wordt beko-men door het bedrag van het voorgaande jaar te indexe-ren. Rekening houdende met het definitief afrekenings-saldo 2017 (+48.640 euro) bedraagt de totale overdracht voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, 168.449.315 euro.

De financiering van deze nieuwe overdracht valt ten laste van de Federale Staat; het bedrag zal op de opbrengst van de federale personenbelasting worden vooraf genomen.

4.2.7. Het responsabiliseringsmechanisme inzake pensioenen bedoeld in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet.

De in artikel 65quinquies, van dezelfde bijzondere wet bedoelde responsabiliseringsbijdrage wordt in min-dering gebracht van de volgende federale PB dotaties:

• “restdotatie” bedoeld in artikel 35octies, van de-zelfde bijzondere wet,

• dotatie “werk” bedoeld in artikel 35nonies, van de-zelfde bijzondere wet,

21 Zodoende bedraagt de overdracht 117 miljoen euro voor het begrotingsjaar 2014 en 175 miljoen euro voor het begrotingsjaar 2015; voor het begrotingsjaar 2016 is de overdracht gelijk aan een bedrag van 159 miljoen euro dat geïndexeerd en vervolgens vermeerderd wordt met 16 miljoen euro.

• 62,735 % à charge de la Région flamande: 27.603.608 euros,

• 37,265 % à charge de la Région wallonne: 16.396.392 euros.

Pour l’année budgétaire 2018 (hors solde t-1) cette répartition a été estimée à:

• 62,847 % à charge de la Région flamande: 27.652.896 euros

• 37,153 % à charge de la Région wallonne: 16.347.104 euros.

b) Les moyens “compensation fonctionnaires inter-nationaux”:

Ce transfert définitif s’élève à 165.585.718 d’euros pour l’année budgétaire 2017. Ce montant est composé comme suit:

• le montant de l’année précédente; soit 178.132.300 euros, diminué de 16 millions d’euros, ce qui correspond à 1/3 du montant de 48 millions d’euros qui était prévu par l’Accord institutionnel pour la Sixième Réforme de l’État pour l’année budgétaire 2013 et est transféré à partir de l’année budgétaire 2014, étalé sur trois ans (21).

• + indexation 2017.

L’estimation ajustée pour l’année budgétaire 2018 s’élève à 168.400.675 d’euros. Ce montant est obtenu en indexant le montant de l’année précédente. Compte tenu du solde de décompté définitif 2017 (+48.640 euros), le transfert total de l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire s’élève à 168.449.315 euros.

Le financement de ce nouveau transfert est à charge du pouvoir fédéral; le montant du transfert sera prélevé sur le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral.

4.2.7. Le mécanisme de responsabilisation pen-sion, visé à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale

La cotisation de responsabilisation pension visée à l’article 65quinquies, de la même loi spéciale, est portée en déduction des dotations IPP fédéral:

• la “dotation divers” visée à l’article 35octies, de la même loi spéciale

• la dotation “emploi” visée à l’article 35nonies, de la même loi spéciale

21 Ainsi le transfert s’élève à 117 millions d’euros pour l’année budgétaire 2014 et 175 millions d’euros pour l’année budgétaire 2015; pour l’année budgétaire 2016 le transfert est égale à un montant de 159 millions d’euros qui est indexé et ensuite diminué de 16 millions d’euros.

136 3036/001DOC 54

• dotatie “fiscale uitgaven” bedoeld in artikel 35decies, van dezelfde bijzondere wet.

Voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2020 zijn de jaarlijks verschuldigde responsabiliseringsbijdragen vastgesteld per deelgebied in artikel 65quinquies, § 1, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet. De bijdrage van het Vlaamse Gewest is begrepen in de bijdrage bepaald voor de Vlaamse Gemeenschap (art. 65quinquies, § 1, tweede lid, 1°, BFW).

Voor het begrotingsjaar 2018 zijn de bijdragen gelijk aan:

• voor het Vlaamse Gewest (inclusief aandeel Ge-meenschap): 112.417.416 euro,

• voor het Waalse Gewest: 5.165.101 euro,• voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest:

1.019.310 euro.

De aftrek wordt uitgevoerd op de voorschotten die aan de betrokken entiteit krachtens artikel 54, § 1, derde lid, van dezelfde bijzondere wet maandelijks worden gestort inzake deze toegewezen gedeelten van de federale personenbelasting.

Voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2020 ge-

beurt die aftrek maandelijks, vanaf 1 januari van het betrokken begrotingsjaar, ten belope van 1/12de van het per deelgebied vastgestelde bedrag van de jaarlijkse verschuldigde responsabiliseringsbijdrage. Die aftrek gebeurde een eerste maal op 1 januari 2015.

4.2.8. De totale federale PB overdracht naar de drie gewesten.

De totale federale PB overdracht naar het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdste-delijke Gewest is voor het begrotingsjaar 2018, na be-grotingscontrole, weergegeven in onderstaande tabel.

• la dotation “dépenses fiscales” visée à l’article 35decies, de la même loi spéciale.

Pour les années budgétaires 2015 à 2020 incluse, les montants de la cotisation de responsabilisation qui sont dus annuellement, sont fixés par région à l’article 65quinquies, § 1er, alinéa 2, de la même loi spéciale. La cotisation due par la Région flamande est comprise dans la cotisation fixée pour la Communauté flamande (article 65quinquies, § 1er, alinéa 2, 1°, LSF).

Pour l’année budgétaire 2018 ces cotisations sont égales à:

• pour la Région flamande (y compris la part de la Communauté): 112.417.416 euros,

• pour la Région wallonne: 5.165.101 euros,• pour la Région de Bruxelles-Capitale: 1.019.310

euros.

Cette déduction est exécutée sur les acomptes mensuels relatifs à les parts attribuées de l’impôt des personnes physiques fédéral, visés à l’article 54, § 1er, alinéa 3, de la même loi spéciale.

Pour les années budgétaires 2015 et 2020, cette déduction s’effectuera mensuellement à partir du 1er jan-vier de l’année budgétaire concernée, à concurrence de 1/12éme du montant établi par entité de la contribution de responsabilisation annuelle due. Cette déduction a été effectuée une première fois le 1er janvier 2015.

4.2.8. Le transfert total de l’IPP fédéral vers les trois régions

La totalité du transfert d’IPP fédéral pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire, vers la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale figure dans le tableau ci-dessous.

1373036/001DOC 54

Tabel 31 – Overdracht federale PB naar de gewes-ten voor het begrotingsjaar 2018, na begrotings-controle

Voorafnemingen op belastingopbrengsten

(art. X+2, wetsontwerp)artikel BFW

Vlaamse Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - - -Prélèvements sur les produits d'

impôts (art. X+2, projet de loi)

article LSFRégion

flamandeRégion

wallonne

Région de Bruxelles-Capitale

Total

2018federale PB dotaties - dotations IPP fédéral :

2 846 090,244 1 438 207,022 385 427,515 4 669 724,781

«restdotatie» - «dotation divers» 35octies 487 032,957 399 373,610 79 287,500 965 694,067 dotatie «werk» - dotation «emploi» 35nonies 1 223 733,477 538 882,727 158 806,565 1 921 422,769 dotatie «fiscale uitgaven» - dotation «dépenses fiscales»

35decies 1 135 323,809 499 950,685 147 333,450 1 782 607,945

2018nationaal solidariteitsbedrag - montant de solidarité nationale

48 0,000 638 008,271 371 734,529 1 009 742,800

2017overgangsbedrag - montant de transition

48/1 -321 556,722 620 539,074 99 137,387 398 119,738

2018correcte financiering Brusselse Instellingen - juste financement des Institutions bruxelloises

-27 652,896 -16 347,104 212 400,675 168 400,675

compensatie pendelaars - compensation navetteurs

64quater , -27 652,896 -16 347,104 44 000,000 0,000

compensatie internationale ambtenaren - compensation fonctionnaires internationaux

64quinquies 0,000 0,000 168 400,675 168 400,675

2018responsabiliseringsbijdrage pensioenen (-) - contribution de responsabilisation pensions (-)

65quinquies -112 417,416 -5 165,101 -1 019,310 -118 601,827

2018overdracht federale PB na diverse aanrekeningen - transfert d'IPP fédéral après imputations diverses

34, § 2, 48/1, 64quater ,

64quinquies , 65quinquies

2 384 463,209 2 675 242,162 1 067 680,796 6 127 386,167

2017definitieve afrekeningssaldo van (t-1) - solde définitif de décompte de (t-1)


3 121,917 -1 684,212 1 562,581 3 000,287

2015 & 2016 specifieke saldi - soldes spécifiques54, § 1, zesde lid

/ alinéa 6-80 160,153 -49 492,846 -33 128,325 -162 781,324

2018

overgangsbedrag voorzien in de aangepaste begroting 2018 - montant de transition prévu dans le budget ajusté 2018

53 2 307 424,973 2 624 065,104 1 036 115,053 5 967 605,129

Bovenstaande bedragen stemmen overeen met de federale PB overdracht uitgedrukt in ESR benadering die voor het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is voorzien in artikel 7 van onderhavig wetsontwerp.

5. Ontvangsten inzake geregionaliseerde ver-keersboeten

Artikel 8 van onderhavig ontwerp bepaalt, voor het begrotingsjaar 2018, de geraamde overdrachten van de in artikel 2bis, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde niet-fiscale eigen ontvangsten die aan gewesten worden toegekend volgens de plaats van de overtreding. Het betreft de ontvangsten van de onmiddellijke inningen, de minnelijke schikkingen en

Tableau 31 – Transfert d’IPP fédéral aux régions pour l’année budgétaire 2018, après contrôle bud-gétaire

Ces montants correspondent au transfert d’IPP fédéral en optique SEC qui est prévu pour la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale à l’article 7 du présent projet de loi.

5. Recettes d’amendes routières régionalisées

L’article 8 du présent projet détermine l’estimation, pour l’année budgétaire 2018, des transferts de recettes non fiscales propres qui sont visées à l’article 2bis, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 et qui sont attribuées aux régions en fonction du lieu de l’infrac-tion. Il s’agit des recettes des perceptions immédiates, transactions et amendes pénales liées aux infractions

138 3036/001DOC 54

de strafrechtelijke boeten die verband houden met de inbreuken op de reglementering inzake verkeersveilig-heid die voortaan tot de bevoegdheid van de gewesten behoort.

Voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, wordt deze overdracht geraamd op 229.218.500 euro, hetzij:

• voor het Vlaamse Gewest: 145.815.400 euro,• voor het Waalse Gewest: 61.512.000 euro,• voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest:

21.891.100 euro.

De federale overheid stort de ontvangsten die zij int door aan de bevoegde instelling van het gewest op het einde van de maand die volgt op de maand waarin zij door de federale overheid werden geïnd.

6. Overdrachten naar het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van de gewestelijke personenbelasting

Artikel 9 van onderhavig ontwerp bepaalt de raming, voor het begrotingsjaar 2018 na begrotingscontrole, van het in artikel 54/1, § 3 , van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde ontvangsten van de geweste-lijke personenbelasting van het aanslagjaar 2018, zoals bedoeld in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet, na aftrek van de in artikel 5/5, § 4, van dezelfde bijzon-dere wet bedoelde geraamde belastingverminderingen en belastingkredieten. Het artikel 9 bevat tevens de raming van de voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, verwachte ontvangsten inzake de afrekeningen van de gewestelijke personenbe-lasting van de voorgaande aanslagjaren.

De totale voorschotten inzake de gewestelijke per-sonenbelasting van het aanslagjaar 2018 worden na begrotingscontrole geraamd op 9.003.063.199 euro, na toepassing van de per gewest bepaalde inningscoëf-ficiënt. Die raming van 9,0 miljard euro en de verdeling van dit bedrag tussen de gewesten is bepalend voor de omvang van de maandelijkse voorschotten die in toepassing van artikel 54/1, § 3, van dezelfde bijzondere wet vanaf januari 2018 aan de gewesten worden gestort.

Voor een totaal overzicht van de voor het begrotings-jaar 2018 na begrotingscontrole geraamde voorschot-ten inzake de gewestelijke personenbelasting van het aanslagjaar 2018 en de verwachte ontvangsten van de afrekeningen van de voorgaande aanslagjaren wordt verwezen naar de tabel in bijlage.

à la réglementation de la sécurité routière qui relève dorénavant de la compétence des régions.

Pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgé-taire, ce transfert est estimé à 229.218.500 euros en total, soit:

• pour la Région flamande: 145.815.400 euros,• pour la Région wallonne: 61.512.000 euros,• pour la Région de Bruxelles-Capitale: 21.891.100

euros.

Le pouvoir fédéral verse les recettes perçues à l’auto-rité compétente de la région à la fin du mois qui suit celui de leur perception par le pouvoir fédéral.

6. Transferts vers la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale de l’impôt des personnes physiques régional.

L’article 9 du présent projet détermine, pour l’année budgétaire 2018, l’estimation des recettes visées à l’article 54/1, § 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 de l’impôt des personnes physiques régional visé à l’article 5/1, § 1er, de la même loi spéciale, de l’exercice d’imposi-tion 2018, après déduction des réductions d’impôt et des crédits d’impôt estimés qui sont visés à l’article 5/5, § 4, de la même loi spéciale. L’article 9 contient également l’estimation de recettes qui sont attendues pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire, en prove-nance des décomptes de l’impôt des personnes phy-siques régional des exercices d’imposition antérieures.

Le montant total des avances de l’impôt des per-sonnes physiques régional de l’exercice d’imposition 2018 est estimé à 9.003.063.199 d’euros, après appli-cation du pourcentage de perception fixé par régions. Cette estimation de 9,0 milliards d’euros et la répartition de ce montant entre les régions est déterminant pour la hauteur des avances mensuelles qui sont versées aux régions à partir de janvier 2018, en application de l’article 54/1, § 3, de la même loi spéciale.

Un aperçu total pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire, des avances en matière de l’impôt des personnes physiques régional de l’exercice d’impo-sition 2018 et des recettes attendues en ce qui concerne les décomptes des exercices d’imposition précédentes est repris en annexe.

1393036/001DOC 54

6.1. Ramingsmethode van de gewestelijke per-sonenbelasting

De methodologie voor de raming van de ontvangsten inzake gewestelijke personenbelasting werd vastgelegd in het koninklijk besluit van 27 juni 2016 tot vaststelling van de methodologie voor de raming van de gewestelijke ontvangsten uit de personenbelasting in uitvoering van artikel 54/1, § 3, lid 2, van dezelfde bijzondere financie-ringswet (B.S. 04.07.2016).

Het uitgangspunt voor de in februari 2018 geactua-liseerde raming van de verwachte ontvangsten van de gewestelijke personenbelasting van het aanslagjaar 2017 en de aangepaste raming van de voorschotten inzake de gewestelijke personenbelasting van het aanslagjaar 2018, is de gerealiseerde opbrengst van de gewestelijke personenbelasting van het aanslagjaar 2016 (vastgestelde rechten, toestand op 30.06.2017).

De raming van de voorschotten van het aanslagjaar 2018 is gebaseerd op de definitief vastgestelde autono-miefactor die gelijk is aan 24,957 % en die in de plaats komt van de voorlopige in artikel 5/1, § 1, tweede lid, van de bijzondere financieringswet, voor de aanslagjaren 2015 – 2017 bepaalde autonomiefactor van 25,990 %.

Voor het detail van de vaststelling van de definitieve autonomiefactor wordt verwezen naar het overeenkom-stig artikel 81ter, 2°, van de bijzondere financieringswet opgestelde verslag van het Rekenhof (goedgekeurd op de Algemene Vergadering van het Rekenhof van 26 april 2017).

Overeenkomstig artikel 2, § 2, van voormeld koninklijk besluit wordt met ingang van het aanslagjaar 2018 de inningscoëfficiënt jaarlijks vastgesteld en is die gelijk aan het gemiddelde van de inningsgraad van de drie laatst bekende aanslagjaren.

Aldus werd in de aangepaste raming na begrotings-controle van de hierna vermelde voorschotten inzake de gewestelijke personenbelasting van het aanslagjaar 2018 rekening gehouden met de volgende inningscoëf-ficiënten:

— Vlaamse Gewest: 0,9917— Waalse Gewest: 0,9864— Brusselse Hoofdstedelijk Gewest: 0,9867

Aangezien inzake gewestelijke personenbelasting nog maar twee aanslagjaren zijn gekend (met name de aanslagjaren 2015 en 2016), stemmen deze gewestelijke inningscoëfficiënten overeen met het gemiddelde van het forfaitair inningspercentage van 98,72 % (toege-past voor de raming van de aanslagjaren 2015 – 2017 overeenkomstig artikel 3, 2°, van voormeld KB) en de ef-fectieve inningspercentages die in elk van de gewesten voor de aanslagjaren 2015 en 2016 werden vastgesteld.

6.1. Méthode d’estimation de l’impôt des per-sonnes physiques régional

La méthodologie pour estimer les recettes probables de l’impôt des personnes physiques régional a été déterminée dans l’arrêté royal du 27 juin 2016 fixant la méthodologie pour l’estimation des recettes régionales de l’impôt des personnes physiques en exécution de l’article 54/1, § 3, alinéa 2, de la même loi spéciale de financement (M.B. du 04.07.2016).

Le point de départ de l’estimation actualisée en février 2018 des recettes de l’IPP régional de l’exercice d’imposition 2017 et le point de départ de l’estimation ajustée des avances de l’IPP régional de l’exercice d’imposition 2018, est le produit réalisé de l’IPP régio-nale de l’exercice d’imposition 2016 (droits constatés, situation au 30.06.2017).

L’estimation des avances de l’exercice d’imposition 2018 est basée sur le facteur d’autonomie définitif qui est égale à 24,957 % et qui remplace le facteur d’auto-nomie provisoire de 25,990 % qui est visé à l’article 5/1, § 1, alinéa 2, de la loi spéciale de financement et qui s’appliquait aux exercices d’imposition 2015 – 2017.

Pour le détail de la fixation du facteur d’autonomie définitif, il est référé au rapport de la Cour des Comptes visé à l’article 81ter, 2°, de la loi spéciale de financement (approuvé par l’Assemblée générale de la Cour des Comptes qui a eu lieu le 26 avril 2017).

Conformément à l’article 2, § 2, de l’arrêté royal pré-cité, le coefficient de perception est fixé annuellement à partir de exercice d’imposition 2018 et il correspond à la moyenne des trois derniers exercices d’imposition connus.

Ainsi, dans l’estimation ajustée, après contrôle bud-gétaire, des avances en matière de l’IPP régional de l’exercice d’imposition 2018, il est tenu comptes des coefficients de perceptions suivants:

— Région flamande: 0,9917— Région wallonne: 0,9864— Région de Bruxelles-Capitale: 0,9867

En ce moment il n’y a que deux exercices d’imposition dont les réalisations sont connues (notamment E.I. 2015 et 2016); c’est la raison pour laquelle ces coefficients de perception correspondent à la moyenne du pourcentage de perception forfaitaire de 98,72 % (appliqué aux exer-cices d’imposition 2015 – 2017 en vertu de l’article 3, 2°, dudit A.R.) et des pourcentages de perception qui ont été constatés dans chaque région pour les exercices d’imposition 2015 et 2016.

140 3036/001DOC 54

Onderstaande aangepaste raming na begrotings-controle van de voorschotten van het aanslagjaar 2018, en meer bepaald de raming van de geregionaliseerde fiscale uitgaven voor dat aanslagjaar, houdt rekening met het definitieve referentiebedrag van die gewestelijke fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015, zoals bedoeld in artikel 5/5, § 4, van de bijzondere financieringswet (fiscale uitgaven AJ 2015, uitgedrukt bij ongewijzigd beleid en vastgesteld op 30 juni 2016).

Voor het detail van de vaststelling van dat definitief referentiebedrag (opgesplitst per gewest) wordt ver-wezen naar het overeenkomstig artikel 81ter, 1°, van de bijzondere financieringswet opgestelde verslag van het Rekenhof (goedgekeurd op de Algemene Vergadering van het Rekenhof van 21 december 2016).

Tabel 32 – Overdracht van gewestelijke PB naar

de gewesten voor het begrotingsjaar 2018, na be-grotingscontrole

Aanslagjaar 2018 art. BFWVlaamse Gewest

Waalse Gewest


GewestTotaal

(x 1.000 EUR) - - - - -

Exercice d'imposition 2018

art. LSFRégion

flamandeRégion

wallonne


CapitaleTotal

Belasting Staat - Impôt Etat 5/2, § 2 30 339 332,879 13 200 013,888 3 873 057,090 47 412 403,857Gewestelijke opcentiemen -

Additionnels régionaux5/1, § 1 7 572 212,198 3 294 512,327 948 310,668 11 815 035,193

Fiscale uitgaven - Dépenses fiscales

5/5, § 4 1 848 232,092 737 548,360 133 065,030 2 718 845,482

Gewestelijke personenbelasting - Impôt des personnes physiques

régional (a)

54/1, § 3 5 676 471,071 2 522 189,258 804 402,870 9 003 063,199

(a) Rekening houdende met het per gewest be-paalde inningspercentage.

Bovenstaande bedragen voor het aanslagjaar 2018 stemmen overeen met de overdrachten die in artikel 9, eerste lid, van onderhavig ontwerp zijn voorzien voor het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brus-selse Hoofdstedelijke Gewest; die bedragen worden vanaf de maand volgend op de maand van publicatie van de aangepaste Middelenbegroting 2018 aan de gewesten overgemaakt in de vorm van maandelijkse voorschotten.

La présente estimation ajustée, après contrôle bud-gétaire, des avances de l’exercice d’imposition 2018, et plus précisément l’estimation des dépenses fiscales régionalisées de cet exercice d’imposition, tient compte du montant de référence définitif de ces dépenses fiscales régionales de l’exercice d’imposition 2015, telles que visées à l’article 5/5, § 4, de la loi spéciale de financement (dépenses fiscales EI 2015, à politique inchangée et constatée au 30 juin 2016).

Pour le détail de la fixation du montant de référence définitif (réparti par région), il est référé au rapport de la Cour des Comptes visé à l’article 81ter, 1°, de la loi spéciale de financement (approuvé par l’Assemblée générale de la Cour des Comptes qui a eu lieu le 21 décembre 2016).

Tableau 32 – Transfert d’ IPP régional vers les régions pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

(a) En tenant compte des pourcentages de perception fixés par région.

Ces montants de l’exercice d’imposition 2018 cor-respondent aux transferts qui sont prévus pour la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale à l’article 9, alinéa 1, du présent projet de loi; ces montants seront versés aux régions à partir du mois qui suit le mois de publication du budget des voies et moyens ajusté de l’année 2018 sous forme de versements mensuels provisoires.

1413036/001DOC 54

6.2. De belasting niet-inwoners die rekening houdt met de gewestelijke belastingregels

Artikel 9, tweede lid, van onderhavig ontwerp bepaalt voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, het bedrag van de in artikel 54/2, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde ontvangsten van de belasting niet-inwoners (BNI) van het aanslagjaar 2017 die rekening houdt met de gewestelijke belastingregels, zijnde de in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet bedoelde opcentiemen, kortingen, belastingverminde-ringen en –vermeerderingen en belastingkredieten.

Het aldus geraamde BNI gedeelte in de gewestelijke belasting van het aanslagjaar 2017 wordt geraamd op -3.459.692 euro voor het begrotingsjaar 2018. De ef-fectieve kost zal – overeenkomstig de regeling in art. 54/2, § 3, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 – aan de gewesten in de loop van 2018 worden aangerekend.

Het bedrag is als volgt verdeeld tussen de gewesten:

• Vlaamse Gewest: -1.867.011 euro,• Waalse Gewest: -1.082.357 euro,• Brusselse Hoofdstedelijk Gewest: -510.324 euro.

6.3. Het saldo van de eerste afrekening van de gewestelijke personenbelasting van het aanslagjaar 2017

In artikel 9, derde lid, van onderhavig ontwerp wordt de raming voor 2018, na begrotingscontrole, weerhou-den van de in artikel 54/1, § 4, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde afrekening van het aanslagjaar 2017 na afloop van de in artikel 359 van het WIB 1992 bedoelde aanslagtermijn.

Het betreft de eerste afrekening van de gewestelijke personenbelasting van het aanslagjaar 2017 waarbij het verschil wordt gemaakt tussen:

• het bedrag van de aan elk gewest gestorte maan-delijkse voorschotten tijdens het begrotingsjaar 2017, en

• de som van de geïnde bedragen voor de in artikel 5/1, § 1, van dezelfde bijzondere wet bedoelde ont-vangsten inzake gewestelijke personenbelasting van het betrokken gewest tijdens de 20 maanden die zijn verlopen sinds de aanvang van het aanslagjaar 2017; dit zijn bijgevolg de ontvangsten die voor het aanslagjaar 2017 worden geïnd tijdens de periode 01.01.2017 tot en met 31.08.2018.

Het effectieve bedrag van de afrekening – dat ver-wacht wordt positief te zijn - zal eind september 2018 aan de gewesten worden gestort.

6.2. L’impôt des non-résidents qui tient compte des dispositions fiscales régionales

L’article 9, alinéa 2, du présent projet de loi déter-mine également pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire, les recettes de l’impôt des non-ré-sidents (INR) de l’exercice d’imposition 2017qui prend en compte les dispositions fiscales régionales, c’est-à-dire les centimes additionnels, les diminutions, réductions et augmentations d’impôts et les crédits d’impôt visés à l’article 5/1, § 1er, de la même loi spéciale.

La part INR de l’impôt des personnes physiques régional de l’exercice d’imposition 2017 est estimé à -3.459.692 euros pour l’année budgétaire 2018. Le coût effectif sera imputé aux régions dans le courant de l’année 2018, conformément à la façon prévue à l’article 54/2, § 3, de la même loi spéciale.

Le montant est réparti entre les régions comme suit:

• Région flamande: -1.867.011 euros• Région wallonne: -1.082.357 euros• Région de Bruxelles – Capitale: -510.324 euros.

6.3. Le solde du premier décompte de l’impôt des personnes physiques régional de l’exercice d’imposition 2017

L’article 9, alinéa 3, du présent projet reprend également le montant estimé pour l’année 2018, après contrôle budgétaire, du décompte de l’exercice d’impo-sition 2017 après l’expiration de délai d’imposition visé à l’article 359 du CIR 1992 et cela conformément à l’article 54/1, § 4, alinéa 1er, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989.

Il s’agit du premier décompte de l’impôt des per-sonnes physiques de l’exercice d’imposition 2017 qui correspond à la différence entre:

• le montant des acomptes mensuels versés à chaque région pendant l’année budgétaire 2017 et

• la somme des montants perçus pour les recettes de la région concernée visées à l’article 5/1, § 1er, de la même loi spéciale pendant les 20 mois qui se sont écoulés depuis le début de l’exercice d’imposition 2017; cela correspond au recettes qui sont perçues pour l’exer-cice d’imposition 2017 pendant la période du 01.01.2017 jusqu’au 31.08.2018 inclus.

Le montant effectif du décompte – qui est supposé être positif – sera versés aux régions à la fin du mois de septembre 2018.

142 3036/001DOC 54

Bij de begrotingscontrole 2018 wordt het bedrag van die afrekening geraamd op +22.356.455. euro voor de drie gewesten tezamen, hetzij:

• Vlaams Gewest: -939.276 euro• Waals Gewest: +21.263.388. euro• Brussels Hoofdstedelijk Gewest: +2.032.343 euro.

6.4. De saldi van de opeenvolgende maande-lijkse afrekeningen van de gewestelijke personen-belasting van het aanslagjaar 2017

In artikel 9, vierde lid, van onderhavig ontwerp wordt rekening gehouden met de raming van de in artikel 54/1, § 4, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde maandelijkse afrekening van de ontvangsten en de uitgaven van het aanslagjaar 2017 die met ingang van de derde maand die volgt op het verstrijken van de in artikel 359 van het WIB 1992 bedoelde aanslagtermijn wordt opgesteld, dus met ingang van de maand september 2018.

Het effectieve bedrag van die verschillen van de

maanden september 2018 tot en met december 2018 – dat verwacht wordt positief te zijn - zal gespreid over de periode oktober 2018 – januari 2019 in functie van de effectief vastgestelde maandelijkse verschillen in elk gewest - aan het betrokken gewest worden gestort.

Bij de begrotingscontrole 2018 werd het totale be-drag van die maandelijkse afrekeningen geraamd op +47.844.739 euro voor de drie gewesten tezamen, hetzij:

• Vlaams Gewest: 21.853.537 euro• Waals Gewest: 16.622.160 . euro• Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 9.369.042 euro.

6.5. De saldi van de opeenvolgende maande-lijkse afrekeningen van de gewestelijke personen-belasting van het aanslagjaar 2016

In artikel 9, vijfde lid, van onderhavig ontwerp wordt rekening gehouden met de raming van de in artikel 54/1, § 4, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde maandelijkse afrekening van de ontvangsten en de uitgaven van het aanslagjaar 2016 die nog voor het begrotingsjaar 2018 verwacht worden.

Het effectieve bedrag van die verschillen van de maanden januari tot en met december 2018 – dat verwacht wordt positief te zijn - zal gespreid over het jaar 2018 in functie van de effectief vastgestelde maan-delijkse verschillen in elk gewest - aan het betrokken gewest worden gestort.

Bij de begrotingscontrole 2018 werd het totale be-drag van die maandelijkse afrekeningen geraamd op +61.780.988 euro voor de drie gewesten tezamen, hetzij:

Lors du contrôle budgétaire de l’année 2018, le mon-tant de ce décompte a été estimé à +22.356.455 d’euros pour les trois régions réunies, soit:

• Région flamande: -939.276 euros• Région wallone: +21.263.388 euros• Région de Bruxelles-Capitale: +2.032.343 euros.

6.4. Les soldes des décomptes mensuels consécutives de l’impôt des personnes physiques régional de l’exercice d’imposition 2017

A l’article 9, alinéa 4, du présent projet de loi il est également tenu compte de l’estimation du décompte mensuel des recettes et des dépenses de l’exercice d’imposition 2017 qui est visé à l’article 54/1, § 4, alinéa 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 et qui est établie à compter du troisième mois qui suit l’expiration du délai d’imposition visé à l’article 359 du CIR 1992, donc à partir du mois de septembre 2018 .

Le montant effectif de ces différences pour les mois de septembre 2018 à décembre 2018 inclus – montant qui est supposé être positif – sera versé à la région concernée de façon étalée sur la période octobre 2018 – janvier 2019 et en fonction des différences mensuelles effectives qui seront constatées pour chaque région.

Lors du contrôle budgétaire de l’année2018, le montant total de ces décompte mensuels est estimé à +47.844.739 euros pour les trois régions réunies, soit:

• Région flamande: +21.853.537 euros• Région wallonne: +16.622.160 euros• Région de Bruxelles - Capitale: +9.369.042 euros.

6.5. Les soldes des décomptes mensuels consé-cutives de l’impôt des personnes physiques régio-nal de l’exercice d’imposition 2016

A l’article 9, alinéa 5, du présent projet de loi il est également tenu compte de l’estimation du décompte mensuel des recettes et des dépenses de l’exercice d’imposition 2016 qui est visé à l’article 54/1, § 4, alinéa 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 et qui est encore attendu pour l’année budgétaire 2018.

Le montant effectif de ces différences pour les mois de septembre 2018 à décembre 2018 inclus – montant qui est supposé être positif – sera versé à la région concernée de façon étalée sur l’année 2018 et en fonc-tion des différences mensuelles effectives qui seront constatées pour chaque région.

Lors du contrôle budgétaire de l’année 2018, le montant total de ces décompte mensuels est estimé à +61.780.988 euros pour les trois régions réunies, soit:

1433036/001DOC 54

• Vlaams Gewest: 29.965.008 euro• Waals Gewest: 22.276.740 . euro• Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 9.539.240 euro.

6.6. Regularisatie van de gewestelijke opcentie-men van de aanslagjaren 2015 – 2017

De ontvangsten van de gewesten inzake gewestelijke personenbelasting van de aanslagjaren 2015 tot en met 2017 houden rekening met gewestelijke opcentiemen die gesteund zijn op de voorlopige autonomiefactor van 25,990 %. Aangezien die autonomiefactor te hoog werd ingeschat en de definitieve autonomiefactor slechts 24,957 % bedraagt, ontvingen de gewesten de voorbije drie jaren bijgevolg teveel gewestelijke opcentiemen wat hun ESR saldo in positieve zin heeft beïnvloed. Het verschil wordt echter in 2018 geregulariseerd met een terugvordering van 1.461,5 miljoen euro (in ESR benadering).

In kastermen is deze terugvordering echter begrensd door de in artikel 54, § 1, zesde en zevende lid, BFW ingestelde limiet van 2 % van de doorstortingen. De toepassing van ie beperking leidt tot een terugvordering van slechts 112,3 miljoen euro in 2018. Het overblijvende gedeelte zal de volgende jaren telkens met respect voor de 2 % limiet worden teruggevorderd van de gewesten.

Tabel 33 – Regularisatie van de gewestelijke cen-tiemen bepaald op basis van de voorlopige autono-miefactor van 25,990 %

(x 1.000 euro(s)) Totaal - Total

Vlaamse Gewest - Région flamande

Waalse Gewest - Région wallonne


Gewest - Région de Bruxelles-Capitale

effectief geïnde gewesteli jke opcentiemen - additionnelles régionaux perçus réellement

11 835 315,584 7 585 812,360 3 313 347,029 936 156,196

11 364 427,417

100,000% 64,095% 27,995% 7,910%

waar gewesten recht op hebben volgens definitieve autonomiefactor - auquel les régions ont droit selon

le facteur d'autonomie définitif

7 283 997,908 3 181 519,880 898 909,629

2015 470 888,167 301 814,451 131 827,149 37 246,567

2016 485 926,640 311 453,318 136 037,233 38 436,088 2017 504 713,584 323 494,758 141 296,719 39 922,108

impact op 2018 (in ESR benadering) impact sur 2018 (en approche SEC)

1 461 528,392 936 762,527 409 161,101 115 604,764

impact op 2018 (in KAS benadering) impact sur 2018 (en approche

CAISSE)112 341,936 46 886,467 48 809,029 16 646,441

regularisatie in 2018 van 2015 - 2017 (art 54, zevende & achtste lid, BFW) :

régularisation en 2018 de la période 2015 - 2017 (art. 54, alinéas 7 et 8, LSF) :

ontvangsten gewesteli jke opcentiemen AJ 2015 geïnd tot en met 31.12.2016

recettes additionnels régionaux de l 'EI 2015 perçus jusqu'au 31.12.2016

TELLER NOMINATEUR

% aandeel in totale gewesteli jke opcentiemen AJ 2015 geind tot en met 31.12.2016

part en % dans les additionnelles régionaux de l 'EI 2015 perçus jusqu'au 31.12.2016

geïnde ontvangsten > bedrag waar gewesten recht op hebben --> gewesten moeten teruggeven - les recettes perçues > montant auquel les régions ont droit → les régions doivent rembourser

terug te geven door de gewesten - à rembourser par les régions

• Région flamande: +29.965.008 euros• Région wallonne: +22.276.740 euros• Région de Bruxelles - Capitale: +9.539.240 euros.

6.6. Régularisation des additionnels régionaux des exercices d’imposition 2015 – 2017

Les recettes des régions en matière d’impôt des per-sonnes physiques régional des exercices d’imposition 2015 à 2017 inclus tiennent compte des additionnels régionaux qui se réfèrent au facteur d’autonomie pro-visoire de 25,990 %. Comme ce facteur d’autonomie provisoire a été surestimé et le facteur d’autonomie définitif ne s’élève qu’à 24,957 %, les régions ont reçu trop d’additionnels régionaux dans le courant des trois dernières années ce qui a positivement affecté leur solde de financement SEC. L’écart doit être régularisé en 2018 par la récupération d’un montant de 1.461,5 millions d’euros (en approche SEC).

En approche caisse, cette récupération est limitée par la limitation à 2 % des versements qui s’applique en vertu de l’article 54, § 1er, alinéa 6 et 7, LSF. L’appli-cation de cette limitation donne lieu à une récupération de seulement 112,3 millions d’euros en 2018. La part résiduelle reste à récupérer sur les régions dans les années à venir, tout en respectant cette limite de 2 %.

Tableau 33 – Régularisation des additionnels régionaux qui s’appuyaient sur le facteur d’autono-mie provisoire de 25,990 %

144 3036/001DOC 54

7. Overdracht van federale PB naar de Gemeen-schappelijke Gemeenschapscommissie

Artikel 10 van onderhavig ontwerp bepaalt de raming voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, van het in artikel 65, § 1, 2°/1, en § 6, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting dat bestemd is voor de Gemeenschappelijke Gemeen-schapscommissie.

Tot en met het begrotingsjaar 2014 werd deze overdracht gevormd door een krediet ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de federale overheid. Met ingang van het begrotingsjaar 2015 wordt deze overdracht vooraf genomen op de opbrengst van de federale personenbelasting.

Tot en met het begrotingsjaar 2015 worden de middelen jaarlijks aangepast aan de procentuele ver-andering van het gemiddelde indexcijfer van de con-sumptieprijzen. Het aldus voor het begrotingsjaar 2015 bekomen bedrag wordt verminderd met een bedrag van 10.200.000 euro, zijnde de bijdrage voor dat jaar tot de sanering van de overheidsfinanciën.

Voor het begrotingsjaar 2016 wordt het bedrag toege-kend voor het vorige begrotingsjaar eerst geïndexeerd en aangepast aan een percentage van de reële groei van het bbp van 2016 en vervolgens verminderd met 10.200.000 euro. Voormeld percentage bedraagt 82,5 % voor het begrotingsjaar 2016. De vermindering met 10.200.000 euro staat voor de bijdrage tot de sanering van de overheidsfinanciën voor dat begrotingsjaar.

Met ingang van het begrotingsjaar 2017 wordt het be-drag toegekend voor het vorige begrotingsjaar – dit is het bedrag nà saneringsinspanning - jaarlijks geïndexeerd en aangepast aan een percentage van de reële groei van het bbp van het betrokken begrotingsjaar. Voormeld percentage bedraagt met ingang van het begrotingsjaar 2017 65 % op het deel van de reële groei dat lager of gelijk is aan 2,25 % en 100 % op het deel van de reële groei dat hoger is dan 2,25 %. Voor 2018 wordt een reële groei van 1,80 % verwacht, waarvan dus 65 % wordt in rekening gebracht, hetzij een groeivoet van 1,17. %. Door de niet-integrale doorrekening van de reële economisch groei leveren de deelgebieden een bijdrage tot de financiering van de vergrijzingskosten.

Door te vertrekken van het bedrag van het voor-gaande begrotingsjaar nà toepassing van de bijdrage tot de saneringsinspanning worden de over 2015 – 2016 gecumuleerde saneringsbijdragen op structurele wijze doorgetrokken naar de volgende jaren.

7. Transfert d’IPP fédéral vers la Commission communautaire commune.

L’article 10 du présent projet détermine, pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire, l’estimation de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral qui est visée à l’article 65, § 1er, 2°/1, et § 6, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 et qui est destinée à la Commission communautaire commune.

Jusqu’à l’année budgétaire 2014 incluse, ce transfert prenait la forme d’un crédit à charge du budget général des dépenses du pouvoir fédéral. A partir de l’année budgétaire 2015, ce transfert est prélevé sur le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral.

Jusqu’à l’année budgétaire 2015 incluse les moyens sont annuellement adaptés au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation. Pour l’année budgétaire 2015, le montant obtenu est diminué d’un montant égal à 10.200.000 euros, étant la contribution, pour cette année-là, à l’assainissement des finances publiques.

Pour l’année budgétaire 2016, le montant attribué pour l’année budgétaire précédente est d’abord indexé et adapté à un pourcentage de la croissance réelle du pib de l’année 2016 et ensuite diminué de 10.200.000 euros. Ce pourcentage s’élève à 82,5 % pour l’année budgétaire 2016. La diminution de 10.200.000 euros représente la contribution, pour cette année-là, à l’assai-nissement des finances publiques.

A partir de l’année budgétaire 2017, le montant attribué pour l’année budgétaire précédente – il s’agit donc du montant après effort d’assainissement - est annuellement indexé et adapté à un pourcentage de la croissance réelle du pib de l’année budgétaire concernée. Ce pourcentage s’élève à partir de l’année budgétaire 2017 à 65 % sur la partie de la croissance réelle qui est égale ou inférieure à 2,25 % et à 100 % sur la partie de la croissance réelle qui dépasse 2,25 %. La croissance réelle qui est attendue pour l’année 2018 s’élève à 1,80 %, dont 65 %, soit un taux de 1,17 %, est pris en compte dans le calcul. Par le fait que seul un pourcentage de la croissance économique réelle est retenu dans l’adaptation des moyens, les entités fédérées contribuent au financement des coûts du vieillissement.

En partant du montant de l’année budgétaire précé-dente fixé après application de la contribution à l’assai-nissement des finances publiques, les contributions cumulées à l’assainissement durant la période 2015 – 2016 sont persévérées de façon structurelle vers les années à venir.

1453036/001DOC 54

Het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting wordt aldus geraamd op 20.369.350. euro voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole (excl. saldo t-1).

Naast de saneringsbijdrage worden ook volgende bedragen in mindering gebracht van de geraamde overdracht, met name:

• het in artikel 48/1, §§ 1 en 4 van dezelfde bijzon-dere wet bedoelde overgangsbedrag dat positief is en bijgevolg, overeenkomstig artikel 48/1, § 5, van dezelfde bijzondere wet, in mindering komt van het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbe-lasting, zijnde 35.737.649 euro voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole (excl. saldo t-1),

• het in artikel 65quinquies, § 1, tweede lid, 5°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde bedrag van de res-ponsabiliseringsbijdrage inzake pensioenen, zijnde 40.075. euro voor het begrotingsjaar 2018, na begro-tingscontrole.

Dit resulteert in een negatief bedrag van -15.408.374 euro.

Als het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting onvoldoende is om het overgangsbedrag en de responsabiliseringsbijdrage te dekken, wordt het niet aangerekende saldo in mindering gebracht van de dotatie “gezondheidszorgen en hulp aan personen” en de dotatie “ouderenzorg” bedoeld in artikel 47/8 respectievelijk 47/7, van dezelfde bijzondere wet; die dotaties worden voorzien op de algemene uitgavenbegroting van de federale overheid (Dotatiën, afdeling 35 Dotaties aan de gemeenschappen).

Overeenkomstig die aanrekeningregels wordt het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting herleid tot nul voor het begrotingsjaar 2018 en het niet aangezuiverde saldo van -15.364.387 euro wordt in mindering gebracht van de dotatie “ge-zondheidszorgen en hulp aan personen” die voor dat-zelfde jaar wordt geraamd. Voormelde negatieve PB toewijzing is samengesteld uit de aangepaste raming van het begrotingsjaar 2018 (zijnde -15.408.374 euro) en het definitieve afrekeningssaldo van het vorige be-grotingsjaar (zijnde +43.987 euro).

La partie attribuée du produit de l’impôt des per-sonnes physiques fédéral est ainsi estimée à 20.369.350 euros pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire (hors solde t-1).

A part cette contribution, les montants suivants sont portés en déduction du transfert estimé:

• le montant de transition visé à l’article 48/1, §§ 1 et 4, de la même loi spéciale, quand il est positif et par conséquent porté en déduction de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral en vertu de l’article 48/1, § 5, de la même loi spéciale, soit 35.737.649 euros pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire (hors solde t-1),

• le montant de la contribution de responsabilisation pension visée à l’article 65quinquies, § 1er, alinéa 2, 5°, de la même loi spéciale: 40.075 euros pour l’année budgétaire 2018.

Le résultat est un montant négatif de -15.408.374 euros.

Au cas où la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral ne suffit pas pour couvrir le montant de transition et la contribution de respon-sabilisation pension, le solde non imputé est porté en déduction de la dotation “soins de santé et aides aux personnes” et la dotation “soins aux personnes âgées” visée respectivement à l’article 47/8 et 47/7, de la même loi spéciale; ces dotations sont prévues au budget géné-ral des dépenses du pouvoir fédéral (Dotations, section 35 Dotations aux communautés).

Conformément à ces règles d’imputation, la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques est zéro pour l’année budgétaire 2018 et le solde non apuré, soit -15.364.387 euros, est déduit de la dotation “soins de santé et aides aux personnes” qui a été esti-mée pour cette même année budgétaire. Cette attribu-tion négative d’IPP est composée de l’estimation ajustée de l’année budgétaire 2018 (soit -15.408.374 euros) et du solde définitif de décompte de l’année budgétaire précédente (soit +43.987 euros).

146 3036/001DOC 54

Tabel 34 – Overdracht van een gedeelte van de opbrengst van de federale PB naar de Gemeen-schappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole

GGC artikel BFW omschrijving (x 1.000 EUR)65, § 1, 2°/1 en § 6,

tweede lidtoegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale PB vóór aanrekeningen

19 797,232

48/1, §§ 1 en 4 overgangsbedrag -35 737,64965quinquies , § 1,

tweede lid, 5°responsabiliseringsbijdrage pensioenen -36,814

65toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale PB nà aanrekeningen

-15 977,231

2017 aangepaste raming begrotingscontrole


-16 021,218

2017 definitief saldo 54, § 1, vierde lidtoegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale PB nà aanrekeningen

43,987

indexering en aanpassing aan de reële groei van de toewijzing van begrotingsjaar (t-1) m.i.v. bijdrage tot de sanering van de overheidsfinanciën

20 369,350

toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale PB vóór aanrekeningen

20 369,350

48/1, §§ 1 en 4 overgangsbedrag -35 737,64965quinquies , § 1,

tweede lid, 5°responsabiliseringsbijdrage pensioenen -40,075


-15 408,374


-15 364,387

neutralisering negatief saldo door aanrekening op dotaties art. 47/8 en 48/7

-15 364,387

toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale PB in de aangepaste begroting 2018 :

0,000

2017 definitieve toewijzing

2018 aangepaste raming

65, § 1, 2°/1 en § 6, derde lid

2018 aangepaste raming m.i.v. definitief afrekeningssaldo

van (t-1)48/1, § 5, 3° en

65quinquies , § 4, 3°

8. Overdrachten van federale PB naar de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeen-schapscommissie.

Artikel 11 van onderhavig ontwerp bepaalt de raming voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole van de in de artikelen 65bis en 65ter, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toegewezen gedeel-ten van de opbrengst van de federale personenbelasting die bestemd zijn voor de Vlaamse Gemeenschapscom-missie en de Franse Gemeenschapscommissie. De definitieve afrekeningssaldi van het begrotingsjaar 2017 zijn inbegrepen.

Krachtens voormeld artikel 65bis worden ten laste van de federale overheid met ingang van het begrotings-jaar 2002 jaarlijks bijzondere middelen toegekend aan deze twee Gemeenschapscommissies te Brussel. Voor het begrotingsjaar 2002 is deze totale overdracht gelijk aan 24.789.352,48 euro. Dit bedrag wordt met ingang van het begrotingsjaar 2003 jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer

Tableau 34 – Transfert d’une partie du produit de l’ IPP fédéral vers la Commission communautaire commune pour l’année budgétaire 2018, après contrôle budgétaire

8. Transferts d’IPP fédéral vers la Commission communautaire flamande et la Commission com-munautaire française.

L’article 11 du présent projet détermine, pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire, l’estimation de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral qui est visée aux articles 65bis et 65ter, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 et qui est destinée à la Commission communautaire flamande et la Commission communautaire française. Les soldes définitifs de décompte de l’année budgétaire 2017 y sont intégrés.

En vertu de cet article 65bis, des moyens spéciaux à charge du pouvoir fédéral sont accordés à la Com-mission communautaire française et à la Commission communautaire flamande à partir de l’année budgé-taire 2002. Pour l’année budgétaire 2002 ce transfert est égale à 24.789.352,48 euros. A partir de l’année budgétaire 2003, ce montant est annuellement adapté au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la

1473036/001DOC 54

van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto binnenlands product (22).

In toepassing van voormeld art. 65ter van dezelfde bij-zondere wet, ingevoegd door artikel 5 van de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen, wordt aan het bedrag dat jaarlijks wordt verkregen met toepassing van artikel 65bis van dezelfde bijzondere wet in 2012, 2013, 2014 et 2015 jaarlijks een bijkomend bedrag van 10 miljoen euro toegevoegd. Deze bijkomende bedragen worden cumulatief toegevoegd aan de bedragen die berekend zijn op basis van voormeld artikel 65bis voor de jaren 2012, 2013, 2014 en 2015 en evolueren volgens de bij datzelfde artikel bepaalde mechanismen, vanaf het jaar dat volgt op de toevoeging ervan aan het basisbedrag.

Deze overdracht wordt over de twee Gemeenschaps-commissies verdeeld volgens een vaste verdeelsleutel, zowel voor het basisbedrag als voor de bijkomende middelen:

• 80 % Franse Gemeenschapscommissie,• 20 % Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Het bedrag van de overdachten wordt vooraf geno-men op de opbrengst van de personenbelasting en vanaf het begrotingsjaar 2015, op de opbrengst van de federale personenbelasting.

De door de Franse Gemeenschapscommissie ver-schuldigde responsabiliseringsbijdrage pensioenen wordt in mindering gebracht van deze middelen.

Voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscon-trole, bedraagt deze overdracht (incl. saldo t-1) in totaal 85.941.598 euro, hetzij:

• voor de Franse Gemeenschapscommissie:

68.715.548 euro (samengesteld als volgt: de aange-paste raming 2018 van 68.689.056. euro verminderd met de voor 2018 verschuldigde responsabiliseringsbijdrage pensioenen van 188.652 euro en vermeerderd met het definitieve afrekeningssaldo 2017 van 215.144 euro).

• voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie:

17.226.050 euro (hetzij de aangepaste raming 2018 van 17.172.264 euro en het definitieve afrekeningssaldo 2017 van +53.786 euro).

22 Begrotingsjaren 2003 – 2005: aanpassing aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen.

consommation ainsi qu’ à la croissance réelle du produit intérieur brut (22).

En vertu de l’article 65ter de la loi spéciale du 16 janvier 1989, inséré par l’article 5 de la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institutions bruxelloises, au montant obtenu en appli-cation de cet article 65bis est ajouté chaque année en 2012, 2013, 2014 et 2015 un montant additionnel de 10 millions d’euros. Ces montants additionnels s’ajoutent cumulativement aux montants tels que calculés sur la base de l’article 65bis pour les années 2012, 2013, 2014 et 2015 et évoluent selon les mécanismes prévus dans ce même article, dès l’année qui suit leur ajout au montant de base.

Ce transfert – le montant de base et les moyens sup-plémentaires - est réparti entre les deux Commissions communautaires selon une clé fixe:

• 80 % pour la Commission communautaire française• 20 % pour la Commission communautaire flamande.

Le montant du transfert est prélevé sur le produit de l’impôt des personnes physiques, et à partir de l’année budgétaire 2015, sur le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral.

La cotisation de responsabilisation pensions qui est due par la Commission communautaire française est porté en déduction de ces moyens.

Pour l’année budgétaire 2018 après contrôle bud-gétaire, ce transfert (y compris le solde t-1) s’élève à 85.941.598 euros, soit:

• pour la Commission communautaire française:

68.715.548 euros (composé comme suit: l’estimation ajustée de l’année 2018 qui s’élève à 68.689.056 euros diminué de la contribution de responsabilisation pension qui est due pour l’année 2018 et qui est de 188.652 euros et majoré du solde de décompte définitif de l’année 2017 qui s’élève à 215.144 euros);

• pour la Commission communautaire flamande:

17.226.050 euros (soit l’estimation ajustée de l’année 2018 qui s’élève à 17.172.264 euros et le solde définitif de décompte de l’année 2017 qui est de +53.786 euros).

22 Pour les années budgétaires 2003 – 2005: adaptation à la crois-sance réelle du revenu national brut.

148 3036/001DOC 54

9. Overdracht van federale PB naar de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Artikel 12 van onderhavig ontwerp bepaalt de raming voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, van het in artikel 46bis, van de bijzondere wet op de Brusselse instellingen bedoelde toegewezen gedeelte van de opbrengst van de federale personenbelasting dat bestemd is voor de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het definitieve afrekenings-saldo van het begrotingsjaar 2017 is inbegrepen.

Krachtens voormeld artikel 46bis worden ten laste van de federale overheid met ingang van het begrotingsjaar 2002 jaarlijks bijzondere middelen verdeeld onder de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest waarvan het college van burgemeester en schepenen is samengesteld in overeenstemming met artikel 279 van de nieuwe gemeentewet of waarvan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt voorge-zeten in overeenstemming met het voormelde artikel. Voor het begrotingsjaar 2002 is deze overdracht gelijk aan 24.789.352,48 euro. Dit bedrag wordt met ingang van het begrotingsjaar 2003 jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto binnenlandse product (23). Het bedrag van de overdacht wordt vooraf genomen op de opbrengst van de personenbelasting en vanaf het begrotingsjaar 2015, op de opbrengst van de federale personenbelasting.

Voor het begrotingsjaar 2018, na begrotingscontrole, bedraagt de overdracht 40.491.146 euro (zijnde de som van 40.364.717 euro als aangepaste raming 2018 en +126.428 euro als definitief saldo 2017).

23

Begrotingsjaren 2003 – 2005: aanpassing aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen.

9. Transfert d’IPP fédéral vers les communes de la Région de Bruxelles-Capitale.

L’article 12 du présent projet détermine, pour l’année budgétaire 2018 après contrôle budgétaire, l’estimation de la partie attribuée du produit de l’impôt des personnes physiques fédéral qui est visée à l’article 46bis de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises et qui est destinée aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale. Le solde définitif de décompte de l’année budgétaire 2017 y est intégré.

En vertu de cet article 46bis, des moyens spéciaux à charge du pouvoir fédéral sont répartis, à partir de l’année budgétaire 2002, entre les communes dont le collège des bourgmestres et échevins est composé conformément à l’article 279 de la nouvelle loi commu-nale ou dont le centre public d’aide sociale est présidé conformément au même article. Pour l’année budgétaire 2002 ce transfert est égale à 24.789.352,48 euros. A par-tir de l’année budgétaire 2003, ce montant est annuel-lement adapté au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’ à la croissance réelle du produit intérieur brut (23). Le montant du trans-fert est prélevé sur le produit de l’impôt des personnes physiques, et à partir de l’année budgétaire 2015, sur le produit de l’impôt des personnes physiques fédéral.

Pour l’année budgétaire 2018, ce transfert s’élève à 40.491.146 euros (ce qui correspond à l’addition d’un montant de 40.364.717 euros étant l’estimation ajustée de l’année 2018 et d’un montant de +126.428 euros étant le solde définitif de l’année 2017).

23

Pour les années budgétaires 2003 – 2005: adaptation à la croissance réelle du revenu national brut.

Centrale drukkerij – Imprimerie centrale

WETSONTWERP PROJET DE LOI - begroting 2018aan.pdf · la Chambre des représentants le projet de loi...

Documents

Transcript of WETSONTWERP PROJET DE LOI - begroting 2018aan.pdf · la Chambre des représentants le projet de loi...