Documents

15

LEENREGISTER VAN DE ZAAL VAN IEPER

1499

Afschrift in modern Nederlands van het leenregister bewaard in het

stadsarchief van Ieper, Ieperse Aanwinsten nr. 68

Johan Beun Ieper 2000

Dit is het register van alle lenen gehouden van onze geduchte heer Philips, hertog van Oostenrijk, hertog van Bourgondië en van Brabant, graaf van Vlaanderen, van zijn Zaal van

Ieper, opgesteld in het jaar 1499. Eerst in Sente Maertins prochie binnen der stede van Ypre (1) f 1 Guillames de Saillant, schildknaap, heer van Middelburg en burggraaf van de stad en kasselrij Ieper, houdt een leen zijnde het burggraafschap van de stad en kasselrij Ieper. Tot dat leen behoren 1/3 van alle boeten uitgesproken door de schepenen van de stad en die van de zaal en kasselrij, alsook 1/3 van alle vermaken en vergelijken behorende ter vonnis van die twee schepenbanken, met uitzondering van de vazallen. Hiervoor moet de burggraaf een schout aanstellen in de stad en de kasselrij. Hij moet over een gevangenis beschikken voor de gevangenen van de graaf en die op zijn kosten onderhouden. Daarvoor is de burggraaf elk jaar 6 pond par. schuldig op de roede van de schout. Van dat leen worden 40 manschappen gehouden die de tollen van hem in leen houden. Verder worden nog 48 manschappen gehouden. De burggraaf vermag hoge justitie, middele en nedere. (2) f 2 Loys Copeleu houdt een leen van 16 hoet evene per jaar, Ieperse maat, bezet op de Spijker van Ieper. In een oud register wordt die Carpentatie genoemd. (2.1) Tot het leen behoort een manschap dat jaarlijks twee ganzen geldt. (3) f 2 Larys Collaert houdt een leen van 14 ponden 14 schellingen 4 penningen par. erfelijke rente per jaar, bezet op twee huizen en erf in de stad Ieper, staande op de oostzijde van de Zuidstraat, het ene genoemd Thouroudt en het ander 't Scoehuus. (4) f 2v Jan Aletruye houdt een leen van 20 ponden par. erfelijke rente bezet op de Spijker van Ieper. (5) f 3 Franchoys Van der Ketulle, als voogd van jonkvrouw Johanne Wielande, weduwe van Cornelis Van Baren, houdt een leen van 88 ponden par. erfelijke rente bezet op de Spijker van Ieper, waarvan men jaarlijks maar 66 lb. par. krijgt van de ontvanger van de spijker. (6) f 3 Baudewijn De Wilde houdt een leen van 5 ponden 16 schellingen par. erfelijke rente per jaar, bezet op: - de tol van wijlen mer Siere Van Mesdom, 0-11-08 - de tol van Brieffene, 3-17-04 - Noordhof in Brielen toebehorende aan het klooster van Sint-Maartens, 0-14-06 - 3 gemeten land gelegen in de Marktstraat, vroeger toebehorende aan Jan De Vroede, 0-00-33. In Sente Pieters prochie binnen der stede van Ypre voorseit. (7) f 5 Wulfaert Van Lichtervelde, ridder, houdt een leen van 13 gemeten 3 vierendelen genaamd den Crubrouc, gelegen op de oostzijde van de Komenstraat, tussen de straat en de beek van

Zillebekevijver. Op zijn leen vermag hij tol, vond, bastaardgoed ende boeten tot 3 ponden par. (7.1) Van dat leen wordt een leen gehouden van 8 gemeten land toebehorende aan Willem De Boerlicke, staande ten verhef van 10 ponden par. (8) f 5 Willem De Boerlicke houdt een leen van 2 gemeten 1 vierendeel gelegen op de oostzijde van de Komenstraat tussen het land van Wulfaert Van Lichtervelde aan de noordzijde en het land van Willem De Boerlicke aan de zuidzijde, strekkende oostwaarts tot aan het erf van de stad Ieper. (9) f 5v Jan Vander Leye houdt een leen van jaarlijks 3 ponden 10 schellingen par. Vlaams ridderpenningen op diverse percelen land binnen de voornoemde parochie. (10) f 6 Willem de Tolnare, als voogd van jonkvrouw Ysabeele Belles, weduwe van Gheraert de Tolnare, houdt een leen van 45 gemeten land, geheten het Goed ter Zadele, liggende in diverse percelen: - de hofstede, groot 5 gemeten palend met het zuideinde aan het land van de Belle in Ieper en N. aan het land van Hannekein de Cupere. - Aan de oostzijde een meers van 3 gemeten palend Z. aan het kruis van de voorzeide Belle. - Een stuk land van 5 gemeten, strekkende Z. en N., palend Z. aan het Belleland en N. aan de Tempelstraat. - 6 gemeten palend aan het land van Sint-Maartens in Ieper, palend Z. aan het Belleland en N. aan het voorzeide Sint-Maartensland. - Ten westen van de hofstede een stuk van 7 gemeten palend Z. aan het land van Sint-Maartens en N. aan het land van de Onze-Lieve-Vrouwgilde te Ieper. - 7 gemeten palend Z. aan het land van Sint-Maarten en N. aan het land van Willem Den Vrijere. - 3 gemeten, palend Z. aan het Belleland, O. aan het land van Sint-Maartens en W. aan het leen van de proost van Voormezele. - 4 gemeten palend W. aan het leen van de voorzeide proost. - 3 gemeten palend aan het land van de wezen van Stasin en N. aan de hofstede van Willem De Vrijere. - 2 gemeten aan de zuidzijde van Sint-Elooi-ter-Zale. (11) f 6v Claeys De Cuupere, als voogd van Hannekin de wees van Jan Cuuper, houdt een leen van 6 gemeten en half, gelegen aan de zuidzijde van het goed Ter Zadelt en aan het westeinde van de kapel van Sint-Elooi. In Sente Jacobs prochie binder voorseide stede strekkende buuten. (12) f 8 Jacob Van Holbeke, als voogd van het weeskind van mer Jan Van Lichtervelde, houdt een leen van 10 gemeten land gelegen in de Kortrijkstraat, binnen het schependom van Ieper, palend Z. aan de straat, W. aan het erf van Jacob Van Waelscappele en N. aan het land van het Belle gasthuis in Ieper.

(13) f 8 Jacob Van Holbeke, als voogd van het weeskind van mer Jan Van Lichtervelde, houdt een leen van 5 gemeten 1 lijn land, gelegen in de Kortrijkstraat binnen het schependom van Ieper, neffens bovenstaand leen palend N. aan het erf van Adaem Van den Wingaerdt. (14) f 8v Wulfaert Van Lichtervelde als voogd van Maylin filia mer Jans van Lichtervelde, houdt een leen van 88 gemeten 2 lijnen land gelegen bij het goed van Beaurewaert genoemd den Rebrouc, palende W. aan het cijns van mer Jan Van Lichtervelde en het erf van Andries De Wale, O. aan het land van Willem Van den Casteele, Tram Panckoucke, Inghelin Cabellau en jonkvrouw Van Premesques, Z. aan het Nonnenbossenland en N. aan Pauwels Buedins leen. (14.1) Van dit leen wordt een leen gehouden van 20 gemeten gelegen in de voorzeide parochie. (15) f 9 Franchoys Kengaert houdt een leen van 17 gemeten hofstede, water, meers en landbouwland, gelegen ten zuiden van de Zonnebekestraat, palend W en Z. aan Loy Sentins hof. (16) f 9v Lamsin Zwanckaert houdt een leen van 14 gemeten, Nieupoort genoemd, gelegen aan de noordzijde van de Zonnebekestraat palend O. aan het land van de Begijnen van Ieper, W. een straatje en N. aan het land van Jaques Den Vrijer. (17) f 9v Claeys Lamsaem houdt een penningrente in leen van 10 ponden par. vlaams per jaar, Ridderpenningen genoemd. De rente is te innen op diverse percelen land in de kasselrij Ieper, in de parochies van Sint-Jacob, Onze-Lieve-Vrouw-ten-Brielen, Sint-Jan, Boezinge en Vlamertinge aan 4 penning par. per gemet. Ingeval van wanbetaling mag de leenhouder de baljuw en schepenen van de Zaal van Ieper, in gebannen vierschaar, verzoeken om een amman en dienstman te sturen om de betaling gerechtelijk op te vorderen. (18) f 11 Bernaerdt Vander Woestine houdt een leen van 7 gemeten 42 roeden land gelegen op de westkant van de Diksmuidestraat palend N. aan de uiterste vesten, Z. het land van Sint-Christine te Ieper, W. de beek en O. de straat. Het leen vermag een baljuw, put en galg en de boeten tot 60 ponden par. Van dat leen worden 5 manschappen gehouden: (18.1) Phelipe van Bourgoignen, namens zijn vrouw Anne Van Borsele, heer en vrouw van Beveren, de Veire en Rolleghem, houdt een leen van 11 lijnen land gelegen van der Aecx tot de Diksmuidepoort. Hij is gehouden te leveren gevangenis en schepenen om wet en justitie te doen met de baljuw van Bernaert Vander Woestine op zijn leen zonder kosten voor Bernaerd. (18.2) Jonkheer Pierre Van Roosinbos, schildknaap, houdt een leen zijnde een behuisde plaats in de Fremenuerstrate (nu Henri Cartonstraat) aan de oostzijde, tussen de muur van de Minderbroeders en de Ruissote van de Nieuwe markt. Vermag de boete van 3 ponden par. (18.3) Pierre Van Hoyackre namens zijn vrouw Kateline Smits houdt een leen van 2 lijnen land gelegen binnen de voorzeide poort in de Ganzestraat palend Z. aan een straatje en N. het leen van Rollegem. Vermag de boete tot 3 ponden. De leenhouder moet elk jaar met nieuwjaar een ivoren mesje of daarvoor 12 deniers par. geven. (18.4) Joos Van de Velde houdt een leen van 4 gemeten waarvan 7 lijnen liggen in de Markstraat naast het Sint-Janskerkhof, palend Z. aan het leen van wijlen de weduwe Jacobs Nuesegheis en N. aan het land van het Sint-Jans gasthuis. De andere 5 lijnen liggen achter de

Sint-Janskerk, strekkende O. en W., palend W. aan de Diksmuidestraat en O. aan het land van wijlen Joos Minne. Dat leen vermag de boete van 3 ponden par. en staat ten dienste van een paar sporen elk jaar. (18.5) Lysbette Diemaers weduwe van Jan Vander Mersch houdt een leen van 2 lijnen land buiten de Diksmuidepoort palend langs alle kanten aan het land van het Sint-Jans gasthuis. Dat leen vermag ook de boeten tot 3 ponden par. (19) f 12 Loys Poyte houdt een leen van 20 gemeten, gelegen nabij de Torhoutpoort tussen de oude en de nieuwe vesten van de stad, palend N. aan de Markstraat, Z. aan de Torhoutstraat, O. het land van de Hoge Zieken en W. het land van Joos Van de Velde. Tot dat leen behoort een baljuw, een volle vierschaar, de boete van 3 ponden par., bastaardgoed en vond. (20) f 12v Jooris Paeldinc houdt een leen van 11 gemeten en half gelegen binnen de oude vesten van Ieper, gelegen aan de oostzijde van de Diksmuidestraat in de parochie van Sint-Jacob en aan de westzijde van dezelfde straat in de parochie van Brielen. Het leen vermag de boete van 3 ponden par. (21) f 12v Collaert Van Halewijn, ridder, heer van Boezinge, houdt een leen van 64 gemeten, gelegen aan de noordzijde van de Bruggestraat, tussen het Wielkenstraatje aan de oostzijde en het land van wijlen Wouter Van Diksmuide aan de westzijde. Belast met zulke last als van oude tijden. (22) f 13 Franchois Kengaert houdt een leen van 8 schellingen 6 penningen par. ridderpenningen per jaar, te innen op landen van het goed genaamd Ten Crayneste in de Markstraat, binnen het schependom. (23) f 13v Joos, de wees van Robrecht Vroeden, houdt een leen van 54 gemeten, genaamd De Waerde, strekkende Z-N, palend O. aan het goed Ten Dut en W. aan het leen van wijlen Joos Den Brievere. Tot het leen behoren een baljuw, tol, vond, bastaardgoed en de boete tot 3 ponden par. Van dat leen worden zes achterlenen gehouden: (23.1) Gheeraert De Riveel, namens zijn vrouw, houdt een leen van 42 gemeten, genaamd het Goed ter Dut. Tot dat leen behoort een tiendeke van 18 gemeten land, gelegen ten N-W. van het leen. (23.2) Mr. Anceel De Brievere houdt een leen van 9 gemeten 2 lijnen in de parochie van Sint-Jan nabij het goed Ter Waerde. (23.3) Anceel Van Passchendale houdt een leen van 9 gemeten land, geheten Den Crommen Helst in de parochie van Vlamertinge in drie percelen. (23.4) Joris Paeldinc houdt een leen van 15 gemeten 2 lijnen 69 roeden gelegen in de parochie van Sint-Jan een weinig ten oosten van de kerk, naast de Markstraat en tegen de uiterste vesten. Staande ten dienste van een paar witte sporen op Sint-Baafsdag. (23.5) Jan De Wale houdt een leen van 7 gemeten en half en 43 roeden gelegen in de parochie van Vlamertinge tegenover Slichtershof, aan de noordzijde van de Bellestraat. Staande ten dienste van een paar witte sporen op Sint-Baafsdag. (23.6) (Blanco) houdt een leen van 1 gemet 72 roeden in Vlamertinge, palend W. aan het land van de Scamel Weeken van Sint-Pieters, Z. aan een Jocweg en O. aan Pieter Puuds land.

Inde prochie van Brielen (24) f 15 Joos de wees van Robrecht Vroeden houdt een leen van 22 gemeten in een stuk, genaamd Den Hellackere, strekkende O-W, palend Z. aan het land van Loys Poyte. Het leen vermag een baljuw, tol, vond, bastaardgoed en de boete tot 3 ponden. Van dat leen worden 4 achterlenen gehouden: (24.1) Mr. Anceel De Brievere houdt een leen van 30 gemeten land, gelegen in de parochies van Langemark en Sint-Jan, palend aan het goed Ter Waerde. Daarvan zijn twee achtelenen gehou-den. (24.2 en 24.3) Mer Jan Van Lichtervelde houdt twee lenen van elk 10 gemeten, gelegen in de parochie van Boezinge, middenin zijn landen. Elk leen staat ten dienste van een paar hand-schoenen of 12 deniers par. (24.4) Jacob Losier, namens zijn vrouw, houdt een leen van 7 gemeten land gelegen in de parochie van Langemark, tussen de landen van wijlen Joris Rycken en het land van de erfgenamen van Jan Vander Veste. Staande ten dienste van een paar witte handschoenen met kerstdag. (25) f 15 v Jan Van Thune houdt een leen van 25 schellingen par. per jaar ridderpenningen te innen op diverse landen. Dat leen is verdonkerd. In de prochie van Langhemaerc (26). f 16v Pieter De Witte, namens zijn vrouw Adriaene Vander Strate, houdt een leen en heerlijkheid genaamd Havicx bestaande uit 3 ponden 14 schellingen par. erfelijke renten per jaar te innen op diverse landen nabij Poelkapelle. De leenhouder mag een baljuw en zeven schepenen aanstellen en vermag tol, vond, bastaardgoed, de boete tot 3 ponden par. en marktgeld. (27) f 17 Mayllin Vanden Walle houdt een leen van 37 penningen par. per jaar ridderpenningen alsook een bijhorend tiendeke genaamd de Scaghe, te innen op diverse percelen land in Langemark. Het leen heeft een totale opbrengst van ongeveer 20 schellingen par. en staat ter beste vrome. (28) f 17v Victor De Cuuper houdt een leen van 1 lijn land, gelegen west over de Steenbrugge, palend N. aan het land van Philips De Gaverele, Z. aan het land van de Heilige Klaren van Ieper en O. en W. aan het land van de weduwe en erfgenamen van Pauwels De Poortere. Staat ter beste vrome. (29) f 29 Thomaes Vande Walle houdt een leen van 28 gemeten 83 roeden land, genaamd den Manghelaere, gelegen ten noordoosten van de kerk, palend N. aan de landen van Victor Enlaert, Anceel Bernaert en Jaecx Vander Haghe, O. aan de landen van Anceel Bernaert en de erfgenamen van Jacob Losier, W. aan het land van Alaert Hiltfort, genaamd den Pierclaeys, en Z. aan een straatje lopende van Loox Vanden Bussche naar de kerk. Tot het leen behoort een baljuw en de boete tot 3 ponden par. Van dat leen worden 11 manschappen gehouden. Het leen

is belast met jaarlijks een paar sporen of 5 schellingen par. aan de graaf, te leveren in zijn Spijker te Ieper. (30) f 18 Pieter De Witte als kerkelijk voogd van zijn vrouw Adriane Vander Strate, houdt een leen en heerlijkheid genaamd Remyts, met een opbrengst van 35 schellingen par. per jaar te innen op diverse landen gelegen nabij Poelkapelle. De leenhouder vermag een baljuw en zeven schepenen te stellen, de boete tot 3 pond par., tol, vond, bastaardgoed en marktgeld. Van het leen worden 3 manschappen gehouden: (30.1) De erfgenaam van mer Jan Van Lichtervelde houdt een leen van 3 gemeten in Langemark nabij Poelkapelle. Hij moet daarvoor jaarlijks op sinksen 1 penning parisis betalen. (30.2) Wijlen Maeylin De Vos hield een leen van 2 gemeten in Langemark, ten oosten van Poelkapelle. Dat leen moet jaarlijks met nieuwdag, een paar schapen-handschoenen opbrengen. (30.3) Jan Vanden Bussche houdrt een leen van 2 gemeten in Langemark, ten oosten van Poelkapelle, palend Z. aan het leen van Maylin sVos. Dat leen geldt eveneens elke nieuwdag, een paar schapen-handschoenen. (31) f 18v Riessaert Des Prez, ridder, als kerkelijk voogd van zijn vrouw, Margriete Van Vlaenderen, houdt een leen en heerlijkheid genaamd Gruuters zale, groot 26 gemeten, gelegen ten noorden van de kerk in een stuk, tussen de Zelstraat en het land van wijlen Pieter Sceppens, strekkende ten zuiden tot aan de beek. Tot het leen behoren, in erfelijke renten, 26 razieren evene, 4 kapoenen en 4 schellingen par. op te brengen door verschillende personen op hun land, betaalbaar in drie termijnen: de vrijdag na Sint-Niklaasdag, de vrijdag na dertiendag en de vrijdag na Onze-Lieve-Vrouw-Lichtmis. De leenhouder vermag op het leen en heerlijkheid, tol, vond, bastaard - en stragiergoed, de boete tot 3 pond par. en mag een bajuw en zeven schepenen en een amman aanstellen. Van het leen worden 12 manschappen gehouden. (32) f 19 De zelfde Ryessaert, namens zijn vrouw, houdt nog een leen van 14 gemeten bos en velden, gelegen tussen Jan Van Provyns leen en de straat lopende naar Jans Porterens bos. Dit leen is het derde deel van de voornoemde heerlijkheid van sGruuters zale waarvan het destijds afgespleten werd. Tot het leen behoren tol, vond, bastaard- en stragiersgoed, de boete tot 3 pond parisis en het derde deel van de renten van de heerlijkheid sGruuuters zale. (33) f 19v Phelips De Gaverelles, als kerkelijk voogd van jonkvrouw Anne Muts fa Jans, houdt een leen van 5 lijnen land alsook 17 schellingen 6 penningen par. ridderpenningen en nog een tien-deke van 48 schellingen par., gelegen middenin het land van meester Pauwels Van Provyn. (34) f 20 Dezelfde Phelips, in naam van dezelfde, houdt een leen van 15 gemeten 1 lijn land met een erfelijke rente van 30 schellingen par. per jaar, gelegen ten oosten van Poelkapelle, palend Z. aan het land van de weduwe en erfgenamen van Cornaert Vander Helst, W. aan de landen van de weduwe en erfgenamen van Christiaen Ogle en N. en O. aan de landen van de weduwe en erfgenamen van Pieter van Roosebeke. Van dat leen wordt een leen van 5 gemeten en half gehouden. (35) f 20v

Joos Vanden Berghe, ridder, heer van Watervliet houdt een leengoed geheten het goed en hof van Watervliet, groot 19 gemeten wal, singel en winnend land in Rozebeke. De heerlijkheid is gelegen in de parochies Langemark, Rozebeke, Merkem en Staden. Tot het leen behoren put en galg, de boete tot 60 ponden par., tol, vond, bastaard- en stragiersgoed en alles wat tot de middele justitie en ter vonnis van de schepenen behoort. Tot het leen behoren nog een baljuw, een amman en zeven schepenen die diefstallen mogen berechten, te weten: een dief mag men, bij maning van de baljuw en vonnis van de schepenen, veroordelen tot de galg en een dievegge tot de put. Een man veroordeeld voor manslachten, mag men onthoofden en het lichaan nabij de justitie in een put begraven. Een vrouw veroordeeld voor manslacht, mag men levend begraven. Als de man of vrouw, beschuldigd van een van die twee feiten, voortvluchtig is, mag men hem of haar bannen uit het land en het graafschap Vlaanderen op straf van voornoemde terechtstelling. De voorzegde schepenen mogen zich beleden. Men mag de schepenen beroepen voor de schepenen van de Ghyseelschen, die op hun beurt verder gaan bij het Brugse Vrije. De schepenen van Watervliet onderhouden de keure van het Vrije en de keure van de Zaal van Ieper. De baljuw en schepenen mogen eenmaal per jaar een keurwaarheid houden, Ougstwaerhede genoemd, ten voordele van de heer van dit heerschip. In de parochie van Langemark zijn, naar costume, een deken en zeven gezworen waardeerders die het laken mogen waarderen en zegelen. Men is verplicht één waardeerder te hebben die laat is van dit heerschip en woont in dit heerschip en wel in de parochie van Langemark en niet in Rozebeke, Merkem of Staden. Wie land verkoopt of overdraagt in het heerschip, is de 15de penning, maercghelt geheten, verschuldigd aan de heer. Op het heerschip stond eertijds een windmolen die per ongeluk afgebrand is. De heer mag een nieuwe doen maken als het hem belieft zonder de wind te moeten kopen. Niemand anders mag er een molen oprichten. Tot het leen behoren 51 manschappen gelegen in Ieper-ambacht, in het Vrije en in Veurne-ambacht. Waar ze liggen, wie ze houdt en welke diensten ze verschuldigd zijn blijkt uit de registers daarvan gehouden. De leenmannen hebben als wettelijk hoofd de mannen van de Zaal van Ieper. Tot dit leen behoort nog een tiendeke op alle landen waarop Maercelis Van Locken rente heeft. Maercelis houdt die rente in leen van van het heerschip van Watervliet. Tot het heerschip behoort nog een erfelijke rente van 5 ponden 5 schellingen te betalen op Sint-Baafsdag, bezet op enkele landen gelegen in dit heerschip, te weten 4 penning parisis per gemet. (36) f 22 Joris Van Provin, in naam van jonkvrouw Ysabeele Van Halewijn, houdt een leen genaamd De Veste, zijnde een behuisde hofstede van 54 gemeten 1 lijn, gelegen ten oosten van de kerk, tussen het land van wijlen Jooris Yweins en dat van Gabriel Van Noordhovere. Tot dat leen behoort een erfelijke rente van 4 ponden par. per jaar te innen op diverse landen in de voorzeide parochie. Het leen vermag een baljuw, tol, vond, bastaardgoed en de boete tot 3 ponden par. Tot het leen behoren 26 manschappen: (36.1) Pieter Vander Letewe houdt een leen van 26 gemeten land in Zonnebeke. Van dat leen worden twee achterlenen gehouden: (36.1.1) Wyt Vander Zype houdt een leen van 13 gemeten in Zonnebeke en (36.1.2) Gillis Gherbode een leen van 7 gemeten in Langemark. (36.2) Meester Jan De Witte houdt een leen van 4 gemeten 1 lijn 4 roeden in Langemark. Van dit leen houdt de voorzeide jonkvrouw Ysabeele een achterleen van 5 lijnen geheten Den Hilte mersch. (36.3) Maykin Vander Strate fa Jans houdt een leen van 5 gemeten land in Langemark op hetwelke ze vermag tol, vond, bastaardgoed en de boete tot 3 ponden par. Van dat leen wordt een achterleen gehouden: Perone sKinds houdt een leen van 4 gemeten gelegen in de voorzeide parochie waarvoor ze op elke nieuwdag een paar handschoenen verschuldigd is. (36.4) Pieter Lams houdt een leen van 16 gemeten in Zonnebeke.

(36.5) Jacob Liebaert de jonge houdt een leen van 16 gemeten gelegen in Zonnebeke. (36.6) Jacob De Holssche houdt een leen van 14 gemeten in Lanngemark, genaamd De Aendepol. (36.7) Jacquemine sKoiers houdt een leen van 20 gemeten in Langemark. (36.8) Maylin Sanders houdt, namens zijn vrouw, een leen van 10 gemeten 10 roeden in Langemark. Hij moet daarvoor als de graaf van Vlaanderen strijders licht om de vijand te bestrijden, hem gedurende 40 dagen dienen met een paard ter waarde van 3 ponden par. of meer. (36.9) Claeys Van Lokerne houdt een leen van 14 gemeten en half in Langemark. (36.10) Collaert Datin houdt een leen van 9 gemeten in Langemark, belast met 4 ponden par. erfelijke rente per jaar te betalen aan Cornelis Van Dixmude. (36.11) Joris Van Provin, als voogd van Colineken, weeskind van Cornaerts Stoets, houdt een leen van 4 lijnen land in de voorzeide parochie. Hij moet voor dat leen elk jaar met nieuwdag een paar handschoenen leveren. (36.12) Joris Van Provin, in naam van Lievekin zijn dochter, houdt een leen van 4 gemeten 2 lijnen 30 roeden in Langemark. (36.13) Collaert Datin houdt een leen van 4 ponden par. erfelijke rente per jaar, bezet op een leen toebehorende aan dezelfde Collaert. (36.14) Rogier Van Noordhovere houdt een leen van 5 lijnen land in Langemark. Hij is elk jaar met nieuwjaar een paar handschoenen verschuldigd. (36.15) De dochter van wijlen Olivier Belles houdt nog een leen van 10 lijnen land in Langemark. (36.16) Claeys Ruebin houdt een leen van 3 gemeten en half land 30 roeden in Langemark. (36.17) Callekin, de dochter van Claeys Datin, houdt een leen van 1 gemet meersen gelegen in Langemark. (36.18) Christiaen Stoet houdt een leen van 3 gemeten in Langemark en is elke nieuwdag een paar handschoenen verschuldigd. (36.19) Jan De Ruusschere houdt een leen van 2 gemeten in Langemark en is daarvoor elke nieuwdag een paar handschoenen verschuldigd. (36.20) Vrouw Margriete van Vlaendern houdt een leen van 60 roeden land. (36.21) Gillis Geheerbode houdt een leen van 6 gemeten en half in Langemark. (36.22) Lamsin Van Zandvoorde houdt een leen van 11 lijnen land in Langemark. (36.23) Dezelfde houdt nog een leen van 1 gemet 12 roeden in Langemark. (36.24) Meester Joris Dele Poorte houdt een leen van 4 gemeten land in Langemark. (36.25) Heinderic Van Vlamertinghe houdt een leen van 2 gemeten 44 roeden in de parochie van Langemark. (36.26) Tenslotte is er nog een leen van 1 gemet dat hiervoor toebehoorde aan Roelandt Bryde en nu in niemands handen is. (37) f 24 Collaert Van Halewijn, ridder, heer van Boezinge, houdt een leen van 100 gemeten land genaamd het Goed te Craybeke, gelegen tussen de Diksmuidestraat en de beek, behalve 12 gemeten die, al aan elkaar palende, liggen aan de westzijde van de voornoemde straat en vanaf die straat westwaarts strekken. Tot het leen behoort bastaardgoed en de boete van 3 ponden par. Het leen is belast met een erfelijke rente van 40 ponden par. per jaar, leen zijnde. Van het leen wordt een manschap gehouden van 4 lijnen land. (38) f 24v Dezelfde Colaert houdt een leen van 40 ponden par. erfelijke rente per jaar gaande uit het voorzeide leen van Craybeke.

(39) f 25 Dezelfde mer Collaert houdt nog een leen van 4 gemeten land gelegen naast het land van Craybeke, oostwaarts strekkende tot aan het land waar Michiel Wouters nu woont. (40) f 25 Dezelfde houdt nog een leen van 40 schellingen par. erfelijke rente per jaar op het leen van Craybeke waarvan het is afgespleten. (41) f 25v Pieter De Witte houdt een leen van 15 gemeten en half land genaamd Clercx hof, gelegen ten zuiden van Poelkapelle. Tot het leen behoren een rente van 5 razieren evene, ieperse maat, bezet op een deel tienden in Langemark, geheten De Heedene, en 5 schellingen par. ridderpenningen die alsnog verdonkerd zijn. Hetzelfde leen vermag een baljuw, tol, vond, bastaardgoed en de boeten die er vanouds toebehoren. Van het leen worden 13 manschappen gehouden, waarvan een verdonkerd staat. In de prochie van Merckem (42) f 27v Andries De Wale houdt een leen van 5 ponden par. penningrente, genaamd Den Corvere, vallende elk jaar met Onze-Lieve-Vrouw Lichtmis, te innen op diverse landen bij Sint-Jans-ter-Vonte. Elk gemet onder de heerlijkheid van den Corvere geldt 4 penningen par. In de prochie van Boesinghe (43) f 28 Collaert Van Halewijn, ridder, heer van Boezinge, houdt een leen genaamd het Hof en heerlijkheid van Boezinge, groot 85 gemeten water, bos en winnend land. Tot het leen behoren een baljuw, zeven schepenen, een amman, tol, vond, bastaard- en stragiersgoed en de boete tot 3 ponden par. Tot dat leen behoren nog 25 schellingen par. penningrente en 11 razieren evene, ieperse maat. Het leen is belast met een erfelijke rente van 5 ponden par. aan de Spijker van Ieper en aan de Brieven van Aartrijke en nog met 3 ponden par. erfelijke rente aan de dis van Boezinge. Van het leen worden 5 manschappen gehouden, waarvan 5 staan ten volle relief en de andere ter beste vrome. (44) f 28v Dezelfde houdt nog een leen, zijnde de hoge en middele justitie alsook de bijhorende confiscatie van goed, van het land en heerlijkheid van Boezinge. (45) f 29 Dezelfde Collaert houdt nog een leen van 10 ponden groten Vlaamse munt bezet op de voorzeide heerlijkheid van Boezinge, zijn hoge justitie en alle toebehoren. (46) f 29v Wulfaert Van Lichtervelde, ridder, houdt een leen van 6 ponden par. ridderpenningen, bezet op diverse landen gelegen in de parochies Boezinge, Brielen, Sint-Jan en Zillebeke. De renten worden betaald door:

- de proost van Sint-Maartens: 14 s. 5 d. par. - de stad Ieper: 7 s. 4 d. par. - het Sint-Jans gasthuis: 8 s. 6 d. par. - het gasthuis op de markt van Ieper: 4 s. 2 d. par. - de firmerie van de begijnen: 14 s. 2 d. par. - de Hoge Zieken: 25 d. par. - France De Massaelge voor de erfgenamen van France De Zaghere: 8 s. 4,5 d. par. - Onze Vrouwe gilde: 10,5 d. par. - hijzelf ter oorzake van de helftscheiding van Scattins hove: 2 s. 6 d. par. Komt samen op 3 lb. 2 s. 5 d. par. De rest is verdonkerd. (47) f 29v Jacob Van Hollebeke, als voogd van Jan de wees van mer Jan Van Lichtervelde, houdt een leen van 101 gemeten land zich uitstrekkende tot in de parochie van Sint-Jan, zijnde twee hofsteden, de ene genaamd Vrylandt en de andere Waterbeke, gelegen aan beide zijden van de Diksmuidestraat op de Ommeloop. (48) f 30 Dezelfde houdt een leen van 28 gemeten land in diverse percelen.: - 2 lijnen 70 roeden ten zuiden van de molen, tussen het land van de kerk van Sint-Jan en de Diksmuidestraat. - 4 lijnen 9 roeden tussen het land van Sint-Maartens en Gheeraert Tolnaers land. - 2 gemeten 20 roeden tussen de Ommeloop van de stad Ieper en het land van het klooster van Sint-Maartens. - 7 gemeten 2 lijnen 64 roeden tussen de landen van het klooster van Sint-Maartens en de kerk van Sint-Jan enerzijds en mer Oliviers Vander Woestine land anderzijds, strekkende O. tot den Vrylande. - 4 lijnen 16 roeden tussen de landen van het klooster van Sinte-Claren en mer Olivier. - 7 gemeten 1 lijnen 26 roeden een weinig O. van de molen tussen het erf van mevrouw van Staden en de Poperingestraat. - 8 lijnen 74 roeden ten zuiden van dezelfde straat, tussen de landen van Willem Vander Helst en de dis van Sint-Pieters enerzijds en de Lembeke anderzijds. - 4 gemeten 24 roeden, iets ten O. van de Diksmuidestraat, tussen het land van wijlen mer Jooris Belle en dat van wijlen Sanders Rycken. (49) f 30v Pieter De Wulf, namens Adriaene Van Meterne zijn vrouw, houdt een leen van 16 gemeten 1 lijn land, zijnde een hofstede genaamd het Goed ter Poorte. Tot het leen behoort het derde deel van een tiendeke, gezeid Kerdewaghen gheleede, van ongeveer 3 £ 10 s. par. per jaar alsook 3 ponden par. ridderpenningen. De ridderpenningen zijn bezet op alle erfgronden gelegen in het voorzeide Kerdewaghen gheleede, nl. 6 penning parisis per gemet. Het leen is belast met 9 schellingen par. per jaar 'sheeren cijns. (49.1) Tot dat leen behoort een manschap, groot 16 gemeten land, gelegen in de parochie van Boezinge, waartoe ook een derde van het voorzeide tiendeke behoort. (50) f 31 Dezelfde, namens dezelfde, houdt een leen van 12 gemeten en half genaamd het Goed ter Cruse. (50.1) Tot dit leen behoort een manschap, groot 7 gemeten land in Boezinge gelegen naast het

gezegde leen ter Poorte. Dat leen moet elke Paasdag een paar schapen handschoenen leveren. (51) f 31v Robeert De Scildere, namens jonkvrouw Marie Lands zijn vrouw, houdt een leen van 11 gemeten gelegen naast het land van Robeert aan de zuidzijde van het leen van de fermerie van Sinte-Christine en Bardoncx gasthuis in Ieper, palend W. aan de straat van Pilkemkapel richting Diksmuide. De leenhouder mag een baljuw aanstellen. Van dat leen worden twee manschappen gehouden: (51.1) France Maes, namens Marie Ryckewaerts zijn vrouw, houdt een leen van 11 gemeten land, gelegen in de parochie van Boezinge, geldende jaarlijks een paar sporen. (51.2) De fermerie van Christine en Baerdoncx gasthuis in Ieper houdt een leen van 6 gemeten en half gelegen in Boezinge. Dat leen geldt elke bamisdag aan Robeert 11 penningen par. ridderpenningen. Het voorzeide gasthuis moet een sterfelijk persoon aanstellen. Nu staat het leen op jonkvrouw Marie sVos, jonkvrouw van de fermerie. Als ze sterft moeten ze iemand anders aanstellen en verhef betalen. (52) f 32 Jan De Wale fs. Victors, als verantwoordelijke man van jonkvrouw Joossine Stalen, weduwe van meeste Joos Geloen, houdt een leen van 36 gemeten land, genaamd ter Hoogher Caeve, palend O. het land van Jacob Losier, W. het land van Anthonis Wyts, N. het land van Jan Van Lichtervelde en Z. aan het land van de kinderen van Anceel Thierins. (53) f 32v Thomaes Le Roy, namens Lysbetten Corten zijn vrouw, houdt een leen van 3 ponden par. ridderpenningen, elk jaar met bamisdag door de volgende personen te betalen op diverse landen in Boezinge, Brielen, Sint-Jan en Sint-Jacob: - de kellewaerderie van Sint-Maartens in Ieper: 15 s. 1 d. par. - de winewaerdrie: 15 d. par. - de Hoge Zieken: 4 s. 4 d. par. - Trystram Jaenezone voor sBerenhof: 13 s. 6 d. par. - wijlen Christiaen De Wale op het huis ter Lindekinne: 8 d. par. - Lamsin Van Dixmude op zijn huis in Boezinge: 19 d. par. - Jan Van Dixmude en Jan Tryoen op hun beide huizen in Boezinge: 31 d. ob. par. - Jooris De Vos 8 d. par. - de weduwe van Loy Alaerts 4 d. par. - de H. Geest van Ieper: 8 d. par. - Maykin Braems in Luzerne: 25 d. par. - Wielliersstic: 12 d. par. - Pieter Weutin: 5 d. ob. par. - Lamsin sProncholf op zijn huis in Boezinge palend N. aan de kerk: 30 d. ob. par. - Pieter Lamersoen: 7 d. par. - Pieter lands weduwe: 16 d. par. - Jan De Cortye: 8 d. par. - Jooris Vander Beke oude dekens helft: 4 d. ob. par. - het gasthuis van Sint-Juliens: 4 d. par. - Willem en Heyne Moenins: 7 d. par. - de pastoor van Boezinge: 2 d. ob. par. - Claeys Luucx: 14 d. par. - de nakomelingen van Jan Ryckeman: 21 d. par.

- Pieter Lamessoen en Michiel Du Bous: 5 s. par. - Jan Van Primisschen: 8 d. par. - Jan Masin: 25 d. par. - Pauwels De Poorte: 27 d. par. (54) f 33 Lauwers Baers, voogd van Paukin het weeskind van Claeys Baers, houdt een leen van 7 gemeten 3 roeden land gelegen ten noorden van de eerste overdracht aan de oostzijde van de Ieper, strekkende O. en W., palend N. aan het land van Ruebin Baers, Z. aan dat van Gabriel Willin, W. de Ieper en O. de waterloop. (55) f 33 v Jan De Wale fs Victors houdt een leen van 3 ponden 4 schellingen parisis per jaar ridderpenningen te innen op diverse landen in de parochie van Boezinge. - het klooster van Sint-Maartens: 13 s. 7 d. par. - Jan Van Dixmude: 6 s. par. - Jaques Bernaert en het weeskind van Claeys Biese: 8 s. 4 d. par. - de kinderen van Adriaen De Keysere: 2 s. 6 d. par. - de dochter van Vincent Braem: 4 s. 3 d. par. - mevrouw van de Nonnebossen: 7 d. par. - de kerk van Boezinge: 6 d. par. - Claeys Bastin: 24 d. ob. par. - Jacob Vander Beke: 10 d. par. - Claeys Datin: 2 s. 6 d. par. - het klooster van Sint-Maartens: 2 d. par. - de dis van Boezinge: 2 d. par. - Michiel Vanden Walle: 21 d. par. - de weduwe van Willem Moenins: 25 d. par. - Jan Wouds: 25 d. par. - de pastoor van Zuidschote: 2 d. par. - Collaert Vanden Hamme: 3 s. 8 d. par. - Bette Moenins 1 s. 2 d. par. - Collaert Van Hamme en Bette Moenins: 7 d. ob. par. - de kerk van Zuidschote: 3 d. par. - Gabriel Willin: 12 d. par. - Jan De Rinisschen: 10 d. ob. par. - Jan Van Provyn: 7 d. ob. par. - meester Pauwels Van Provyn: 3 d. par. - mijnheer Van Boezinge: 6 d. par. - Maercx De Bloncke: 2 s. 8 d. par. - de [blanco] vrouwen: 12 d. par. - Lievin Plantefeve: 3 s. par. - Jan Vander Camere: 25 d. par. Behoort eveneens tot dit leen twelle botscip ende dienst manschip van de Zaal en kasselrij van Ieper. Van dat leen worden twee manschappen gehouden. (56) f 34 Pieter Van Meenene houdt een leen van 44 gemeten land waar Jan Pippe nu woont, ten westen van de Boezingestraat.

(57) f 34 v Jan De Wale fs Victors houdt een leen van 6 gemeten en half land palend Z. en W. aan het land van meester Pauwels Van Provyn, N. aan dat van Jan Swalen en O. aan het erf van de stad Ieper. (58) f 35 Meester Pieter Vander Bouverie houdt een leen van 56 gemeten land genaamd het Zwaanhof, gelegen aan de oostzijde van de Ieper, palend O. aan het erf van France Blanckaert, N. aan het erf van de H. Geest van Ieper en Z. aan de erven van het klooster van Sint-Maartens en Lieven Plantefeve. (59) f 35 Wulfaert Boeteman houdt een leen van 25 ingelsen per jaar ridderpenningen bezet op diverse landen in Boezinge. Tot dit leen behoort ook de roede van de landmate van West-Ieperambacht en de van stad en het schependom van Ieper. Al wie bevonden wordt te meten zonder toestemming van de erfachtigen wordt beboet met 10 ponden par. (60) f 35 v Jan Van Steeland houdt een leen van 4 ponden par. per jaar ridderpenningen, te innen op diverse landen in de parochies van Boezinge en Brielen. Die ridderpenningen zijn reeds lange tijd verdonkerd. (61) f 36 Passchier De Croc houdt een leen van 33 gemeten land genaamd het Leen ten Torre gelegen ten noorden van de kerk. Van dat leen wordt een achterleen gehouden: (61.1) Mer Collaert Van Haelwijn, heer van Boezinge, houdt een leen van 11 gemeten land en geldt daarvoor jaarlijks aan Passchier een paar handschoenen. (62) f 36 Jacob Lamsaem houdt een leen van 47 schellingen par. per jaar ridderpenningen die nu verdonkerd zijn. In de prochie van Zeilbeke (63) f 38 v Jan Van Zeilbeke gezegd Tackoen, houdt een leen genaamd het Hof te Zillebeke, groot 40 bunderen hofstede, waters, meers en winnende landen, gelegen al naast elkaar. Tot het leen behoren een baljuw, een amman en een vierschaar van 7 schepenen, alsook alle justitie, de hoge, middele en lage. De heerlijkheid strekt zich uit in de parochies Zillebeke, Houthem, Zandvoorde, Geluveld en Voormezele. De laten en afzittenden wiens landen onder de heerlijkheid gelegen zijn gelden jaarlijks 3 ponden 12 schellingen par. penningrente, 9 razieren evene, Ieperse maat, 8 kapoenen en 5 hoenderen. Als de landen verkocht worden betalen ze 15 penning per pond markgeld en als ze geërfd worden betalen ze dubbele rente, doodkoop genoemd. Tot het leen behoren nog een vrije jokweg die gaat van het hof tot aan de Komenstraat, een manpad van het hof te paard naar Mesen en een vrije kerkweg van het hof naar de kerk van Zillebeke. Als er binnen zijn heerlijkheid iemand gevangen wordt voor een misdaad, dan mag die niet, zonder zijn toestemming, door een ander gerecht beoordeeld worden tenzij hij aangehouden werd in opdracht van de baljuw van de Zaal. Als er justitie op volgt moet hij dat op zijn kosten doen en als hij een straf oplegt, dan moet de baljuw van de Zaal, in naam

van de prins, het derde krijgen van hetgeen de graaf teruggeeft en ik de 2/3. Van dit leen worden 26 manschappen gehouden: (63.1) Michiel Vanden Abeele, namens zijn vrouw, houdt een leen van 28 gemeten in Zillebeke. (63.2) De zoon van de heer van Roosinbos houdt een leen van 17 gemeten bos in Zillebeke. (63.3) Jan Van Dixmude houdt een leen zijnde een reke tienden die hij deelt met het klooster van Voormezele, mevrouw van de Nonnebossen en wijlen Wouter Croeselins. In het geheel zijn er 6 voorken tienden, gelegen in Zillebeke. (63.4) Jooris Paeldinc houdt een leen van 7 gemeten bos in Zillebeke. (63.5) France Vander Poorte houdt een leen van 2 gemeten bos in Zillebeke. (63.6) Maykin, de dochter van Olivier Belle, houdt een leen van 20 schelling par. ridderpenningen per jaar te innen in Zillebeke als volgt: - Op 24 gemeten hofstede ten westen van de Komenstraat: 8 s. - Op 18 gemeten ten westen daarvan: 6 s. - Op nabijgelegen landen toebehorende de kelewaerdie van Sint-Maartens: 6 s. (63.7) Jan Van Slyppe houdt een leen van 5 schellingen par. per jaar bezet op Ghistelhof in Zillebeke. Men int die met de wet van Jan Van Zillebeke. (63.8) Denijs Pauwelin houdt een leen van 14 gemeten 13 roeden land genaamd Plattels val in Zillebeke. Tot dat leen behoren een penningrente van 40 schellingen par. per jaar. De leenhouder vermag een baljuw, tol, vond, bastaardgoed en de boete tot 3 ponden par., markgeld bij verkoop en doodkoop bij erfenis. Als hij een wet vandoen heeft mag hij die op zijn kosten ontlenen aan Jan van Zillebeke. (63.9) Pieter Tac houdt een leen van 28 gemeten land in Voormezele. (63.10) Joos Tac houdt een leen van 21 gemeten land, behuisd en beplant, in Voormezele. Hiervan wordt een achterleen gehouden door Pieter Claeys. (63.11) Pieter Hellin houdt een leen, zijnde een reke tienden in Zandvoorde waarvan het klooster van Voormezele een gelijke reke tienden toebehoort. (63.12) Jan Vernaert, namens zijn vrouw, houdt een leen van 20 gemeten land in de parochie van Geluveld. (63.13) Jan Van Hulle houdt een leen van 1 gemet land in Geluveld, staande ten dienste van een paar handschoenen per jaar. (63.14) Jan Ruebin houdt een leen van 7 honderd meers in Houthem, 5 razieren evene en 5 schellingen par. per jaar penningrente bezet op 12 bunderen land in Geluveld. (63.15) Mer Jooris Belle hield een leen van 5 ponden 12 schellingen par. par jaar penningrente en 6 kapoenen in Houthem, bezet op 28 honderd meersen. Hij int die rente op zijn kosten met de wet van Jan Van Zillebeke. (63.16) De wees van Joos Wyllaes houdt een leen van 17 honderd meers en landbouwland in Houthem. (63.17) Pieter Collaert houdt een leen van een half bunder land in Houthem. (63.18) Dezelfde houdt een leen van 6 honderd land in Houthem. (63.19) Joos Hughe houdt een leen van 5 gemeten land en 9 honderd meers in Houthem. (63.20) Meester Joos Van Steelandt houdt een leen van 36 gemeten land in Houthem, genoemd het Goed ter Beke. (63.21) Jan Vander Zole houdt een leen van 8 honderd land in Houthem binnen het hof van wijlen Willem Van Bachten. (63.22) Dezelfde houdt een leen van 10 honderd land in Houthem aan de oostkant van de Komenstraat. (63.23) Dezelfde houdt een leen van 2 honderd land in Houthem, zijnde de wal waar de Rodinne muelne op staat. Tot dat leen behoort alles van de molen wat niet draait. Van alle vruchten die groeien op 40 honderd land naast de molen krijgt hij van de erfachtigen één schoof

per honderd en van de tiendenaar eveneens één schoof per honderd. (63.24) Soyhier Velle houdt een leen op de plaats van Houthem en betaalt daarvoor jaarlijks 5 hoenderen aan Jan Van Zillebeke. (63.25) Dezelfde houdt een leen van 8 honderd land in Houthem. (63.26) Morisses Moenins houdt een leen van 18 razieren tarwe, de ene helft Gentse maat en de andere helft Rijselse maat, alsook 3 kapoenen per jaar bezet op diverse landen in Rijsel-ambacht in de parochies van Roussin en Magdeleene. Het leen staat ten dienste van een paar handschoenen per jaar. (64) f 40 v Andries De Wale houdt een leen, zijnde een hofstede van 11 gemeten en half 10 roeden, in diverse percelen: - de hofstede van 1 gemet 80 roeden palend N. aan het erf van Andries, Z. aan het land van Joris Brouckers en O. aan een straatje. - 6 gemeten 94 roeden land ten oosten van het hof gelegen tussen meer Joos Vanden Woestine en het land van Joris Brouckers. - 3 gemeten en half 28 roeden eveneens ten oosten van het hof gelegen tussen de landen van meer Joos vanden Woestine aan beide zijden. Tot het leen behoren 20 schellingen par. per jaar ridderpenningen te innen op de volgende landen: - Op een hofstede in Zillebeke, voorheen toebehorende aan Denyse Vanden Eechoute, weduwe van Pieter Den Viltere, en nu aan meester Bertram De Beaufrenez, namens zijn vrouw: 16 s. par. - Op 8 gemeten land in Zillebeke toebehorende aan de kerk van Sint-Pieters in Ieper, gelegen tussen de landen die waren van Sanders Ghevelaers en de Zillebekevijver: 2 s. 8 d. par. - Op 4 gemeten land in Zillebeke nu toebehorende aan Andries De Wale zelf, gelegen aan de noordzijde van zijn leen, palende N. aan de Ieperstraat gaande naar Kortrijk: 16 penningen par. (65) f 41 Pieter Vander Leteuwe, namens zijn vrouw Marie Buds fa. Joos, houdt een leen en heerlijkheid genaamd Kersekinshof, gelegen op de oostzijde van de Mesenstraat, groot 13 gemeten, strekkende oost-west, palend Z. aan het land van het klooster van Voormezele en dat van Jooris De Vos, N. aan het straatje dat komt van Ghistelhove, W. de Mesenstraat en O. aan het land van het klooster van Voormezele. De leenhouder vermag een baljuw, een amman en alle boeten die van ouds het leen toebehoren. Tot het leen behorenn 5 manschappen: (65.1) Willem De Boerlycke houdt een leen van 8 gemeten zijnde een hofstede in Voormezele, in een stuk gelegen ten westen van de Mesenstraat rechtover het Kersekinshof, strekkende oost-west, palend N. aan de Langen Akker en Z. aan zijn leen. (65.2) Jan De Rijcke houdt een leen van 38 gemeten bos genaamd 't Galgestuk in Zillebeke, palend O. aan het land van mevrouw van de Nonnebossen, Z. en W. aan het land van het Onze-Lieve-Vrouwgasthuis op de markt van Ieper en N. aan het land van wijlen Jan Van Meenene. (65.3) Adriaen Poyte fs Aleamus, houdt een leen zijnde een tiende in de parochie van Passedale, palend O. aan de plaats waar voorheen Olivier Calmain woonde, N. aan het straatje van Passendale naar Roeselare en Z. aan de herstrate van Ieper naar Roeselare. (65.4) Jan De Castelain houdt een leen van 9 bunderen hofstede, water, bos en landbouwland in de parochie Wervik, genaamd het Goed ter Kastanjeboom. Tot het leen behoren een baljuw, een amman en zeven schepenen. Het leen vermag tol, vond, bastaardgoed en de boete tot drie ponden, alsook doodkoop en markgeld van 15 penningen. (65.5) Anceel De Brievere fs. Joos houdt een leen van 53 schellingen par. en 11 penningen per jaar erfelijke rente bezet op 29 gemeten land genaamd Danckaerts stoc gelegen in het Goed

ter Caent in Zillebeke, te betalen door het Sint-Jans gasthuis van Ieper. (66) f 42 Pieter Van Hoysackere houdt een leen van 2 gemeten 75 roeden land, gelegen tussen de landen van de kerk van Sint-Pieters in Ieper en het land van de gilde van Sint-Niklaas. Het was hiervoor erfgrond waarvan een leen gemaakt werd. Het is belast met grafelijk cijns aan de Spijker van Ieper en verder met ridderpenningen die hij aan diverse personen moet betalen. (67) f 42 v Mael Van Passchendale houdt een leen van 43 gemeten 56 roeden land, genaamd Scabailgen, gelegen op de noordzijde van de Kortrijkstraat palend W. aan het leen dat Anceel houdt van Beaurewaert en O. aan het leen van Beaurewaert. (68) f 43 Jan Van Dixmude als kerkelijk voogd van jonkvrouw Marie Van Volmerbeke, zijn vrouw, houdt een leen van 46 schellingen par. ridderpenningen: - Op de molenwal waar Zillenbekemolen op staat: 11 d. par. - Anceel Van Passchendale: 7 s. par. - De kelewaerdrie van Sint-Maartens: 14 s. par. - Anceel Van Passchendale voor Michiel Bekaert: 12 d. par. - De kelewaerdrie voor Boudin Ryboudt: 4 s. par. - Joos Van Dixmude op 46 gemeten land van wijlen Pieter Vlamincx: 13 s. 8 d. par. - Het gasthuis op de markt van Ieper: 7 s. 4 d. par. - Bricxis Esselin: 8 d. par. - De Sint-Niklaasgilde: 5 d. par. (69) f 43 Claeys Van den Kerchove houdt een leen van 25 gemeten land genaamd Het Gistelhof. Het leen was voorheen 50 gemeten groot maar is nu gesplitst in twee lenen van 25 gemeten. Het andere leen wordt gehouden door Jaquemine, zijn dochter. Beide lenen samen zijn belast met een erfelijke rente van 16 s. 6 d. par. per jaar en een paar handschoenen. (70) f 43 v Jan Van Donnerin houdt een leen van 3 ponden 5 schellingen ridderpenningen en 7 kapoenen en half per jaar. Daarvan worden 36 s. par. in Wijtschate en Mesen geïnd en 29 s. 4 d. en 7 kapoenen in Zillebeke. (71) f 44 Andries Van Beselaere, als verantwoordelijke voor jonkvrouw Jacquemine Vanden Kerchove fa. Claeys, houdt een leen van 25 gemeten land, gespleten van Gistelhove. Dat leen is, samen met dat van haar vader, belast met 16 s. 6 d. par per jaar en daarbij een paar handschoenen. (72) f 44 Joos Van Dixmude houdt een leen van 100 gemeten land, bos, meersen, vijvers en zaailand, genaamd Scachtelweghe, gelegen ten oosten van de kerk, palend W. aan het land van Joris Paeldinc, W. (sic) aan een leen toebehorende aan mer Collaert Van Haelwijn, N. aan het land van het gasthuis op de markt van Ieper en Z. aan de straat van Zillebeke naar Zandvoorde en zo verder tot de Cleen Scachtelweghe toebehorende aan Willem Colins. Dat leen is belast met 33 s. 4 d. par. aan de Spijker van Ieper.

(73) f 44 v Jacob Van Holbeke, als voogd van Jan het weeskind van Jan Van Lichtervelde, houdt een leen van 51 gemeten en half, palend O. aan het Goed te Beaurewaert, W. aan het land van Anceel Van Passchendale, Z. aan de Kortrijkstraat en N. aan het leen van de voorzeide Jan dat hij houdt van de burggraaf van Ieper. De leenhouder mag een baljuw aanstellen. Van dat leen worden 6 manschappen gehouden: (73.1) Anceel Van Passchendale houdt een leen van 8 gemeten land staande ten dienste van een paar sporen elke paasdag. (73.2) Dezelfde houdt nog een leen van 6 gemeten staande ten dienste van een paar sporen met sinksen. (73.3) Zegher Navegher houdt een leen van 5 gemeten genoemd Hondsacker, staande ten dienste van 6 artesiërs. (73.4) Marie Faghels, weduwe van Karel Frutiers, houdt een leen van 40 schellingen par. per jaar ridderpenningen, staande ten dienste van 1 penning par. offerpenning op sinksen. (73.5) (73.6) Die twee lenen zijn al van ouds verdonkerd. (74) f 45 Jan Van Zeilbeke dit Tackoen, houdt een leen zijnde een straat lopende van Ruebans eecke zuidwaarts tot de Kruisboomstraat. (75) f 45 v Willem Collin houdt een leen van 7 bunderen en half land alsook een penningrente van 7 s. 6 d. par. per jaar genaamd Cleen Scachtelweghe, palend O. aan het goed van Joos Van Dixmude, genaamd Groote Scachtelweghe, Z. aan het Boezingebos, W. aan het gasthuisgoed en N. aan de Wervikstraat. Van dat leen wordt een achterleen gehouden. (76) f 45 v Roman Van Claroudt, namens zijn vrouw jonkvrouw Marie Belles, houdt een leen van 41 gemeten land genaamd 't Wallekin, strekkende oost-west, palend N. aan het land van het Sint-Jansgasthuis, eindigend, aan het land van het gasthuis op de markt, op de Komenstraat en op Jan Tackoens weg, palend Z. aan de landen van de kinderen van Bastiaen Van Meenene, de Oude Waastenstraat en het land van mer Wulfaert Van Lichtervelde. (77) f 46 Joos Vander Woestine, ridder, houdt een leen genaamd Rudschevoert, zijnde een tiende, haar bestrekkende op 30 of 36 gemeten land gelegen ten noorden van de kerk, palend O. en Z. aan het land van het gasthuis op de markt van Ieper, W. aan het land van Joris Paelding en N. aan het land van Joos vander Woestine. Als men het land bezaait, krijgt hij twee van de drie tiendeschoven. Het derde komt toe aan de pastoor van Zillebeke. (77.1) Van dat leen wordt een achterleen gehouden van 14 gemeten genaamd De Polant, gelegen in de parochie van Zillebeke. (78) f 46 v Franchoys Vander Poorte houdt een leen van 7 razieren evene, Ieperse maat, en 5 kapoenen per jaar, bezet op 20 gemeten bos toebehorende aan de weduwe van Jan Vander Poorte in Zillebeke.

Hier eindigt het manuscript. Johan Beun 27 oktober 2000

BIJLAGE: Afschrift van de eerste bladzijde.

Dit es de registere van alle den leenen die men houdende es van onsen gheduchten heere Philips hertoghen van Oostrijck, hertoghen van Bourgoignen, van Brabant etc. grave van Vlaenderen van zijnder Zale van Ypre, ghemaect int jaer ons heeren duust vierhondert neghen ende neghentich. Erst in Sente Maertins prochie binnen der stede van Ypre Guillames de Saillant, sciltcnape, heere van Middelbourch ende burchgrave vander stede ende castelrie van Ypre houdt een leen ende es Burchgraefscip vander stede ende castelrie voorseit. Daertoe behoorende terde van alle de boeten danof dat scepenen van Yper wijsere zijn. Item terde van alle de boeten daeraf dat de neghene scepenen vander zale ende castelrie van Ypre wijsere zijn of wijsen moghen, tzij voor vonnesse of der achtere. Item alsoo wel terde van allen vermaken ende compocissien tzij voor vonnessse of daernaer binnen der stede ende castelrie voorseit behorende ten vonnesse vanden voorseide tween scependommen uute gheleit de vaussuers (vazallen) binnen der stede voorseit ende der buuten. Ende hierme moet de burch-grave voorseit leveren eenen scoutheetene omme te dinghene binnen der stede ende castelrie voorseit. Item moet noch hierup leveren vanghenesse om cheeren ghevanghen van buuten en van binnen in te houdene up zijnen plucht ende up zijn adventure. Ende hierup zoo es de burchgrave sculdich elc jaer minen heere voorseit zesse ponden parisis up scoetheetene roede. Item men houdt van desen heere veertich manscepen die van hem houden de tolnaers van Ypres, staende elc ten relieve als elc leen bij jaere gheldende es. Item houdt men noch vander zelver Burchgravie binnen der stede ende castelrie voorseit achte ende veertich manscepen danof dat de twee ende dertich staen ten vulle coope elc van tiene ponden parisis ende dander zestien ten halven coope ende ter bester vrome. Ende vermach de voorseide burchgrave ter cause van zijnder voorseide burchgravie hooghe justitie, middel ende neidere. Ende dit goede ende manscip voorseit staet te trauwen ende waerheidt minen voorseide gheduchten heeren ende teenen vullen verlieve van tiene ponden parisis ende alst verandert bij coope es sculdich den tiensten penninc van dat ghelt.