lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y...

20
1 Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1 Kernwoorden: Duits Nederlands Frans Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller. Uitbreidingswoorden: Duits Nederlands Frans Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht) Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, het meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van …. Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit- déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas. Doelen: De kinderen maken kennis met de woorden behorend bij het thema Eet smakelijk Elena. De kinderen maken tollen. Materialen: De uitgeprinte flashcards: De boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan Voor ieder kind werkblad 5.1.A (omtrek van een tol) Kopieer het werkblad op stevig papier Kleurpotloden Schaar Potlood Introductie Vertel ( in L1) aan de kinderen dat het weer tijd is om te kijken en luisteren naar Elena. De titel van het nieuwe thema is Eet smakelijk Elena. Wanneer zeg je Eet smakelijk? Waar zou het thema over kunnen gaan? Elena’s moeder en Sophie zijn naar Duitsland. Daar wonen oma en opa. Elena mag samen met Misty een dagje mee naar het restaurant van haar vader. Daar mag ze zelf pannenkoeken bakken. Wie heeft er ook wel eens pannenkoeken gebakken of mag helpen met koken? Wie mag er ook wel eens mee naar het werk van papa of mama? Vertel de leerlingen wat de taaldoelen zijn van de les.

Transcript of lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y...

Page 1: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

1

Thema 5 Eet smakelijk Elena

Les 5.1

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, het meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen maken kennis met de woorden behorend bij het thema Eet smakelijk Elena. � De kinderen maken tollen.

Materialen:

• De uitgeprinte flashcards: De boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan

• Voor ieder kind werkblad 5.1.A (omtrek van een tol)

Kopieer het werkblad op stevig papier

• Kleurpotloden

• Schaar

• Potlood

Introductie

Vertel ( in L1) aan de kinderen dat het weer tijd is om te kijken en luisteren naar Elena. De titel van het

nieuwe thema is Eet smakelijk Elena. Wanneer zeg je Eet smakelijk? Waar zou het thema over kunnen

gaan? Elena’s moeder en Sophie zijn naar Duitsland. Daar wonen oma en opa. Elena mag samen met Misty

een dagje mee naar het restaurant van haar vader. Daar mag ze zelf pannenkoeken bakken. Wie heeft er

ook wel eens pannenkoeken gebakken of mag helpen met koken? Wie mag er ook wel eens mee naar het werk van papa of mama?

Vertel de leerlingen wat de taaldoelen zijn van de les.

Page 2: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

2

Verwerking

Activiteit 1. Video (Geanimeerd digitaal prentenboek)

Kijk en luister samen met de kinderen naar het filmpje Eet smakelijk.

Duits Nederlands Frans

Elena und Vater sitzen am Tisch Iss dein Butterbrot mit Käse, Elena Trinke auch deine Milch. Wir gehen ins Restaurant. Wir backen Pfannkuchen.

Elena ist in der Küche des Restaurants. Vater nimmt eine Schüssel, Mehl, zwei Eier und Milch. Sollen wir auch einen Apfel rein tun, Elena? Ja, Elena mag Äpfel. Tu das Mehl, die Eier und die Milch in die Schüssel. Willst du mixen?

Pass auf Elena. Der Mixer darf sich nicht zu schnell drehen. Ups, schon fliegt der Teig in alle Richtungen! Zum Glück kann Vater darüber lache.

Sssss macht die Butter in der Pfanne. Elena bringt mit einem Löffel Teig in die Pfanne. Vater legt Apfelstücke drauf. Er nimmt die Pfanne und wirft den Pfannkuchen hoch in die Luft. Willst du es auch probieren, Elena?

Elena wirft den Pfannkuchen in die Luft. Oh, oh, wo fliegt der Pfannkuchen jetzt hin? Der Pfannkuchen fällt auf Mistys Kopf. Wuff macht Misty. Das ist lecker. Misty mag Pfannkuchen. Dankeschön, Elena!

Elena en vader zitten aan tafel. Eet je boterham met kaas op, Elena. Drink ook je melk op. We gaan naar het restaurant. We gaan pannenkoeken bakken.

Elena is in de keuken van het restaurant. Vader pakt een kom, meel, twee eieren en melk. Zullen we er ook een appel in doen, Elena? Ja, Elena houdt van appels. Doe het meel, eieren en melk maar in de kom. Wil jij mixen?

Pas op Elena. Zet de mixer niet te hard. Oeps daar vliegt het beslag alle kanten op! Gelukkig kan vader erom lachen.

Ssssss doet de boter in de pan. Elena schept met een lepel wat beslag in de pan. Vader legt er appel op. Hij pakt de pan en gooit de pannenkoek hoog in de lucht. Wil jij het ook proberen, Elena?

Elena gooit de pannenkoek in de lucht. Oh, oh waar gaat de pannenkoek naar toe? De pannenkoek valt op Misty’s hoofd. Woef, zegt Misty. Dat is lekker. Misty houdt van pannenkoeken. Dank je wel, Elena!

Elena et papa sont assis à la table Mange ta tartine avec du fromage, Elena Bois aussi ton lait. On va aller au restaurant. On va faire des crêpes.

Elena est dans la cuisine du restaurant. Papa prend un saladier, de la farine, deux œufs et du lait. Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs et le lait dans le saladier. Tu aimes mélanger ? Attention, Elena. Le mixer ne doit pas tourner trop vite. Oups, la pâte est déjà en train de voler dans toutes les directions ! Heureusement, ça fait rire papa.

Pssss ! fait le beurre dans la poêle. Avec la cuiller, Elena met la pâte dans la poêle. Papa dépose des morceaux de pomme dessus. Il prend la poêle et lance la crêpe en l’air. Tu veux essayer aussi, Elena ? Elena lance la crêpe en l’air. Ouh, là ! Où est partie la crêpe ? La crêpe retombe sur la tête de Misty. Ouaf, fait Misty. C’est délicieux. Misty aime les crêpes. Merci beaucoup, Elena !

Page 3: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

3

Klik dan op het onderdeel prentenboek. Nu wordt het verhaal weer voorgelezen, maar kunt u zelf de

“bladzijden omslaan”. Luister met de kinderen naar het verhaal en wijs ondertussen de volgende

afbeeldingen aan: de boterham, de melk, de kom, de eieren, het meel, de appel, de mixer, het beslag, de boter, de pan, een lepel, de pannenkoek Beeld de werkwoorden eten, drinken, mixen uit. Vraag de kinderen om mee te doen.

Instructietaal 5.1a:

Duits Nederlands Frans

Schaut euch die Geschichte an und hört gut zu. Elena darf mit ins Restaurant. Da macht sie zusammen mit Vater Pfannkuchen.

Kijk en luister goed naar het verhaal. Elena mag mee naar het restaurant. Daar bakt zij samen met vader pannenkoeken.

Regardez l’histoire et écoutez bien. Elena a le droit de venir au restaurant. Elle y fait des crêpes avec papa.

Activiteit 2.

Activiteit 2 bestaat uit twee delen. Voor het eerste deel heeft u het digitale bord nodig. Voor het tweede

deel de uitgeprinte afbeeldingen.

Ga naar “Voor de leerkracht”. Daar vindt u de flashcards. Zet op het digitale bord de volgende flashcards

klaar: De boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan

Klik op de geluidsknop. De kinderen horen de woorden. Vraag de kinderen goed te luisteren en het woord

na te zeggen. Herhaal dit nog een keer

Instructietaal 5.1b:

Duits Nederlands Frans

Hört euch die Wörter gut an. Könnt ihr sie wiederholen? Richtig!

Luister goed naar het woord. Kunnen jullie dat herhalen? Goed zo!

Écoutez bien. Pouvez-vous répéter les mots ? Super !

Speel dan het volgende spel:

Laat de uitgeprinte afbeeldingen nogmaals één voor één aan de kinderen zien, herhaal de namen en zet ze

in een rij voor in de klas. Wijs de afbeeldingen aan en vraag de kinderen hardop de namen te noemen.

Herhaal dit nog een keer. Haal dan de eerste kaart weg. Wie kan de woordenrij nu opnoemen? Haal dan de

ook de tweede kaart weg, etc. Wie kan de woordenrij opnoemen zonder dat hij/zij de afbeeldingen ziet?

Page 4: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

4

Activiteit 3. Tollen maar.

Voor deze activiteit geeft u ieder kind werkblad 5.1.A.

Werkwijze: 1. De leerlingen knippen de tol uit.

2. In vak 1 tekenen zij een boterham, in vak 2 kaas, in vak 3 een ei, in vak 4 een glas melk, in vak 5 een appel en in het zesde vak een banaan.

3. In het midden van de tol, prikken zij een gaatje en doen er een potlood doorheen.

De tol klaar is nu klaar voor gebruik.

Zet de kinderen in tweetallen. Om de beurt mogen zij tollen. De kinderen benoemen de tekening van het

vak dat op de tafel terecht komt.

Bewaar de tollen voor les 4 en 5.

Afsluiting.

Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt?

Thuiswerk

Geef de kinderen de opdracht de nieuwe woorden samen met hun ouders (of een ander familielid) te

oefenen met behulp van het onderdeel “Oefenen met woorden”.

Tip:

Geef de flashcards een duidelijk zichtbare plaats in de klas en creëer op deze manier een “Hollandse, Duitse

of Franse hoek”. Deze hoek kunt u verder aankleden met werk van de kinderen rondom dit thema.

Page 5: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

5

Les 5.2

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, de meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen oefenen de kernwoorden.

� De kinderen oefenen de begrippen warm en koud.

Materialen:

• De geprinte versie van het prentenboek

• De uitgeprinte flashcards: De boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan

Introductie

Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren?

Vraag de kinderen of ze thuis de woorden goed geoefend hebben. Ga naar het onderdeel “Maak de match”

en oefen samen met de kinderen de woorden.

Verwerking

Activiteit 1. Video (Geanimeerd digitaal prentenboek)

De leerlingen kijken en luisteren naar het filmpje Eet smakelijk. Klik dan op het onderdeel prentenboek. Luister bladzijde voor bladzijde naar het verhaal.

Beeld de werkwoorden eten, drinken en mixen uit. Vraag de kinderen om mee te doen.

Wat betekent de zin Misty houdt van pannenkoeken. Wie in de klas houdt er ook van pannenkoeken?

Houden de leerlingen van koude pannenkoeken of van warme pannenkoeken?

Page 6: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

6

Activiteit 2. Spel: Warm of koud

Luister eerst met de kinderen naar de instructietaal 5.2a:

Duits Nederlands Frans

Misty mag Pfannkuchen. Er mag warme Pfannkuchen. Sprecht mir nach: warm. Elena mag auch Pfannkuchen. Sie mag kalte Pfannkuchen. Sprecht mir nach: kalt. Jetzt spielen wir das Spiel “Warm oder Kalt”.

Misty houdt van pannenkoeken. Hij houdt van warme pannenkoeken. Zeg eens na: Warm Elena houdt ook van pannenkoeken. Zij houdt van koude pannenkoeken. Zeg eens na: Koud. Nu gaan wij het spel “Warm of koud” spelen.

Misty aime les crêpes. Il aime les crêpes chaudes. Répétez après moi : chaudes. Elena aime aussi les crêpes. Elle aime les crêpes froides. Répétez après moi : froides. Jouons maintenant au jeu « chaud et froid ».

Het spel gaat als volgt:

Een kind gaat de gang op. Samen met de klas verstopt u een flitskaart. Het kind komt terug in de klas en

gaat op zoek naar de afbeelding. Als het kind in de buurt is roept de klas Warm als het kind uit de buurt is

roept de klas Koud. Als het kind de kaart heeft gevonden, moet het de afbeelding benoemen.

Activiteit 3. Maak een verhaal

Klik op de activiteit. De leerlingen zien plaatjes uit het prentenboek en het verhaal wordt verteld. Daarna

moeten de leerlingen de plaatjes in de goede volgorde zetten. Als het in de goede volgorde staat, wordt het

verhaal nog een keer verteld.

Geef dan een leerling de geprinte versie van het prentenboek. Kan hij/zij het prentenboek in de goede

volgorde in de klas ophangen?

Instructietaal 5.2b:

Duits Nederlands Frans

Hört gut zu. Bringt danach die Bilder in die richtige Reihenfolge

Luister goed naar het verhaal. Zet daarna de plaatjes in de goede volgorde.

Écoutez attentivement. Ensuite, mettez les images dans le bon ordre.

Afsluiting.

Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt?

Page 7: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

7

Les 5.3

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, de meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen oefenen de kernwoorden.

� De kinderen leren een lied.

Materialen: -

Introductie

Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren?

Speel met de kinderen het spel “Warm of koud” uit les 2.

Verwerking

Activiteit 1. Praatplaat

Activeer de praatplaat. De kinderen zien een afbeelding met verschillende hotspots. Kunnen de kinderen de

verschillende afbeeldingen benoemen? Klik op de hotspots ter controle en laat de kinderen de woorden

nazeggen.

Page 8: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

8

Activiteit 2. Themalied

Elk hoofdstuk heeft een themalied. Activeer het lied en luister met de kinderen naar het lied.

Duits Nederlands Frans

Am liebsten esse ich Kuchen und du musst sie versuchen, von meiner Mama gemacht. Sehr leckere Kuchen und allerlei Obst, gerade, was es so gibt. Ich wünsche dir guten Appetit.

Daar was er eens een vrouw Die koeken bakken wou En het deeg dat wou niet rijzen En de pan viel om En de koeken waren krom En haar man heette Jan van Gijzen

J’aime la galette, Savez-vous comment ? Quand elle est bien faite, Avec du beurre dedans. Tralalala lalala lalère,

Luister nogmaals naar het lied en wijs ter ondersteuning van de tekst naar de tekeningen op de afbeelding.

Leer het lied regel voor regel aan en zing het daarna samen met de kinderen

Afsluiting

Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt?

Thuiswerk

Vraag de kinderen ook thuis een paar keer naar het lied te luisteren en te oefenen en het lied voor hun

ouders te zingen.

Page 9: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

9

Les 5.4

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, het meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen kunnen de afbeeldingen op de flashcards benoemen.

� De kinderen oefenen een korte dialoog en spelen het na.

� De kinderen kunnen het lied zingen.

Materialen:

• De tollen uit les 1

Introductie

Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren?

Pak de tollen van de kinderen en benoem samen met hun de getekende plaatjes.

Zet dan de leerlingen in tweetallen en speel het spel “Tollen maar”, uit les 1.

Verwerking

Activiteit 1. Lied: Daar was er eens een vrouw

Activeer het lied en zing samen met de kinderen het lied.

Page 10: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

10

Activiteit 2. Een kort gesprekje.

Ga naar “Voor de leerkracht” en klik op de activiteit. De kinderen luisteren naar het volgende gesprekje:

Duits Nederlands Frans

A: Bitte sehr, ein Pfannkuchen. A: Bitte sehr, ein Butterbrot mit Ei. A: Guten Appetit. B+C: Dankeschön. B: Mmm, ich mag Pfannkuchen. C: Nnnnn ich mag Butterbrot mit Ei nicht.

A: Alsjeblieft, een pannenkoek. A: Alsjeblieft, een boterham met ei. A: Eet smakelijk. B+ C: Dank je wel. B: Mmm ik houd van pannenkoeken. C: NNnnn ik houd niet van een boterham met ei!

A : S’il te plaît, une crêpe. A : S’il te plait, les tartines à l’œuf. A : Bon appétit. B+C : Merci beaucoup. B : Mmm, j’aime les crêpes C : Beurk, je n’aime pas les tartines à l’œuf.

Vraag de kinderen of zij weten waar het gesprek zich afspeelt (in een restaurant).

Laat het gesprek nog een keer horen, maar beeld het nu zin voor zin uit. Herhaal dit nog een keer en vraag

de kinderen de zin te herhalen en de bewegingen met u mee te doen.

Oefen dan het gesprekje in drietallen.

Afsluiting

Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt?

Page 11: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

11

Les 5.5

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, de meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen oefenen de kernwoorden.

Materialen:

• De tollen uit les 1

Introductie

Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren?

Kijk samen met de kinderen naar de praatplaat en herhaal de woorden.

Verwerking

Activiteit 1. Spel: Snap

Deel de tollen uit en zet de kinderen in tweetallen. Dit keer spelen de kinderen het spel “Snap”.

Tegelijkertijd draaien de kinderen de tol. Als twee dezelfde afbeeldingen op de tafel terecht komen,

moeten de kinderen “Snap” roepen.

Wie het eerst “Snap” roept heeft een punt.

Activiteit 2. Tijd voor een spelletje!

In het programma zitten verschillende spelletjes, zoals Memorie of Maak de match.

Speel samen met de kinderen de verschillende spelletjes.

Afsluiting

Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt?

Page 12: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

12

Thuiswerk

Geef de tollen mee naar huis en vraag de kinderen het spel “Tollen maar” samen met een van de

gezinsleden te spelen.

Page 13: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

13

Les 5.6

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, de meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen kennen de kernwoorden.

� De kinderen kunnen het lied zonder ondersteuning zingen.

Materialen:

• Werkblad 5.6a

Introductie

Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren?

Vraag aan de leerlingen of ze thuis nog het spel “Tollen maar” gespeeld hebben. Kennen papa en/of mama

ook de Nederlands woorden?

Verwerking

Activiteit 1. Het werkblad.

De werkbladen vindt u onder het kopje “Voor de leerkracht”.

Op het werkblad ( 5.6.A) staan drie opdrachten:

Voor de eerste twee opdrachten heeft u de bijbehorende instructietaal 5.6 nodig.

Page 14: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

14

Duits Nederlands Frans

1. Hört gut zu und zeichnet. Ich mag Käse. Ich mag Eier. Ich mag Bananen. 2. Hört gut zu und umkreist. Ich mag Äpfel nicht. Ich mag Milch nicht. Ich mag Butterbrote nicht. 3. Umkreise die Punkte! Was siehst du?

1. Luister goed en teken. Ik houd van kaas. Ik houd van ei. Ik houd van banaan. 2. Luister goed en omcirkel. Ik houd niet van appel. Ik houd niet van melk. Ik houd niet van een boterham. 3. Kleur de stippen. Wat zie je?

1. Écoute bien et dessine. J’aime le fromage. J’aime les œufs. J’aime les bananes. 2. Écoute bien et entoure. Je n’aime pas les pommes. Je n’aime pas le lait. Je n’aime pas les tartines. 3. Relie les points. Que vois-tu?

Activiteit 2. Themalied

Zing samen met de kinderen het lied. Klik dan de karaoke versie aan. Kunnen de kinderen het lied ook

meezingen zonder ondersteuning?

Afsluiting

Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt?

Page 15: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

15

Les 5.7

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, de meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen kennen de kernwoorden.

� De kinderen leren een chant.

Materialen:

• De uitgeprinte flashcards: De boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan

• Een vork, mes en lepel

Introductie

Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren?

Zet de geprinte flashcards in een rij voor in de klas. Herhaal hardop de namen. Vraag de kinderen hun ogen

dicht te doen en haal een kaart weg.

Welke kaart is er weg?

Verwerking

Activiteit 1. Chant Klik op de activiteit en luister naar de chant. Wijs ondertussen de genoemde afbeeldingen aan en beeld de

begrippen honger en dorst uit.

Oefen de chant zin voor zin.

Page 16: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

16

Duits Nederlands Frans

Ich habe Hunger, ich habe Hunger. Iss einen Apfel, iss einen Apfel. Ich habe Durst, ich habe Durst. Trinke Wasser, trinke Wasser. Guten Appetit, guten Appetit. Happ, happ, happ. Schluck, schluck, schluck. Iss und trink!

Ik heb honger, ik heb honger Eet een appel, eet een appel. Ik heb dorst, ik heb dorst. Drink wat water, drink wat water. Smakelijk eten, smakelijk eten, Hap, hap, hap, Slok, slok, slok. Eet en drink maar lekker op!

10 heures ont sonné, mon ventre a crié ! Tartines, fruits, chocolat, biscuits, c'est bon pour la santé ! Miam ! Miam !

Activiteit 2. Spel: Vork, mes, lepel

Laat de kinderen een vork, mes en lepel zien en benoem de woorden. Vraag de kinderen het woord te

herhalen. Pak dan een vork en laat de bijbehorende handbeweging zien (zie voorbeelden). Doe dit ook met

mes en lepel.

Vork: Mes: Lepel:

Vraag de kinderen met u mee te doen en chant ondertussen vork, mes, lepel, vork, mes, lepel. Vertel de kinderen dat:

- Een vork een mes verslaat.

- Een mes een lepel verslaat.

- Een lepel een vork verslaat.

Speel dan het volgende spel:

De flashcards van de boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, de appel en de banaan liggen op

een stapel voor de klas met de achterkant boven.

Verdeel de klas in twee teams. Kies uit ieder team een kind en vraag ze voor in de klas te komen staan. De

rest van de klas chant vork, mes, lepel, vork, mes, lepel, vork, mes, lepel.

Na het woord lepel maken de twee kinderen een van de drie handgebaren.

Wie wint? ((Een vork verslaat een mes, een mes……….)

De winnaar mag een flitskaart van de stapel pakken en moet het woord benoemen. Als dit lukt, is het een

punt voor zijn/haar team.

Afsluiting

Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt?

Thuiswerk

Vraag de kinderen de chant thuis samen met hun ouders ( of andere gezinsleden) te oefenen en het spel

Vork, mes, lepel thuis te spelen.

Voor de volgende les nemen de kinderen folders mee met eten en drinken.

Page 17: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

17

Les 5.8 en 5.9

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, het meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen kennen de kernwoorden.

� De kinderen maken een placemat.

� De kinderen presenteren de placemat aan elkaar en kunnen aangeven wat ze graag lusten.

Materialen:

• Folders met eten en drinken

• Gekleurd A3 vel

• Schaar

• Lijm

• Eventueel lamineervellen en lamineerapparaat

• Eventueel een Nederlands-Duits of Nederlands-Frans woordenboek

Introductie

Vertel de kinderen dat zij een placemat gaan maken met eten en drinken erop dat zij het allerlekkerste

vinden. Daarna presenteren zij de placemat aan elkaar. Voor deze opdrachten hebben zij 2 x 30 minuten de

tijd.

( Het kan natuurlijk voorkomen dat de leerlingen producten opplakken waar zij het Nederlandse woord niet

van kennen. Help de kinderen hierbij met behulp van een woordenboek, maar stimuleer ze vooral de

woorden te gebruiken die ze geleerd hebben)

Page 18: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

18

Verwerking

Activiteit 1. Een placemat

Werkwijze:

1. De kinderen zoeken in de folders naar plaatjes van eten en drinken die zij het allerlekkerste vinden

en knippen deze plaatjes uit.

2. De plaatjes worden op het gekleurde vel geplakt.

3. Lamineer de placemat, zodat deze extra lang mooi blijft en zelfs schoongemaakt kan worden.

Activiteit 2. De presentatie

Doe deze activiteit eerst klassikaal:

Gebruik hiervoor een placemat van een kind. Wijs naar een plaatje en zeg:

Duits Nederlands Frans

Ich liebe (Käse). Ik houd van (kaas).

Je t’aime (fromage)

Oefen met de kinderen deze zin en laat het ze een paar keer nazeggen.

Vraag dan aan de leerlingen hun duimen omhoog te doen als zij het ook lekker vinden en hun duimen

omlaag te doen als zij er niet van houden.

Zet dan de leerlingen in groepen van vier. In groepjes presenteren ze hun placemat. Geef ieder kind in het

groepje een nummer. Eerst mogen de nummers 1, enz. De andere drie kinderen reageren door hun duimen

omhoog of omlaag te doen.

Wat zijn de overeenkomsten? Wat zijn de verschillen?

Activiteit 3. Chant

Chant met de kinderen. De tekst vindt u bij les 5.7.

Afsluiting.

Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt?

Bewaar de placemats voor de laatste les.

Page 19: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

19

Les 5.10 Evaluatie

Kernwoorden:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel, die Banane, kalt, warm, der Löffel

De boterham, de kaas, het ei, de melk, het water, de pannenkoek, de boter, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan, koud, warm, de lepel

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, le beurre, l’assiette, le couteau, la fourchette, la poêle, le verre, la pomme, la banane, froid, chaud, la cuiller.

Uitbreidingswoorden:

Duits Nederlands Frans

Essen, das Restaurant, Hunger, Durst, Guten Appetit, Frühstück, Mittagessen, Abendessen, Bitte sehr, Dankeschön, das Mehl, die Schüssel, der Mixer, der Teig, ich mag … (nicht)

Eten, het restaurant, honger, dorst, Eet smakelijk, ontbijt, lunch, diner, alsjeblieft, dank je wel, het meel, een kom, de mixer, het beslag, Ik houd (niet) van ….

Manger, le restaurant, faim, soif, bon appétit, le petit-déjeuner, le déjeuner, le dîner, s’il te plaît, merci beaucoup, la farine, le saladier, le mixer, la pâte, j’aime / je n’aime pas.

Doelen:

� De kinderen kennen de kernwoorden.

Materialen:

• De zelfgemaakte placemats van de kinderen

• De uitgeprinte flashcards: De boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, het bord, het mes, de vork, de pan, het glas, de appel, de banaan

Introductie

Vraag een paar kinderen naar voren te komen en aan de klas de producten die zij opgeplakt hebben te

benoemen.

Verwerking

Activiteit 1. Spel: Waar of niet waar?

Voor in de klas heeft u de uitgeprinte flashcards op een rij gezet. Wijs naar een afbeelding en zeg het

woord. Als u het juiste woord zegt, moeten de kinderen het woord herhalen. Als u het verkeerde woord

zegt, vouwen de kinderen hun armen over elkaar en mogen ze niets zeggen.

Activiteit 2. Spel: Warm of koud

Speel met de leerlingen het spel “Warm of koud”. De beschrijving en instructietaal hiervan vindt u in les 2.

Page 20: lessonplan thema 5 nl (1)elena-learning.eu.s3.amazonaws.com/assets/lessonfile/...Est-ce qu’on y met aussi des pommes, Elena ? Oui, Elena aime les pommes. Mets la farine, les œufs

20

Afsluiting

Samen met de kinderen kijkt u terug op het thema Eet smakelijk Elena. Er is weer hard gewerkt en veel

geleerd. Praat hier met de kinderen over.

Ten slotte:

Als u als leerkracht ook graag wil weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden

lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte

woordentoets op de computer af te nemen.

De woordentoets test of de kinderen de volgende woorden (receptief) kennen:

Duits Nederlands Frans

Das Butterbrot, der Käse, der Pfannkuchen, die Milch, der Teller, das Messer, die Gabel, das Glas, der Apfel, die Banane,

das Ei, die Pfanne.

De boterham, de kaas, de pannenkoek, de melk, het bord, het mes, de vork, het glas, de appel, de banaan, het ei, de pan.

La tartine, le fromage, l’œuf, le lait, l’eau, la crêpe, l’assiette, le couteau, la fourchette, la cuiller, la poêle, le verre, la pomme, la banane, l’œuf, la poêle.