Naam : . . . . . .. . .. . .. . .. .. . .. . .. . .. . Voornaam : . . . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . . Oefening nummer . . .

Herzieningen van september tot maart 2020 (1) Révisions de septembre à mars 2020

Je connais les saisons et les mois

Observe les images et écris en néerlandais les noms des saisons

correspondantes, ainsi que les mois qui les composent.

De lente

maart april mei

De zomer

De herfst

De winter

juni juli augustus

september oktober november

december januari februari

Je connais les jours de la semaine

Écris en français dans l’agenda de Ludo toutes les activités et

rendez-vous de cette semaine. Tu constateras que deux activés

auront lieu en même temps. Laquelle devra-t-il supprimer ? Barre-la

dans l’agenda.

8–15.30 Excursion à Brx 18.00 Leçon tennis

16.00 Docteur

18.00 Leçon tennis

15.00 Ecole musique 16.00 Cinéma

àpd. 14.00 Match tennis 18-21.00 Invitation annif.

9-12.00 Réunion scouts

Naam : . . . . . .. . .. . .. . .. .. . .. . .. . .. . Voornaam : . . . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . . Oefening nummer . . .

Herzieningen van september tot maart 2020 (2) Révisions de septembre à mars 2020

Je connais les mots du calendrier

Écris les mots suivants autour du calendrier.

DAG JAAR MAAND WEEK

het jaar

de maand de week

de dag

En t’aidant du calendrier 2020, réponds aux questions suivantes en

toutes lettres en néerlandais.

Hoeveel maanden zijn er in het jaar ? twaalf

Hoeveel weken zijn er in het jaar ? drieënvijftig

Hoeveel dagen zijn er in het jaar ? driehonderd zesenzestig

Hoeveel weken zijn er in de derde maand van het jaar ? vier

Hoeveel dagen zijn er in de tweede maand van het jaar ? negenentwintig

Hoeveel dagen zijn er in de eerste week van de vierde maand ? vijf

Je connais les mots des fruits

Observe attentivement le panier de fruits et retrouve les noms des

6 fruits appris en classe. Aide-toi des lettres mélangées.

E D A R A I B

A A R D B E I

P P L A E

A P P E L

N A A A N B

B A N A A N

E R E P

P E E R

R O C E N I T

C I T R O E N

S R E K

K E R S

Je forme des phrases

Forme des phrases complètes. Écris les numéros devant les fins de

phrases correspondantes.

Ik kom uit 1 6 chocolademelk.

Tel van nul 2 4 boksen.

Ik woon in 3 8 het avondmaal.

Ik doe aan 4 1 Neder land.

Ik heb 5 5 een vl ieger.

Ik drink 6 3 een huis.

Ik ben 7 2 tot t ien.

Ik eet 8 7 kassierster.

Naam : . . . . . .. . .. . .. . .. .. . .. . .. . .. . Voornaam : . . . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . . Oefening nummer . . .

Herzieningen van september tot maart 2020 (3) Révisions de septembre à mars 2020

Je connais les mots de vocabulaire

Complète les phrases à l’aide des mots suivants.

vieruurtje ● ziek ● hoofdstad ● land ● stad ● talen ● verkoper ● ontbijt

1) Italië is een land.

2) Ik voel me niet goed; ik ben ziek.

3) Hij verkoopt schoenen; hij is verkoper.

4) Brussel is de hoofdstad van België.

5) ´s Namiddags eet ik het vieruurtje.

6) Brugge is een stad.

7) ´s Morgens eet ik het ontbijt.

8) Ik spreek twee talen : Frans en Nederlands.

Dans chaque ensemble, colorie l’intrus. Écris ensuite un titre au-

dessus de chaque ensemble en français.

adjectifs pronoms pers. sujets moments de la journée sucré boissons

nature collations personnes verbes mots identiques en fr.

en je u ik

brood jam

avond middagmaal

morgen nacht

plukken

koekje honing

confituur zout

spelletjes

kopje melk koffie water

verpleegster

slecht boos met goed

motorpech

ijs wafel

broodje snoepjes

melk

meisje vriend

arts fluit

winter

lachen dagen dansen spelen dansen

volleybal rugby golf

tennis dansen

natuur trein bos zee

dansen

Trouve le lien. Écris les chiffres devant les mots correspondants.

de bil 1 4 het stripverhaal

de winter 2 3 de zon

de zomer 3 6 de ezel

het boek 4 1 het oog

het vliegtuig 5 2 de slee

de boerin 6 5 hoog

Écris les mots suivants dans les colonnes adéquates.

bakker

bloemen

dieren

kamperen

kapster

kelnerin

koken

lerares

muziek

slager

televisie

toneel

verkoopster

verpleger

wolken

zanger

Métiers (homme)

Métiers (femme)

Dans la nature

Loisirs

bakker kapster bloemen koken

slager kelnerin dieren muziek

verpleger lerares kamperen televisie

zanger verkoopster wolken toneel

Je sais répondre à des questions

Écris les chiffres des questions devant les réponses adéquates.

Hoe gaat het met je ? 1 Bakker.

Wat is je geluksgetal ? 2 In 1984.

Hoe oud ben je ? 3 Zus en zo.

In welk jaar ben je geboren ? 4 9.

Wat wil je later zijn ? 5 Ik ben tweeëndertig.

Heb je kinderen ? 6 Ja, één zoon.

Naam : . . . . . .. . .. . .. . .. .. . .. . .. . .. . Voornaam : . . . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . . Oefening nummer . . .

Herzieningen van september tot maart 2020 (4) Révisions de septembre à mars 2020

Complète les questions suivantes avec les mots interrogatifs proposés.

hoe (2x) – hoeveel (2x) – wat (3x) - wanneer (2x)

1) Wanneer begint de zomer ?

2) Wat eet je ‘s morgens ?

3) Hoeveel zussen heb je ?

4) Hoeveel dagen zijn er in een week ?

5) Wat is tachtig min tien ?

6) Wanneer ben je geboren ?

7) Wat is je huisnummer ? oud ben 8) Hoe zussen heb je ?

9) Hoe heet je ?

Je connais les salutations

Écris le numéro de l’expression qui correspond à l’illustration.

Dag ! – Goeienavond ! – Goeiemorgen ! –

Tot ziens ! – Goeiemiddag ! – Goeienacht !

Je connais les mots de l’alimentation

Écris sous chaque image les deux mots correspondants.

rijst ▪ aardappels ▪ olie ▪ peper ▪ vlees ▪ worst ▪ ei ▪ stokbrood ▪ appelmoes ▪ jam ▪ kaas ▪ jam ▪ wortelen ▪ pasta ▪ boter ▪ fles

aardbeien

stokbrood kaas aardappels boter

appelmoes worst fles olie

rijst wortelen pasta vlees

ei peper jam aardbeien

Naam : . . . . . .. . .. . .. . .. .. . .. . .. . .. . Voornaam : . . . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . . Oefening nummer . . .

Herzieningen van september tot maart 2020 (5) Révisions de septembre à mars 2020

Je connais les nombres et opérations

Relie chaque fois les deux nombres indiqués et découvre un mot en

néerlandais.

Relie les nombres dans l’ordre chronologique et découvre un animal.

Aide le fantôme à retrouver les clés de son château.

Pour cela, résous les calculs.

Écris les réponses en toutes lettres en néerlandais.

Colorie maintenant les clés correspondant aux réponses trouvées.

Sur chacune d’elles se trouve une lettre. Recopie-les ci-dessous

dans l’ordre de tes réponses et découvre comment on dit ‘maison

hantée’ en néerlandais.

Observe attentivement chaque rangée de nombres.

Trouve le lien logique entre chaque nombre et écris tes réponses

en toutes lettres en néerlandais sur les pointillés.

veertig

achtenzestig

dertig

negentig tien

zestig

twintig

dertig

vierenzestig

tweeënveertig

zesenzeventig

zes

tachtig

twee

drie

Naam : . . . . . .. . .. . .. . .. .. . .. . .. . .. . Voornaam : . . . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . . Oefening nummer . . .

Herzieningen van september tot maart 2020 (6) Révisions de septembre à mars 2020

Colorie les mots de sports et activités en néerlandais dans la grille.

Aide-toi des traductions.

athlétisme

boxe

danser

escalader

faire de l’aviron

faire de l’escrime

volley-ball

cyclisme

basket-ball

tirer à l’arc

handball

équitation

faire du roller

football

se promener

faire de la voile

Recopie les mots néerlandais dans l’ordre.

1. Sais-tu jouer au football ? Kan je voetbal spelen ?

je – spelen – kan – voetbal

2.

J’aime manger des tartines au jambon. Ik eet graag boterhammen met ham.

met – graag – ik – boterhammen – ham – eet

3.

Je lis beaucoup avant-midi. Ik lees veel in de voormiddag. de – veel – lees – voormiddag – ik – in

4.

Mon meilleur ami est l’enfant avec des fleurs sur sa blouse. Mijn beste vriend is het kind met bloemen op zijn bloes.

bloes – bloemen – kind – vriend – beste – op – mijn –zijn – is – het – met

Je connais les mots pour me présenter

Lis les textes de présentation et complète les cartes d’identité avec

les informations adéquates en français.

Naam : Boonen

Voornaam : Tom

Leeftijd : 38

Hobby’s : faire du vélo rire

Beroep : coureur cycliste

Burgerlijke staat : marié

Stad : Bruges

Land : Belgique

Naam : Girac

Voornaam : Kendji

Leeftijd : 23

Hobby’s : chanter danser

Beroep : chanteur

Burgerlijke staat : pas marié

Stad : Périgueux

Land : France

Goeiemorgen, ik heet Tom Boonen en ik ben fietser. Ik ben achtendertig jaar oud. Ik ben getrouwd en ik heb twee dochters. Ik hou van fietsen en lachen. Ik woon in Brugge, in België.

Ik heet Kendji. Mijn naam is Girac. Ik ben zanger. Ik ben niet getrouwd. Ik hou van zingen en dansen. Ik ben drieëntwintig jaar oud. Ik woon in Dordogne*. Dat is een stad in Frankrijk. * La Dordogne est un département

et non une vil le. Écris ‘Périgueux’ à la place de Dordogne.

Naam : . . . . . .. . .. . .. . .. .. . .. . .. . .. . Voornaam : . . . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . . Oefening nummer . . .

Herzieningen van september tot maart 2020 (7) Révisions de septembre à mars 2020

Lis les textes de présentation et complète les pointillés à l’aide des

mots proposés.

sporten niet

België jaar heet ben

zingen oud

hoofdstad gescheiden

zangeres

naam

woon

ben

Je connais des mots de vocabulaire

Colorie dans chaque grille le mot néerlandais correspondant à

l’image.

G E J E I K S B B T B N T O G J D J B U O R D O G S T O J G F R O A E D M S G I E R U O D N R N S O S E M D D N R B R R A R N M J E T J E O E B

E O D S K A T A M S E G R B R R R R E G O G T N N E K A J O O L E O T G B A A R D I T N O S G J O L E I H A R O O G I G B K E O N D S R N L O A

Goeiedag! Ik heet Kevin De Bruyne . Ik ben voetbalspeler. Ik ben achtentwintig jaar oud en ik ben getrouwd. Ik hou van sporten en ik hou

niet van tv kijken. Ik kom uit Drongen, in België.

Hallo ! Mijn naam is Adele. Ik woon in London, de hoofdstad van Groot-Brittannië. Ik ben éénendertig jaar oud. Mijn hobby’s zijn zingen en piano spelen. Ik ben gescheiden en ik heb één kind. Mijn beroep is zangeres, natuurlijk.

Je revois du vocabulaire de 5è

Colorie le dessin en suivant les couleurs demandées. Tu vas

rencontrer beaucoup de mots de 5è... Aide-toi des feuilles orange si

nécessaire.

Nombres = blauw

Habits = groen

Meubles = bruin

Parties du corps = rood

Animaux = oranje Matériel scolaire = geel

Naam : . . . . . .. . .. . .. . .. .. . .. . .. . .. . Voornaam : . . . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . .. . . Oefening nummer . . .

Herzieningen van september tot maart 2020 (8) Révisions de septembre à mars 2020

C’est Pâques ! Het is Pasen !

Découpe et colle les mots néerlandais correspondant aux éléments du

dessin. Colorie ensuite le dessin aux couleurs du printemps !

het nest de klok

de zon

de vogels

paaseieren

de koe

de tulpen

de kuikentjes

de boom

het konijn

de haan

Paassudoku ! Sudoku de Pâques !

Chaque mot ne peut apparaitre qu’une seule fois sur chaque ligne

(horizontalement) et dans chaque colonne (verticalement).

Pour t’aider, écris d’abord les mots en dessous des dessins.

Lis les phrases et selon les indications, dessine et colorie les œufs de

Pâques. Sois attentif aux nombres, aux couleurs et aux endroits.

Er ligt een groot roze paasei onder de vogel. Er liggen twee oranje paaseieren voor het schaap. Er liggen twee blauwe paaseieren achter het konijn. Er ligt een klein groen paasei naast de boom.

Voilà le s amis, j ’espère que vous avez pris plais ir à compléter les feui l les, à découper, à rel ier, à numéroter, à dessiner, à colorier... Sachez que je pense fort à vous e t que vous donner cours me manque ! J’espère de tout vous retrouver très vi te e t continuer la bel le aventure que nous avons commencée ensemble. Que les p lus courageux n’hési tent pas à al ler faire un tour dans les part ies ‘Exercices’, ‘Prononciat ion’ e t ‘Mots composés’ ; i l y a de quoi s’occuper également. (non, on ne e t on garde le !). Prenez bien soin de vous !

A tout bientôt ! Mme Delhaye